No. 15393. LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag* 2*7 April. Tweede Blad. Anno 1910, Kunst, letteren, enz. Buitenlandseh Overzicht. FEUILLETON. Irma Hardisig*. Yan Botrel de Bretonsclie zanger, die in nns land vertoeft en zingende met zijn vrouw voor volle zalen optreedt, herinne ren we ons een liedje door Pisuisse inder tijd gezongen, een van de mooiste num mers van Pisuisse's program. Hier in Lei den was veel animo voor de zangavonden yan Pisuisse. Krijgen we Botrel ook in Leiden? Yan hem lezen we in „De Nieuwe Cou rant": „Wie die van de chanson houdt, kent Botrel niet? Den smidsjongen uit Bretanje, die van spoorwegambtenaar liedjeezanger werd op de Butte Montmartre zich stormen derhand een kring hartstochtelijke bewonde raars veroverend, omdat naast de vooze cn vunze decadentie van het cabaret z ij n eenvoud en ernst zoo weldadig aandeden? Den Bretonschen bard, den man van „La bonne chanson V' Zaterdagavond is hij in Den Haag opge treden en we geloovenp dat er wel niemand in de zaal ongevoelig bleef voor de innige charme dier mooie, lieve Bretonsche sagen en volksliedjes met zijn klankvolle, diep- aansprekende stem voorgedragen. Chan sons en sabots; chansons des clochers; coups de clairon; het mooiste en het beste van het uitgebreid répertoire." Op de „Arti-tentoonstelling is van den, schilder Kamerlingh Onnes het portret van den hoogleeraar van dezen naam geëxpo seerd. Wettel ij ke besoherming van Monumenten. De vergadering van den Oudheidkundigen Bond heeft in „Pulchri Studio" te 's-Gra- Venhago plaats gehad ter bespreking van het rapport uitgebracht door de commissie uit genoemden bond, belast met de voorbe reiding van een wettelijke regeling tot be houd van monumenten. Het rapport werd uiteengezet dc*.r de heeren jhr. mr. Yictor de Stuers, mr. S. Gratama, prof. dr. C. W. Yollgraff, Kalff en Berlage. Ten slotte werd de volgende motie aange nomen met algemeene stemmen: „De buitengewone vergadering van den NederL Oudheidkundigen Bond, bijge woond door vertegenwoordigers van tal van vereenigingen ter bevordering van de bouw en schilderkunst der oudheidkunde en ge schiedenis, van tourisme en vreemdelingen verkeer en door een groot aantal belang stellenden; gehoord de uiteenzetting door de heeren De Stuers, Gratama, Vollgraff, Kalff en Berlage gegeven van de voorstellen belichaamd in het vanwege den Oudheidkun digen Bond uitgebracht rapport inzake wet telijke besoherming van monumenten van geschiedenis en kunst, betuigt haar instem ming met het streven naar zoodanige rege ling en verzoekt rfe-t bestuur van den Oud heidkundigen Bond, om bij de R'egeering krachtig aan te dringen op het spoedig ontwerpen van een wet, in overeenstem ming met de hoofdbeginselen, in bovenge noemd rapport aangewezen.'' De voorzitter, mr. dr. J. 0. Overvoorde, na zijn voldoening over de aanneming te heb ben uitgesproken, maakte nog molding van de aanwezigheid van den heer J. A. Royer, administrateur aan het departement van binncnlandsche zaken, die c.q. zal geroepen fzijn, een wetsontwerp ter bescherming van monumenten mede gereed to maken. Het blijk van belangstelling dat hij geeft, is dus eeer verblijdend. S t.-R adboudstichtin g. Te Utrecht bobben, naar de kath, bladen melden, curatoren der St-Radboudstickting vergaderd, ten einde zich als college te con- etitueeren door uit hun midden een voor zitter en secretaris te benoemen. De curatoren, wier namen zijn: Mr. H. J. J. van den Biesen van Mierlo, advocaat en procureur te Breda; dr. W. A. Boekelman te Utrecht; jhr. mr. O. F. A M. van Nis- pen tot Sevenaer, lid der Tweede Kanvr der Staten-Generaal, te Nijmegen; jhr. mr. V. E. L. de Stuers, lid der Tweede Kamer der Staten-Generaal te 's-Gravenhage en jhr. mr. G. L. M. H. Ruys de Beerenbrouck commissaris der Koningin in Limburg, kozen tot voorzitter Z.Excelh jhr. mr. G. L. M. H. Ruys de Beerenbrouck en tot secretaris dr. W. A. Boekelman. „De Holland-Expres" wat een onpret tige naam toch voor een Hollandsch tijd schrift legt getuigenis af door haar ver anderden inhoud van de verandering van redacteur. Eline Hare-, de bekwame 'schrijf ster is er aan het woord in haar schets: „Idyllisch Londen". Yan de Brusselsche tentoonstelling vertelt in een praatje vooraf de heer Goddard. De fields of Holland worden natuurlijk in deze aflevering besproken; bij mooie photo's van bloemen-zeeën. Met een kleine motorboot maken we een tochtje mee en het voordeel van zoo'n luxe vaartuigje wordt betoogd. Uitgave: Oppert 97, Rotterdam. „Het Leven" brengt een portret van AmaJia de Groot, met het nieuwtje, dat deze jonge actrice van Yerkade's naar Royaards' gezelschap is overgegaan. S t.-L u c a s. Zondag is in het Stedelijk Museum te Amsterdam de jaarlijksche tentoon stelling van St.-Lucas geopend. Zij is groo- ter dan ooit te voren: pL min. 750 num mers die in negen zalen de eene hoek- zaal en de kabinetten waren niet beschik baar het niet eens te ruim hebben. N.V. „Het Tooneel" in België. Door het groot succes, dat de eerste voor stellingen, van „Adam in Ballingschap" m België hadden, heeft de N.V. „Het Too- need" een rondreis van 16 dagen door België kunnen in elkaar zetten. Er zullen alleen, voorstellingen van „Adam in Ballingschap" en „Elckerlyc" gegeven worden. In do volgende steden heeft een voorstol ling plaats: Antwerpen, Brussel, Gent, Dendermonde, Oostende, Brugge, Yeurnc, Yperen Thielt, Leuven, St.-Truiden, Ton geren, Lier en Mechelen. Björnson. d* De reus is geveld. Al lang werd de doodsT tijding voorzien, vernamen we de schom melingen, welke de ziekte onder-ging. Be terschap heette nog lang mogelijk. Het Noorsche Telegrambureau meldt nu dat Bjürnstjeme Björnson gisteravond te Parijs is gestorven. Björnson was 8 Dec. 1832 in de pastori? te Oesterdal geboren en heeft dus den leef tijd van 77 jaar bereikt. Vooral als tooncel- schrijvcr cn als theater-leider heeft hij groo- ten naam gemaakt. In 1857 schouwburg-di recteur te Bergen, zien wij hem I8r>0—'63 zwerven in Italië, Duitschland en Frankrijk. Na zijn terugkeer in zijn vaderland kende het Storthing hem een dichter-jaargeld van 1800 kronen toe, een eer voor welke Björn son eenige jaren later bedankte omdat Kiel- land haar geweigerd werd. Yan 1565 tot 1867 had Björnson dc leiding van den schouwburg in Christiania, waarna (1S73) zijn tweede reis naar Duitschland en Rome volgde. In 1875 vestigde hij zich op een landgoed in Gudbrandsdal, waar hij sedert gewoond heeft wanneer hij niet in het buitcnlan-l vertoefde. De laatste jaren zag men den grijzen dichter veel in Parijs. Daar heeft thans ook zijn sterfbed gestaan. Björnson's werken vallen in hoofdzaak te onderscheiden in twee episoden, waarvan de overgang omstreeks 1874 valt. De eerste: de romantiscli-religieuze, uit welk tijdperk verschillende historische drama's cn o.a. het blijspel „De Jonggehuwden" en het epos „Arnljot Gelline" stammen De tweede, se dert 1874: een realistisch-critische periode, met o.a. ..Een Faillissement", ,,De Redac teur", .,De Koning", „Leonardo", „Een Handschoen", „Boven onze kracht", enz., o.a. het blijspel: „Als de jolige wijn bloeit", hetwelk we onlangs hier mochten zien en waarvan de indruk nog versch in herinne ring ligt. Wij ontvingen heden tar recensie: „Gids voor Amersfoort" Uitg. Yereenig. tot Bevordering Vreemdelingenverkeer. „Brussel en haar Voorsteden". Uitg. J. E. v. d. Yen, Baarn. Joh. G. v. Beukenslot Jr.„Het Rijk der Wolken". Uitg. Hollandia-Drukkerij, Baarn. Gemeenteraad van Voorschoten* Gisteravond te half acht kwam do Raad dezer gemeente in openbare vergadering hijeen. Voorzitter: de burgemeester, de heer E. Yernëde. Afwezig met kennisgeving is de heer J. Steeneveld, wegens ongesteldheid. De potuien der twee laatste vergaderin gen worden gelezen en onveranderd vast gesteld. Ingekomen zijn: lo. Missives van Gedop. Staten, houdende goedkeuring van Raads besluiten, waaronder de ondersliandsche aanbesteding tot het maken van den water toren aan do firma voorheen Van Waning en Co., te Rotterdam; 2o. verzoek van W. van Hemsbergen, om verlof tot den ver koop van alcoholhoudenden, anderen dan sterken drank, in de localiteit Voorstraat A 181. Adressant, is er reeds op gewezen, dat dit verzoekschrift behoorde gericht te zijn tot het college van B. en Ws. en niet tot den Raad Al deze stukken worden, voor kennisge ving aangenomen. B. en Ws. stellen vervolgens voor de be grooting, dienst 1909, te verhoogen met het bedrag van f 181.35. Aangenomen. Aan de orde is nu het punt: Voorstel In zake vermindering van het maximum aan tal vergunningen. In 1905 is door den Raad aan H. M, de Koningin het voorstel gedaan, het maximum aantal vergunningen op 11 te stollen. Om de vijf jaar kan een derge lijk voorstel ingediend worden. Wensclit do Raad dus verandering in het maximum aantal vergunningen, dan moet hij dit jaar weer een daartoe 6trekkeDd voorstel doen. B. en Ws. willen thans een beslissing van den Raad uitlokken over het maximum-aan tak B. en Ws. stellen voor de zaak te laten, zooals ze is. Er zouden hier met het oog op 't aantal inwoners dertien vergunnin gen mogen zijn. Er zijn hier eigenlijk 12 vergunningen. Dit komt, omdat het koffie huis „Het Haagsche Schouw" nog een oude vergunning heeft. Kan de Raad zich mot B. en Ws. vereeni gen, dan behoeft tot de Koningin geen nieuw voorstel gedaan te worden. De heer Koot wijst er op, dat, als een vergunning houder overlijdt, de weduwe geen vergun ning zal kunnen krijgen; juist, doordat er bier één vergunning te veel is. Een wedu we met kinderen zal in dat geval broode loos worden en tot armoede vervallen. De burgemeester antwoordt, dat men niet vooruit kan zoggen, dat Ccn dergelijk geval zich zal voordoen cn zegt het te zullen be treuren, als cr meer vergunningen kwamen. De Raad besluit vervolgens conform het advies van B. en Ws. om den toestand te laten, zooals hij is, en geen voorstel tot H. M. de Koningin te richten. Dc Voorzitter licht vervolgens het voor stel van B. cn Ws. toe, om de straatver lichting in den zomer uit te breiden. Meer malen is in den Raa-d de wenschelijkhcid daarvan bepleit. Alleen op financieele gronden is er vroeger niets van gekomen. B. en Ws. stellen voor: des zomers 35 straatlantaarns te laten branden. Indien deze lantaarns tot 's avonds elf uren bran den, bcloopen de kosten f 135 en tot 's nachts één uur f 200. De bedoeling Ls de lantaarns 25 avonden per maand te ontste ken en avonden met lichte maan niet. De heeren Van Kempen en Schoor vinden het wcnschelijk de lantaarns tot één uur tc la ten branden. De heer Van Santen vindt <le verlichting gedurende de maanden Juni en Juli met do langste dagen onnoodig. De lieer Schoor merkt op, dat het in dio maanden door de hoornen, die vol in blad staan, dikwijls donkerder is, dan in den winter. De heer Van Santen dient nu een amendement in, behelzende, dat van 20 Mei tot 20 Juli do lantaarns niet ontstoken zul len worden. Dit amendement wordt met op 1 na algemeene stemmen verworpen. De voordracht van B. en Ws. wordt vervolgens goedgekeurd. In behandeling komt het voorstel tot het toekennen van een belooning aan den ge meente-opzichter voor buitengewone dien sten. De gemeente-opzichtor heeft voor het vervullen van buitengewone diensten twee nota's, respect, van f 20,90 on f 20,97, inge diend, B. en Ws. stellen voor deze nota's te voldoen. Aldus besloten. In behandeling komt het kohier van de hondenbelasting tot eer\ gezamenlijk bedrag van f 310. Ongewijzigd vastgesteld. In behandeling komt nu nog een punt, dat de agenda niet vermeldde. Het betreft een zaak, waarop reeds lang door belang hebbenden is aangedrongen. Bloemisten, aannemers, enz. maken dikwijls gebruik van de gemeentelijko losplaats, dio in den loop der jaren beslist to klein is gebleken. De gemeente is nu in de gelegenheid een strookje gronds achter de ligplaats aan te koopen, behoorende tot de erven van Baron Du Tour van Bellinchave. Deze strook gronds is groot 750 vierk. M. Een klein ge deelte van dezen grond zou de gemeente kunnen reserveeren voor eon gemeentelijk terremtje. Het grootste gedeelte komt evenwel aan de losplaats ten goede. Deze grond is te koop voor f 1 den vierk. M hetgeen zeer billijk is te noemen Ook de vuilnisborgplaats is te klein ge bleken Van denzclfden eigenaar ia tot uit breiding van deze bergplaats een strook gronds van 250 vierk. M. te koop. Krijgt do gemeente deze terreinen in eigendom, dan zijn er natuurlijk tot afscheiding schut tingen noodig; verder dient het terrein op gehoogd; het vuilnisterroin verbeterd en dc aschschuur afgebroken te worden. De kosten van dat alles (koopsom van do terreinen in begrepen) bedragen f 2800. Do heer Van Kempen vraagt of er voor het lossen ook betaald wordt. Do burgemeester zegt, dat de onkosten, die door het heffen van losgelden zouden gemaakt worden, waarschijnlijk meer zouden bedragen dan die gelden opbrengen. De lieer Koot dringt er sterk op aan, dat belanghebbenden voor het gebruikmaken van do gemeentelijke losplaats, iets zullen bijdragen. De rente van het kapitaal, benoodigd voor de terrein- verbetering, kan dan gevonden worden uit de bijdragen van belanghebbenden. Er ligt daar niets onbillijks in. Do burgemeester wil de zaak wel in overweging nemen, maar merkt tevens op, dat er voortdurende con trole noodig is. Indertijd is do zaak onder zocht, waarbij bleek, dat hot in andere plaatsen geen bato afwierp. B. cn Ws. zul len de kwestie evenwel in studio nemen. Vervolgens besluit de Raad overeenkomstig het voorstel van B. cn Ws. De gemeentelijke losplaats en het vuil- nisterrein zullen dus beide worden uitge breid. Daar niemand meer liet woord verlangt, sloot do Voorzitter do openharo vergade ring, om over to gaan in een geheime, waar in reclames H. O. en het kohier H. O. be handeld worden. Het „Handelsblad van Antwerpen" ver neemt uit Brussel, dat zijn gedaagd geweest om to verschijnen op 25 dezer bij een Bms- sclschen notaris: de heeren baron Beyens, dr. Thiriar en vijftien anderen, alsook do lieer Johnston, reeder te Liverpool, om ouder eedo te verklaren, dat zij geen eigen dommen of waarden van wijlen koning Leopold in bezit hebben, gehouden hebben of iemand kennen, die er in bezit hebben zou. Dit gaat uit van de dochters van den Ko ning. De heer Johnston, dio een vriend van ko ning Leopold was, is dood, doch do firma, wier hoofd hij was, bestaat nog. Keizer Wilhelm II vertoeft te Straatsburg. Maandag j.l. had daar een ga ladiner plaats en tot de aanzittenden be hoorde ook dr. C u r t i u s, de vertegen- woordiger van de Evangelische Kerk in het Ri.jksland. Hij is dus weder in genado aangenomen. Men zal zich wellicht herinneren, dat de Keizer dr. Curtius de uitgave van de ge denkschriften van den Rijkskanselier on go- wezen stadhouder van Elzas-Lothnringcn, prins Chlodvig von Hoheulohe, in 1U07 zeer kwalijk had genomen en dat deze toon ge schrapt werd van de lijst der genoodigden. Zelfs het vorige jaar werd hij nog niet ont vangen. Do vrede is dus weder ge teekend, tot groot genoegen van de protestanten in het llijksland, dio met lecde oogen zagen, dat de vertegenwoordigers van do Katholieke en Israëlietischc Kerken wol officieel out- vangen werden en die van do Protestantsche Kerk niet. De Rijkskanselier hooft i n- f 1 u e n z a en moest gisteren to bed blijven. Koning Eduard van Engeland keert heden van zijn verblijf te Biarritz naar zijn land terug. De „Petit Parisien" berekent liet aantal stommen, die bij de Fransche ver- kiezing op do verschillende partijen rijn uitgebraoht. In vergelijking met do verkiezing van 1906 hebben dienvolgens do republikeinen van links 1,090,000 stemmen of 210,000 meer dan in 11)00 gekregen. Do radicalen en socialistische radicalen 3,330,000 (203,000 stemmon meer), de onaf hankelijke socialisten 255,000 Btemmen (25,000 meer), de vereenigde socialisten 1,012,000 stemmen (112,000 stemmen meer), de republikeinen van rechts 771,000 stem men (339,000 stemmen minder) en dc cleri- calen en monarchalon 1,746,000 stemmen (754,000 stemmen minder). De beide par tijen van rechts zouden dus to zaaien meer dan een millioen stemmen verloren hebben* Bij het overhandigen zijner geloofsbrie ven heeft do heer T i 11 o n i gezegd, dat hij de gevoelens van oprechte vriendschap voor F rankrijk met zich bracht, waar mede hij Itaiic's buitenlandsohe politiek had geleid. Fallières wenschto zich geluk met het uitspreken dier gevoelens, cn getuigdo van do levendige voldoening van do Fransoho regeering, om Tittoni als gezant te ontvan gen. Oud-president Roosevelt is door Ion gemeenteraad van Parijs in plechtige ver gadering ontvangen. Daarna was er oen feestelijk noenmaal voor tweehonderd men schep 's Avonds was er con klein diner, dat officieren, die indertijd deel hebben uitgemaakt van een Fransche missio naai de Vercenigde Staten, aan Roosevelt en zijn vrouw aanboden. Na afloop was er een voorstelling in de Opera. Z. H. do Paus heeft 800 D u i t s c h e pelgrims ontvangen, die uit Palesti na waren teruggekeerd. Kardinaal Fischer, die naar Rome gekomen was om de pel grims te begroeten, Lis een adres van hulde voor. Do Paus betuigde zijn dank cn gat uiting aan zijn erkentelijkheid jogens den Duitschen Keizer voor do schenking van den grond voor do Zionskerk. Dc Paus reide het tc wnardceren, dat prins en prinses Eitol Fricdrich van Pruisen, alsmede do prinsen George en Koenraad van Beieren, bij de inwijding der kerk tegenwoordig waren ge weest. Ten slotte gaf dc Paus den pelgrims zijn zegen. Te Weencn zijn berichten ontvangen, dat feitelijk geheel Albanië in vollen op stand is. Men schat het aantal Albanoe- zen, dat tegen de troepen von Chefket pas ja vecht, op ruim 28 duizend. Daartegen over heeft Chefket onder zijn commando 52 Turkscho bataljons en 16 batterijen. De Turken rijn vrij ongelukkig geweest. Hot belangrijk défilé Katsjanikvan is door een bende van 3000 Albaneozen genomen dezen houden nu de treinen op en verhinde ren de aankomst der Turkscho versterkin gen. De Albaneczen worden aangevoerd door Issa Bolietinatz, een befaamd krijgsman de onder-aanvoerders zijn voor het ineerendeel door de Jong-Turken ontslagen officieren. Dc telegraaflijnen zijn door do opstandelin gen afgesneden, ;;oodat nieuws van het ocr- logsterrein schaarsch is. Op dit oogenblik trachten de Albancezcn 87) Zij lag naast hem op haar knieën en hief met zacht geweld zijn gebogen hoofd op, ,opdat hij in haar oogen de waarheid barer j.Voorden zou lezen. Het was een lange en wantrouwende blik, dien hij haar toewierp, maar de ovortuiging kwam toch langzaam in hem op. „Maar het is toch een schitterende Lui kenkans," zei hij op een toon, die nu pein zend was geworden. „Ik geloof, dat het wel een goede man is, en hij schijnt werkelijk van je te houden. Aan zijn fortuin valt i ik niet te twijfelen, vermoed ik," voegde hij er bij met een zweem van aarzeling, t t hij zijn blik van haar gezicht afwendde. „O, ik geloof, dat hij ontzaglijk rijk ,s!" „En zijn rijkdommen dan geen verleid'ng Toor jou?" „Jawel, dat zijn ze wel, maar niet in ge zelschap van den heer Potts." ..En toch moet zijn genegenheid eerlijk gemeend zijnhield Harding vol. Zijn blik ontweek dien zijner dochter en aan het ze nuwachtige trekken van zijn gezicht ion men z*en, dat hij eenige gedachte koesterde. „Ik geloof ook wel, dat ze eerlijk ge meend is!" „En geheel belangloos, natuurlijk. De omstandigheden zijn daarvoor voldoende be wijs. Iemand als hij zou zeker wel in staat zijn tot opofferingen, niet? Het is in allen gevalle niet aan twijfel onderhevig, dat ;.ij -ze zou kunnen bekostigen." „Wat voor opofferingen, papa? Ik be grijp u niet. Waar denkt u aan?" „Het is maar een opkomend idee. Be vlekte namen zijn wel eens meer schoonge- wasschen geworden door geldelijke opoffe ringen, en er is niet meer voor noodig, om het onrecht te herstellen, dat ik bedreven heb. Als die menschen tevreden werden ge steld... ik bedoel die ongelukkigen, die mijn slachtoffers zijn geweest, dan zou ik ine weer kunnen vertoonen. Dan zou je moe der mij misschien ook vergiffenis schenken. Of ik zou ten minste kunnen sterven met gedachte, dat de schande was afgewas- schen." Hij sprak met een bijn ademlooze -aast en er vertoonde zich een flauwe rood? streep op zijn bleeke wangen en zijn inge vallen slapen. Sedert den dag van -in worsteling was dit de eerste toespeling op dien last van oneindige schande, waaronder hij zwijgend gebukt ging, en voor zijn doch ter, die toch steeds bij hem was, was het koortsige van zijn toon een openbaring. Zij keek in zwijgende spanning naar hem op, wachtend op de woorden, di© zij op zijn lippen zag trillen. „Het is maar een idee, weet je. Van den zomer, dien keer na de Zoo, toen hij naar mijn gezondheid kwam vragen, het was zoo duidelijk een voorwendsel, dat ik niet kon nalaten te denken... Gesteld, dat ge eenige sympathie hadt gevoeld voor den' jongen man, als het je mogelijk was ge weest om met dien jongen man te trouwen, dat zou toeh een heerlijke buitenkans ge weest zijn, altijd gesteld dat hij er de man naar is om die gelegenheid aan te grijpen. Hij wierp haar een scherpen, onderzoe kenden blik toe, dien Irma, ondanks ar gevoel van smart, niet anders beantwoorden kon dan met een glimlach: het beeld van :len heer Jozef Potts'was nog tc versch in haar geheugen dan dat zij de grappige zijde van den toestand zoo gauw had kunnen, ver geten. „Nu begrijp ik het, papa," zei zij, terwijl zij haar hand zachtjes c>p de zijne legde, „maar u behoeft geen spijt te hebben over mijn gebrek aan, genegenheid, want /an één ding ben ik heel zeker: de heer Potts zou er de man niet naar z;jn om uw ideaal te verwezenlijken." „Neen, ik geloof het ook niet, het was maar een idee," zei Harding en al het leven dige uit zijn stem en zijn gericht was on eens verdwenen. „Het zal waarschijnlijk nooit gebeuren. Hoe zou het ook kunnen'? Het zou tc goed zijn geweest voor het wer kelijke leven: de schuld aan die ongelukki gen en de schuld aan jou tegelijkertijd ge delgd 1 Zulke dingen gebeuren niet 1" „Aan mij V' „Ja, ja, dat is de zwaarste van allemaal. Jouw jeugd wordt opgegeten door mijn ouderdom, jouw onberispelijke vlekkeloos heid wordt zwart gemaakt door mijn zonde, en er is geen kans om het terug te betalen 1 O, dat doet zoo'n pijn, dat doet zoo'n pijn 1" Hij bedekte kermend rijn oogen met zijrt handen, maar Irma had in zijn oogen och een uitdrukking gezien, die zij er vroeger nog nooit in ontdekt had; een blik, waarin iet, wat op woede leek, vermengd was met angst; een blik, dien zij zich niet kon ver klaren, aangezien zij nog nooit den bitteren last had gevoeld van de dankbaarheid. Irma behield een pijnlijken indruk vaü Het onderhoud met haar vader. Zij wist na, dat hii minder getroost was en zich minder in het onvermijdelijke schikte dan zij had durven hopen. Er maakte zich opnieuw een diep medelijden van haar meester; zóó diep, dat zij er over begon na te denken of zij onder de gegeven omstandigheden het offer zou hebben kunnen brengen van me vrouw Jozef Potts te worden. Trots haar intens gevoel van dankbaarheid, eindigde zij met in te zien, dat hij niet de man -vas voor die gelegenheid. Arme hoer PottsWat was het gemakkelijk zich een voorstelling te maken van den trek van afschuw op zijn kindergezicht bij het hooren van haar heu- schen naaml De horizon, die zich over het handelslui-fatsoen uitstrekte, zou wel niet in staat zijn, om zich ook over haar familie- schande te welven. Het leek zelfs nog en vraag of dat onberispelijke zakengeweten, dat door niets zoozeer van streek kan ge bracht worden als door het rammelen van den almachtigen dollar, hem niet zou dwin gen om de politie er in te halen. Hij zou het misschien tot een edelmoedig stilzwijgen kunnen brengen, maar zeker niet verder. De heer Hartmann, dien hij als eerbied waardig had beschreven, moóht op een plaats aan zijn tafel hopen, maar de voort vluchtige directeur eener BankWelk een gedachte 1 Neen, dat huwelijk zou altijd onmogelijk zijn geweest. Als er ooit sprake kon zijn van een huwelijk, dan moest het er een zijn, waarbij haar vader als het ware op den koop toe genomen werd, waarin hij een zoon zou winnen in plaats van een dochter te verliezen. Dat zou een zeer groote liefde veronderstellen en ook een volmaakte 'onaf hankelijkheid tegenover do meening der menschheid en haar gunsten. Hier begon Irma oneens ea schiinboat. zonder aanleiding te denken over dien la.*, in Fortague-street, waarop zij den heer Denholm het laatst gezien had. Bij die ge legenheid had zij een verbazingwekkende outdelckiüg gedaan; zij had toen ontde<ct, dat die man in haar macht was. Tot welke hoogte? Daar was zij nog niet zeker van. Dat hing af van zijn eigen weerstandsver mogen, want hij bood klaarblijkelijk weer stand. Dat had zij gezien gedurende "in. kort onderhoud; zij had het gelezen in len diep vragenden blik zijner oogen, in het gemaakt minachtende van zijn toon. Bij die gelegenheid was haar ook gebleken, dnt 'lij in het geheel geen minder eerlijke bedoe lingen had. Wat dan? Heel in liet diepst harer ziel had Irma sedert dat gesprek dc overtuiging, dat, in geval zij al haar macht deed gelden, zij dien weerstand misschien, zou kunnen brekenmaar op hetzelfde oogenblik, waarop zij dat had ingezien, was zij ook besloten die macht niet aan ta wenden. Waarom niet? Omdat hij haar on verschillig was? Het antwoord liet op zich wachten. Maar dat was het eigenlijk met. Do ware reden voor haar besluit was de besliste onmogelijkheid van de heele zaak. Zij behoorde zichzelf niet toe; zij behoorde aan haar vader. Van het oogenblik af aan, dat zij zich aan zijn zaak gewijd had, had zij afstand gedaan van elk persoonlijk gelak. En zij had zich opnieuw gewapend legen een gevaar, dat klaarblijkelijk niet bestond, aangezien er op die ontmoeting in Fort.a- gue-strect een groote leegte was gevolgd, die niet eens door een sporadische ontmoe ting in het park was verlevendigd gew, n,. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5