N°. 15447
Zateivïag 3 Juli,
A°. 1S10.
<§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Eon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
VIJF Bladen.
Vierde Blad.
Eerste Kamer.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—6 regels ƒ1,05. Iedere regel meer 0.17£. Grootere letters naar
plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 moorden 40 Oents contantelk
tiental moorden meer 10 Oents. Voor het inoasseeren wordt 0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per meek 9 OentBj per 3 maandenf 1.10.
Buiten Leiden, per looper en maar agenten gevestigd sijn 1.30.
Franco per post1.65.
Leiden, 2 Juii.
Door een. aantal deelnemers aan clen
gek ostum eerden optocht is het voornemen
opgevat een bezoek te brengen aan de ten
toonstelling te Brussel en zich daar te ver
toon en in hun kostuum. Ongetwijfeld zullen
de fraaie l7de-eeuwsche gewaden daar zeer
de aandacht trekken.
Dr. J. van Lonkhuizen} te Aarlander-
veen, heeft een onderzoek ingesteld naar
ie salarissen der Gereformeerde predikan
ten. Yan 531 hunner bleken er 154 te zijn,
die nog geen f 1000 salaris hebben, en 337
die een salaris genieten tussohen f 1000 en
1200.
In de te Appingedam gehouden Raads
vergadering heeft de voorzitter meegedeeld
dat B. en Ws. is gebleken, dat boeken en
kas van den plotseling overleden gemeente
ontvanger, tevens secretarie-ambtenaar,
niet in orde waren, doch dat het tekort
voldoende door borgstelling is gedekt.
Ter gelegenheid van het 25-jarig jubi
leum van den nestelkoetsier van H. M. de
Koningin was het stalpersoneel gistermor
gen om 10 uren in groot tenue aangetreden,
en sprak Z. K. H. Prins Hendrik den jubi
laris hartelijk toe. Namens H. M. de Ko
ningin vereerde Z. K. H. den heer Van Dui-
vonbode de zilveren medaille van de huis
orde van Oranje-Nassau.
Van zijn collega's ontving de jubilaris een
fraaie pendule met coupes.
Met ingang van 1 September 1910 heeft
dr. C. H. Brinkman eervol ontslag aange
vraagd uit zijn betrekking van leeraar in de
wiskunde en de warenkennis aan de Open
bare Handelsschool en daaraan verbonden
3de Hoogere Burgerschool met 3-jarigen
cursus te Amsterdam.
De kapitein-luitenant ter zee J. J.
Rambonnet, per particuliere gelegenheid uit
Oost-Indië in Nederland teruggekeerd, is
op non-activitéit gesteld.
Bij de koloniale reserve hebben in Juni
100 personen vrijwillig dienst genomen.
Maandag a. s. wordt het detachement
militairen van het Nederlandsche leger dat
bij de Hollandsche afd. op de Brusselsche
tentoonstelling bewakingsdienst verricht met
10 man versterkt, te weten met 2 manschap
pen van het korps rijdende artillerie; 2 van
het 3de regiment huzaren; 2 van de regi
menten veld-artillerie; 4 van het regiment
grenadiers en jagers (2 grenadiers en 2
jagers).
Het detachement vertrekt Maandag a. s.
Haar Brussel onder geleide van een wacht
meester van het eskadron ordonnansen.
HAARLEMMERMEER. De uitslag van
de premiekeuring van paarden, gehouden
te Hoofddorp, op den tweeden dag, is als
yolgt
Tweejarige merriën: Aangeboden 32
Btuks, 9 premiën van f 40"
Toegekend als volgt: W. Nieuwkoop,
N.-Amstel, met „Dadonia"Wed. A.
Ruighaver, Haarlemmermeer, met Marie'
A. de Groot, Haarlemmermeer, met „Ma
rie"; A. Knibbe, idem, met „Scipio";
Joh. Verkuyl Mz., idem, met „Prinses";
0. Moleman, Amstelveen, met ,,Leida"
D. Houtkooper, met Nelly"; T. van Vuu-
ren, met „Mathilda"; C. Kempenaar, met
„Emma" allen te Haarlemmermeer.
Eenjarige merriën: Aangeboden 34 stuks,
11 premicn van f35, als volgt: J. Kooy,
Haarlemmermeer, met „Aagje"; A. C. van
Nieuwonliuizen, met „Vos"; J. de Bulk,
met „Lena"; J de Bulk, met „Irma"; J.
de Bulk, met „Eva"; T. Hanedoes, met
„Juno"; dezelfde, met Venus"; dezelfde,
met „Minerva"; J. Couvert, met Marie"
S. W. de Clercq, met „Frida II"; G. J.
Tiemens, met „Vos", allen te E_arlemmer-
meer.
Merrieveulens. .Aangeboden 23 stuks, toe
gekend 5 premicn van f 4 3 aan de eigenaars
C. A. v. d. Heuvel, J. D. Bulk, P. W. de
Clercq (2 stuks) en T. Hanedoes, allen te
Haarlemmermeer.
Hengstveulens. Aangevoerd 11 stuks.
Geen premie toegekend.
Eenjarige hengsten. Aangevoerd 6 stuks.
Geen premie toegekend.
Ook dezen tweeden dag waren vele belang
stellenden aanwezig.
KATWIJK. De Waterloo-oollecte heefb
in deze gemeente opgebracht f 17,10 en
'wel f 6,50 te Katwijk-aan-den-Rijn en
f 10,60 te Katwijk-aan-Zee.
Voor de openbare lagere school, hoofd
de heer K. Boorsma, hebben zich in deze
gemeente aangemeld 38 nieuwe leerlingen.
NOORDWIJK. Naar wij vernemen, be
sloot de Anti-R-volutionnaire Kiesver
eeniging te Noordwijk-aan-Zee in haar
vergadering yan 29 Juni, bm in de Raads-
yaoature-Zwarts een eigen candidaat, een
man van de badplaats, te stellen. Dit be
sluit was het gevolg der overweging, dat in
de huidige omstandigheden sterkere verte
genwoordiging van Noördwijk-aan-Zee in
den Raad gewenseht is.
Wij vernemen verder, dat de A.-R. Kies
vereeniging haar zustercorporatie, de R.-K.
Kiesvereeniging, uitnoodigt, den candi
daat van de A.-R. Kiesv. over te nemen..
Alleen op die voorwaarde zou c. A.-R.
Kiesvereeniging bereid zijn, de can dicta
tuur-Van Went (vacature-Homan) te steu
nen.
Naar onze meening komt deze uitnoodiging
te laat, daar de R.-K. Kiesvereeniging
reeds den heer A. v. d. Berg Gzn., candi-
deerde.
Nader werd ons berioht dat de A.-R. Kies
vereeniging den heer W. van Beelen candi
daat gesteld heeft.
De Protestantsche Kiesvereeniging heeft
insgelijks den heer W. van Beelen gecandi-
deerd, zoodat voor de twee Raads vacatures
thans de volgende endidaten bekend zijn:
do heeren W. van Beelen, A. v. d. Berg
Gzn., F. Schildermans en Th. J. van Went.
Alhier circuleert een adres, dat, voor
zien met zooveel mogelijk handteekeningen,
zal aangeboden worden aan L. Graaf Van
Limburg Stirum, Noordwijk.
Daarin wordt sympathie betuigd met
hetgeen de heer Van Stirum tijdens zijn
lidmaatschap van den Raad als zoodanig
heeft gedaan. Vooral wordt zijn houding
geprezen in de Raadsvergadering van 17
Juni j.l. waarin hij de bekende motie van
afkeuring tegen wethouder Van der Meer
indiende.
OEGSTGEEST. Het fanfare-gezelschap
„Crescendo", van Oegstgeest, gaf gister
avond onder leiding van zijn ijverigen direc
teur den heer JJ. H. van Rosmalen welwil
lend een ooncert in de tuin van het Sana
torium „Rliyngeëst". De uitvoering viel
over het geheel zeer te roemen. Nommer 4
van het programma „La Gentile Valse"
van Kalma, werd na de pauze op verzoek
herhaald. De tuin was voor deze gelegen
heid k la giorno verlicht.
Na afloop bracht dr. H. A. Oort, eerste
geneesheer van het Sanatorium, het bestuur
zijn dank voor dezen aangenamen avond.
SASSENHEIM. Door het bestuur der
coöperatieve vereeniging „Helpt elkander"
is tot winkeldief benoemd de heer J. Hof-
kes, te Leiden.
VALKENBURG. Tot onderwijzer met
verplichte hoofdakte aan de openbare la
gere school te Biervliet is benoemd de heer
W. C. Maarleveld alhier.
VOORHOUT. Gisteren had alhier de ter-
aarde-bestelling plaats van een der studen
ten van het seminarie „Hageveld", de heer
J. A. Kamp, geboren te Koedijk en alhier
eenige dagen geleden gestorven.
s Avonds te voren waren de metten ge
zongen en gistermorgen werd in de kapel
van het Seminarie een plechtige uitvaart
gehouden, waarna het lijk naar het kerk
hof der parochiekerk werd overgebracht.
Een ongewoon en indrukwekkend gezicht
gaf reeds het groote gebouw, waaruit te
ongeveer elf uren het lijk werd gedragen,
door het naar omlaag hangen der gordijnen
van al de ramen, als rouwteeken.
De treurige stoet werd geopend door al
de professoren, waarna volgde de lijkbaar,
gedragen door studenten uit de hoogste
klasse, die in dubbele rij naast de baar
liepen. Hierop volgden de familieleden
van den overledene, waarachter de overige,
bijna tweehonderd studenten in statige
volgorde.
In de parochiekerk hadden eenige kerke
lijke plechtigheden plaats, welke evenals de
teraardebestelling werden verricht door den
hoogeerw. heer Snickers, regent; en de
zeergel. heeren G. v. d. Boogaardt en Hui-
bers, professoren.
Op de begraafplaats waren ook veel be
langstellenden uit de gemeente aanwezig,
en werd door velen van de medestudenten
van den overledene gebruik gemaakt, van
de gelegenheid, om als laatsten groet nog
een schepje aarde op de kist te werpen.
Na de plechtigheden ging de stoet in on
geveer dezelfde volgorde als waarin hij was
gekomen, wederom naar het Semenarie
terug.
WOUBRUGGE. De uitslag van de aanbe
steding van het verven der ophaalbrug over
de Woudwatering, alhier en de ophaalbrug
over de Achtcrwetering, te Hoogmade, is
als volgt: D. van 't Wout, perceel 1, voor
f 139; perceel 2 voor f 35; D. Zeyerveld, te
Alphen, perceel 1 voor f 90, het houtwerk
eenmaal meer gronden f8; perceel 2 voor
f 17, het houtwerk eenmaal meer gronden
f 3.
Het verzoek van die Maatschappij tot
détail verkoop van petroleum „De Auto
maat", te Rotterdam, om op het perceel,
kadastraal bekend in Sectie C. No. 1639, ge
meente Woubrugge, een kluis te mogen
oprichten tot berging van benzine, is voor
waardelijk ingewilligd.
De tribunes waren gisteren dicht bezet.
Op de gereserveerde tribune werden opge
merkt de voorzitter der Tweede Kamer,
graaf Van Bylandt; verschillende leden der
Tweede Kamer, de oud-ministers van ma
rine Ellis en Cohen Stuart; de oud-minis
ter van oorlog Sabron; de secretaris
generaal van het Arbitrage-Hof, baron Mi-
chiels, van Verduynan; de 1ste secretaris
van dat Hof baron W. Röell, en verschil
lende ambtenaren van het departement van
buitenlandsche zaken.
De meeste leden van het Kabinet hadden
aan de ministertafel plaats genomen.
De minister van buitenland sche zaken
heeft in een verklaring naar aanleidig van
de laatste nota van den heer Van
Heeckeren al zijn vroegere beweringen
gehandhaafd. Op die verklaring is toen een
vrij levendig debat gevolgd. De heer Ree
kers stelde daarbij voor, de disoussiën over
deze nieuwe regeeringsverklaring op te
schorten, totdat de leden de gelegenheid
zouden hebben gehad, haar gedrukt voor
zich te zien. Nadat de minister van buiten-
landsche zaken zich daartegen verklaard
had, onder mededeeling, dat hij niet ge
neigd zou bevonden worden, de debatten la
ter te heropenen, en de heer Van Heeckeren
gezegd had, thans de verklaring niet te
kunnen bespreken, aangezien hij de noodigo
stukken niet bij zich had, is het voorstel
van den heer Reekers verworpen met 26 te
gen 19 stemmen.
Tegen de heeren Sickenga, Röell, Bosch
van Drakestein, Verheyen, Van Leeuwen, v.
d. Biosen, v. Weldcren Rengers, Stork,
Bloembergen, T jar da v. Starkenboroh, v. d.
Beyma, v. d. Maesen de Sombref, v. d.
Feltz, De Jong, Merckelbach, Raaymakers,
Dojes, Laan, Prinzen, Breebaart, Haff-
mans, Pelinck, Staal, Kist, Welt en de
voorzitter.
Voor stemden de heeren: v. d. Does, v.
Fisenne, Barge, v. Basten Batenburg, Hovy,
Reekers, v. Voorst tot Voorst, Franssen, v.
Waterschoot v. d. Gracht, v. Löben Seis,
Waller, v. Heeckeren, Hooft, v. eisen, Mi-
ohiels v. Kessenich, v. Lamsweerde, Ver
meulen, Ha velaar en v. Wassenaer.
Toen enkele leden het woord vroegen, zei
de Voorzitter, dat de beraadslaging
gesloten was.
De heer Van Lamsweerde zei
splitsing der motie bij stemming te wen-
schen.
Interrupties: „Stemmen, stemmen!"
De heer V a n L a m s w eerde verklaar
de, niet te kunnen stemmen, waar zijn
rechtsgevoel gekrenkt was door de weige
ring om even het woord te mogen voeren
over splitsing der motie bij de stemming.
Daarna werd aangenomen met 27 tegen
16 stemmen de motie van den heer Van
Weideren Rengers, waarbij de Kamer ge
hoord de regeeringsverklaring, besluit,' den
Minister dank te betuigen voor de ver
strekte inlichtingen, en, als zijnde vol
doend ingelicht, over te gaan tot de orde
van den dag.
Bij de stemming over de drie wets ont
werpen inzake de rechterlijke
organisati e werd het eerste ont
werp aangenomen met 34 tegen 10 stem
men.
Tegen: de heeren Franssen, Van Löben
Seis, Van Heeckeren, 't Hooftf Van Vel-
zen, Pelinck, Sickinga, Verheyen, Van den
Biesen en Reekers.
Het tweede wetsontwerp wordt ook aan
genomen met 34 tegen 10 stemmen.
Tegen: de heeren Pelinck, Sickinga,
Verheyen, Van den Biesen, Hovy, Reekers,
Franssen, Van Löben Seis, 't Hooft en
Van Velzen.
Zonder hoofdelijke stemming werd aan
genomen het wetsontwerp tot Regeling der
Administratieve rechtspraak IV, Regeling
van de heffing van griffierechten, qtiz.
Kleinere wetsontwerpen.
Vervolgens worden zonder hoofdelijke
stemming aangenomen de volgende wets
ontwerpen:
Wetsontwerp tot aanvulling van het
tweede lid van art. 374 b. van het Bur
gerlijk Wetboek.
Verhooging van het IVde hoofdstuk der
Staatsbegrooting voor 1909 (schadeloosstel
ling aan marechaussées en veldwachters;
subsidiën ingevolge de Kinderwetten;
onderhoud rechtsgebouwen, enz.),.
Naturalisatie van C. O. Strathmann en
vijf en twintig anderen en naturalisatie van
F. J. Knoche en zes anderen.
Zeventiende predikant te
Rotterdam.
Aan de orde is dan het wetsontwerp tot
verhooging van hoofdstuk VII B der Staats
begrooting voor 1910 (l7den predikant Ned.-
Herv. Gemeente te Rotterdam).
De heer Franssen betoogt, dat, is
thans de principieele kwestie door den Mi
nister uit de Toelichting van het wetsont
werp teruggenomen, deze zaak door de
Staatscommissie tot Grondwetsherziening
onder de oogen gezien zal moeten worden,
Spr. erkent, dat Rotterdam hulp behoeft,
doch er zijn verschillende andere gemeen
ten, die in hetzelfde geval verkeeren.
Spr. concludeert, dat de exceptioneele
noodzakelijkheid niet is aangetoond.
De heer VanderF eltz meent, dat d©
Minister art. 171 der Grondwet te beperkt
opvat, en spr. betoogt voorts uitvoerig, dat,
in overeenstemming met dit grondwets
artikel, een jaarwedde kan toegekend wor
den. Echter is spr. tegen de wijze, waarop
dit traktement zal worden toegekend, waar
nl. eerst dit traktement door den Staat zal
gegeven woren en daarna de kerkelijke ge
meente zal komen.
Aldus verslapt men den ijver der
betrokken gemeente om de noodig© gel
den bijeen te brengen. Daarom had de Ned.-
Herv. Gemeente eerst moeten voorgaan;
eerst dan bestaat er waarborg, dat er nood
zakelijkheid bestaat, dat het Rijk te hulp
komt.
De heer Van Weideren Rengers
acht aanneming van dit wetsontwerp onge-
wenscht om billijkheidsredenen en als ante
cedent.
De heer Hovy betoogt, dat er alleszins
termen zijn om in dit geval een subsidie ten
bedrage van de jaarwedde te verleenen.
De Minister van Financiën, de
heer Kolkman, noemt het een moeilijk ge
val voor hem tegenover verschillende leden
dezer Kamer de voordracht te verdedigen.
Spr. treedt dan in een beschouwing om
trent de beteekenis van art. 171 der Grond
wet; bij deze wetsvoordracht heeft spr. ge
noemd art. als bekend losgelaten. Hier
stelde hij de vraag of er eenig verschil be
staat tusschen de Rotterdamsche aanvrage
en die van kleinere gemeenten; een vraag,
die hij ontkennend beantwoordt. Spr. rele
veert dan de motieven, welke er voor plei
ten om deze subsidie toe te staan, zijnde
de bijzondere redenen, welke oorzaak zijn
geweest, dat de Ned.-Herv. Gemeente te
Rotterdam zoozeer is toegenomen; m. n. de
annexatie en de toeneming van de bevol
king dpor buitengewone uitbreiding van de
industrie en het handelsverkeer. Vervolgens
zet spr. uiteen, dat de Rotterdamsche Ned.-
Herv. Gemeente, een fonds bijeenbrengend,
inderdaad niet meer kon doen, er voorts op
wijzend, dat zij verklaarde eigenlijk drie
predikanten noodig te hebben, doch voor de
twee anderen niet bij de Regeering te zul
len aankloppen.
De Voorzitter schorste hierna de
verdere beraadslaging en verdaagde de ver
gadering tot Maandagavond 11 Juli a. s.
Tn het Blamer-Overzicht van „De Tele
graaf" lezen wij a. m.
In (die beste, brave, goeje Eerste Kamer,
waar 't steeds zoo kalm is en zoo deftig,
zoo stil eoi zoo nuchter, die ons altijd doet
denken aan 'n eerzame burgerjuffronw, die
kousen zat te breien achter haar horretje
en h aar geraniumsin ons erentfeste Hoo-
gorhuis, .waar de "parlementaire vandalen
nog niet zijn doorgedrongen zooals aan de
overzijde van het Binnenhofwaar veel
grijze baarden zijn en veel gouden horloge
kettingen zaohtkens deinen op de eerwaarde
huiken dor hoogstaangeslagenenin ons par
lementair oud-Hollandsoh binnenhuisje ig 't
'n halfuur lang revolutie geweest. Pure re
volutie. 't Kwam door 't staartje van de
Van-Heeokeren-historie, -die in sommige op
zichten lugubere geschiedenis, w-elke nog
steeds in haar volle geheimzinnigheid bo
ven en door onze lage landen zweeft.
Endie steeds vreemder wordt.
Do Minister van Buitenlandsclie Zaken
had gevraagd, eenige opmerkingen te mo
gen maken over de laatste nota van den
heer Van Heeckeren, en, daartoe in de ge
legenheid gesteld, hield hij nu voor 'n vol
huis, niet allerlei deftigheden op de gere
serveerde tribune, een speech, welker lengte
evenredig was aan de onbelangrijkheid er
van. In trouwe, wat jreden was er toch,
dat de Minister het woord gonomen heeft
"Wanneer men hem hoort verklaren, dat
voortzetting van het debat over deze zaak
„niet bevorderlijk is aan 's lands belang",
waarom beeft hij dan zelf dit nieuwe debat
uitgelokt? Waarom is hij er de aanstoker
van geworden? We hadden het ons kunnen
begrijpen, zoo hij belangrijke, inslaande din
gen ,to zeggen bad. Feiten, waar het volk
van spreken zou. Die dreunen zouden door
het land als kanonschoten. Maar er ge
beurde niets van dat alles. De heer De
Marees van Swinderen kwam eenvoudig mee.
doelen, dat hij ten volle handhaaft
zijn op 10 Februari afgelegde
verklaring. Deze namelijk, dat er geen
enkele reden is voor ©enigerlei ongerust
heid pmtrent het optreden van elan vreem
den souverein. Deze oudbakken mededeeling
werd door den Minister gehuld in een zade-
preek aan het adres van den hear Van Heecke
ren, waarbij hij tevens gelegenheid had een
uitval te doen naar „een oud-minister, oud-
Kamerlid", die in ons blad over de zaak
schreef. En verderJa toch, er was een
nieuwe mededeeling in het ministeri-adle be
toog, die niet naliet op het oogenblik, dat
ze werd uitgesproken, eetnigen indruk te
maken. Deze: dat dr. Kuyper, de minister-
.nEösiden.fcv)Ysyi 1904» volkomen b§re<id is de
verklaring door den minister op 10 Februari
afgelegd, ge beelen al teondersohrij-
ven. Maar nauwelijks waren deze woorden
gezegd, of de heer Van Hoeckerm, die, met
'n groote roodo roos getooid, in z'n bankje
zat, riop„Dat is niet waar". De Kamer
do tribunes alles en iedereen keek verrast
„Dat is niet waar", riep de baron nog eens,
en snoof de geuren van z'n roode roos op
Wat moeten arme, nuchtere stervelingen
daar nu van denken? Wat is dit toch vooï
'n monsterachtige doolhof-geschiedenis? Wat
zijn dat toch voor mysterieuze kronkelpaden,
waarlangs de hoofdpersonen in dit wondere
spel loopen De Minister komt triomfante
lijk meedeelen: dr. Kuyper is het met mij
eens. En vlak daarop verzekert de hoer
Van Heeckeren met pure stelligheidnietes^
met mijTrouwens, yan datzelfde genre
werd 'heel deze vertooning. 's Ministers rede
was een uitwerking van dit thema: Ik
heb gelijk en ik houd vol. Maar toen
de heer Van Heeckeren het woord vroeg,
verzekerdo hii precies hetzelfde. Ook hij
heeft gelijk. Ook hij houdt vol. En hij
deelde ten minste iets nieuws mee: de stuk
ken, op deze zaak betrekking hebbende, wa
ren door hem gesteld in handen van 'n 4-tal
anti-revolntioimaire vrienden en die hadden
heslist, d athij inderdaad gel ij k had.
In overeens temming met deze mededeeling
kwam de heer Hovy dan ook als zijn indruk
te kennen geven, dat de heer Van Heeckeren
méér gelijk had dan velen dachten. Dit is
inderdaad ook onze meening. De Minister
moge een handig redenaar zijn cn met veel
stelligheid in z'n toon optreden: ons heeft
hij den indruk liiefc ontnomen, dat baron
Van Heeckeren meer weet en misschien
ook heter weet. Doch daarbij erkennen
we direct, dat 'deze afgevaardigde blijk geeft
van ©en greuzenlooze onhandigheid.
Toen hem weid. toegeroepen, eon en an
der mede te deelem, antwoordde hij, ondsr
opbruisend gelach: „Ik heb de stukken niet
bij mij."
Als een bakvischje, dat naar muziekles
gaat en haar muziek vergeet. Als 'n kind;
dat roeien wil zonder riemen. Waarlijk;
dat poovere figuur had de heer Van Hee-,
ckeren zich kunnen en moeten sparen. In-i
tusschen concentreerde zich het debat
over de vraag, of de behandeling der zaak'
zou worden voortgezet. Twee stroomingen
openbaarden zich. De eene (de heeren
Reekers, Iiovy, Van Heeckeren, 't Hooft)
wilde wachten, tot de rede van den Mi*
nister gedrukt zou zijn en dan het debat
vervolgen. De andere (cfe heeren Rengers
en Stork) wenschte de behandeling der
zaak geheel en al te sluiten. De laatste
vond steun bij de Regeering, namens wie
de Minister van Buitenlandsche Zaken
meedeelde, dat zij voortzetting van het de*
bat niet achtte in 'slands be*
lang. De heer Van Heeckeren eischte,-
dat men hem gelegenheid zou geven, de
waarheid van z'n beweringen te bewijzen.
Hij vroeg eerst comité-generaal („Neen!"
riep de Kamer), vervolgens een commissie
van onderzoek („Neen!" riep de Kamero
en eindigde met dringend om voortzetting
van het debat te vragen. Maar de Kamer
besliste anders.
En wat nu
We weten het waarlijk niet. Of, in deze
phase van het debat, nu de heer Van Hee*
ckeren aanbood z'n mededeelingen te be*,
wijzen, de Kamer een wijs besluit nam, be*
twijfelen we. Het volk zal er zich niet be.
vredigd door gevoelen. Maar als de heep
Van Heeckeren dan werkelijk de waar*
heid wil, kan hij buiten de Kamer
zeggen >en schrijven, wat hem goeddunkt.
Laat hij eens voor den dag komen. En dr.
Kuyper? Zal ook hij blijven zwijgen, als
de Sphinx uit de Kanaalstraat, nu èn dei
Minister èn de heer Van Heeckeren zich
op hem hebben beroepen? Zal hij zich in
die dubbele rol laten plaatsen Ons hoofd,
duizelt bij dit allesWij zien het, maar
doorgronden 't niet. Dat het rumoerige
debatje in ons duffe Hoogerhuis sensatie
veroorzaakte, spreekt vanzelf. Daarbij deed
zich een merkwaardig incident voor. De
heer Van Lamsweerde vroeg op het laat
ste oogenblik splitsing der motie-Rengers,
maar de Voorzitter weigerde hem toen
nog het woord te geven. Waarop de heer,
Van Lamsweerde danig boos werd, en,
toen z'n naam werd afgeroepen, subiet
weigerde te stemmen. „Ik ben in mijn
rechten als Kamerlid verkort," riep hij,
„en nou stem ik niet." En hij deed het
niet ook
Uit het Overzicht van „De Nieuwe Cou
rant"
Een andere conclusie willen wij uit het
heden gehoorde niet trekken dan dat de Ka
mer zeer verstandig heeft gedaan door,
voor zoo ver het in haar macht ligt, cte
kwestie Van Heeckeren te besluiten. Gege-i
ven de aard van het onderwerp, de daarbij
betrokken personen en vooral de eigenaar
dige persoonlijkheid van den heer Van
Heeckeren, zooals hij zich in het geding'
heeft laten kennen, is het voor haar onmo
gelijk de volle waarheid in deze zaak tot
het uiterste na te sporen en, zoo zij die al
mocht vinden, haar op een ieder overtui
gende wijze aan den dag te doen treden.