No. 15443.
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag* 28 Juni.Tweede Blad.
Anno 1910,
Buitenlandsch Overzicht
Burgerlijke Stand.
Gemengd Nieuws.
(„o.H.ct,")
FEUILLETON.
Stella.
■Uit Brussel wordt gemeld, dd. 27
dezer:
In de zittingzaal van den Senaat werd
heden geopend de derde bijeenkomst van de
Nederlandse h-B elgische Com
missie. Ongeveer vijftig leden waren
aanwezig, waarvan ruim twintig Nederlan
ders. Hiervan waren tien leden van de
Tweede Kamer.
De heer Beernaert hield een hartelijke
toespraak, waarin hij wees op de toenemen
de betrekkingen tusschen beide landen en
Nederland prees wegens zijn schoone
deelneming aan de tentoonstelling.
Mr. Tydeman antwoordde uitvoerig, wij
zende op de betrekkelijk nog geringe prao-
tische resultaten van het commissiewerk,
maar op de toenemende wederzijdsche De-
langstelling. Hij prees den nieuwen Ko
ning en de prachtige tentoonstelling en
sprak over de rol, die de kleine natiën in de
wereld, inzonderheid Nederland en België,
aan de spits der beschaving staandej heb
ben te vervullen.
Heden, Dinsdag, wordt er weer vergaderd.
Het (Katholieke) „Handelsblad van Ant
werpen" schrijft:
Een onzer confraters kondigt aan, dat de
twee voornaamste leiders onzer partij, hee-
ren staatsministers Woeste en Beer
naert, er aan denken eerlang aan het po
litieke leven vaarwel te zeggen, de eerste
wegens verergering in zijn ziekelijken toe
stand, de tweede wegons vermoeienis en
hooge jaren. In de Brusselsche katholieke
pers zien wij daar niets van vermeld.
De „Nieuwe Gazette" gelooft het bericht
nog zoo gauw niet. Woeste zal zijn partij
niet in den steek laten, nu die hem zoo
zeer noodig heeft, tenzij zijn kwaal veel
erger is geworden, en het aftreden van
Beernaert, vervolgt het blad, gelooft men
algemeen nog minder. Het is al zoo dikwijl^
gezegd, dat hij heengaat. Maar dan dringen
de vrienden aan op blijven, en i'eernaert
laat zich overhalen.
Het „Handelsblad van Antwerpen"
schrijft over de lichting van 1P10, onder de
nieuwe Belgische legerwet ge
schied:
Het aantal inlijfbare oudste zonen onge
rekend verleeningen van vrijstelling, be
droog 28,299. Doch die zullen niet allen in
gelijfd worden; men verwacht, da/t er daar
van nog 2000, die niet voor de militieraden
verschenen, zullen worden afgekeurd. Het
aantal onder de wapenen geroepen mannen
zou dus 17,200 man bedragen, 1200 meer dan
voorzien werd voor de eerste toepassing der
wet.
De Belgische minister van spoorwegen
post en telegraphie Helleputte, heeft be
paald, dat het congres der postbo
den in Juli met gesloten deuren moet
plaats hebben.
De ,,Norddeutsoh© Allgemeine Zeitung"
zegt: Eenige bladen hebben het.bericht ge
geven, dat prine Eulenburg weder
m staat is, een strafgeding te doorstaan, en
dat het parket, om een parlementaire inter
pellatie te voorkomen, het proces in Sep
tember weder wil opvatten. Die berichten
zijn geheel en al onjuist. Eulenburg is in
April en Mei 1.1. onderzocht en de onder
zoekingen hebben aan het licht gebracht, dat
Eulenburg nog geen strafgeding zou run
nen doorstaan.
Do Duitsohc keizer heeft te Kiel,
waar hij de rooi- en zeilwedstrijden kwam
bijwonen, den pas ontslagen minister ■van"
koloniën Domburg aan boord van de Ho-
hen zollern" ontvangen cn wel ben uur lang
ïniet hem gesproken.
De „Daily News" ontvangt in verband
hiefrmede een bericht van zijn correspondent,
waarin deze mededeelt, wat over dit be-
ri>ek en tden politieken toestand in Kiel
word gesproken. Wilhelm II had eerst een
onderhoud mot Ballin, den directeur dor
HamburgAmerika-lijn, waarin doze zich
tegenover den Keizer zeer openhartig uit
sprak over don politieken toestand, en over
'de onmogelijkheid om von Bethmann-
H o 11 w e g te handhaven. De Keizer zou
toen den kanselier onmiddellijk naar Kiel
ontboden hebben.
Waarschijnlijker is echter, volgbns de
„Koln. Ztg.", dat de besprekingen tusschen
Ballin, Demburg en den Keizer geloopen
hebben over de benoeming van Demburg
tot directeur der HamburgAmerika-lijn.
De „Daily News" weet ook mede te dea
len, dat de Keizer zeer getroffen is door
den ovorgang van de nationanl-liborale
partjj in dp oppositie en de verklaringen,
waarin deze rich van Bethmann Hol 1 weg
heeft afgewend. Daarmede is aan da blauw
zwarte meerderheid wel is waar geen mate
rieel verlies toegebracht, maar de moreale
macht van de oppositie is or zeer door ver
sterkt. De Keizer, die er steeds naar streef
de, de magnaten yam handel en industrie
in de iegecringspartij op te nemen, en die
dat herhaaldelijk toonde, o. a. door de be
noeming van Möller en Dernburg tot mi
nister, is zeer ontstemd over don gang van
zaken, die zoowel den minister van kolo
niën bot aftreden bracht als de nationaal-
liberale partij tot de oppositie deed over
gaan. Dat nu zelfs de burgerlijke partijen
tot ondersteuning der sociaal-democratische
candidatcn worden genoodzaakt, bij aan
vullingsverkiezingen, heeft op den Keizer
een zoor onaangonamen indruk gemaakt-
De „Norddoutseh© Allgemeine Z-utung"
spreekt het bericht van het blad „Adeveroel"
uit Boekarest tegen, volgons hetwelk de Kei
zer in een telegTam aan don kroonprins
van Roemenie de overvalling in den
Piraeus oen zware beleediging voor hot
gehoelo Huis van Hohenzoliern had ge
noemd en do kinderen van het kroonprinselijk
echtpaar geluk gewenscht had, dat zij uit
de handen der aanvallers bevrijd zijn.
De Keizer heeft,, zegt de „Norddeutsche",
rich ton aanzien van het incident geen partij
gesteld-
De Rijksvlootvereeniging heeft
oen schrijven gericht tot den Engelschen
minister Asquith, waarin wordt aanbe
volen de kwestie van de nationale verdedi
ging eens voor altijd te stollen buiten partij
politiek door daarvoor eon leening te slui
ten van 100 mil li oom pd. st. Do onderteeke
naars verlangen bovendien de benoaming van
een commissie voor de nationale verdediging,
om door samenwerking van leger en vloot
de honderd millioen op do beste wijza te
doen besteden.
Het adres is goteekend door niet minder
dam 155 opper-off i e leren van zee- en land
macht, 11 admiraals, 13 vioe-admiraals, 24
schouten-bij-nacht, 16 generaals, 14 luite
nant-generaals, 76 gen eraals-majoor en 1 ge
neraal van den geneeskundigen dienst.
Sir Arthur Nicholson is benoemd tot
pormanont onderstaatssecretaris van buiten-
landsche zaken in Engeland.
In de Fransche Kamer heeft Briand,
bij de beantwoording der interpellaties over
de algemeono politiek gezegd, dat de Re
geering zich voorstelt to steunen op de re-
publikoinsche meerderheid en dat hij mem dé,
dat hij zijn verklaring uitsprak uit naam'
van de gansche meerderheid.
In de worstelingen, waaraan de Republiek
heeft weerstand te bieden, moet zij soms,
om zich de overwinning te verzekeren, tot
het uiterste gaan, maar is de slag geëin
digd, dan is het de plicht van den leider,
die don naam van zijn leger wcnscht hoog
te houden, hot tot staan te brengen, opdat
het de overwinning niet bezoedole. (Leven
dige toejuichingen van de linkerzijde en
het centrum).
In den loop van Briands rede werden van
alle kanten protesten der uiteerste linkerzijde
gehoord.
Betreffende de uitvoering van hat vloot-
program, zeido hijLaten wij het zóó doen,
dat do begroeting geen paradijs voor leveran
ciers wordt, maar laten wij het er over
eens zijn, diat do natie haar kracht moet
bewaren, tot verzekering van haar veilig
heid en waardigheid. TVij zijn zeker, zedde
hij, van u alle noodige opofferingen te ver
krijgen voor de nationale verdediging.
Briand zoide geen wijziging te willen brem-
gen jin do denkbeelden, maar de republi-
koinscho partij moet niet uit het oog ver
liezen, dat zij geen oppositie-partij meer is,
en dat zij daardoor tot zekere verplichtin
gen is gehouden om voor iedereen te r>
gearon. Op dozen grondslag vToog Briand
het blijvende vertrouwen van de meerder
heid; hij vroeg de Kamer, in alle oprecht
heid te zeggen, of zij de Regeering haaf
volle vertrouwen kan schenken. Briand toom
de aan, dat de kiesrechthervorming door
de meerderheid moet tot stand worden ge
bracht, en hij ging in het kort de aangekon
digde hervormingen na. Het beginsel van
schoolplicht moet worden geëerbiedigd, het
welk oen staatstoezicht noodzakelijk maakt.
De inkomstenbelasting en de werklieden-pan-
sioenen verzekerde hij zullen ten uit
voer worden gelegd. De Regiering h-saft
geen partij te kiezen vóór of tegen oen
politiek van monopolies. Briand zette voorts
de noodzakelijkheid voor de Regeering uit
een om de orde en veiligheid op straat te
verzekeren en schetste de voorvallen van
den vorigen dag, waarbij hij de vraag stelde,
aan welke zijde de moordenaars waren.
Hij eindigde met te herhalen, dat hij een
motie van vertrouwen zonder beperking
wilde, zelfs van hen, die een beslissen den
aanval, welke hun nu niet gelegen schijnt
te komen, tot later willen uitstellen. „Alles
of niets!" zedde Briand, terwijl hij op de
tribuno sloeg.
Do linkerzijde bracht hem een ovatie; de
gehcelo Kamer juichte hem toe, behalve do
uiterste linkerzijde en eenige banken dar
rechterzijde.
De vergadering is daarna opgeheven.
In de Italiaansche Kamer
heeft de minister van buitenlandsche zaken,
sprekend over de zaken v&n Kreta, ge
zegd, dat de politiek van Italië de hand
having van den vrede en vermijding van
het verwekken van verwikkelingen ten doe»
heeft.
De fundamenteele grondslag der Italiaan
sche politiek is de handhaving van den terri-
torialen status quo en de onschendbaarheid'
van het Turksche rijk en van de Balkan-
staten. Italië handelt in volle overeenstem
ming met de overige beschermende mogend
heden. Het kan niet geduld worden, dat de
vrede in gevaar gebracht wordt door de
houding der Kretenzers, die zich ten opzich
te van Turkije van elke uittarting behooren
te onthouden; soo niet, dan stellen zij zich
er aan bloot, dat op het eiland een regee-
ringsstelsel wordt ingevoerd, dat minder
gunstig is dan het tegenwoordige. De hou
ding van Griekenland is correct gebleven.
De koning van Griekenland heeft geen en
kele verklaring afgelegd, die een tussohen-
komst van Turkije op Kreta zou kunnen
motivecren.
De Minister sprak de hoop uit, dat Tur
kije een einde zou maken aan het boycot.
De koning van Portugal heeft
het besluit tot ontbinding der Kamer van
Afgevaardigden geteebend. De datum der
verkiezingen is nog niet vastgesteld.
De Oortes zullen op 23 September weder
bijeenkomen.
Volgens een telegram uit Boekarest is de
toestand van de koningin van Ro e-
m o n i de laatste dagen weder verer
gerd.
De Russische Rijksraad heeft het wets
ontwerp betreffende Finland in den
door de Rijksdoema goedgekeurden vorm
aangenomen.
De te Rome verschijnende ,ÜJ3ervatora
Romano" publiceert een nieuwo lijst van
Katholieke vereenigingen, dio tegen de ker
kelijke politiek van het Spaansoheka-
b i n e t protesteeren.
De regeering van minister Canalejas zal
de geheele Spaansche natie tegenover zich
hebben, seint de Madridsche oorrespondent
van het genoemde Katholieke blad.
Inmiddels meldt de Madridsche oorres
pondent van de Matin," dat deputatiën
van vrouwen uit het volk zich Zaterdag en
Zondag naar versoheiden prefecturen bega
ven, om te protesteeren tegen do houding
van de aristocratische dame©, die beweer
den, dat zij namens alle Spaansche vrouwen
handelden, toen zij minister Canalejas haar
protest-adres tegen de Regeering overhan
digden.
De vrouwen van de vereeniging van het
„Heilige Hart van Jezus" zullen Woensdag
in bijna alle Spaansche kathedralen gods
dienstoefeningen houden, als een manifesta
tie tegon de Regeering; de republikeinen
en radicalen zullen oontra-betoogingen
houden. Ook zijn, altijd volgens den oorres
pondent '•an de Matin," een groot aan
tal anti-clericale meetings in Spanje aange
kondigd en is tegen Zondag a.s. een groot©
betooging te Madrid op touw gezet.
HAARLEMMERMEER. Getrouwd: T. van
der Luit on L. C. Gortzak. E. Hoogeveen en
C. van Mul.
Bevallen: C. de Vos geb. Vonk Z.
Overleden: J. H. Hnisintveld 8 m'
OUDSHOORN. Bevallen: M. Blom geb. Van
Baarle D. A. Ber^shoeff geb. Vau Braak Z.
C. Kelderman geb Van Weeren D.
Overleden: M, Iramerzeel, 64 j., geh. met
J. van Slraten.
Gehuwd: C. G. floogendoorn jm. met L.
Burggraaf jd.
REEUWIJK. Bevallen: L. Schouten geb.
Oostrum D. P. Hey geb. Van D(jk Z, D. J.
Verboom geb. Van Reede D.
Overlodon: S. v. d. Heiden 3 w. E. P.
Kuijf 3 m. J. Slappendel 51 j. J. v d. Heidoi 4 w.
TER-AAR Overleden: J. Touw, 74 j., wedn.
van P. v. d. Meer.
WOUBRUGGE. Bevallen: C. Baak gob. Van
Loyden D.
Overleden: H. P. S. Bleijswyk, 56 j., m.
vnn M. Zoetemelk.
ZEVENHOVEN. Bevallen: G. Verkerk geb.
Van Vliet Z.
Overleden: P. van Es, echtgenoote van C.
Maarsse^een, 51 i.
Gehnwd: J. Wensveen en G. Rjjnekor. A.
van Poelgeest en M. Znidam. M. Kalshovon
en N. Verzaal
De politic in Den Haag hoeft
een man aangehouden, die verdaoht wordt
zich te hebben schuldig gemaakt aan tal
rijke feiten van oplichting, O.a. moet hij
zich hebben uitgegeven voor secretaris van
de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer*
en als belast met het innen van gelden voor
verschillende vereenigingen, waardoor hij
zich ten nadeele van vele ingezetenen van de
residentie golden wederrechtelijk heeft toe
geëigend. Bedoelde persoon is ter beschik
king van de justitie gesteld.
Men meldt uit Rotterdam: Zondag,
avond tegen 10 u. heeft 'n gedetineerds in d-3
strafgevangenis aan den Noordsingel alhier,
uit. kwaadwilligheid zijn stroomatras en
hoofdkussen in brand gestokon, waardoor te
vens brand in de cel ontstond cn zelfs
de vlammen door de tralies naar buiten
sloegen, hetgeen werd opgemerkt door be
woners van een aangrenzende straat.
Inmiddels maakten andere gevangenen, die
den brand hadden bemerkt, alarm en ean
zoodanig lawaai dat oen kleine paniek in de
go vangen is ontstond. Op het schellen der
gevangenen kwamen een aantal cipiers on
der leiding van den adjunct-directeur toe
snellen en bluschtcD met brandbluscliappa-
raten den brand.
De gevangene, die don brand gesticht ho?ft
waarschijnlijk met het oogmerk om van do
ontstane verwarring gebruik te maken om
te ontvluchten, is nu in een onder do ge
vangenis gelegen cachot ondergebracht.
Gisternamiddag omstr e e k s
kwart voor twee, is te Rotterdam een felle
brand uitgebroken op de derde of zolder
verdieping van pand No. 9 aan den Bóeren-
steiger. Het bovenhuis is in gebruik bij den
kamerverhuurder J. B. Broeders. Op den
zolder, waar de brand ontstond, had Broe
ders, die tevens schoenmaker is, rijn werk
plaats. Een brandend sohoenmakerelampjo
moet daar omgevallen zijn en den brand
veroorzaakt hebben.
Gasten van de spuiten 10, 9 en 11 hebben
den brand met eenige op de waterleiding
geplaatste slangen gebluscht.
De zolderverdieping brandde uit, en een
gedeelte van het dak brandde af. Voorts is
op alle verdiepingen en in het benedenhuis,
waarin een pakhuis is gevestigd, belangrij
ke waterschade aangericht. De schade wordt
door verzekering gedekt.
O n t v 1 u 0 h t.— Willen Joha li
nes Roos, oen der leden van het beruchts
inbrekers-trio, dat een paar jaar geleden,
door tal van brutale inbraken Amster.liro
onveilig maakte, is gisternacht uit hei
krankzinnigengesticht te Castricum ont
vlucht. Hij was na zijn veroordeeling toi
jaar gevangenisstraf daar sedert cenigen
tijd in observatie. Roos heeft zich, zonde*,
opgemerkt te worden, verwijderd op het rij
wiel van den directeur van het gestbus
De schrijver der briever.
„Uit de Hoofdstad" aan de „Prov. Gron.
Crt." deelt het volgende mede:
Er is iets, waarbij Amsterdam ten achter
staat bij de andere grooto steden des landr
en dat is zijn vleesch. Toen ik me in de
hoofdstad vestigde, viel het me al op, hoe
veel minder van qualiteit het vleesch was,
dat men mij voorzette, dan dat hetwelk ik
in mijn vorige woonplaats op tafel zag ver
schijnen. Maar dat kon het gevolg van d6
omstandigheden zijn; in mijn vorige woon
plaats genoot ik van moeders pappot, nu
was ik overgeleverd aan de willekeur vau
een huisjuffrouw, die mij togen idem zoo
veel per maand wel wilde onderhouden,
maar natuurlijk er op uit was om het op
een zuinigje to doen. Edoch toen ik later
©011 eigen huishouden opzette, bleek mo
alras, dat het toch niet enkel Aan mijii
huisjuffrouw lag, dat de ossenlapjes vet
tig, de kalfslapjes vellerig, en dikke lenden
samengelapt halsvlecsch, de roastbeof taai
als schoenJeer was. Mijn slager leverde ook
mij voor mijn goedo geld dat zeer middel
matige goedje en de ervaring leerde me,
dat hoc me absoluut niets hielp, of ik van
slager veranderde: de een was geen haar
boter dan de ander. Nu berusten we er in,
trachten ons zoo veel mogelijk variatie tf
bezorgen met bchulo van den varkensslager
het varkensvleesch is hier niet slechter
dan elders den vischman en, op extra
dagen, den poelier en als we eens een heel
enkelen keer ons do weelde veroorloven om
in een restauratie te gaan eten, dan staan
we te kijken: daar is het vleesch uitmun
tend Dat is evenwel de oplossing van het
raadsel van het slechte Amsterdamscho
vleesch: het goede wordt door dc heeret.
slagers afgeleverd aan hun beste, geregelde
en grooto klanten: hoofdzakelijk do hotels
en cafe's, het overschot wordt aan de kleine
afnemers, de particulieren, welwillend ver
kocht. Of een particulier van slager ver
andert dat hindert niet, maar Amstelho-
tel of „Kras" of noem maar een ander*
groote onderneming, te verliezen, wel, dat,
beteekent een financieelen ondergang, en
dus daar hoeft men de noodige égards mefi*
Maar als men nu denkt, dat wij particu
lieren dan ook goedkoop uit zijn bij do hoe
ren slagers, dan vergist men zich. Do
vleeschprijzen zijn hooger dan elders, en
men ziet er geen been in om nu en dan den
prijs wat op te slaan. Aldus is dezer dagfin
ook geschied: een dubbeltje meer zuilen
we voortaan per k:Jo moeten betalen. Do
reden? Ik heb me laten wijsmaken, dat 't
te... Brussel, dank zij der tent tonstelling 200
druk is, dat de hotelhouders c,s. al het goe
de. Nederlandsche vleesch noodig hebben
en onze slagers er tegen op moeten bieden
om ook nog een brokje machtig te worden.
Maar nu vind ik in een der bladen een van!'
de zijde der slagers verstrekte inlichting,
zoo curieus, dat ik ze hier wil navertellen^.
Het voorjaar en dc zomer aldus do
stoutmoedige bewering zijn të mooi go-.
weest. De veeboeren hebben te beschikken
over zulke weelderige weiden, dat het vee
het gras haast niofc op kan en het den boer
aan het harte gaat zijn koetjes te verkoo-
pen Maar voor een goed bod bezwijkt hij
en dientengevolge zijn do veeprijzen hooger
dan anders, welke verhooging de slager na
tuurlijk afwentelt op zijn consumenten, die
geen vast contract met hem hebben loopen
Wie het niet gelooft, betaalt een dub
beltje, zegt Andersen aan het eind van een
zijner sprookjes.
Dit woord zou ook kunnen volgen op het
malle bakersprookje, dat de slagers nu der
goe-gemeente willen wijs maken 1
17)
Moeder en zuster bevonden zich op het
perron. Toen de conducteur het portier
opentrok, zat Stella onbeweeglijk met het
hoofd van den doode op haar knieën.
Het was avond. De sterren schitterden
aan den donkerblauwen hemel.
Zwijgend en bleek wandelde mevr. Mein-
eck het korte eind van het station naar
den molon, naast Stella, achter het lijk.
Bij een onhandigo beweging der dragers
gleed een arm van het lijk naar beneden
de hand sleepte over den grond. Met een
onstuimig gebaar greep mevrouw Meineck
die, drukte de doode, koude hand aan baar
lippen on behield die het overige van den
weg in de hare.
Zij legden het lijk in het frissche, naar
lavendel ruikende bed, hetwelk voor den
zieke was opgeslagen in de hoekkamer,
waarin hij altijd zcv> gaarne mocht zijn.
Twee kaarsen brandden aan 't hoofdeneind
daarvan. Een pijnlijke onrust maakte zich
plotseling meester van Stella, die tot dus
ver als verlamd alles half werktuiglijk met
zich had laten doen. Zij bedacht ineens, dat
zij iets had vergeten, greep naar het gou
den medaillon, dat de overste haar voor
haar moeder had gegeven en dat rij sinds
dien tijd altijd om haar hals had gedragen.
Duidelijk en op eentonigen toon deelde zij
haar de boodschap van den stervende mede.
,,U moest hem het medaillon om den hals
hangen, vóórdat men hem in 't graf legdet.
En eens zeide hij, dat hij u nog zoo gaarne
vergiffenis zou hebben gevraagd.''
Mevrouw Meineck nam het kleine voor
werp uit de hand van haar kind. Zij was
bleek geworden, haar oogen hadden den
strakken, naar binnen gekeerden blik van
mensóhen, die door een visioen in een reeds
ver verleden worden terug verplaatst.
Opeens begonnen de handen der oude,
grijze vrouw te beven.
„Laat mij een oogenblik met hem alleen",
verzocht zij zacht en Stella sloop weg.
In de vreeselijke aoht dagen, welke op
dien onvergetelijken avond volgden, was de
barones jegens Stella allerliefst en vol tee-
derheid. In die dagen leerde Stella begrij
pen, welke een onweerstaanbare betoove-
ring deze vrouw op de menschen vermocht
uit te oefenen; leerde zij begrijpen, hoe het
verlangen naar haar nog na een jarenlange
scheiding aan het hart van den stervende
had geknaagd.
Daarna kwam alles weer in de oude sleur,
echter met dit onderscheid, dat de weduwe
rich nooit meer onvriendelijk over den va
der van haar kinderen uitliet-, maar tegen
over de meisjes altijd zijn goede eigenschap
pen prees.
VII.
Het heeft den gebeelen namiddag gere
gend. Het regent nog. Het gezelschap té
Erlachhof heeft huis-arrest. Freddy is we
gens een ongehoorzaamheid en wijl hij 's na
middags driemaal geniesd heeft, vroeg naar
bed gezonden en veroordeeld kamillen-thee
te drinken. De volwassenen brengen intus-
sehen den avond in plaats van buiten in het
salon door.
Stase heeft voor de zes-cn-twintigste
maal „Paul en Virginie" gelezen en wijdt
zich nu aan een ander genre van literatuur,
leest het „Ontwaken der Lente", van We-
dekind, slechte om met de ontzetting to
pralen, welke zulk een roman haar moet
inboezemen. Elke vijf minuten uit zij met
groote energie een verontwaardigd
„Neen!" of „Dat is te erg!" waarbij zij
met een harer handen haar blozend gelaat
bedekt en met de andere Kathrien het boek
toehoudt. Maar Kathrien toont niet veel
lust om aan haar ontzetting deel te nemen
„Ik moet niets van dat allee hebben", zegt
zij lakoniek, terwijl zij het boek afweert
en aan het rood-wit dekentje, dat voor den
op handen rijnden verjaardag van Freddy
af moet zijn, blijft doorhaken.
Barones Meineck speelt intusschen met
den generaal een partij schaak, het eenige
spel, dat rij niet veracht, en de ritmeester
kijkt toe.
Stella heeft tot dusver, zichzelve accom-
pagneerend, het gezelschap mooie Italiaan
sche liederen voorgezongen, welke zij in
zoele lentenachten van de liedjeszangers
aan het Canal grande heeft afgeluisterd. Zij
rit nog altijd voor de piano, maar speelt
niet meer. Met haar handen op de toetsen,
terwijl rij af en toe zacht een paar maten
uit een Mazurka van Cïïopm speelt, houdt
rij haar gelaat naar Rohritz opgeheven, die,
met rijn ellebogen op het deksel van de
piano leunend, pratend op haar neerziet.
„Wat is Rohritz in een druk discours mcC
Stella; hij is geheel veranderd!" merkt Des
kje witsch lachend op..
„Wanneer hij gevraagd wordt, moet hij
antwoorden 1" antwoordt Stase bits, van
haar boek opkijkend.
„Nu,wanneer hij geen lust had met haar
te praten, dan behoefde hij rich immers niet
met haar te bemoeien." geeft de ritmeester
brommend ten antwoord; „zij heeft hom
immers niet aan de piano vastgenageld."
„Hi, hi, hi I Zij nagelt hem met haar blik
ken vast. Hebt gij niet gemerkt, hoe
koket zij hem aankijkt?" grinnikt Stase.
„Tk zou wel eens willen weten, wat hij haar
vertelt."
„Yan Mexico en de phosphorescence der
tropische zeeën," antwoordt de ritmeester
kortaf.
„Ah, wordt er werkedijk niet iets meer
gevoelvols en persoonlijks behandeld? sist
Anastasia. „Nu, wanneer ik daarmee g-sea
onbescheidenheid bega, wil ik eens luiste
ren, en het „Ontwaken der Lente" dicht
klappend, rekt zij haar dunnen hals uit.
Het is doodstil in het groote vertrek; er
klinkt niets, behalve hot eentonige ruischen
van den regen buiten, het zachte verschui
ven der schaakstukken bij hun verschillende
reizen over het slagveld, en het gesprek
der beiden aan de piano.
„U kan zich geen voorstelling maken vin
het lichten der zee in de tropen, barones
Stella. De nachten, welke ik op mijn tocht
naar Mexioo op het dek van de „Europa"
heb doorgebracht, zullen mij onvergetelijk
Hijven I" zegt Rohritz.
8te-lla, die tot dusver met de grootste be
langstelling naar rijn verhalen geluisterd
heeft, trekt plotseling een grappig, wijs ge
richt en een kort, hard aocoord aanslaand,
vraagt rij „Hoe oud waart' gij toen?"
„Ik begrijp eigenlijk niet," merkt hij
e enigs zins verbaasd op.
„O, u behoeft ook in het geheel niet te
begrijpen, alleen te antwoorden," antwoordt)
zij doodbedaard.
„Vier en twintig jaar."
Het is een eigenaardigheid van haar,
welke aan haar zonderlinge opvoeding moet
toegeschreven worden, dat zij dikwijls onbe
zonnen en uit louier overmoed een thema
aanroert, hetwelk elk welopgevoed meisje
zorgvuldig zou vermijden.
„Vier en twintig jaren 1" herhaalt zij na
denkend, waarop zij haar verhoor voortzet-
„Waart gij toon verliefd?"
Hij lacht eenigszins verlegen.
„U doet mij gewetensvragen."
Ik sta u toe hetzelfde met mij te doen,"
verklaart zij edelmoedig. „Gij geeft 'n ont.
wijkend antwoord; dus waart gij bepaald
verliefd. Ik wou dat maar weten om precies
te kunnen beoordeelen, hoeveel procent
poëzie ik van uw beschrijving moet aftrek
ken. Alles wêl beschouwd, stel ik in uw
schildering van het lichten der zee in de
tropen geen recht vertrouwen meer, want
als de mensóhen verliefd zijn, zien zij alles
bij Bengaalsche verlichting."
Deze bondige uitspraak geeft Rohritz na«
tuurlijk dadelijk aanleiding tot de vraag).
„Weet u dat uit eigen ervaring, baroaefi
Stella!"
(Wordt vervolgd^.'