b. 15387. LEIDSOH DAGBLAD, Woensdag 20 April. Tweede Blad. Anno 1910. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. Irma Harding*. Ce on'wiklieiing der Praehislorisch-Iiomeintclie Archaeolofiie. Gemengd Nieuws. iesclirijving voor d© Belasting op JBedrljfs- en andere Inkomsten voor het dienstjaar 1910 1911. I Burgemeester en "Wethouders van Lcï- en brengen ter algemeene kennis,, naar ■(aanleiding van een ontvangen besluit van Ken Staatsraad i.b.d., Commissaris der Ivo- feingin in de provincie Zuid Holland, van Ken 4deji April 1910, Provinciaal blad. No. ■35, betrekkelijk de beschrijving voor de fee lasting op de bedrijfs- en an- ||dere inkomsten voor het dienst- ■j aar 1910—1911; I lo dat op Maandag, den 2den Mei a.s. ■inet die beschrijving een aanvang zal wor- iden gemaakt, terwijl de biljetten ovcreen- Ikomstig art. 13 1, tweede zinsnede, der ['Wet van 2 October 1893 (Staatsblad |No. 149) door of vanwege den ontvanger ■der directe belastingen twintig dagen na Ide uitreiking zullen worden opgehaald; 2o. dat de aanslagsregeling, ingevolge het bepaalde"!) ij artf'19^§ 7 der genoemde wet, Imoct zijn geschied vóór den lstcn October 1910, en 3o. dat de regeling van aanslagen, welke [niet uit do beschrijving voortvloeien of die |-om een of andere reden zijn aangehouden 'moeten worden, zal bckooren le zijn afge- I-loopen binnen een maand nadat de -com- missie-van aanslag of het college van zet- jters door den Voorzitter daartoe zal zijn opgeroepen. Voorts vestigen zij de aandacht - van de ingezetenen op den inhoud van de artt. 15 2, 16 cn 45 j° art. 47 §§5 en 6, als- I alsmede op art. 34. lsle lid j° art. 47 7 'der mcerbedoelde wet, welke luiden als yolgt |j Art.. 15 2. Ieder die optreedt als be- fetuurder of bchecrend vennoot van een hier te lande gevestigde vennootschap, onder linge verzekeringsmaatschappij, coöperatie ve vcreeniging of van een vereeniging of stichting die een bedrijf of beroep uit oefent, of als boekhouder ecner hier to lande gevestigde rederij, is gehouden daarvan Schriftelijk binnen cén maand kennis te geven bij het bestuur der gemeente waar hij woont. Het gemeentebestuur zendt deze kennis geving onverwijld aan den ontvanger der jdirectc belastingen tot wiens kantoor de gemeente behoort. Art. 16. Hier te lande wonende benoe mende vennooten van Ncderlandsche vennoot schappen en maatschappen, als bedoeld in hrt. 6 2, en van de in art. lb bedoelde commanditaire vennootschappen op aandec- len, bestuurders van hier te lande gevestigde jiaaralooze vennootschappen, coöperatieve en andere vercenigingen en onderlinge verzc- 'keringmaatschappijcn, als ook boekhouders Jyan hier te lando gevestigde reeder ij yu mo fgen niet tot liet doen van liitdeelingen of Uilkeeringen, waarover volgens art. 5 1 en 2 en art. 6 2 belasting verschul digd is, overgaan, alvorens daarvan aan giftc gedaan en de over vroegere uit doe lingen of uitkeeringen verschuldigde be lasting betaald te hebben. Bij liquidatie mogen de hier bedoelde uil- «dcelingen of uitkeeringen niet geschieden, 'alvorens de daarover verschuldigde belas ting is voldaan. 1 Art. 34. 1ste lid. Handelsreizigers, kra mmers cn alle verdere personen, die hun be drijf of beroep rondtrekkende uitoefenen, voor zooverre zij bchooren tot de bedoelden bii art. la. h en k, zijn gehouden, onver minderd hun verplichtingen omschreven bij idc artt. 12 en 14, zich ter plaatse binnen !het Rijk, waar zij zich na het begin van het. belastingjaar het eerst bevinden, bij het gemeentebestuur schriftelijk aan te mei-" 'den met opgaaf van hun naam, hun woon plaats en hun bedrijf of beroep. Ten blijke Idat zij hieraan voldaan hebben, ontvangen "zy kosteloos een door of vanwege het hoofd ..van dat bestuur ondcrteckend bewijs, dat *zij gehouden zijn med; tc onderteek enen cn op aanvraag aan ambtenaren der directe belasting te vertooncn. Art. 45. Bestuurders van do bij art- lb cn c bedoelde naamlooze vennootschappen, ^coöperatieve vereenigingen, andere verceni- 28; „Neen, clat wist ik niet", zei Irma, maak te nog een stijve opmerking over een ge- pasten vooruitgang en ging heen. Toen Vincent terugkwam, keek Mina hem kalm en met een strengen trek om haar lip- peu aan. „Vincent, één ding: dit moet de laatste maal zijn, dat je naar binnen komt, als ik Duitsche leg heb." Ik kan er toch niets aan doen, dat dat gebmrd is, als jij zoo geheimzinnig te werk gaat i Ik wist immers niet, dat je Duitsche lessen naamt Vincent ging op zijn gemak op een stoel zitten'. Hij was doodverbaasd. Dat zijn stem ming in liet minst niet geleden had onder de terechtwijzing, die hij gekregen had, kon op gemaakt worden uit het feit, dat hij zonder dat het hem gevraagd werd De Wet op schoot nam. Hij hanteerde hem wel is waar zoo voorzichtig alsof hij een pag gelegd ei was. „Ik was zoo slecht op de hoogte van je handelingen, dat ik hier naar binnen kwam met het bepaalde doel om je te vragen of je nog leerlingen hadt gevonden voor Frau- lein Hartmann." „Aangezien er in dezen tijd van vermaak geen te vinden waren, heb ik mezelf opge offerd, ofschoon je evengoed weet als ik, dat ik zooveel behoefte heb aan Duitsch als aan luchtballons. Ik ben niet bestemd voor den diplomatieken dienst, weet je Door j-uw be gingen en stichtingen, die een bedrijf of be roep uitoefenen, onderlinge verzekerings maatschappijen en sociëteiten, alsook behce- rende vennooten van hier te lande geves tigde commanditaire vennootschappen op aanfleelcn en boekhouders van hier tc lande gevestigde reederijen, zijn gehouden binnen veertien dagen na dc vaststelling van ba lans of rekening een zoodanig uittreksel als noodig is tot. toelichting der winst, uit keeringen of uitdeelïngcn te doen toeko men aan den voorzitter der commissie van aanslag, bedoeld bij art. 19 lb of 2, die den aanslag moet regelen- Art. 47, 5, 6 en 7. Hij, die daartoe gehouden, nalaat de verplichtingen na te komen, bedoeld-bij art.-15 1 eerste lid, cn art. 15 2 eerste lid, wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste f 25. Gelijke straf wordt opgelegd in geval" van overtreding van art. 45. Overtreding van art. 16 wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste f 400. Personen, die van een bewys vóórzien moeten zijn als bedoeld in art. 34 en die- in gebreke blijven ditbewijs op aanvrage aan bevoegde ambtenaren te vertoonen, wor den gestraft met een geldboete van ten hoogste 25. .Geven zij ter bckoming van dat bewijs aan het bevoegd gezag een valschen naam, woonplaats, bedrijf of beroep op, of maken zij gebruik van het aan een ander afgege ven bewijs, dan worden zij gestraft mét een geldboete van ten hoogste f 150. Eindelijk wijzen zij de ingezetenen op de in art. 12 2, 2de lid 1° d aan de in gezetenen van het Rijk verleende bevoegd heid om zich bij de aanstaande beschrijving de uitreiking van een beschrijvingsbiljct B te verzekeren door vóór of op 15 Mei a.s. het verzoek daartoe schriftelijk tc richten tot don ontvanger der directe be'lastingan over hun woonplaats. Burgemeester en "Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. 1 Leiden, 19 April 1910. liedennamiddag hield dr. J. H- Holwcrda, conservator aan 's Rijks -Museum van Oud heden, alhier, bij de aanvaarding van het lectoraat in dc Praehistorisch-Romeinschc Archaeologie aan de Rijks-universiteit in het Klein Auditorium van het Academie gebouw oen rede over bovenstaand onder werp. Het is reeds lang geleden, aldus ving spr. aan, dat de klassieke archaeologie haar plaats in de algemeene ,,Altertumswiss?n- schaft" Icwam opeischen, omdat zij naast en met dc klassieke auteurs liet baold wist-tc ontwerpen aan liet leven der klassieke oud heid. De archaeologie der oude volken is in hoofdzaak een kunstarckaeologie. Toch heeft zich door de studie der monumenten een waarnoraingswetensehap gevormd, die ons reeds leerde, hoe zich uit een extract materiaal van waarneembare objecten een stuk cultuurgeschiedenis laat ophouwen. Waren de Grieken op zoo velerlei ge bied dc leermeesters der Romeinen geweest, de Romeinen waren op hun beurt zelf ge durende verscheidene eeuwen baheerschers van een groot deel van Europa geworden. Vandaar dat cle archaeoloog zijn wetenschap als liet ware naar noordelijker gewesten ging overplanten. Maar in dio noordelijke streken groeide uit de klassieke archaeolo gie een volkomen zelfstandig studievak, dat geheel andere eischen stelde aan zijn be oefenaars cn zijn materiaal. Geheel anders was hier de taak geworden. Hier geen schit terende beeldhouwwerken, geen overweldi gende rijkdom van monumenten, die aan den eenen kant. tot zulk precies weten in stqat stelt, maar aan den anderen kant het geringe over het hoofd doet zien. En de voorwerpen, die hier van het ver leden spreken, ze zouden in het Zuiden bij haleken vol zijn weggeworpen. Deze armoede is het geweest, die dwong tot een scherper toekijken, of toch niet dc bodem iets om trent het verleden wist tc vertellen. Zoo schrijving van dat arme paar menschen ben ik ertoe gedreven gewordenen dus is het minste, wat ge kunt doen, dat go me in staat stelt om voor mijn geld zooveel profijt tc trekken van die lessen als mijn gebrek aan talent voor talen mogelijk maakt „Mina, je bent een engel,"zei Vincent, terwijl hij heel zachtjes langs de ooren van het schoothondje streek. „Als je daarmee meent, dat ik meer blind vertrouwen heb in de menschelijke natuur dan oma, dan vergist ge je. Knappe meis jes, die haar eigen brood moeten verdienen, hebben gc-noeg om tegen te strijden, dat het niet noodig is om haar gedachten nog af t leiden door een nuttelooze opmerkzaam heid. En dit meisje is meer dan gewoon knap. Ik geloof heusch", hier werd Mina iets minder streng „dat sedert zij hier komt De Wefc bepaald jaloersch is. Als ~r tentoonstellingen waren van schoonheden in plaats van hondententoonstellingen.... Maar dat doet er niet toe. Iets anders Is: dat meisje ziet. er niet alleen aardig uit, zij is aardig ook." De blik, dien zij hem toewierp, was een van die verdedigende blikken, waarmee zelfs de leélijkste vrouw zich soms wapent, niet ten behoeve van zichzelf, maar van haar sekse. „Dat wist ik wel", zei Vincent met c n bijna dankbaren klank in zijn stem. En hij wist het werkelijk. Waardoor? Elke jonge man, die zesmaal tegenover een meisje heeft gezeten met een smal tafeltje tusschen hen, kan die vraag beantwoorden. Elke man, die niet bepaald idioot is, kan binnen dien tijd en zelfs al waren er tien chaperonnes bij geweest, die streng dc 'wacht hielden zich waarschijnlijk een se.'i" juist idee gevormd bracht het Noorden den archaeoloog tot een nieuwe methode van onderzoek en zijn we tenschap nep hem als vanzelf ook in het duister der inheemsche verschijnselen haar licht te doen schijnen. Spr. kwam dan tot het praehistorischo systeem, uitgedacht in de aan oudo overblijf selen zoo verbazend rijke Scandinavische landen, het beroemde of berucht; ..,Drei- teilungs-syslcem", dat de ontwikkelingsge- schicdertis der menschheid indeelt in drie groote hoofdtijdvakken, in verschillende on- derpcrioden verdeeld, al naar de mensch zich van steen, van brons of van ijzer als voor naamste materiaal heeft bediend. Dit systeem en wafc er mee samenhangt, is èen geloof, een dogma geworden.De. fout er van ligt hierin, dat hot een systeem is. „Sie suction wissenschaftliche Systemen, ich aber Spuren vón Menschen," zei Pic. Het leven der. menschheid is niet een aan eenschakeling van gelijkvormige cultuurpe rioden, die ieder op linar beurt den schopter zwaaien, overal, waar maar menschen wonen. _Spr. illustreerde dit met een vergelijking van ecu groote stad en een dorpje op de Drentsche heide in onzen. tijd. Dezelfde pe riode moet evenals thans, zoo ook vroeger hier een hoogbloeiende beschaving, daar een primitieve cultuur hebben gekend. Zoo moét het dus de taak zijn van dé. wetenschap, die ons het leven van. de barbaarsche voor; vadbren wil leeren Iconnon, de verschillende stroomingen van onderling zeqr Verschillen de culturep na to gaan over ons werelddeel cn zoover mogelijk,, ook daarbuiten. Met een paar voorbeelden aan ons land en aan eigen practjjlc ontleend, maakte spr. dit duidelijk. Van tal van Romeinsehe vestingen ken nen dc archaeologen liet steeds in hoofdzaak wc^crkccrendc grondplan cn de inrichting. Een enkel muurbrok, ja dc vorm van een eenmaal gegraven gracht, doet elke ruïne terstondals Romeinsch of on-Konieinsch kennen. Zoo brengt dus een onderzoek ter plaatse niet alleen elke nederzetting der Romeinen, haar aard en bestemming, aan het licht, maar de overblijfselen in den grond ver halen ons den juisten tijd van haar besta«m. Is liet dus wonder dat ook do historie schrijver begrepen heeft hoe in dezo rich ting ook voortaan zijn weg loopen moest, wilde hij uit de weinige hem uit dc litera tuur bekende feiten eon werkelijk «enigs zins beeld van „die Römor in Dcutschland" ontwerpen Dr. Holwcrda sprak hier steeds weer van Duitschland, immers daar is alleen nog maar dat arehaeologisch onderzoek, tot zulk een ontwikkeling gekomen. Toch was het niét zonder strijd dat de met literaire bronnen werkende historicus de leiding in deze uit handen gaf In plaats van vreugde over zulk een nieuwen rijken bron van historisch weten, z.ien wc daar nog maar al tc vaak zelfs een zekere animositeit. Voor de tijden, waarover de historic nog zwijgt of slechts -spreekt inve6kele vage ge ruchten, zal echter de Archaeologie uit dc overblijfselen, die vroeger; bewoners in den bodem achterlieten, volgens de methode, die spr. trachtte tc beschrijven, liet beeld moe ten teekenen van liet volksbestaan in be paalde streken. En waar wij ons in Neder land bevinden, daar zij voor ons in do eerste 'plaats ons eigen vaderland het voorwerp van ons onderzoek. Ook dc bodem van ons laad ligt vól, niet alleen met voorwerpen uit dat grijze verleden, maar vooral met de sporen van menschelijke bewoning, van mcnschelijken arbeid, stille getuigen, wier taal men moot leeren verstaan, even goed als dc taal onzer boeken of handschriften, getuigen wier ver halen moeten worden opgeteekend en vast gelegd in photo of kaart. Onze musea moe ten dc archieven zijn, waar naast die resul taten van het arehaeologisch bodemonder zoek, de voorwerpen uit dat verleden ons moeten spreken van die vroegste tijdon van ons vaderland. En wat onze arbeid zoo bij uitstek noo dig heeft, is belangstelling cn steun van velen, zeide spreker. En, ik moet het dankbaar erkennen, ik heb in dezen geluk gehad boven velen Hol) ik hier niet >n de allereerste plaats in eer biedige dankbaarheid te gedenken, waf ik, niet bet minst ook voor de ontwikkeling van eigen onderzoek en techniek, aan Haar kobben van dc zedelijke waarde van dat meisje. „En daarom verwacht ik, dat jc mij a woning rs Vrijdags tusschen vier cn vijf ver mijdt", zei Mina met een lenigkeeren tot haar rechtersmanieren. „En 's Maandags", zei Vincent, maar niet hardop, en bij voelde een vreugde in zich. die door dit verbod niet getemperd kon worden. „Heel goed, Mina; ik zal niet trachten iemand van zijn ideeën af te brengen. Maar het is een troostend idee voor me, dat de oude vader geen gebrek lijdt. Ik ben hem eens tegengekomenhij ziet cr vreeselijk akelig en lijdend uit. Hij maakte ook den indruk van b/.-a niet meer op ;.ijn beenen te kunnen staan Zij wonen zeker mijlen ver weg, hè?" „Ergens aan den anderen kant van Brompton Road", zei Mina, die het niet noodig vond om het adres te preciseeren. „Dus dan moet zij het park doorloopen". dacht hij in stilte. Als men aan de ligging van Fortaguestreet cn Bromptooi Raad dacht, leek dat een onvermijdelijk iets. Terwijl Mina de schriften opruimde, bleef haar gezicht wat strak staan. Het was niet noodig geweest, om tegen Vincent te zeg gen. dat medelijden met die vreemdelingen niet haar eenige beweegreden was geweest. En zij wilde ook niet bekennen, dat haar nieuwsgierigheid, nadat zij voldaan was, plaata had gemaakt voor een persoonlijke belangstelling, die bij elke nieuwe ontmoe ting toenam. Zij was al begonnen te begrij pen, dat het voor eiken jongen man w°l moeilijk zou zijn om den indruk af tc schud den, door die krachtige, levendige persoon lijkheid gemaakt, zelfs voor een jongen man te danken heb, wier hooge belangstelling mij telken jare weer naar do Veluwe roept? Staat met, om slechts nog het allervoor naamste te noemen, de vereeniging Arents- burg op het punt mij een onden.oek op dragen, dat mij lang een onbereikbaar ideaal heeft toegeschenen? Werkelijk, odi steun in dien zin behoefde ik nog niet tc komen tot de universiteit. Er is echter nog een andere steun, die alleen maar aan de academie te vinden is. En daarom is spr. ook oprecht dankhaar dat hem dit ambt van lector is opgedra gen. Maar, aldus besloot spr., ligt daarin niet joist de zekerste waarborg, dat it mijn béste krachten aan mijn onderwijs zal wijden Elk woord toch, dat ik tot mijn leerlingen zal spreken, zal een oratio pro domo zijn. Immers, hot is van hen vooral, dat ik heb te verwachten de vervulling van mijn ideaal, dat eenmaal 1 et beeld der vroege historie van ons Nederlandsch volks bestaan zal verrijzen uit den bodem van ong vaderland. Te Rotterdam is in een on be waakt oogenblik het anderhalf-jarig doch tertje van A. E., uit hot raam der tweede verdieping van dc ouderlijke woning m d*; Nadorststraat op straat gevallen. Door bu ren werd de arme kleino in deerniswekken de toe-stand naar het ziekenhuis gebracht, alwaar zij spoedig overleed. Aan boord van het Neder! stoomschip „Ellewoutsdijk" is gistornneht ter hoogte van Hoek van Hólland een sto ker door het overmatig gebruik van ster ken drank gestikt. Gisteravond heeft te Yel p (Gelderland.), in de Schoolstraat, de 69- jarige G. v. D., uit Arnhem, zijn neef v. D met een revolver trachten te dooden. Do bedreigde wist te ontkomen; vermoede lijk richtte de oude man toen het wapen op ziolizolfhij werd opgenomen met een schotwond in liet hoofd en naar het zie kenhuis vervoerd, waar de dokter vaststel de, dat de kogel in het hóófd was blijven zitten. De oorzaak van den twist was een familiekwestie In het in beslag genomen wapen zaten, nog vier scherpe patronen. D e- brievengaarder H„ in do Lutte, bij Oldcnzaal, is op eigen aangifte, gearresteerd, wegens verduistering van een bedrag van ongeveer f 1400 van spaar bankboekjes en wegens andere onregelma tigheden. Mei) 8 c li r ij f t uit J"j o d e- waard aan dc „N. R. Ct.": De verwachtingen van den fruitoogst in deze streek zijn zeer gunstig Blijven do nachtvorsten uit, dan mag mei\ van de meeste fruitsoorten op een ruim gewas re kenen. De Engelschc kroz?n zijn uitge bloeid en hebben van het ongunstige weer niet geleden. De kersen beloven een rijken oogst; dc pruimen knoppen prachtig, do peren minder, en wat de appolsoorten, oio verleden jaar niet gedragen hebben, te zien geven, doet mede crn n-n-d gewas ver wachten. De Duitsche uladen b e v a t- ten allerlei bijzonderheden over het ontzet tende ongeluk, den halion „Dolitzsch en den vier luchtreizigers boven Reicliensach- sen bij Kassei overkomen. Men nam alge meen aan, dat bet gas in don ballon is ont ploft door een bliksemstraal. Aan arm en hand van een der slachtoffers meende men ook sporen van den bliksem waar te nemen. Een bericht zegt, dat het weerlicht de vier mannen in de lucht op slag gedood moot hebben, maar blijkbaar heeft do berichtge ver zegt de „N. R. Ct.dit zelf gaar ne willen gelooven of het voor do nabestaan den zoo willen voorstellen, om den indruk van de ramp te verzachten. Maar andere berichten beschrijven de ont zetting, die cr op het gelaat van twee der dooden stond, en zeggen, dat daaruit on miskenbaar blijkt, dat zij bij volle bewust zijn den vreesclijken val hebben gedaan. Zelfs dc dokters, zegt een telegram, ontstel den van die uitdrukking van angst op <le gezichten, en een verpleegster raakte haar zelfbchcerscliiDg kwijt. Of dc twee andere als Vincent. En dat begrip kon niet anders dan een zeker gevoel van schuldbesef ver sterken. Een licht gevoel van onrecht legen- over de heele familie maakte zich flauwtjes van haar meester. Het leek werkelijk voor zichtig om den band zoo gauw mogelijk te verbreken, oni het storende element in den wervelstroom van het Londenschc leven te doen verdwijnen; dat was dc veiligste han delwijze. Maar naarmate zij dat gevaar dui delijker inzag, naar die mate nam haar ver. langen .toe, om die atoom, die bereikt had, waarnaar z-oovele meer „gewenschte" ato men tevergeefs gestreefd hadden, nader Ie leeren kennen. Lady Aurelia had haar wenk brauwen tot onzichtbare hoogten opgetrok ken bij het vernemen van het feit van Mina's Duitsche lessenmaar Mina was het eenige lid der familie, dat zij nooit in staat was geweest in bedwang te houden. Int-usschen volgde Irma met ietwat fier opgeheven hoofd precies den weg, dien Vincent vermoed had, dat zij zou nemen. In den laatsten tijd had haar weg naar huis haar tweemaal in de weck een blik gegund in de heerlijkheden van het seizoen, in den vorm van zacht voortrijdende rijtuigen, van glanzende paardentuigen, van hoeden en toiletten, waarnaar zij keek als naar 't ver loren paradijs. Vandaag zag zij die dingen niet. Zij was nog te zeer onder den indruk van de ver bazing over Vincents verschijnen. Ofschoon zij in juffrouw Te^et de dame herkond had, die zij eens in het huis op het Eaton- plein gezien had, was de bloed verwan techap tusschen hen voor haar een openbaring ge weest, die zekere overpeinzingen in haar opwekte, welke veel van kwade vermoe dens hadden. Die bedoelingen, waarop lady dooden nog leefden, toen zij hun val dedon, was niet na tc gaan. De lijken waren schrik kelijk verminkt. Het ballonnet werd in flarden terugge vonden. Dr. Archenliold, directeur van de sterren wacht te Treptow, heeft een verslaggever van do „Lokal-Anzeiger" hot volgende ge zegd: Een ballon loopt steeds liet gevaar, wan neer hij bij krachtigen wind sterke wrijving veroorzaakt in zwaar met elrctrieiteit be zwangerde lucht, dat het gas ontploft. Komt een ballon in een onweerswolk, don doet men goed dadelijk ballast uit te wer pen om er boven te stijgen. Bliksemstralen schieten niet alleen uit de wolken omlang, maar ook van wolk tot wolk, bijna even wijdig met de aarde. Zweeft do ballon in de baan van zoo'n bliksemstraal, dan kan het gas dadelijk ontploffen. In bet „Berliner Tageblatt" vertelt Ilil- debrandt van vroegere ballonongc lukken, door den bliksem veroorzaakt. rij zweven de ballons loopen minder gevanr, dan die door een kabel met de aarde zijn verbon den. In 1907 is bij Rome echter het bekende ongeluk gebeurd, toen kapitein Ülivelli ten aanschouwe van den koning van Italië in een ballon opsteeg, cn spoedig, op nog geen 300 M. hoogte, zijn ballon uit onbc- wolkten hemel door een bliksemstraal ge troffen word. Het gas ontplofte en het schuitje viel ter aarde. De luchtschipper stierf eenige uren later aan zijn wonden. De bliksem had hem zelf niet getroffen. llildebrandt vertelt verder, hoe hij eens samen met prof. Mietlio in een ballou wns opgestegen en in een onweer was geweest. De ballon werd eon paar maal, zonder dat de luchtschippers iets deden, pijlsnel in de lucht opgeheven. Eindelijk vielen zij daar veel gas ontsnapt was, snol en cr zouden ongelukken zijn gebeurd, als een beuk den val niet had gebroken. Hildebrandt zegt nog, dat dc raad, boven een onweerswolk tc stijgen, moeilijk tc vol gen is, aangezien men niet weet, hoe hoog dio reikt. De laatste berichten over het ongeluk met den luchtbol „Dolitzsch" luiden, dat men ten slotte aanneemt, dat dc bol nier- door den bliksem getroffen is, hoewel hij in een onweer is geweest. Er is ballast uit geworpen, blijkbaar oni boven het onweer uit tc komen. De bol is, vermoedt men, ge sprongen onder den sterken luchtdruk. Op een vergadering van het bestuur der luchtvaartvereeniging tc Bitterfeld, waar aan de luchtbol toebehoorde, zijn or, naar het heet, harde woorden gevallen. Men had den luchtbol eerst onlangs aangekocht, zeer tegen den zin vail enkelen. Dcstaking van de ingese h re- venen der marine te Bordeaux is begonnen, maar is niet algemeen. Op vele schepen hebben tot dusver vele mannen geweigerd zich tot stakir.2 te laten overhalen. Aan dc haven valt niets bijzonders voor. Te Marseille zijn nog tweehonderd man marine-personeel aangekomen oin do be manning der postbooton zoo noodig aan. te vullen. De afkrabbers en ververs der scha pen hebben er het werk neergelegd. Ze vragen hooger Icon. Dc algemceno staking der ingeschrevenen bij de marine te Duinkerken i3 geëindigd. In het Hongaar scho d-orn Felsöfnlva zijn 192 huizen door brand ver nield. Dc schade ig zeer aanzienlijk. De brand is ontstaan door onvoorzichtigheid van spelende kinderen. Zatcrdagsteegop het erf van het Crystal Palace lvj Londen een luchtballon op, bestuurd door kapitein Maitland met een dame als reizigster. Op 700 M. hoogte werd de ballon overv. Hen door een donderbui. Hij steeg boven do wolken en had toen het onweder onder zieh. Maar nu had hij zooveel gas verloren, dat hij snol daalde en welhnast door de straten vafi Islington, een Londer\sche wijk, zweef de, nagejaagd door de menigte Dc ballon botste tegen een schoorsteen en een dak can en belandde ten slotte in een tuin Da twee luchtvaarclors kwamen met den schrik vrij. Aurelia zoo'n belecdigende toespeling had gemaakt, bestonden dus alles wel bezien niet alleen in haar oudc-dames-broin. Die gedachte had haar stijf doen zijn in Vin cents tegenwoordigheid en dat idee maak te, dat zij nu haar hoofd wut in haar nek wierp en het deed haar oogen flikkeren. Haar om den tuin leiden! Dat moest hij maar eens probccron 1 Zijn binnendringen vandaag en de goed geveinsde verbazing was zeker de oerstc zet in dat spel en d" volgende zou een „toevallige ontmoeting" i-ijn. Wie weet of hij haar niet al volgde? Zij spande zenuwachtig haar ooren in ;f zij ook schreden hoorde naderen, die door hun haast dc achterdocht opwekten. Toei zij zonder gevaar de andere zijde van het park bereikt had, haalde zij diep adem. Haar gevoel van fatsoen verbood het haar, anders zou zij, uit pure nieuwsgierigheid, bepaald eens achter zich gekeken hebben. De volgende les, waarnaar zij met zekere zenuwachtigheid had uitgezien, welk gevoel van onrust zijn schaduw wierp op de vrien delijke, lieve juffrouw Bennet, ging voor bij zonder dat er gelukkig iets gebeurde. Maar ditmaal werd haar op haar weg naar huis een schrik niet bespaard, want zij zag opeens te midden van de menschenmassa een gestalte, die zij kende. Die gestalte naderde met kalme schreden. „Nu gaat het beginnen!" zei zij tot zich zelf cn het duiveltj? der opwinding sprong naar haar keeL Onwillekeurig drukte zij haar tanden vast op elkaar en pakte zij den stok van haar parasol steviger beet alsof het een wapen was. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5