Spoorweg-hygiëne. STOFGOUD. RECEPT. voet te gaan, meer te dansen en meer lichaamsoefeningen te nemen, aangezien de. ze voor de verlammende ziekte, den plat voet, behoeden. Daar menigeen reeds herhaald* malen door het eten in een spijswagan zijn maag be dorven heeft, is het aan te bevolen van der gelijke gelegenheden slechts in het uiter ste geval gebruik te maken. Is men op een lange reis gedwongen iets in een spoor wagen te nuttigen, dan neme mén er in geen geval visah, salade of worst in wel ken vorm ook, en vleesch slechts dan, als zorgvuldige inspectie met het reukor gaan gunstig uitvalt. 't Ia te betreuren, dat in de spijs wagens de noodzakelijke zindelijkheid niet betracht wordt, maar wie gewaarschuwd en op zijn hoede js, kan zichzelf tegen het gevaar, dat van deze zijde te duchten is, bescber- men- Dit geldt, helaas, niet voor een ander en veel ernstiger gevaar, waaraan wij, in een tredn reizend, zijn blootgesteld. De spoor wegcoupé^ leveren n.l. gevaar voor in fee- tie, waarvoor men zichzelf niet kan behoe den en waaraan wij hulpeloos overgeleverd zijn, zoolang de spoorwegdirecties de een voudigste hygiënische maatregelen negeerm. Gelukkig is de laatste jaren in de mees te beschaafde noordelijke landen het spu wen op den grond wel verminderd, maar in Italië bijv. heeft het publiek van het weer zinwekkende dezer gewoonte en van hst gewaar, dat tuberkelbacillen kunnen ver oorzaken, nog niet veel notie. Dat zich evon- Jwiel op een houten vloer en vooral in de Voegen veel vnil en stof ophoopt, is toch gemakkelijk te begrijpen en ook waar te nemen. Vooral ziet men dat goed aan de Belgische grenzen, waar de douanen de meest onpractdsche en ontoegankelijke hoe ken en gaatjes tusschen zitbank en vloer met haken doorwoelen om te onderzoeken, of een reiziger wellicht wat verstopt heeft. dit onderzoek wordt heel wat stof voor den dag gehaald en dat dit stof een ge- $jaarlijke substantie is, ligt maar al te zeer Vootr dé band. Immers, veelvuldig worden In de spoorwegcoupés lijders aan besmet telijke ziekten vervoerd, eensdeels patiën ten, die bijv. jnna.T een ziekenhuis getrans porteerd moeten worden, anderdeels reizi gers, die, onbewust van het gevaar, dat zij Vootr anderen veroorzaken, toevallig lijdend fcjpj aan een oif andere infectieuze ziekte: Van een' lichte keelontsteking af tot den «waoTsten vorm van tuberculose toe. Gemakkelijk zou hier een groote verbe tering kunnen worden aangebracht door de Vloeren met linoleum te bedekken en dit tegen de zijwanden om te slaan, zoodat tusschen vloer $n wand geen naad - waar- stof zich ophoopen kan openbleef. In het onzindelijke Zuiden, waar men meer pp den grond spuwt, maar eveneens in het zindelijker Noorden, waar men dit minder doet, kan men alle dagen een andere on hebbelijkheid waarnemen, n.l. dat de rei zigers hun voeten met vuile schoenen op de kussens der zitbanken leggen. Als een vermoeide reiziger lust heeft zijn leden te strekken en de ruimte daarvoor aanwezig is, waarom zou hij het dan. laten? Daarvoor bestaat geen reden, als hij het maar niet ten koste doet van diegean, die later op de verontreinigde plaats moet zit ten. Als welopgevoed mensch die toch thuis ook zijn vuile schoenen niet op een fluweelen kussen legt kan hij minstens eerst het kussen met een stuk courant of iets dergelijks bedekken. Het gevaar, dat deze wijze van. verontreiniging der spoor wegcoupés doet ontstaan, zou belangrijk Verminderen, als de kussens bekleed waren met een gladde stof of voorzien zouden zijn Van «een afwaschbaax overtrek. In de laatste tien jaren hebben in ver schillende landen de schoolartsen zich zeer verdienstelijk gemaakt ten opzichte van het opkomende geslacht, doordat zij, in samen werking met besturen, van stad en land, het tot-stand-komen van hygiënisch inge richte schoollokalen, met licht, lucht eu water hebben bevorderd. Hierdoor is do school die in het algemeen een infectie- en corruptie-inrichting is minder ge vaarlijk geworden voor de jeugd. Waarom zouden spoorweg-artsen met de directies der spoorweg-maatschappijen niet iets dergelijks kunnen verrichten voor de reizigers De beste strijd tus&chen concurreerende spoorweg-maatschappijen zal die zijn, waar bij een Maatschappij haar coupés op mo- dern-hygïënische wijze doet bouwen en zin delijk houdt. Nu het publiek zich óók voor. de hygiene begint te interesseeren, zal deze Maatschappij haar concurrenten óf spoe dig buiten gevecht stellen óf hen dwingen haar voorbeeld te volgen. Daarmede zal zij een goed werk ten algemeenen nutte hebben gedaan. Ook ons leven moet een kunstwerk zijn: die om zioh been het schoone liefheeft, hoe zou hij in eigen willen en doen aan het af zichtelijke een plaats kunnen inruimen en wanorde bevorderen? Prof. Opzoomer. Wie het beste wil, moet vaak het bitterste verdragen. L a v a t e r. Maccaroni met ragout van kalfsvleesch enham. In kokend water met zout worden 250 gram maccaroni gaar gekookt. 600 gram res ten van kalfsvleesch en 250 gram ham wor den bij de gaar gekookte maccaroni gevoegd, bet nat gebonden met drie eieren en alles in een vuurvast schoteltje geplaatst met schijven citroen en paneermeel er bovenop. Dit mengsel ongeveer een halfuur in een matig verhitten oven laten staan. Op eenredacti e-b u r e a u. Het is druk en het wachten is op de kopij van een vergadering, die de nieuwe jonge repor ter heeft bijgewoond. „Nog niet klaar?" vraagt de hoofdredac teur. „Maak er een ednd aan." „Nog maar een enkele zinsnede, mijn- beer" is het antwoord. „Ik kan er niet goed uitkomen." „Is 't aan het eind?" „Ja, mijnheer." „Zet dan maar: „Luid applaus."" „Maar..." „Gauw wat, wij komen anders te laat." De nieuwe reporter vult het aldus in. Tot zijn schrik leest de chef-redacteur den volgenden ochtend aan het slot van de groote redevoering van den vertegenwoor diger van het district: „Vrienden, ik zal nog slechts enkele minuten van uw aandacht vergen." „Luid applaus." Slim. De heer Snuffig wil zich laten scheren en is zoo juist ingezeept. „Weet u ook, mijnheer Snuffig," vraagt de barbier hem, „welke bieren het meest schuimen?" „Ja zeker!" „Wel, lichte bieren, natuurlijk „Misgeraden, mijnheer Snuffig! Het meest schuimen... barbieren!" „Een leuke mop 1 Die zal ik onthouden!" 's Avonds zit de heer Snuffig volgens zijn gewoonte in het door hem uitverkoren kof fiehuis aan de kletstafel en bekijkt zijn glaj schuimend gerstenat. „Wie van de heeren kan raden," roep^ hij plotseling, „welke bieren het meee| schuimen Algemeen verzinnen. Men geeft het ten slotte op. „Nu, wfelke dan?" „Kappers," zegt de beer Snuffig zege vierend grinnikend om zijn „leuke mop". Gevat. De onderwijzer sprak eeij ernstig woord tot de jongeren over de .ge-f varen op hun levenspad. „Er moet geen uwer zijn, die ooit een plaats bezoekt, waarheen hij ook zijn zu&j ter Diet zou kunnen brengen," sprak hij., En vervolgende: „Is er één uwer, die dqj waarheid van dezen wijzen regel niet zotf willen onderschrijven?" vroeg hij. Eén der jongens stak den vinger op. „Hoe? Zoudt gij een plaats kennen ei$ die willen bezoeken, waarvan gij wist, dat uw zuster er niet kon komen? Welke is die: plaats dan Spreek „De barbier," luidde het antwoord. Consciëntieus. Hotelhou der (tot kamermeisje)„Kamer nummer tién moet voor een vegetariër gereserveerd worden. Verwissel dus de matras van paar denhaar met een van zeegras." De eerste gedachte. Papa: „Frits, de ooievaar beeft je een broertje gebracht. F rits: „Hoera, dat is er nog een, die ransel krijgt!" „Zeg, oude heer, heb je al van het spoor wegongeluk gehoord?" „Neen, wat is er gebeurd?" „Wel, zooeven is je schoonmoeder met den sneltrein aangekomen." O wee! Waarzegster: „Uw aan staande echtgenoot zal groot zijn, zwart, baar hebben en veel geld." Dame: „Mooi! Maar kunt u me ook zeggen, hoe ik van den man, dien ik nu heb, kan afkomen?" Plichtsgevoel. Het gebeurde in een dorpje in Duitschland. De oude nachtwacht vierde zijn gouden ambtsjubilé en hem werd 's avonds door de zangvereeniging daar ter plaatse een sere nade gebracht. Nadat het laatste vers ge zongen was, trad de oude naar voren en dankte ieder afzonderlijk met een warmen handdruk. Toen, met verheffing van stem, zeide de man zichtbaar geroerd: „Mijne heeren, ik ben diep ontroerd, maar helaas ik moet u allen opschrijven, daar u verzuimd hebt om verlof te vragen aan de autoriteiten voor deze serenade." De bijziende kellner. Kof fiehuishouder: „Je bant een ezel, Johan. Daar heb je over den Bordeaux in plaats van spinneweb een oude voile van mijn vrouw gehangen." Tariefsherziening. - Twee vrien den bereiken na een wandeling een over haal, en geven den veerman te kennen, dat zij den anderen oever wenschen te bereiken. Tijdens de overvaart geeft de veerman op zeer woeste manier blijk van zijn ontevre denheid over het late komen zijner passa giers: „Hadden jelui wat harder geloopen, dan kon je gelijk met die andere mensehen zijn overgezetDeze zinsnede wordt nog aangevuld met een fortissimo uitgesproken „Ezels 1" In den angst wordt de wijsheid geboren, zoo"!at de jongelui bij het verlaten der pont den schipper slechts de halve vracht beta len. En hem, die hierover opnieuw in toorn ontbrandt, wijzen op het tariefbord: Yee half geld De vrienden snellijk af. De veerman tu rend op z'n tariefbord, daarna op z'n neus.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 22