Kg. 15434. LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag* 16 Juni. Tweede Blad. Anno 1910, Tweede Kamer. FEUILLETON. Breda had laten scheren, braoht hij het ge sprek op een daar staande fietsJ eigendom van den kapper, dio zijn karretje zeer roemde. De geschorene wilde wel eens pro- beeren of het werkelijk zoo'n goede fiets was en kreeg daarvoor toestemming; de banden werden opgepompt en mijnheer vertrok. Tot heden duurt de proef nog voort. Gisteravond laat ontstond brand in eon groote woning aan het Zcvaneind te Laren (Gooi), bewoond door do vier gezinnen P. Rig ter, J. Elders, J. Rigter on W. van den Heuvel. Doordat gauw hulp aanwezig was, en de brandweer ook spoedig haar werk dood, word de brand tot het boven gedeelte van het huis beperkt. De in boo- dcltjes werden alle gered. (H.\ Eon ongeoorloofde recla me. Om den te hoog aangeslagenen in den Hoofdelijken Omslag te Stad-Almeloo cenigs- zins te gemoct te komen, zooals een sigaren handelaar te Almeloo voor zijn winkelraam aankondigde gaf deze sinds Zaterdagavond aan ieder, die voor 25 cents in zijn winkel kocht, een of meer der uitgestalde rijksdaal ders cadeau. Het zijn ronde spiegeltjes, die aan den achterkant van een ietwat op een rijksdaalder gelijkend stempel zijn voorzien. De politie heeft den nog aanwezigen voor raad „rijksdaalders" in beslag genomen. De a a n go k o n d i g d e staking der markthandelaren te Ensehodee is geheel mislukt. Het raeerendeel der handelaren koos eiren voor zijn geld en nam de plaat sen op de nieuwe markt weder in, trots de pogingen der minderheid, die de burgerij per strooibiljet verzocht, haar pogingen, om weder op de oude markt te worden toe gelaten, te willen steunen. De burgemeester verbood het venten op en in do nabijheid der oude markt. Kleine oorzakonZater- dag is de werkman H., te Hoorn, door een mug aan de lip gestoken. Bloedvergiftiging ontstond, zoodat opname in het ziekenhuis noodzakelijk was. Gisteren is de man, aoh- terlatende een vrouw cn 8 kinderen, na een verschrikkelijk lijden overleden. Nabij Dootinchem is gister- namiddag geschoten op den trein naar Ruur- loo. Do kogel sloeg door de ruit van een 3de- klas-coupó en verdween aan de tegenover gestelde zijde door het openstaande ven ster. Een der reizigers werd door glasscher ven aan de hand gewond. D e ramp in het Ahr-da 1.E r komen nog een aantal bijzonderheden over do verwoesting, dio het water in de dorpen en vlekken van het Ahr-dai heeft aange richt. In het geheele stroomgebied is maar een enkele brug in stand gebleven, name lijk die bij Dernau. De genie is bezig, over al noodbruggen te slaan. De post verbinding wordt met paarden onderhouden. Bij Schuld, een dorp waarvan het gedeelte dat links van de rivier lag geheel verwoest, is, is een brug met toeschouwers ingestort. Het aantal menschen, dat daarbij in den brui senden stroom verdronken is, is onbekend. Te Kripp, waar de Ahr in den Rijn uitloopt, Kijn zee lijken, to Ahrweiler 40 lijken opge- vischt. In de buurt van Ahrweiler liep het water van de wolkbreuk in twee richtingen den berg af: naar het dal van de Hage- nauer beek en naar don bovenloop van de Ahr. Van Schuld af stroomopwaarts werden er gisteren 150 menschen vermist, meerondeels VTeemde werklieden. Zij zijn 's nachts door het water verrast en met de koeten wegge spoeld. Te Fuchshofen a.d. Ahr is een can- tinc met 36 man weggespoeld en tegen de brug van Laufenbaok stukgeslagen. Allo menschen, die er in waren, zijn op 6 na ver dronken, o.a. een aantal kinderen. Vele van de verdronken arbeiders hebben htm dood aan ziohzelven t© wijten, daar zij naar geen waarschuwingen luisterden en op den drank in de can tines aanvielen, nadat de kaste leins al lang gevlucht waren. Het geheele Ahr-dal igt vol steengruis. Het calcium-carbid, dat voor de verlich ting gebruikt werd en in het water gekomen is, verspreidt een ondraaglijke lucht. In de straten liggen in den regen, dio bij stroomen neervalt, beddegoed, kleeren en huisraad door elkaar. De aannemer van het work aan den spoorweg (het veranderen van en kel in dubbel spoor) heeft alles verlorea- Het' werk van zes maanden is te niet gedaaa Te Schuld ligt een heele spoortrein iu het water. Onder de lijken, dio aangespoeld zijn, heeft men oen moeder gevonden, die haren, zuigeling vast aan haar borst gedrukt hield, en een vader, met in iederen arm een dood kind. Verschillende kranten houden inzamelin gen. T on gevolge van hoogwater is het epoorwegverkeer met Obcrammergau verbroken. De Ammer is in korten tijd een Meter gerezen. Een deel van het dorp staat onder water. In de auto-stallen stond het water Dinsdag een Meter hoog. De hui zen in do buurt van het station moesten ontruimd worden on ook de schouwburg voor de passiespelen liep gevaar. Oberant- mergau is noch per spoor noch langs den grooten weg te bereiken. De vreemdelingen kunnen voroeerst niet weg. Uit S t.-L o u i 3 (Ver. Staten) komt bericht van oen zeer merkwaardige sohenking-bij-het-levcn. De rijke heer Da vid Ranken Jr., een vijf-en-zeventig jarige, di© ongehuwd is, heeft zijrr vermogen van 7millioen Nedcrlandsch geschonken voor een te stichten machinistenschooL Die school zal bestemd zijn voor kinderen van behoeftige oudere. De heer Ranken neemt voortaan genoegen mot een betrekkelijk gering jaargeld. InganschStiermark on he e ft noodweer goheerscht. Vele velden zijn over stroomd en twintig bruggen zijn door het water meegovoerd. Het spoorwegverkeer over den Seramering en naar Hongarije ia gestremd. Tal van telophoonverbindingon zijn vernield. In het Muerz- en Rnabdal zijn zes personen verdronken. Weenen is gisteravond door een wolkbreuk geteisterd. Ohr. Nat. Zendingsfeest. Het 47ste Christelijk Nationaal Zendings- feost, zal dit jaar plaats hebben op het langdoed Leyduin, van mr. Henri S. van Lcnncp. Het zal gehouden worden op Woensdag 6 Juli. Do volgende sprekers zullen do daarbij gevoegde onderwerpen behandelen Dr J. Lammorts van Buercn, pred. te Am sterdam, Openingsrede B. M. Alkemn, algomoen vertegenwoordi ger dor Ned. Zcndingsvcreeniging. 't Zen- dingswork in do Ommelanden van Batavia. W. Beukelaar, pred. te Zaandam. Do triumf der Zending. Dr. W. J. M. Engolberts, prod, to Am sterdam. Hoe zal het worden H. Guillaumo, zendeling der Rijnschc Zen- ding to Purbassambu op Sumatra. Het licht schijnt in do duisternis. M. M. den Hertog, pfod. te 's-G ravenhags. Moer doen dan Jezus W, van Hasselt, zendeling van het Java- Comitó to Si Matorkis op Sumatra. Do zonding ondor do Bataks. Dr. F. A. Krull, prod, te Rotterdam. A. J. Moulijn J.Czn., prod, te Ilaarlom. Zonding en Alcohol. Dr. P J. Muller, cm. prof. in Den Ilaag. Zuid-Afrika. M. J. Punsolio, prod, te Leiden. Hot hart id es volks om tc werken. A. J Roozomcijer, directer der Ned.-Herv. Diaconosseninrichting te Amsterdam. In zogen in gen, zaaien, inzegeningen maaien. Dr J G. Schourer, directeur van het Zen- dingshospitaal Potronella te Jogjokarta. Waarom medische zending? J. W. Stnyvenberg, pred. te Zaandam. Door God gewekte behoof bin do kracht on hoop dor Zonding. J. P. Talons, zendoling op Snngir en Talaut. Hot Evangelie ondor do Sangi- roezen on Talauroezcn. J. Zalm&n, zendeling ondor Israël tc Rot terdam. Plichtsgevoel. G. J. A. Jonker, pred. te Utrcoht. Slotrede. Aan den avond vóór het feest zal op hot fcestterroin oen bidstond gehouden worden, waarbij dr. A, W. Bronsveld, pred. te Utrecht en P. van Wijk, pred. tc Amsterdam zullen voorgaan. Nadat aan den heer Van Doorn (Unie-Lib.) gisteren door den Voorzitter verlof was verleend op een nader te bepa len dag der volgende of der daaropvolgende week tot de Regeering, speciaal tot den Minister van Binnenlandsche Zaken, een vraag te mogen richten over de Borro m a e u s-E ncycliek en over een sup- plctoire Indische IxgTOoting voor 1910 be treffende den geneeskundigen dienst in Indié de heeren Schaper, Bogaardt, Verhey en Colijn het woord gevoerd hadden, werd 'de vergadering verdaagd tot hedenmorgen to elf uren. Regeling van werkzaamheden Op voorstel van den Voorzitter wordt be sloten nog eenig© wetsontwerpen aan do agen da toe te voegen. Voorts deelde de Voorzitter mede. voorne mens te zijn de middagvergadering niet lan ger dan tot vier uren te doen duren en do ochtendvergaderingen om tien uren te 'doen beginnen. Do heer Ter Laan merkte op, dat er verscheidene wetsontwerpen op de agenda voorkomen, dio weinig tijd van behandeling zullen vorderen. Spr. vraagt daarom ook nog op de agenda te plaatsen het adres van den onderwijzer Straks, te Oosterbeek, inhoudende een verzoek om nadere salaris- regeling in verband met zijn overgang van het bijzonder naar het openbaar onderwijs. Do Voorzitter zal nagaan of dat mo gelijk is. Over do in uitzicht zijnde interpella tie van den heer Van Doorn betreffende do Borromaeus-enoycliek lezen wij in het Kameroverzicht van „De Maasbode" Nu dc Kuyper-zaak ter doofpot is aan 'tl daden, zoekt men naar een ander middel, dat kan dienen als springstof om de coalitie uit elkaar te doen barsten. En welkom i s de Bar romac us-encycliek 1 Do hoor Van Doorn heeft verzocht em in terpellatie te mogen richten tot de Ragosring speciaal tot den minister van buitoniand- eclio zaken naar aanleiding van de Borro maeus-enoycliek. En de voorzitter gaf dit verlof, toen niemand in de Kamer er zich togen verklaarde. We hebben ons dus eerst daags te verwachten op één, misschien twee dagen van antikatholieke giftig-heidjes, gede biteerd door Gouda's afgevaardigde. Wat ons niets verwondert. Is hij niet, in het strooibiljet voor zijn verkiezing, aangekon digd als een verdediger dor belangen van do Gereformeerde Kerk? En overigens: Waakt hij niet steeds met vurigen ijver te gen het indeelen van ons volk in verschillende hokjes naar den geloove? Vocht hij niet nog bij de jongste begrooting tegen de Qin- nokensche R.-K- geitcnfokkersvereeniging tnot zekeren hartstocht? 't Is alleon maar onbegrijpelijk, dat de hear Van Doorn zijn interpellatie gaat rich ten tot den minister van buiteniandsche za ken. Wat kan deze heer met de encycliek uitstaande hebben? Wat voor stappen kan deze ter zake van de encycliek doon bij den Paus, waar Nederland geen vertegenwoor diger heeft? Grappig genoeg heeft juist dezer dagen en in verband met de encycliek „De Nieu we Courant" er aan herinnerd, dat het zoo gelukkig is, voor de Nederlandscho katho lieken, dat hot gezantschap bij den Paus is opgeheven. Het zal intusschen den hoer Tydeman wel niet beletten om zich ter zake één van inzicht te verklaren met den heer Van Doom. Best mogelijk zelfs, dat we, als in de Kuyper-affairo, een tijdelijke link- sche ooalitie krijgen. Toen een anti-Kuyper- coalitie; thans een anti-Roomsohe ooalitie. Zoo moet men links maar doorgaan. Hoe feller, hoe beter; des te gemakkelijker kan heel het volk de heeren in de kaart zien. In hef Overzicht van het „Handelsblad" beet het Er is iiets, dat gewag verdient, namelijk hlet aanvragen, door den heèr Van Doorn, van een interpellatie tot de Regeering Oen in het bijzonder tot den Minister van Buiteniandsche Zaken) over 3e Borro- maeus-encycliek. De Voorzitter vond het Stella. Eu Rohritz herinnerde zi°h een officiers dochter, die hij eens op een soirée had ont moet, waar zij, om de aanwezigen van haar groot talent te overtuigen, had voorgedrar gen: ,,Welk een geluk, een tooneelspeelster te zijn". De herinnering aan de magere officiers dochter vervolgde hem nu als een nacht merrie. „Ja, wanneer Stella mij maar eenigsiins aan dat wezen mocht herinneren, dan hield ik het hier niet lang meer uit", dacht hij huiverend. ,,In elk geval spijt het mij van onze gemoedelijke huiselijkheid. De tafel schuimer en de verlepte schoone waren erg genoeg, maar men kon ze ignoreeren, ter wijl men een jonge dame, die een bloedver want van den heer des huizes is... Nu, ik kan in elk geval vertrekken." En daarmee steunde hij op zijn elleboog en draaide het electrisch licht uit. Wat hem in dezo slaperige en eigenlijk zeer oninteressante Erlachhofer huiselijk heid aantrok, valt moeilijk te zeggen. Wel licht rekende hij het haar hoog aan, dat zij zoo voortreffelijk overweg kon met d6 verveling, welke hij voor ongeveer tien ja ren uit Amerika had meegebracht, en waar van hij zich sinds dien tijd onafscheidelijk toonde. Het was echter ook zulk eon ele gante, geperfectionneerde verveling, die, zonder ooit geeuwend naar verstrooiing uit twijfelachtig of over deze zaak wel geïn-i terpelleerd kan worden, maar de Kamer Rad er geen bezwaar tegen. Naar de inkleeding der vragen van Hen heer Van Doorn zijn wij "benieuwd. Im mers, protesten als door de andere Re- geeringen bij het Vaticaan zijn ingediend, kunnen van de onze niet zoo gemakkelijk worden verlangd, daar wij geen gezant bij den Paus hebben. Evenwelde Paus beeft wél een gezant bij ons Hof. En mis schien wil dje heer Van Doom weten of dit laatste wel geheel buiten rekening kan worden gelaten. "pen merkwaardige coïncidentie wordt, naar aanleiding van deze interpellatie-aan vraag, door „De Residentiebode" in her- jnering gebracht, namelijk dat het óók een Van Doom was, die in 1853 inter pelleerde over het herstel van de bisschop pelijke hiërarchie in ons land. .Wij kunnen er iets aan toevoegen, dat de coïncidentie nóg merkwaardiger maakt: De heer Van Doorn van 1853. afgevaar digde van Utrecht, was van den tegen- woordigen afgevaardigde van Gouda (ie Vader. In dat van „Dé Telegraaf": De heer Van Doorn heeft verlof ge vraagd en gekregen, tot de Rcgecring en speciaal tot den minister van buiteniand sche zaken, eenige vragen te richten in verband met de Borromaeus-encycliek.Zoo zal dus de echo van den donderslag, die wit Rome over de aarde daverde, ook in het Hollandsche parlement worden ge hoord. H et kan goed worden, -de volgende week I „De Nieuwe Courant" geeft tc lezen: Na de pauze kwam de Voorzitter met de verrassende mededeeling, dat de heer Van Doom eenige vragen aan cLe Regeering, jneer in het bijzonder aan den Minister van Buiteniandsche Zaken, wenscht tc stel len over de Borromacus-cncycliek. De Voorzitter stelde niet voor, het ge vraagde verlof te vcrleenen. Hij liet de be slissing aan 3e Kamer over. Maar niemand verzette zich; er was trouwens geen be denktijd. En zoo kreeg de heer Van Doorn permissie, waarschijnlijk voor de volgende week. Het komt ons goed voor, dat in ons par lement niet zal gezwegen worden over ©en gebeurtenis, die Nederland toch wel bijna evenzeer als Pruisen raakt, waar Regeering en Landdag er als vanzelf spre kend een uitvoerige behandeling aan wijd den. Alleen zal het hier moeilijker zijn den vorm voor de "te stellen vragen te vinden, daar de Nederlandsche Regeering bij het Vaticaan niet vertegenwoordigd is en er dus slechts eenzijdige diplomatieke aanraking bestaat. Maar om de juiste woorden te vinden voor datgene, wat hij zeggen wil, heeft men den afgevaardigde voor Gouda nog nimmer verlegen gezien. IVopasandadag voor Vrouwen kiesrecht. Gisternamiddag verleende mevrouw Reyst- Vreeburg in haar ruime woning aan den Rijnaburgci weg, gastvrijheid aan de leden der afdeeling Leiden van de „Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht" ter viering van den jaarlijkschen propagandadag. De presidente, mejuffrouw Lulofs, opende de bijeenkomst met een woord van welkom, en wees er op hoe, na 't congres to Amster dam in 1908 (dat op 15 Juni geopend werd) een groote toename van leden dezer vereeniging te constatoeren viel, en hoe op de jaarvergadering to Amsterdam in 1909, op voorstel der afdeeling Groningen, beslo ten werd voortaan 15 J u n i als algemeenen propaganda-dag door het geheele land te vieren. En als gevolg daarvan was men nu dus hier bijeen en hoopte spreekster dat ook van deze gezellige bijeenkomst kracht ten goede zal uitgaan, en het frappez frap- pez ioujours ook het devies der leden de zer afdeeling zal worden. Na deze openingsspeech werden door moj. Krak (Den Haag) een drietal liederen ten beste gegeven, gevolgd door eenige nummers voor viool door den beer Frölich (met pianobegeleiding van mej. Reyst) te zien, ja zonder in het minst daarnaar te verlangen, zelfvoldaan en uit de hoogte op die kinderachtige menschen neerzag, die werkelijk nog in staat waren op deze oude, afgezaagde wereld bedroefd te zijn of zich te amuseoren. Hij was trotsch op deze soort geestelijke verstijving, welke langzamerhand al zijn werkelijke edele eigenschappen had ver lamd. „Jammer van hem 1" zeide Leskjewitsch, wien het bloed nog van levenslust in alle aderen klopte en die beweerde, Jat hij zich in rijn leven nooit een halfuur had ver veeld, behalve op een stikdonkeren avond in den winter in een overstapstation, wan neer hij de aansluiting gemist had. Maar de goede ritmeester was een halve barbaar en „in den caJet blijven steken"; maar toch zijn wij het met hem eens, wanneer hij van Rohritz zeide: „Jammer van hem!" Ja, jammer van hem 1 Wie, die Edgar von Rohritz nu zag, zou gelooven, dat hij in zijn jeugd, wel is waar altijd onder het masker van voornaam phlegma, veel meet neiging voor het romantische had gehad dan zijn voormalige wapenbroeder Leskjewitsch. Maar de romantiek was hem slecht beko men. Nadat hij niet zonder harden strijd de smart van een bittere teleurstelling had overwonnen, hield hij er nu de meest nuch tere levensbeschouwingen op na, gedeelte lijk om zich onnoodig leed te besparen, ge deeltelijk uit angst zich belachelijk te ma ken. Hij hield zijn hart vast gesloten en wanneer de bij hem in miskrediet geraakte romantiek toch woer eens kwam aansluipen en vleiend verzocht binnengelaten te wor den, dan werd haar de deur gewezen. Voor waarna mej. Bueninck (uit Russum) een fragment uit de „Messias" zong. Hierna werd de aandacht der aanwezi gen in beslag genomen, door een lezing van mevrouw De V r i e sB r a n d o n, (Den Haag). In schoon gestyleerde zinnen leidde zij haar onderwerp in; zij wees op de be- teekenis van dezen dag voor de zaak der vrouwen, bij welks viering als het ware do nationaliieitsideeën vervloeien en zich op lossen in sociale gedachten omvattend de aigemeene belangen der bewoners dezer kleine planeet. Een zeer interessant histo risch overzicht gaf zij van de vrouwenbewe ging, die aanving in hot land van den Dol lar, dat men verstoken achtte van idealen; van het aandeel dat de vrouwen daar na men .aan den vrijheidsoorlog en den strijd tegen de slavernij. Hoe deze beweging zich overplantte naar het oude Europa, zich kenmerkte in Frankrijk en Engeland en hoe de wereldgeschiedenis zich bij voortduur steeds meer beweegt in de richting der noodzakelijke erkenning van de gelijkwaar digheid en gelijkheid voor de wet van man nen cn vrouwen. Hieraan is geen weerstand te bieden, door welke aardsche machten ook en geen onzer behoeft vrees te koestoren voor die nieuwe verhouding tusschen de boide geslachten op het levensterrein in zijn vollen omvang. Na deze boeiende voordracht bracht mej. Bueninck nog con paar zangnummers ten gehoore en besloot de Presidente deze gezellige en goedgeslaagde bijeenkomst met een warme hulde aan de gastvrouw en hen die hun krachten en gaven beschikbaar stol den tot het doen slagen van dezen middag. Mej. Van Driest had zich welwillend beschikbaar gesteld voor de pianobegelei ding en kweet rich uitnemend van deze taak. Voor de aanwezige leden cn ge- introduooerden zal deze middag nog lang een aangename herinnering blijven. Gemengd Nieuws. Uit Leiden is te Rotterdam aangebracht de 11-jarige C. L-, die de ouder lijke woning in de Oosterstraat was ont- loopcn. De kazerne» te 's-G r a v e n h a- ge Naar „De N. Ct" verneemt, wordt in het rapport der Gezondheidscommissie een hoogst ongunstig oordeel over de Haag- sche kazernes uitgesproken. Een jaar of vier geleden is reeds een afzonderlijk rap port verschenen over de Oranje-kazerne, toenmaals niet door de commissie uitge bracht, maar door de Gezondheidsinspec teurs. Alhoewel toen reeds vele hygiënische gebreken en voor bewoning ongeschikte toestanden in de Oranje-kazerne werden aangewezen, heeft men van verbetering se dert niet gehoord Het tegenwoordige rap port moet een herhaling- en versoherping zijn van do klachten, en niet slechts over den toestand in de Oranje-kazerne, maar oök over dien in de overige kazernes hier ter stede. Mr. v. E., ambtenaar ter b schikking van den algemeenen secretaris, wiens arrestatie in verband, met onregelma tigheden in een faillissement te Delft, in- dortijd was gemeld on later is tegengespro ken, heeft half Mei een verlof van drie maanden, buiten bezwaar van den lande, gekregen. Naar do „Java-Bode" meldt, heeft do heer Van E. dit verlof aangevraagd, ten einde in de gelegcnhoid te komen, de zaken, welke hij bij zijn vertrek uit Nederland niet volkomen beredderd liad achtergelaten, in orde to gaan brengen. Althans wanneer zijn aanwezigheid daarbij mocht worden ver- eiseht. Gisteravond, terwijl hot gezin van den boerendaggelder Roodcnbruin tc Wceispercarspel zat koffie te drinken, ge raakte eon driejarig dochtertje dat buiten aan het spelen was, in een in do nabijheid zijnde sloot. Toen men het kind miste, ging men het noeken en vond men het in die sloot hoewel het onmiddellijk werd opge haald, waren de levensgeesten reeds gewe ken. Eenleukedief. NadatMaan- dag zich iemand bij den kapper Govers te de romantiek waS hij niet meer thuis. Voor circa twintig jaren was hij in het- zelfde dragonderregiment met Hans Leskje. witsch zijn militaire loopbaan begonnen en toen hij nauwelijks vijf en twintig was, had hij den dienst verlaten, ten einde een reis om de wereld te ondernemen, mogelijk al leen, omdat voor een ziekte van het hart evenals voor vele andere riekten verande ring van lucht de beste genezing moet zijn. Nu woonde hij reeds sinds jaren meestal te Grafcz van waar hij dikwijls uitstapjes naar Weenen maakte. Zijn omgang met de menschen was slechts zeer beperkt. Hij had nooit gedanst op bals speelde hij whist en oritiseerde de figuren en de toiletten der danseressen. Hij was als vrouwenhater be kend, waarom alle vrouwen hem uitermate interessant vonden, en ging voor een van de beste partijen van Gratz door, waarom hij dan ook aan de vervolging van alle met dochters gezegende moeders was blootge steld. Afkeerig van al deze ongevraagde hulde, had hij zich steeds meer van de wereld en zelfs van bridgepartijen teruggetrokken, toen zich op zekeren dag de mare verspreid de, dat hij plotseling zijn geheele vermogen door de onvoorzichtigheid van zijn zaak waarnemer had verloren. Hij zou slechts een onbeduidende som behouden hebben. Daar hij dit gerucht niet tegensprak, nam men het voor waar aan. Moeders van huwbare dochters ontdekten, dat bij een zeer onbe minnelijk karakter bezat, en dat het niet alles moest zijn, met hem te leven. En een week nadat deze treurmare zich had ver spreid, constateerde hij met een eigenaardi- gen glimlach, dat hij in dien korten tijd minstens een half dozijn uitnoodigingen voor diners en soirees minder had ontvan gen. Toen daarop een vriend, dien hij op straat ontmoette, hem met oprecht leedwe zen condoleerde, antwoordde hij hem, zijn knevel opdraaiend: „Maak je over mij niet bezorgd; ik verzeker je, dat het wel eens gemakkelijk is, arm te zijn." De mare van de treurige verandering in zijn omstandigheden drong tot in het stille Erlnchhof door en bracht ritmeester Leskje witsch, die haar van een ouden kameraad, in een postcriptum onder een langen brief, vernam, in 'n onbeschrijflijke opwinding. Met den open brief in zi.in hand snelde hij naar zijn vrouw. „Lees dit eens, Katrien. Rohritz heeft zijn geheele vermogen verlo ren. Onder deze omstandigheden zal hij het heerlijk vinden, voor langen tijd uit zijn tegenwoordige omgeving te komen. Wij moeten hem dadelijk uitnoodigen, dadelijk, d. w. z. wanneer gij het goedvindt." Zeer merkwaardig kwamen in dit geval do meeningen van dit strijdlustig echtpaar overeen. „Ik wil hem gaarne eenigen tijd hier heb ben", antwoordde Kathrien. Verzoek hem, n.L, wanneer gij niet mogelijk bang zijt, dat hij mij het hof zal maken." De ritmeester zette een potsierlijk gezicht „Dat gij je door een vreemde hef hof zult laten maken, daarvoor behoeft men bij jou niet bevreesd te zijn", mompelde hij: ,,de onaangename zijde van je karakter is, dat gij je ook niet door mij het hof wilt later maken." Kathrien trok haar wenkbrauwen omhoog. „Ik houd nu eenmaal niet van opgewarm de kooL" De ritmeester maakte van deze gelegen heid gebruik om uit te varen. „Gij kunt toch niet verwachten, dat gij absoluut de eerste vrouw zoudt zijn, van wie ik... lira... gevonden had, dat zij mooie oogen bezit]" Maar Kathrien zat dien dag juist tot over dc ooren in huishoudelijke bezigheden en dientengevolge ontbrak het haar aan den noodigen tijd voor haar lievelingstijdver- drijf, nl. voor e n levendig debat. „Wind je niet op, mijn waarde," ant woord zij hem, „maar schrijf aan Rohritz een hartelijken brief en wel dadelijk zoodat hij vandaag nog met de oost meegaat. Zal ik hem voor je opstellen]" „Dank, dat speel ik zelf nog klaar," ant woordde de ritmeester lachend. „Ilm, wat een arme dragonder zich toch al van een ontwikkelde vrouw moet laten welgevallen.'» Met die woorden wendde hij zich naar de deur, terwijl Kathrien hem nog vroolijk nariep: ,,Ik maak je er bij voorbaat attent op, dat ik een bijzondere voorliefde voor Rohritz heb; al het andere is jouw zaak en ik wasch mijn handen in onschuld." Zeer geneigd tot humoristische opmer kingen, vond Kathrien Leskjewitsch cr een bijzonder genot in, de twijfelachtige nauw gezetheid van die jonge vrouwen belachelijk te maken, die een dringend verlangen, om „haar huwelijkstrouw over boord tc wer pen", met dc behoefte verbinden, alle schuld op haar mannen tc werpen en zich als en gelreine martelaressen naast deze pikzwarte monsters aan de wereld voor tc doen Niets prikkelde haar spotlust zoozeer a' deze soort aangeduide faux pas. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5