Uit da RechtzaaL
Gemengd Nieuws.
'den namelijk van elke beslissing der Rijks
verzekeringsbank, waarbij zij voor onze re
kening een voorloopige of blijvende rente
toekent, direct zelf boroep kunnen instel
len. Daardoor zouden wij ons zelf althans
in deze gevallen partij maken en dienten
gevolge, wanneer misschien de arbeider in
beroep mocht komen, als zoodanig deel kun
nen nemen aan zijn beroep, dat dan im
mers te gelijk met het onze, als ééne zaak,
zou worden behandeld. Wij zouden dan
jaarlijks ongeveer 3000 beroepen moeien
instellen. Wij zouden daarvoor formulieren
van klaagschriften kunnen doen drukken
en kunnen volstaan met de invulling van
ecnigo data.
Het spreekt echter vanzelf, dat wij oen
dergelijk middel, waardoor de beroops-
reohtspraak zeker niet weinig in verlegen
heid gebracht zou worden, niet spoedig en
niet gaarne zouden toepassen.
HET GROENLOOPEN.
Indertijd liobbcn we reeds een en
ander meegedeeld omtrent bet oor
deel dat sommige hoogleeraxen, mét
name Leidsohen, hebben uitgesproken
ovor de groenquaesfcio, waaromtrent „H?t
Vaderland", zooals men weet, een enquête
bad ingesteld, welk blad verschillende ant
woorden van hooggeleerde vóór- en tegen
standers ontving.
Wo deelden toen reeds in het kort het
antwoord van prof. dr. H. Y. Groenewegcn,
hoogleeraar van het Rcmonstrantsch Semi
narium aan de Hoogeschool te Leiden, mede.
Wc laten dit hier nu in zijn geheel volgen:
Gij vraagt mijn oordeel over het boekje
van prof. ï)e Groot en over den groentijd.
Hoe meer hart wij hebben voor de studen
ten en hun korps, en voor het leven in
die kleine aantrekkelijke maatschappij, hoe
noodiger het mij lijkt, dat wij ons eerlijk
uitspreken. Daarom antwoord ik u gaarne.
Wat prof. De Groot "betreft, hoeveel grie
ven men moge hebben tegen zijn geschrift
en zijn optreden, hij heeft in. i. twee dingen
gedaan, waarvoor ieder weldenkend mcnsch,
ook onder de studenten, hem zal eeren.
Vooreerst: hij heeft ernst gemaakt met
een ernstige zaak. De een verklaart, dat
do groentijd een noodzakelijke en heilzame
instelling is. De ander noemt den groentijd
met een geëerd Leidsch jurist „een mensch-
ontoorend instituut". In beide gevallen is
het groe-nwezen een belangrijk verschijnsel.
Bovendien is het nu overal een wettelijk
erkende instelling geworden dir georga
niseerde studentenmaatschappij. Zij be
lichaamt daarin iets van haar geest en haar
zeden, en leidt daarin jaarlijks honderden
van de meest ontwikkelde jongelieden op.
Nu zijn er sinds lang tegen den geest en
do zeden, die in den groentijd openbaar
worden, ernstige gedocumenteerde aan
klachten gehoord. Maar dan gaat liet ook
niet aan zich daar af te maken met een
„het raakt- mij niet", of „het zal wel zoo
erg niet wezen", of „ik heb niets bijzonders
vernomen". Iedere doof pot-tactiek lijkt mij
thans onverantwoordelijk. Het geldt een
zaak waarmedo eindelijk ern?t gemaakt be
hoort to werden.
Ten andere: Do Groot heeft de zaak ge
bracht waar zij ter laatste instantie behoort,
haar onderworpen aan het oordcel van de
ouders der studenten en daarmede van
geheel de natie. De studenten mogen natuur
lijk instellen wat zij willen, en de acade
mische Senaten toslaten en door de vingers
z.en wat zij oorbaar achten. Maar boven
beiden staat, zoo niet met wettelijke, dan
ti)ch met zedelijke macht het oordeel der
natie. Nu daarover hebben tot nu toe de
6tudenten zich waarlijk niet te beklagen.
Do studontenkorpsen hebben een bevoor
recht© positie cn de studenten kunnen!
overal ,,een potje breken". Maar met na
druk, cn niot op grond van praatjes, maar
met reeksen van feiten wordt het aan de
studentenmaatschappij verweten, dat zij
toelaten dat de groentijd jaarlijks schande
over haar brongt, en worden ouders cn
wordt de natie gewaarschuwd, dat die in
stelling met zedelijke en lichamelijke ge
varen hun zonen bedreigt. Dit is een beroep
op het goweten der besten onder de stu
denten en der leidslieden van ons volks
leven, cn oen beroep dat krachtig weerklank
gevonden heeft. Geen studentenorganisatie
kan daar straffeloos het oor voor stoppen.
Met wat er waars is in dié luider en luider
klinkend© aanklacht zal vroeg of laat blij
ken haar bestaan gemoeid te zijn.
Hoc dan over dien groentijd te cord celen
Er zijn vergoelijkende en blindelings bewon
derende verdedigers. Maar de laats ton ?.ijn
zeer zeldzaam, en zonder belangrijk voor
behoud en ernstige waarschuwing verdedigt
bijna niemand het blijkbaar bedenkelijk in
stituut. Omgekeerd zijn er voorzichtige,
krachtige en hartstochtelijk© bestrijders.
Maar zelfs de gematigdsten onder dezen
weten weinig goeds van den groentijd te
zeggen. Nu komt mij dat eindeloos pro en
contra vrij nutteloos en verwarrend voor,
pmdat men de vraag niet altijd zuiver 6telt.
Do ocnige vraag is, meen ik, deze: of hot
goede dat men behouden wil den groentijd,
cl ijle hij nu bestaat, rechtvaardigt en nood-
akclijk maakt, en of het kwaad, waar
tegen men opkomt, in den groentijd te ver
snijden of daaraan van naturo eigen is.
Welnu, men wijst op een drieledig nut
van den groentijd: de noodzakelijke ken
nismaking, de- ontbolslcring, de opvoedende
of karaktervormende kracht. Daaruit is on
getwijfeld het heelc groenwezen ontstaan,
en voor zoover de groentijd dit alle» ver
wezenlijkt is zijn beslaan gerechtvaardigd,
klaar nu vraag ik toch of iemand, die
den werkelijk bestaanden groentijd niet door
don idealistischcn bril van zijn herinne
ringen, en ook niet uit de verte door zijn
etudeerkamerramen bekijkt, maar zich èn
door De Groot èn door het rijke materiaal
'door de justitie vergaderd èn door open
hartige en ernstige korpslcden laat voor
lichten jrieh dienaangaande nog cenigo il
lumes kan maken 1
Kennismaking? Slechts enkelen loeren'
elkander wezenlijk kennen, en don meosten
is het oolc daar niet om te doen. De pret
van liet groeuenjagen, het genot om te kun
nen tiranniseeren, dreigen en „donderen"
en het vermaak in do weerlooze onderwor
penheid .van het angstige, opgejaagde wild
is hoofdzaak. De geoeft ^jvordt het meest
gegroend door wie na ucn groentijd niet
naar hem omkijkt, hem misschien negeert
omdat hij geen „aristocraat" of geen „demo
craat" is. De geheel abnormale toestand van
studenten en groenen in dien tijd staat
juist de kennismaking in den weg. Menige
fello donderaar blijkt in normale verhou
dingen een bes.tc, goedhartige kerel, die zich
maar in de opwinding van den groentijd
tot beulswerk Liet verleiden. Menige schuch
tere, zwakke, angstige jongen blijkt later
een man van geest cn karakter, die alleen
in zoo'n tijd van afmatting en kwelling niet
tot zijn recht kwam, en er misschien zijn
ganschcn studententijd door om wordt mis
kend. De groentijd is juist het bederf van
de kennismaking geworden. Deze begint
.eerst al3 al die misère achter den rug is.
On 1 bolstering? Ja, die zal er zijn hoe min
der de groen als groen wordt behandeld!
Dan kunnen onschuldige plagerijen hem
zijn onbeholpenheid, verwaandheid en an
dere gebreken afleeren; dan kan goede raad
en ernstige waarschuwing hem baten. Maar
in plaats van regel is dit uitzondering ge
worden. De „donderij" is hoofdzaak. Als er
niet genoeg van die soort „groenpret" is,
klaagt men over een saaien groentijd, en
zegt dat er haast geen groentijd meer is.
En is het denkbaar, dat een toestand, die
vaa uur tot uur blootstelt aan vernedering,
bespotting en hondsche bejegening, aan
proefneming hoeveel sexuoole vuilheid het
jongemensch kan verdragen, wezenlijk tot
zijn entwikkeling bjidraagt?
Karaktervorming? Maar hier is de des
illusie volkomen l Ja, een hartelijke, vroo-
lijke, goedwillige, vriendschappelijke om-
gaüg van den oudere met den jonger© kan
karaktervormend zijn. Maar zulk een om
gang bestaat niet door, maar ondanks
den groentijd. Doorgaans is de behandeling
koud onverschillig; harteloos vernederend,
dreigend tiranniek. Zij neemt het vertrou
wen in menschen tijdelijk weg. verlamt voor
een poos het eergevoel, maakt kruiperig cn
onoprecht, willoos en lafhartig, en verleidt
telkens tot woorden of daden van karakter
loosheid. Zedelijke opvoeding in den groen
tijd» de studenten gclooven er zilve niet
aanzij weten te goci welke elementen in
het korps het meest aan het groenen doen,
en waaraan iedere groen blootstaat. En dc
groenen gelooven er ook niet aan: zij slik
ken wat hun wordt aangedaan alleen om
in het korps te komen, sommigen ver
langend naar het genot om het straks an
deren aan te doen. Gelukkig voor de karak
ters dat de groentijd zoo kort duurt 1
Kortom, dc ontaarding van den groentijd
blijkt juist hieruit, dat er zoo weinig van
liet goede terechtkomt, bedreigd en ver
drongen als het wordt door het kwaad.
Is dat kwaad er van los te maken Men
heeft het beproefd door reglementccring. De
beste elementen van de korpsen toonden
daarmede zelve in te zien, hoezeer het
kwaad dc overhand kreeg. Hun pogen was
loffelijk cn sympathiek. Maar het resultaat
is bedroevend. Ik heb den groentijd aan
tweo universiteiten leerr.n kennen. Te Am
sterdam was hij destijds wel, te Leiden
nog niet gereglementeerd. De toestand was
hier cn ginds volmaakt dezelfde. Wat „on
redelijk en onzedelijk" was mocht niet wor
den geëischt: nu werd het een van de con
stante aardigheden den groen zoo te „over
donderen" dat dc stakker niet meer wist
wat redelijk en zedelijk was. Hier verbiedt
de groenwet „lichamelijk geweld": toch
heeft het dagelijks plaats en op ieder© don
derjool, ja tot onder de oogen van het
Collegium in dc Commissiekamer. Dc offi-
cieele donderjool is afgeschaft, dc particu
liere, die de ergste zijn, blijken onaantast
baar. Leden van hot Collegium, met bcwon-
derenswaardigen ernst en ijver, beseffende
dat de ©er en het bestaan van het korps
er van afhangt, verschijnen daar vaak ©n
trachten het-ergste te leeeren. Maar zij kun
nen niet overal tegelijk zijn, en ze hebben
zich nauwelijks verwijderd of er gebeuren
dingen, die ik weiger te beschrijven. Ik heb
bewijzen in verklaringen van korpsledcn,
die zich ergeren maar machteloos voelen.
"Wat beduidt in een tijd van aanstekelijke
opgewondenheid cn verblinding een regle
ment jc De straf komt altijd te laatl En
hier gelijk elders bleek herhaaldelijk, dat
de korpsen van straffen niet wilden weten,
maar, in averechtschc solidariteit, Liever een
voortreffelijk Colleeium dan eenige immo
reel© korpsledcn uitwierpen.
Sluit het onverbloemd erkennen van dezo
dingen nu ip, dat men de meerderheid der
korpslcden voor gemeene woestelingen
houdt? Immers neen! Dze ontbreken wel
niet., maar vormen stellig een kleino min
derheid. De meerderheid is goedgezind, af-
koerig van machtsmisbruik en gemeenheid
en verlangend de .eer van het korps hoog
te houden. Een niet gering deel van dezen
doet dan ook aan de groen arjj niet of nau
welijks mede, en onder hen zijn ex waar
schijnlijk vcrscheidonen, die gaarne den
.croentiid priisgaven voor een kennismaking
on voet van vrijheid onder strafbaarstelling
van ieder© inbreuk op ds .vrijheid en vooral
van lichamelijke of zedelijke geweldpleging.
Maar het noodlot van den groentijd is
juist dat hij de slechtst© elementen een schier
onbeperkte macht verschaft en de betere-
onbewust meesleept. En dan doet de blinde
gehechtheid aan de traditioneel© korpsprivi
leges en een valsch begrip van stud ent ikosi-
teit de rest. De groentijd zelf maakt
het kwaad onvermijdelijk. Hij brengt im-
mers den groen in een toestand van bijna
reohtelooze afhankelijkheid, van weerlooze
onderwerping, van vernedering, spot en
hoon. Die toestand moge minder ondraaglijk
zijn omdat men hem t© zamen ondergaat-,
hij wreekt zioh toch op ieder individu. Na
drie weken is do ellende wel vergelen, maar
dio tijd is lang genoog om haar volop te
doen gevoelen. Straffeloos kan bijna iedere
gril, alle baldadigheid aan do machteloozen
worden botgevierd. Willekeur, hcersch-
zucht, opwinding, zucht om elkaar te over-
Vorstelijkc dabbelgaugers*
Piins Handrik van Pruisen.
trcevcn hebben vrij spel. De blik op de
hulpeloosheid pa dï vernedering van ande
ren wordt een prikkelend amusement. Het
genot van dondenmrsovcrmacht wordt een
hartstocht. De groentijd werkt als een gees
telijke infectie. In den grond goede, harte
lijke, g:-estigo studenten, ziet men meedoen
aan harde, hatelijke, wréede, geesteloos ge
meene behandeling van jongeren of zwijgend
toezien. En de minderwaardigen, en de
gemcencn zeggon en doen nu dingen, waar
zij buiten den groentijd niet aan durven
denken, en blijven ongestraft omdat liet
groentijd is. Enkel© ïtg.' voorvallen worden
ruchtbaar, toch zijn ze niets meer dan symp
tomen van wat herhaaldelijk gebeuren kan,
en zonder dat het uitlekt telkens en overal
gebeurt. "Wanneer de studenten durven spre
ken, staat men versteld. Gebeurt er niets
dat openbare ergernis geeft, dan verbeelden
kortzichtigen zich dat alles in het reine is,
totdat men van cpcnli3rt gen verneemt, hoe-
voel schandelijks b nr.cnskamors gerchied is,
waar niemand zich tegen durfde of ken
verzetten. Neen, de groentijd cn dc groen-
gccsfc brengen zelve dit alles mede, lokken
het uit, wekken, het op, maken dat het trots
reglement en toezicht .telkens cn overal
terugkeert ©n terugkeren zal.
Maar juist omdat de studenten zelve veel
beter zijn dam dit verouderd en ontaard
instituut, is het m. i. alleen een kwestie
van tijd, of aan dc meerderheid zullen do
oogen opengaan. Zij zullen inzien hoe min
het vermaak is, dat de blik op zoo'n troep
kaalgeschoren, besmeerde en bespoten, ge
trapte, uitgescholden jongens hun verschaft-
Inzien, dat hot laf is met een overmacht
in ©en douker gemaakte kamer oen paar
weerloozo jongens te gooien, te stompen ©n
hun <lo Idceren vam 't lijf te rukken. Dat
hot gemeen is een abuormalen zwakkeling
eerst tot iets gemeens t-c dwingen en bom.
dan om zijn val, aan do verachting prijs
to geven. Dat het onedelmoedig is zieh te
vermaken in vernedering en smaad, dio
men zelf met overmacht zwakkeren heeft
opgelegd. Als maar eenmaal dc verblin
dende waan gebroken is, dat de eer van
het korps in dingon is gelegen, waar een
onbevangen mensch veeleer schande in
vindt! Ik ben zeker dat de overgroot e
moerderheid der korpss tulen ten, als ze zulke
toestanden eens onder de handeLsjongclui
on niet ia hun eigen wereld vonden, ze zou
kwalificeeren met een woord, dat precies
het omgekeerde van studentikoos beduidt.
Do beste dienst, die men aan de studenten-
korpsen bewijzen kan, is dc vriendschappe
lijk© raad: ontdoo u zoo spoedig en
zoo radicaal mogelijk van allo
deze dingen die beneden u zijn. Gij zeiven
moet weten hoe. Uw bloei hangt er zeker,
uw bestaan hoogstwaarschijnlijk van af. "Wh"
gclooven niet dat gij staat.cn valt met
©en verouderd en ontaard institunt, omdat
wij vertrouwen in u, op wie het beste deel
der natie hoopt.
II. Y. GROENEWEGEN.
Opleiding van militie-oflleiercn bij
de Vesting Artillerie,
Men schrijft ons: De Inspecteur der
Vesting-Artillerie heeft dezer dagen nog
eens in liet bijzonder de aandacht gevestigd
op de. bijzonder, gunstige gelegenheid tot
opleiding van militie-officieren bij dat deel
der artillerie.
Zooals men weet wordt op den lsten Sep
tember a.s. toUtrecht opgericht een
cursus, aan welks hoofd als directeur
wordt geplaatst- de kapitein W. C. Baron
R e 11, de mam die reeds sinds 1903 bij het
1st© regiment vesting-artillerie een dertig
tal militie-officieren met voorbeeldige zorg
en toewijding heeft opgeleid en gevormd.
Waren de hulpmiddelen daartoe, tot he
den vrij primitief, op den o u r s u s zal dit
geheel anders zijn, en het is dan ook te
verwachten, dat vele jongelieden èn om befc
aangename garnizoen in hefc midden fles
lands èn om de wijze waarop zij hun
diensttijd zullen doorbrengen^ zich aanmel
den als adspirantitailitie-officicr bij het
zoogenaamde „zware wapen", hetwelk
door do eerlang te verwachten invoering
van de nieuwste geschut-soorten wij
noemen hier de houwitsers en hefc aange
spannen vesting-geschutnog in belang
rijkheid zal toenemen.
De opleiding duurt in haar geheel 12
maanden, aanvangende 1 September^ dus
juist na het einde der examen-periode en
eindigende vóór den aanvang van den
groentjjd, van de hoog© onderwijsinrichtin
gen, enz.
De cursus staat open voor alle ontwik
kelde jongelieden voor hen die geen be
paalde diplomats hebben na een admjssie-
examen; zij die reeds in dienst zijn en zich
als adspirant-militie-officier verbinden,
worden onmiddellijk, en wel tot den cerst-
volgenden lsten September, in het genet
van verlof gesteld.
Zoowel de genoemde directeur als de
Commandant van hefc 1ste regiment ves
ting-artillerie te Utrecht, geven desge
vraagd alle nadere inlichtingen, hetzij mon
deling of schriftelijk.
ChristelÊjk-Historisclie Unie.
Omtrent de vergadering van het Natio
naal Comité der Chr. Hist Unie, Woens
dag te Utrecht gehouden, deelt „De Ned."
nog mede, dat 45 leden vertegenwoordigd
waren.
Een voorstel Bodegraven, betreffende de
financiën, werd na eenige discussie door de
voorstellers ingetrokken. Zij waren over
tuigd, dat het mogelijke reeds was gedaan
en dat het verder voorgestelde, voorloopig
ten minste, niet mogelijk was.
De referaten van mr. J. J. Tilanus, over:
„Evenredige Vertegenwoordiging" en van
mr. H. Verkouteren, over: „A^-ouwenkies-
reeht", werden met veel aandacht gevolgd.
De eerste kwam tot de conclusie, -Jat de
Evenredige-(personcn)vertegcnwoordigiQg
moest worden ingevoékd ca dat zulks niet
in strijd was met de beginselen der Unie.
De tweede was in beginsel niet voor
Vrouwenkiesrecht, maar wilde als concessie
in de praktijk wel kiesrecht toestaan voor
vrouwelijke gezinshoofden en daarmede ge
lijk gestclden. Hij wilde ook wel de Grond
wet in dier voege veranderd zien, dat vrou
wen niet mcér absoluut van het kiesrecht
waren uitgesloten.
Beide referaten gaven tot zeer levendige
en opgewekte discission aanleiding.
Aan jhr. mr. A. F. de Savornin Lobman
werd een telegram van dank verzonden
Het gerechtshof te 's-Gravcnhage, bchattdcldo
gisteren de zaak van den stad«nt J~. A. Th. to
'b-Gravenhagc, appellant van het vonnis der Haag.
scho rechtbank, waarbij hij tot 14 dagen gevan
genisstraf is veroordeeld wegens zaakbeschadi
ging, door op den AVassenaarschen weg terwijl
hq in een automobiel was gezeten, met oen flescli
portwijn een glasruit van ©en andere automobiel
stuk tc slaan.
Nadat een viertal getuigen was gehoord, e rechte
het O. M. bevestiging van het vonnis.
Do verdediger, mr. K. J. van Nicukcrken, ad
vocaat, thans te Amsterdam, concludeerde tot vrij
spraak.
Hefc openbaar ministerie ekchte teveo3 bevesti
ging van do vonnissen der rechtbank te Rotter
dam, veroordcolende lo. J. v. d. AL, scheepsjager
to Gouda, wegens bclcediging van een politiebe
ambte aldaar die hem bekeurde wegens burenge
rucht, tot 7 dagen; en 2o. J. H-. bankwerker to
Rotterdam^, wegens diefstal van eenige kloeding-
stukken, tot 1 jaar gevangenisstraf.
Ook stond terecht J. E, koopman in granen
te N o o r d w ij k, doo-r de Haagscho rechtbank
veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf, wegens
het voortgezet misdrijf van bedrieglijke bank
breuk, door verkoop van lqnkocken onder do
waardo en het doen van betalingen aan cnkclo
crediteuren, terwijl hij wist dat een faillissement
onvermijdelijk was.
Het O. M. vorderde bevestiging van het von
nis, waarna mr. P. J. M. Aalberse, advocaat t©
Leiden, vrijspraak pleitte, subsidiair ontslag van
rechtsvervolging.
Amstérdamsclie Ueehtbank«
Hazardspel,.
De 5de Kamer beeft gisteren, in hooger
beroep uitspraak doende, onder vernieti
ging van de vonnissen der kantonrechters,
veroordeeld K P. K. wegens het aan het
publiek gelegenheid geven tot hazardspel,
tot 6 maanden en 2 maanden hechtenisA.
Z., den verhuurder van hefc lokaal daartoe,
tot 5 maanden hechtenis, P. P., den op
zichter bij hefc spel tot f 600 en f 250, subs.
4 maanden en 50 dagen hechtenis.
Yoorzooveel de straffen betreft waren de
vonnissen overeenkomstig die van den kan
tonrechter alleen was ten aanzien van een
der zaken tegen P. P. de boete van f 70 of
14 dagen tot f 250 of 50 dagen verhoogd.
Sigarenzakje s-B ank b i 1-
j ettea
Dezelfde kamer heeft gisteren eveneens
in hooger beroep uitspraak doende (bet O.
M, bij het kantongerecht was in hooger
beroep gekomen tegen hefc vrij
sprekend vonnis) overeenkomstig het re
quisitoir den sigarenwinkelier F. J. v. Loo
keren, veroordeeld tot f 25 boete, subs. 5 da
gen hechtenis, wegens het ter versprei ding
in voorraad hebben van sigarenzakjes*
in een vorm, die ze op bankbiljetten van f 4Q
deed gelijken.
Bij het vonnis werd overwogen, dat art.,
440 Sr. niet slechts is geschreven mot het
oog op lieden die geregeld, maar ook vooil
hen, die slechts zelden de werkelijke bank
biljetten onder de oogen krijgen, welke
Iaatstbedoelden in casu zoo licht om den
tuin konden worden geleid.
Stoomschepen.
Gearriveerd:
G o r r e d ij k, 19 Mei v. Rott. te PbiW
delphia; A d m i r a 1, uitreis, 17 Mei te
DurbanFeldm&r s c h a 11, uitreis, 18
Mei te DelagoabaaiJava, thuisreis, 19
Mei te Suez; O r a n j e, thuisreis, 19 Mei
tc LissabonB o g o r, 19 Mei v. Rott. te
Batavia.
Vertrokken:
Sumatra, thuisreis, 19 Mei v. Tel-»
lichery; G o e n t o er, uitreis, 19 Mei v„
Marseille; Oranje, thuisreis, 19 Mei r.
LissabonJava, thuisreis, 20 Mei v. Porti*
SaidBürgermeister, uitreis, 18 Meï
v. Southampton; Gertrud Wcer-
mann, thuisreis, 18 Mei v. Tanger: Sa»
1 i n g e n, v. Ja va n. Amst., 18 Mei v„
Padang.
Gepasseerd:
Rembrand t, thuisreis» 20 Mei Perï«n;
Har burg, v. Java n. Amst. 18 Mei Po-
niche Prins Willem V, uitrei^ 19
Mei Ouessant.
Het Roomhuis. Het van.
ouds bekende Roomhuis of Boschhek aan
het uiteinde van het Haagsche Bosch, gaat
over in handen van een naamlooze vennoot-
schap, die dit uitspanningsoord verder zal
exploiteeren met den tegenwoordigen eige
naar, den heer Van der Meer, als directeur*
Volgens het plan van verbouwing zullen
de tegenwoordige voorgebouwen, thans voor
koffiehuis en zalen voor feesten in gebruik,
tegen den grond gaan en zal hefc vrijkomend
terrein 'getrokken worden bij den bestaan-
den voortuin, waarmede het één terras za?
gaan uitmaken.
Op een gedeelte van den achter het buis
gelegen tuin zal eon. geheel nieuw cafd
met restaurant gebouwd worden.
Met de uitvoering van een. en ander zat
in het najaar begonnen worden
Door de uitgeversmaatsch ap-
pij ,,'t Raedthuys", te Amsterdam, worden
eerstdaags prentbriefkaarten uitgegeven
van Prinses Juliana, in haar pony wagen.
De opname werd gemaakt op het oogen-
blik, dafc de Prinses Koningin Emma op
Haar verjaardag aan het station kwam op
wachten.
Uit Alexandrotsk in het;
gouvernement Jekaterinoslaf wordt gemeld:
dat op den Dnjepr een vaartuig met 94
arbeiders is gezonken; 47 personen verdron
ken.
Gisternamiddag om vier
uren is er te Barcelona met een geweldigen
knal een dynamietbom ontploft, die op do
Paseo de.Gracia onder een steenen bank
was neergelegd. Js Avonds zou het plein
ter viering van het Meifeest verlicht worden
en dus een groote menigte trekken. Om vier
uren waren er echter zeer weinig menschen^
zoodat er niemand gekwetst is.
Het moordproces Swope-
Hyde. Te Kansas City is Maandagmor-
gen uitspraak gedaan in het geruchtmaken
de moordproces, aangespannen tegen dr.,
Hyde, die kolonel Swope, een rijken bloed- 1
verwant, van. wien hij moest erven (en cok
geërfd heeft) door vergift van het leven
had beroofd. Hyde was de huisdokter van
Swope. Ook nog andere bloedverwanten,
wier dood van financieel voordeel was of
worden kon voor Hyde, waren vrij plotse
ling na elkaar gestorven onder verdacht©
ziekteverschijnselen. AI de overleJ-men wa
ren door Hyde „behandeld". Z^Ifs weivl
Hyde er van verdacht, zijn slachtoffers te
hebben ingeënt met cultures van typhus
De behandeling der zaak gaf aanleiding
tot tal van schokkende momenten. De pu
blieke opinie en de familie van Hyde was
sterk tegen den dokter gekant; maar diens
vrouw bleef standvastig in haar*geloof aan
de onschuld van haar echtgenoot.
Ten slotte werd aan de gezworenen da
vraag voorgelegd, of dr. Hyde schuldig
was. Het kostte de jury heel wat moert©
om tot de gowenschte overeenstemming te
komen. Van Vrijdagavond tot Maandag
morgen bleven do leden delibereerenen
toen was de overeenstemming eindelijk be
reikt. Hyde werd schuldig verklaard en
door den rechter tot levenslange gevange
nisstraf veroordeeld.
De veroordeelde had vier dagen om
van het vonnis in appèl te komen en een
nieuwe behandeling der zaak te verzoeken..
Zijn verdediger heeft verklaard, dat Hyde
van die bevoegdheid gebruik maakt.
De pas twaalfjarige erf-
groothertog Nikolaas van Oldenburg, die dd
Pinksterdagen met zijn oudere bij zijn groot
moeder, groothertogin Marie van Mecklen-
burg-Schwerin, de moeder van prins Hen
drik der Nederlanden, op het kasteel Ra-
bensteinfeld doorbracht heeft, volgens eert
telegram aan het „BerL Tageblatt", rijn
grootmoeder van den dood gered. Toen:
groothertogin Marie een roeitochtje op het
Schweriner meer wilde ondernemen, kan
telde het bootje op hefc oogenblik, dat zij
er in stapte, en rij viel in het water. De
erfprins sprong zijn grootmoeder dadelijff
na en kon de groothertogin, die al gezonr-
ken was, weer bovenbrengen. Daar hij
geen kracht meer had, om de half bezwijm
de vrouw geheel uit het water te trekken*
riep hij om hulp. Er schoten toen menschen
toe, die de groothertogin op het dTOgo
brachten.
Als belooning voor rijn kranige daa<fy
heeft de groothertog van Mecklenburg-
Schwerin den prins de Mecklenburgschci j
reddingsmedaille verleende