SmokkelaarskiiDstgrepen. Een moderne scharenslijper. „Een broche, wat wilt u toch?." wendde hü ach tot den agent. „Het is toch de ware?" vroeg deze, zon- der acht te slaan op zijn woorden, aan de jonge dame. Toen deze ja knikte, voegde hü den jongen man ernstig toe: „U, moet mij zonder verzet naar het bu reau volgen. U wordt ernstig verdacht bij den juwelier Scholier een broche te heb- ben weggenomen en een valschcn naam te hebbén opgegeven." De arrestant begon te schaterlachen. „Dat wordt amusant. Nu, ik ga mee." Op het bureau legitimeerde hy zich wer- Jcfelijk als Fntz Ehrenfeld, een zoon van den bekenden raadsheer, en bewees door een brief, dat hü tot den vorigen dag in Berlijn was geweest, waar hij in de me- idiqjnen studeerde en van waar hij eerst dezen middag in zijn geboortestad was aangekomen. Zoowel de politie als de verkoopster zet ten groote oogen op. Dus hadden zij toch iden verkeerde voor! Fritz Ehrenfeld liet zich het gebeurde uit voerig mededeelen. Toen hij hoorde, dat de dief in kleeding, grootte en uiterlijk volkomen .op hem geleek, ging hem een licht op. „Dan is het Walter Burgberg geweest liep hij uit. „Een gesjeesde student, die wegens een eerezaak is weggejaagd. Hü kende mij goed, heeft mijn gestalte ,en Van zich uitstekend grimeeren. Stel u gerust, juffrouw. Hij zal ons niet ÏMitkomen." Dienzelfden avond nog werd Walter Burgberg in leen café gearresteerd, waar hij de rest van het geld, van de verpande broche opmaakte. Fritz Ehrenfeld, !die het mooie gezichtje ✓an Elize met kon vergeten, ging zelf de broche inlossen en zond deze met een grappigen brief naar de jonge dame. Elize bedankte hem roerend en vroeg duizendmaal om vergiffenis voor haar domme vergissing. Fritz Ehrenfeld ant woordde, dat de heele arrestatie niets te beteekenen had en hem verbazend plezier had gedaan en of hij juffrouw Stein Zon dag kon ontmoeten. Hij zou haar graag oog eens spreken. Als dr. pritz Ehrenfeld zijn aardig, jong Vrouwtje verlegen wil maken, dan behoeft hü haar slechts naar de broche te vragen, die een bloesemtak voorstelt van briljan ten, omringd door opalen. Dan pruilt zij, tot hij haar eien aantal kussen, ontrooft, zoodat zij het recht heeft te: zeggen,: „Zie je wel, je bent toch een tffcfr- Zeekreeften. Wanneer, do huismoeders bezig zijn de kyeeftensalade of andere kreeftenschotel- Itjes klaar te maken, zullen zij misschien jrel eens het denkbeeld bij zich hebben .voelen opkomen, dat het toch niet onmo gelijk zou zijn, dat op den duur de zee- JcreeftJen eens zouden zijn uitgeroeid, daar. [het toch byna ondenkbaar is, dat hun ver menigvuldiging in de juiste verhouding itot hun verbruik zou kunnen staan. En (inderdaad is deze opvatting .ook zeer (juist. Millioenen zeekreeften worden jaarlijks gebruikt: Helgoland levert er ongeveer j60 tot 70,000, maar van veel meer belang js de vangst aan de kusten van Noorwe gen, Schotland en Noord-Amcrika. Oor spronkelijk meende men, dat deze beestjes pnuitroeibaar waren, maar ten slotte is pien tot ander inzicht gekomen. De zwarte eieren zijn met een kleefstof aan de achterpooten van het vrouwtje be vestigd, en worden ^maandenlang mee rondgedragen, zoodat men bij de gevan gen kreeften dikwijls de eieren heeft kun nen tellen en men tot de ontdekking is kunnen komen, dat zelfs een klein beestje reeds 8000 k 10,000 eieren legt, terwijl ken groote soort zelfs het getal 30,000 soms w.el bereikt. Kwamen uit deze eieren allemaal flinke kreeftjes te voorschijn, dan zou de vrees voor uitroeiing niet groot be hoeven te zijn. De ondervinding heeft gc- Jftejrd, dat, zoodra de larve uit het et is Eeii vindingrijk lid van het soharenslij- persgilde to Parijs is op het denkbeeld ge komen om zijn slijpsteen met een automobiel- motor te drijven. Zóó uitgerust trekt de gekropen, de moeder zich niet in het minst om haar jongen verder bekommert en dc larve als onbeholpen, weerloos ding aan de oppervlakte van het water ronddrijft, om zood.oende een welkome versnapering aan te bieden voor groote visschen en andere zeedieren; en deze jacht op kreefteneieren moet zóó sterk zijn, dat van "de 10,000 eieren twee k drie het gevaar ontsnap pen te worden opgeslokt. Zoo is men op het denkbeeld gekomen, zich het lot der, pas uitgekomen larven aan fe trekken, om zoodoende het voort bestaan der zoo geliefde zeekreeft te ver zekeren. Men is nu dus begonnen zich ook hier evenals bij de forellen, zalmen en andere waterbewoners op een kunstmatige teelt toe te leggen. Ditmaal echter met bitter weinig succes. Het reservoir, waarin men de eieren liet uitkomen, was voor de jonge zeekreeften veeleer een graf dan een wieg, zoodat men ook hier slechts twee k drie per duizenden in het leven kon behouden en zich dus alle moeite evengoed had kunnen besparen. Volharding echter heeft ook hier nader tot het doel gkleid en uit Amerika is de blijde tijding gekomen, dat in een proef station de proefneming tot tevredenheid is uitgevallen. CAKES. Engeland is niet alleen het vaderland van de plumpuddings, maar ook van dc cakes. Nog voor eenige tientallen jaren was dit artikel, dat nu reeds tot de onont beerlijkheden behoort en door jederen marskramer op de dorpen wordt verkocht in Duitschland, nog slechts als een zeld zaam invoerartikel bekend, en kon alleen in de groote steden door rijken worden ge kocht. „Cakes," zeggen de Engelschen, „bevat ten veel voeding in zeer kleine ruimte, laten zich vooral in blikken trommels, waarin ze jaren lang goed blijven, bewa ren, en bieden, als plaatsvervangers van brood, een licht verteerbaar ontbijt aan, dat vooral met thee zeer goed te nuttigen is." Ook in Duitschland heeft men dit be merkt en sedert heeft men daar ook een cakes-fabnek geopend, die thans duizen den menschen werk geeft en voor millioe nen omzet. De fabrikatie is lang niet een voudig, want deze vcreischt omvangrijke machines en een groote zakenkennis. Als materialen gebruikt; pien meel, gieren, bo- maii van zijn tijd door de straten. Hij heeft, al is het in het groot» Parijs, veel bekijks en doet goede zaken. ter, melk of water eri suiker. De in bij zondere kneed- en mengmachines toebe reide massa wordt onder een pietmachine; tot een dunne laag gestampt, die machi-: naai in aparte stukjes wordt gesneden. Deze worden op de bakplaat gebracht. De zoo belegde platen komen in op bijzon dere manier geconstrueerde ovens en dan komen zg op platte kettingen zonder, eind. In de beide eerste ovens wordt droge, in den derden oven genigszins vochtige; hitte gegeven. Het slot is het afkoelings- proces, dat, om het breken te vermijden, slechts langzaam mag gebeuren, daarna komen de cakes in verstelbare liften, die ze in de sorteer- en pakruimten brengen, waar de verpakking en het voorzien van etiket ten volgt. Hoe omvangrijk het bedrijf is, ziet men uit het feit, dat sommige fabrie ken van cakes en wafels met vijf stoom machines van samen 500 paardekrachten en met 4 waterdrukmachines van samen 160 paardekrachten hebben gearbeid en meer dan driehonderd cakes-soorten heb ben bereid. Het bedrijf neemt nog steeds in omvang toe. Talrijke mengsels, waaronder vooral cho colade een groote rol speelt, geven er ver schillende smaken aan. Ook als sieraad aan den Kerstboom vinden de cakes groot en bijval. En verder worden de eenvoudiger soorten cakes, daar ze even voortreffelijk zijn als brood, en lang bij het leger kunnen worden gebruikt, zeer hoog geschat. Reeds in den Fransch-Duitschen oorlog gebruikten de Franschcn zeer harde bis cuits van ongeveer de grootte van een hand. Kort en goed, het is een artikel, dat. niet alleen in Engeland, maar ook in an dere landen in de laatste tientallen van jaren zulk een hooge vlucht heeft genomen. STOPGOUD. Voor hem, die vruchten zoekt, Is 't wenschen niet genoeg. De arm moet uit de mouw. Dc hand moet aan den ploeg. JacobCats. Voor wie geregeld arbeidt is de verzoe king tot zonde, geringer. Dr. A. Kuyper. De werking van den wind op de planten. Op velerlei wijze kan de wind zijn invloed öp de planten doen gelden. Vooreerst, en dit is zeker wel het belangrijkst, bij het .verspreiden der zaden. Millioenen zaden ;worden, als ze zich van de moederplant hebben losgemaakt, een speelbal van den ;wind, die daardoor krachtig meewerkt tot 'den plantengroei der aarde. De invloed van den wind blijkt echter, nog op andere wijze, n.l. uit groeiveran- 'dering, en ook uit de ademhaling van de planten. In de laatste jaren zü'n over die belangrijke kwestie verscheiden interessan te werken uitgekomen. Vooreerst wat betreft de ademhaling der planten. Bij volkomen stilte is de plant omgeven door een luchtlaagje, dat, door de ademhaling van die plant zelf, met wa terdamp verzadigd is. Zoodra er nu een windje komt, wordt die vochtige lucht weggedreven en vervangen door minder .vochtige. Dit is voor het leven van de plant van .hef grootste belang, evenals frissche lucht voor ons noodig is; door het hoóge wa- terdampgehaltc der verdreven lucht zou n.l. de ademhaling sterk belemmerd zijn. •geworden. Hieruit volgt echter ook, dat (een aanhoudende droge wind voor de plan ten levensgevaarlijk kan worden, omdat 'dan de uitademing van waterdamp al licht te sterk wordt, en er dan door de wortels misschien niet genoeg water kan worden toegevoerd. Indien dit te ver gaat, heeft dit een afsterven van het weefsel ten gevolge. Allereerst worden dan ge- (declten van bladeren bruin en droog. Dit verschijnsel kan bij loofboomen herhaal delijk worden waargenomen. Het verdrogen gaat steeds aan het ver welken voorafer behoeft echter volstrekt geen afsterven te volgen, als er maar tij dig weer een voldoende hoeveelheid water door de wortels wordt toegevoerd. Overi gens kan het verschijnsel van het verdro gen der bladeren ook wel door andere oor zaken worden teweeggebracht, bijv. zoo- {als bekend is, door groote hitte. Dit komt natuurlijk alleen in den zo mer voor, maar is te sterker, naarmate bij die warmte en droogte een krachtiger wind waait. Door den wind echter worden de organen, die bestemd zijn voor de .verdeeling van het door de wortels opge nomen water, ook steeds geprikkeld, zoo idat hierdoor de wind pok als „levenbren ger" fungeert. Als het verwelken van een blad door den wind is veroorzaakt, dan is dat daaraan te zien, dat alleen de rand van de blade yen beschadigd is. Volgens onderzoekin gen van Hansen echter treedt dit ver schijnsel alleen op bij zwakken wind; een (Sterke wind veroorzaakt veel ernstiger be schadiging van het bladweefsel. Het is gelukt, dit proces bij onderzoekingen in •het laboratorium na te bootsen, en daar- jdoor de gTOote beteekenis van een mati- gen, maar onafgebroken luchtstroom voor jde planten in het rechte licht te plaatsen. Zij, die meenen, dat de smokkelaars bij voorkeur den nacht gebruiken om hun frauduleuze waar over de grenzen te bren gen, kennen de gewoonten van dat volk slecht. Er wordt overdag minstens even veel gesmokkeld als 's nachts en wanneer de zon aan den hemel staat en de douanen yermoeid van hun nachtelijke surveillance ^ijn huiswaarts gekeerd, begint voor de er varen smokkelaars juist de tijd, dat zij hun kunstgrepen ten uitvoer kunnen brengen. JDe zonderlingste geschiedenissen worden verhaald over de vindingrijkheid der smok kelaars in het uitdenken van trucs, waar mee zij de waakzaamheid der tolbeambten trachten te verschalken. Uit België werd naar de Fransche grens jvervoerd. een doodkist, die, volgens de ^angifte, het lijk zou bevatten van een m België overleden Franschman, dat, naar den laatsten wil van den overledene, moest jrusten in, den vaderlandschen bodem. Twee bloedverwanten, in zwaren rouw, vergezel den den doode. Dicht bij de grenzen stopte de trein plotseling midden op den weg door het een of andere gebrek aan de machine, maar de twee treurende bloed verwanten maakten zich daarbij zoo onge rust, dat men argwaan kreeg, de doodkist in den specialen goederenwagen opende en zoodoende tot de ontdekking kwam, dat deze,, in plaats van een lijk te bevat ten, vol tabak was. Tabak, sigaren en sigareïten vormen een zeer gewild artikel voor, dc smokkelaars op de Fransche grenzen. Beproefden de bovenbedoelde smokke laars het met een „dooden bloedverwant", een vakgenoot bezigde een levend familie- lid als middel om de invoerrechten te ont duiken. Als boer gekleed reed hij op een regcnachtigen dag met een wagen groen ten de grenzen over. Naast hein op den bok zat een oude man, eenigszins in el kaar gedoken en gehuld in een wüden regenmantel. „Dat is mijn vader," zei de smokkelaar tegen den douanier. Deze merkte evenwel op, dat de „va der" zoo merkwaardig stil zat. „Laat hem met rust, hij slaapt", zei de boer. Maar de' douanier stiet den „vader" even aan, waarop deze van den bok viel en nog onbeweeglijk bleef liggen. Nu bleek, dat de „vader" een pop was, die van ,top tol teen gevuld was met tabak. Op dezelfde wijze had de gewaande boer zijn groenten dienstbaar gemaakt. De knol rapen, de kooien en saladekroppen en de komkommers waren op kunstige wijze uit gehold en daarna gevuld met geperste ta bak. Zieken, die niet anders kunnen reizen dan met een luchtkussen, worden bij de visitatie der douanen plotseling gezond, om hard weg te loopen, met medeneming ol achterlating van hun kussen, dat in het laatste geval blijkt, in plaats van lucht, tabak te bevatten. Zelfs honden heeft men in dienst van de smokkelarij gesteld, door hun geheele li chaam met tabak te omwinden en hen dan met een tweede, nauwkeurig passende huid te overtrekken. Kunstoogen. Het' glazen oog, dat bij de gelukkigen, aan wie de natuur twee gezonde oogen schonk, gewoonlyk slechts de herinnering aan poppen of opgestopte dieren wakker roept, speelt in het leven der menschen een grootere rol dan de leek zou meenen. Mettertijd heeft zich een aanzienlijke in dustrie gevormd, welke zich bezighoudt met de vervaardiging van menschelyke glazen oogen. Alleen tc Parijs zijn voortdu- rend meer dan tweehonderd arbeiders be zig, glazen oogen voor menschen te ver vaardigen, die voor prijzen van 40 k 80 franken verkocht worden. Wat de Egypte- naren nog uit goud, zilver en ivoor maak ten, vervaardigt de moderne industrie uit glas en email. Goede imitaties kunnen zoo bedrieg lijk zijn, dat slechts scherpe opmerkers kunnen veronderstellen, dat degecn, waar mee zij s preken, misschien een glazen oog heeft. Zelfs de vochtige glans der na tuurlijke oogen wordt bedrieglijk nage bootst. De door de traanklier afgezonderde zu ren vernielen mettertijd, het email, zoodat glazen oogen niet langer dan een jaar gebruikt kunnen worden. Daaruit wordt de betrekkelijk groote omzet .van kunst oogen verklaard; alleen in de Fransche hoofdstad worden wekelijks meer dan dui zend kunstoogen voor menschen verkocht. VrmuweEijke zee3ieden. De laatste volkstelling in Engeland heeft aangetoond, dat verscheidene honderden jongedames zeelieden waren en dat een groot aantal van haar het beroep van loods .uitoefende. Een gezondheids-inspecteur ontmoette op rijn inspectiereis op het kanaal ten noorden van Londen een schip, waarvan de bemanning van kapitein tot scheeps jongen toe uit vrouwen bestond. Waar in dit geval de dames uit liefhebberij voor de sport het zeemanschap hadden aan vaard, zijn er ook verscheidene vrouwelij ke zeelieden, waaronder orde, regelmaat en tucht ten zeerste heerschen. Bekend is o.a. lady M. Trichton Stuart, die haar jacht met een kalmte en onver* schrokkenheid bestuurt, zoodat een erva^ yen zeeman het haar niet zal verbeteren* De oudste dochter van den markies van[ Ailesburgh, mejuffrouw Ernestine Hunt,;' heeft bü het ministerie van handelszaken' een verzoek ingediend, strekkende orq haar. tot het zeemans-examen toe te latcn4 waarmede zü het diploma van eersten zee* officier zou kunnen verwerven. Daar cïl geen rcdeli bestond dit verzoek niet in tq willigen, werd zij tot het examen toegcla* ten, waaraan zij glansryk voldeed, zoodal) zij zich ging voorbereiden voor het zee* officiers-examen. Tegen de.... vlooien. Wordt de zindelykheid aan huis en lichaam als eerste voorzorgsmaatregel' voorgeschreven, dat alles kan niet meei; baten zoodra deze lastige, onstrafbare in secten er eenmaal zün. En vooral in pensions, trots de beste maatregelen, kun^ nen de lastige nachtrust-verstoorders heü heerlijkst vacantiegenot bederven. Het is niemand minder dan een hoog* lecraar, prof. Cantrainc, die in de „Anna- les dc l'Université de Gand" het middel aanwijst tegen deze zomerplaag. „Gedurende mijn verbbjf in de ooste lijke landen van Europa", zoo schrijft hij* „was ik verwonderd over het geringe aan tal vlooien, dat men in die streken aan* treft, niettegenstaande de bekende onzinrf delijkheid der bewoners. Ik heb later, te Ragusa, bevonden dat de Bosniërs en Dal* matiërs in de Chrysanthemum leucanthe* jnum een uitstekend middel bezitten te gen het lastige ongedierte. Zij bestrooien er de slaapplaatsen hunner huisdieren me de de vlooien worden er totaal door ver* nietigd. Allen, die het eenvoudig middel tos- passen, zullen er de uitstekende gevol gen van ondervinden. Men heeft slechts een zakje met de bloemen en bladen dei; plant bjj zich te steken en in vreemdq slaapplaatsen neer te leggen. De Chrysanthemum leucanthemum, ook ganzebloem en witte margriet genoemd, is ook ten onzent een bekende en bijna alge meen voorkomende wilde plant. Men kan ze veel prijkend als groote madelieven op haar slanken stengel, in bloei vinden langs wegen en dijken, in grasvelden, aan den zoom der bjosschen, enz. Zeven en Brussel. Hel eijfdr 7 is voor Brussel (7 letters) van belang. Et leefden 7 patriarchen, die 7 rechtban ken hadden i ngesteld. Toen de stad om muurd werd, kreeg zij 7 poorten en bc-zat' zij 7 kerken, en ook 7 kerkelijke wijken, 2- maal 7 pleinen, 7000 woningen, 7 godshuU zen, 7 hospitalen, 3-maal 7 fonteinen, 2- maal 7 lagere scholen. Zij werd doorsne den door de Senne, die op 7 mijlen af- stands ontspringt, zich verdeelde in 7 ar men en na 7 groote wegen bespoeld te hebben, zich na een loop van zeventien mijlen in de Rupel stort. Tijdens den afstand van Karei V be vonden zich in Brussel 7 gekroonde hoof den, die te zamen 7-duizend paarden be zaten. Verder is de stad op 7 heuvelen gebouwd. Tot aan de verkiezing van Juni '82 waren cv 7 senatoren en 2-maal 7 volksvertegenwoordigers en nog aitüd 7 ministers. In de vroegste tijden was er sprake van een sterkte of kasteel, door 7 aan zienlijken gebouwd. Van die 7 patriarchen stamden de 7 edele geslachten af, die zich elk een Steen of Sterkte (cLué weer 7) lieten bouwen en gedurende 7 ecuwen het voorrecht bezaten aan de gemeente de overheden ,te stellen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 12