No. 15411. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag- 20 Mei. Tweede Blad, Anno 1910. PERSOVERZICHT. Eerste Kamer. Tweede Kamer. Uit de „Staatsoourant". Ingezonden. Faillissementen. FEUILLETON. Irma Harding'. I rAaïi „D e T ij d" wordt Hot volgende ge- isch reven „Do benoeming van mr. L. W. C. van. 'den Berg, voorzitter der anti-revolutiomiaLre Iriesvereeniging te Delft, tot burgemeester dier stad, heeft de Katholieken van Delft, 't moet ronduit erkend worden, zeer teleur gesteld. Na do laatste benoemingen te Lei den, Arnhem, o.a. had men (van R.-K. zijde) de stellige hoop, dat ook aan de Katholie ken nu eens recht gedaan zou worden, door de benoeming van een kath. burgemeester ie Delft., waar toch de R.-K, partij verre- -wog de sterkste is der Christelijke coalitie, 'te meer daar oen candidaat was voorge steld, op wiens geschiktheid vriend noch yijand iets zou hebben af te dingen. „Welke ook dc beweegredenen mogen ge weest zijn van den minister van Binnenl. Zaken, om den wensch der Delfbsche Ka tholieken niet te vervullen en ec-n man van eigen partij to kiezen, ontkend kan niet Worden, dat de stemming der Katholieken ten opzichte hunner coalitiegenooten, die 'door de gebeurtenissen der laatste jaren 'toch al niet van do beste was, zeer zeker niet zal verbeteren, en ernstige voorman nen op politiek gebied zijn inderdaad vol vrees, dat deze benoeming op dc komende Verkiezingen voor Prcv. Staten, Gemeente raad en zelfs Tweede Kamer, allerdrüevig- sten invloed zal kunnen hebben. De R.-K. kiezers van Delft hebben getoond vele en zware offers te kunnen, brengen voor de goede zaak, maar er is oen grens en 't is to hopen, dat deze doar deze burgemeesters benoeming niet overschreden is." ,,D o T ij d" teekent hierbij het onderstaan de aan: „Hoewel wij de bedenkingen van den ge lachten schrijver geenszins van waarde ont bloot achten on dc ontstemming der Dolft- 6chc Katholieken begrijpen, zullen wij [toch goed doen met zoor gereserveerd te 'zijn in ons_ oordeel omtrent de door do Re- 'geonng gedane keuze. Wie het Christelijk Knbinct deze benoeming tot een grief aan- rekont en zo in verband brengt met een onredelijk toegeven aan e;n onmafigen eisch, Van de zijde onzer bondgenooten gesteld, Imoet beschikker, over gegevens, welke ons en stellig ook don meesten Delftenaren niet |ten dienste staan. Dc Regcering, en zij al leen, weet ten slotte, of zij dc verantwoorde lijkheid van die benoeming kan dragen cn Voor de buitenstaanders is het een eisch der billijkheid, aan te nemen, dat, hoe an dere invloeden ook mogen gewerkt hebben, ten slotte het algemeen belang bij [haar den doorslag heeft gegeven. Deze benoeming bij de verkiezingen op do 'christelijke bondgenooten te willen verha len,. lijkt ons even onredelijk als bedenke lijk. Het ware ongetwijfeld mooi cn edel- inoedig geweest, wanneer de Anti-revolu tionairen de burgemeestersplaats vrijwillig jaan de Katholieken haddon afgestaan; maar wie hpeft het r.eeht van hen te oischen, 'dat zij zioh op dit ideaal standjmnt stel len i^Do historische vooroordeelen, welke bij 'dc Protestanten hccrschen, verliezen, in de laatste jaron vooral, zeer veel van hun feraclit, waar het do algemoene poli- 'ticko verhoudingen betreft, maar het Ss licht te begrijpen, dat zij in liet meer beperkt stedelijk milieu nog langer en krach tiger nawerken. Laten wij dus, zonder van ion ze rechten af te zien en daarvoor den jstrijd op tc geven, een beetje geduld hebben." 1 De „N. R. Ct." zegt hierop het volgende: „Wanneer wij zoo nu en dan er op wij ten, dat een groot gedeelte van dc politiek 'der roomsch-katholieken een politiek om „de baantjes" is, wordt ons dat gemeenlijk erg kwalijk genomen. Maar zie hier dan toch 'oen paar uitlatingen, die teekenend zijn Voor wat er in der Roomsohen harten om- jgaat. De. geachte schrijver, wiens bedenkin gen, naar het oordeel van „De Tijd," „geens zins van waarde ontbloot" zijn, schijnt een Verdceling der baantjes pondspondsgewijze ionder- de drie groepen der coalitie voor te Istaan: En „Dc Tijd" vindt ook, dat de janti-revolutionairen dc burgemeestersplaats Vrijwillig aan dc Katholieken hadden lcun- !ncn „afstaan". Beiden schijnen zij bur gemeestersbenoemingen té beschouwen als goede gelegenheden tot edelmoedigheidsbe- 'toon van de coalitie-partijen tegenover el kaar, waar de Kroon en haar ra axis li eden. niet zoo onbescheiden moesten tusschen beide komen. Verschil tusschen de twee bestaat slechts in zooverre, dat zij uiteenloopen over de vraag, of het part dat ieder der par tijen in do baantjes verkrijgt van invloed !mag zijn op het voortbestaan Van de vriend-, schappelijke, beginselvaste samenwerking. Nu, daarover kan inderdaad principieel worden gestreden Vermakelijk zijn beide in dé wijze, waar op zij al wie niet tot de coalitie behoort volkomen wegcijferen. Daarmede behoeft, naar den zin dezer Roomsohen, blijkbaar in het geheel geen rekening te worden gehou den. De „geaohto schrijver" baseert oen; recht der Roomschen op den burgemeesters- zetel te Delft, op het feit, dat de R.-K. partij „dc sterkste" is, niet der gemeente, maar „der Christelijke coalitie". „Do Tijd" zelvo spreekt er van, dat de antirevolutionai ren de plaats hadden kunnen „afstaan". Men lioort het: dat er in de gemeente nog oen aantal, liberale en andere, ingezetenen zijn, wier gezindheid, wanneer men de haantjes nu eenmaal naar gelang van geloofsovertui ging verdoelen wil, toch ook misschien mee in dc rekening mocht worden genomen, komt noch hij „den ge-achten schrijver", noch bij „Do Tijd" op. Al wie niet tot do coalitie bohoort vormt bij de vergeving der baantjes de quantité négligeable. De Roomsche do ut des-politiek is inder daad niet zonder humor, wanneer zij eens onverwachts in het volle licht komt Al is zij dan ook verre van fraai. Gelukkig, dat „De Tijd" althans nog overtuigd schijnt, 'dat het algemeen belang niet altijd met haar overwegingen en die van haar „geachton schrijver" kan rekening houden. Evenwel, „een beetje geduld" wat niet is, kan komen. Als men maar niet van zijn „rechten" afziet! ,,De ontstemming der Delftsohe katholie ken is, na de voorspiegelingen in de pers, te begrijpen" schrijft ,,De Residentie bode." Ook het (a.-r.) „Arnhemsch Dagblad" houdt zich met do quaestio onledig: ,,De Tijd" gebruikt hier enkele uitdruk kingen, die ons verbazen. Het zou edelmoe dig zijn geweest, wanneer de antirev. deze burgemeestersplaats vrijwillig aan do Roomsch-Katholieken hadden „afgestaan." „Maar edlieve, hadden ,,de antirevolu tionairen" dan over doze burgemeesters plaats te beschikken naar welgevallen? Is het niet de Regeering, dio benoemt?" In de gisteren gehouden zitting deelde de V oorzitter mede, dat, aangezien dc Minister van Koloniën op Het Loo ter audiëntie was, de zijn Departement betref fende zaken van de agenda van den dag werden afgevoerd. Achtereenvolgens waren aan de orde de ontwerpen betrekkelijk: het militair onder wijs bij de landmacht; verlenging van den duur der arbitrageverdragen met Engeland en Frankrijk; naturalisatiën; bepaling der eventueele kosten van 't Regentschap; ver koop van de Ruigeplaat bij Delfshaven aan Rotterdam; verevening van de kosten voor de stallen-uitbreiding op Het Loo; enteige-" ning voor de vrijmaking van het verkeer op den weg over den Yoren^chen dam en do Dreumelsche straat onder de gemeente Dreumelen; wering van den Amerikaan- schen, kruisbessen-meeldauw. Bij het ontwerp betrekkelijk het militair onderwijs bet-oogde de beer VanVoorst tot Voorst o.a. de noodzakelijkheid tot aanvulling van het beroeps-officiers kader, waartoe hij een capitulantenstelsel aanbeval in den geest van het Franschc stelsel d*er retraite proportionelle. Voorts vroeg spr. verzachting van do strenge keu- riDgsvoorschriften. De lieer V an der Does de Wille- b o i s betoogde de wenscheliikheid om de versterking en positieverbetering van de officieren te bevorderen. Hij opperde het denkbeeld, om jongelieden in dienst to ne men als tijdelijk beroeps-officier, die dan later een positie kan krijgen in civielon dienst. De heer Van der Feltz vroeg vast stelling van de overgangsbepalingen bij de wet en niet bij Koninklijk besluit. De Minister van Oorlog achtte de rechtszekerheid van den officier vol doende geregeld. Toelating tot de Militaire Academie zal thans veel gemakkelijker wor den. De finanoieelo positie van de officie ren moet verbeterd worden. Van het capitu lantenstelsel is de Minister groot voorstan der; bij een algemeene reorganisatie zal hij ook dit regelen met het doel om tijdelijke beroeps-officieren to verkrijgen,; een denk beeld, dat den Minister zeer toelachte. De keuring is wellicht in sommige opzich ten te temperen. Met de opmerking van den beer Van der Feltz zal rekening worden gehouden. De Minister hoopt, dat eerlang de Staats commissie zal kunn,cn benoemd worden **oor de algemeene reorganisatie, op de grondsla gen van volkomen aansluiting tusschen het middelbaar of gymnasiaal onderwijs en de Academie, waarbij de Cadettenschool moet vervallen. Voorts algemeene universitaire opleiding van alle officieren aan de Acade mie, mot verdwijning van den hoofdcursus te Kampen. De opleiding aan de Academ.e zal een zuivere vakopleiding moeten zijn met tweejarigen cursus. Eindelijk zal de mogelijkheid voor de verlofs-officiercn moeten worden geopend om tot beroeps-of ficieren over te gaan. Daarna werd het wetsontwerp aangeno men. Ook do andere hierboven gonocmio wetsontwerpen werden goedgekeurd, waar na de Kamer werd verdaagd tot vermoe delijk a.s. Woensdagavond half negen. Omtrent de zitting van gisteren moeten wij nog mededeelen, dat er veel belangstel ling was op de tribunes, dat buiten het gebouw aanhoudend plaatsen werden ver kocht, dat in een der logos zich bevond het oud-Kamerlid Van Kol cn dat in stemming kwamen verschillende in de vorige weeic behandelde conclusion in cake adressen. Goedgekeurd werd: lo. dc verklaringj dat de overplaatsing van Dc Koek naar Bergon- op-Zoom cn zijn .ongunstige beoordceling mede ten onrechte gegrond waren op do zaak-Brantscn betreffende het zingen van socialistische liederen, on 2o. de wensche- lijkheid uitgesproken hem het geldelijk na deel, dat h door die overplaatsing geleden had, zooveel mogelijk te vergoeden. Voorts werd leedwezen uitgasproken, dat geen be hoorlijk onderzoek is ingesteld omtrent adressants klachten tegen de wijze der be oordceling zijner tactisqhe geschiktheid cn dat bij die beoordeeling niet naar den geest der bestaande voorschriften is gehandeld. In zake het adres van* den oud-ritmeester Tilanus werd aangenomen de conclusie om te verklaren, dat de wijze van handelen :n zake rijn beoordeeling de Kamer niet kan bevredigen en hom zooveel doenlijk de na- deolige gevolgen te verzachten. Voorts werden goedgekeurd de conclusion in zake den gewezen luitenant-kolonel-in tendant Douglas on kapitein Hackstroh van het 4de rek. vest.-artillerie, nadat, wat laatstgenoemde betreft, ingetrokken was de oonclusie, waarbij de wenschelijkheid werd uitgesproken om de nadeelige gevolgen te versachten, nu de Minister immers ver klaard had, dat zulks niet meer noodig was. De afdeelingcn van de Tweede Kamer hebben benoemd tot rapporteurs over na te noemen wetsontwerpen: verhooging van de Landbouwbcgrooting voor 1910 voor uitbreiding der Rijks hoo- gere land-, tuin- en boschbouwschool, split sing en verplaatsing der Rijks landbouw school, onteigening voor de verbreeding van het Zieken, enz., te VGravcnhage, cn onteigening voor de uitbreiding van bet stationsemplacement Eindhoven van den Staatsspoorweg EindhovenVenloo, do hoeren Van Lennep, Teenstra, Hub recht, Do Stuers en Van Wijnbergen; wijziging van de wet van 22 Mei 1903, Sts.-bl. No. 141 (betreffende de indiening van nadere voorstellen in zako don z. g. of- foefcus civilis van universitaire examens en promoties en met betrekking tot de theo logische faculteit), wijziging van de wet, houdende regeling der samenstelling en be voegdheid van den Raad van State, wijzi ging van hoofdstuk II der Staatsbegrooting voor 1909 (decoration), verhooging van de Justitiebegrooting voor 1909 (schadeloosstel ling aan marechaussees en veldwachters, subsidiën ingovolge de Kinderwetten, on derhoud rechtsgebouwen, enz.) en wijziging, aanvulling en verhooging van de Just-itic- begrooting voor 1910 (afzonderlijke huis vesting van het bureau van den hoofdinge nieur der gevangenissen en rechtsgebou wen), de heeren De Montó ver Loren, Ty- deman, Druekcr, Van Idsinga en Van Lyn- den van Sandenburg; Nadere bepalingen omtrent den accijns op den wijn, toepassing van art. 32 der Burgerlijke Pensioenwet ten behoevo van den eervol ontslagen hoofdcommies bij het departement van landbouw, nijverheid cn handel A Azings Venema; aanvulling van den „Staat van het bedrag der pensioenen" behoorende bij de „Pensioenwet voor do Zeemacht 1902"bepalingen omtrent de vi sitatie van met de post van buitenlands aangekomen brieven, vaststelling van oenigc bevoegdheden van de consuls cn diplomatie ke ambtenaren in enkele Staten, enz. en wetswijziging in verband daarmede, goed keuring van het internationaal verdrag be treffende het verkeer met automobielen en wijziging de Motor- en Rijwielwet, goed- kouring van het tusschen Nederland cn Italië gesloten arbitrageverdrag, ene. en wijziging cn aanvulling van do begrooting van buitenlandsche zaken voor 1909 (be treffende diverse onderwerpen), de heeren Snoeck Henkemans, Eland, De Ram. Van Veen en Kooien. De afdeelingon hebben tevens benoemd tot rapporteurs over het wetsontwerp tot wij ziging en aanvulling van art. 2 der Hinder wet, de heeren Eland, Snoeck Henkemans, Marohant, Van Nispen (Nijmegen) en De Geer. Bij Kon. besluit is aan Zijne Excellentie mr. T. M. C. Asser, minister van Staat, lid van den Raad van State, op diens ver zoek ontheffing verleend van zijn benoe ming tot afgevaardigde van Nederland op de in Frankrijk te houden conferentie tot internationale regeling der luchtscheepvaart en in zijn plaats mr. P. W. A. Cort van der Linden, oud-minister van Justitie, lid van den Raad van State, tot eersten afgevaar digde der Nederlandsche Regeering op ge noemde oonferentie benoemd aangewezen als afgevaardigden voor Ne derland bij het in September 1910 te Brus sel te houden Tweede Internationaal Con gres voor beroepsziekten H. A. van TJssel- stcijn, directeur-generaal van den Arbeid, en dr. E. Wintgens,, medisch adviseur bij dc Arbeidsinspectie, beiden te 's-Gravcn- hagc; benoemd tot commies der posterijen on telegraphic 4de kl.a. do adspirant-cora- miczen der posterijen en telegraphic, A. P. Benjaminse, te .Amersfoort, D. Woel inga, te HarlingcnA. Lind, te Sneek; J. An- driessen, te Gouda; A. L. Smeenk, te Gor- kumR- Santing, te TielL. Evenhuis, te Assen; G. Lok, tc Mop pel; J. M. Riddcnk- hoff, tc Kampen, en C. van der Meer, to Hilversum; b de surnumerairs der poste rijen en telegraphie, A. W. J. Stofkoper, te Zeist; J. de Jong ILJzn., te Enschedee cn D Bos, tc Scbcveningen. Met ingang van 1 Juni 1910 benoemd tot controleur van den arbeid J. K. F. Arkes, schilder tc Groningen; C. J. A. Foppele, sigarenmaker te 's-Hc-rtogenbosohH. P. do Haas, winkelbediende te Rotterdam G. G. Heij, timmerman te 's-Gravcnhage; A Kruyver, arbeider in het bedrijf van ma chinale houtbewerking te Zaandam, en G. J. Oonk, textielarbeider te Ensohedee; gedetacheerd bij het wapen dor infante rie van hot leger in Nederlandsch-Indië, voor den tijd van vijf jaren, de late luit. A. M. M. van Loon, van het 5de reg. in fanterie. Geachte Redactie 1 Vergun mij vóór onderstaande rogeion een' plaatsje in Uw blad. Bij voorbaat mijn dank: Ik wil dan als landweerman eonigo ro gels wijden aan wat mij cn mijn lotgonoo- ten bij onzo laatste manoeuvre overkwam. Ik heb nu eenmaal het goluk landweer man te zijn. Welke redouen or echter zou den kunnen bestaan _do manschappen, door veel te langen dienst gepakt on gezakt on der het gewicht van ongeveer 1-1 Kilo, af te matten op een wijzo als ons overkwam, is mij al oen raadsel. Men oordeelc zelf. Vrijdagmorgen 7.30 is het aantreden in veldtcnuo, om S uren vangt de marsch aan, welke een cindo neemt ter bestemder plaats om 12,30, dus gepakt cn gezakt 5 uur. Daarna rust tot 3.30 om don inweudigen monsck to versterkenvan 3.30 t-ot onge veer 10.30 's avonds op dubbelpost, waarna wij ons om 11 uron in eon stal op wat stroo gekleed ter ruste begaven, want hot is oorlog. Na dio heerlijke nachtrust in den stal opstaan om 3 uren 's nachts om op 3.30 op marsch to gaan, door het mullo zand tot do slaking der manoeuvre. Aan dit dool nu was voldaan, nu was do strijd volstxedcn cn marcheerden wij naar het veld bij dc schietbanen om do gewe ren in to vetten, soldij uitbetalen, enz., wat om ongeveer 10.30 was afgcloopcn. Nu naar huis, dachten wij, maar mis; wij waren nog niet genoog .afgebeuld, we konden daar nutteloos ronddwalen tot 12.30. Toon nam do marsch oen aanvang naar Lei den, waar wij te ongeveer 2.30 aan don Morschsingel zeer vermoeid cn mot blaren onder do voeten aankwamen. Ik moendo goed to doen, op dozo wijzo van nionschen afmartelen even do aandacht te vestigen. Eon landweerman van het 28ste Land- w oer-dis Ir iet, 1ste compagnie, lste sectio, J. KORSWAGEN Jr., Hooglandscho Ivcrkgraeht No. 30, Leiden. G. J. Hosman Jr., boekdrukker, te Rot terdam. A Mae Lean, timmerman, te Rotterdam. W. Zwardveld, to Hook van Holland. G. de Groot> grossier in hooi cn stroo, to Rotterdam. H. Ph. van Bergen, koopman in glas en aardewerk, te Weeep. A Colloo, vroeger onderwijzer te Veon- liuizen, gemeente Norg, thans aan boord van het stoomschip „Goentóer" op reis naar Nedoriandsch Oost-Indië. W. Schut, sigarenfabrikant, te Assen. T. Rijpema, kastelein en logementhouder te Echten (Fr.) H. Hccbels, cafëhoudor te Kiel (gemeente Hoo gezand). K Dreeuws, timmerman en aannemer te Meoden. P. Franzon, winkelier, to Amsterdam. EL Sombrook, kleermaker, te Amsterdam. Naaml. Venn. Buffet-Mij. „Phoenix" te 's-Gravenhagc. N. W. J. Mesman, to 's-Gravcnhage. H. Snuijff, reiziger, te 's-Gravenhngo. Opgeheven het faillisemcnt van T. de Jong, koopman te Bodegraven. Stoomschepen. Gearriveerd: Java, (thuisreis) 19 Mei te Suez; Prins Fredorik Hendrik, 18 Mod v. Amst. te Paramaribo; Y a n g-T a o o 19 Mei v. Penang n. Amst.; Vertrokken. Noordam, 17 Mei v. New-York n. Rott; Zaanland, (uitreis) 17 Mei v, Lcixoes; D e 1 f 1 a n d, (thuisreis) 18 Mei v. Monte video; Prin,s M a u r i t b, 18 Mei v. Paramaribo n. Amst; Gepasseerd: Ni c u w-A mstordam, v. New-York 18 Mei Lizard; Ambon, (thuisreis) 18 Mei Carvoeiro; Willehad, n. Canada, 18 Mei Lizard. 62) De verbazins over zijn herstel liad hem in zijn overgevoeligheid te veel naar teleurstelling gesmaakt. In de stereotiepe en conventioneel© gel uk wensch en over de gelukkige wending •van zijn riekte las hij het onuitgesproken en waarschijnlijk onerkende verwijt, dat hij beter geworden was. En ditmaal las hij die symptonen duidelijker dan ooit. Van af den rand van het graf, waarop hij gestaan had, had hij een goed inzicht gekregen in !de waarde van den dood, aangezien de Idood eerst het leven waarde gaf. De scha duw des doods had zijn visioen zeer ver- iwijd. Hij was eindelijk begonnen met zijn 'afgodsbeeld op waarde te schatten. Tot nu toe was er nog een trillend geloof in haar édelmoedigheid geweest. Zelfs de afgrijse lijke scène in rijn studeerkamer te Weenen had hij langzamerhand toegeschreven aan dc spontane ingevingen van het oogenblik, &au overspannen zenuwen. Er waren ver sheiden maanden geweest, om die spanning ite verbreken en die bitterheid te vermin deren. Misschien zou het medelijden opge- 5*t>kt worden, als zij hom op rijn ziekbed ■vond. Eerst nu wist hij, dat de hoop voor weed vervlogen was, eerst nu wist hij, dat voorgoed gebrandmerkt was. Het wag zeker veel eenvoudiger ■Böweest als hij nooit hersteld was, Eenvoudiger voor hem zelf en voor toderen. O.a. voor Irma, wier .geluk daar door misschien verzekerd zou worden; Ti mar vóór alles voor Isabella, in wier oog h.j al tijd een doorn zou zijn voor haar, die nog zoo mooi was en zeker nog wel een ande ren echtgenoot zou vinden als zij van hem ontslagen was. Bij dio gedachte voelde hij een schérpe3 steek als van jaloezie, van die soort jaloe zie, zooals men ze voelt als men twintig is; want ofschoon hij nu zag, dat zijn afgod op een voetstuk van klei rustte, werd hij .'och nog verblind door de schoonheid van baar gezicht. Hij kon haar voor een deel beoor- deelen, maar hij zou nooit in staat rijn om weerstand te bieden aan haar bekoring. Het was zijn verstand, dat zich bevrijd had, maar zijn hart en zijn zinnen waren nog ge vangen. Hij was bereid om zich ter wille van haar op te offeren, door dat offer mis schien de zedelijken schuld uit te wisscheu. En Irma, die arme Irma, zou ten minste voor een deel betaald worden. Voor haar zou het ook een bevrijding zijn, al wilde zij het niet erkennen 1 Irma was anders als Isabella; zij was een echte, zachte vrouw. Was Isabella eigenlijk wel een vrouw en niet een prachtig-mooi monster? Ja, maar wel een buitengewoon mooi monster 1 Hij deed zijn oogen dicht, om het visioen van het gezicht, dat hij aanbad, beter te kunnen bewonderen. Zelfs op dit belangrij ke oogenblik was het „goede meisje" maar een paar seconden in zijn gedachten. Zij zou van hem strikte gerechtigheid ont vangen, strikte en volledige gerechtigheid; maar het wos niet haar beeld, waar zijn ge dachten het langst bleven hangen. Ja, hij zou verdwijnen, dat was het eeni- ge, wat hem te doen stondmaar niet naar Amerika. Van uit Amerika kon men terug- komen en bij hem moest er geen sprake zijn van terugkomen, aangezien er geen plaa ts voor hem was in de wereld en geen bezig heid. Wat kon de geloovige beginnen te genover een leeg altaar? Het afgodsbeeld was misschien gebroken; het had bewezen een dood ding te zijn, maar dat beteekendc voor hem, dat hij niet kon voortleven. Als hij nu de revolver maar had, welke Irma hem eens had ontnomen 1 Waar zou ze gebleven zijn? Hij bad het wapen sedert nooit meer gezien. Hij vermoedde, dat Ir ma het overboord had gegooid bij den over tocht van Hamburg. Met een revolver ging het zoo sneL Maar wat voor kans had een zieke, die met zooveel toewijding bewaakt werd, om er zich een te verschaffen? Er waren natuurlijk wel andere middelen. Zijn blik dwaalde vaag rond in de kamer, zoe kend, terwijl hij wist, dat het een hopeloos zoeken was, en bleef eindelijk rusten op de medicijnflesclijes, die op tafel stonden. De morphine NatuurlijkDe slaapdrank, door dr. Hockins voorgeschreven. Hoe kwam het, dat hij daaraan niet dadelijk had gedacht! Dat zou nog beter zijn dan een revolver dat zou geen leven maken en hij meende ook, dat het op die manier zonder pijn zou gaan. En op die manier behoefde niemand ooit te weten, dat heb geen ongeluk was geweest. Maar als Irma het flesohje nu eens had weggesloten? Hij stond met veel moeite op en liep met wankelende schreden naar de tafel, waar een hoestbui hem dwong om te blijven staan en zich aan den rand vast te houden, tot dat de bui weer voorbij was. Toen zocht hij op den tast, want zijn oogen waxen nog vochtig van inspanning, tusschen de flesoh. jes. Aha, daar was het 1 Inua's achter docht moest zeker in slaap zijn geraakt. Anders zou het daar niet gestaan hebben. Hij zette de flesch met jaloersche zorgvul digheid apart en ging zitten nadenken. „Laat eens zien, wat zou de beste manier zijn?" Met zijn ellebogen op dé tafel en zijn hoofd op zijn handen, waarvan de griezelig magere polsen te voorschijn kwamen uit zijn verschoten kamerjapon, begon Harding zijn plan te maken. Zijn brein werkte nu onder hoogen druk. In een oogenblik hadden rijn oogen die even te voren nog :oo leeg voor zich uit hadden gestaard, do scherpe, bijna sluwe uitdrukking aangenomen van den misdadiger, die nadenkt over zijn misdaad. Het moest gebeuren Voordat Irma terug kwam, anders zou zij het flescüjc misschien wegnemen, precies zooals zij de revolver had weggenomen. Zij kon nog vóór twaal ven terug zijn en het was nu bij elven. En dan was er nog iets: dr. Hockins, die mis schien zelfs nog vroeger kon komen. Zijn gefronst voorhoofd lag nu in diepe voren van het ernstige nadenken. Opeens stond hij op, met de beslistheid van iemand, die heeft gevonden wat hij zocht, nam een vloeiboek op, doopte zijn pen in den inkt en begon te schrijven: twee brieven, een geadresseerd aan Vincent Denholm aan het departement van buiten landsche zaken, de andere aan dr. Hockins; de laatste van die twee bevatte maar een paar woorden: „Zooals gij zelf op genade hoopt, hoop ik, dat ge ook genade zult hebben met mij en mij in vrede laten sterven. Het is de grootste vergissing in uw leven geweest, toen u me beter hebt gemaakt. Ik zal nu probeeren dio vergissing goed te maken Voor mijn dochter en voor alle anderen is het natuurlijk een vergissing: het in nemen van een te grootc hoeveelheid van den drank." Doordat zijn vingors zoo zwak waren ge- v orden, had hij nogal veel tijd noodig om dia twee brieven tc schrijven. Nadat hij zo allebei had toegemaakt, liep hij naar den fchoorBtcenmantel met den brief van Den holm in rijn hand. De snolheid, waarmee Pattic de bel be antwoordde, was het bewijs, dat Irma het haar terdege op haar hart had gedrukt. „Breng dien brief onmiddellijk op de post, alsjeblieft," zei hij met ongewonen nadruk. „En als j'uffrouw Hartmann thuis komt, zeg baar dan, dat ik ben gaan rusten. Ik heb een lcclijko hoestbui gehad en daarom mijn slaapdrank ingenomen. Zij weet, dat ik den afg"l x>pcn nacht weinig geslapen heb. Ik wil liever niet gestoord worden. Begrijp je?" „Ja, meneer. Een hoestbui? Dan wiJ u zeker wel graag kamillen hebben? Zal ik u een kopjo halen? Ik zal er geen pen ning in doen; dat beloof ik u. Juffrouw. Hartmann heeft het rac verboden; maar alp u het goedvondt „Neen, ik heb niets noodig. Maar breng den brief dadelijk weg, hoor je? Dadelijk." De gedachte om haar stilzwijgen te koo- pen kwam een oogenblik in hem op, maar werd dadelijk weer verdreven als overbodig en wellicht gevaarlijk. (Wordt vervolgd)#

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5