Uit de Rechtzaal. Burgerlijke Stand. Eerste Kamer. Ingezonden. fiBaagiche Rechtbank» Diefstal en heling van koffie en suiker te Le iden. Voor dezen diefstal stond terecht Andries 'Joh. D., 58 jaar, koffiebrander te Leiden, cn als heelster had gefungeerd de 54-jarige 'Maria S., huisvrouw van P. D., uitdraag ster te Leiden, die naast dezen man in de bank der beschuldigden zat. Eerste beklaagde was in dienst geweest bij Iden heer Van der Linden, firma Bicsiot, aan de Haarlemmerstraat, en wel niet min der dan 22 jaar. Hem werd ten laste ge legd, dat hij in deze dienstbetrekking van 15 Maart tot 19 Mei koffie en suiker had gestolen. Daarbij ging hij aldus te werk. Hij pakte ieerst kleine hoeveelheden koffie, later een kilo en eindelijk bovendien nog een zak Buikcr van 2lA K.G. in de vuilnisbak. D. kwam met den vuilnisman overeen, dat deze deze zakken naar de overbuur aan den achterkant van den winkel, vrouw D.. iii de Van-der-Werfstraat bracht. Dit ge schiedde» in den laatsten tijd éénmaal in de wook. Hij ontving daarvoor om de veer tien dagen f 1. De man bekende met schokkende stem. Hij had het meer „uit wraak dan uit heb zucht gedaan. Hjj was 22 jaar bij de firma in dienst geweest en toen de heer Van der Linden in de zaak kwam, werden hem al lerlei onaangenaamheden aangedaan, geld in gehouden en boeten gegeven, ssoodat hij on verschillig werd. Do president achtte dit toch een zonder linge eu voor hem kwade manier van wraak- {uemen. Het 54-jarig juffrouwtje D. moest nu zich jeens verklaren. Het was begonnen, zoo zeide zij, doordat beklaagde een werkbroek had gekocht van haar en gezegd„Ik wil er I jou wel wat boontjes voor brengend Zij had 1 er geen kwaad in gezien en dacht, dat het laf gekeurde boonen waren of zoo iets. Hij kocht er dan van haar een cn ander voor. Later iiecft zij er heelemaal geen kwaad in gezien en werd hot een gewoonte. „Hbo kwam je er toch bij zei do pre sident gemoedelijk. Het vrouwtje wist het oolc niet; zij was nog nooit eerder met de politic in aanraking geweest. Als eerste getuige werd gehoord de feigenaar B. J. H. van der Linden, die mededeelde,, dat do branderij een afgesloten 'gedeelte is, en daar was de brander alleen [werkzaam. Er komen wel 20 a 30 balm ongebrande koffie a 60 K.G. in, die daar gebrand werden en in zakken van 90 K.G. worden geborgen. Controle is dus moeilijk. (Vroeger werden zij in kleine zakken afgc- jwogen, maar toen men D. niet recht meer .vertrouwde, was dit veranderd. Hij stond al lang onder verdenking van niet trouw te zijn, daarom had hij ook verboden, dat beklaagde Voortaan de vuilnistonnen aan dsn Vuilnisman gaf. Hij had daarvoor een bij zonder persoon aangewezen. Beklaagde zeide, dat dit niet waar was. Er werden, langer dan .ecu jaar, al suikerwerken vermist. Op oen vraag van den verdediger van de tweede beklaagde, mi. P. E. Briët, hoe ge tuige over haar dacht, verklaarde deze, dat zij steeds bekend stond als een eerlijk, zorg zaam vrouwtje, dat een talrijk gezin heeft grootgebracht. Hij had haar, die juist tegen don achteruitgang van zijn werkplaats en magazijnen woonde, wel eens geprotegeerd pn geholpen en had daarvan nog geen spijt. Arie de Vogel, vuilnisman, in dienst van ■Gebr. Blok, had meermalen do vuilnis ton faan gen omen met de wetenschap, dat er •koffio en suiker in zat. Hij had deze be zorgd bij vrouw D- zonder te denken, dat hij er kwaad mee deed. Hij had er nooit jocri cent voor gekregen. Do president maakte hem er attent op [toch voorzichtig te zijn. Hij kon anders ook wel eens in do bank der beschuldigden komen. Maarten Koster, rechercheur van politie Ito Leidon, die, toen de verdenking op be klaagde rustte oen zak van binnm had gemerkt, stelde zich daarna verdekt op en vond do koffie en suiker in het vuilnis vat eu nam er ook in beslag bij vrouw D. Het was voor de politie oen .verrassing [vrouw D. als heelster te moeten vinden. Zij had aan een geheel andere persoon gedacht. Bij de politie stond vrouw D. ook heel best bekend. Het O M., requisitoir nemende, meende dan oolc, dat in dit geval dc healster niet peil zoo ernstig misdrijf had gepleegd als ide steler en vroog voor den eersten beklaag- do twee maanden en voor de tweede drie {weken gevangenisstraf. De verdediger had nooit met zoo groote sympathie en zooveel overtuiging clemen tie gepleit als thans voor deze cliënte, zeide liij. Zij is cen«£koopvrouw, maar heeft bij do politie nog nooit ouder verdenking ge staan. Hoe zij er toe gekomen is tracht pleiter tc verklaren uit het feit, dat het in die buurt bekend was, dat er bij deze firma voel gestolen werd. De gestolen koffie werd daar zelfs in een kroeg verhandeld en af geleverd aan winkeltjes buiten. Hij kende het gezin van beklaagde ook persoonlijk en pleitte daarom met nog meer overtuiging voor een lichtere straf. De wet stelt als minimum écn dag. Pleiter wilde dit. niet voor zijn cliënte vragen, doch wees [niettemin met vrijmoedigheid dc rechtbank jer op. De eerste beklaagde zeide*-nog, dat ook hij voor dezen nooit met de politie in aanraking kwam en vroeg voor zichzelf clementie. Poging tot omlcooping van eon ambtenaar te Noordwijk. Daarvoor moest dp 23-jarig© D. J. van [Rh., geboren te Voorhout, wonende te Noord- [wijk, terecht staan. Dc politie-agent Eet had liem bekeurd (wegens oen motor- en rijwielwet-overtreding Jen toen hal hij volgens ve/balbant tegen de zen gezegd, dat er voor hem een kwartje {aanzat, indien hij liem niet bekeurde. Dit. (werd door den agent nogal hoog opgono- inen en heden moest beklaagde daarvoor ifcerecht slaan als een poging tot omkooping. Eerst ontkende hij het gezegd te hebben en hij verklaarde later dat hij er geen kwaad in had gezien. Het O. M. eisohte 7 dagen gevangenisstraf. Boloediging der politie te V oorburg. Do landbouwer J. J. K., te Voorburg, had den veldwachter M. Korenstra aldaar voor een gemeenen dief gescholden. De gemeente had een riool opgebroken en het ijzer daarvan naar het gemeente huis laten brengen. Beklaagde meende, dat het gedeeltelijk hem toebehoorde. Hij sprak er den veldwachter over, die hem zeide, dat Jiij het mis had,. Het ijzer behoorde de gemeente toé" Daardoor ontstak het boertje in .toorn en sloeg, er allerlei onaangename woórdét^ïult. O.a. zeide hij: jij bent al net zoo'n gemeen© dief. als al die anderen Beklaagde had nu berouw. Hij wist eer niets van of hij het wel gezegd had, maar zijn zoon en oen buurman hadden het gehoord, evenals de veldwachter. Het zou dus wel zoo zijn. Zoo kwaad had hij het echter niet bedoeld. Nu, het O. M. maakte het ook niet zoo erg g»n vroeg ©en boote van f 7 subs. 14 dagen hechtenis. Uitspraak Dinsdag 19 Juli. Amsterdamsche Rechtbank. Een kruidenier te Naarden was herhaal delijk tot de ontdekking gekomen dat tij dens zijn afwezigheid geld uit zijn woning werd gestolen. Toen nu op 8 Mei j.l. we derom pl.rn. f 31 uit zijn linnenkast was ver dwenen, nam hij de politie in den arm. Op 12 Juni, j.l., toen de kruidenier er met zijn vrouw op uit was gegaan, doch vooraf 2 Tijksdaalders en 5 guldens met een kruis had gemerkt, stelde een agent zich verdekt- op. Al spoedig bleek dat een overbuur van den kruidenier, een gehuwd man die vroe ger bij hem in dienst was geweest, over de schutting klom, een raam open schoof en den diefstal pleegde. Gisteren heeft hij voor de rechtbank te rechtgestaan. De subst.-officier mr. Bruyn vorderde fe- gen hem 1 jaar gevangenisstraf. Een 69-jarige man pas uit de rijkswerkin richting ontslagen, had op het Damrak een ruit van een winkeldeur ingeslagen en later op klaarlichten dag in een horlogcmagazijn aan den Haarlemmerdijk een groote spiegel ruit verbrijzeld en zich van een gouden hor loge meester gemaakt. Het wai hem, volgens zijn verklaring gis teren voor de rechtbank, louter te doen om van de straat te komen. De subst.-officier mr. Bruyn vorderde gisteren tegen hem wegens landlooperij twee dagen hechtenis en 2 jaar en 9 maanden ver blijf in een rijkswerkinrichting; voorts we gens den diefstal een maand gevangenis straf. Het ingestorte huis te Breda. Door de heeren J. Mermans en Th. Beckers, resp. aroliitect te Breda, en aanne mer te Princenhage, is appèl aangeteekend tegen het vonnis der rechtbank te Breda, waarbij zij wegens het veroorzaken van dood door schuld, werden veroordeeld resp. tot 3 en 2 maanden gevangenisstraf. De rechtbank te Assen heeft gisteren den kleermaker "W. S., tc Rolde, wegens brand stichting op 31 December in zijn eig-sn woning, 'tot 4 jaar gevangenisstraf met af- trek der vocxrloopigo hechtenis veroordeeld. TER-AAR. Overleden: J. J. Hoogervoret, wedn. van E. Terhaar, 79 j. H. A. van 8 moor en- burg D. 3 w. WOUBHUGGE. Bevallon: A, Buis geb. Bontenbal Z. WASSENAAR. Geboren: Adrianns Antonins Cornelis, van G. P. C. de Smit en G. E. Noord- hoff. Anna Maria, D. van P. Pntker en A. v. d. Geer. Elisabeth Maria, D. vanJ. Meiland en A. Kaptqn. Ondertrouwd: G. K. v. d. Horst 26jaaren M. A. Klomp 27 jaar. Overleden: J. C. Vogels jm. 28 j. C. de Moei Vr, 55 jaar. ZOETER. WOUDE. G eb ore n: Petronolla Alida, D. van C. van Teijlingen en P. C. Janson. Getrouwd: Nicolaas Dniinebier 22 j. eu Jannetje Eriks 25 j. Opgave van personen, die zich te Leiden hebben gevestigd. A. Brinks en gezin, Korte Hansenstraat 1, spoorwegbeambte. M. M. van der Veen, Pasteurstraat 42. J. Severrien, Ufcr. Jaagpad 36, tuinier. J. Elles, Rapenburg 105, bouwk. opzich ter. H. W. Scheuer en gezin, Zoeterw. Singel 78, gep. majoor der genie N. O.-I. leger. A. F. Grijping, Utr. Jaagpad 41, bank werker. C. M. Lekkerkerker, Jan-vau-Houtkade 20 A. J. L Langeveld, Haarlemmerstraat 226, verpleegster. G. Brobbel Dorsman, Zoeterw. Singel 47, dienstbod©. G. C. Nauta-Van Wingen en gezin, Hooi. gracht 51. J. van Bènten en gezin, Haverstraat 95, koetsier. P. Kokkes, Nieuwe Rijn 62, bakker. D. Henny en gezin, 5de Binnenvest-gracht 9, kellner. J. Bontenbal, Pieter Huibertsliof 8. C. P. Nollen, Aalmarkt 28, winkeljuf frouw. D. Labmyère en gezin, Haverstraat 12. J. Huisman, Hoog© Rijndijk 21, dienst bode. J. R. Brouwer, Pr. Hendrikstraat 15 A. W. Verbrugge, Botermarkt 16, winkeljuf frouw. Wed. Kneyber en gerin, Oude Ve9t 123. H. Brugman en. gezin, Zijlstraat 1 A, schoenmaker. Bij de beraadslaging gisternamiddag ovor het wetsontwerp tot verhooging van Hoofd stuk VIIB der Staatsbegrooting voor 1910 (17de predikant dor NedHerv. Gcm. te Rotterdam) zeide de minis- tor van financiën, de he^r Kolk man, dat liet voor hem uiterst moeilijk is andere gegevens te verstrekken omtrent den-toestand van Rotterdam, dan die van d© gemeentelijke kerkelijke autoriteiten, waar de gemeente Rotterdam niet onder een hoo- gere kerkelijke controle staat. Spr. motiveerde nogmaals het toekennen van deze suhsidi© voor een 17den predi kant. Wijst men er op, dat andere kerkge nootschappen niet bij den Staat aankloppen, daarvoor kan spr. een woord van hulde hebben, maar dat behoeft niet .te bewijzen, dat de Rotterdn.Tn.sche gemeente niet deed wat zij kon. De grondwettige .kwestie lijkt spr. ten slotte uitgeput en on-cerbiedig uitge drukt zou spr. willen zeggen: men zou predikant moeten wezen, om er nog over te kunnen praten. Tegenover den beer Van der Feltz be streed de Minister de bewering, dat liet- tweede lid van art. 171 der Grondwet al leen zou slaan op de predikanten, in 1815 in dienst. Zou men den eisch stellen, dat alleen subsidie gegeven kon worden voor een reeds aangestelden leeraar, dan zou men het artikel tot een schijnbcpaling maken, aangezien de Gemeente toch zou zeggen geen predikant te kunnen aanstellen en de Staat met subsidie te wachten tot er een predi kant aangesteld is; aldus ging men een cirkelgang. Nogmaals verklaarde spr. ten slotte, dat met deze zaak geen precedent gesteld wordt. De beraadslaging werd gesloten en het wetsontwerp, zooals wij reeds meldden, met 21 tegen 17 stemmen verworpen. Tegen stemden d© heeren Laan, Bloember gen, Broebaart, Waller, Rahusen, Staal, Welt, Stork, Woltjer, Röell, Van Lobcn Seis, De Jong, Van Wclderen Rengers, Frans- sen, Sickenga, 't Hooft, Van Leeuwen, Pe- linck, Doyes, Van der Feltz, Van Star ken borgh. Hiorna werden nog tal van kloin-yrc ont werpen aangenomen, o.a. nadere bepalingen omtrent den accijns; het arbitrage-v-erdrag tusschen Nederland en Italië; de onteige ning voor het bouwen van eon stadhuis en post- en telegraafkantoor te Rotterdam en voor een pakketpost- en expeditiegebouw der posterijen aan do Dc-Ruyter-kade te Am sterdam; het ontwerp ter naasting van den spoorweg G oudaSchoonhoven. Do Kamer ging toen tot nadere bijecn- r&oping uiteen. „D© Nieuwe Courant" zogt van de Ka merzitting van gisteren o. in. De Eerst© Kamer hoeft haar zittingjaar besloten met een verwerping. De 17de Rot- terdamselio predikant, dien zij midden in d© discussie van 1 Juli jl.l had laten staan wachten, moet, na lien dagen in spanning te hebben d-oorgebraeht, platzak naar huis gaan. Met 21 tegen 17 stemmen ontzegde man hem eon traktements-subsidie uit de Staatskas. De Kamer heeft zich niet laten over tuigen door do herhaalde verzekering van den (Minister van Financiën, dat er „niets aan dit wetsontwerp vastzit" en dat men alle ver dere aanvragen (waarvan er een aantal in uitricht zijn gesteld) elk naar haar eigen mérites zou kunnen booordeelen. Hiermede is nu uitgemaakt, naar ons voorkomt, dat verdere uitbreiding van de financieele be trekkingen tusschen Staat en kerkgenoot schappen al zegt art. j 171 der Grond wet, dat het kan niet gewenscHt wordt.. Hot is althans niet waarschijnlijk, dat een Minister van Financiën zich, na deze ervaring, door oen Roomschen bewindsman met een aanvraag ten behoeve van oen Her vormd predikant opgedaan, ooit wocr aan iets dergelijks zal wagen. In deze weigering moge, vergelijkenderwijs, iets onbillijks ge legen zijn tegenover de Ned.-Herv. Gemeen, to to Rotterdam, toch valt er dit voor te zeggen, dat nu althans dc toepassing van genpemd Grondwetsartikel gefixeerd is go- warden, totdat het door een ander zal zijn vervangen. Bij do aanstaande Grondwets herziening zal het niet ongewijzigd kunnen blijven. "Vijf antirevolutionaire stommen werden er tegen uitgebracht, die van de heeren Waller, Woltjer, Van Löbcn Seis, Franss-en en 't Hooft. Overigens stemde dï geheolc lin kerzijde (16 man) tegen, anders dan in de Tweede Kamer, waar het ontwerp vier stem men van links verkreeg. Alle Roomschen gingen met den Minister van Financiën en den dominee mode. Onder de menigte wetsontwerpen, die aan genomen werden, whs ook dat tot subsi- dieering van het moer uitgebreid en uit gebreid lager onderwijs. Daarbij deed zich het curieuze verschijnsel voor, dat de heer Woltjer op wiens wenk het. ontwerp vroeger zoodanig was gewijzigd, dat er vcor de linkerzijde van de Tweede Kamer het mooie van af was er nu in zijn ge-wij zigden vorm niet van wilde weten en tegen stemde. Met liem de heeren Laan, Staal en Röell, wier bezwaren wel evenwijdig zul len geloopen hebben aan die, wellce de lin kerzijde der Tweede Kamer deden tegen stemmen, nadat het amendement-'Wijnbergen- Van der Molen de oorspronkelijke bedoeling was komen faussoeren. Het „Handelsblad" zegt: Het bedenkelijke tornen aan den status que in zake de verhouding tusschen Kerk en Staat, dat minister Kolkman met dit voorstel, vrij luchtigjes, zou hebben begon nen, is dus gelukkig nog tijdig gestuit. En de Eerste Kamer heeft dus weer tens gedaan wat de Tweede had verzuimd. De „Nieuwe Rotterdamsehe Courant": Aan de overzijde van het Binnenhof was het voorstel (omtrent den predikaat) er met 45- tegen 21 stemmen doorgegaan. De gan- sche rechterzijde heeft daar voorgestemd (evenals vier unie-liberalen). In onzen Se naat echter, waar het politiek opportunisme veelal minder welig tiert dan in de Tweede Kamer, konden de meeste anti-revolutio nairen het niet over zich verkrijgen, voor het verleenen der subsidie te stemmen. Men was bevreesd voor het stellen van een vèr-rei- kend antecedent; men sprak van onrecht vaardigheid jegens andere .minder welwil lend beduchte Ned.-Hervormde Gemeenten, om van de Gereformeerde Gemeenten (die troetelkinderen van sommige anti-revo lutionairen) maar heelemaal te zwijgen. En ook van liberale zijde werd hetzij onder be roep op de geschiedenis (gelijk de heer Van Weideren Rengers in de vorige vergadering deed), hetzij op grond van grondwettelijke bezwaren, het voorstel, bestreden. Die oon- stitutioneele bezwaren werden behoeven wij het nog te zeggen aangevoerd "cïoor den trouwen wachter bij onze staatsrege ling, den heer Van der Feltz, die meende, dat artikel 171* tweede lid, der Grondwet- niet toeliet, dat vaststelling van een sfagts- traktement aan de beroeping van een pre dikant zou voorafgaan. Wij moeten er aan toevoegen, dat dit argument op niet onver dienstelijke wijze door den Minister bestre den is geworden. Hoe dit zij, de Ned.-Herv. Gemeente te Rotterdam zal liet zonder de f 1500 rijkssub sidie moeten .stellen. In het Kameroverzicht van „Do Maasbo* de" 'lezen wij Ofschoon die beslissing gevallen is buiten de Eerste Kamer der Staten-Generaal, mo gen we er in dit overzicht wel op wijzen, dat juist heden, Dindagochtend de Provin ciale Staten van Zuid-Holland het Eerste Kamerlid Van Heeckeren van Keil niet- als zoodanig hebben herkozen. Die beslissing is gevallen zonder dat oc-k maar één stem ten gunste van den aftredende, werd uitge bracht. En daarbij heeft vooral den door slag gegeven het feit, dat de heer Van Heeckeren in de eerste jaren van zijn. lid maatschap bijna nooit de zittingen van den Senaat bijwoondeterwijl hij later, toen hij dan als senator iote minder non-actief was, zijn activiteit bepaalde tot het bespreken van zijn eigen aangelegenheden; terwijl hij nooit deelnam aan beraadslagingen over 's lands belangen of die liepen over onder werpen van belangrijke, politieken aard. En ten slotte gaf, tot het nu gevallen votum der Provinciale Staten van Zuid-Holland nog deze overweging den doorslag, dat d© heer Van Heeckeren door zijn jongste op treden in de Eerste Kamer heeft bewezen niet te kennen het onderscheid, dat er be staat tusschen de Eerste Kamer en hetgeen tot haar territoir behoort^ en de Tweede Kamer met haar eigen territoir. De heer Van Heeckeren is dus beden ge vonnist En juist op hetzelfde uur, waarop de Zuid- Hollandsche Staten bezig waren dit vonnis te voltrekken, kwam in de Eerste Kamer de heer Van Lamsweerde het opnemen voor dezen diplomaat-senator. Immers kwam de heer Van Lamsweerde op tegen de wijze, waarop in de vorige zitting tijdens het Van- Heeckeren-debat. de motie-Rengers is aan genomen, welige motie toen het debat deed doodloopen. De bezwaren van. den heer Van Lamsweer de v/aren van zuiver formeeden aard. Im- mers verklaarde hij dat zou geschonden zijn art. 39 van het Reglement van Orde. Maar het grappig© daarbij was, dat Hij, om deze formeele bezwaren te berde te kunnen brengeu, zich plaatste op zuiver-practisch standpunt en do motie-Rengers eenvoudig verklaarde te zijn een motie tot sluiting, van het debat. Dit nu was die motie niet. Zij was de zuivere motie van orde; een motie, waarin de Kamer, zich voldaan verklarend© over de gegeven inlichtingen, concludeerde om over te gaan tot do orde van den dag. Practisch leidde zij wel tot hetzelfde re sultaat als een motie tot sluiting van debat; maar formeel was zij iets geheel anders. En formeel kon men zich er dus nooit op beroepen, dat art. 19 van bet Reglement van Orde geschonden was. Wat deed nu echter de heer Van Lams weerde 1 Hij wierp al dat formeele op rij en noem de de motie-Rengers op zuiver-practische overwegingen een sluitings-motie. Maar een maal zoo ver, begroef hij zich dan weer plotseling zeer diep onder formeele bezwa ren, om aan t© tooncn, dat die, door hem zelf eerst verfomfaaide motie niet deugde. De Voorzitter hield dan ook staande, dat er bii het Van-Heeckeren-debat geen infor maliteiten zijn gepleegd. En toen memand bet woord meer vroeg, werden de beraad slagingen gesloten waarmee ook dit restje van het Van-Heeckeren-debat van de baan Ten slotte werd toch nog het traktement voor de 17de predikants-plaats te Rotter dam geweigerd. De Kamer stemde het af met 21 tegen 17 stemmen. Een stemming overigens, die niet bij all© tegenstemmers kan voortgekomen rijn uit anti-kerkelijke gevoelens. Er zullen daarbij wel andere overwegingen hebben voorgezeten; en zoo zou het ons niets verwonderen, als sommi gen hebben tegengestemd alleen uit vrees voor de consequenties, die van het toe staan van dit predikantetraktement h'et ge volg zouden kunnen zijn. De heer Van der Molen is vandaag ook nog vijf minuten in de Eerste Kamer ge weest om zijn wetsontwerp tot wijziging dei Lager Onderwijswet (Tegeling der bevoegd heden van de houders der onderwijsakten, uitgereikt in 18903 to verdedigen. Daar eï niemand het woord vroeg, bepaalde die ver dediging zich tot het plaats nemen door den heer Van der Molen in een der senatoren- banken die hij, scheen h'et, slechts noode en aarzelend verliet. Wat zélfs de Voorzitter grappig schijnt te hebben gevonden. Mijnheer de Redacteur 1 Met kracht en klem wil ik opkomen tegen do valsohe voorstelling van den anoniemen Briefschrijver, als zou ik meermalen, oo ware berichten in dit blad plaatsen. In al de jaren van mijn correspondent schap heeft nog nooit iemand mij van on waarheid in dit blad beschuldigd terwijl het van algemeene bekendheid is en ook in dezen Brief weer is gebleken, dat dc Brief schrijver met de waarheid soms rare bok- kesprongen maakt. Daar is hij dan ook anoniem Briefschrijver voor. Wat de twee door hem genoemde feiten betreft, wil ik mededeelen, dat de haring- prijzen mij door den officeelen afslager worden bekend gemaakt, en wat de zaak met die ruiten betreft, de heer anonieme Briefschrijver heeft in dezen zeker een even onpartijdig onderzoek ingesteld als naar de bewuste bedreigmg&zaak. Dit, wat mijn naam als eerlijk correspon dent aangaat. Wat den heer officier van justitie bewo gen heeft, de „zaak'"' niet voor vervolging vatbaar te vinden, ligt voor mij en zeer veel anderen nog in het duister; wellicht komt ér later meer licht in deze zaak. Dat ik de onschuldig-verklaring niet mededeelde, is omdat het geding nog niet ten einde, maar integendeel in vollen gang is. Wel kan ik mededeelen, dat wij van welingelichte zijde vernamen, dat de Inspecteur een dagvaar ding heeft ontvangen om voor den kanton rechter te verschijnen^ ter zake van het te gen het verbod in op het aardappelenveld komen. De Briefschrijver zegt op onderzoek te zijn uitgegaan doch bij wient Had hij zijn licht opgestoken bij de beleedigde partij of het aantal getuigen aan haar zijde, zijn oordeel zou wel anders rijn uatgcrvallen. Maar de goede man wil, dat de politie gevreesd wordt; dus is zijn oordeel steeds eenzijdig. Wij willen hier even weergeven de woor delijke verklaring van een ooggetuige, die er geen belang bij heeft, de zaken an ders voor te stellen dan deze rioh' hebben toegedragen. „Toen ik 's avonds ongeveer halfzeven van mijn werk huiswaarts keerde, zag ik, dat P. Haasnoot stond te praten met een Pater van het gymnasium te Katwijk-B innen en. mijns inziens hadden zfj nogal een neftige woordenwisseling en daarom Bleef ik staan kijken. Ik hoorde toen den Pa-ter zeggen, dat, wanneer hij den bal niet uit hef aardap pelveld mocht halen, hij de politie zou laten halen. Nadat een zekere Tan Egmond, fotograaf te Katwijk-Binneu, genoemden Pater wat in het oor gefluisterd had, reed hij weg, waarna P. Haasnoot weder aan zijn werk ging. Ongevéer een halfuur na het vertrek van den heer Van Kgmond kwam de inspecteur van politie pér Beta aanrijden en begaf zioh naar den Pater. Na met desen e enige woorden gewisseld te hebben, begaf hij rich in het aardappelen veld en begon naar den bal te zoeken, waar op de Gebrs. Haasnoot zich tot hem bega ven en op den dijk, grenzende aan het aardappelenveld, hem verschillende keeren aanmaanden hun aardappelenveld te verla ten, met de opmerking, dat, wanneer hij ge vraagd had, deze handeling te mogen doen, dit niet geweigerd zou rijn. De inspecteur antwoordde hierop, dat hij dit niet behoefde te doen, daar bij dit doen moest vanwege de bediening van zijn ambt. Door mij werd niet gezien, dat één der Gebrs. Haasnoot den inspecteur bedreigde, hoewel er wel heftige woorden werden ge wisseld. Daarna haalde de inspecteur een revolver uit een tasehje en hield die in de hand Ek hoorde daarna den inspecteur de woorden bezigen, ongeveer in deeen zin omvat: ,,Ik schiet er door heen." De ander© woor den rijn door mij niet goed verstaan. Hier na verlieten de Gebrs. Haasnoot het land. Na nog eenigen tijd in het aardappelen veld gezocht te hebben werd de bal dooï den inspecteur gevonden en aan den Pater ter hand gesteld." (Volgt de onderteekening). Uw correspondent voor Katwijk-aan-Zee Katwijk-aan-Zee, 13 Juli 1910. CORRESPONDENTIE. Een paar ingezonden stukken moesten tot een vol gend nummer blijven liggen. Vereeniging; Tan huiseigenaren. Onlangs heeft te 's-Gravenhage een ver gadering plaatg gehad van vertegenwoordi gers van vereenigingen van huiseigenaren te Amsterdam, Leiden, Haarlem, Den Haag, Delft, Dordrecht en Rotterdam, op welke vergadering middelen van verweer werden besproken tegen de huidige toepas sing van de Woningwet en plaatselijke ver ordeningen en tevens het denkbeeld ter sprake kwam van 't oprichten van een Lan- delijken Bond van vereenigingen van Huis eigenaren. Een voorloopig comité werd ge kozen, waarin o.a. zitting nemen de heeren Peeters (Amsterdam)Van der Horst, (Leiden), Eckhart (Den Haag) en Schaf- fers (Dordrecht). Als gevolg der getroffen voorbereidingen heeft dit comité nu tegen Donderdag 14 Juii a.s. een groote vergadering te Utrecht uitgeschreven en per circulaire de vereeni gingen van huiseigenaren in ons land tot deelname uitgenoodigd. Op deze vergadering zrullen in hoofdzaak de volgende punten besproken worden: In beginsel te besluiten tot oprichting van een „Landelijken Bond van vereenigin gen van Huiseigenaren." De middelen van verweer tegen de hui dige toepassing en uitvoering van de Wo ningwet en plaatselijke verordeningen en het op touw zetten eener beweging om bij de in uitricht gestelde wetswijziging der Woningwet, de bestaande grieven aan de Regeering kenbaar te maken, en haai* over de beJAngen der huiseigenaren in t© lichten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 6