No. 15411.
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag- 20 Mei. Tweede Blad,
Anno 1910.
PERSOVERZICHT.
Eerste Kamer.
Tweede Kamer.
Uit de „Staatsoourant".
Ingezonden.
Faillissementen.
FEUILLETON.
Irma Harding'.
I rAaïi „D e T ij d" wordt Hot volgende ge-
isch reven
„Do benoeming van mr. L. W. C. van.
'den Berg, voorzitter der anti-revolutiomiaLre
Iriesvereeniging te Delft, tot burgemeester
dier stad, heeft de Katholieken van Delft,
't moet ronduit erkend worden, zeer teleur
gesteld. Na do laatste benoemingen te Lei
den, Arnhem, o.a. had men (van R.-K. zijde)
de stellige hoop, dat ook aan de Katholie
ken nu eens recht gedaan zou worden, door
de benoeming van een kath. burgemeester
ie Delft., waar toch de R.-K, partij verre-
-wog de sterkste is der Christelijke coalitie,
'te meer daar oen candidaat was voorge
steld, op wiens geschiktheid vriend noch
yijand iets zou hebben af te dingen.
„Welke ook dc beweegredenen mogen ge
weest zijn van den minister van Binnenl.
Zaken, om den wensch der Delfbsche Ka
tholieken niet te vervullen en ec-n man van
eigen partij to kiezen, ontkend kan niet
Worden, dat de stemming der Katholieken
ten opzichte hunner coalitiegenooten, die
'door de gebeurtenissen der laatste jaren
'toch al niet van do beste was, zeer zeker
niet zal verbeteren, en ernstige voorman
nen op politiek gebied zijn inderdaad vol
vrees, dat deze benoeming op dc komende
Verkiezingen voor Prcv. Staten, Gemeente
raad en zelfs Tweede Kamer, allerdrüevig-
sten invloed zal kunnen hebben. De R.-K.
kiezers van Delft hebben getoond vele en
zware offers te kunnen, brengen voor de
goede zaak, maar er is oen grens en 't is
to hopen, dat deze doar deze burgemeesters
benoeming niet overschreden is."
,,D o T ij d" teekent hierbij het onderstaan
de aan:
„Hoewel wij de bedenkingen van den ge
lachten schrijver geenszins van waarde ont
bloot achten on dc ontstemming der Dolft-
6chc Katholieken begrijpen, zullen wij
[toch goed doen met zoor gereserveerd te
'zijn in ons_ oordeel omtrent de door do Re-
'geonng gedane keuze. Wie het Christelijk
Knbinct deze benoeming tot een grief aan-
rekont en zo in verband brengt met een
onredelijk toegeven aan e;n onmafigen eisch,
Van de zijde onzer bondgenooten gesteld,
Imoet beschikker, over gegevens, welke ons
en stellig ook don meesten Delftenaren niet
|ten dienste staan. Dc Regcering, en zij al
leen, weet ten slotte, of zij dc verantwoorde
lijkheid van die benoeming kan dragen cn
Voor de buitenstaanders is het een eisch
der billijkheid, aan te nemen, dat, hoe an
dere invloeden ook mogen gewerkt hebben,
ten slotte het algemeen belang bij
[haar den doorslag heeft gegeven.
Deze benoeming bij de verkiezingen op do
'christelijke bondgenooten te willen verha
len,. lijkt ons even onredelijk als bedenke
lijk. Het ware ongetwijfeld mooi cn edel-
inoedig geweest, wanneer de Anti-revolu
tionairen de burgemeestersplaats vrijwillig
jaan de Katholieken haddon afgestaan; maar
wie hpeft het r.eeht van hen te oischen,
'dat zij zioh op dit ideaal standjmnt stel
len i^Do historische vooroordeelen, welke bij
'dc Protestanten hccrschen, verliezen, in de
laatste jaron vooral, zeer veel van hun
feraclit, waar het do algemoene poli-
'ticko verhoudingen betreft, maar het
Ss licht te begrijpen, dat zij in liet meer
beperkt stedelijk milieu nog langer en krach
tiger nawerken. Laten wij dus, zonder van
ion ze rechten af te zien en daarvoor den
jstrijd op tc geven, een beetje geduld hebben."
1 De „N. R. Ct." zegt hierop het volgende:
„Wanneer wij zoo nu en dan er op wij
ten, dat een groot gedeelte van dc politiek
'der roomsch-katholieken een politiek om „de
baantjes" is, wordt ons dat gemeenlijk erg
kwalijk genomen. Maar zie hier dan toch
'oen paar uitlatingen, die teekenend zijn
Voor wat er in der Roomsohen harten om-
jgaat. De. geachte schrijver, wiens bedenkin
gen, naar het oordeel van „De Tijd," „geens
zins van waarde ontbloot" zijn, schijnt een
Verdceling der baantjes pondspondsgewijze
ionder- de drie groepen der coalitie voor te
Istaan: En „Dc Tijd" vindt ook, dat de
janti-revolutionairen dc burgemeestersplaats
Vrijwillig aan dc Katholieken hadden lcun-
!ncn „afstaan". Beiden schijnen zij bur
gemeestersbenoemingen té beschouwen als
goede gelegenheden tot edelmoedigheidsbe-
'toon van de coalitie-partijen tegenover el
kaar, waar de Kroon en haar ra axis li eden.
niet zoo onbescheiden moesten tusschen beide
komen. Verschil tusschen de twee bestaat
slechts in zooverre, dat zij uiteenloopen over
de vraag, of het part dat ieder der par
tijen in do baantjes verkrijgt van invloed
!mag zijn op het voortbestaan Van de vriend-,
schappelijke, beginselvaste samenwerking.
Nu, daarover kan inderdaad principieel
worden gestreden
Vermakelijk zijn beide in dé wijze, waar
op zij al wie niet tot de coalitie behoort
volkomen wegcijferen. Daarmede behoeft,
naar den zin dezer Roomsohen, blijkbaar in
het geheel geen rekening te worden gehou
den. De „geaohto schrijver" baseert oen;
recht der Roomschen op den burgemeesters-
zetel te Delft, op het feit, dat de R.-K.
partij „dc sterkste" is, niet der gemeente,
maar „der Christelijke coalitie". „Do Tijd"
zelvo spreekt er van, dat de antirevolutionai
ren de plaats hadden kunnen „afstaan". Men
lioort het: dat er in de gemeente nog oen
aantal, liberale en andere, ingezetenen zijn,
wier gezindheid, wanneer men de haantjes
nu eenmaal naar gelang van geloofsovertui
ging verdoelen wil, toch ook misschien mee
in dc rekening mocht worden genomen, komt
noch hij „den ge-achten schrijver", noch bij
„Do Tijd" op. Al wie niet tot do coalitie
bohoort vormt bij de vergeving der baantjes
de quantité négligeable.
De Roomsche do ut des-politiek is inder
daad niet zonder humor, wanneer zij eens
onverwachts in het volle licht komt Al
is zij dan ook verre van fraai. Gelukkig,
dat „De Tijd" althans nog overtuigd schijnt,
'dat het algemeen belang niet altijd
met haar overwegingen en die van haar
„geachton schrijver" kan rekening houden.
Evenwel, „een beetje geduld" wat niet
is, kan komen. Als men maar niet van
zijn „rechten" afziet!
,,De ontstemming der Delftsohe katholie
ken is, na de voorspiegelingen in de pers,
te begrijpen" schrijft ,,De Residentie
bode."
Ook het (a.-r.) „Arnhemsch Dagblad"
houdt zich met do quaestio onledig:
,,De Tijd" gebruikt hier enkele uitdruk
kingen, die ons verbazen. Het zou edelmoe
dig zijn geweest, wanneer de antirev. deze
burgemeestersplaats vrijwillig aan do
Roomsch-Katholieken hadden „afgestaan."
„Maar edlieve, hadden ,,de antirevolu
tionairen" dan over doze burgemeesters
plaats te beschikken naar welgevallen? Is
het niet de Regeering, dio benoemt?"
In de gisteren gehouden zitting deelde de
V oorzitter mede, dat, aangezien dc
Minister van Koloniën op Het Loo ter
audiëntie was, de zijn Departement betref
fende zaken van de agenda van den dag
werden afgevoerd.
Achtereenvolgens waren aan de orde de
ontwerpen betrekkelijk: het militair onder
wijs bij de landmacht; verlenging van den
duur der arbitrageverdragen met Engeland
en Frankrijk; naturalisatiën; bepaling der
eventueele kosten van 't Regentschap; ver
koop van de Ruigeplaat bij Delfshaven aan
Rotterdam; verevening van de kosten voor
de stallen-uitbreiding op Het Loo; enteige-"
ning voor de vrijmaking van het verkeer op
den weg over den Yoren^chen dam en do
Dreumelsche straat onder de gemeente
Dreumelen; wering van den Amerikaan-
schen, kruisbessen-meeldauw.
Bij het ontwerp betrekkelijk het militair
onderwijs bet-oogde de beer VanVoorst
tot Voorst o.a. de noodzakelijkheid
tot aanvulling van het beroeps-officiers
kader, waartoe hij een capitulantenstelsel
aanbeval in den geest van het Franschc
stelsel d*er retraite proportionelle. Voorts
vroeg spr. verzachting van do strenge keu-
riDgsvoorschriften.
De lieer V an der Does de Wille-
b o i s betoogde de wenscheliikheid om de
versterking en positieverbetering van de
officieren te bevorderen. Hij opperde het
denkbeeld, om jongelieden in dienst to ne
men als tijdelijk beroeps-officier, die dan
later een positie kan krijgen in civielon
dienst.
De heer Van der Feltz vroeg vast
stelling van de overgangsbepalingen bij de
wet en niet bij Koninklijk besluit.
De Minister van Oorlog achtte
de rechtszekerheid van den officier vol
doende geregeld. Toelating tot de Militaire
Academie zal thans veel gemakkelijker wor
den. De finanoieelo positie van de officie
ren moet verbeterd worden. Van het capitu
lantenstelsel is de Minister groot voorstan
der; bij een algemeene reorganisatie zal hij
ook dit regelen met het doel om tijdelijke
beroeps-officieren to verkrijgen,; een denk
beeld, dat den Minister zeer toelachte.
De keuring is wellicht in sommige opzich
ten te temperen.
Met de opmerking van den beer Van der
Feltz zal rekening worden gehouden.
De Minister hoopt, dat eerlang de Staats
commissie zal kunn,cn benoemd worden **oor
de algemeene reorganisatie, op de grondsla
gen van volkomen aansluiting tusschen het
middelbaar of gymnasiaal onderwijs en de
Academie, waarbij de Cadettenschool moet
vervallen. Voorts algemeene universitaire
opleiding van alle officieren aan de Acade
mie, mot verdwijning van den hoofdcursus
te Kampen. De opleiding aan de Academ.e
zal een zuivere vakopleiding moeten zijn
met tweejarigen cursus. Eindelijk zal de
mogelijkheid voor de verlofs-officiercn
moeten worden geopend om tot beroeps-of
ficieren over te gaan.
Daarna werd het wetsontwerp aangeno
men. Ook do andere hierboven gonocmio
wetsontwerpen werden goedgekeurd, waar
na de Kamer werd verdaagd tot vermoe
delijk a.s. Woensdagavond half negen.
Omtrent de zitting van gisteren moeten
wij nog mededeelen, dat er veel belangstel
ling was op de tribunes, dat buiten het
gebouw aanhoudend plaatsen werden ver
kocht, dat in een der logos zich bevond het
oud-Kamerlid Van Kol cn dat in stemming
kwamen verschillende in de vorige weeic
behandelde conclusion in cake adressen.
Goedgekeurd werd: lo. dc verklaringj dat
de overplaatsing van Dc Koek naar Bergon-
op-Zoom cn zijn .ongunstige beoordceling
mede ten onrechte gegrond waren op do
zaak-Brantscn betreffende het zingen van
socialistische liederen, on 2o. de wensche-
lijkheid uitgesproken hem het geldelijk na
deel, dat h door die overplaatsing geleden
had, zooveel mogelijk te vergoeden. Voorts
werd leedwezen uitgasproken, dat geen be
hoorlijk onderzoek is ingesteld omtrent
adressants klachten tegen de wijze der be
oordceling zijner tactisqhe geschiktheid cn
dat bij die beoordeeling niet naar den geest
der bestaande voorschriften is gehandeld.
In zake het adres van* den oud-ritmeester
Tilanus werd aangenomen de conclusie om
te verklaren, dat de wijze van handelen :n
zake rijn beoordeeling de Kamer niet kan
bevredigen en hom zooveel doenlijk de na-
deolige gevolgen te verzachten.
Voorts werden goedgekeurd de conclusion
in zake den gewezen luitenant-kolonel-in
tendant Douglas on kapitein Hackstroh van
het 4de rek. vest.-artillerie, nadat, wat
laatstgenoemde betreft, ingetrokken was de
oonclusie, waarbij de wenschelijkheid werd
uitgesproken om de nadeelige gevolgen te
versachten, nu de Minister immers ver
klaard had, dat zulks niet meer noodig was.
De afdeelingcn van de Tweede Kamer
hebben benoemd tot rapporteurs over na
te noemen wetsontwerpen:
verhooging van de Landbouwbcgrooting
voor 1910 voor uitbreiding der Rijks hoo-
gere land-, tuin- en boschbouwschool, split
sing en verplaatsing der Rijks landbouw
school, onteigening voor de verbreeding van
het Zieken, enz., te VGravcnhage, cn
onteigening voor de uitbreiding van bet
stationsemplacement Eindhoven van den
Staatsspoorweg EindhovenVenloo, do
hoeren Van Lennep, Teenstra, Hub recht,
Do Stuers en Van Wijnbergen;
wijziging van de wet van 22 Mei 1903,
Sts.-bl. No. 141 (betreffende de indiening
van nadere voorstellen in zako don z. g. of-
foefcus civilis van universitaire examens en
promoties en met betrekking tot de theo
logische faculteit), wijziging van de wet,
houdende regeling der samenstelling en be
voegdheid van den Raad van State, wijzi
ging van hoofdstuk II der Staatsbegrooting
voor 1909 (decoration), verhooging van de
Justitiebegrooting voor 1909 (schadeloosstel
ling aan marechaussees en veldwachters,
subsidiën ingovolge de Kinderwetten, on
derhoud rechtsgebouwen, enz.) en wijziging,
aanvulling en verhooging van de Just-itic-
begrooting voor 1910 (afzonderlijke huis
vesting van het bureau van den hoofdinge
nieur der gevangenissen en rechtsgebou
wen), de heeren De Montó ver Loren, Ty-
deman, Druekcr, Van Idsinga en Van Lyn-
den van Sandenburg;
Nadere bepalingen omtrent den accijns
op den wijn, toepassing van art. 32 der
Burgerlijke Pensioenwet ten behoevo van
den eervol ontslagen hoofdcommies bij het
departement van landbouw, nijverheid cn
handel A Azings Venema; aanvulling van
den „Staat van het bedrag der pensioenen"
behoorende bij de „Pensioenwet voor do
Zeemacht 1902"bepalingen omtrent de vi
sitatie van met de post van buitenlands
aangekomen brieven, vaststelling van oenigc
bevoegdheden van de consuls cn diplomatie
ke ambtenaren in enkele Staten, enz. en
wetswijziging in verband daarmede, goed
keuring van het internationaal verdrag be
treffende het verkeer met automobielen en
wijziging de Motor- en Rijwielwet, goed-
kouring van het tusschen Nederland cn
Italië gesloten arbitrageverdrag, ene. en
wijziging cn aanvulling van do begrooting
van buitenlandsche zaken voor 1909 (be
treffende diverse onderwerpen), de heeren
Snoeck Henkemans, Eland, De Ram. Van
Veen en Kooien.
De afdeelingon hebben tevens benoemd tot
rapporteurs over het wetsontwerp tot wij
ziging en aanvulling van art. 2 der Hinder
wet, de heeren Eland, Snoeck Henkemans,
Marohant, Van Nispen (Nijmegen) en De
Geer.
Bij Kon. besluit is aan Zijne Excellentie
mr. T. M. C. Asser, minister van Staat,
lid van den Raad van State, op diens ver
zoek ontheffing verleend van zijn benoe
ming tot afgevaardigde van Nederland op
de in Frankrijk te houden conferentie tot
internationale regeling der luchtscheepvaart
en in zijn plaats mr. P. W. A. Cort van der
Linden, oud-minister van Justitie, lid van
den Raad van State, tot eersten afgevaar
digde der Nederlandsche Regeering op ge
noemde oonferentie benoemd
aangewezen als afgevaardigden voor Ne
derland bij het in September 1910 te Brus
sel te houden Tweede Internationaal Con
gres voor beroepsziekten H. A. van TJssel-
stcijn, directeur-generaal van den Arbeid,
en dr. E. Wintgens,, medisch adviseur bij
dc Arbeidsinspectie, beiden te 's-Gravcn-
hagc;
benoemd tot commies der posterijen on
telegraphic 4de kl.a. do adspirant-cora-
miczen der posterijen en telegraphic, A. P.
Benjaminse, te .Amersfoort, D. Woel inga,
te HarlingcnA. Lind, te Sneek; J. An-
driessen, te Gouda; A. L. Smeenk, te Gor-
kumR- Santing, te TielL. Evenhuis, te
Assen; G. Lok, tc Mop pel; J. M. Riddcnk-
hoff, tc Kampen, en C. van der Meer, to
Hilversum; b de surnumerairs der poste
rijen en telegraphie, A. W. J. Stofkoper,
te Zeist; J. de Jong ILJzn., te Enschedee
cn D Bos, tc Scbcveningen.
Met ingang van 1 Juni 1910 benoemd tot
controleur van den arbeid J. K. F. Arkes,
schilder tc Groningen; C. J. A. Foppele,
sigarenmaker te 's-Hc-rtogenbosohH.
P. do Haas, winkelbediende te Rotterdam
G. G. Heij, timmerman te 's-Gravcnhage;
A Kruyver, arbeider in het bedrijf van ma
chinale houtbewerking te Zaandam, en G.
J. Oonk, textielarbeider te Ensohedee;
gedetacheerd bij het wapen dor infante
rie van hot leger in Nederlandsch-Indië,
voor den tijd van vijf jaren, de late luit.
A. M. M. van Loon, van het 5de reg. in
fanterie.
Geachte Redactie 1
Vergun mij vóór onderstaande rogeion een'
plaatsje in Uw blad. Bij voorbaat mijn dank:
Ik wil dan als landweerman eonigo ro
gels wijden aan wat mij cn mijn lotgonoo-
ten bij onzo laatste manoeuvre overkwam.
Ik heb nu eenmaal het goluk landweer
man te zijn. Welke redouen or echter zou
den kunnen bestaan _do manschappen, door
veel te langen dienst gepakt on gezakt on
der het gewicht van ongeveer 1-1 Kilo, af
te matten op een wijzo als ons overkwam,
is mij al oen raadsel. Men oordeelc zelf.
Vrijdagmorgen 7.30 is het aantreden in
veldtcnuo, om S uren vangt de marsch aan,
welke een cindo neemt ter bestemder plaats
om 12,30, dus gepakt cn gezakt 5 uur.
Daarna rust tot 3.30 om don inweudigen
monsck to versterkenvan 3.30 t-ot onge
veer 10.30 's avonds op dubbelpost, waarna
wij ons om 11 uron in eon stal op wat
stroo gekleed ter ruste begaven, want hot
is oorlog.
Na dio heerlijke nachtrust in den stal
opstaan om 3 uren 's nachts om op 3.30
op marsch to gaan, door het mullo zand
tot do slaking der manoeuvre.
Aan dit dool nu was voldaan, nu was
do strijd volstxedcn cn marcheerden wij naar
het veld bij dc schietbanen om do gewe
ren in to vetten, soldij uitbetalen, enz., wat
om ongeveer 10.30 was afgcloopcn.
Nu naar huis, dachten wij, maar mis;
wij waren nog niet genoog .afgebeuld, we
konden daar nutteloos ronddwalen tot 12.30.
Toon nam do marsch oen aanvang naar Lei
den, waar wij te ongeveer 2.30 aan don
Morschsingel zeer vermoeid cn mot blaren
onder do voeten aankwamen.
Ik moendo goed to doen, op dozo wijzo
van nionschen afmartelen even do aandacht
te vestigen.
Eon landweerman van het 28ste Land-
w oer-dis Ir iet, 1ste compagnie,
lste sectio,
J. KORSWAGEN Jr.,
Hooglandscho Ivcrkgraeht No. 30,
Leiden.
G. J. Hosman Jr., boekdrukker, te Rot
terdam.
A Mae Lean, timmerman, te Rotterdam.
W. Zwardveld, to Hook van Holland.
G. de Groot> grossier in hooi cn stroo, to
Rotterdam.
H. Ph. van Bergen, koopman in glas en
aardewerk, te Weeep.
A Colloo, vroeger onderwijzer te Veon-
liuizen, gemeente Norg, thans aan boord
van het stoomschip „Goentóer" op reis
naar Nedoriandsch Oost-Indië.
W. Schut, sigarenfabrikant, te Assen.
T. Rijpema, kastelein en logementhouder
te Echten (Fr.)
H. Hccbels, cafëhoudor te Kiel (gemeente
Hoo gezand).
K Dreeuws, timmerman en aannemer te
Meoden.
P. Franzon, winkelier, to Amsterdam.
EL Sombrook, kleermaker, te Amsterdam.
Naaml. Venn. Buffet-Mij. „Phoenix" te
's-Gravenhagc.
N. W. J. Mesman, to 's-Gravcnhage.
H. Snuijff, reiziger, te 's-Gravenhngo.
Opgeheven het faillisemcnt van T. de
Jong, koopman te Bodegraven.
Stoomschepen.
Gearriveerd:
Java, (thuisreis) 19 Mei te Suez;
Prins Fredorik Hendrik, 18
Mod v. Amst. te Paramaribo; Y a n g-T a o o
19 Mei v. Penang n. Amst.;
Vertrokken.
Noordam, 17 Mei v. New-York n. Rott;
Zaanland, (uitreis) 17 Mei v, Lcixoes;
D e 1 f 1 a n d, (thuisreis) 18 Mei v. Monte
video; Prin,s M a u r i t b, 18 Mei v.
Paramaribo n. Amst;
Gepasseerd:
Ni c u w-A mstordam, v. New-York
18 Mei Lizard; Ambon, (thuisreis) 18
Mei Carvoeiro; Willehad, n. Canada,
18 Mei Lizard.
62)
De verbazins over zijn herstel
liad hem in zijn overgevoeligheid
te veel naar teleurstelling gesmaakt.
In de stereotiepe en conventioneel©
gel uk wensch en over de gelukkige wending
•van zijn riekte las hij het onuitgesproken
en waarschijnlijk onerkende verwijt, dat
hij beter geworden was. En ditmaal las hij
die symptonen duidelijker dan ooit. Van af
den rand van het graf, waarop hij gestaan
had, had hij een goed inzicht gekregen in
!de waarde van den dood, aangezien de
Idood eerst het leven waarde gaf. De scha
duw des doods had zijn visioen zeer ver-
iwijd. Hij was eindelijk begonnen met zijn
'afgodsbeeld op waarde te schatten. Tot nu
toe was er nog een trillend geloof in haar
édelmoedigheid geweest. Zelfs de afgrijse
lijke scène in rijn studeerkamer te Weenen
had hij langzamerhand toegeschreven aan
dc spontane ingevingen van het oogenblik,
&au overspannen zenuwen. Er waren ver
sheiden maanden geweest, om die spanning
ite verbreken en die bitterheid te vermin
deren. Misschien zou het medelijden opge-
5*t>kt worden, als zij hom op rijn ziekbed
■vond. Eerst nu wist hij, dat de hoop voor
weed vervlogen was, eerst nu wist hij, dat
voorgoed gebrandmerkt was.
Het wag zeker veel eenvoudiger
■Böweest als hij nooit hersteld was,
Eenvoudiger voor hem zelf en voor
toderen. O.a. voor Irma, wier .geluk daar
door misschien verzekerd zou worden; Ti mar
vóór alles voor Isabella, in wier oog h.j al
tijd een doorn zou zijn voor haar, die nog
zoo mooi was en zeker nog wel een ande
ren echtgenoot zou vinden als zij van hem
ontslagen was.
Bij dio gedachte voelde hij een schérpe3
steek als van jaloezie, van die soort jaloe
zie, zooals men ze voelt als men twintig is;
want ofschoon hij nu zag, dat zijn afgod op
een voetstuk van klei rustte, werd hij .'och
nog verblind door de schoonheid van baar
gezicht. Hij kon haar voor een deel beoor-
deelen, maar hij zou nooit in staat rijn om
weerstand te bieden aan haar bekoring. Het
was zijn verstand, dat zich bevrijd had,
maar zijn hart en zijn zinnen waren nog ge
vangen. Hij was bereid om zich ter wille
van haar op te offeren, door dat offer mis
schien de zedelijken schuld uit te wisscheu.
En Irma, die arme Irma, zou ten minste
voor een deel betaald worden. Voor haar
zou het ook een bevrijding zijn, al wilde
zij het niet erkennen 1 Irma was anders
als Isabella; zij was een echte, zachte vrouw.
Was Isabella eigenlijk wel een vrouw en
niet een prachtig-mooi monster? Ja, maar
wel een buitengewoon mooi monster 1
Hij deed zijn oogen dicht, om het visioen
van het gezicht, dat hij aanbad, beter te
kunnen bewonderen. Zelfs op dit belangrij
ke oogenblik was het „goede meisje"
maar een paar seconden in zijn gedachten.
Zij zou van hem strikte gerechtigheid ont
vangen, strikte en volledige gerechtigheid;
maar het wos niet haar beeld, waar zijn ge
dachten het langst bleven hangen.
Ja, hij zou verdwijnen, dat was het eeni-
ge, wat hem te doen stondmaar niet naar
Amerika. Van uit Amerika kon men terug-
komen en bij hem moest er geen sprake zijn
van terugkomen, aangezien er geen plaa ts
voor hem was in de wereld en geen bezig
heid. Wat kon de geloovige beginnen te
genover een leeg altaar? Het afgodsbeeld
was misschien gebroken; het had bewezen
een dood ding te zijn, maar dat beteekendc
voor hem, dat hij niet kon voortleven.
Als hij nu de revolver maar had, welke
Irma hem eens had ontnomen 1 Waar zou ze
gebleven zijn? Hij bad het wapen sedert
nooit meer gezien. Hij vermoedde, dat Ir
ma het overboord had gegooid bij den over
tocht van Hamburg. Met een revolver ging
het zoo sneL Maar wat voor kans had een
zieke, die met zooveel toewijding bewaakt
werd, om er zich een te verschaffen? Er
waren natuurlijk wel andere middelen. Zijn
blik dwaalde vaag rond in de kamer, zoe
kend, terwijl hij wist, dat het een hopeloos
zoeken was, en bleef eindelijk rusten op de
medicijnflesclijes, die op tafel stonden. De
morphine NatuurlijkDe slaapdrank, door
dr. Hockins voorgeschreven. Hoe kwam het,
dat hij daaraan niet dadelijk had gedacht!
Dat zou nog beter zijn dan een revolver
dat zou geen leven maken en hij meende
ook, dat het op die manier zonder pijn zou
gaan. En op die manier behoefde niemand
ooit te weten, dat heb geen ongeluk was
geweest. Maar als Irma het flesohje nu
eens had weggesloten?
Hij stond met veel moeite op en liep met
wankelende schreden naar de tafel, waar
een hoestbui hem dwong om te blijven staan
en zich aan den rand vast te houden, tot
dat de bui weer voorbij was. Toen zocht hij
op den tast, want zijn oogen waxen nog
vochtig van inspanning, tusschen de flesoh.
jes. Aha, daar was het 1 Inua's achter
docht moest zeker in slaap zijn geraakt.
Anders zou het daar niet gestaan hebben.
Hij zette de flesch met jaloersche zorgvul
digheid apart en ging zitten nadenken.
„Laat eens zien, wat zou de beste manier
zijn?" Met zijn ellebogen op dé tafel en zijn
hoofd op zijn handen, waarvan de griezelig
magere polsen te voorschijn kwamen uit zijn
verschoten kamerjapon, begon Harding zijn
plan te maken. Zijn brein werkte nu onder
hoogen druk. In een oogenblik hadden rijn
oogen die even te voren nog :oo leeg voor
zich uit hadden gestaard, do scherpe, bijna
sluwe uitdrukking aangenomen van den
misdadiger, die nadenkt over zijn misdaad.
Het moest gebeuren Voordat Irma terug
kwam, anders zou zij het flescüjc misschien
wegnemen, precies zooals zij de revolver
had weggenomen. Zij kon nog vóór twaal
ven terug zijn en het was nu bij elven. En
dan was er nog iets: dr. Hockins, die mis
schien zelfs nog vroeger kon komen. Zijn
gefronst voorhoofd lag nu in diepe voren
van het ernstige nadenken.
Opeens stond hij op, met de beslistheid
van iemand, die heeft gevonden wat hij
zocht, nam een vloeiboek op, doopte zijn
pen in den inkt en begon te schrijven: twee
brieven, een geadresseerd aan Vincent
Denholm aan het departement van buiten
landsche zaken, de andere aan dr. Hockins;
de laatste van die twee bevatte maar een
paar woorden:
„Zooals gij zelf op genade hoopt, hoop
ik, dat ge ook genade zult hebben met mij
en mij in vrede laten sterven. Het is de
grootste vergissing in uw leven geweest,
toen u me beter hebt gemaakt. Ik zal nu
probeeren dio vergissing goed te maken
Voor mijn dochter en voor alle anderen
is het natuurlijk een vergissing: het in
nemen van een te grootc hoeveelheid van
den drank."
Doordat zijn vingors zoo zwak waren ge-
v orden, had hij nogal veel tijd noodig om
dia twee brieven tc schrijven. Nadat hij zo
allebei had toegemaakt, liep hij naar den
fchoorBtcenmantel met den brief van Den
holm in rijn hand.
De snolheid, waarmee Pattic de bel be
antwoordde, was het bewijs, dat Irma het
haar terdege op haar hart had gedrukt.
„Breng dien brief onmiddellijk op de
post, alsjeblieft," zei hij met ongewonen
nadruk. „En als j'uffrouw Hartmann thuis
komt, zeg baar dan, dat ik ben gaan rusten.
Ik heb een lcclijko hoestbui gehad en
daarom mijn slaapdrank ingenomen. Zij
weet, dat ik den afg"l x>pcn nacht weinig
geslapen heb. Ik wil liever niet gestoord
worden. Begrijp je?"
„Ja, meneer. Een hoestbui? Dan wiJ
u zeker wel graag kamillen hebben? Zal
ik u een kopjo halen? Ik zal er geen pen
ning in doen; dat beloof ik u. Juffrouw.
Hartmann heeft het rac verboden; maar alp
u het goedvondt
„Neen, ik heb niets noodig. Maar breng
den brief dadelijk weg, hoor je? Dadelijk."
De gedachte om haar stilzwijgen te koo-
pen kwam een oogenblik in hem op, maar
werd dadelijk weer verdreven als overbodig
en wellicht gevaarlijk.
(Wordt vervolgd)#