Uit da RechtzaaL Gemengd Nieuws. 'den namelijk van elke beslissing der Rijks verzekeringsbank, waarbij zij voor onze re kening een voorloopige of blijvende rente toekent, direct zelf boroep kunnen instel len. Daardoor zouden wij ons zelf althans in deze gevallen partij maken en dienten gevolge, wanneer misschien de arbeider in beroep mocht komen, als zoodanig deel kun nen nemen aan zijn beroep, dat dan im mers te gelijk met het onze, als ééne zaak, zou worden behandeld. Wij zouden dan jaarlijks ongeveer 3000 beroepen moeien instellen. Wij zouden daarvoor formulieren van klaagschriften kunnen doen drukken en kunnen volstaan met de invulling van ecnigo data. Het spreekt echter vanzelf, dat wij oen dergelijk middel, waardoor de beroops- reohtspraak zeker niet weinig in verlegen heid gebracht zou worden, niet spoedig en niet gaarne zouden toepassen. HET GROENLOOPEN. Indertijd liobbcn we reeds een en ander meegedeeld omtrent bet oor deel dat sommige hoogleeraxen, mét name Leidsohen, hebben uitgesproken ovor de groenquaesfcio, waaromtrent „H?t Vaderland", zooals men weet, een enquête bad ingesteld, welk blad verschillende ant woorden van hooggeleerde vóór- en tegen standers ontving. Wo deelden toen reeds in het kort het antwoord van prof. dr. H. Y. Groenewegcn, hoogleeraar van het Rcmonstrantsch Semi narium aan de Hoogeschool te Leiden, mede. Wc laten dit hier nu in zijn geheel volgen: Gij vraagt mijn oordeel over het boekje van prof. ï)e Groot en over den groentijd. Hoe meer hart wij hebben voor de studen ten en hun korps, en voor het leven in die kleine aantrekkelijke maatschappij, hoe noodiger het mij lijkt, dat wij ons eerlijk uitspreken. Daarom antwoord ik u gaarne. Wat prof. De Groot "betreft, hoeveel grie ven men moge hebben tegen zijn geschrift en zijn optreden, hij heeft in. i. twee dingen gedaan, waarvoor ieder weldenkend mcnsch, ook onder de studenten, hem zal eeren. Vooreerst: hij heeft ernst gemaakt met een ernstige zaak. De een verklaart, dat do groentijd een noodzakelijke en heilzame instelling is. De ander noemt den groentijd met een geëerd Leidsch jurist „een mensch- ontoorend instituut". In beide gevallen is het groe-nwezen een belangrijk verschijnsel. Bovendien is het nu overal een wettelijk erkende instelling geworden dir georga niseerde studentenmaatschappij. Zij be lichaamt daarin iets van haar geest en haar zeden, en leidt daarin jaarlijks honderden van de meest ontwikkelde jongelieden op. Nu zijn er sinds lang tegen den geest en do zeden, die in den groentijd openbaar worden, ernstige gedocumenteerde aan klachten gehoord. Maar dan gaat liet ook niet aan zich daar af te maken met een „het raakt- mij niet", of „het zal wel zoo erg niet wezen", of „ik heb niets bijzonders vernomen". Iedere doof pot-tactiek lijkt mij thans onverantwoordelijk. Het geldt een zaak waarmedo eindelijk ern?t gemaakt be hoort to werden. Ten andere: Do Groot heeft de zaak ge bracht waar zij ter laatste instantie behoort, haar onderworpen aan het oordcel van de ouders der studenten en daarmede van geheel de natie. De studenten mogen natuur lijk instellen wat zij willen, en de acade mische Senaten toslaten en door de vingers z.en wat zij oorbaar achten. Maar boven beiden staat, zoo niet met wettelijke, dan ti)ch met zedelijke macht het oordeel der natie. Nu daarover hebben tot nu toe de 6tudenten zich waarlijk niet te beklagen. Do studontenkorpsen hebben een bevoor recht© positie cn de studenten kunnen! overal ,,een potje breken". Maar met na druk, cn niot op grond van praatjes, maar met reeksen van feiten wordt het aan de studentenmaatschappij verweten, dat zij toelaten dat de groentijd jaarlijks schande over haar brongt, en worden ouders cn wordt de natie gewaarschuwd, dat die in stelling met zedelijke en lichamelijke ge varen hun zonen bedreigt. Dit is een beroep op het goweten der besten onder de stu denten en der leidslieden van ons volks leven, cn oen beroep dat krachtig weerklank gevonden heeft. Geen studentenorganisatie kan daar straffeloos het oor voor stoppen. Met wat er waars is in dié luider en luider klinkend© aanklacht zal vroeg of laat blij ken haar bestaan gemoeid te zijn. Hoc dan over dien groentijd te cord celen Er zijn vergoelijkende en blindelings bewon derende verdedigers. Maar de laats ton ?.ijn zeer zeldzaam, en zonder belangrijk voor behoud en ernstige waarschuwing verdedigt bijna niemand het blijkbaar bedenkelijk in stituut. Omgekeerd zijn er voorzichtige, krachtige en hartstochtelijk© bestrijders. Maar zelfs de gematigdsten onder dezen weten weinig goeds van den groentijd te zeggen. Nu komt mij dat eindeloos pro en contra vrij nutteloos en verwarrend voor, pmdat men de vraag niet altijd zuiver 6telt. Do ocnige vraag is, meen ik, deze: of hot goede dat men behouden wil den groentijd, cl ijle hij nu bestaat, rechtvaardigt en nood- akclijk maakt, en of het kwaad, waar tegen men opkomt, in den groentijd te ver snijden of daaraan van naturo eigen is. Welnu, men wijst op een drieledig nut van den groentijd: de noodzakelijke ken nismaking, de- ontbolslcring, de opvoedende of karaktervormende kracht. Daaruit is on getwijfeld het heelc groenwezen ontstaan, en voor zoover de groentijd dit alle» ver wezenlijkt is zijn beslaan gerechtvaardigd, klaar nu vraag ik toch of iemand, die den werkelijk bestaanden groentijd niet door don idealistischcn bril van zijn herinne ringen, en ook niet uit de verte door zijn etudeerkamerramen bekijkt, maar zich èn door De Groot èn door het rijke materiaal 'door de justitie vergaderd èn door open hartige en ernstige korpslcden laat voor lichten jrieh dienaangaande nog cenigo il lumes kan maken 1 Kennismaking? Slechts enkelen loeren' elkander wezenlijk kennen, en don meosten is het oolc daar niet om te doen. De pret van liet groeuenjagen, het genot om te kun nen tiranniseeren, dreigen en „donderen" en het vermaak in do weerlooze onderwor penheid .van het angstige, opgejaagde wild is hoofdzaak. De geoeft ^jvordt het meest gegroend door wie na ucn groentijd niet naar hem omkijkt, hem misschien negeert omdat hij geen „aristocraat" of geen „demo craat" is. De geheel abnormale toestand van studenten en groenen in dien tijd staat juist de kennismaking in den weg. Menige fello donderaar blijkt in normale verhou dingen een bes.tc, goedhartige kerel, die zich maar in de opwinding van den groentijd tot beulswerk Liet verleiden. Menige schuch tere, zwakke, angstige jongen blijkt later een man van geest cn karakter, die alleen in zoo'n tijd van afmatting en kwelling niet tot zijn recht kwam, en er misschien zijn ganschcn studententijd door om wordt mis kend. De groentijd is juist het bederf van de kennismaking geworden. Deze begint .eerst al3 al die misère achter den rug is. On 1 bolstering? Ja, die zal er zijn hoe min der de groen als groen wordt behandeld! Dan kunnen onschuldige plagerijen hem zijn onbeholpenheid, verwaandheid en an dere gebreken afleeren; dan kan goede raad en ernstige waarschuwing hem baten. Maar in plaats van regel is dit uitzondering ge worden. De „donderij" is hoofdzaak. Als er niet genoeg van die soort „groenpret" is, klaagt men over een saaien groentijd, en zegt dat er haast geen groentijd meer is. En is het denkbaar, dat een toestand, die vaa uur tot uur blootstelt aan vernedering, bespotting en hondsche bejegening, aan proefneming hoeveel sexuoole vuilheid het jongemensch kan verdragen, wezenlijk tot zijn entwikkeling bjidraagt? Karaktervorming? Maar hier is de des illusie volkomen l Ja, een hartelijke, vroo- lijke, goedwillige, vriendschappelijke om- gaüg van den oudere met den jonger© kan karaktervormend zijn. Maar zulk een om gang bestaat niet door, maar ondanks den groentijd. Doorgaans is de behandeling koud onverschillig; harteloos vernederend, dreigend tiranniek. Zij neemt het vertrou wen in menschen tijdelijk weg. verlamt voor een poos het eergevoel, maakt kruiperig cn onoprecht, willoos en lafhartig, en verleidt telkens tot woorden of daden van karakter loosheid. Zedelijke opvoeding in den groen tijd» de studenten gclooven er zilve niet aanzij weten te goci welke elementen in het korps het meest aan het groenen doen, en waaraan iedere groen blootstaat. En dc groenen gelooven er ook niet aan: zij slik ken wat hun wordt aangedaan alleen om in het korps te komen, sommigen ver langend naar het genot om het straks an deren aan te doen. Gelukkig voor de karak ters dat de groentijd zoo kort duurt 1 Kortom, dc ontaarding van den groentijd blijkt juist hieruit, dat er zoo weinig van liet goede terechtkomt, bedreigd en ver drongen als het wordt door het kwaad. Is dat kwaad er van los te maken Men heeft het beproefd door reglementccring. De beste elementen van de korpsen toonden daarmede zelve in te zien, hoezeer het kwaad dc overhand kreeg. Hun pogen was loffelijk cn sympathiek. Maar het resultaat is bedroevend. Ik heb den groentijd aan tweo universiteiten leerr.n kennen. Te Am sterdam was hij destijds wel, te Leiden nog niet gereglementeerd. De toestand was hier cn ginds volmaakt dezelfde. Wat „on redelijk en onzedelijk" was mocht niet wor den geëischt: nu werd het een van de con stante aardigheden den groen zoo te „over donderen" dat dc stakker niet meer wist wat redelijk en zedelijk was. Hier verbiedt de groenwet „lichamelijk geweld": toch heeft het dagelijks plaats en op ieder© don derjool, ja tot onder de oogen van het Collegium in dc Commissiekamer. Dc offi- cieele donderjool is afgeschaft, dc particu liere, die de ergste zijn, blijken onaantast baar. Leden van hot Collegium, met bcwon- derenswaardigen ernst en ijver, beseffende dat de ©er en het bestaan van het korps er van afhangt, verschijnen daar vaak ©n trachten het-ergste te leeeren. Maar zij kun nen niet overal tegelijk zijn, en ze hebben zich nauwelijks verwijderd of er gebeuren dingen, die ik weiger te beschrijven. Ik heb bewijzen in verklaringen van korpsledcn, die zich ergeren maar machteloos voelen. "Wat beduidt in een tijd van aanstekelijke opgewondenheid cn verblinding een regle ment jc De straf komt altijd te laatl En hier gelijk elders bleek herhaaldelijk, dat de korpsen van straffen niet wilden weten, maar, in averechtschc solidariteit, Liever een voortreffelijk Colleeium dan eenige immo reel© korpsledcn uitwierpen. Sluit het onverbloemd erkennen van dezo dingen nu ip, dat men de meerderheid der korpslcden voor gemeene woestelingen houdt? Immers neen! Dze ontbreken wel niet., maar vormen stellig een kleino min derheid. De meerderheid is goedgezind, af- koerig van machtsmisbruik en gemeenheid en verlangend de .eer van het korps hoog te houden. Een niet gering deel van dezen doet dan ook aan de groen arjj niet of nau welijks mede, en onder hen zijn ex waar schijnlijk vcrscheidonen, die gaarne den .croentiid priisgaven voor een kennismaking on voet van vrijheid onder strafbaarstelling van ieder© inbreuk op ds .vrijheid en vooral van lichamelijke of zedelijke geweldpleging. Maar het noodlot van den groentijd is juist dat hij de slechtst© elementen een schier onbeperkte macht verschaft en de betere- onbewust meesleept. En dan doet de blinde gehechtheid aan de traditioneel© korpsprivi leges en een valsch begrip van stud ent ikosi- teit de rest. De groentijd zelf maakt het kwaad onvermijdelijk. Hij brengt im- mers den groen in een toestand van bijna reohtelooze afhankelijkheid, van weerlooze onderwerping, van vernedering, spot en hoon. Die toestand moge minder ondraaglijk zijn omdat men hem t© zamen ondergaat-, hij wreekt zioh toch op ieder individu. Na drie weken is do ellende wel vergelen, maar dio tijd is lang genoog om haar volop te doen gevoelen. Straffeloos kan bijna iedere gril, alle baldadigheid aan do machteloozen worden botgevierd. Willekeur, hcersch- zucht, opwinding, zucht om elkaar te over- Vorstelijkc dabbelgaugers* Piins Handrik van Pruisen. trcevcn hebben vrij spel. De blik op de hulpeloosheid pa dï vernedering van ande ren wordt een prikkelend amusement. Het genot van dondenmrsovcrmacht wordt een hartstocht. De groentijd werkt als een gees telijke infectie. In den grond goede, harte lijke, g:-estigo studenten, ziet men meedoen aan harde, hatelijke, wréede, geesteloos ge meene behandeling van jongeren of zwijgend toezien. En de minderwaardigen, en de gemcencn zeggon en doen nu dingen, waar zij buiten den groentijd niet aan durven denken, en blijven ongestraft omdat liet groentijd is. Enkel© ïtg.' voorvallen worden ruchtbaar, toch zijn ze niets meer dan symp tomen van wat herhaaldelijk gebeuren kan, en zonder dat het uitlekt telkens en overal gebeurt. "Wanneer de studenten durven spre ken, staat men versteld. Gebeurt er niets dat openbare ergernis geeft, dan verbeelden kortzichtigen zich dat alles in het reine is, totdat men van cpcnli3rt gen verneemt, hoe- voel schandelijks b nr.cnskamors gerchied is, waar niemand zich tegen durfde of ken verzetten. Neen, de groentijd cn dc groen- gccsfc brengen zelve dit alles mede, lokken het uit, wekken, het op, maken dat het trots reglement en toezicht .telkens cn overal terugkeert ©n terugkeren zal. Maar juist omdat de studenten zelve veel beter zijn dam dit verouderd en ontaard instituut, is het m. i. alleen een kwestie van tijd, of aan dc meerderheid zullen do oogen opengaan. Zij zullen inzien hoe min het vermaak is, dat de blik op zoo'n troep kaalgeschoren, besmeerde en bespoten, ge trapte, uitgescholden jongens hun verschaft- Inzien, dat hot laf is met een overmacht in ©en douker gemaakte kamer oen paar weerloozo jongens te gooien, te stompen ©n hun <lo Idceren vam 't lijf te rukken. Dat hot gemeen is een abuormalen zwakkeling eerst tot iets gemeens t-c dwingen en bom. dan om zijn val, aan do verachting prijs to geven. Dat het onedelmoedig is zieh te vermaken in vernedering en smaad, dio men zelf met overmacht zwakkeren heeft opgelegd. Als maar eenmaal dc verblin dende waan gebroken is, dat de eer van het korps in dingon is gelegen, waar een onbevangen mensch veeleer schande in vindt! Ik ben zeker dat de overgroot e moerderheid der korpss tulen ten, als ze zulke toestanden eens onder de handeLsjongclui on niet ia hun eigen wereld vonden, ze zou kwalificeeren met een woord, dat precies het omgekeerde van studentikoos beduidt. Do beste dienst, die men aan de studenten- korpsen bewijzen kan, is dc vriendschappe lijk© raad: ontdoo u zoo spoedig en zoo radicaal mogelijk van allo deze dingen die beneden u zijn. Gij zeiven moet weten hoe. Uw bloei hangt er zeker, uw bestaan hoogstwaarschijnlijk van af. "Wh" gclooven niet dat gij staat.cn valt met ©en verouderd en ontaard institunt, omdat wij vertrouwen in u, op wie het beste deel der natie hoopt. II. Y. GROENEWEGEN. Opleiding van militie-oflleiercn bij de Vesting Artillerie, Men schrijft ons: De Inspecteur der Vesting-Artillerie heeft dezer dagen nog eens in liet bijzonder de aandacht gevestigd op de. bijzonder, gunstige gelegenheid tot opleiding van militie-officieren bij dat deel der artillerie. Zooals men weet wordt op den lsten Sep tember a.s. toUtrecht opgericht een cursus, aan welks hoofd als directeur wordt geplaatst- de kapitein W. C. Baron R e 11, de mam die reeds sinds 1903 bij het 1st© regiment vesting-artillerie een dertig tal militie-officieren met voorbeeldige zorg en toewijding heeft opgeleid en gevormd. Waren de hulpmiddelen daartoe, tot he den vrij primitief, op den o u r s u s zal dit geheel anders zijn, en het is dan ook te verwachten, dat vele jongelieden èn om befc aangename garnizoen in hefc midden fles lands èn om de wijze waarop zij hun diensttijd zullen doorbrengen^ zich aanmel den als adspirantitailitie-officicr bij het zoogenaamde „zware wapen", hetwelk door do eerlang te verwachten invoering van de nieuwste geschut-soorten wij noemen hier de houwitsers en hefc aange spannen vesting-geschutnog in belang rijkheid zal toenemen. De opleiding duurt in haar geheel 12 maanden, aanvangende 1 September^ dus juist na het einde der examen-periode en eindigende vóór den aanvang van den groentjjd, van de hoog© onderwijsinrichtin gen, enz. De cursus staat open voor alle ontwik kelde jongelieden voor hen die geen be paalde diplomats hebben na een admjssie- examen; zij die reeds in dienst zijn en zich als adspirant-militie-officier verbinden, worden onmiddellijk, en wel tot den cerst- volgenden lsten September, in het genet van verlof gesteld. Zoowel de genoemde directeur als de Commandant van hefc 1ste regiment ves ting-artillerie te Utrecht, geven desge vraagd alle nadere inlichtingen, hetzij mon deling of schriftelijk. ChristelÊjk-Historisclie Unie. Omtrent de vergadering van het Natio naal Comité der Chr. Hist Unie, Woens dag te Utrecht gehouden, deelt „De Ned." nog mede, dat 45 leden vertegenwoordigd waren. Een voorstel Bodegraven, betreffende de financiën, werd na eenige discussie door de voorstellers ingetrokken. Zij waren over tuigd, dat het mogelijke reeds was gedaan en dat het verder voorgestelde, voorloopig ten minste, niet mogelijk was. De referaten van mr. J. J. Tilanus, over: „Evenredige Vertegenwoordiging" en van mr. H. Verkouteren, over: „A^-ouwenkies- reeht", werden met veel aandacht gevolgd. De eerste kwam tot de conclusie, -Jat de Evenredige-(personcn)vertegcnwoordigiQg moest worden ingevoékd ca dat zulks niet in strijd was met de beginselen der Unie. De tweede was in beginsel niet voor Vrouwenkiesrecht, maar wilde als concessie in de praktijk wel kiesrecht toestaan voor vrouwelijke gezinshoofden en daarmede ge lijk gestclden. Hij wilde ook wel de Grond wet in dier voege veranderd zien, dat vrou wen niet mcér absoluut van het kiesrecht waren uitgesloten. Beide referaten gaven tot zeer levendige en opgewekte discission aanleiding. Aan jhr. mr. A. F. de Savornin Lobman werd een telegram van dank verzonden Het gerechtshof te 's-Gravcnhage, bchattdcldo gisteren de zaak van den stad«nt J~. A. Th. to 'b-Gravenhagc, appellant van het vonnis der Haag. scho rechtbank, waarbij hij tot 14 dagen gevan genisstraf is veroordeeld wegens zaakbeschadi ging, door op den AVassenaarschen weg terwijl hq in een automobiel was gezeten, met oen flescli portwijn een glasruit van ©en andere automobiel stuk tc slaan. Nadat een viertal getuigen was gehoord, e rechte het O. M. bevestiging van het vonnis. Do verdediger, mr. K. J. van Nicukcrken, ad vocaat, thans te Amsterdam, concludeerde tot vrij spraak. Hefc openbaar ministerie ekchte teveo3 bevesti ging van do vonnissen der rechtbank te Rotter dam, veroordcolende lo. J. v. d. AL, scheepsjager to Gouda, wegens bclcediging van een politiebe ambte aldaar die hem bekeurde wegens burenge rucht, tot 7 dagen; en 2o. J. H-. bankwerker to Rotterdam^, wegens diefstal van eenige kloeding- stukken, tot 1 jaar gevangenisstraf. Ook stond terecht J. E, koopman in granen te N o o r d w ij k, doo-r de Haagscho rechtbank veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf, wegens het voortgezet misdrijf van bedrieglijke bank breuk, door verkoop van lqnkocken onder do waardo en het doen van betalingen aan cnkclo crediteuren, terwijl hij wist dat een faillissement onvermijdelijk was. Het O. M. vorderde bevestiging van het von nis, waarna mr. P. J. M. Aalberse, advocaat t© Leiden, vrijspraak pleitte, subsidiair ontslag van rechtsvervolging. Amstérdamsclie Ueehtbank« Hazardspel,. De 5de Kamer beeft gisteren, in hooger beroep uitspraak doende, onder vernieti ging van de vonnissen der kantonrechters, veroordeeld K P. K. wegens het aan het publiek gelegenheid geven tot hazardspel, tot 6 maanden en 2 maanden hechtenisA. Z., den verhuurder van hefc lokaal daartoe, tot 5 maanden hechtenis, P. P., den op zichter bij hefc spel tot f 600 en f 250, subs. 4 maanden en 50 dagen hechtenis. Yoorzooveel de straffen betreft waren de vonnissen overeenkomstig die van den kan tonrechter alleen was ten aanzien van een der zaken tegen P. P. de boete van f 70 of 14 dagen tot f 250 of 50 dagen verhoogd. Sigarenzakje s-B ank b i 1- j ettea Dezelfde kamer heeft gisteren eveneens in hooger beroep uitspraak doende (bet O. M, bij het kantongerecht was in hooger beroep gekomen tegen hefc vrij sprekend vonnis) overeenkomstig het re quisitoir den sigarenwinkelier F. J. v. Loo keren, veroordeeld tot f 25 boete, subs. 5 da gen hechtenis, wegens het ter versprei ding in voorraad hebben van sigarenzakjes* in een vorm, die ze op bankbiljetten van f 4Q deed gelijken. Bij het vonnis werd overwogen, dat art., 440 Sr. niet slechts is geschreven mot het oog op lieden die geregeld, maar ook vooil hen, die slechts zelden de werkelijke bank biljetten onder de oogen krijgen, welke Iaatstbedoelden in casu zoo licht om den tuin konden worden geleid. Stoomschepen. Gearriveerd: G o r r e d ij k, 19 Mei v. Rott. te PbiW delphia; A d m i r a 1, uitreis, 17 Mei te DurbanFeldm&r s c h a 11, uitreis, 18 Mei te DelagoabaaiJava, thuisreis, 19 Mei te Suez; O r a n j e, thuisreis, 19 Mei tc LissabonB o g o r, 19 Mei v. Rott. te Batavia. Vertrokken: Sumatra, thuisreis, 19 Mei v. Tel-» lichery; G o e n t o er, uitreis, 19 Mei v„ Marseille; Oranje, thuisreis, 19 Mei r. LissabonJava, thuisreis, 20 Mei v. Porti* SaidBürgermeister, uitreis, 18 Meï v. Southampton; Gertrud Wcer- mann, thuisreis, 18 Mei v. Tanger: Sa» 1 i n g e n, v. Ja va n. Amst., 18 Mei v„ Padang. Gepasseerd: Rembrand t, thuisreis» 20 Mei Perï«n; Har burg, v. Java n. Amst. 18 Mei Po- niche Prins Willem V, uitrei^ 19 Mei Ouessant. Het Roomhuis. Het van. ouds bekende Roomhuis of Boschhek aan het uiteinde van het Haagsche Bosch, gaat over in handen van een naamlooze vennoot- schap, die dit uitspanningsoord verder zal exploiteeren met den tegenwoordigen eige naar, den heer Van der Meer, als directeur* Volgens het plan van verbouwing zullen de tegenwoordige voorgebouwen, thans voor koffiehuis en zalen voor feesten in gebruik, tegen den grond gaan en zal hefc vrijkomend terrein 'getrokken worden bij den bestaan- den voortuin, waarmede het één terras za? gaan uitmaken. Op een gedeelte van den achter het buis gelegen tuin zal eon. geheel nieuw cafd met restaurant gebouwd worden. Met de uitvoering van een. en ander zat in het najaar begonnen worden Door de uitgeversmaatsch ap- pij ,,'t Raedthuys", te Amsterdam, worden eerstdaags prentbriefkaarten uitgegeven van Prinses Juliana, in haar pony wagen. De opname werd gemaakt op het oogen- blik, dafc de Prinses Koningin Emma op Haar verjaardag aan het station kwam op wachten. Uit Alexandrotsk in het; gouvernement Jekaterinoslaf wordt gemeld: dat op den Dnjepr een vaartuig met 94 arbeiders is gezonken; 47 personen verdron ken. Gisternamiddag om vier uren is er te Barcelona met een geweldigen knal een dynamietbom ontploft, die op do Paseo de.Gracia onder een steenen bank was neergelegd. Js Avonds zou het plein ter viering van het Meifeest verlicht worden en dus een groote menigte trekken. Om vier uren waren er echter zeer weinig menschen^ zoodat er niemand gekwetst is. Het moordproces Swope- Hyde. Te Kansas City is Maandagmor- gen uitspraak gedaan in het geruchtmaken de moordproces, aangespannen tegen dr., Hyde, die kolonel Swope, een rijken bloed- 1 verwant, van. wien hij moest erven (en cok geërfd heeft) door vergift van het leven had beroofd. Hyde was de huisdokter van Swope. Ook nog andere bloedverwanten, wier dood van financieel voordeel was of worden kon voor Hyde, waren vrij plotse ling na elkaar gestorven onder verdacht© ziekteverschijnselen. AI de overleJ-men wa ren door Hyde „behandeld". Z^Ifs weivl Hyde er van verdacht, zijn slachtoffers te hebben ingeënt met cultures van typhus De behandeling der zaak gaf aanleiding tot tal van schokkende momenten. De pu blieke opinie en de familie van Hyde was sterk tegen den dokter gekant; maar diens vrouw bleef standvastig in haar*geloof aan de onschuld van haar echtgenoot. Ten slotte werd aan de gezworenen da vraag voorgelegd, of dr. Hyde schuldig was. Het kostte de jury heel wat moert© om tot de gowenschte overeenstemming te komen. Van Vrijdagavond tot Maandag morgen bleven do leden delibereerenen toen was de overeenstemming eindelijk be reikt. Hyde werd schuldig verklaard en door den rechter tot levenslange gevange nisstraf veroordeeld. De veroordeelde had vier dagen om van het vonnis in appèl te komen en een nieuwe behandeling der zaak te verzoeken.. Zijn verdediger heeft verklaard, dat Hyde van die bevoegdheid gebruik maakt. De pas twaalfjarige erf- groothertog Nikolaas van Oldenburg, die dd Pinksterdagen met zijn oudere bij zijn groot moeder, groothertogin Marie van Mecklen- burg-Schwerin, de moeder van prins Hen drik der Nederlanden, op het kasteel Ra- bensteinfeld doorbracht heeft, volgens eert telegram aan het „BerL Tageblatt", rijn grootmoeder van den dood gered. Toen: groothertogin Marie een roeitochtje op het Schweriner meer wilde ondernemen, kan telde het bootje op hefc oogenblik, dat zij er in stapte, en rij viel in het water. De erfprins sprong zijn grootmoeder dadelijff na en kon de groothertogin, die al gezonr- ken was, weer bovenbrengen. Daar hij geen kracht meer had, om de half bezwijm de vrouw geheel uit het water te trekken* riep hij om hulp. Er schoten toen menschen toe, die de groothertogin op het dTOgo brachten. Als belooning voor rijn kranige daa<fy heeft de groothertog van Mecklenburg- Schwerin den prins de Mecklenburgschci j reddingsmedaille verleende

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 6