No. 15399. LEIDSGH DAGBLAD, Woensdag* 4 Mei. Derde Blad. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Irma Harding*. Academienieuws. Uit de „Staatscourant". Anno 19iO. redige vertegenwoordiging en wat waar schijnlijk is, groote districten, stel van zeven tot tien zetels dan wordt z. i. de heele districtenindeeding vanzelf herzien en kan met de gewijzigde verhoudingen 'n zielental rekening worden gehouden. Het komt dan z. i. op de meest gemakkelijke manier in orde. Maar nu is te voorzien, zoo gaat het blad voort dat, komen we thans tot eon meer evenredige verdeeling, op den duur die verhouding weer verbroken zal worden, indien, als tot dusver ,de bevolking in de cene streek in veel sterker mate toeneemt dan in de andere. Zou het nu geen overweging verdienen te" doen wat in andere landen geschiedt cn het aantal volksvertegenwoordigers niét op een vast cijfer 100 te handhaven, maar het met de toeneming der bevolking uit tc breiden? Bij de gemeenteraadsverkiezingen doen we dit trouwens al Na elke tienjarige volkstelling kan dan het aantal afgevaardigden in overeenstem ming worden gebracht met het nieuwe be volkingscijfer. Had men dan groote districten, dan zou den die, welke in den loop van tien jaar hun bevolking hadden zien. toenemen met een aantal, vereischt voor een Kamerzetel stol 60,000 in het vervolg een afgevaar digde meer kie<zen. Het zou eenvoudig zijn en-de onevenre digheden, waarvoor we thans staan, zou den zich niet kunnen voordoen. Ook zou men dan aan de districten (provinciën) nooit een afgevaardigde behoeven te ontnemen, daar het ondenkbaar is, dat een district in zielental zoozeer zou achteruitgaan, dat het een zetel zou moeten verliezen. Verschenen is het derde nummer vau ,;S t u d i ëm en Schetsen" van prof. mr. Fabius. Naar aanleiding van het nieuwe ont- w e r p-a r m e n w o t verdedigt schrijver daarin de stelling, dat de armenzorg liefst geheel particulier moet zijn. Zelfs dc Kerk is er z.i. alleen voor wie g e en helper hebben. En de open bare armenzorg is z-i. in wezen en werking anti-c hristelijk, heidensoh. Be jammeren doet schrijver het in het ontwerp- armenwet-, dat het beginsel der armen wet, „waartegen," zegt. hij, ,,zoo principieel en krachtig van a.-r. zijde is gestreden", gehandhaafd blijft. Dat de overheid zich plotseling van alle ar menzorg onthouden zal, eischt niemand, voegt hij daaraan toe, zoo maar in begin sel de openbare armenzorg geheel wordt losgriateu cn op haar verdwijnen beslist aangestuurd. Verder is aan liet periodiek een driestar ontleend. Doze, aangaande do Grond wetscommissie, luidt; „D e S t a n d a a r d" sprak in haar nummer van 26 Maart 1.1. uit, dat, als nif n zich „van rechts haar links, bver en weer", weet te verstaan, dit lot uitkomst kan bob ben, ,,dat op de hoofdpunten do meening van rechts in het rapport komt, en dat de meening van links bij liet rapport wordt gevoegd als afzonderlijke bijlage." En dit acht het blad gewensebt. Daarom moet men „beiderzijds... tot aoeoord komen", enz.... Naar dien gedachtengang ware wellicht beter geweest, als de Regeering twee com mission had benoemd: een „van rechts" en een „van links". En nu dit niet is geschied, zou wellicht nog de gedachte zijn te over wegen, dat „rechts" en „links" afzonder lijk vergaderden, en de twee helften slechte aan het slot bijeenkwamen, om dan het stuk „van rechts" als rapport der commissie vast te stellen, en dafc „van links" als bijlage Anders kon zich voordoen, dat bij de vast stelling van eenig punt door toevallige om standigheden die „van links" in dc meer derheid waren, en men zoo een rapport kreeg, dat voor het grootste deel „van rechts" was, doch waarin een klein stukje „van links" was ingeweven. Het is ook voor de partij gemakkelijker, als door eenig uitwendig teeken duidelijk is aangegeven, wat „van rechts" komt. An ders ware vergissing denkbaar. 15de Gezoudheidscongres. De ontvangst-commissie voor het te Lei den te houden 15de Gezondheidscongres heeft zich blijkens mededeeJing in het „Tijschrift voor Sociale Hygiëne'' als volgt geconstitueerd: de heeren J. Korevaer wethouder, voorzitter; J. Pohlman, secreta ris der gezondheidscommissie, secretaris; dr. D. A. de Jong, buitengewoon hoogleer aar, en mr. A. J. Fokker, mr. P. E. Briöt en dr. C. F. T. J. Meuleman, leden, en de heer W. F. Verliey van Wijk, oud-lid van den gemeenteraad. Leeniog Zuid-Holland. Ter Provinciale Griffie van Zuid-Holland had gisteren de opening plaats van de in schrijvingsbiljetten voor de tiende serie groot f 490,000 van de leening ten laste der provincie, Zuid-Holland, krachtens besluit der Staten van 15 Juli 1902, ten bodrago van f 3,255,000. Ingesohreven was in het geheel voor 643 obligation (a f 1000) tegen koersen wisselen de van 95 tot 98.2 pet. De beslissing van Ged. Staten omtrent do gunning wordt later docr Gedoputeerde Staten aan belanghebbenden medegedeeld. De koersen worden teruggebracht tot den minsten koers, waartegen aanvaard wordt, en de toowijzing geschiedt aan dc hoogste inschrijvers on bij gelijke inschrijving ponds pondsgewijze. Mr. II. A. Lorontz. Het bestuur van de Arnhemsohe vereeni- ging „Wcssel Knoops" heeft het initiatief i genomen mr. H. A. Lorontz, die eerlang in het vaderland terug zal zijn, bij zijn terug keer te Arnhem waar hij woonachtig is te huldigen. Tot dat. doel zal zich een commissie oonstitueeren, die plannen voor do ontvangst zal ontwerpen. Sporttentoonstelling Haarlem. Naar men meldt heeft ook de heer Nic. Broekhuijsen, voorzitter van den Nederl. Korfbalbond, zich bereid verklaard in het eere-oomitó voor bovengenoemde tentoon stelling zitting te willen nemen. Prinscssedng en de school. Naar „Hot Vad," vernoemt, is gisteren liet volgende schrijven aan B. en Ws. van 's-Gravenhage toegezonden: „Geeft met verschuldigdo hoogachting te kennen de ondergeteekende, dr. F. U. Ockerse, arts, te Den Haag., dat hij zijn dochter, leerlinge der eerste klasse meisjes H. B. S bevolen had de school niet te bezoeken op Zaterdagmorgen 30 April, daar zijn nationaliteitsgevoel niet i kon dulden, dat de verjaardag van ons Prinsesjo niet op dezelfde manier weid ge vierd als gewoonte is bij de verjaardagen van de leden van het Oranje-Vorstenhuis dat hem lieden is gebleken, dat aan allo monies, dio op dien d/ur de school niet be zochten, dus ook aan zijn dochter, op bevel van Uw HoogEdelAchtbaar College een straf is opgelegd, die volgens zijn beschei den meening niet verdiend is, aangezien zij als minderjarig kind gevolg heeft gegeven aan het bevel van haar vader; dat hij meent, dat zijn vaderlijk gezag hem het reoht geeft zijn kind tehuis te hou den, wanneer hij een nationalen feestdag wensoht te vieren; dat hij uw HoogEdelAohtbaar College daarom verzoekt haar van die straf to ont slaan, haar op uw bevel door do directrice der meisjes H. B. S. opgelegd." Prins llcndrikw rein. Zooals wij reeds vroeger hebben gemeld, vertrekt Prins Hendrik Zaterdag 7 Mei naar het Nieuwediep, ten einde zich aan boord van het pantserschip „Jacob van Hoemskcrck" in te schepen voor do reis naar Noorwegen, Denemarken en Zweden. Prins Hendrik zal aldaar met den gewo nen sneltrein des morgens te 11,40 arrivee ren, waar hij door den vice-admiraal I. van den Bosch zal worden ontvangen. Van net station gaat het dan per rijtuig naar den havendijk, waar Prins Hendrik zal worden j begroet met het voorgeschreven saluut der In een rede» die het lid der Tweede Ka- toer, de heer Snoeck Henkemans, onlangs ie Amsterdam heeft gehouden, deelde deze mede, dat hem uit een gesprek met den Minister van Landbouw, enz. gebleken was, dat. de Minister er in geslaagd is om ver scheidene moelijkheden, die zelfs vrienden des Ministers zouden weerhouden haboen om met zijn plan mee te gaan, uit zijn ont- ïsrer p-z iekte verzekering te ver wijderen, zoodat van dien kant geen tegen stand meer te verwachten is. Naar aanleiding daarvan doet „De Va derlander" opmerken, dat, alvorens hét naar den Raad van State is verzonden, het wetsontwerp waarschijnlijk eerst aan de goedkeuring der rechtsche Kamerclub is onderworpen. Zulks gesohiedde, verzekert het blad, eveneens onder het ministerie- Kuyper, „dat gewond wa9 elk ontwerp van groote bcteekenis, alvorens het naar den Raad van State ging, althans vóór het de •Kamer in haar geheel bereikte, toe te zen den aan de drie Kamerclubs van rechts, om zich van de medewerking van deze vooraf te verzekeren. Deze clubs konden dan voor deze medewerking haar voorwaarden stel len, waaraan dan voldaan werd op dezelfde wijze als minister Talma thans blijkt vol daan te hebben aan de voorwaarden, die de Christelijk-historische Kamerclub heeft ge steld." Tegen deze werkwijze meent het blad te moeten opkomen, achtende haar in de hoogste mate bedenkelijk. Het oordeelt, dat deze manier van doen onze constitutioneel© instellingen ontwringt. De Kamer, de i n haar geheel controleerend lichaam moet wezen, houdt immers z. i. op zulks te sijn, want terwijl het ontwerp in de afdee- iingen wordt onderzocht, terwijl daar de beschouwingen gehouden worden, die dik wijls van zoo grooten invloed zijn geweest op den vorm, waarin een ontwerp ten slotto wet werd, is dat onderzoek van zoo goed als geen waarde, waar een groote meerder heid in de Kamer haar stem reeds vooruit aan het wetsontwerp, zooals het werd inge diend, heeft verpand. Maar er is meer, zegt het blad voorts. Door deze manier van doen wordt feitelijk de Kamermeerderheid regeerend lichaam en brengt de rechterzijde ons, o spel des toevals, tot de verst gedreven, nog wel door haar veroordeelde, volkssou- yereiniteit. De minister der Kroon is voor de ontwerpen, die hij bij de Staten-Gene- raal indient, natuurlijk in de eerste plaats aan haar verantwoording verschuldigd <-n niemand behoort deze ontwerpen te zien, veel minder te beoordeelen, dan het lichaam, dat de Kroon van advies moet dienen, n.l. de Raad van State. Een fiat van een Ka mermeerderheid voor een ontwerp verkre gen vóórdat do Kroon haar toestemming tot indiening bij de Staten-Generaal gaf, as in strijd met de allereerste beginselen van onze constitutie. Dat eindelijk het reglement van orde, waarin de Kamer haar werkwijze heeft be paald, bij deze methode van regeeren scheurpapier wordt, behoeft andermaal geen betoog. Dit reglement van orde gaat toch uit van de constitutioneele gedachte, rdat alle bij de Staten-Generaal ingediende ontwerpen voor alle partijen gelijkelijk nieuw zijn. "Wij zien in dit alles natuurlijk niet een opzettelijk schenden van onze constitutio neele instellingen. Wij begrijpen zeer goed, dat de oorsprong van de fout ligt in de schier ondoenlijke taak, om met zoo hete rogene elementen, als de coalitie bevat, met name op sociaal gebied, iets vot stand te brengen, maar wij komen toch met den mcosten nadruk op tegen deze v e r- keerde w e r lc w ij z e. Wij zijn den heer Snoeck Henkemans dankbaar, dat hij door zijn uiting nog eens op die werkwijze de aandacht heeft geves tigd, al zal zulks wellicht niet in zijn bedoe ling hebben gelegen. Op een anti-revolutionair ge meente progra m dringt de I „Niouwe P rovincïale Gronin- j g e r Courant" aan, als hoe langer j hoe meer noodig wordende. 43i Want nu was het Irma, die van den eenen kant naar den anderen keek, tracn- tend den gelen sluier te doordringen, en die haar ooren tot het uiterste inspande of ze ook iemand hoorde naderen, doch tever geefs, aangezien zij niets hoorde als het ge klop van haar eigen hart. Zij was bepaald heelemaal alleen met dien caden schavuit in den mist; ze was evenzeer aan zijn ge nade overgeleverd als een reiziger aan die van de struikroovers op een eenzamen land weg. Zij stak haar hand in haar zak, gaf hem haar beurs alsof hij er recht op had. Hij pakte deze aan en zei nu al op ruwen toon: „Nu uw mantel en ik moet je vragen om vlug te zijn Ik wil niet bij mijn werk ge stoord worden." Irma wierp hem een blik toe vol weerzin en angst. Ondanks zijn grijzen baard, zag hij er niet zwak uit, maar zij was ook niet zwa-k. Een ondeelbaar oogenblik kwam de ge dachte van tegenstand in haar op. Maar toen zag zij zijn gezicht weer-voor zich en merkte zij, dat hij zijn handen tot vuisten balde. Met trillende vingers begon zij haar mantel los te maken en voelde onmiddellijk, dat zij daarbij ruw geholpen werd. In een oogenblik had hij hem uitgetrokken. De grijze roover had zich intusschen al meester gemaakt van haai* mof. „Nu je horloge 1" „Het is maar een zilveren 1" zei Irma. Het uitsluitingssysteem der liberalen heeft ten gevolge gehad, dat wij ons bin nen eigen kring terugtrokken. De leiding van het publieke leven hadden de libera len. Wij vochten voor eigen zaak, onze scholen, onze vereenigingen. Meer dan de gemeentelijke politiek trok ons de algemee- ne politiek aan. Daar vorderden wij onder eminente leiding met den dag. Daar zege vierde straks de vaan van het recht. Op on ze vergaderingen werd de gemeentelijke po litiek slechte zelden besproken. De alge meen© politiek vroeg daar alle aandacht. En op de groote beginselen werd daar voor namelijk gelet. Maar deze politieke opvoeding sterkte on ze kracht ook in het gemeentelijk leven, en aldra gelukte het op verschillende plaatsen onze mannen in den Raad te brengen. Welke plaats moesten zij daar innemen? Maar al te veel werd de Raad beschouwd als een lichaam, dat gelijk staat met de volksvertegenwoordiging. Ook in den Raad moesten onze beginselen worden verdedigd. Protest moest daar aangeteekend tegen en kele sterksprekende uitingen van vrijzinnig regime. Als onze mannen in den Raad kwamen, dan ontdekten ze aldra, dat die Raad een bestuurslichaam is. Dat mee besturen de eerste taak der leden is en dat er voor het uitkomen voor zijn beginselent zooals men dat steeds voor oogen had gehad, zich niet zoo vaak een goede gelegenheid aanbood. Dit wekte dan bij de anti-revolutionairen in de gemeente teleurstelling, straks ont stemming. En men hoorde de klacht: wat geeft het, of onze mannen in den Raad zitten. De Raad is een bestuurscollege; het lid maatschap van den Raad eischt studie, die niet mag; nagelaten worden. Dit is te meer waar, omdat dc bcteeke nis van het gemeentcbestdur voor het maat schappelijk leven steeds grooter wordt. Nieuwe gedachten banen zich een weg. Nieuwe eischen worden gehoord, waarvan onze liberale bestuurders in vroeger dagen zelfs niet droomden. En voor zoover deze nieuwe eischen liggen in de revolutionaire lijn, is er bij het liberalisme, dat zelf op die lijn ligt, ook geen verweer. Langzaam drijft het mee af. Tegen het staatssocalis- rae en de sociaal-democratie is zijn wapen rusting niet bestand. De revolutionaire gemeente-politiek kan alleen bestreden worden door een politiek, die in beginsel lijnrecht tegenover de re volutie staat en die in eigen grondslag de kracht heeft om het organische volksleven te behoeden voor revolutionair geweld. "Vooral in ons gewest neemt het libera lisme, dat ccds den toon aangaf, ziender- oogen in be teekenis af. De sociaal-democratie moge in het cijfer niet vooruitgaan, de geest van dc sociaal democratie wint veld. En men ziet, tegen over het sporadisch verschijnsel, dat de li beralen zich trachten te verstaan met het Christelijk volksdeel, al meer de neiging zich openbaren om door een verdrag met den socialistischen geest een dam op te werpen tegen den wassenden invloed van de Christelijke beginselen. Naar aanleiding van de uitkomsten der jongste volkstelling vestigt „Het Huisgezin" de aandacht op de o n- o v e n r ed i g li e i d, die in den loop der jaren ontstaan is bij do vertegen woordiging der verschillende p r o- vincies in de State n-G e n e r a a J. Zco is bijv. Friesland door vier afgevaar digden in de Eerste Kamer vertegenwoor digd en Overijsel, dat ruim 20,000 inwoners meer telt, door drie. En in overeenstemming hiermede zendt Friesland acht afgevaardig den naar de Tweede Kamer ©n Overijsel slechts zeven. Evenmin acht het blad het :n den haak, dat Zuid-Holland met een bevol king nagenoeg viermaal zoo talrijk als dio van Friesland, maar twee en een halven keer zooveel vertegenwoordigers in het Par lement heeft. Verwacht mag, naar de mee ning van het blad, dan ook worden, dat wanneer we aan Grondwetsherziening en Kicsrechtherzienipg toe komen, ook dit punt onder de oogen zal worden gezien. Krijgt men bij de nieuwe Kieswet. even- Het gouden horloge, dat zij uit Weenen had meegebracht, was al lang verdwenen om een gat te stoppen in de huishoudbeurs. „Hier er mee, zeg ik je!" Zij rukte aan den ketting, maar terwijl zij dat deed, hief zij haar hoofd ineens weer op. "Was het verbeelding of hoorde zij werkelijk het rliythmische gedons van na- derendo schreden achter het mistgordijn? Een blik in het gezicht van den roover ver schafte haar zekerheid en met die zekerheid kwam haar moed onmiddellijk weer n:.ar boven. Met een halve schrede achteruit verhief zij haar stem, gillend met al de kracht ha- rer jonge longen, doch slechts eenmaal, want het tweede „help werd onderdrukt door een ruwe hand op haar mond. Maar haar ooren waren niet dicht; en met behulp daarvan was zij er even zeker van, dat er hulp in aantocht was als dat zij de woeden de vloeken hoorde, dia hij uitte. „Waar? Waar? Ik kom, ik kom!" hoorde zij een mannenstem roepen en dat geluid gaf haar een nieuw gevoel van kracht tot weer stand. Zij worstelde nu wanhopig, terwijl zij het horloge, dat de man haar met zijn linkerhand trachtte te ontrukken, nog steeds vasthield. Zij dacht er ernstig over om te bijten in de vingers, die haar mond dicht hielden, maar het was haar niet mo gelijk. Opeens werd zijn hand weggenomen; zij hoorde hem nog eenmaal vree sol ijk vloe ken, merkte, dat hij n<*g eens, doch zonder succes aan haar horloge rukte en toen doemde er opeens een onnatuurlijk lange gestalte vlak naast haar uit den grond op, terwijl de grijs gebaarde struikroover op dezelfde geheimzinnige wijze verdween. Hij gend en trillend liet Irma zich tegen den beschermenden arm aanvallen,. „Is hij weg? Welken kant uit?" Haar redder nijgde naai* rijn adem, zooals iemand doet, die hard geloopen heeft. „Ik zal hem nog wel inhalen 1" Maar zoodra hij eenige beweging maakte, klemde Irma zich krampachtig aan hem vast. „Laat me als 't u belieft niet alleen", smeekte zij met de openhartigheid van den doodsangst. „Laat hem maar gaan, dat doet er niet toe, maar ik kan niet alleen blij ven i" „Heel goed, dan zal ik hier blijven, wees maar niet bang, Fraulein Hartmann, hij zal u niet meer aanraken." Zij keek naar het gezicht, dat zich over haar heenboog, en merkt© opeens, dat bet de heer Denholm was, aan wiens arm rij zich vastklampte. Die ontdekking maakte geen bijzonderen indruk op haar. Zij was op dat oogenblik nog te zeer opgewonden, om zich over iets, wat ook, te verbazen. „Den Hemel zij dank", mompelde zij, „u is juist bijtijds gekomen." Zij klappertandde terwijl zij sprak. Zod der het te v--ten, dat hij dit deed, legde hij zijn hand op de trillende vingers, die zich aan zijn mouw vastklampten. Het leek de meest voor de hand liggende wijze om haar gerust te stellen. „Ben ik bijtijds gekomen? Het hoeft er niet den schijn van. Wat rilt uGoede he mel, is uw mantel weg? Heeft die scha vuit..." Een ondeelbaar oogenblik scheen het idee om den dief te achtervolgen in hem op te komen, maar het werd onmiddel lijk als hopeloos opgegeven. „Wacht een oogenblik, juffrouw Hart mann 1" Hij maakte niet zonder eenig zacht geweld haar vingers van zijn arm los, trok zijn overjas uit en hield baar dien voor. „Wat beteekent dat?" vroeg zij verbaasd. „Dat beteekent, dat u haar aan moet trekken." Zij keek van hem naar de jas en terug. „Maar dat kan ik toch niet doen." „U kunt het wel en u moet het. Hot is zeer zeker heel wat beter dan om in die dunne japon naar huis te loopen." „Maar u dan?" „Ik heb een dikke jas aan; het zal mij geen kwaad doen." „Maar het zal zoo mal staan", zei Irma, en die opmerking was een. zeer goed bewijs, dat haar zelfbeheersching begon terug t© komen. „Het zal in het geheel niet staan, want niemand zal het zien, wij zijn vandaag slechts schimmen voor elkaar en het be gint daarenboven al donker tc worden. U kunt toch niet meenen, dat uw ij delheid er de voorkeur aan geeft om u aan het ge vaar bloot te stellen van een geduchte ver koudheid boven het dragen van een klee- dingstuk, dat niet flatteert? Is u van plan om mij nog langer te laten wachten, juf frouw Hartmann?" Tegenover dien koelen en bijna streng be velenden toon voelde Irma, dat zij volmaakt hulpeloos was. Zonder meer iets te zeggen en zelfs met iets, dat op een zucht van vol doening leek, trok zij de jas aan, die nog lauw-warm was door de aanraking met een ander menschelijk lichaam. Daar was warm te, daar was veiligheid. Er was ook veel meer ruimte, dan zij noodig had, want de kraag reikte haar tot over haar ooren en de mouwen tot aan haar vingertoppen, ter wijl op rij van elk harer schouders de jas stijf uitstond. J in de haven liggende oorlogsschepen en met de verdere Vorstelijke honneurs. Ten huize van den vice admiraal wordt vervolgens de lunch gebruikt. Te hal ft wee begeeft Z. K. H zich naar boord van de ..Heemskerck", waarna dit schip onmiddel lijk de reis zal aanvaarden. Utrecht. Gistermiddag heeft prot. Hubrecht bij zijn aanvaarding van het bui t enge woon hoogleeraarschap een rede ge. houden over de „plaats der vergelijkende embryologie in het hooger onderwijs". Decs redo was geen intree rede in den gewonen zin; en prof. Hubrecht heeft daaraan zelf ook herinnerd en wel in ongeveer de vol gende bewoordingen: „Nu het mij door velen in ernstige over weging zegeven werd nogmaals een „intréeu rede" te houden, zag ik mij daardoor de mogelijkheid geboden om een schijnbar© degradatie van ordinarius tot extraordina rius, die sedert 1636 aan deze universiteit ni fallor nog niet is voorgekomen, toe te licli- I ten on tevens openlijk voor haar mijn dank te betuigen. I Immers bedoelde degradatie heeft mij al lerminst als een bedreiging ia de ooren go- klonken, noch ook als een straf bezwaard. Zij werd mij verleend op aanyr^ g mijner zijds; haar spoedige bcklinking geeft mij des t© langer gelegenheid uitsluitend dat gene na te streven wat sinds mijn komst aan do Utrechtsche universiteit gaandeweg mijn levensdoel geworden is." Amsterdam. Bevorderd is op proef schrift de heer J. W. v. d. Valk, geboren te Amsterdam. Bij Kon. bosluit b benoemd tot ridder in do orde van Oranjc-Nassau F. L. Ahsmann, hoofd eener bijzondere soliool to Utrecht; aan M. van Garderen, gemeenteveldwach ter te Weesperkarspcl, dc eerc-medaille der orde van Oranje-Nassau in brons toegekend; te rekonen van 1 April 1910 aan mr. A. J. Hildebrandt, naar aanleiding van zijn benoeming tot adjunct-commies bij hei- dep. van Landbouw, Nijverheid en Handel, eervol ontslag verieond als adjunct-commies bij den Raad van Toezicht op dc Spoorweg diensten bepaald dat do notarisplaats te Enkhui zen, opgevallen door do verplaatsing van P. Frijlinck, niet zal worden vervuld; aan den luit. ter zee 2o kl. J. Veld kamp op zijn verzoek mot 1 Mei 1910 eervol ontslag uit den zeedienst verleend. Bij Kon. besluit zijn de volgende jaar- lijksche pensioenen vorleond: Oh. E. Jii- niohe, f331; N. Kamp f26; N. Abramaen, f859; J. Nijd eken f409; mr. J. Vosmacr, f2200; mr. A. E. J. Nijeingh, f2200. Examens voor machinisten. Do oommissio voor do machinisten- examens, bedoeld in art. 8 der Schippers- wet („Stbld." 1907, No. 2-11), zal overeen komstig de bepalingen vervat in het regle ment voor de machinisten-examens, en het sleepvaartreglement, aanvangende 24 Mei a.s., zitting houden te Utrecht. Do aanvragen om tot die examens tc wor den toegelaten moeten den voorzitter dor oommissio vóór 14 Mei bereikt bobben. In do aanvraag moet worden vermelddo vaart en het diploma waarvoor men examen wenscht af te leggen; woonplaats en laatste' werkkring. Verdere bijzonderheden geoft de „St.-Ct." No. 102. Technische Hoogeschool. De voorzitter van do afdeeling der weg- en waterbouwkunde van de Technische Hooge school maakt bekend, dat zij die wenschen deel te nemen aan het ingenieurB-examen voor oiviel-ingonicur, dat zal worden afge nomen in Juni on Juli 1910, zich hiervoor schriftelijk hebben aan tc melden bij den secretaris der afdeeling, professor G. JL de Vries Broekman, vóór 15 Mei 1910. „O, wat moet ik er mal uitzien, maar in elk geval zal ik nu mijn mof niet missen i" De lach, die haar ontsnapte, was als me dicijn voor haar geschokte zenuwen. „Is u er wel zeker van, dat u geen kou zult vatten?" „Absoluut zeker. En nu geloof ik, dat het beter is, als wij ons op het pad begeven. Ik zou wel eens willen weten in welke rich ting Brompton-Road rich bevindt." „Gaat u dan ook naar Brompt©n-Road?" „Ja, en het zou de zaak veel vereenvou digen als u mijn arm aannaamt. Dat is dc eenige wijze om elkaar niot te verliezen." Irma gehoorzaamde, nog een beetje ver suft, terwijl Vincent nog een oogenblik zijn oogen en ooren tot het uiterste inspande. „We zijn heelemaal niet in de richting van Albert Gate" bij gaf natuurlijk de voor keur aan een grootere afzondering. „Nu, wq kunnen niets doen dan op goed geluk voort loopen en er het beste van hopen. Zij liepen heel voorzichtig voort. „Hoe gelukkig, dat u ook juist in het park was", iei Irma zonder eenige bijge dachten, geheel vervuld van het feit, dat zij gered was. „Heel gelukkig. Ik volgde u; ik bedoel,- dat ik toevallig achter u liep toen u den Marble Arch bereikte ik meende toent dat het geraden was om u niet uit het oog te verliezen. Men hoort bij dit weer van zoo veel ongelukken. Maar de mist versloeg mij. Ik merkte zelfs niet eens, dat u ccn gids hadt. Het was ontzettend onvoorzichtig; als u me toestaat om dat te zeggen", voegde hij er bij. „Maar er blijkt duidelijk uit, dat u Londen nog niet kent", -r (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 9