Ho. 15333. £iEIï!Sic!J'0"ïii 33AG.25X.AD, °VE*y3a§f 15 .April. Tweed© Dlad. Anno 1910. Gemengd Nieuws. Door de Haarlemsche recher- che is te Rotterdam gearresteerd de kok W. J. F., verdacht van een aanslag op den heer P. in de Leeghwaterstr. te Haarlem en die reeds eerder was aangehouden, doch later weder op vrije voeten gesteld. De aanhouding had nu plaats in het Chris- lijk Tehuis voor Zeelieden aan de Veer haven. De kok is naar Haarlem overgebracht. Een zonderlinge geschiedenis. De Amsterdamsche justitie zal zich, vol gens ,,De Tijd," binnenkort met het vol gende zaakje hebben bezig te houden: Een' echtpaar te Amsterdam was n et met kinderen gezegend en bovendien ook niet met den zoo hoognoodigen huiselijken vrede. De oude liefde was reeds lang tot beneden 't vriespunt gedaald en men peinsde beider zijds op middelen om elkaar zooveel mo gelijk te benadeelen, tot zelfs aan g.Mie zijde van het graf. Geen hunner zou na den dood van den andere ook maar een oent hebben. Zoo was beslist. Nu werd de man ziek en de vrouw zag hem gaandeweg inzinken. Vragen of hij een testament zou maken, was naar haar oor deel overbodig; de maq zou liet toch wei geren. Bovendien zij had, tusschcn het toe- dienen van drankjes en pillen in, een beter, ingenieus middel bedacht. Het einde kwam en het ziekbed eindigde met den dood van den man, zonder dat deze een testament gemaakt had. Daar zou dus de geheele na latenschap van den overledene naar diens familie gaanTenzijmaar men weet dat „één vrouw duizend mannen te erg is", laat staan écn vrouw tegenover één dooien man 1 Fluks werd het plan uitgevoerd en de kruier van den hoek werd geroepen. Deze, die dacht, dat hij mijnhier moest komen afleggen, was weldra in een zeer vertrou welijk gesprek met de versoh gepromoveerde weduwe gewikkeld, een gesprek, waarbij zijn slimme oogen glinsterden van geest en ziin kruiershart bonsde van vroolijkc op gewektheid. In weinige minuten was do doode door beider vereenigde pogingen van het bed genomen en in een ander deel van de woning gedeponeerd. Dit geschied zijnde, ontdeed de kruier zich van zijn uiterlijke kcDteekenen van het kruierschap en ging welgemutst in hot bed liggen, nogmaals de lessen bij zichzelf repeteerend, die de jonge weduwe hem van huiteu had doen leeren en die hij overigens ook met zijn gezond verstand wel gesnapt had. Hij had zoo eenigen tijd van beraad en overleg gehad, toen ,de deur der sterfkamer openging en een deftig hoer verscheen, n.l. deno taris. Deze was door do weduwe in groote haast ontboden, wijl het geen uitstel lijden kon. De man der wet begreep, na een paar korte inlichtingen van de vrouw en ook van den stervende, die erg kreunde, wat er gaande was en hij zette zich neder om liet testament té schrijven. Met aandacht luisterde de vrouw naar hot dictee van. haar stervenden eega en een glans van ver genoegen kwam over haar weduwlijk aan schijn, toen het hooge woord van den lij der, met moeite er uit gebracht, op het notarieel papier stond; al wat haar man zijn eigendom mocht noemen was haar! Nu had evenwel de stervende nog een bijzonder verzoek en hij vroeg den notaris, of hij hem niet even alleen kon spreken. En ja, dat kou natuurlijk. De vrouw word dus beleefd verzocht, even het vertrek te verlaten, wat zij meende, dat geheel en al in do rol paste en bij de plechtigheid hoorde. Nauwelijks was echter de vrouw weg, of de stervende wenkte den notaris wat naderbij te komen en toen verklaarde hij hem, met grooten nadruk, dat hij van den zooeven godictcerden uitersten wil hoege naamd niets gemeend had en hij er slechts toe was overgegaan om van het lastig aan dringen van zijn vrouw af to komen, die hem het sterven zoo moeilijk maakte! De notaris vond ook deze verklaring niet on gelooflijk en zeide nauwkeurig zijn plicht te zullen vervullen. Welnu, dan moest het zooeven gedicteerde vernietigd worden en moest in het testament worden geschreven, dat het geheele vermogen „door ondergetee- kende, mij, Notaris, bekend" moest worden uitgekeerd aan den kruier, genaamd zoo en zoo en nu volgde, precies aangewezen, de persoon van den man, die in het bed lagl De notaris had niet het minste be zwaar. Hoé kon hij dat ook, begrijpende hoe vele mcnschen een oud zwak hebben voor hun kruiers, die vaak lief en leed met hen deelen en trouwer en vriendelijker zijn dan de naaste nabestaanden. Enfin, het testament kwam gereed en nu had de stervende nog slechts te teekenon, bij welke ceremonie de vrouw wel weer tegenwoordig mocht wezen. En toen nam de notaris zijn ambtsgeheim mee naar huis, het ambtsgeheim van den uitersten wil van.... „mij Notaris bekend"! Toen diens ministerie was afgeloopen kwam de kruier het bed uit eu hielp de weduwe het lijk van haar man weer voor den dag halen en op de stervenssponde de- ponccren; en nu moest hij dadelijk weg om den dokter te halen, die zoo spoedig mogelijk kwam, om te coustateeren, dat de overledene werkelijk dood was. Hij had liet wel gezegd, de man kon het niet lang meer maken Toen werd de overledene begraven eu de kruier zond des Zaterdags zijn briefje met: „Voor Uedele gedane boodschappen", maar de voornaamste boodschap had hij niet in rekening gebracht. Die zou later wel ver rekend worden. Natuurlijk moest de ontkuooping komen bij de ontregeling van het testament. Hoe veel verbaasde gezichten werden daarbij wel getrokken l Toen de streek van den kruier aan den dag kwam kon de weduwe zich niet in houden en ze verklapte alles wat ze ge daan had. De tweede jongensstaking te Amsterdam. Alle jongens op 6 na heb ben zich weer aangemeld. De firma Wed. Numan had aan de ouders der jeugdige stakers schriftelijk medege deeld, dat, wanneer de jongens zich gister morgen niet hadden aangeme>ld, ze definitief ontslagen zouden zijn. Do eischen der jon gens zijn niet ingewilligd, zoodat de twee ontslagenen niet meer zijn aangenomen. Gistermiddag halfdrie is op het station te Arnhem een locomotief ontspoord, vermoedelijk door verkeerden wisselstand. Door.de goederentreinen o.«r andere sporen te leiden, werd vertraging voorkomen. Te Sellingen (Gr.) viel een kindje van den arbeider E. van W. in een onbewaakt oogenblik in een pot met wa ter. Toen de moeder hét ontdekte, was do kleine reeds gestikt. Kwajongensspel. Toen Woens dagavond eenige jongens op het Wilhelmi- naplein te Leeuwarden bezig waren met voetballen, was er een 15 jarige bengel on der hen, die onderwijl een gevaarlijk spel letje begon. Hij was in het bezit van een revolver, geladen met zes scherpe patro nen, waarmede hij van plan scheen te gaan schieten. Eerst hield hij een van rijn ka meraden het wapen voor het hoofd, doch ■gelukkig sloeg de bedreigde de revolver in een andere richting Nu moest een andere jongen het mik punt worden. De gevaarlijke schutter, die onbewust was van het gevaarlijke spel, dat hij op dat oogenblik speelde, richtte toen de revolver op den 15-jarigen J. M. Do haan werd overgehaald, het schot ging af en het projectiel trof M. in den schouder, met het gevolg, dat de jongen gewond doch niet levensgevaarlijk werd. De politie nam het schietwapen in be slag; bij het verhoor van den onvoorzieli- tigen schutter bleek, dat hij de revolver met patronen had gekocht, doch niet wist dat de patronen scherp waren. Voor de zooveelste maal blijkt thans weer, hoe gevaarlijk het is, niet alleen om kinderen met revolvers te laten speleu, maar ook om aan jeugdige schiet!ustigen dergelijke wapens te verkoopen. (L. Ct. Gisterenis te Zoelen d ehof- stede van P. van Wins en, op het voorhuis na, met eenigen inboedel afgebrand. Door ontploffing van den gasmotor brandde Woensdagavond de ma- ohinale meubelmakerij van den heer Yan Dalon te Roermond grootendeels uit. („L. K") Uit den Ouden IJsel te Doe- tinchem is opgehaald het lijk van vrouw EL Misbruik van sterken drank moet do oorzaak zijn van haar verdrinken. Te Maastricht is gevanke- lijk binnengebracht zekere S,, uit Sittard, in verband met de levensgevaarlijke mis handeling van den venter Warmoes. Zijn meisje, dat als getuige gedagvaard was, is eveneens in hechtenis genomen. Men meldt uit Tuil: Per halve pont zou gistermiddag de auto van den neer S. t-o Borlikum (N.-Br.) de Waal alhier oversteken. Het voertuig moest daar toe achteruit van den veerdam bewogen worden. Op de tamelijk steile helling ge komen, weigerde de rem, zoodat de auto vrijwel Daast de pont te water liep. De veerlieden smaakten "t genoegen don chauf feur, die alleen reisde, nog intijds uit zijn benarde positie te redden. Men hoopte do auto te lichten. Yan den oberk ellner in het ,,A<lbion-hotel" te Vlissingen is gisternacht ontvreemd een geldkistje met f 100. Twee Duitsche kellners, die te YlissÏDgen logeer den, zijn de daders. Ze zijn naar Middel burg overgebracht en ter beschikking van den officier van justitie gesteld. De „Tijdgeest". Men meldt uit Dantzig, dd. 12 AprilDe bemanning van den klipper „Tijdgeest" werd door het stoomschip „Marianne" gered en gisteren te Neufahrwasscr aangebracht Het schip was Zondag jl tijdens,een zwaren sneeuw storm in zinkenden staat nabij Bornholm aangetroffen Wegens, den zwaren storm en daar het schip reeds 7 voet water in had, kon de „Marianne" geen poging aanwenden het op sleeptouw te nemen. De „Tijdgeest" was in ballast naar Zweden be stemd, Sassnits, 11 April: De „Tijdgeest" werd hier met gebroken grooten boom en gescheurde zeilen binnengebracht door het van Libau naar Hamburg bestemde Duit sche stoomschip „Johanna," dat het nabij Adlergrund had aangetroffen. Lang kon hot schip nog niet hebben gedreven, want de scheepsklok liep nog. Uit Delfzijl wordt bevestigd, dat de be manning is gered en to Dantzig is aan gekomen. Te Rees aan den Ncdo r-R ij n is gisterochtend een vrouw, die tweo da gen geleden bevallen was, met haar kind levend verbrand. Lrie brandweermannen, die haar wilden redden, kregen den rrevcl op het hoofd en zijn zwaar gewond. Oe brand kreeg een groote uitbreiding. Gisterochtend is de pas nieuwe watert-oren te Oschatz bij Leipzig ingevallen. Er is niets dan een puinhoop van over. Gelukkig w-ren er geen men- schen in of in de nabijheid. Te Frankfort a/d. M. heefteen koffieh uisbediend? Lösch terechtgestaan wegens doodslag n zijn kind. Na een ech telijken twist was zijn vrouw het huis uitge gaan, o zich, naar Lösch geloofde, van kant te maken. Hij nam daarop zijn laatste beschikkingen en deed een poging, om zich zelf en zijn kind door gas te vergiftigen. Toen de daad ontdekt werd, was het kind al dood, maar Lösch kon nog bijgebracht worden. Dadelijk daarop kwam do vrouw terug. De rechtbank der gezworenen heeft Lösch vrijgesproken. Daartoe heeft veel bijgedra gen, dat de beklaagde een diep berouwvolle bekentenis aflegde en echtelieden volko men verzoend waren. Een gendarme moest giste- ren een arbeider van zijn werk balen en naar het kantongerecht te Neudorf-Sprem berg bij Berlijn brengen. Op een eenzame plaats in het bosch pakte de arbeider den gendarme zijn revolver af, om hem daarmee neer te schieten. Dgendarme wist hem de revolver weer te ontwringen, maar nu bemachtigde de gevangene zijn sabel. De worsteling tusschen de twee duurde zoo lang tot de gendarme zijn revolver kon aanleggen en den ander doodschoot. De j o to g s t e ambtelijke be richten stellen het aantal slachtoffers, dat bij de bekende ramp te Ockoerito, in Hon garije, het leven heeft, gelaten, vast op 325, die in drie districten met 18 gemeenten thuis hoorden. Nog 81 gewonden worden verpleegd. Van de siachtoffers waren 238 inwoners van Oekoerito. De aanvankelijke onzekerheid omtrent het juiste aantal slachtoffers vindt haar verklaring in hot feit dat de gasten op do danspartij uit zx>oveel verschillende gemeen ten kwamen. Bovendien waren zij in hun ontsteltenis naar alle richtingen gevlucht en velen hebben eerst dagen na de ramp me dische hulp ingeroepen, nadat ze gehoord hadden dat de behandeling gratis was. Er is thans voor de nagelaten familie leden der slachtoffers 200,000 kronen bijeen gebracht, waarvan 30,000 als gift van Frans Jozef, 20,000 van do stad Boedapest en 10,000 van de stad Weenen. In de OpéraComiqueto P a- rijs, werd Woensdagavond ,,To9ca" opge voerd. Terwijl men bozig was mot hot twee de bedrijf, begonnen plotseling eenige man nen, die zich leden noemden van de „Union Syndicale des Artistcn Dramatiqucs," onwelriekende bommen uit een logo naar beneden te werpen en een hunner hield een toespraak tot het publiek over het karig loon van de jongero artisten van den schouwburg Er ontstond natuurlijk groote opschudding onder de schouwburgbezoekers, waarvan do in de zaal aanwezige zakkenrol lers gebruik maakten om snel hun slag te slaan. Een Nederlander, die de voorstelling bijwoonde, merkte tot zijn schrik dat horn een portefeuille met 3000 francs was ont rold. Het geheele tooneeltjo had natuurlijk slechts enkele oogenblikkcn geduurd. Do rustverstoorders werdon de zaal uitgezet en naar het politiebureau gebracht, waar procesverbaal tegen hen werd opgemaakt, maar voor de bestolenen bleef het een be dorven avond. StoomHcliepcu. Gearri voerd: Me na do, 14 April v. Bat. te Rolt; L t z o w, v. Penang n. Amst. 14 April te Antwerpen. Ge passé er d: Nias, v. Bat. n. Amst. 13 April Ponza; Somraelsdijk, v Newport-News n. Rott. 23 April Wight, F eldmarschal 1 uitreis, 1213 April Gibraltar. V ertrok k en- Ba 1 i, v. Bat. n. Amst., 13 April v. Ge nua B a n d a, 14 April v. Amst, n. Ham burg. Verkiezing Provinciale Staten. Do data voor do stemming en herstem ming voor leden van do Provinciale Staten in Noord-Holland zijn door Gedeputeerde Staten bepaald op 16 en 28 Juni. Naar het „Hbld." uit goede bron ver neemt, zal prof. mr. J. Houwing, zich niet herkiesbaar stellen. Prof, Houwing heeft zitting voor Amsterdam VII. i>e AbeNHinische troonopvolger. De correspondent der Italioansohe „Cor- rierre de la Sera," meldt over den Abessi- nischen troonopvolger prins Liddi Jassu, met wien hij een onderhoud had: „De prins,*' zoo berichtte hij, „aeeft oen aangenaam, frisch en gezond voorkomon en ziet er in zijn geheel witte kleederen mat den over het voorhoofd strak geepannon burnoes bijna uit als een jonge non." „Ik woon hier als een gevangene", zei de prins, „want Tassama (zijn voogd) is vreeselijk streng voor mij. Ik mag eigenlijk niet eens lachen. Laatst woonde ik een zit ting van het gerechtshof bij, waar het zoo dol toeging, dat ik ten slotte in luid golaoh uitbarstte, waarvoor ik later heb moeten boeten I Ik weet nog nergens van en heb evenmin iets van de wereld gezien. Alleen in Addis-Abeba en in Ancober ben ik ge weest en de zee, die ik zoo gaarne wilde zien, is nog altijd een geheel onbekend iets voor mij De Italioansohe telegrafist in Ancobor is mijn eerste en eenige Kuropeeaohe vriend. Vroeger heeft hij mij in opdracht van den Keizer alle 3 maanden gemeten, hoeveel ik gegroeid was, en eens, toen ik hcolemaal niots grooter geworden was, gaf hij mij tot troost oen paar prachtige stukken Euro- peesch speelgoed. Ook heeft hij mij door de telephoon met mijn grootvader (keizer Mc- nelik) laten spreken, en ik kon duidelijk ziju stem hooren." ,,U zult toch zeker Italiannseh lecren?" vroog do bezoeker. „Ik verzocht Tassama eerst ItaJiaansch en dan Frnnsch te mogen lecren, maar hij wilde het niet. Mijn grootvader zou allicht toegegeven hebben, want hij is zoo bijzonder goed voor mij. In den lantsten tijd van zijn ziekte wildo hij mij steeds in zijn nabijheid hebben, ofsohoon hij weinig n> i mij sprak. Hij heeft mij echter doen beloven, dat ik later vooral rechtvaardig moest regoeren. In den rozentijd zond hij mij iedere week een bouquet, en hetzelfde doe ik nu tegen over mijn gemalin, die Romanorvosk (gouden granaatappel) heot" De prins lachte en kleurdo lichtelijk, toen hij vervolgde „Wij leven gescheiden; ik zie haar hoogst zelden, maar ik heb haar aJ mijn spcolgocd mogen geven, want zij speelt nog nllceD maar, omdat- ze pas zeven jaar oud is. Maar nu moet u mij eens iets vertellen". De bezoeker voldeed aan dit vorlangcn en verhaalde den 14-jarigen knaap van den Nijd, de zee en van de wonderen der Euro- peesche beschaving, daarbij do hoop te ken nen gevende, dat Lidi Jassu, eenmaal kei zer geworden, zelf met die beschaving zou kennis maken. „Zeker, zal ik dat doen," hernam do knaap, „ik droom alle dagen slechts van een reis naar Europa. On/e Minister vatt Handel, Igzan, zal mij dan Iwgeleiden, want hij kent Europa reeds. Ook de keizer wenschtc eenige jaren geledon zoozeer con reis naar Europa te maken, maar hot kon niet, omdat hij niet kon berekenen,, welk een toestnnd hij bij zijn terugkeer hier zou aangetroffen hebben." Toon liet Ras (generaal) Tassama zijn pupil roepen en de correspondent nam af scheid in de overtuiging, dat do Negus door de keuzo van zijn opvolger een nieuw be wijs van zijn stantsmanswiishcid geleverd had. („Limb. Koerier"). Jnliannfeent te 'n-Gravenlingo. Hot feestcomité 1909, dat leading heeft gegeven aan de feestelijkheden in do resi dentie, ter gel eigenheid van de geboorte van H. K. H. Prinses Juliana, heeft besloten den eersten verjaardag van do Prinses luisterrijk te vieren door het organisooren van een groot waterfeest in den hofvijver (Vijverberg.) Het feestcomité zal dezer dagon het offi- cieelo plan bekend maken van het feest, dat de burgorij zal worden aangeboden. Jnliniiabloem. Do Haagsohe Tramweg-MaaU>ohappij heeft voor den verkoop der Julianabloem haar medewerking toegezegd door op 30 April aan alle verkoopors en verkoopstere gratis trammen aan te bicden. Bovcndion heeft de Maatschappij ccn groot aantal bloempjes besteld om die op 30 April onder haar personeel uit te deelen. Faillissementen. G. W. de Graaf, vroeger technisch diroo- teur der room kaas fabriek „Pictemella", te Mijdrecht. De firma Goz. Vermeer en haar indivi- ducelo leden A. G. en A. G. J. Vermeer, handelende in mode-artikelen, te Dordrecht. 0. Stal, bierhuishouder, te Dordrecht. J. J. Rombouls, koperslager, te Ziorik- zee. W. F. Koorts, exploitant van het cafó restaurant „Suisse", to Arnhem. D. J. do Bas, Amsterdam. A. de Bruijn, weduwe van P. Smit, zon der beroep, Amsterdam. H. M. J, Oh. G. Brachthuizen, bediende in een fruithandel, Amsterdam. FEUILLETON. Irma Harding*. 21) Hij liep naar de deur, deed ze beslist open en er speelde een vreemde glimlach om zijn vast op elkaar gedrukte lippen. De heer Heketes keek van het biljet van vijf pond naar Vincent. De mengeling van groen en purper ging op en neer op een wijze, die de opwinding van den boezem er onder verraadde. Een oogenblik lang scheen het piet onwaarschijnlijk, dat hij den heer Denholm naar zijn keel zou vlie gen. Hij mat hem met zijn blik en besloot toen misschien ten gevolge van die me ting de kamer maar uit te gaan. Lady Aurelia was een passief en nu zelfs glimlachend toeschouwster geweest van dat kleine tooneeltje. Zij kon niet nalaten te genieten- van den a-anblik der woede van Vincent. Zijn woed© was altijd zoo grootsoh en zoo duidelijk, zóó geheel verschillend van een gewone woede als witgloeiend ijzer verschilt van rood. Een blik in de toekomst liet haar haar kleinzoon zien, den vertegenwoordiger van den een of anderen vïjandigen Staat met hetzelfde „grand air" de deur uitlatend. De deur ging dicht achter den heer Heke tes, Vincent haalde diep adem als na het volbrengen van een daad en wendde zich toen tot zijn grootmoeder. Zij zat zachtjes te lachen. „Het is mijn persoon, dien ge de deur hebt uitgezet, weet je, Vincent, het is de heer Heketes in het geheel niet. Ik wed om wat ge maar wilt, dat gij denkt, dat het mijn schuld is." „Ik denk zeer zeker, dat deze schikking aan u te wijten is." Zijn toon was niet zoo ijzig koel als degeen, dien hij tegen den heer Heketes had aangeslagen, maar feitelijk toch even veelzegggend door het gebrek aan harte lijkheid. Tot antwoord nam lady Aurelia van het tafeltje naast haar een open briefje, dat zij hem met een zekeren nadruk overhandigde. „Lees dat eens, dan zult ge zien, dat die beschuldiging ongegrond is." Zij sloeg hem gade, terwijl hij las en was in stilte blij, dat er geen straatnaam of huisnummer boven de brief stond. Het was ook niet be paald noodig, om hem op de hoogte te brengen van de verblijfplaats zijner ex-leer meesteres. Waarop Vincent het volgende las: 2 Mei. „Geachte Mevrouw. U zult me, naar ik hoop, wel willen exeuseeren, als ik u zeg, dat ik niet in staat ben om de lessen in uw huis langer voort te zetten. De heer Denholm zal zeker wel een anderen leermeester kunnen vinden. Ik verzoek u mij met een paar woorden te melden, dat ik van mijn verplichting ontslagen ben. Geheel de uwe, Irma Hartmann." „Dat is kort en bondig, - vroeg lady Aurelia, de verandering op zijn gezicht op merkend. „Wat hebt u gedaan?" „Haar het briefje gestuurd, waarom zij vroeg, natuurlijk; wat kon ik anders doen? En overal naar een anderen Hongaarschen leermeester gezocht. Het was een lastig geval en dit is nu al de dank, dien ik er voor krijg." Zij grinnikte even. „Ik bedoel niet nadien, maar van te voren? Wat hadt u gedaan, dat zij dit briefje geschreven had. Het is het echrijven van iemand, die beleedigd is." „Beleedigd?" herhaalde de douairière met volmaakte zelfbeheersching en haar opnieuw opwellend gevoel van bewondering bedekkend, want dit doorzien van de be weegredenen zijner bloedverwanten be loofde veel voor het lezen in het hart van vijandig gezinde staatslui. „Welke bedoe ling zou ik kunnen hebben met het beleedi- gen van iemand, die je zulke aardige vorde ringen deed maken in die taal Ofschoon zij geen ervaring heeft, bezit zij er klaar blijkelijk talent voor," voegde zij er genadig bij, Zooals de zaken nu stonden kon zij wel 'edelmoedig zijn. „Je weet, hoezeer ik er op gesteld ben, dat ge vooruit komt met je Hongaarsch." „Ik weet, dat u u over allerlei dingen ongerust maakt." „Wat nog geen reden is om je best te doen om er uit te zien als Irving op het oogenblik, dat hij gaat zeggen: „Look here upon this picture and on this Heusch, Vincent, je neemt de zaak te t-ra- giech op; en ik heb mijn broeder niet ver giftigd; en ben niet met een moordenaar getrouwd." „Dat is misschien zoo." zei Vincent, zich zelf opeens ziende zooals zij hom zag. Wat was het per slot? Een verandering van on derwijzer. Het was heel onschuldig, als het maar niet achter zijn rug gedaan wae. Het was natuurlijk alleen de teleurstelling, die hem dwars zat. „Ik stel genoeg belang in je Hongaarsch, om de prachtige manier te betreuren, waar op je dien bruinen man de kamer hebt uit gezet. Je meent het toch natuurlijk niet ernstig, dat je die lessen wilt opgeven?" „Natuurlijk niet," gaf Vincent toe, bijna weer op zijn gewonen toon. „Maar dit is een kwestie van principes. „De vraag is nu maar: Waar krijgen we een anderen onderwijzer van daan?" „De vraag is: Ben ik een vrij Britsch onderdaan of niet?" vroeg Vincent, half gekscherend, half ernstig, „Ik kom er tegen op, dat men mijn onderwijzer voor mij uitzoekt, ten minste dat doo ik soms. En in elk geval is me die ongewasschen 6truikroover niet goed genoeg. Zijn smaak voor dassen en voor tabak komt ook met overeen met den mijnen. Ik zal zelf wel voor een onderwijzer zorgen." „Zeker, beste jongen, zooals je wilt," mommelde lady Aurelia, den ex-gezant zoo precies napratend, dat Vincent zich te bui ten ging aan een lach als waaraan Irving zich zeker nooit schuldig maakte. Over het geheel was zij zeer tevreden over haar aandeel in de zege. Op straat bleef Vincent een oogenblik staan nadenken. De vriendelijke manier, waarop zijn grootmoeder en hij van elkaar waren gegaan, had hen geen van beiden bedrogen. Zij hadden allebei besloten de ooi-zaak van hun oncenigheid te negeeren, maar zij voelden ook allebei, dat die oor zaak er zat on er dus ook zou blijven. Gedu rende dat oogenblik, dat hij daar op straat stond, had Vincent het gevoel, dat hem een onrecht was aangedaan: hij voelde zich ook teleurgesteld. Opeens scheen do aanblik van een leeg rijtuig, van een vragend gezicht en een opgeheven arm hem op een idee te brengen, „Fortaguc-straat No. 0," zei hij, al in stappend. En bij voegde er tot zichzelf bij: „Ik zal eens gaan hooren wat nicht Mina er van zegt." „Fortague-straat No. 6/' was het adres, dat hij vaak opgaf, als hij behoefte had aan, troost of aan iemand, die naar hora luis terde. VIII. „De grootste schoonheid uit heel Londen, dat is niijn lieve Precious, en wat verstand cn manieren aangaat, die vindt men ner gens zoo tien mijlen in de rondte." „Slaat dat op mij of op De Wet?" vroeg Vinoent, toen hij op den drempel van het kleine salon van juffrouw Bennet die woor den opving; „in het eerste geval ben ik het volmaakt rnot je eens." Nicht Mina en De Wet zaten en tote-a,- tête thee te drinken. Zij was een zeer wei nig opmerkelijke juffer met haar eerste jeugd achter zich, als zij er ten minste ooit werkelijk jong had uitgezien met haar on doorzichtige huidhij een zeer opmerke lijke, kleine terrier, in zijn eigen verbeelding en in die der juryleden, die hem eens een tweeden prijs hadden toegekend op een hondententoonstelling. Op dat punt had den die jury-leden een geweldig iets op zich genomen, waDt die prijs was Do Wet regel recht naar zijn mallen kop gestegen. Van onschuldig zelfingenomen was hij lastig zelfingenomen geworden. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5