Gemengd Nieuws. Uit de „Staatscourant". FEUILLETON. Musikaut-af. Gemeenteraad van Soadekerk* Voorzitter 'dé Burgemeester. f Afwezig de heer Jac. Oppelaar; verder Ullc leden tegenwoordig. De voorzitter, de heer J. C. van Voort- huyzen, opent de vergadering, en zegt dat wegens ver]of van den secretaris het lezen Icler notulen, wordt uitgesteld tot de volgen de vergadering. Ingekomen zijn 'de volgende missives van Gcd. Staten: Goedkeuring van het Koninkl. besluit?, waarbij aan den burgemeester verlof is ver leend tot 1 Juli 1911, te Leiden te mogen wonen; dat hij Maandag en Donderdag van iedere week ten Raadhuize voor de inge zetenen zal te spreken zijn. Goedkeuring wijziging Bouw- en \Vo- ningverordening. Goedkeuring kohier Hoofd. Omslag dienstjaar 1910. Goedkeuring heffing Schoolgeld 1ste en 2de kwartaal 1910. Een schrijven van den heer M. Schènké- veld, waarin hij zijn benoeming als lid, van het Alg. Armbestuur aanneemt. Worden allen voor kennisgeving aange nomen. Nog is ingekomen een schrijven van den heer A. G. Kempen, waarbij hij medewer king aan den Raad verzoekt, om de te veel betaalde gelden van den hoofd, omslag (dienstjaar 1908, terug te ontvangen. Wordt na eenige bespreking voor kennis geving aangenomen. De Voorzitter deelt* mede dat bij de laatst gehouden aanbesteding van het ver houwen van het Raadhuis en het maken '^an een schoeiing in de Lagewaard, 3 bil jetten zijn ingekomen, n.l. van de hoeren, J. Jongeneel h f373, H. Boer h f395 |en H. van Driel f 425. Het werk is 'aan den laagstén inschrijver gegund. De lieer -Reynevéld vraagt hoever ,de 'schoeiing komt, waarop de Voorzitter ant woordt, over een lengte van 50 M. Vervolgens verzoeken B. en Ws. machti- tiging over te gaan tot de aanbesteding der levering van petroleum en brandstoffen. De heer Van der Bijl vraagt of in 't na- jaar de lantaarns niet wat eer kunnen bran den en in 't voorjaar wat later eindigen^ omdat we somtijds nogal eens in 't donker zitten. De Voorzittér antwoordt 'dat er zooveel mogelijk rekening gehouden wordt met "de lichte maan, waarop de machtiging met algemeen goedvinden wordt verleend. De Voorzitter doet aanbieding van 'dé 'Gcméenterekening dienst 1909, welke aan gewone' cn buitengewone ontvangsten sluit met een batig saldo van f 4409.3lV2. Tot' rapporteurs dezer rekening worden be noemd de heeren Reyneveld, Blonk en y. Bijl. "Aan de orde" is de opmaking 'eéncr voor- 'draclit voor de benoeming \nn zetters we gens gewone aftreding van de heeren D. Dorrepaal en G. van Egmond. Hierop wor den geplaatst de héeren1. D. Dorrepaal. 2. G. van Egmond. 3. G. J. Bzn. Corts. 4. JV1S chenkevel d Als laatste punt 'dér agenda" is aan dé 'orde, het voorstel van B. en Ws. om de tankschuit, welke' thans haar bestemming mist, te laten veranderen in een open schuit voor het vervoer van grint en ander mate riaal ten behoeve der gemeente, terwijl tevens de kans bestaat' de schuit aan par ticulieren te verhuren. De lieer Bijl kan, wannéér liet een open Schuit wordt, zich' met het voorstel verde digen. De hé'er Blonk' vradgt naar dé onkosten. De voorzitter zegt dat deze vermoedelijk diet groot zullen zijn, 'doch dat daarnaar, wanneer het voorstel wordt' aangenomen, bij de firma Boot kan geïnformeerd wor den. De heer Qualm vraagt, of dit werk" niet in de gemeente kari geschieden, daar we nu hier ook 'n scheepmaker hebben, die in het maken van ijzeren vaartuigen, thuis is. De Voorzitter zegt' dat dit niet in den Raad thuis behoort, doch bij B. en IWs.*, Waarop het voorstel wordt aangenomen. Daarna wordt de verordening voor het Verhuren der schuit voorgelezen, waaruit' blijkt dat de huur pér dag zal bedragen 50 ct. cn alle schade aan de schuit, door den huurder veroorzaakt, door dezen zal wor- (den vergoed. De heer Dorrepaal vraagf of bij lan gen duur dé prijs per <dag niet minder is, waarop de Voorzitter zegt dat de geméente ook nooit minder dan 60 ct. per dag heeft betaald en nu is de prijs zelfs 10 ct. per 'dag minder, zoodat dit een zeer billijk ta rief is. De heer Blonk vraagt of in de verorde ning ook niet opgenomen moet worden de schade aan vaarboom'en enz., daar enkel gesproken wordt van schade aan de schuit, waarop 'de voorzitter antwoordt dat dit met eventueel^, huurders kan besproken wór den. Hef inkasseeren van de huurpennin gen zal mét machtiging van den gemeente ontvanger vóór den 15den van elke maand door den secretaris geschieden. Bij de rondvraag, vraagt dé heer Reyne veld, wanneer liet adres van den hoer G. Dorrepaal in den Raad in behandeling komt, daar dit nog niet ter tafel is geko men. De Voorzitter antwoordt dat dit de eerst volgende vergadering zal geschieden. De heer Bijl vraagt nogmaals aan wien rde straat naast het huis van den hoofdon derwijzer behoort. De Voorzitter zegt 'dat hij niet begrijpt wat de heer Bijl toch met die straat voor heeft, daar er enkel wat gras op groeit. Hij behoort aan de Herv. Kerk, doch wanneer de gemeente-werklied en vrijen tijd over hebben, belooft hij dat de straat zal opge knapt worden. Hierna wordt dé vergadering gesloten. De Haagsche politie heeft aangehouden een uit vier personen bestaan de dievenbende, die in hoofdzaak haar werk maakte van rijwieldiefstallen. Een hunner, een oude bekende der justitie was de „chef". Hij deed aan de drie anderen (nog jonge mannen) aanwijzingen omtrent de plaatsen, waar gewoonlijk rijwielen wa ren te vinden. Was de slag geslagen, dan nam hij de fietsen in ontvangst en verkocht ze dan bij opkoopers, van wie hij wist, dat ze niet al te nauwkeurig naar de herkomst der fiet sen zouden vragen. Het viertal is tor beschikking van de justitie gesteld en in het huis van bewaring in Den Haag opgesloten. G i s t e r vo o r m i d d a g was sen eleotricien op het terrein der gasfabriek aan den Trekvliet in Den Haag bezig L.'erstellin gen te verrichten aan de electrischo gelei ding in de kap van een kolenkols. Eens klaps viel hij men lïeeft nog niet kunnen vaststellen door welke oorzaak. Bewusteloos werd de man op den grond gev-mden Rei auto is bij naar het ziekenhuis vervoerd, waar bleek dat zijn toestand hoogst ernstig is. Inde Spuistraat te 's-G raven- hage nam gisteren een zwerver in een ma gazijn een mantel weg. Een winkeljuffrouw die hem op heeterdaad betrapte, liep den man na en wees hem aan een politie-agent aaiL Hij werd overgebracht naar Het commis sariaat aan de Nieuwe Haven. Na verhoor werd hij ter beschikking gesteld van de jus titie en in het huis van bewaring opgesloten. Zondagavond werd de kan toorbediende H. J. M. P., wonende te Schiedam, toen hjj zich op weg naar huis, op den Mathenesserwog tusschen D elfsha ven en Schiedam bevond, door drie straat- roovers aangerand en van zijn portemon- naie beroofd, welke f 5.29 inhield. De aan randers bleven onbekend., De „Hartjesdag/" te Amster dam had gisteravond het gewone verloop; het was niet bijzonder druk bohalve in de straten buiten de Muiderpoort, waar weer veelvuldig en op roekelooze wijze met vuur werk werd gegooid boven de hoofden en tusschen het publiek alsook naar de politie agenten die in deze buurt weer al hun lijd zaamheid noodig hadden. Ernstige ongere geldheden kwamen niet voor. In de beruchte volksbuurt De Krim te Enschedee heeft Zaterdag avond de 16-jarige A. Baars zijn 26-jarigen broeder met messteken in den arm en het dijbeen vrij ernstig gewond. Heelkundige hulp was noodig. Te Glanerbrug werd Zaterdag de briga dier der marechaussee Vosmeer door iemand uit een kort te voren uiteengejaag- den troep bruiloftsgasten, die opnieuw sa menschoolde, met een naar hem geworpen stok zoodanig getroffen, dat hem cenige tanden uit den mond vlogen en Lij «rn verwonding aan de lippen bekw-tm. De da der bleef onbekend. Ook hadden dienzelfden dag daar tvee 8-jarige schooljongens een hooggaai.de ïu- zte, waarbij de een den ander e^n snede van 12 c.M. lang in den arm toebracht.. De politie te Giesse n-N ieu w- kerk heeft gisteren de hand gelegd op den vérkman T. K., gepasporteerd Oosteln- disch mibtair, den verinoedelijkcn dader van de vele diefstallen, die daar den laatsten tijd herhaaldelijk voorvielen. Gisternacht is op het hulp- posrtkantoor te Muiderberg ingebroken. De dief is door het raam naar binnenge komen en heeft een kast, die in het kan toor stond, opengebroken en daaruit ont vreemd een waarde van ongeveer f 15C aan postzegels on geld. De dader is onbe kend. Zondagmiddag zijnaan Let strand, even voorbij het fort Kijkduin, te Helder bij het baden twee knapen verdron ken. De een was 15, de ander 16 jaar oud. Zij hadden zich te ver in zee begeven en werden toen door den zwaren stroom van. dc Joopende eb gegrepen. Kort daarna werden zij opgehaald en aan wal ge bracht. Op de meer dan duizend menschen, die met het mooie weer aan het strand vertoefden, maakte dit ongeluk een diepen indruk. De namen der omgeko menen* zijn G. Bak cn J. Kok. Naar h et huis van bewaring te Middelburg is overgebracht een 22-jarige arbeider uit Eode, een dorp aan de Bel gische grens, die vernacht wordt van een poging tot doodslag op een vrouw, gepleegd, door middel van een revolverschot. De vrouw werd niet geraakt. Te Scheulde r-W ij 1 r e (L.) is de landbouwer Stassen, die bezig wag met het bergen van tarwe, van een aanzienlijke hoogte gevallen, 's Avonds is hij na een he vig lijden overleden. Y o 1 g e n 8 een telegram uit New-York is de lueh'tschipper Benjamin Prince Zaterdag om het leven gekomen. Hij steeg uit Asbury Park met een lucht ballon op en sprong op 1500 M. hoogte aan een valscherm in de lucht, maar hij raakte op een of andere manier het valscherm kwijt en viel te pletter. Hij kwam eerst op een boom neer, waarvan hij een zwaren tak afbrak als ware het een twijg. Deoverstroomingin Japan. Volgens berichten van gisteren zijn de over stroomingen toenemende. Tienduizenden menschen zijn dakloos en zoeken een toe vlucht in tempels en scholen. Hun toestand is diep treurig. Taüloozen zijn blootgesteld aan regen en honger, daar er geen booten genoeg zijn om de menschen te bezoeken. Het water in de rivier Soemida was Zon dag zoo hoog gestegen dat het bijna over de bruggen liep, doch men vernachtte dat 's nachts het hoogtepunt, zou bereikt, wor den. Een van de drie gewichtigste dijken, die Tokio beschermen, is gebarsten. In het laag gedeelte van Toldo stonden, gelijk Reu ter meldde, Vrijdag reeds 30,000 huizen on der water. Ails alle drie de dijken mochten bezwijken, dan wordt half Tokio over stroomd. Op dp bedreigde punten zijn troe pen samengetrokken. Het Karoeisawa- hotel, waarin vele vreemdelingen plegen te vertoeven, is ingestort. Er zijn echter geen menschen bij omgekomen. In Jokohama is het Hakone-hotel wegge spoeld. Vijftien logeergasten worden ver mist. De spoorweggemeenschap tusschen Kobe en Tokio is verbroken. De post- en telegraafdienst is in het be- drijvigste deel van het land volkomen ont redderd. Uit een van regeeringswego ingesteld onderzoek is gebleken dat ten gevolge van de overstroomingen 1112 personen bet le ven hebben verloren en er nog 3953 vermist worden. Tal van huizen zijn weggespoeld, zoodat duizenden beroofd zijn van hun onderdak en aangewezen zijn op de publieko onder steuning. Bij Kou. besluit zijn, met ingang van 15 Augustus 1910, benoemd: a. bij het wapen der inf., bij liet 3de re giment: tot kapt., de lsteduit. M. J. La- gerweij, van het 9de reg.tot lsten-luit., de 2ue luit. L. K. van Loon, van het korps bij het 3de reg.: tot Isten-luit. de 2de. ■luit. A. Go vers, van het korps; bij het 8st© reg.tot kapitein, d© 1ste luit. A. M. C. Seeuwen, adjudant bij het 9de regiment; bij het lOdo reg. tot kapitein, de 1ste- luit. N. G. van Gemert, van het regiment grenadiers en jagers; b. bij het wapen der koninklijke mare chaussee bij ziin tegenwoordige divisie, tot kapi tein, de Iste-Juit. H. J. Meijboom, van de lste divisie; W. C. Schimmel en J. J. Wester, respec tievelijk directeur en leeraar aan rs Rijks Veeartsenijschooil te Utrecht benoemd tot vertegenwoordigers der Nederlandscbe Re geering bij de inwijding der nieuwe Rijks- Veeartsenijsclicol in België in de maand Augustus 1910; voor den tijd van drie jaren, ingaande den IGden September a.s., gedetacheerd bij het leger in Nederland, de lste-luit. der inf. W. J. Lucardie, thans korps-adjudant bij de koloniale reserve, en de lste luit. der artillerie M. Boerstra, beiden van het leger in Ned.-Indië. RECLA3IKS, ft 40 Conta por regel. ©streopto- Qck.ar&eld© gharatong;- Apna ure- en „Hennoberg e Zijde" in alle pre zen. Franco en vrfj van invoer rechten thuis. Mon- stora omgaand. Zijdenfabrikant Eüriela (K. u. K. Hofl.). 1403 8 £Dg braad op de BrusseSsche tantooRstelSing. Uit de ontvangen telegrammen blijkt, dat de brand aan hoeveel verwachtingen hij ook den bodem heeft ingeslagen, toch niet dien omvang heeft gekregen, als velen aanvan kelijk hadden gevreesd. Wel zijn tallooze schatten van kunst en nijverheid vernield, wel is er ontzaglijke schade aangericht, maar men is er toch nog in geslaagd een gedeelte te redden. Vreesde men in het begin, dat het vuur niet te be dwingen zou zijn on de gebeele tentoon stelling in vlammen zou opgaan de eer ste telegrammen waren in dit opzicht hoogst verontrustend later, toen men het ge beurde kon overzien, bleek dat de afdeelin- gen in de internationale galerij (Oosten rijk, Rusland, Denemarken, Noorwegen, Amerika, Japan, Turkije en Zwitserland) in het geheel niet geleden hadden. Eu men deelt nu ook nog mede, dat een gedeelte van de Fransche expositie gespaard bleef. De Nederlandsche afdeeling heeft in Let geheel niet geleden, zelfs geen waterschade. Van het Ncderlandsch commissariaat-gene raal voor de Brusselsche tentoonstelling weTd daaromtrent nog Let volgende tele gram uit Brussel ontvangen: „Nederlandsch paviljoen en Nederland sche afdeeling machinegalerij geen schade." De brand bereikte het Hollandsch pavil joen niet dank zij het gebruik van dyna miet, waardoor het voortwoeden van het vuur werd belet en het aanhoudend pre servatief besproeien van het GrooLNeder- landsoh klein paviljoen. In tegenspraak met do mededeelingen» die uit Brussel aan verschillende bladen waren geseind, blijkt nu ook nog, dat de processen-verbaal van de jury gespaard bleven, zoodat de bekroonde exposanten ten minste de hun toekomende bekroningen nog zullen ontvangen. De tentoonstelling zal, volgens de berich ten, geopend blijven. Door decoraties zal men de sporen van den brand trachten te bedekken en zij, die tob dusverre nog niet in de gelegenheid waren de te Brussel bij eengebrachte schatten in ©ogenschouw té nemen, zullen nu althans de overblijfselen nog kunnen zien, van wat nog kort geleden zulk een keurig gehee] uitmaakte. Eén in richting echter en wel juist die, welke ziek. in het talrijkste bezoek mocht verheugen, de Brusselsche kermis n.J., is geheel on a-1 ver meld; daarvoor zal een andere attractie in de plaats moeten worden gesteld. Maar hoe de vernielde kunstschatten te vervangen, wier waarde onberekenbaar was? Gabriel Faure, de kabinets-chef van den Franschen staatssecretaris voor Schoone Kunsten Dujardin-Beaumetz, verklaarde, dat de vernieling van het Fransche pavil joen een onmetelijk artistiek verlies zou zijn. Er hingen acht kostbare, echte gobe lins, terwijl de afdeeling sciiilderijen onge veer 300 doeken bevatte. Aan marmer wer ken waren er niet minder can 20 beelden groepen, enz. waarbij enkele Rodins. Ongetwijfeld was dit alles, tot het kleinste voorwerp, verzekerd. Maar de brand van het Fransche paviljoen zou er niet minder een onherstelbare ramp om zijn, zoo be ëindigde Faure zijn verklaring. Dat er niet honderden slachtoffers te be treuren zijn, ligt hieraan, dat de brand tegen 9 uren uitbrak, terwijl alle gebouwen en paviljoens reeds om 6 uren gesloten wor den, zocrdat het aanwezige publiek alleen neg maar in en vóór de restaurants en kof fiehuizen, en in de inrichtingen van open bare vermakelijkheden kan zitten. Toch blijft het verbazend, dat er, voor zoover thans bekend is, niet of slechts zeer weinig slachtoffers zijn gevallen, daar de licht-en-dichte huisjes in „BruxeUes ker- messe" stampvol bezoekers waren, en de vlammen bijna oogenblikkolijk dit brand bare goedje aantastten. De menschen, die zich in het tentoonstel lingspark ophielden, er waren dien avond ruim 150.000 bezoekers staken hun para- pluie boven hun hoofd op, of bedekten hun hoofd met mantels, doeken of sjaals, om zich te beschermen tegen de rondvliegende vonken en stukken hout. Om halftien was de hitte, van de branden de gebouwen afkomstig, zoo geweldig, dat de menschen* die honderd meter verder stonden, den heeten gloed in hetegelaat voelden. Voor sommige gebouwen liepen klagend en handenwringend inzenders heen en weer, die hun inzendingen niet verzekerd hadden. Een oorrespondent van het „Berl. Tage- blatt" sprak een kleinen Belgischen fabri kant, die uit zuinigheid niet verzekerd was, en te vertellen wist, dat velen zijner col lega's even onvoorzichtig waren geweest. Het donderend ineenstorten der verkool de balken en aakspanten was op een halfuur afstand per tram duidelijk hoorbaar. De vonkenregen was de grootste oorzaak van de zoo snelle uitbreiding van den, brand. Om elf uren vielen de vonken tofc^ ver in de stad, op menschen, die vluchtteU; eveneens onder opgestoken regenschermen.- Toen de brand uitbrak, was in de feestzaal- een tuinfeest aan den gang. Meer dan 3000 gymnasten voerden oefeningen uit voor eert stampvolle zaal. Er brak een begin van paniek uit bij 'tïj vernemen van de ramp. De voorz. stelde het publiek gerust, en verzocht het orkest, dé Braban$onne te spelen, tepwijl de zaal ont- ruimd werd. Zoo "werd groot onheil ver* meden., Alle gekwetsten maken het goed. Het ergst is het gesteld met een electn- cien, die van een hoogte van 10 mei-er stortte. De brandkast van de vereenigde diamant handelaren heeft weerstand geboden. De vereeniging vraagt, haar tentoonstelling wo-i der te mogen oprichten in het paviljoen der stad Brussel. Dit zal t-oegestaan worden als de vorzekeringmaatschappijen geen t^; hooge eischen stellen. Slechts negen huizen werden mede ecif prooi der vlammen. Het gerechtelijk onderzoek is met ijver aangevat. Voor den rechter van instructie verklaarde een waker, dat hij eerst een dra perie in vlammen zag in de afdeeling der Belgische naainijverheid. Voor hij de vlam men bereiken kon, hadden ze reeds ver om zich heen gegrepen. Natuurlijk wil het uitvoerend comité den brand niet gaarne aan electrische kortslui ting toegeschreven zien. „Mijnheer Alfonso, het is hier zoo lekker onder de boomen, zoudt u nu niet uw trom pet willen halen om voor ons te spelen? Dan zouden wij kunnen dansen." Alfonso schudde rijn hoofd. „Neen, beste kind, ik kan niet spelen." „O, wat een huichelaar „Toe oom", zei een andere stem. „We weten allemaal, dat u vroeger bij de regi- mentsmuziek bent geweest." „En dat u de beste speler van het korps was." „Een wals, mijnheer." „Neen, oom, een polka! Wij..." „Onze nationale dans, een fandango". „Het spijt me, vrienden, maar ik kan niet spelen. Ik kan het werkelijk niet." „Zelfs niet voor uw nichtje, oom?" „Om 's hemels wil, laat me met rust 1 Ik kan niet spelen, omdat ik niet meer weet hoe ik het doen moet. En bovendien heb ik aan het lijk van mijn liefsten vriend gezwo ren, dat ik nimmer meer zal spelen. O", voegde hij or peinzend aan toe: „Je moest eens weten wat een inspanning het me ge kost heeft, trompet te leeren blazen". „Een verhaal", riepen de ouderen van het gezelschap. „Laat dien dans nu maar rusten en vertel ons die geschiedenis, Al fonso." „Het is inderdaad, een verhaal", zei Alfon so. „Luister maar eens, dan zul je me nooit meer vragen trompet te blazen.. Het was ongeveer in 1836 of 1837 en de burgeroorlog, die. Spanje bijna tot onder gang bracht, was op rijn toppunt. Ik was onder-luitenant in een cavalerie regiment en mijn beste vriend in dezelfde compagnie was Ramon Gomez. Ramon kon het nooit vinden met den be velhebber van onze troep, Alvarez; een van die verwaande, blufferige officieren van de oude school. Commandant Alvarez haatte omgekeerd Ramon ook, en deze vormde eindelijk het plan om te desertee- ren. Mijn bedreigingen en smeekbeden hadden geen invloed op hem. In ieder ge val zouden toen de meeste menschen d© daad niet als een ernstig misdrijf hebben aangemerkt, want het beteelfende eenvou dig, dat hij, in plaats van tegen zijn broe ders, tegen zijn neven ging vechten, zóó sterk waren gebeele families toen verdeeld van moening. Wij hadden een punt bereikt ongeveer drie mijl of zoo van de posten van den vijand. U moet wel bedenken, dat bet geen hoogstaande oorlogsvoering was. Wij had den twee of drie ouderwetsche kanonnen; de mannen waren gewapend met minstens zes verschillende soorten van geweren; on niet óén van ons had in de laatste weken soldij ontvangen. Op zekeren nacht ontwaakte ik doordat Ramon in mijn tent kwam. „Vaarwel", zei hij, mij aanstootencL „Je gaat toch nog niet weg?" vroeg ik slaperig. „Ik vertrek dadelijk", antwoordde hij. „Waarschijnlijk zal er morgen een groote slag zijn." „Dat zal er", zei ik. *We kunnen nu nog goede vrienden zijn; we kunnen elkaar de hand drukken zoo lang we er gelegen heid toe hebben. En morgen moge de beste partij winnen!" „Roem eindigt in rook, beste kerel. Ik heb een voorgevoel, dat geen van ons Let zal overleven. Maar vóór ik sterf, wil ik één ding doen." „En dat is?" vroeg ik. „Alvarez met eigen hand dooden Wij namen hartelijk afscheid, en Ramon verdween in de duisternis. Zooa-ls we verwachtten, viel de vijand ons den volgenden dag aan. De aLag duurde van twee uren 'a middags tot laat in den avond. Ongeveer zos uren werd onze compagnie aangevallen door een groep Gardisten, aan gevoerd door Ramon, die nu de uniform van commandant droeg. Wij behielden de overhand* én Ramon en zijn mannen moesten de vlucht nemen; maar niet vóór Lij zelf commandant Alva rez had doodgeschoten. Later op den avond keerde het gevecht zich tegen ons, en werd ik met een klein deel van onze compagnie gevangengeno men. Wdj werden naar het dorpje Blanca Villa gebracht, waar wij onmiddellijk daar na zouden worden doodgeschoten. Er werd in die dagen geen genade ge schonken. Eindelijk kwam de morgen. Een priester verscheen in de kamer, waar ik met negen en twintig van mijn manschappen was opgesloten. „Dood?"- riep ik uit, toen den eer waarde zag. „Ja", antwoordde hij zacht. *Maar eerst over drie uren. Dan zult u worden dood geschoten." Ik dacht slechts aan Ramon. Zij trokken mij de officiersuniform uit, en ik moest een oude jas aandoen vóór ik naar de plaats van terechtstelling werd ge leid. Daarna werd ik met mijn negen en twin tig soldaten naar de dorpsweide gebracht Op het laatste oogenblik kreeg een dor soldaten genade. Hij was een trompetter, en de Carlisten hadden de gewoonte aan genomen om alle muzikanten vrij te la ten. Zij hadden er erg weinig in hun eigen geleden en do muziekkorpsen waren zeer noodig, om het landvolk in opgewekte Stemming te houden. Ik bedacht, dat, als ik een musicus op een of andere manier was geweest, ik in het leven zou worden gelaten, natuurlijk op de gewone voorwaarde van mij bij den vijand aan te sluiten. Maar ik wist niets van muziek. "Wij werden in een Loop opeengedrongen en geblinddoekt. Ik had uitgerekend, dat ik de elfde man zou rijn, die zou worden doodgeschoten. Ik dacht aan mijn vrouw en mijn doch tertje en aan Ramon. Het schieten begon. Ik probeerde de schoten te tellen om zoo te weten, wanneer de beurt aan mij was; maar het draaide in mijn hoofd, ik raakte den tel kwijt, en kon mij slechts met moei te overeind houden. Ik zal nimmer het geluid van dat schie ten vergeten, nimmer. „Nu is het mijn beurt", dacht ik. Maar de geweren knalden en ik werd niet weggehaald^ „Dan zal het de volgende maal zijn", dacht ik. Iemand pakte me bij de schouders. Ik hoorde stemmen haastig sprekenhet be-, vel om te vuren klonk, en ik vicL Ik voelde niets, maar ik „dacht", dat ik was doodgeschoten. Ik opende mijn oogen. Ik kon niets zien. Ik hief mijn hand op om te voelen of ik nog geblinddoekt was,: maar ik raakte mijn bloote oog aan. Een klok sloeg negen uren. Ik begreep, dat het avond was, en dat ik in een don kere kamer lag. Een schaduw boog zich over me heen. „De anderen, waar zijn die?" vroeg ik, verbaasd over het geluid van mijn eigen stem. „Begraven!" klonk het antwoord. Het was Ramon. „Zooals je weet", zei Ramon, „heb ik" gistermiddag Alvarez gedood. Ik was ge wroken, maar ik bleef vechten tot midder nacht. De maan kwam op en ik vroeg me af waar jij kondt zijn. Ik haastte me naar. de kapel, maar vond je natuurlijk niet. Ik.' wachtte echter en viel van vermoeidheid in slaap. Het geluid van schieten deed me verschrikt ontwaken. Eerst toen kwam de gedachte in me op, dat jij onder de gevan genen kon zijn. Ik rende naar de plaats van terechtstelling. Nog twee mannen moesten worden doodgeschoten, en dan was Jhet jouw beurt. Het duizelde ine. Ik liep naar voren en trok je weg. tSlot volgt).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 6