No. 15483 XjEÏDSCHDAGBLAD, Zaterdag1 13 August as. Tweede Blad. Anno 1910, De Soordwijksche Strandkwestio. Finaneieele Causerie. FEUILLETON. De gescheiden vronw. ii. Zooals we in het eerste artikel hebben ge- kegd is Noordwijk-aan-Zee in de laatste {vijfentwintig jaar aJs badplaats opgeko men. De heer Bussink, vertegenwoordiger yan de erven W. H. van Konijnenburg, üeelde ons mede dat een veertigtal jaren geleden dezo familie met een viertal bad koetsjes was begonnen. Zij koos daarvoor natuurlijk dit gedeelte van het strand, dat ,voor het bekende hotel lag. Men moet den louden, aan het Noordwijksche strand wel bekenden Piet Bedijn, badman bij uitne mendheid, daarvoor maar eens aanklam pen. Hij kan er alles van vertellen. Langza merhand ontwikkelde zich het bad bedrijf, er kwamen andere ondernemers bij en de ge meente die van het Rijk ds> beschikking over het strand had verkregen, hief een strand recht van f 1.25 per badkoets en f 0.50 per stoel voor het geheele badseizoen. Wat de plaatsing betrof, hierbij gold het in dezen jiiet onbillijke ancionnibeitsrechtde plaats, 'die door de exploitanten van het badbedrijf 'eenmaal was ingenomen, bleven zij elk jaar behouden. Voor nieuw beginnenden was dit evenwel ,nïet aangenaam. De meest voor de hanu liggende terreinen hielden de oude exploi tanten, die uit den aard der zaak bij de ■badgasten werden voorgetrokken en het meest vertrouwd, zoodat het eindelijk in derdaad moeilijk werd voor nieuwelingen om er boven op te komen. In de laatste jaren kwam de heer Yink, wiens naam an de strandkwestie nogal eens op den voorgrond wordt gebracht, badstoe len ©xploiteeren en hij plaatste dezo wille keurig vaak aan dat gedeelte 'van het strand, dat voor het badbedrijf van de er ven Van Konijnenburg, enz., werd ge bruikt. Dezo Yink scheen echter zijn bedrijf uit breiding te willen geven door ook badkoet sen te exploiteeren, iets wat te begrijpen en te billijken was. Wie wil er in de wereld niet vooruitkomen 1 Mocht hij voor deze uit breiding het benoodigde kapitaal al niet hebben, hij hoopte wel te zullen worden, ge holpen en mensohen met kapitaal,, die het .wilden 'doen,, deden daarmede zeker een goed werk. Nu geiooven wij uit de door ons van ver schillend© zijden verkregen inlichtingen te kunnen zeggen dat dit de aanleiding is ge- jworden van de tegenwoordig© strandkwestie. Door de andere ondernemers van het bad bedrijf werd Yink geduld zoolang hij alleen badstoelen exploiteerde, begon hij ook met badkoetsen dan wenschten ze hem niet langer op hun terrein te hebben. Nu wilde het toeval want het zal wel 'toevallig zijn dat alle ondernemers pro testant waren en de beginneling Yink ■Katholiek. De Katholieken althans, zoo was de in druk, dien wij uit de verschillende gesprek ken met de Noordwijkers kregen, meenden dat men met Vink ook den Katholiek uit het badbedrijf wilde weren. In Protestant- eohe kringen in Noordwijk-aan-Zee daaren tegen heerscht de meerling dat men met den heer Yink den Katholieken vasten voet wil de geven aan het strand. Eerst een paar koetsjes, straks meet en dan langzamer hand ons verdringen, aldus sprak een pro- testantsch Noordwijk-aan-Zeeër. De Protestantsche invloed, die in Noord- wijk-Binnen niet meer bestaat, moest ook hier gebroken worden in Noordwijk-aam Zee, zoo meendej men er. Men ging zoover te geiooven, dat {het Katholiek Dag. Bestuur daartoe zijn in vloed aanwendde. De heer Bussink o a. had dien indruk ge kregen uit hetgeen de wethouder Alkemade als loco-burgemeester jhem ten aanzien van een deel van het door de erven Yan Konij nenburg geëxploiteerde strand ffaft vódrge.-.. steld. De jheer Alkemade konden wy niet te spreken krijgen, maar zijn collega -Yan -der" Meer, eveneens Katholiek,, verklaarde ons Eeer beslist, dat van zijn kant van protec tie van Vink niets aan was. Toen de voor stellen tot strandverpachting reeds in staat van wijzen waren, wist hij; nog niet eens,, dat Yink voornemens was badkoetsen te exploiteeren. Zeer toevallig hoorde hij het te Oegstgeest van een wagenmaker, waar deze badkoetsen had besteld. Yan zijn kant zag hij in jhet oorspronke lijk verpachtingsvoorstel om alleen pach ters toe te laten* die minstens 30 badkoet sen exploiteerden, hij nader inzien^ een be vlekte poging om den katholieken Yink te weren. Dat de Wethouders van een adres van Yink aan den Gemeenteraad om een gedeelte strand te pachten, zoo langen tijd onkundig bleven, bracht hij ook (hiermede in verband. De heer Wilhelm Tappenbeek, hoewel verklarende zich boven de partijen te stel len en noch voorliefde te hebben voor het Protestantisme, noch voor het Katholicis me, zag toch ook in alles een streven van de Katholieken om in Noordwijk-aan-Zee terrein te winnen. De burgemeester, die als officieel persoon zich hierover niet wilde uitlaten, zooals hij trouwens in de geheele kwestie verwees naar hetgeen hij in openbare raadsvergade ringen er over had gezegd, heeft in de ver gadering van den Noordwijksch.cn gemeen teraad van 17 Juni onomwonden verklaard dat in de vergaderingen van 't Dag. Bestuur althans geloof en politiek er steeds buiten zijn gebleven. „Ik heb thans het voorrecht" aldus sprak hij „twee jaren aan het hoofd de zer gemeente te staan, en heb in dien tijd 70 vergaderingen van het Dageliiksch Be stuur geleid. Als ik zeer matig reken, zijn in die 70 vergaderingen 700 besluiten geno men en men kan wel nagaan dat zij niet allen met eenparigheid genomen zijn. Nooit is hierbij echter een geloofs- of politieke be schouwing of beweegreden bij te pas geko men en steeds was het gemeentebelang de eenige drijfveer. Een ander, in dit geval ook min of meer officieel persoon, wiens naam wij echter niet de vrijheid hebben te noemen, uit de katho lieke partij gaf als zijn overtuiging te ken nen dat van* hun kant althans het geloof geheel buiten de kwestie stond. Wij beslissen hier niet. Wij zijn als bui tenstaanders te wecnig met de Noordwijk sche toestanden bekend om er over te oor- deelen, al blijft het ook voor hen, die mid den in do kwestie staan, moeilijk de in nerlijke roerselen van iemands handelen en streven te leeren kennen. Maar ter kenschetsing van den in de Noordwijken heerschenden geest meenden wij een en ander niet te mogen achterwege laten. Het maakt in ieder geval een vreed zame oplossing moeilijk als van weerskan ten achter woorden en daden van anderen bijbedoelingen worden gezocht. Hoe nu echter, zijn B. en Ws., afgeschei den van alle veronderstelde bijoogmerken* tot het voorstel der strandverpachting ge komen"? Het is ons uit het onderhoud, dat wij met verschillende personen hadden, niet duidelijk geworden. Financieel voordeel werd met de nieuwe regeling niet beoogd, zeide d© voorzitter. Evengoed had men immers het bestaande strandrecht kunnen verhoogen. Was het om meerdere billijkheid te be trachten en vrije concurrentie op het strand te doen zegevieren? Maar dan was het oorspronkelijke voor stel van B. en Ws., waarbij een maximum van 30 koetsen werd vereischt, toch niet zoo aanbevelenswaardig. Want het mocht ver ondersteld worden dat slechts weinigen in staat zouden zijn zoo maar ineens met minstens 30 koetsen „in zee te gaan". Men sloot, dit moet den heer dr. Kervel worden toegegeven, den kleinen man, togenoven wien toch in de allereerste plaats billijk heid paste, van de concurrentie uit. En bovendien zou er toch cok een grond van onbillijkheid in gelegen zijn, md-ci de oude exploitanten van het badbedrijf, di6 de kwade dagen nu hebben doorgemaakt en tot" den bloei van Noordwijk-aan-Zee heb ben medegewerkt, op zeer hooge kosten, „.eerden gejaagd of hun het sinds jaren gebruikte strand werd ontnomen. Een duur strand zou wel meer geld in de gemeentekas brengen, maar indirect kon het de badplaats schaden, doordat men. het meerdere alliciht ging verhalen op de bad gasten. De verpachting zx>u dan gelijken op ftet slachten van de kip, die gouden eieren legt. Het verpachten van het strand voof hoogstens vijf jaren werkt zooals wij vernamen al reeds niet gunstig op de ontwikkeling van het badbedrijf. Men durft niet flink doorzetten omdat men niet de zekerheid Iheeft bij een volgcndö verpachting hetzelfde of evenveel strand te kunnen krijgen. Dan zou men een tijdvak van 10 of 15 jaar moeten nen^en. Wij denken voor het naaste dat het in 1908 ingediend adres van P. Bedijn, en dat de erven W. H. Konijnenburg om een bepaald daarin aangeduid gedeelte van het strand voor een aantal jaren te huren er aanleiding toe hebben gegeven, dat B. en Ws. over openbare verpacjhting zijn gaan denken. Het bovengenoemde adres van Yink heeft hen in dit gevoelen versterkt, terwijl de regeling van het strandbedrijf t6 Zandvoort ten slotte hen als een navolgens waardig voorbeeld voor de oogen heeft ge staan. En in den Raad rijn er geen bezwaren tegen aangevoerd. Allen erkenden blijk baar de billijkheid eener openbare ver pachting. Wij woonden de vergadering bij, waarin het eerste voorstel werd aangeboden, en vernamen uit den boezem van den Raad. geen enkel principieel bezwaar. De z.g. kantledcn, belanghebbenden uit Noordwijk-aa-n-Zee, die deze vergadering ook bijwoonden, hadden bezwaren te over. En we dachten toen: wat zou het goed zijn dat ook in den Raad zelf eens stemmen der tegenstanders weerklonken. Hadden B. en Ws. en de Raad vooruit ge weten dat de strandverordeniDg zooveel stof eou opjagen en zoodanig© booze demonen oproepen als is geschied, zij zouden onge twijfeld zich nog wel eens beraden hebben voor zij haar hadden vastgesteld. Wij zullen in ons volgend artikel de nieu we strandverordening, de verpachting, en de rumor in casa er door verwekt, eens wat van naderbij bezien. Er valt ditmaal melding te maken van. belangrijk nieuws op meer dan één gebied. Maandag j.l. werd te Washington door 't Landbouw-Bureau gepubliceerd het offi- cioele rapport omtrent d©n oogst. Daaruit blijkt dat de Mais sedert een maand ge leden vrij' sterk to lijden heeft gehad. Im mers wordt de opbrengst goraaind op 2,897,758.000 bushels tegen 3,114,466,000 bushels verleden maand en een definitieve opbrengst van 2,772,376.000 bushels 't vo rige jaar. Een scherpe achteruitgang dus tegen de raming van een' maand geleden, wat niet' wegneemt," dat de huidige raming tocli altijd nog 125,382,000 bushels blijft boven de definitieve opbrengst van verleden jaar. Do totale Tarwe-opbrengst (winter- en voorj aars tarwe samen) wordt geraamd op 657,698,000 bushels tegen 625,183,000 del vorige maand en een opbrengst van 737,189,000 bushels 't vorige jaar. Bij een verbetering tegen de training der vorige maand, blijft do huidige raming 79,491.000 bushels ten achter bij de definitieve op brengst van verleden jaar. De meerdere op brengst van Maïs weegt, in contanten uit gedrukt, zoowat op tegen de mindere op brengst van Tarwe. Ofschoon wc thans nog maar enkele weken van den oogst af zijn, karï er intusschen nog wel verandering ko- ïnen ten goede of ten kwade. De kwaliteit der Tarwe wordt zeer geroemd. Voorts werden we vergast op de Kopor- statistiek over de maand Juli. De voor raden 170,641,000 pond wijzen een toenam1© aan van 2,254,000 pond. De productie ver minderde met 8,849,000 pond tot 118,370,000 pondde leveringen namen af met 3,143,000 pond tot 116,115,000 pond. Het verdient de aandacht dat de voorraden nog gem l1/* maand productie bedragen. Dé geruchten om trent een combinatie van de pro du oen ten' om tot inkrimping over te gaan, houden' aan. Het valt nog altijd moeilijk te be grijpen waarom men de oplossing der kwsstie 2oeki w'aaï' zé niet te vinden is. Inkirbmi- ping der productie is een kunstmiddel om den prijs van 't ïnietaal te doen stijgen, waar van echt*» 't natuurlijke gevolg is, dat ialjnetn, dié reeds lang 't bijltje er hij neer gelegd hebben omdat ze niet rendeenen' bij dezfe prijzen en die dus ook niet tot deze oombinatie zijn toegetreden, zoodra de prijs op eon niveau! komt, waarop ontginning door hen weer kan worden aangevangen, gretig van de gelegenheid, zullen gebruik knaken en 'zoodoende de productie zullen' doen toenemen. Een betere oplossing schijnt nog altijd don prijs aan zijn lot over te laten; hoe lager dezo gaat, hoe meer mijnen moeten sluiten en hoe groot-er 't verbruik wordt van, en de vraag naar 't metaal. £)at do mijnen, die tegen lagen prijs kunnen produceeren, zooals Utah Copper en Nevada Consolidated op i 8 cents per pond, 'tbest varen bij die politiek, blijkt wel uit 't feit, dat bedden hun productie geregeld door yesrkoopen tegen den prijs van 't oogcnblik. De Canadian Pacific heeft een lialfjaar- lijksch dividend aangekondigd van 31/* pCt en Vs pCt, extra uit land verkoop en. De Union en Southern Pacific verklaarden de ge wone kvartaalsdividendcn van 2l/e en 1V2 pCt. respectievelijk. De jaarcijfers der,' laatste twee Maatschappijen zijn schitterend. Southern Pacific verdiende 14,501,000 doll, "moer bruto en 6,300,000 doll, meer notto. Union Pacific li,478,000 doll, meer bruto én 1,794,000 doll, meer netto, waarbij valt op te merken dat Union Pacific groot aan- doelhoudster is van Southern Pacifio. In- tusschen zijn dezo cijfers oude historie, om dat 't boekjaar loopt tot 30 Juni dezes jaars. Ten einde do vrachttarieven verhoogd te zion, zal men de nelto's wel sterk doen inkrimpen. Intusschen zal dit wel van tij delijke® aard zijn, daar een redelijke ver hooging der tarieven vrijwel zeker is. De maandstaat der Sted Corporation be treffende de onuilgevoerde orders was niet erg opwekkend. Hij toont oen afname van 287.000 tons tot 3,971,000 tons aan. Dat is 't laagste cijfer sedert Maart 1909. Ziedaar wel zoo wat 't voornaamsto nieuws, dat de week bracht. Over 't alge meen zeker niet ongunstig. Een donker punt is de politiek, do meest onberekenbare van alle factoren en daarom do gevaarlijkste Wat voert Teddy uit? In do „outlook", die door hem, in gemeenschap met twee an deren wordt geredigeerd, heet 't, dat de? a.s. verkiezingen- niet zuilen beslissen om trent de kwestie of de Republikeinen of d© Democraten moeten winnen; ook niet of de in- on uitvoerrechten moeten worden be houden of verlaagd. Het zou ditmaal gaan om de vraag of 't land moet geregeerd worden door enkele rijkaards of door 't volk, door do oligarchie of door de democratie! Waarlijk oen grootsch planDe vraag is echter of 't volk rijp is voor do revolutie* en -of da oliegarchie zich maar zoo voetstoots zal laton afdanken. De macht van 't kapi taal is zoo ontzettend groot in de Staten' en de aanbidding van 't gouden kalf zoo danig doorgedrongen in *t karakter van heel 't volk, dat 't nobele plan van Teddy wel niet zoo één, twee, drte, in vervulling zal gaan. Wil men inderdaad beweren, dat de spoorwegen publiek eigendom zijn, dan is er slechts een weg: annexatie door den Staat. Maar in dat geval is er evenveel belang voor do politici van 't Roosevelt „genus" om den to betalen prijs zoo la-ag mogelijk te bodingen, als voor de magnaten om dien zoo hoog mogelijk te stellen. En men kan geredelijk aannemen, dat er nog heel wat tijd van politieke agitatie noodig zal zijn, om de sterke veste dor magnaten voldoend© te verzwakken a.ls dit zelfs mogelijk is. Bovendien is 't vrijwel z?ker, dat annexatie der spoorwegen niet wordt ge- wenscht door de Regeering. Is 't doel al leen om wettelijke bepalingen te maken,, waardoor de exploitatie der spoorwegen op zoodanige wijze ten bate geschiede van t publiek, als bijv. in Engeland, dan is daar niets tegen. Maar 't denkende deel der natie is te zeer overtuigd van 't feit, dat do voorspoed der sporen be beekent don voor spoed van handel en industrie, dus van 't geheele land, dan dat de Roosevelt politiek kans heeft van een leien dakje te gaan. Summa summarum geiooven wij overigens, dat de marlet dermate is gezuiverd, dat een rijzing veel waarschijnlijker is, dan een 'daling, 't Is te hope®, dat mén zdcli daarbij Iniet aan excessen' zal schuldig maken', noch vrat betreft snelheidnoch wat betreft hoogte. Trouwens Ook daarvoor is to mim der kans, nxf een wilde kauseebeweging al licht tot ongewenschte toestanden zou kun-, nem aanleiding geven op da geldmarkt^ Zonder excessen in die richting mag men, wel aannemen, dab do voorbehoedmiddelen, die mén in toepassing gebracht heeft, ons dezen herfst zond-er moeilijkheden op do geldmarkt zullen doen doorleven. Do kalmere houding der Amerikaansché markt heeft allo and-e.ro markten gunstig geïnfluenceerd, 't Best is dit zichtbaar te Londen, waar de speciaal daar verhandelde waardon, zooals Kaffirs en Rhodesions, En- gelscke en Canadeescho sporen van een goede tendenz blijk geven, daarin geholpen door voortdurend goedkoop geld en de betaling van oen bedrag van 4,000,000 pd. sb., in di videnden op Kaffirs alléén. Do opbrengst der mijnen over Juli wijst opnieuw een record aan. Het duro geld ten onzent schijnt einde lijk de laatste dagen zijner regeering te ge- moet te gaan. Woensdag werd 100,000 pd. st. en Donderdag 50,000 pd. st. in baren goud uit Engeland betrokken en Maandag volgt waarschijnlijk meer. Ware 't niet, dat onze Bank zich aan allerlei verouderde gebrui ken vastklampt, dau zou ons land niet zoo lang onder den druk van 't dure geld ge zwoegd hebben. De Nederlandse he Bank noemt alleen baren, die hoogstens 12,6 K.G. wegen, terwijl het maximum gewicht dor Engelsche Bank is 12,75 K.G. Nu is de moeilijkheid om in Engeland baren to bo rn acli ti geil, die minstens 0.15 K.G. minder wegen dan dö meest courante soort, dio 123/i K.G. weegt. Vandaar dat, hoewel do prijs, waarop do Engelsche Bank goud in baren afgeeft zoodanig is, dat da invoer bij 12061206Vi loon end is, tot nu toe slechts mondjesmaat js overgezondenMen. kan eenvoudig niet de vcreischto gewichten la-ij gen. Het importeeren van zwaardere! banen, dan onze Bank accepteert, is weer onmogelijk, omdat de transactie door 't om smolten tot 't juiste gewicht, 't opnieuw os- sayocron etc., niet loonond zou zijnGe munt metaal is slechts in to voeren bij 1204l/s 12043/4. Gelukkig, dat do Indische Bank instellingen thans den goudinvo® bevorde ren, door hun af giften van, cheque Londen, tegen suikerverschopingen uit onze Oost,, terwijl do ar bitrage-vraag grootondeels is gedokt. W. Onze Koninklijke Familie naar België. Het „Hbl. van Antw." schrijft: Men verwachtte te Brussel het bezcolc van president Fallières en van koningin Wilheimina, en ter gelegenheid van dit hoogstveraerend feit, zouden g-roote feeste lijkheden worden ingericht. Nu vernoemt men dat de zoogenaamde! „internationale protocol" of hofetiket al dia verwachtingen is komen in de war gooien. Inderdaad, de Belgische Vorsten hun eerst© bezoek aan buitonlandsche hoven gebracht hebbend te Berlijn, zoo betaamt het, zegfc men, dat het de Duitschc Keizer zij die het eerste tegenbezoek te Brussel aan onzq Vorston brengt. En daar Wilhelm II zijn aankomst te Brussel hoeft aangemeld in de maand Oc tober, zal or gee.n tijd moer oversellietemj om president Fallières of koningin Wilhol- inina te ontvangen en rond te leiden op do Wereldtentoonstelling. Zoo deze protocol naar de letter moot worde® gevolgd en president Fallicres zijn' bezoek uitstelt tot de aanstaande Lente, moeten wij hier koningin Wilheimina ca prins Hendrik niet verwachten vóór den,' zomer van 1911. j Notarieel Staatsexamen. 's-Gravenhage. Eerste gedeelte. Geslaagd do hoerenC. W. de Rochefort, Tiol; G. W. Nagtglas Boot, Wageningen; G. C. v. Nieu- wenliuizon, Maarssen; G. L. Born, Middel- haraisF. J. C. Cox, Eiudhoven. Tweede gedeelte. Geslaagd: mej. Joh. C. Tukker, Briclle; en de hoeren J. C. M. Knitel, Goes, en M. A. Verkerk, Kuilen burg. 8) „Hofraad Weser en andere geneesheeren hielden het niet voor buitengesloten." Weer kijkt zij hem smeckend aan. Hadden zijn collega's haar slechts uit me delijden een weinig hoop gelaten of.... ,;Ik zal de klerne gadeslaan," beloofde hij ontwijkend met de terughouding van den ervaren geleerde. Spoedig daarop nam hij afscheid. Bij het weggaan wierp hij een blik op hefc naamplaatje bij de voordeur: Mevrouw Iled- wig Wender. Daar stonc. het: Hedwig! Hij had het immers moeten begrijpen. En wat was er van haar geworden? Een ongelukki ge vrouw met een totaal mislukt leven. Dat komt er van, wanneer bekrompen lieden twee mensehen van elkaar scheiden, d e van Godswege bij elkaar bebooren en el kaar gelukkig kunnen maken. Onhoorbaar, op gummiraderen deze weelde veroorloofde hij zijn vermoeiden zenuwen reed hij in zijn coupé door de stille zijstraten. Wie hem op den heenweg had gezegd, dat hij voor Hedwig zou staan Hij had jarenlang nauwelijks aan haar ge dacht. Nu kon hij over dit weerzien niet heenkomenDe eerste liefde heeft iets van een plant welke altijd groen blijft voor zwaartillende naturen zoals zij en hij. Hoe was het leven voor hem veranderd sinds den dag, waarop zij, op de ijsbaan uit glijdend, zich in haar angst aan zijn mouw vastklemde en den bedeesden student Erichsen mede op den grond sleurde. Toen zij beiden geheel verlegen opstonden, stelde hij zich aan haar voor. Zij w .3, ondanks haar krachtige gestalte en haar negentien jaren, schuchter als een bakvisch en hij kreeg een kleur, wanneer hij tegen een meesje moest spreken. Ja, het begin van hun kennismaking was komisob, maar het einde was treurig. Twee onbeholpen, gesloten naturen met een ouder- wetschen rijkdom van gevoel en een treu rige jeugd, hadden elkaar gevonden. Zij be minden elkaar vol illusies en opofferende toewijding. Hij wilde voor haar werken, zij tien jaren op hem wachten en hem dienen. Het gebeurde echter anders. De rijke, be krompen bloedverwanten, die het meisje, dat vroeg wees was geworden, als kind had den aangenomen, wezen den onbemiddelden jongeling af. Hedwig schikte zioh. Haar al te nauwge zette aard veroordeelde haar uit een over dreven gevoel van dankbaarheid tot blinde onderwerping. En hij Hij was nu een geneesheer met een druk ke praktijk, maar nog altijd niet getrouwd. Niet omdat hij de „een", die hij gaarne had gehad, niet kon vergeten. O neenEen man van zijn leeftijd met een interessant beroep, velerlei indrukken en zware plich ten, kon zich niet met sentimentaliteiten ophouden. Maar hem beviel geen andere; dat was het. De meisjes waren hem te mo dern met haar luchtige levensopvatting. Aldus werd hij als jonggezel steeds zwaar- tillender. De vrouwen beschouwden hem in 't geheel niet meer als een huwelijkscandi- daat. Yan allen* die hij kende, wenschte hij rioh geen enkele tot gezelschap, als hij zich eenzaam en gedrukt ge oolde. Zal hij bij zijn eerstvolgend bezoek weten dat ik een gescheiden vrouw ben'? Die vraag kwelde mevrouw Hedwig bo ven alle andere. Zij kende Erichsens op vatting. Zou hij een steen op haar wer pen, omdat zij de gemeenschap met een man, dien zij had leeren verachten, n:et langer had kunnen verdrag m? Zij sloeg hem, toen hij terugkwam, wan trouwend gade; hij was onbevangen en har telijk, vermeed echter bescheiden elke toe speling, zoowel op haar huwelijksomstan- digheden als op hun gemeenschappelijk ver leden. En toch zeide een inwendigo stem haar: Hij heeft je herkend, hij zwijgt uit een gevoel van kiesckheidhij weel alles Erichsen onderzocht de kleine en be schouwde haar, zonder z>:ch vcorloopig over haar toestand uit te laten. Hedwig drong er ook niet op aan. Langzamerhand werden zijn bezoeken een behoefte des harten voor haar. Er kwam emotie in haar eentonig leven; gaandeweg verdween uit haar oogen de uitdrukking van loerende vrees, alsof hij haar onverwacht zou kunnen slaan. De vrees voor het tergende medelijden der anderen, die onverholen haar kind voor haar ongeluk hielden, waarvoor er slechts één uitkomst bestond, neen. Zij wil er niet over denken! Zij huivert; het grootste verdriet, dat haar het leven nog kon aandoen, wenschte men haar onder het masker van welwillendheid toe. Hij, Gerhard, Goddank, hij begreep haar 1 Als een juichkreet ging het door haar ver bitterde ziel. Iemand, die in haar weemoe dig maar heilig geluk kon komen, hetwelk haar de verpleging van dit mooie, engel reine wezentjo bereidde. Juist wijl het zoo hulpbehoevend was, had zij het immers dubbel, onbogrensd lief In hefc bijzijn van Gerhard deed zij haar moederlijk gevoel geen dwang aan. Zij boog zich teeder over de kleine heen. Wanneer zij maar een enkelen keer glimlachteZij zou haar hartcbloed geven voor een blik van herkenning in de prachtige, blauwe oogen van haar kind. Welk 'n schat van onbaatzuchtige tceder- heid wist die vrouw te gevennoe mooi had zij kunnen zijn met haar slanke gestalte, haar oog?n, welke het kind van haar had geërfd, en dien rijkdom van glanzend, zwart, glad haar, waarvan de krans van vlechten het halve achterhoofd bedekte Maar haar ontbraken houding, kracht, la chen: de zonneschijn van geluk en liefde. Als mevrouw Hedwig opkijkt, ontmoet zij zijn bewonderende blikken. Zij bloost ver legen. Is zij dan nog jong, dat Lij haar zoo aankijkt? Drie dagen later bezoekt hij haar weer. Als hij het salon binnentreedt, maakt dit op hem een veel vriendelijker indruk, be paald gezellig. Witte kleedjes op de tafels, voor het raam bloeiende azalia's en de pen dule met den vroolijken jagersjongen tikt haastig, alsof zij den verloren tijd moet in halen. De vrouw des huizes treedt Erichsen met een lieven glimlach te gemoet. Yoor het eerst niet in het grijs, maar in een lichte, jeugdige blouse* met de kleine Margot op den arm „Reeds weer?" Hij dreigt haar verwij tend met den vinger. ,,U moet het kind niet altijd dragonHet is grooter dan een. kind van vier jaren gewoonlijk u en juist, omdat de ledematen onbeweeglijk zijn, zeec moeilijk te houden." „Beknor mij niet!" Gehoorzaam zette do kleine op de sofa tusschen kussens. „Ik wilde 11 niet boos maken; ik had het echter, vergeten." Deemoedig-bescheiden als een jong meis je: „Gij en mij boos maken! Ik zou dengene wel eens willen zien, dio boos op u zo? kunnen zijn. Ik verzoek u slechts telken*" opnieuw: ontz e u „Voor wien?" Gelaten staat zij voor het raam en kijkt naar buiten, waar de sneeuw in dikke vlokken neervalt. „Yoor mij, die u aanbidtwien gij na do eerste de laatste liefde van zijn leven zijfc geworden," riep zijn hart. Wanneer hij dat hardop zeide?.... Dan zou zij hem zeker verwonderd aanzien. Zij had immers geen1 liefde meer te geven. Die behoorde immers uitsluitend haar kindEen gevoel van wrok welde in hem op tegen het onnoozele wezen tje, dat moeder niet van een vreemde ko^ onderscheiden. „Gelooft gij voor u aan geen geluk meer?'^ Zijn somber gelaat maakto haar Ixv schroomd. Wat heeft een gescheiden vrou nog van het leven te verwachten „Zoolang mijntind leeft, heb ik geluk go, noeg." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 9