m D£ KOOI. No. 15477 LE1DSGH DAGBLAD, Zaterdag 6 Augustas. Tweede Blad. Anno ISIO. Finaneieeie Causerie. De Wereldtentoonstelling te Brussel. - Ofschoon de feiten vrijwel onveranderd biijven, sluiten de markten over het alge meen in gunstiger tendens aan het einde 'dezer week. Na de opgewekte stemming die Europa aan het einde der vorige week voor Yankees aan den dag legde, gaf het met geinig teleurstelling, dat New-York Zater dag en Maandag, terwijl de Londen9che beurs gesloten bleef, het niveau niet onge voelig reduceerde, zoodat bijna het geheeld avans der vorige week verloren ging. Doch reeds Woensdagmorgen was het geheele koersverlies weer ingehaald. Sinds dien is de richting zeer wisselvallig en krimpen de omzetten in. Toch schijnt men de toekomst wel wat gunstiger in te zien; het uitblijven van zenuwschokkende Koersin zakkingen geeft den burger reeds moedDat de overi ge markten daarin aanleiding vinden het hoofd omhoog te heffen, spreekt boekdeelen voor de stelling, dat Amerika de richting bepaalt. En geen wonder, want de geheele speculatieve wereld heeft in deze tijden in de eerste plaats belang bij Amerikanen. Ver liezen in die fondsen geleden, moeten wel terugwerken op alle andere markten. Het meest typische voorbeeld wordt wel geleverd door de Zuid-Afrikaansche wijn markt. Als er één categorie fondsen is, die op resultaten en op vooruitzichten een hoo- ger koersniveau waardig is, dan is het wel deze. Nauwelijks gedraagt Amerika zich dan ook beter, of wij zien de Parijsche li quidaties ophouden en wij vernemen, ctett de Kaap zelf in Londen koo-pt I En dit is daarom des te merkwaardiger, omdat er tegenwoordig geweldig stemming gemaakt wordt voor Rhodesische Mijnen, bij welke het element van onzekerheid, toekomstmu ziek en mogelijkheden den vlijen teugel laat aan de phantasie der speculatie. Kaffirs daarentegen zoo redeneert men zajn te veel pure beleggingen "ge wordenen bie den daarom weinig veld voor sensationeel© Koersverschillen. Wij geven toe, dat het boek Rhodesia nog maar zeer weinig bele zen is en dat er inderdaad verrassingen kun nen komen waarvan men thans niet droomt. Dooh alleen reeds in het feit, dat de goe-gemeente samenstroomt en haar aan dacht concentreert op Rhodesians, ligt het groote gevaar, dat wij plots kunnen staan voor 'n slechte technische marktpositie, die dan weer op hooge koersen aanleiding wordt tot 'n reinigingsproces. Den openposi tie in Kaffirs daarentegen is uiterst gering en zal, naar wij hopen, zóó blijven, nu er zoo weinig reclame wordt gemaakt voor deze af deeling. Blijven de ontwikkelingen der individueele mijnen voortgaan, zooafe tot nu toe en de werkkrachten voldoende, dan schijnt die toekomst met vertrouwen te mogen worden tegemoet gezien. In het marktbericht eener New-Yorksche firma lezen we het volgende: Of schoon de tegenwoordige toestand van rust zijn bezwaren heeft voor den actieven speculant en niet minder voor dengene, die met fondsen zit, op hoogere prijzen gekocht, heeft hij toch dit voordeeldat hij ©en uitnemende gelegenheid biedt voor hem iets dieper ziet dan de oppervlakte, ter be studeering van de innerlijke waarde, waar door hij in staat wordt gesteld zijn plan de campagne te vormen tegen den tijd, dat de volgende beweging aanvangt. Een der fondsen, die zulk een studie over waard zijn, is Southern Pacific In een kort artikel kunnen wij slechts wijzen op eenige der meest in het oog springende verdiensten van dit fonds. Er zijn drie eigenaardighe den, waardoor Southern Pacific zich guu- s/tig onderscheidt boven het gros van andere aandeelen Ten eerste toont de Maatschap pij een kolossale en sterk stijgende inkom sten-rekening; ten tweede belegt zij een enorm bedrag in verbeteringen, die op het oogenblik nog geen voordeel en opleveren; ten derde heeft zij een groot landbezit. Be ginnen wij eerst met de ontvangsten; een opgave en vergelijking van de cijfers van de laatste 5 jaren zal het best doen zien, hoe zeer de Maatschappij vooruitgaat. Bruto ont- Ovorachot °/0 op Betaalde vangsten, boven alle lasten, commons, dividenden. 1910 dolt 1S5.G00.000 doll. 32.300.000 12 doll. J6.360.000 1909 120.621.908 26.814.941 10>£ 17.336.974 1908 123.276.920 19 89' 472 7 17.112.700 1907 124.942.793 27.698.593 12.6 13.159.013 1906 106.632.649 19.192.647 8.3 17.716125 1905 95.615.158 11.024.172 4.17 2.769.431 1904 92.933.230 &87a483 4 50 Er zijn meerdere punten van belang in deze tafel, die de aandacht verdienen. Eer stens de geweldige grootte der bruto ont vangsten, die alleen worden overtroffen door die van de Pennsylvania; vervolgens de zeldzaam groote toename in de jaren 1906 efii 1907 en na een tijdelijke teruggang in 1908 en 1909, 'i snelle herstel in 1910. Ook is de macht der Maatschappij om de tering naar de nering te zetten opmerkensh waajvlig. In 't laatste gedeelte van 1907 begonnen de bruto's zoo snel te verminde ren, dat de uitgaven niet in ovcreenstemt ming konden worden ingekrompen, en in 't boekjaar, eindigende 30 Juni 1908, daal den de netto's ver onder die van 't voor afgaande jaar; doch in 1909 had men de uitgaven onder de knie en ofschoon de bruto's nog onder die van 't voorgaande jaar bleven, wezen de netto's nog slechts een verlies aan" van 1 millioen dollar, tegenj 't hoogstbehaaide cijfer. De kwestie van inkrimping der uitgaven leidt tot die van de uitgaven voor onder houd, de sleutel van 't systeem, dat Har- liman in toopa®ing bracht hij de exploitatie zijner Maatschappijen. Alleen door buiten sporig royaal te zijn in 't onderhoud van weg en werken, heeft de Southern Pacific zioli opgewerkt tot een hoogte, waarop zij groote winsten kan aantoonen op wat werd gebrandmerkt als haar buitensporige kapi talisatie. Laten wij tot staving daarvan eens vergelijken, wat de Southern Pacific di laatste vijf jaren in den weg gestoken heeft, tegen vijf andere leidende "Westersche lij nen: Gemlddoldo in 5 jaren Onderhoud van Ondorlioud van don weg wagenpark per Mijl. per MUI. Southern Pacific 1500 doll. 1420 doll Atchison 1477 doll. 1357 doll. Milwaukee 863 doll. 927 dolL Chicago N. Western 1023 doll. 1000 doll. Union Pacific 1648 doll. 1360 doll. Rock Island 996 doll. 893 doll. Blijkbaar heeft de Southern Pacific veil meer dan noodig was uitgegeven voor onder houd en dit bestreden uit de ontvangsten rij kan daardoor inbinden, zoodra zulks noodig bljjkt, zonder nochtans in 't minst haar psysieken toestand aan te tasten. De noodzakelijkheid en belangrijkheid van groote uitgaven voor weg en werken kan niet genoeg worden in 't licht gesteld. Indienj wij ruimte hadden, zouden wij kunnen aan toonen hoeveel millioenen dollars per jaar de Southern Pacific- aan haar voor divi dend beschikbare bedragen zou kunnen toe voegen door de uitgaven voor onderhoud te reduoeeren in verhouding tot andere Wes tersche systemen. Tot 't tweede punt 'komende, dat van 't enorme bedrag, dat de S. P. besteed heeft voor verbeteringen en aanbouw, zoo behoe- wen wij slechts de aandacht te vestigen op den post-, voorkomende in de balans per 30 Juni 1909 n.l. dien onder- 't hoofd: voor geschoten voor vernieuwingen en den aan koop van nieuwe lijnen84.073.969 doll., een vermeerdering tegen 't voorafgaande jaar van bijna 23,000.000 d. Waarschijnlijk geeft 't grootste gedïelt© daarvan nog geen di recte inkomsten aan de inoeder-Maatschappij, doch men mag veilig aannemen, dat dezia uitgaven na ©enigen tijd winstgevend zullen blijken te zijn. In verband daarmede moet niet vergeten worden, dat do S. P. zeer voordeelige vracht-overeenkomsten hoeft aangegaan met de Atchison, waardoor beiden do voordeelen genieten van groote gedeelten van elkaax's lijnen. Eenzelfde overeenkomst is gesloten met de Frisoo. Het derde punt, dat van het landbezit der Maatschappij, is er ©en, dat slechts belang heeft voor den verzienden belegger. Op 30 Juni 1909 bezat de Mij. 14.408.217 acres- Daaraan kan natuurlijk geen vaste waarde worden toegekend, ofschoon de landverkoopen gestadig in prijs stijgen, nl. 3,20 doll, per acre in 1907, 3.51 doll, in 190S en 3.75 doll, in 1-909. Stellen wij de gemiddeld^ waaide op 4 doll, per acre, dan komen wij tot ruim 56,000,000 doll, of 20 doll, pen share. Het bovenstaande illustreert voldoende de groote intrinsieke waaTde van Southern Pa cifies. Het 'is zeer waar, dat, ten tijde dat algemeen© liquidatie dringend en nood zakelijk is, 't gevolg daarvan de daling in den prijs der aandeelen niet kan tegen houden, zoodat S. P.'s met minachting wor den gepasseerd door de kleine handelaars; doch deze feiten zijn van 'des te grooter belang voor dengene, die in de toekomst ziet, omdat hij weet dat zij op den duur tot hoogere waard dering in prijs moeten leiden." W. (Van oDzen specialen verslaggever). XIV. Achter België ligt Engeland, d.w.z. de afcTeelingen dier landen in het hoofdgebouw der Brusselsclie tentoonstelling, waar wijf de vorige week onze wandeling zijn be gonnen. Deze afdeel ing maakt een zeei bij- tonderen indruk; er ligt een speciaal En- gelsch cachet over, degelijk, men voelt het kapitaalkrachtige der 'exposanten, rnaair als geheel is ze koud, stijf. Veel vitrines, groot en rechthoekig over alles een tint van blauw en wit, ik zou bijna zeggenmen voelt hier dat men in Engeland is, niet het minst bij de tallooze inzending m van marilimen aard. Het zou onbegonnen wdrk zijn te trachten deze", alle te noemen..Een groot aantal Engelsche stoomvaartmaat schappijen zond modellen in van haar zee- kastcclen, waarhij in natura de steamers der Maatschappij „Nederland" nog maan notedopjes zijn, natuurgetrouwe modellen van respectabele grootte, die als zoodanig reeds schatten moeten gekost hebben. Vooral inde wijze van tentoonstellen ziet men hier het kapitaalkrachtigeeindelooze reeksen van groote vitrines, waarvan 5 vlakken met dik glas zijn bedekt. Maar ook tegelijk de armoede aan kunst om smakelijk te etalee- ren, want in verhouding tot enorme kosten, die aan Engeland zijn besteed, geeft het in de verste verte niet die aantrekkelijkheid die er van wetrd verwacht. Wat echter door geen bezoeker mag wor den overgeslagen, dat is de inzending der Kamer van Koophandel van Bradford, be treffende de wol-industrie. Het geldt hiep geen reclame van den industrieel zelf, dooh de Kamer van Koophandel vestigt hier de wereldaandacht op de in haar soort 2300 bloeiende nijverheid en doet dit zoowel op voorname als aantrekkelijke wijze. We ko men in een duister gangetje, als bij een panorama, en zien dan aan beide zijden le vende groepen, eerst de schaapjes op de heide met den herder, dan het scheren der wel, komen dan in de fabrieken waar de wol wordt gesponnen, geweven en geverfd en mogen ten slotte een kijkje nemen in het Hydepark te Londen, met dames en hoeren allen in kostumes uit Bradfordscho wol vervaardigd. In het tableau: „Op een receptie", zien wij nog het neusje van den zalm geëxposeerd. Aan de andere zijde bevindt zich nog een gangetje, waarlangs we een natuurgetrouw beeld zien van de binnenplaats van het Parlement te Landen. Daar wandelen Cham berlain met zijn eeuwige monocle en tal van bekende ministers -en leden van het Lagerhuis, die allen kostumes dragen ver- i vaardigd van wol afkomstig van de inzen ding der Kamer van Koophandel te Hud- ders field, en om bij het schoon© het prao tisehe niet te vergeten, zijn in talrijke vitrines de stoffen en haar toepassingen uitgestald. Een gentleman vertegenwoordi ger (geen agent) is hier door de Kamer ge plaatst om alle inlichtingen te geven. Heel veel met dezs inzendingen overeen komt die van de wol-industrie uit Zuid-Schotland, ook diorama's, enz. Een artikel dat de goede Hollander in Brussel wel eens mist, dat is een goed kop thee. Wel kan men thee drinken, hetzij in de groote café's, hetzij in de imitatie Hol- landsche melkinrichtingen of ook wel bij de meeste patissiers, maar ze is over het alge meen vrij slecht en vooral slap en 't lijkt wel een ironie dat men hier en daar nog een theepotje met heet water ©r bij krijgt alsof men dit slobkousen water nog te sterk zou vinden. „The Indian Tea Syndicate" doet daarom niets overbodigs door den be- zoekers der Engelsche afdeeding gratis den kopie afternoon-tea aan te bieden: ze wordt gezet en geschonken door Britsoh-Indiërs en ge kunt begrijpen hoe druk ze het heb ben. Engeland zou geen Engeland zijn als het voornamelijk geen practische handelswaren had geëxposeerd. Behalve wol dus kat>«n laken en zijde en verder alles wat met Engelsche mode in verband staat; kostumes hoeden en schoenen; over het laatste rti- kel worden als reclame heele geïllustreerde boekwerken verspreid; vervolgens veel chemische producten. Meubelen in oud-En- gelschen stijl zijn w©l bekend. We zien hier heele huisjes ingerioht in streng antieken stijl en ook wel meer gezellig en modern. Aardig is b. v. de woning bestaande uit salon, huiskamer, keuken en slaapkamer ingezonden door Waring Gille Ltd. Die in richting is hier natuurlijk geheel compleet. Interessant zijn ook de talrijke inzendingen van Engelsoh porselein en aardewerk, weer heel iets anders dan het Fransche of Hol- landsche, het fraaie boek- en steendrukverk en een nieuwigheid je is hierbij weer de in richting, waardoor men ter plaatse ansicht kaarten door lichtdruk ziet kleuren, ei lijk bespuiten. Goud, zilver, sport- en consumptie-artike len wandelen we maar stilzwijgend voorbij, —we kunnen toch niet alles bek jkïn om iets langer te vertoeven bij de spoorwegen der oostkust. We zien hier in miniatuur de treinen der drie maatschappijen, die hier: het verkeer onderhouden. Vooral de minia tuur locomotieven, waarvan de orgineele die den „Flying Scotsman moeten t rekke o, den exprestrein tusschen Londen en Edin- burg die slechts tweemaal moet stoppen en- dus onafgebroken 156 mijl, 112 en 124. mijl moet afleggen, ware kunststukken zijn. Nu gaan we de beide trappen op naar de hooger gelegen zaal, waar een vrouwen beeld, dat een scha-al in de hoogte houdt, reeds eenigen tijd onze aandacht heeft ge trokken. Het blijkt echter maar een reclame te zijn voor een zeepfabriek, maar tea heel goede; in de schaal spat iet schuim voortdurend hoog op en loopt door eon. andere constructie weer weg. Nog even werpen we een blik op de in zendingen photographie-artikelen en zijn dan aan het eind© der Engelsche afdeeling- We ziin belast en beladen met kostbaar drukwerk, met aardig geïllustreerde boek jes, die men ons overal in de handen heeft, gestopt. Als Engeland reclame maakt, lovt het het goed en kijkt niet op kosten. Willen we nu even wat buiten gaan wan delen? Het wordi> wel wat warm in de za len, laten we bijv naar een stukje mu/iek in den Eranschen tuin gaan luisteren of als curiositeit en vanwege ons nationaal gevoel den Hollandschen tuin mot zijn hardstee- nen banken gaan bekijken. We kunnen ook. wat gaan lachen op de plaines des attrac tions, waar de menschen, die in de. ontel bare doorschutmachines plaats nemen, nog meer genot geven aan de toeschouwers dan zij zelf hebben. Het panorama „De schep ping dor wereld", een meesterwerk van de- oor ati eve en technische tooneelkunst (waar bij het alleen een erg komisch effect maakt, dat Eva met een gouden armband op de wereld komt) trekt nog altijd veel bezoekera, eveneens der Far Wild West met zijn rood huiden en cowboys. Wat de meeste bezoe kers ook graag Fr. 0.30 waard vinden vroeger was het Fr. 0.50 dat is een reis je door het wonderland (au pays merveil- leux), waar men met een electrisohen trein door een berg gaat, waar kaboutermannetjes feeën en nimfen in haai' intieme leven, tot zelfs in het ijsland, zijn te aanschouwen.. Alle dames zonder onderscheid vinden dit reisje snoepig; dat is ook de algomeene opi nie over het waterballet in het wonderland, dat in de stad zelf in Kiralfy's theater op den boulevard Jamar wordt gegeven. Ieder vindt het zx>nd© van die prachtige kos tuumpjes dat ze zoo het watér in moeten! en Koe het mogelijk is dat de draagsters er van er zoo ongedeerd uit kunnon oprijzen is voor elk een groot geheim. Liefhebbers van het Duitsche operetten- genre kunnen hun hart thans ophalen in de „Scala" op de Place de Brouckère, waar een in het Fransch vertaalde operette Mamzei Dactyl" in het genre van „die Lustige Wittwe" wordt opgevoerd. Voor hen, die wat Langer in Brussel blijven, her inner ik er aan dat de „Scala"-directeuï sinds eenigc dagen ook de Folies Bergëres opende, een Variété in het genre van het „Palais d'Eté." x^N>^^><X>OOCOOOOOO<^^-r^ Vermoeid en k>om bet Laura haar han den zakken. Zij zoaht nu al twee heele da gen, van den morgen tot in den nacht, naar tante Laura's testament. „Wacht TriAa^r Laura, tot mijn testament geopend is!" Daarmee had tante haar volgzaam en lijdzaam gehouden De beste jaren van haar jeugd had zij bij de altijd sukkelende, knorrende peettante doorge bracht, die haar eigenhjk niet noodig had, haar zelfs niet gemist zou hebben, indien zij voorgoed was weggegaan. Dag na dag .was voorbijgegaan met nooit eindigende, in den grond echter overbodige kleine diensten, waarvan tante Laura met verbazende vindingrijkheid er telkens nieu we wist uit te denken. „Ik leef zoo lang niet meer en ben ik eenmaal dood, dan is bijna alles voor jou da-n kun je doen wat je wilt." Daarmee had zij haar nichtje weten te binden met een band, die langzamerhand een ijzeren keten werd, die zwaarder en zwaarder begon te drukken en waarop alle* in stukken brak: jeugd, werkkracht en lief de. Ja, ook de liefde! Want toen de liefde plotseling als een gouden zonnestraal haar somber leven bin nendrong, neen, als een mooi fonkelende, schitterende, hemelsohe zon, toen Gustaaf haar vroeg of zij zijn vrouw wilde worden, toen had tante Laura net zoolang gezeurd tot zij ook den krachtigen, levenslustigen Gustaaf gebogen had. „Wat hebben jullie, als je nu al trouwt! Armoede en bekrompenheid. Dat beetje salaris is te veel om te sterven en te weinig om te levenWacht toch nog een paar jaar, tot ik dood ben. Het leven is immers nog zoo lang Dan kunnen jullie nog lang genoeg ge trouwd zijnJa, 't is jullie plicht om te wachten. Want dat zeg ik jullie," tantes stem werd schel en haar mager© gestalte, richtte zich hoog op in den stoel voor het venster, van waar uit zij den heelen dag alles afgluurde wat er op straat gebeurde, „Laura krijgt geen cent, als zij mij nu in den steek laat, geen centl Denkt er nu maar over na, hoeveel je je kinderen te kort doet. Denkt daar maar eens aan Eerst had Gustaaf zich met hand en tand verzet. Wat konden hem die centen van tante schelen waarop zij wellicht hun halve leven lang zouden moeten wachtenZij zou den trouwen, gelukkig zijn, zoolang zij nog jong waren. Doch later bespraken zij de zaak nog eens kalm met hun beiden: honderdduizend gul den was geen kleinigheid, vooral niet als men met tweehonderd gulden per maand rond moet komen. En dan tante zou toch niet blijven leven. Het einde was, dat zij besloten te wachten. Doch, zooals het gewoonlijk gaat, tante Laura., die ioderen dag over sterven sprak, werd ouder en ouder en ten slotte moesten rij het wel erkennen, dat zij feitelijk me*» den da-g gezonder werd. En tante zelf? Die verheugde zich er over, dat zij haar erfge namen zoo lang liet wachten. Steeds werd zij knorriger, onverdraagzamer. Doch de twee jonge menschen misten de kracht om hun boeien te verbreken. Het leek wel, dat een groote kruisspin hen in haar net had gevangen en hen met haai draden omwikkelde, steeds vaster, en ben langzaam uitzoog, iederen dag wat meer. Zij waren moedeloos geworden en menig maal, in slapelooze naohten, scheen het Laura of zij beiden al niets meer te wen- schen hadden van het levep, of zij beiden de kracht misten een nieuw leven te be ginnen, indien het ooit zoo ver kwam. En nu was het zoo ver. Onverwachts was de dood gekomen, die tante Laura zxx> lang vergeten scheen te hebben. Nadat zij den avond te voren Lau ra en Gustaaf nog stekelig had toegevoegd, dat zij lang op de erfenis moesten wachten, vond Laura haar 's morgens dood in bed, met een geheimzinnig lachje om den star ren mond. Laura liet zioh uitgeput in een stoel val len. Zou dat lachje een triomflachje rijn geweest? Zou rij hun nog na haar dood een poets gebakken hebben? Want er viel bijna niet meer aan te twijfelen: er was geen testament Het heele huis hadden zij afgezocht. Ieder schuilhoekje, ieder laatje met koortsachtig ongeduld en daarna nog eens met gewilde kalmte en nauwkeurigheid doorzocht. Ner gens was iets te vinden. Ook bij den notaris die nu en dan tantes zaken behartigde, was geen testament te bekennen. Dus zou de erfenis gedeeld moeten worden met een do zijn neven en nichten, die zich nooit van hun. leven iets aan tante Laura gelegen had den laten liggen; integendeel haar zoovel mogelijk uit den weg waren gegaan. Laura barstte uit in tranen. Daarvoor dus had zij haar jeugd ten offer gebracht, haar liefde en haar levensgeluk En Gustaaf, die met een somber gelaat naast haar stond, kon slechts zwakke troostwoorden vinden De ontgoocheling was te groot, to wreed Indien er geen testament was, moest de nalatenschap verzegeld worden en moest men de andere erfgenamen waarschuwen. Met niet te beschrijven gevoelens zagen de beide bedrogenen den notaris rijn plicht doen. Nu werd de laatste deur gesloten, nu de buitendeur. Langzaam gingen zij de stoep af, vermoeid, vernietigd, zonder hoop, zont- der geluk. Benedon nam de notaris afscheid Met een dof gevoel van. vertwijfeling keken zij hem na. Doch plotseling keerde Laura terug. „Wat wil je?" vroeg Gustaaf, haar terug houdend. „We hebben Lora vergeten", stamelde Laura„die ix>u daar boven verhongeren en verdorsten." Lora was tante Laura's papegaai, een on uitstaanbaar kwaadaardig en valsch dier da^ door een ieder gehaat werd, een schorre schreeuwleehjk, die woedend naar iedereen beet, die in zijn nabijheid kwameen beest, dat alle ondeugden beaat, welke een vogel slechts kan hebben. „Wil je je nog druk mfcfèën met dat beest?" vroeg Gustaaf tamelijk norsch. ,,Je hebt oog poe' veertien dagen met een pijn lijken vinger kunnen loopen, omdat hij je valsch een knauw gegeven heeft." „Maar we kunnen hem toch niet laten doodhongeren", zei Laura. „En dan, zie je, tante Laura was zoo aan hem gehecht". „En dat is natuurlijk een reden, om voor hem te zorgen", merkte Gustaaf met een ironisch lachje op. Op Laura's verzoek liep haj echter toch den notaris achterna, die tamelijk knorrig en ontstemd weer omkeerde en met hem te rugkwam. Het ging niet zoo heel gemakkelijk, Lora met haar reusachtige kooi zoo in te pak ken, dat men hem zonder gevaar voor vin gers en neus kon transporteeren. De notaris sloeg het geval met een sar- oastischen blik gade. In plaats van een kar- pitaal van honderdduizend gulden op te strijken, rich nog op kosten te jagen voor zoo'n bijtend mormel, dat was wel met recht een streek van het noodlot. Doch m rijn practijk had hij al heel wat gezien. Gustaaf had over dat noodlot echter nog heel wat te zeggen, toen zij eindelijk veilig in een rijtuig zaten met hot krijschende dier, op weg naar Laura's getrouwde zuster, bij wie zij voorloopig zou kunnen inwonen. Toen hij echter h'et bedroefde geziohtje van Laura zag, hield hij op en begon hij haar voor te rekenen, dat zij met een deel van de acht duizend gld., die toch nog altijd voor hen waren, hun huis heel aardig zou den kunnen inrichten en nog een sommetje op rij leggen bovendien. „Nu gaan we zoo gauw mogelijk trou wen", zeide hij. „Hadden we alles geweten, dan zouden we nu al vijf jaar man en vrouw zijn geweest." Terwijl Lora met zijn kooi naar binnen werd gedragen, trachtte hij door den bedek- kenden doek heen zooveel mogelijk onheil aan te richten. Hij beet, krijsohte, krabde en toen hij eindelijk op zijn plaats van be stemming was neergezet, maakte hij zoo'n spektakel, dat ten slotte de heele familie tot wanhoop werd gebracht. Laura noemde hem bij de liefste naampjes, doch het duur de langen tijd, éër zij het kwaadaardige beest eenigermate tot kalmte had gebracht. Daarbij bemerkte zij, dat de kooi wel eens een flinke beurt mocht hebben, want in de laatste dagen had natuurlijk niemand er 'San gedaaht, haar schoon te maken. Toen zij de onderste schuif wilde uittrek ken, zag zij met verbazing, dat deze zorg vuldig met een stevig koordje was vastge bonden. MerkwaardigHet is waar, tante Laura had altijd zelf den vogel verzorgd en daardoor had zij dit nooit eer bemerkt. Mis schien had Lora wel eens geprobeerd de vlucht te nemen, als de schuif uit de kooi w~s genomen. Met de noodige voorzichtig heid maakte zij het koord los en trok zij de schuif uit. Doch plotseling gaf zij een gil en zonk zij bevend in den dichtstbijstaanden stoel. Want onder de schuif lag een groote enveloppe en toen zij deze er uit genomen had, las zij in tante Laura's karakteristieke hanepooten de bete eken is volle woorden: „Mijn testament." Op haar geschreeuw waren Gustaaf en do heele familie toegesneld. Zij stonden nu allon om haar heen en staarden den schat o^n, dien Lora zoo uitstekend had behoed. Het couvert was niet ges-loten cn zij trok ken het papier er uit. Onder lachen en huilen sloeg Laura haar armen om Gustaafs hals. Tante Laura had gespaard, veel meer dan men vermoed had. Doch in de eerste plaats erfde Laura de honderd duizend gulden, terwijl de laatste zin van het testament luidde: „Hij of zij van mijn familie, die zich het lot van mijrf papegaai Lora aantrekt, krijgt 15,000 gul den." Kort daarop stonden de twee voor de kooi van Lora. Door al de opwinding was de vogel niet vriendelijker gestemd. Woest sloeg hij met de vleugels en hij krijschte zóó onharmo nisch, als hij maar kon en onderwijl beet hij naar alles, wat in zijn nabijheid kwam. Maar toch knikte Laura hem teeder toe.. Gustaaf echter bad een zeer onbehoorlijke» gedachte: „Lijkt 't beest niet wat op tantö Laura?" vroeg hij.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 9