No. 15366.
LEZDSCH DAGBLAD, Donderdag* 24 Maart. Tweede Blad.
Anno 1910.
Tweede Kamer.
FEUILLETON.
Het Huwelijk van den Prins.
Is Theosofie geloof of weten?
Over bovenstaande vraag hield gister
avond in de Nutszaal de heer De Jager,
,uit Amsterdam, eene openbare voordracht,
idaartoc uitgenoodigd door de Leidsche
togo der Theosofische Vereeniging.
TUvorens een definitief antwoord op deze
yraag te geven, begon de spreker met
*c constatcereq, dat er twee redenen be
staan, waarom, men lid wordt der Theo
sofische Vereeniging, n.l. uit innerlijken
'drang tot bevrediging zijner godsdienstige
behoefte, doch ook uit lust tot studie en
weten. Hieruit kan men dus besluiten, dat
'de Theosofie ons kan geven een gemoeds
bevrediging van onze godsdienstige gevoe
lens, welke bevrediging tegelijkertijd voor
bet verstand aannemelijk is.
Om echter de Theosofie goed te kennen
en te begrijpen, om er in te vinden, wat
men zoekt, ontbreekt ons, Westersch be
schaafden, ten eenenmale de noodige vóór-
kennis, de basis, waarop wij kunnen en
moeten bouwen. Door eenige zeer begrij
pelijke en heldere voorbeelden stelde de
spreker de groote noodzakelijkheid van
ruik een vóór-kennis in 't licht. Die vóór
kennis is üe verkrijgen door de literatuur,
voornamelijk die over 't dierlijk magnetis
me. Voor het? eerst is dit dierlijk magne
tisme geconstateerd en ook beschreven in
't midden ongeveer der vorige eeuw door
;Mesfner, die behalve practisch hypnoti
seur ook theoreticus was. Hij, doch nog
veel moer de Baron van Reichenbach en
ook de thans nog levende kolonel de Ro-
qhat, hebben door zeer vele proefnemin
gen en ook langs photografischen weg
bet bestaan van een magnetisch fluïde
ten duidelijkste bewezen en aangetoond.
Als de mensch en dus ook de gansche
natuur door zulk een fluïde wordt door
stroomd, als de mensch zulk, wat men
noerpt een „etherisch dubbel", in zich
heeft, dan is het te begrijpen (hetgeen
trouwens 'is aangetoond), dat dit magne
tisch fluïde bij den eenen mensch in ster
kere mate het grof-stoffelijk lichaam door
dringt, dan bij den anderen, en ook, dat
het bij sommigen, zoogenaamde sensi-
tieven, in zeer sterke mate om zoo te
zeggen gecondenseerd kan worden. Zulke
sensitieven hebben het vermogen of de
gave (wat spreker eenigszins vergeleek met
Röntgenstralen) van helderziendheid van
ruimte, en kunnen b.v. zien, wat achter
een muur plaats grijpt, of van helderziend
heid van tijd en kunnen ons het verleden
vertellen of de naaste toekomst ontsluie
ren.
Het aannemen van dit magnetisch fluïde
Is voor de meeste Westersche volken een
hypothese, doch bij de Oosterlingen en
vooral de H indoes is het bestaan er van
jalgemeen bekend en aangenomen als een
stellige waarheid. Geen Hindoe echter zal
er met een Europeaan over spreken, ze
ker als hij is, dat de verlichte Wester-
sche( volken er doorgaans den spot mede
drijven. Begint men er echter zelf over en
dringt men meer bij hem aan, dan zal
men spoedig bemerken, dat het bestaan
van deze zaken voor hen een vaste waar
heid is. Hiervan gaf de spreker een tref
fend voorbeeld uit een van de werken van
Sinnett. Ook haalde hij aan, hoe wij Wes
terlingen, die de basis van die kennis mis
sen, bij bet aannemen er van heen en weer
geslingerd worden, waX hij uitvoerig liet
uitkomen uit een aanhaling van ProL
Richet.
Om tot de Theosofie te geraken, moet"
men dus een basis verkrijgen door studie,
tenzij men die kennis reeds bezit door in
tuïtie, verkregen door de studie in vorige
tevens.
Ten slotte kwam de spreker tot de eigen
lijke vraag: Hoe verhoudt de Theosofie
zich tot deze dingen? Is zij geloof of weten?
Geen van beide en toch wel beide, was
het antwoord. Het is een weten voor hen,
die door persoonlijke ervaring tot die ken
nis zijn gekomen, zooals dit het geval was
met de stichtster der Vereeniging, me
vrouw II. P. BLavatsky, en na haar met
vele anderen; het is een geloof voor ve
len, die zelf geen persoonlijke ervaring*
hebben opgedaan, doch die deze van an
deren aannemen, niet als dogma's, doch
als een hypothese, welke hun ccn meer
redelijke oplossing geeft voor vele, zoo
niet alle raadselen des levens. Door studie
zal die hypothese voortdurend een moer
vasten vorm aannemen en ten slotte over
gaan in weten.
Van de gelegenheid tot het stellen van
vragen werd door enkelen der aanwezi
gen gebruik gemaakt, waarna deze vrij
goed bezochte openbare vergadering door
de presidente der Leidsche Loge onder
dankzegging aan den spreker werd ge
sloten.
Ho oger Onderwijswet.
De «artikelen XXVI en XXVII der wet
van 22 Mei 1905 (Staatsblad No. 141) schrij
ven de indiening voor van nadere wetsvoor
stellen, respectievelijk in zake den z.g. e £-
fectus civilis van universi
taire examens en promoties en
met betrekking tot de theologische
faculteit. Die opdracht aan de Regee
ring is aan een termijn gebonden welke
voor laatstgenoemd onderwerp reeds is ver
streken, terwijl hij voor het eerst-e onder
werp spoedig verstrijken zal.
De redenen welke er toe hebben geleid,
dat aan de gegeven opdracht niet tijdig uit
voering kon woeden gegeven zijn bekend.
Nu echter de gestelde termijnen niet kon
den in acht worden genomen, dient de wet
in overeenstemming met den feitelijken toe
stand gebracht te worden.
Aldus de toelichting tot een wetsontwerp
tot wijziging van bovengenoemde wet, waar
bij wordt bepaald, dat beide zaken nader
zullen worden geregeld.
Reorganisatie van den bur-
gorlijken geneeskundigen
dienstin Ne d.-I n d i e.
Bij het afdeelingsonderzoek van het wets
ontwerp tot wijziging en verhooging van do
begrooting van uitgaven van Nederlanósch-
Indië voor het dienstjaar 1910, ten behoeve
van een reorganisatie van den burgerlijken
geneeskundigen dienst, werd blijkens het
Voorloopig Verslag van verschillende rij
den toegejuicht, dat in aansluiting aan het
rapport van de oommissie voor de reorga
nisatie van dien dienst, waarvan met greote
waardeering was kennis genomen, met de
scheiding van den burgerlijken en den mili
tairen dienst een begin zal worden gemaakt.
Enkele leden betwijfelden echter of aanne
ming van de voorstellen der Regeering wen-
scheljjk is, nu die scheiding rich zon bepa
len tob Java-, Madoera, Bali en Lombok,
terwijl in de Buitenbezittingen officieren
van gezondheid als inspecteurs voor den
burgerlijken dienst gehandhaafd zouden
blijven. Het denkbeeld werd geopperd, ook
op Java de gewestelijke eerst-aanwezende
officieren van gezondheid nog met de in
spectie te blijven belasten, maar iedeT hun
ner twee adjunct-inspecteurs toe te voegen,
die later, na afgelegd examen in de in hun
ressort gesproken inlandsche talen als in
specteurs voor den civielen dienst de leiding
zouden kunnen overnemen.
Ook namen eenige leden aanstoot aan den
bureaucratisch en geest, waarvan de ontwor
pen regeling hun toescheen blijk te geven.
Eenige leden meenden dat naast inland
sche geneeskundigen voor hulp aan de in
landsche bevolking door de in den laatsten
tijd in Indië gevestigde gemeente^ en door
particuliere ondernemers (b.v. suikerfabri-
kanben) Europeesche geneeskundigen moe
ten worden, aangesteld.
Ten aanzien van de voorziening in verlos
kundige hulp werd van gedachten gewis
seld, onder verwijzing naar de bekende bro
chure van dr. Van Buuren. In verband
daarmede vroeg men overlegging van de
notulen van de oommissie ad hoe, ingesteld
in 1902, welke schijnen te berusten in het
arohief van den inspecteur van, den burger
lijken geneeskundigen dienst in Batavia.
Met bevreemding hadden sommige leden
gezien dat de Minister zijn voorstel om
„alle maatregelen tegen syphilis" te doen
vervallen, niet anders motiveert dan met de
bloote mededeeling dat de geneeskundige
visitaties door allen ter zake deskundigen
volkomen nutteloos worden geacht. Men
vroeg daaromtrent inlichtingen en deelde
mede, dat in Engelsch-Indië op de afschaf
fing der reglementeering is teruggekomen.
Naturalisatie.
•1 het afdeelingsonderzoek van het wets
ontwerp tot naturalisatie van A. M. Kes-
sels, weduwe van H. H. Roncken en 57 an
deren werd de hoop uitgesproken dat in
den vervolge aan het in 'gereedheid brengen,
dezer wetsontwerpen grootere zorg zal wor
den gewijd, waar in den laatsten tijd her
haaldelijk en ook thans weer op on
nauwkeurigheden de aandacht moest wor
den gevestigd.
.Wij na cc ij n s.
Een wetsontwerp is ingediend, houdende
nadere bepalingen omtrent den accijns op
den wijn.
Blijkens de Memorie van Toelichting
bedoelt dit wetsontwerp te voorzien in eene
leemte, welke de wetgeving op den wijn
accijns bevat en die na de jongste accijns-
verhooging op het gedistilleerd in nog ster
kere mate dan voorheen, de deur opent
voor ontduiking vair 's rijks rechten.
Van wijn, die meer alcohol bevat dan
21 Liter per H. L. bij een warmte van 15
graden van den honderddeeligen thermo
meter, is voor dien meerderen alcohol de
accijns op het gedistilleerd verschuldigd.
Intusschen is degeen die wijn invoert,
niet verplicht eenige aangifte te doen no
pens de hoeveelheid van den daarin aan
wezigen alcohol. Het gevaar ligt dus voor
de hand, dat getracht zal worden, onder
de benaming van wijri eene vloeistof in
te voeren, welke met een aanzienlijk quan
tum alcohol vermengd is (reeds is gecon
stateerd invoer van een alcoholpercentage
van 30 pCt.) en welke wijn vervolgens ge
bezigd kan worden om door overhaling
den alcohol af te scheiden, die alsdan tot
andere doeleinden kan worden gebruikt.-
De administratie staat hier nagenoeg
machteloos tegenover.
De voorgestelde wetswijziging vol
gens welke voortaan wijn met meer dan 21
pCt. alcohol .als gedistilleerd zal worden
aangemerkt en als zoodanig zal moeten
worden aangegeven sterkt tot wering
van het bovenbedoeld gevaar voor bcna-
deeling der schatkist en heeft tevens de be
doeling oni vLoeistoffefy die meer dan 21
percent alcohol bevatten, in haar geheel te
belasten als gedistilleerd. Tevens zal hier
door het gevaar verminderd worden dat in
gevoerde wijn van hoog alcoholgehalte
hier te lande met water wordt vermengd
en vervolgens in comsumptie wordt ge
bracht of zelfs met afschrijving van den
accijns wordt uitgevoerd.
Bij niet-voldoening aan de verplichting
tot aangifte van wijn met meer dan 21
pCt. alcohol als gedistilleerd, zal de vloei
stof beschouwd worden als onder eene ver
keerde benaming te zijn aangegeven, het
geen dan ten gevolge heeft, dat de daarop
gestelde straffen der Algemeenc Wet daar
op toepasselijk worden.
Van het ingevoerde zal, behalve de ge
distilleerd-accijns, ook het invoerrecht als
voor gedistilleerd verschuldigd zijn.
De thans voorgestelde verplichting zal
ook rusten op hem die op den voet der
Algemeene Wet den doorvoer aangeeft.
Decoraties.
Ingediend is oen wetsontwerp tot wijziging
van het Ildo Hoofdstuk der Staatsbegroo-
ting voor 1909 (Hooge Collegiën).
Het bedrag voor decoraties toegestaan, is
in het afgeloopen jaar niot onbelangrijk
overschreden.
Hoofdzakelijk is die overschrijding oen
gevolg van do meerdere benoemingen dio
in de Nederlandscho Orden hebben plaats
gehad bij gelegenheid van de geboorte .van;
H. K. Prinses Juliana.
De kosten van aanschaffing van nieuwe
en de uitgaven voor herstelling van terug
ontvangen ordeteekenen waren in totaal
f 16,441.20; toegestaan was f 8000, zoodat
een aanvulling noodig is ten bedrage van
f 8441.20, welk bedrag uit een ander arti
kel der begrooting kan worden gevonden.
Stallen op Het Loo.
Bij het afdeelingsonderzoek van het wets
ontwerp tot verhooging van het eerste hoofd
stuk der Staatsbegrooting voor 1909, vroe
gen eenige leden of, en, zoo ja, in hoeverre,
de kosten der thans uitgevoerde werken do
vroegere raming hebben overschreden. Voorts
werd de vraag gesteld, of er voor de leden
der Kamer gelegenheid bestaat, hetgeen met
Rijksgeld is tot stand gebracht in oogen-
schouw te nemen.
Gemeenteraad Tan Alphen*
Voorzitter: de Burgemeester.
Aanwezig alle leden.
De notulen der twee vorige vergaderin
gen worden gelezen en onveranderd goed
gekeurd en vastgesteld.
Ingekomen stukken:
Een schrijven van den heer J. Oude-
jans, dat hij zijn benoeming als lid der
commissie tot wering van schoolverzuim
aanvaardt.
Een missive van Ged. Staten, inhouden
de hun goedkeuring op het genomen
Raadsbesluit tot wederoprichting der kaas
markt.
Medegedeeld wordt, dat het water der
hoofddrukbronwaterleiding is onderzocht
en bevonden is een uitstekend en onscha
delijk drinkwater te rijn.
Wordt voorgelezen het verslag der com
missie tot wering van schoolverzuim, en
het verslag der commissie van toezicht
op de Ambachtsteekenschool.
De Voorzitter stelt voor beide commis-
siën dank te zeggen voor haar mededee-
lingen.
Het jaarverslag van de commissie der
gasfabriek. Dit wordt in handen gesteld
ider financieele commissie.
Komt ter behandeling
1. Voorstel van B. en Ws. tot vast
stelling van een plan voor stelselmatige
bebouwing. Het uitgewerkte plan dier stel
selmatige bebouwing kan ook de goed
keuring wegdragen der gezondheidscom
missie. De heer Dros vraagt hoofdelijke
stemming. In stemming gebracht wordt
het voorstel verworpen met 2 tegen 9
stemmen. Tegen de heeren Dros, v. d.
Linden, Herngreen, Van Leeuwen, Bes,
Visser, Streng, Los en Overes.
2. Aankoop van het huis, bewoond door
N. den Dikken, tot vergrooting van het
marktplein en tot verruiming van den in
gang der Schoolstraat. De kerkvoogden
en notabelen der Ned.-Herv. Kerk willen
het huis afstaan voor f 5000. De afbraak
van het huis en het in-orde-maken van het
hek is voor den kooper, terwijl dè grond
in het bezit moet blijven der Kerk. De
Voorzitter wil het bod aannemen. De heer
Sprey ste.unt het voorstel van den Voor
zitter. De heer v. d. Linden is van oor
deel, dat die f 5000 voorloopig beter kun
nen bewaard worden, daar de begraaf
plaats door den tijd te klein wordt, dus
deze wel een andere plaats zal krijgen,
terwijl de school ook door den tijd wel
veranderd zal moeten worden. Het voor
stel van den Voorzitter wordt in stemming
gebracht en verwo-rpen met 5 tegen 6 stem
men. Tegen de heeren Overes, Streng,
v. d. Linden, Bes, Visser en Los. De
Voorzitter wil het huis zien te koopen voor
f4000. De heer Herngreen vraagt of dit;
wel zal aangenomen worden, waarop de.
beer Sprey antwoordt, dit maar niet voor
te slaan, daar het toch vergeefsche moeite
zal zijn. Daarom wordt besloten de zaak
geheel als afgedaan te beschouwen.
3. Voorstel van B. en Ws. met betrek
king tot de oprichting van een openbaar
slachthuis. B. en Ws. stellen voor een.
commissielid te kiezen, evena,ls de ge
meente Aa.rlanderveen gedaan heeft, die
;to£ lid gekozen heeft den heer M. van
(MuiswinkelBenoemd wordt de heer Bes.
4. Benoeming van een gemeente-archi
tect tevens directeur der waterleiding.
Gekozen wordt de heer J. van Lok
horst', timmerman te Alphen, met 7 stem-,
men. Twee stemmen werden uitgebracht
pp den heer P. Breukel, te 's-Grayenhage^
5. Benoeming va,n stembureaux voor de
verkiezingen van leden der Kamers van
Arbeid. Tot leden voor het stembureau
„Bouwbedrijven" werden gekozen, resp.:
ajs 1ste, 2de en 3de lid, de heeren: VanJ
Leeuwen, Vlasman en Van der Linden.
Tot leden voor het stembure>^ Voo>
dings- en Genotmiddelen"; werden geko.
zen, resp. als iste 2de, en 3de lid, de hee
ren Dros, Bes en Herngreen. Ais plaats
vervangend lid van het lste stcmburea^
werd gekozen de heer Sprey en ajs plaats-,
vervangend lid van het 2de stembureau
werd gekozen de heer Visser.
Bij de rondvraag, zegt de heer Vlasman,-;
dat hij het betreurt, dat het eerste punt
ider ajgenda, waaraan zooveel moeite is
ten koste gelegd en waar de Raad zicb
vroeger vóór heeft verklaard, zoo voefs
stoots, zonder najdere bespreking, is aL
gestemd. Hij hoopte, dat de Raad zich!
nog zou bedenken, zoodat- »lle moeiten,
niet tevergeefs zouden zijn geweest.
Hierna sluit de Voorzitter de vergade-,
ring.
VerTOor van lijken.
Bij Kon. Besluit van 10 Maart (Stbl. No,
85), tot nadere wijziging van het Alg. Re
glement Vervoer 1901, is art. 352 gewij
zigd als volgt:
„Elk lijk moet luchtdicht gesloten zijn in
een stevige metalen doodkist, welke zoo
vaat in 'n houten kist moet zijn gepakt, dat
rij daarin niet verschuiven kan. Het lijk
moet vergezeld worden door een begeleider,
die zich van 'n plaatsbewijs moet voorzien.
(„St.-Gt.)
Wilhelm!na-liospitaal te Smyrna.
In de gisteren, onder voorzitterschap van
den heer S. P. van Eeghen, te Amsterdam!
gehouden jaarlij ksche vergadering van het
Wilhelurina-hospitaal te Smyrna, werd door
het bestuur verslag over het afgeloopen
jaar uitgebracht, waaruit blijkt dat, alhoe
wel de inrichting geheel aan de eisohen van
moderne ziekenverpleging beantwoordt en
zioh als zoodanig dan ook een uitstekende
reputatie te Smyrna verworven heeft, het
geldelijk resultaat vooralsnog lijdt onder
de gevolgen van een te gering aantal
verpleegden.
Door zijn nationaal karakter draagt het
hospitaal, dat bij feestelijke gelegenheden
een centrum voor de bijeenkomsten der Ne
derlandsche kolonie is en zioh ook in veel
vuldig bezoek van belangstellende doortrek
kende Nederlanders verheugt, veel bij tot
de verbetering der nationale gevoelens.
Ter tegemoetkoming in het nadcelk,
saldo der exploitatie kon uit de middcltfa1
der vereeniging hier te lande weder een
subsidie naar Smyrna worden overgemaakt.
Scheepvaart op deRns<»ische havens.
De correspondent te St.-Petersburg van
de ,,N. R. C." schrijft:
Naar aanleiding van het sensationeel e be
richtje, betreffende de verhooging van ha
vengelden in Russische havens voor Ncdev-
landsche schepen, ka.n ik met voldoende ze
kerheid meededen, dat dit bericht door eed
misverstand in de wereld moet zijn geko
men. De zoogenaamde schepen-bclastïDg
ten bedrage van R. 2 per register-ton,
wordt slechts geheven van schepen die tot
landen behooren, in wier havens Russiscne
schepen niet behandeld worden als schepen'
van meest-begunstigde naties. Het meest-
begunstigings-beginsel is echter vastgesteld
in het in 1846 tusohen Nederland en Rus
land gesloten handels- en scheepvaartsver
drag, welk verdrag nog steeds in kracht is.,
Schepen van meest-begunstigde naties in
oasu dus ook Nederlandsche schepen, beta
len 10 kopeken schepen-belasting per re-
gisterton. Wat den maatstaf voor het hef
fen van deze belasting betreft, moeten de
schepen voor landen met wie Rusland geen
conventie gesloten heeft over het weder-
zijdsch erkennen van scheeps-meetbrieven,
zioh aan een meting, door Russische doua
ne-ambtenaren uit te voeren, onderwerpen.
Zulk een conventie nu bestaat er tusscheri
Rusland en Nederland niet, en dus dienen
Nederlandsche schepen in Russische hr*-ens
gemeten te worden.
01)
Grambuloff was op hét punt van te ant
woorden toen een man het plein binnen
stormde op een paard, dat geheel met
sohuim bedekt was. Sommige menschen
gilden. Slendereff en zijn vrienden waren
verbaasd. Grambuloff riep uit:
„Zijn zij er?"
„Ja, mijnheer," riep de man terug, en
het getrappel van galoppeerende paarden
werd gehoord.
,,De Alexis-Garde 1" schreeuwde Grambu
loff. „Daar is de vijand. Je vrienden ko
men,!" Hij sprak nu tot het volk.
Slendereff scheen niet in staat het nieuws
te bevatten. Iets dat geheel buiten zijn
berekening omgegaan wae, maakte hiem
geheel overstuur.
„Wat be teekent dat?" rei hij schor tot
Katkin.
„Wat ibeteekent dat?" Dit tot Katkin,
dien aartsschurk, den bewerker van het hee-
le kom plot. Hij had veel doorzicht en zag
met groote bitterheid deze factor, waarmee
geen rekening was gehouden.
„Verwenscht", mompelde hij. „Maar er
ib nog altijd een kans, Slendereff, altijd een
kans. Behaal de overwinninghet is nu.
jouw beurt. Zie wat je kunt doen. Ga voort I
Ga voort I"
Hij stond op en schreeuwde tegen de ca-
'detten. Gruel zwaaide met rijn zwaard.
„Presenteert het geweer I" krijschte Slen
dereff.
Het zou niet kalm afloopen.
®r wae een hevig gegil van hot volk.
Vrouwen vielen in zwijm en velen gingen op
den loop. Sommigen bleven staan, omdat
zij rich niet bewegen konden; sommigen,
omdat zij niet wilden.
„Volg de cadetten. Kom aan dezen
kant!" brulde Katkin.
Enkelen liepen over, velen liepen heele-
maal weg. De menigte verdween. Het vol
gende oogenblik kwam de Alexis-Gard? aan
in vollen draf. De cadetten werden zenuw
achtig. Gruel aarzelde.
„Vuurl" riep Slendereff.
Het was een hevige verwarring.
Na een ellendig salvo kon men rien, dat
de garde gereed was los te branden, en de
cadetten voelden hun moed in de schoe
nen zinken. Het volk, dat eerst weggeloo-
pen was, werd ook weer dapper, en begon
met goed gevolg te schieten, ten minste:
één schot was van groot belang.
Katkin, een in het oog loopende figuur
op het balkon, en in Renaria een man, die
een groote rol gespeeld heeft in deze ge
schiedenis, voelde, dat zijn laatste uur ge
slagen was. Plotseling greep hij met zijn
handen naar zijn borst, hij strompelde naar
voren, verloor rijn evenwicht en viel naar
boneden, doodgeschoten door een man uit
het volk. De revolutie verdween als sneeuw
voor de zon. Het volk koos de zijde van de
Alexis-Garde en bood weerstand. De cadet
ten bloosden haast. (Hoe durfden zij zich
tegen de Alexis-Garde verzetten Zij maak
ten 'n bespottelijk figuur en liepen gauw weg
Slendereff wilde nog vechten, maar Gruol
en-Tadislov, met tranen in de oogen, sleep
ten hem haast mee en do drie gingen op
den loop, om er het leven niet bij in te
schieten. Zij brachten het er levend af, maar
hun prooi was hun ontsnapt 1
XXV.
In veilige haven.
Katkins dood maakte de zaken heel wat
gemakkelijker. Deze bevrijdde Renaria vah
een grooten rustverstoorder, en den Prins,
Vera en Grambuloff van een groote zorg.
De plechtigheid op Pietro's Hoeve was van
even weinig waarde als het leven van den
man, die in de verdediging van zijn plan
nen, gevallen was.
Maar er moest nu aan de toekomst ge
dacht worden. De Prins helde nu sterk over
om afstand te doen.
„Wij blijven nu bij elkaar", zei hij tot
Vera, toen zij trachtten rich hun toekom
stig lot voor te stellen.
„Zal ik je niet tot last zijn?"
„Geen vrouw kan een man minder tot
last zijn."
„En wat Renaria betreft?" vroeg zij.
„Ik heb mijn kans gehad."
„Zal je afstand doen?"
„Ik denk het wel."
Maar Grambuloff had een woordje in het
midden te brengen. Deze twee mannen had
den samen veel angst en zorg doorgemaakt,
en nu verheugden zij zich samen in de over
winning.
„Afstand doen, waarom?" vroeg do staats
man.
„Mijn vrouw", zei de Prins.
„Zij is dat waard", zei Grambuloff. „Zij
heeft u gered."
„Dus keurt u het niet af?"-
Herr Grambuloff wachtte.
„Als zij een troonsafstand waard is, nou
zij ook een kroon waard kunnen zijn-"-
„Zij is iedere kroon waard."
„Zelfs de kroon van Renaria. Waarom
blijft u hier dan niet, en trouwt met haar?"
De Prins wachtte. Het was een aange
naam vooruitzicht
„Denk u, dat het zou kunnen gebeuren?"
vroeg hij.
„Waarom zoudt u nu heengaan? Wij heb
ben de samenzweerders uitgeroeid. Nu
Katkin dood is, zal Rusland slechts grom
men; het zal ophouden te bijten. En Re
naria zal uw vrouw aannemen, als het weet
welk een groote rol rij in dit laatste kom-
plot gespeeld heeft."
De Prins was getroffen. De lof voor Vera
deed hem groot genoegen; de lof voor zich
zelf vond hij ook plezierig. Hij stak zijn
hand uit, en voelde, hoe gezamenijk werk
en gezamenlijk gevaar menschen elkaar leert
kennen.
„Ik, ik ben dankbaar", zei hij.
„Heelemaal 'niet. We willen u onder alle
omstandigheden als Vorst hebben, en uw
vrouw is nu dubbel welkom, om haar zelf
en om u. Ik sta in voor de Volksvertegen
woordiging."
Maar de Prins dacht aan Vera. Die kroon
had haar lang genoeg in den weg gestaan.
Zelfs aan cle eischen van de eerzucht zijn
grenzen. Het werk in Renaria was boeiend,
opwekkend en belangrijk geweest en de
Prins voelde zich verheugd bij het denk
beeld.
Maar Vera. Dit was een ander beeld. Zij
verpersoonlijkte nu voor hem de zachtheid
en liefde van een ander leven. Haar zelf
opoffering moest beloond worden, en het
leven aan het Hof kon wel eens vol scha
duwen zijn.
Grambuloffs waarschuwing kwam den
Prins voor den geest-. Vera was tooneel-
speelster geweest... het volk (gewoonlijk be
vooroordeeld) zou misschien schimpen op
een vorstin van de planken. Neen. Vera zou
niet aan den spot van de Renariërs bloot
gesteld worden.
De Prins keerde de kroon den rug toe.
Hij 6ohudde zijn hoofd tegen Grambu
loff.
„Het zou nooit gaan. Ik ben haar te
veel verschuldigd", zei hij.
„De kroon zou misschien een weinig ver
goeden."
„Het kon wel eens te moeilijk zijn."
„U vreest?...."
„Haar gemoedsrust. Zij zou gelukkig met
mij zijn ver van hier: maar u kent de waar
de van geboorte."
Grambuloff knikte.
„Napoleon was Diet hooggeboren", zei hij,
en toch trouwde hij met een keizersdochter..
„Dit duidt alleen maar aan, dat men over
moeilijkheden heen kon komen
„Bij u is dit een omschrijving van een
moeilijkheid; iets, waar men over heen.
moet komen."
Grambuloff glimlachte.
„Zegt u neen,j omdat n denkt, dat uw
vrouw niet gelukkig zou zijn?"
„Ja".
„Zij verdient gelukkig te zijn. Ik wil
niet trachten over te halen, mastr wenscVl
Renaria nog niet vaarwel, zelfs niet in ge-»
dachte."
(Slot volgt)»