Anekdoten. Goede oplossingen ontvangen van: Ingezonden door „Kleine Zeeofficier'*. Moeder (tot Anna): „Wel, Anna, wat moet je later worden?" Anna: „Schooljuffrouw", Moe. Moeder: „Ja maar, dan moet je ook veel leeren en veel onthouden." Anna: „O, Moe, dat kan ik wel, want als u vandaag zegt, morgen krijg je een appel, dan zal ik het u wel helpen onthouden." Ingezonden door „Aronskelk". Rekenen. Meester: „Hoeveel is 20 min 20?" Jan zwijgt. Meester: „Als je 20 centen in je zak hebt en je verliest ze, wat heb je dan in je zak Jan (vlug): „Een gat, meester 1" Welberekend. „Karei geef je zusje de helft van je ap pel 1 Je weet toch wel, dat gedeelde vreug de is dubbele vreugde?" „Ja, maar een gedeelde appel is toch geen dubbele appel 1" Ingezonden door W. Lindeman, OpschooL Meester: „Wat is de helft van een.derde?" Keesje: „Precies kan ik het u niet zeg gen, maar veel is het niet," Doof. Boerin (die een telegram heeft opgegeven voor haar dochter tot den telegrafist) „Ge mot as t'oe blieft een beetje hard tel- iegraafeere, mien Anneke is een beetje deuf". Ingezonden door „Silvia", Vergissing. „Hier rijn de eieren voor uw pudding, juffrouw." „Leg ze maar op de tafel, hoor.' „Neem me niet kwalijk, juffrouw, ik. ben geen kip." „Ik ben kruideniersbediende".; Ingezonden door „Vivia". Elsje: „Waarom huil je_ Marietje?" Marietje: „Mijn glas melk is omgevallen. Elsje: „Maai" daar behoef je niet om te huilen, wij hebben nog een koe vol op stal. Oplossingen der Raadsels. i. Paradijsvogels n. Tiengemeten. HL Holle vaten klinken het meest. IV. Dik Trom. V, Vlootvoogd. Cato Vallentgoed; Wilhelmina" „Mig non"; M. en J. Susan; Jacoba Schneider; „Treesia"; Marie en Neeltje Boshoven; Jan en Pieter Vallentgoed; „Marietta"; „Bloemenfee" „Asschepoetster" Willem Buurman; Anna de l'Ecluse; „de duifjes"; „de drie zusjes"; „klein naaistertje"; „de ferme jongen"; „Lijstertje"; Frans en Anna Kriek; Adriaan Verra; Hendrik van Zanten; M. de Vrind; M. Kouwenberg; Hendrik de Jong; Abraham van Rosmalen; Cato de Wilde; „Sneeuwwitje"; „kleine zee-officier"; Nelly Brugman; „de kleine officier"; „Gouden ster"; „Silvia"; „Bastiaan"„Matroos"; „Pinksterbloem"; „Meikers"; „kruidje-roer-me-niet" Betsie van Wijk; „Aronskelk"; „Vergeet-mij- niet"; „kastanjebloesem C. L. Janssen; Margaretha van Meygaarden; „de oudste"; C. E. de Vlieger; „Emma"; Gerard en Betsie Righart van Gelder; Trijntje Zeil- stra; „Vera"; „Goudfazant"; Jacoba Schneider; „Sneeuwklokje"; „Edelweiss"; „Dwergroosje"; „Boschanemoon"; „Nach tegaal"; „Brunette"; „de wilde zuring"; Anton van Weeren; Martinus Jansen; Lien- tje en Izak Siere„de zeeman" „Wilhel mus"; „Tromp"; „kleine sportman"; Jo- han Overduin; Jan van Weizen. „Wilde Bob"; Willem Lindeman; „Hemelroosje"; „Pioenroos"; Pieter de Goederen; Betsy ChristiaanseCatharina Houps; „het bloeiende Roosje"; Jacobus Koet; „Gou den Regen"; „Heliotrope"; „Wassenaar van Obdam"; Johanna v. cl. Berg; J. L. van Klinken; Christina v. d. Reyden; Jeanne"t e L e i d e n. „Slagertje"; te Bodegraven. D. Stafleu te Leiderdorp. „Klein maar dapper"; „Blauwoogje" Neeltje, Johanna en Jannie Timmers, t e Oegstgeest. Gijsje van der Mey; Jacoba Verbree te R ij n s b u r g. Cor Honig; Ludia Pompe van Meerder- voortte Voorschoten. Jannetje Zwaan; „de kleine officier" te Valkenburg. Trijntje Kriege; Hendrik Binnendijk te Wassenaar. Margjo van Donk; Cornells Hulsbos; Betje Hulsboe; Johanna P'arlevliet; Aartje Parlevliot te Zoefcerwoude. Prijzen vielen ten deel aan: M. en J. Su san en Jacoba SchneideF te Leiden. Correspondentie. Cato Vallentgoed. Ja meisje, ik heb den Juliana-dag met mijn beide meisjes gevierd. Des middags zijn we naar de ver sieringen wozen kijken, die van gemeente wegen overal waren aangebracht. Vooral de hofvijver met zijn versierde gondels was prachtigDes avonds zijn we de stad nog eens rond gereden en naar de illuminatie wezen kijken. Het ging er in ons Haagje vroolijk naar toe, dat verzeker ik je. Met het verkoopen van de Juliana-bloem is het bier prachtig gegaan. Ik ben zeor nieuws gierig om de juiste totaal-opbrengst w vernemen, me dunkt, dat het geen kleinig heid zal zijn. Ik hoor van ruim f 8000. „K rui dj e-roe r-m e-n i e t en „Meikers" feliciteer ik met haar moe ders verjaardag en hoop, dat 2» dien dag nog menigmaal in gezondheid zullen mogen beloven. „T r e e s i a". Zeker wil ik je zoo noe men, nieuw raadselvriendinnetje. Ik vind het heel aardig, dat je het voorbeeld van sommige vriendinnetjes wilt volgen en met ons meedoen. Ik hoop je spoedig nader te zullen leeren kennen. „J u 1 i a n a b 1 o e m." Tegen je schuil naam heb ik geen bezwaar, meisje, mits je er maar aan denkt je briefjes steeds met je waren en je schuilnaam te onderteeke nen. Annie de l'Ecluse. Nu meisje, jij hebt alle reden tot tevredenheid want ik vind dat je met je verjaardag veel mooie cadeaux gekregen hebt. „Mig non." Ja meisje, het was heel jammer, dat er niet voldoende Juliana- bloemen gefabriceerd waren; in bijna alle steden kwam men er te kort. „Wilhelmina." Ja meisje er zijn in Den Haag bloempjes verkocht voor f 2,50 en meer. Ook te Rotterdam hebben som mige bloempjes f 10 opgebracht 1 Aardig voor je, dat je vijftig stuks verkocht hebt. W i 1 le m F. Buurman. Als je ziek bent, wil ik je potloodbriefjes gaarne voor lief nemen vriendje want met den inktpot kan men op bed slecht tereoht Gelukkig voor je, dat je al een beetje opknapt en lust krijgt eens iets te cloen. Ik hoop van harte, dat ons blaadje je een prettige af leiding zal geven cn wenscb je een spoedig herstel. „E m m a." Ik begrijp wel meisjelief, -lat je mij niet altijd wat te schrijven hebt, en zal me af en toe gaarne tevreden stellen met de ontvangst van oplossingen en nieuwe bijdragen. „A 8sohepoetate r." Heb je heuecl^ zoo'n moeite gehad met het eerste en laat ste raadsel? Dat verwondert me heusoh, want ik ontving toch vele goede oplossingen. Je zult het echter met me eens zijn, dat er weinig aardigheid aan is, als de opgaven zoo heel gemakkelijk zijn. Margaretha van Meijgaar- den. Het 9pijt me, niet aan je verzoek te kunnen voldoen meisje; doch het is mij on mogelijk over ingezonden raadsels of aneo- doten te correapondeeren. De kinderen moeten afwachten of hun bijdragen hl ot niet geplaatst worden, doch mogen intus- schen steeds nieuwe inzenden. Hoe meer ie, inzendt, des te meer kans heb je natuurlijk, dat er iete geschikst bij is. „Aronskelk." Ja mesje, de bloe- menverkoopsters hebben praohtig weer ge troffen; er rustte bb'jkbaar zegen, op haar liefdadig werk; en het oranje-zonnetje stemde iedereen blijmoedig. Wat zal het den dag op Het Loo een vreugde geweest zijn 1 In mijn gedachten vertoefde ik bij onze geliefde Koningin en Haar jarig Dochtertje. Wie had ooit kunnen denken, dat het Nederlandsche volk nog; eens zulk een heerlijken nationalen feest dag gevierd zou hebben als den verjaardag van een Kroonprinses! ,.C an dalari a," Als je nog altijd onder een schuilnaam aan ons blhadje wilt medewerken moet je er steeds aan denken dien onder je briefjes te vemelden, anders zou ik 't wel eens kunnen vergeten, meisje. Wat aardig, dat jullie in den tuin een koe peltje gemaakt hebtl Als het nu maar spoedig mooi weer wordt. „Bastiaan." Welzoo vriendje, ben jo tot een hoogere klasse bevorderd geworden? Nu, dat is heerlijk voor je 1 Waren je ouders tevreden? Je gaat nu zeker weer met nieu- wen moed aan het werk, is het niet? „Sylvia." Welzoo meisje, ga jij de huishouding leeren om daarna je moeder behulpzaam te zijn? Dat vind ik nu eens heel flink en degelijk. Er worden helaas veel te weinig meisjes voor degelijke huis houdsters opgeleid. De meesten gaan na volbrachten leertijd, onderwijzeres, kantoor klerk enz. worden. Ten slotte zullen de jon gens nog in de huishouding moeten gaan I A d r. Verra. Ja vriendje, je moogt wel met ons meedoen, nis je dat zoo gaarne wilt; maar jo moet er vooral voor zorgen, dat je werk er netjes uitziet^ „Lijstert j e." Als je moeder je zóó gedoopt heeft, zal je zeker wel een vroo lijk meisje zijn. Ik houd ook van kinderen, die gaarne zingen. Trijntje Kriege te Wasse naar. Het postpapier, dat je voor je ver jaardag kreeg, vind ik heel mooi en hoop er menig briefje van te ontvangen. J annieTimmers, te Oegstgeest. J a meisje, je briefjes komen steeds in mijn be-< zit, doch de inhoud geeft mij zelden aanlei ding tot correspondentie. „Klein maar dapper". Als je nog? nooit te voren vuurwerk gezien hadt, kan ik me voorstellen, hoe verbaasd je was. Het doet me pleizier, dat je Zaterdag zoo ge noten hebt. „Bloeiende roosje". Ja meisje, je moogt steeds zooveel raadsels inzenden als je wilt, mits je maar geduld hebt met de plaatsing. „W i 1de B o b." Je vrees is ongegrond, vriend, hoe meer je inzendt, des te meer kans heb je, dat er iets geschikts bij is. Vriendelijke groeten. MARIE VAN AMSTEL.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 18