Dickens was in zijn glanstijdperk zoo
verkwistend, dat hij, naar een oppervlakki
ge schatting, bijna vier millioen uitgaf, en
deze belangrijke som had hij enkel en alleen
met schaven verdiend.
Ondanks zijn zucht tot verkwisten, kon
iij zijn erfgenamen nog drie millioen na
laten,-
Tegenwoordig zoo schreef Lucien Eleu
in het Zondags-blad van de „Gaulois" --
betalen in Engeland en Amerika de con
tanten en tijdschriften en ook de uitgevers
den beroemden schrijvers niet meer naar de
bladzijden en ook niet meer per regel, maar
per woord.
Een braaf man, voor wien de moderne
literatuur een boek met zeven sloten was,-
wilde niet gelooven, dat Rudyard Kipling
een gulden per woord ontving. Om te zien
of het waar was, schreef hij aan den schrij
ver van „Jungle book": „Schrijft u mij
eens iets."
Daar bij dien brief een gulden was ge
voegd, voldeed Kipling zeer nauwgezet aan
het verlangde en schreef: „Dank 1"
Kipling wordt zoo duur betaald, omdat
de uitgevers er inderdaad ie te aan verdie
nen.
Iedere Engelsche of Amerikaansohe uit
gever betaalt dezen auteur voor een kleine
bovelle gaarne 12,000 gulden.
Al wordt ook het betreffende tijdschrift
niet aanstonds door Kiplings medewerking
in de hoogte gevoerd, het is toch in ieder
geval een uitstekende reclame.
En deze zelfde Kipling kon eenige jaren
geleden voor een van rijn mooiste Indi
sche vertellingen slechts met moeite 120
gulden krijgen. Hij was toen reeds zeer be
kend, maar Bombay en Calcutta waren als
namen voor vertellingen den goeden oom
Sam niet belangwekkend genoeg.
De uitgever, die destijds de vertelling
gekocht had, stelde rich van de zaak zoo
weinig voor, dat hij het manuscript achte
loos in een lade wierp; hij vergat het ver
volgens geheel en al, zelfs den naam van
den auteur.
Toen Kipling eenige jaren later weer in
Amerika vertoefde, herinnerde hij na een
jdiner in de Club den vergeetachtigen uit
gever aan zijn Indische vertelling.
De uitgever meende, dat hij een slag in
zijn gezicht kreeg; hij goot zijn koffie naar
binnen en vloog zoo vlug als hij maar kon
naar huis, om alle laden te openen en over
hoop te werpen.
Het vergeten manuscript were, terugge
vonden en bracht den gelukkigen bezitter
een zuivere winst op van 15,000 gulden.
Dat ook de schrijvers-kunst aan een stij
gen en dalen onderhevig is, bewijst het ge
val van den roman-dichter George du Mau-
rier, een der best betaalde auteurs van n-
geland. Du Mauri er srhreef, na eenige goed
ontvangenwerken, den roman „Trilhy",
waarvoor een uitgever hem 21,000 gulden
bood.
„Maar dat is immers krankzinnigheid,"
zeide Du Maurier bij de onderteekening van
het contract. „U zult al uw geld ver
liezen."
Het werd echter een verbazend suooea,
want Trilby" bracht den uitgever hon
derd duizenden op. Ten gevolge van dit suc-
oes bemachtigde de uitgever aanstonds Du
Maurier's nieuwe roman „The Martian" en
betaalde daarvoor 120,000 gulden.
Hiermee verloor hij zijn geheele vermo
gen.
Tegenwoordig is de best betaalde schrij
ver Sir Arthur Conan Doyle.
Als arts te Edinburg ontving hij voor een
novelle zes en dertig gulden. Tegenwoordig
levert hem zijn „Sherlock-Holmes"-serie, al
les bij elkaar genomen, een rijksdaalder per
woord op.
Voor „The White Company", een werk,
dat met „Sherlock Holmes" niet kan wor
den vergeleken, ontving hij 60,000 gulden.
Na hem komen Thomas Henry, Hall Cai-
ne en miss Marie Corelli.
Humphry Ward ontving voor zes romans,
waaronder zich ..Lady Rose's daughter" be
vond, 300,000 dollars.
Tegenwoordig verkoopt Georg Darr Cut-
obeon i rijn werken bij minstens 100,000
exemplaren: in zes jaren tijds heeft hij op
deze wijze 12,000,000 exemplaren op de
markt geworpen. Romandichters, die zoo
„goed gaan", ontvangen gewoonlijk als ho
norarium het derde gedeelte van den ver
koopsprijs van het boek. De verkoopsprijs
van één boek bedraagt een dollar.
Als men nu de zaak maar eens uitrekent.
Thomas Dixon verdiende met een van
zijn romans 150,000 gulden. De roman „The
Clansman" bracht hem „slechts" 90,000
gulden op. Daar deze roman evenwel ook
voor het tooneel werd bewerkt, vermeerder
de het boek op deze wijze het vermogen
van Dixon met 300,000 dollars.
In Rusland, Duitschland, Italië en Span
je rijn meerdere romanschrijvers, die met
hun werken eveneens aardige sommen ver
dienen. Maar vergeleken bij bovengenoemd©
sommen is dat alles van geen beteekenis.
Alleen in Frankrijk nadert men eenigs-
zina maar ook slechts eenigszins de
reuzensommen der Engelsohe en Amerikaan-
soho schrijvers.
Mannen als Jules Mary, Pierre Decour-
oelles en vier of vijf anderen, die slechts
romans voor dagbladen sohrijven, verdie
nen minstens evenveel als vroeger Monté-
pin; die in Januari eiken dag aardbeien at
en wijn dronk van 50 franken de flesch.
Zeer goede prijzen maken ook nog zekere
„psychologische" romansohrijvers, als Da
niel Lesueur, Paul Margueritte, Rosny,
Gaston Leroux, Maurice Leblanc ca ande
ren.
Deze romanschrijvers ontvangen gemid
deld 75 centimes tot anderhal ven frank p ir
woord en hun romans tellen niet zelden'
40,000 woorden.
Om kort te gaan, de roman-literatuur over
de geheele wereld is niet erg te beklagen,
en er is slechts één ding, dat haar schade
berokkent, en dat is de overproductie.
En daar van den anderen kant ook de
uitgevers niet van honger sterven, zoo moest
de schilderij in de „Letterkundige Club" te
New-York, als rij aan d© waarheid zou be
antwoorden zoowel den schrijver als den uit
gever voorstellen als vroolijk opgewekte,
goed doorvoede mens.1 en.
PLATVOETEN.
De platvoet is een gevaar, dat met het
stadsleven innig samenhangt Het kwaad
treft alle leeftijden en alle standen en be
dreigt de gezondheid en de levenskracht van
het volk. 't Is dus d© plicht van de schoenen-
fabrikanten, om aan de uitbreiding er van
paal en perk te stellen en aan het volk de
natuurlijke gezondheid der voeten en beenen
terug te geven.
Het is een dwaasheid de oogen te sluiten
voor de uitbreiding van den platvoet; een
dwaasheid nog langer te gelooven, dat alleen
vrouwen aan het doorbuigen van de wreef
lijden en dat rij het slachtoffer harer ijdel-
heid zijn, als zij voortgaan schoenen met
hooge hakken en sPi^1 toeioopende neuzen
te dragen. Mannen, vrouwen en kinderen,
allen lijden aan de misvormende ziekte.
Haar oorzaken liggen niet in den schoenen-
handel, dooh dieper, zoowel in de afdwa
lingen onzer maatschappij, die aan de mo
derne, weelderige en zittende levenswijze
zijn toe te schrijven, risook ge
vaarlijke omstandigheden va" ons indus
trieel systeem.
In de laatste jaren heeft de platvoetig-
heid zich onder de bevolking meer verbreid
dan welke andere ziekte ook; zij is, bijna
zonder tegenstand te ontmoeten, toegeno
men, want er zijn slechts zwakke pogingen
gedaan om haar tegen te gaan; terwijl de
bestrijding van andere ziekten met de mees
te kracht, evengoed door mannen van het
hoogste gezag als door de massa van het
volk, ondersteund werd. De uitbreiding van
den platvoet wordt door de groote toene
ming van den verkoop van inlegzolen even
goed bewezen als door het toenemen van
het aantal lieden, die naar den dokter loo-
pen om verzachting van het euvel te zoe
ken. In het laatste jaar moet de toeneming
van de ziekte van den voet groot geweest
rijn, daar de firma's, die schoenzolen,
voor platvoeten maken, haar omzet aan
zienlijk hebben vergroot. Dezo uitbreiding
bewijst duidelijk, dat tegenwoordig een veel
grooter aantal personen aan platvoeten
lijdt dan in het vorige jaar.
Wil men de toeneming van den platvoet
bestrijden, dan moeten zoowel de slachtof
fers van de ziekte als diegenen, die ei»
door bedreigd worden, eerst omtrent haar
oorzaken volledig worden ingelicht. Een
menigte personen, die strompelend huns'
weegs gaan, gelooven, dat zij niet aan plat-*
voetigheid zouden lijden, als de schoenen'
nog evengoed zouden ritten als in den goe-!
den ouden tijd. Dit gaat niet op. De schoe
nen, welke men tegenwoordig maakt, zijn'
beter afgewerkt en hebben een beteren zit
dan ooit een schoen sedert de dagen der
eenvoudige sandalen. Als tegenwoordig;
iemand een paar schoenen aantrekt, die;
hem pijn doen, dan is de schoenmaker niet
meer te laken dan de restaurateur, die aan'
een bezoeker een goed, krachtig middagmaal'
voorzet, waardoor deze onpasselijk wordt.
Ieder moest weten, wanneer zijn schoe-,
nen hem drukken, evenals hij moest welen,
wanneer hij met eten moet ophouden. De
voornaamste oorzaken van den platvoet zijn
in onze toenemende weelde en in zekere ge-
vaarbrengende verhoudingen van ons indus
trieel systeem te vinden. Electrische trams
en automobielen en liften heffen een zwaren
tol in de gestalte van lijden en pijnen van
degenen, die meenen dat het goedkoop er is
te rijden dan te loopen. De man, iie zooi
leder bespaart door geld uit te geven voor
het gebruik van een rijgelegenheid) betaalt
later het meervoudige aan den arts voor'
geneesmiddelen tegen voetlijden of strora-l
pelt als een gebroken man voort. De weeldei
van onzen tijd, de voedingspreparaten, de'
snelle maaltijden voeden het lichaam niet»
meer zooals de krachtiger, grover kost on
zer voorvaderen. Zoo zijn dunne beenen in'
de plaats getreden van de flinke onzer!
voorvaderen. Dezen wisten niets van een,
doorgezakte wreef; het lijden is een gevolg
van de moderne beschaving.
Wij laten eenige gevallen volgen, die aan.
het dagboek van een arts eener grocbe stad
ontleend zijn. Zij toonen duidelijk, hoe ce
platvoet de geesel onzer moderne niaat-
schappij is geworden.
Een motorwagen-bestuurder, gewicht 190.
pond, algemsene gezondheid goed, klaagt!
over pijnen in zijn voeten en beenen wreefj
bijna plat; ik zond hem naar den schoenen-,
winkel om inlegzolen voor platvoeten, raad-!
de hem aan dagelijks te voet naar zijn wa-;
genloods en van daar terug te gaan. Hij.
had de gewoonte, gedurende den arbeidstijd
op het voorste platform van zijn wagen te:
staan en reed naar huis als zijn dagwerk;
was afgeloopen. Hij gaf zijn voeten geen,
voldoende oefening en de spieren verslap-;
ten.
Tandarts; zwak van lichaamsbouw; werk
te dagelijks tien uren staande bij het
handelen van de patiënten, die in een stoel
zitten; kwam eiken avond vermoeid thu'S1
braoht de avonduren in een leuningstoel)
door om zijn voeten te laten uitrusten. De=
wreef was bij beid© voeten zwak geworden.'
Algeraeene gezondheid goed. Men ardd6j
i hem aan elke week een namiddag vrij te
nemen en in den zomer tennis te spelen; in
den winter rolschaatsen te rijden en t© dan-,
sen. Heeft oefeningen van den voet en:
de beenspieren noodig.
Een schoolmeisje; te hooge hakken voor
haar leeftijd. Raadde haar aan les te no
men in de verzorging van het lichaam en
thuis sandalen te dragen.
Een reeks andere gevallen zijn aan dezz
gelijk. In geen ge^al had de schoenmaKjr
de schuld. Steeds werd den patiënt aange
raden meer te loopen, meer te dansen, meer
spelen te beoefenen. Hoe meer de bevolking
te voet gaat, danst en sport beoefent, des
te meer zooileder wordt er gebruikt. Het
is zoowel de plicht alsook het zaakbeiang
van den schoenenhandelaar, rijn klanten ex
op te wijzen, dat het noodig is, meer te