No. 15366. LEZDSCH DAGBLAD, Donderdag* 24 Maart. Tweede Blad. Anno 1910. Tweede Kamer. FEUILLETON. Het Huwelijk van den Prins. Is Theosofie geloof of weten? Over bovenstaande vraag hield gister avond in de Nutszaal de heer De Jager, ,uit Amsterdam, eene openbare voordracht, idaartoc uitgenoodigd door de Leidsche togo der Theosofische Vereeniging. TUvorens een definitief antwoord op deze yraag te geven, begon de spreker met *c constatcereq, dat er twee redenen be staan, waarom, men lid wordt der Theo sofische Vereeniging, n.l. uit innerlijken 'drang tot bevrediging zijner godsdienstige behoefte, doch ook uit lust tot studie en weten. Hieruit kan men dus besluiten, dat 'de Theosofie ons kan geven een gemoeds bevrediging van onze godsdienstige gevoe lens, welke bevrediging tegelijkertijd voor bet verstand aannemelijk is. Om echter de Theosofie goed te kennen en te begrijpen, om er in te vinden, wat men zoekt, ontbreekt ons, Westersch be schaafden, ten eenenmale de noodige vóór- kennis, de basis, waarop wij kunnen en moeten bouwen. Door eenige zeer begrij pelijke en heldere voorbeelden stelde de spreker de groote noodzakelijkheid van ruik een vóór-kennis in 't licht. Die vóór kennis is üe verkrijgen door de literatuur, voornamelijk die over 't dierlijk magnetis me. Voor het? eerst is dit dierlijk magne tisme geconstateerd en ook beschreven in 't midden ongeveer der vorige eeuw door ;Mesfner, die behalve practisch hypnoti seur ook theoreticus was. Hij, doch nog veel moer de Baron van Reichenbach en ook de thans nog levende kolonel de Ro- qhat, hebben door zeer vele proefnemin gen en ook langs photografischen weg bet bestaan van een magnetisch fluïde ten duidelijkste bewezen en aangetoond. Als de mensch en dus ook de gansche natuur door zulk een fluïde wordt door stroomd, als de mensch zulk, wat men noerpt een „etherisch dubbel", in zich heeft, dan is het te begrijpen (hetgeen trouwens 'is aangetoond), dat dit magne tisch fluïde bij den eenen mensch in ster kere mate het grof-stoffelijk lichaam door dringt, dan bij den anderen, en ook, dat het bij sommigen, zoogenaamde sensi- tieven, in zeer sterke mate om zoo te zeggen gecondenseerd kan worden. Zulke sensitieven hebben het vermogen of de gave (wat spreker eenigszins vergeleek met Röntgenstralen) van helderziendheid van ruimte, en kunnen b.v. zien, wat achter een muur plaats grijpt, of van helderziend heid van tijd en kunnen ons het verleden vertellen of de naaste toekomst ontsluie ren. Het aannemen van dit magnetisch fluïde Is voor de meeste Westersche volken een hypothese, doch bij de Oosterlingen en vooral de H indoes is het bestaan er van jalgemeen bekend en aangenomen als een stellige waarheid. Geen Hindoe echter zal er met een Europeaan over spreken, ze ker als hij is, dat de verlichte Wester- sche( volken er doorgaans den spot mede drijven. Begint men er echter zelf over en dringt men meer bij hem aan, dan zal men spoedig bemerken, dat het bestaan van deze zaken voor hen een vaste waar heid is. Hiervan gaf de spreker een tref fend voorbeeld uit een van de werken van Sinnett. Ook haalde hij aan, hoe wij Wes terlingen, die de basis van die kennis mis sen, bij bet aannemen er van heen en weer geslingerd worden, waX hij uitvoerig liet uitkomen uit een aanhaling van ProL Richet. Om tot de Theosofie te geraken, moet" men dus een basis verkrijgen door studie, tenzij men die kennis reeds bezit door in tuïtie, verkregen door de studie in vorige tevens. Ten slotte kwam de spreker tot de eigen lijke vraag: Hoe verhoudt de Theosofie zich tot deze dingen? Is zij geloof of weten? Geen van beide en toch wel beide, was het antwoord. Het is een weten voor hen, die door persoonlijke ervaring tot die ken nis zijn gekomen, zooals dit het geval was met de stichtster der Vereeniging, me vrouw II. P. BLavatsky, en na haar met vele anderen; het is een geloof voor ve len, die zelf geen persoonlijke ervaring* hebben opgedaan, doch die deze van an deren aannemen, niet als dogma's, doch als een hypothese, welke hun ccn meer redelijke oplossing geeft voor vele, zoo niet alle raadselen des levens. Door studie zal die hypothese voortdurend een moer vasten vorm aannemen en ten slotte over gaan in weten. Van de gelegenheid tot het stellen van vragen werd door enkelen der aanwezi gen gebruik gemaakt, waarna deze vrij goed bezochte openbare vergadering door de presidente der Leidsche Loge onder dankzegging aan den spreker werd ge sloten. Ho oger Onderwijswet. De «artikelen XXVI en XXVII der wet van 22 Mei 1905 (Staatsblad No. 141) schrij ven de indiening voor van nadere wetsvoor stellen, respectievelijk in zake den z.g. e £- fectus civilis van universi taire examens en promoties en met betrekking tot de theologische faculteit. Die opdracht aan de Regee ring is aan een termijn gebonden welke voor laatstgenoemd onderwerp reeds is ver streken, terwijl hij voor het eerst-e onder werp spoedig verstrijken zal. De redenen welke er toe hebben geleid, dat aan de gegeven opdracht niet tijdig uit voering kon woeden gegeven zijn bekend. Nu echter de gestelde termijnen niet kon den in acht worden genomen, dient de wet in overeenstemming met den feitelijken toe stand gebracht te worden. Aldus de toelichting tot een wetsontwerp tot wijziging van bovengenoemde wet, waar bij wordt bepaald, dat beide zaken nader zullen worden geregeld. Reorganisatie van den bur- gorlijken geneeskundigen dienstin Ne d.-I n d i e. Bij het afdeelingsonderzoek van het wets ontwerp tot wijziging en verhooging van do begrooting van uitgaven van Nederlanósch- Indië voor het dienstjaar 1910, ten behoeve van een reorganisatie van den burgerlijken geneeskundigen dienst, werd blijkens het Voorloopig Verslag van verschillende rij den toegejuicht, dat in aansluiting aan het rapport van de oommissie voor de reorga nisatie van dien dienst, waarvan met greote waardeering was kennis genomen, met de scheiding van den burgerlijken en den mili tairen dienst een begin zal worden gemaakt. Enkele leden betwijfelden echter of aanne ming van de voorstellen der Regeering wen- scheljjk is, nu die scheiding rich zon bepa len tob Java-, Madoera, Bali en Lombok, terwijl in de Buitenbezittingen officieren van gezondheid als inspecteurs voor den burgerlijken dienst gehandhaafd zouden blijven. Het denkbeeld werd geopperd, ook op Java de gewestelijke eerst-aanwezende officieren van gezondheid nog met de in spectie te blijven belasten, maar iedeT hun ner twee adjunct-inspecteurs toe te voegen, die later, na afgelegd examen in de in hun ressort gesproken inlandsche talen als in specteurs voor den civielen dienst de leiding zouden kunnen overnemen. Ook namen eenige leden aanstoot aan den bureaucratisch en geest, waarvan de ontwor pen regeling hun toescheen blijk te geven. Eenige leden meenden dat naast inland sche geneeskundigen voor hulp aan de in landsche bevolking door de in den laatsten tijd in Indië gevestigde gemeente^ en door particuliere ondernemers (b.v. suikerfabri- kanben) Europeesche geneeskundigen moe ten worden, aangesteld. Ten aanzien van de voorziening in verlos kundige hulp werd van gedachten gewis seld, onder verwijzing naar de bekende bro chure van dr. Van Buuren. In verband daarmede vroeg men overlegging van de notulen van de oommissie ad hoe, ingesteld in 1902, welke schijnen te berusten in het arohief van den inspecteur van, den burger lijken geneeskundigen dienst in Batavia. Met bevreemding hadden sommige leden gezien dat de Minister zijn voorstel om „alle maatregelen tegen syphilis" te doen vervallen, niet anders motiveert dan met de bloote mededeeling dat de geneeskundige visitaties door allen ter zake deskundigen volkomen nutteloos worden geacht. Men vroeg daaromtrent inlichtingen en deelde mede, dat in Engelsch-Indië op de afschaf fing der reglementeering is teruggekomen. Naturalisatie. •1 het afdeelingsonderzoek van het wets ontwerp tot naturalisatie van A. M. Kes- sels, weduwe van H. H. Roncken en 57 an deren werd de hoop uitgesproken dat in den vervolge aan het in 'gereedheid brengen, dezer wetsontwerpen grootere zorg zal wor den gewijd, waar in den laatsten tijd her haaldelijk en ook thans weer op on nauwkeurigheden de aandacht moest wor den gevestigd. .Wij na cc ij n s. Een wetsontwerp is ingediend, houdende nadere bepalingen omtrent den accijns op den wijn. Blijkens de Memorie van Toelichting bedoelt dit wetsontwerp te voorzien in eene leemte, welke de wetgeving op den wijn accijns bevat en die na de jongste accijns- verhooging op het gedistilleerd in nog ster kere mate dan voorheen, de deur opent voor ontduiking vair 's rijks rechten. Van wijn, die meer alcohol bevat dan 21 Liter per H. L. bij een warmte van 15 graden van den honderddeeligen thermo meter, is voor dien meerderen alcohol de accijns op het gedistilleerd verschuldigd. Intusschen is degeen die wijn invoert, niet verplicht eenige aangifte te doen no pens de hoeveelheid van den daarin aan wezigen alcohol. Het gevaar ligt dus voor de hand, dat getracht zal worden, onder de benaming van wijri eene vloeistof in te voeren, welke met een aanzienlijk quan tum alcohol vermengd is (reeds is gecon stateerd invoer van een alcoholpercentage van 30 pCt.) en welke wijn vervolgens ge bezigd kan worden om door overhaling den alcohol af te scheiden, die alsdan tot andere doeleinden kan worden gebruikt.- De administratie staat hier nagenoeg machteloos tegenover. De voorgestelde wetswijziging vol gens welke voortaan wijn met meer dan 21 pCt. alcohol .als gedistilleerd zal worden aangemerkt en als zoodanig zal moeten worden aangegeven sterkt tot wering van het bovenbedoeld gevaar voor bcna- deeling der schatkist en heeft tevens de be doeling oni vLoeistoffefy die meer dan 21 percent alcohol bevatten, in haar geheel te belasten als gedistilleerd. Tevens zal hier door het gevaar verminderd worden dat in gevoerde wijn van hoog alcoholgehalte hier te lande met water wordt vermengd en vervolgens in comsumptie wordt ge bracht of zelfs met afschrijving van den accijns wordt uitgevoerd. Bij niet-voldoening aan de verplichting tot aangifte van wijn met meer dan 21 pCt. alcohol als gedistilleerd, zal de vloei stof beschouwd worden als onder eene ver keerde benaming te zijn aangegeven, het geen dan ten gevolge heeft, dat de daarop gestelde straffen der Algemeenc Wet daar op toepasselijk worden. Van het ingevoerde zal, behalve de ge distilleerd-accijns, ook het invoerrecht als voor gedistilleerd verschuldigd zijn. De thans voorgestelde verplichting zal ook rusten op hem die op den voet der Algemeene Wet den doorvoer aangeeft. Decoraties. Ingediend is oen wetsontwerp tot wijziging van het Ildo Hoofdstuk der Staatsbegroo- ting voor 1909 (Hooge Collegiën). Het bedrag voor decoraties toegestaan, is in het afgeloopen jaar niot onbelangrijk overschreden. Hoofdzakelijk is die overschrijding oen gevolg van do meerdere benoemingen dio in de Nederlandscho Orden hebben plaats gehad bij gelegenheid van de geboorte .van; H. K. Prinses Juliana. De kosten van aanschaffing van nieuwe en de uitgaven voor herstelling van terug ontvangen ordeteekenen waren in totaal f 16,441.20; toegestaan was f 8000, zoodat een aanvulling noodig is ten bedrage van f 8441.20, welk bedrag uit een ander arti kel der begrooting kan worden gevonden. Stallen op Het Loo. Bij het afdeelingsonderzoek van het wets ontwerp tot verhooging van het eerste hoofd stuk der Staatsbegrooting voor 1909, vroe gen eenige leden of, en, zoo ja, in hoeverre, de kosten der thans uitgevoerde werken do vroegere raming hebben overschreden. Voorts werd de vraag gesteld, of er voor de leden der Kamer gelegenheid bestaat, hetgeen met Rijksgeld is tot stand gebracht in oogen- schouw te nemen. Gemeenteraad Tan Alphen* Voorzitter: de Burgemeester. Aanwezig alle leden. De notulen der twee vorige vergaderin gen worden gelezen en onveranderd goed gekeurd en vastgesteld. Ingekomen stukken: Een schrijven van den heer J. Oude- jans, dat hij zijn benoeming als lid der commissie tot wering van schoolverzuim aanvaardt. Een missive van Ged. Staten, inhouden de hun goedkeuring op het genomen Raadsbesluit tot wederoprichting der kaas markt. Medegedeeld wordt, dat het water der hoofddrukbronwaterleiding is onderzocht en bevonden is een uitstekend en onscha delijk drinkwater te rijn. Wordt voorgelezen het verslag der com missie tot wering van schoolverzuim, en het verslag der commissie van toezicht op de Ambachtsteekenschool. De Voorzitter stelt voor beide commis- siën dank te zeggen voor haar mededee- lingen. Het jaarverslag van de commissie der gasfabriek. Dit wordt in handen gesteld ider financieele commissie. Komt ter behandeling 1. Voorstel van B. en Ws. tot vast stelling van een plan voor stelselmatige bebouwing. Het uitgewerkte plan dier stel selmatige bebouwing kan ook de goed keuring wegdragen der gezondheidscom missie. De heer Dros vraagt hoofdelijke stemming. In stemming gebracht wordt het voorstel verworpen met 2 tegen 9 stemmen. Tegen de heeren Dros, v. d. Linden, Herngreen, Van Leeuwen, Bes, Visser, Streng, Los en Overes. 2. Aankoop van het huis, bewoond door N. den Dikken, tot vergrooting van het marktplein en tot verruiming van den in gang der Schoolstraat. De kerkvoogden en notabelen der Ned.-Herv. Kerk willen het huis afstaan voor f 5000. De afbraak van het huis en het in-orde-maken van het hek is voor den kooper, terwijl dè grond in het bezit moet blijven der Kerk. De Voorzitter wil het bod aannemen. De heer Sprey ste.unt het voorstel van den Voor zitter. De heer v. d. Linden is van oor deel, dat die f 5000 voorloopig beter kun nen bewaard worden, daar de begraaf plaats door den tijd te klein wordt, dus deze wel een andere plaats zal krijgen, terwijl de school ook door den tijd wel veranderd zal moeten worden. Het voor stel van den Voorzitter wordt in stemming gebracht en verwo-rpen met 5 tegen 6 stem men. Tegen de heeren Overes, Streng, v. d. Linden, Bes, Visser en Los. De Voorzitter wil het huis zien te koopen voor f4000. De heer Herngreen vraagt of dit; wel zal aangenomen worden, waarop de. beer Sprey antwoordt, dit maar niet voor te slaan, daar het toch vergeefsche moeite zal zijn. Daarom wordt besloten de zaak geheel als afgedaan te beschouwen. 3. Voorstel van B. en Ws. met betrek king tot de oprichting van een openbaar slachthuis. B. en Ws. stellen voor een. commissielid te kiezen, evena,ls de ge meente Aa.rlanderveen gedaan heeft, die ;to£ lid gekozen heeft den heer M. van (MuiswinkelBenoemd wordt de heer Bes. 4. Benoeming van een gemeente-archi tect tevens directeur der waterleiding. Gekozen wordt de heer J. van Lok horst', timmerman te Alphen, met 7 stem-, men. Twee stemmen werden uitgebracht pp den heer P. Breukel, te 's-Grayenhage^ 5. Benoeming va,n stembureaux voor de verkiezingen van leden der Kamers van Arbeid. Tot leden voor het stembureau „Bouwbedrijven" werden gekozen, resp.: ajs 1ste, 2de en 3de lid, de heeren: VanJ Leeuwen, Vlasman en Van der Linden. Tot leden voor het stembure>^ Voo> dings- en Genotmiddelen"; werden geko. zen, resp. als iste 2de, en 3de lid, de hee ren Dros, Bes en Herngreen. Ais plaats vervangend lid van het lste stcmburea^ werd gekozen de heer Sprey en ajs plaats-, vervangend lid van het 2de stembureau werd gekozen de heer Visser. Bij de rondvraag, zegt de heer Vlasman,-; dat hij het betreurt, dat het eerste punt ider ajgenda, waaraan zooveel moeite is ten koste gelegd en waar de Raad zicb vroeger vóór heeft verklaard, zoo voefs stoots, zonder najdere bespreking, is aL gestemd. Hij hoopte, dat de Raad zich! nog zou bedenken, zoodat- »lle moeiten, niet tevergeefs zouden zijn geweest. Hierna sluit de Voorzitter de vergade-, ring. VerTOor van lijken. Bij Kon. Besluit van 10 Maart (Stbl. No, 85), tot nadere wijziging van het Alg. Re glement Vervoer 1901, is art. 352 gewij zigd als volgt: „Elk lijk moet luchtdicht gesloten zijn in een stevige metalen doodkist, welke zoo vaat in 'n houten kist moet zijn gepakt, dat rij daarin niet verschuiven kan. Het lijk moet vergezeld worden door een begeleider, die zich van 'n plaatsbewijs moet voorzien. („St.-Gt.) Wilhelm!na-liospitaal te Smyrna. In de gisteren, onder voorzitterschap van den heer S. P. van Eeghen, te Amsterdam! gehouden jaarlij ksche vergadering van het Wilhelurina-hospitaal te Smyrna, werd door het bestuur verslag over het afgeloopen jaar uitgebracht, waaruit blijkt dat, alhoe wel de inrichting geheel aan de eisohen van moderne ziekenverpleging beantwoordt en zioh als zoodanig dan ook een uitstekende reputatie te Smyrna verworven heeft, het geldelijk resultaat vooralsnog lijdt onder de gevolgen van een te gering aantal verpleegden. Door zijn nationaal karakter draagt het hospitaal, dat bij feestelijke gelegenheden een centrum voor de bijeenkomsten der Ne derlandsche kolonie is en zioh ook in veel vuldig bezoek van belangstellende doortrek kende Nederlanders verheugt, veel bij tot de verbetering der nationale gevoelens. Ter tegemoetkoming in het nadcelk, saldo der exploitatie kon uit de middcltfa1 der vereeniging hier te lande weder een subsidie naar Smyrna worden overgemaakt. Scheepvaart op deRns<»ische havens. De correspondent te St.-Petersburg van de ,,N. R. C." schrijft: Naar aanleiding van het sensationeel e be richtje, betreffende de verhooging van ha vengelden in Russische havens voor Ncdev- landsche schepen, ka.n ik met voldoende ze kerheid meededen, dat dit bericht door eed misverstand in de wereld moet zijn geko men. De zoogenaamde schepen-bclastïDg ten bedrage van R. 2 per register-ton, wordt slechts geheven van schepen die tot landen behooren, in wier havens Russiscne schepen niet behandeld worden als schepen' van meest-begunstigde naties. Het meest- begunstigings-beginsel is echter vastgesteld in het in 1846 tusohen Nederland en Rus land gesloten handels- en scheepvaartsver drag, welk verdrag nog steeds in kracht is., Schepen van meest-begunstigde naties in oasu dus ook Nederlandsche schepen, beta len 10 kopeken schepen-belasting per re- gisterton. Wat den maatstaf voor het hef fen van deze belasting betreft, moeten de schepen voor landen met wie Rusland geen conventie gesloten heeft over het weder- zijdsch erkennen van scheeps-meetbrieven, zioh aan een meting, door Russische doua ne-ambtenaren uit te voeren, onderwerpen. Zulk een conventie nu bestaat er tusscheri Rusland en Nederland niet, en dus dienen Nederlandsche schepen in Russische hr*-ens gemeten te worden. 01) Grambuloff was op hét punt van te ant woorden toen een man het plein binnen stormde op een paard, dat geheel met sohuim bedekt was. Sommige menschen gilden. Slendereff en zijn vrienden waren verbaasd. Grambuloff riep uit: „Zijn zij er?" „Ja, mijnheer," riep de man terug, en het getrappel van galoppeerende paarden werd gehoord. ,,De Alexis-Garde 1" schreeuwde Grambu loff. „Daar is de vijand. Je vrienden ko men,!" Hij sprak nu tot het volk. Slendereff scheen niet in staat het nieuws te bevatten. Iets dat geheel buiten zijn berekening omgegaan wae, maakte hiem geheel overstuur. „Wat be teekent dat?" rei hij schor tot Katkin. „Wat ibeteekent dat?" Dit tot Katkin, dien aartsschurk, den bewerker van het hee- le kom plot. Hij had veel doorzicht en zag met groote bitterheid deze factor, waarmee geen rekening was gehouden. „Verwenscht", mompelde hij. „Maar er ib nog altijd een kans, Slendereff, altijd een kans. Behaal de overwinninghet is nu. jouw beurt. Zie wat je kunt doen. Ga voort I Ga voort I" Hij stond op en schreeuwde tegen de ca- 'detten. Gruel zwaaide met rijn zwaard. „Presenteert het geweer I" krijschte Slen dereff. Het zou niet kalm afloopen. ®r wae een hevig gegil van hot volk. Vrouwen vielen in zwijm en velen gingen op den loop. Sommigen bleven staan, omdat zij rich niet bewegen konden; sommigen, omdat zij niet wilden. „Volg de cadetten. Kom aan dezen kant!" brulde Katkin. Enkelen liepen over, velen liepen heele- maal weg. De menigte verdween. Het vol gende oogenblik kwam de Alexis-Gard? aan in vollen draf. De cadetten werden zenuw achtig. Gruel aarzelde. „Vuurl" riep Slendereff. Het was een hevige verwarring. Na een ellendig salvo kon men rien, dat de garde gereed was los te branden, en de cadetten voelden hun moed in de schoe nen zinken. Het volk, dat eerst weggeloo- pen was, werd ook weer dapper, en begon met goed gevolg te schieten, ten minste: één schot was van groot belang. Katkin, een in het oog loopende figuur op het balkon, en in Renaria een man, die een groote rol gespeeld heeft in deze ge schiedenis, voelde, dat zijn laatste uur ge slagen was. Plotseling greep hij met zijn handen naar zijn borst, hij strompelde naar voren, verloor rijn evenwicht en viel naar boneden, doodgeschoten door een man uit het volk. De revolutie verdween als sneeuw voor de zon. Het volk koos de zijde van de Alexis-Garde en bood weerstand. De cadet ten bloosden haast. (Hoe durfden zij zich tegen de Alexis-Garde verzetten Zij maak ten 'n bespottelijk figuur en liepen gauw weg Slendereff wilde nog vechten, maar Gruol en-Tadislov, met tranen in de oogen, sleep ten hem haast mee en do drie gingen op den loop, om er het leven niet bij in te schieten. Zij brachten het er levend af, maar hun prooi was hun ontsnapt 1 XXV. In veilige haven. Katkins dood maakte de zaken heel wat gemakkelijker. Deze bevrijdde Renaria vah een grooten rustverstoorder, en den Prins, Vera en Grambuloff van een groote zorg. De plechtigheid op Pietro's Hoeve was van even weinig waarde als het leven van den man, die in de verdediging van zijn plan nen, gevallen was. Maar er moest nu aan de toekomst ge dacht worden. De Prins helde nu sterk over om afstand te doen. „Wij blijven nu bij elkaar", zei hij tot Vera, toen zij trachtten rich hun toekom stig lot voor te stellen. „Zal ik je niet tot last zijn?" „Geen vrouw kan een man minder tot last zijn." „En wat Renaria betreft?" vroeg zij. „Ik heb mijn kans gehad." „Zal je afstand doen?" „Ik denk het wel." Maar Grambuloff had een woordje in het midden te brengen. Deze twee mannen had den samen veel angst en zorg doorgemaakt, en nu verheugden zij zich samen in de over winning. „Afstand doen, waarom?" vroeg do staats man. „Mijn vrouw", zei de Prins. „Zij is dat waard", zei Grambuloff. „Zij heeft u gered." „Dus keurt u het niet af?"- Herr Grambuloff wachtte. „Als zij een troonsafstand waard is, nou zij ook een kroon waard kunnen zijn-"- „Zij is iedere kroon waard." „Zelfs de kroon van Renaria. Waarom blijft u hier dan niet, en trouwt met haar?" De Prins wachtte. Het was een aange naam vooruitzicht „Denk u, dat het zou kunnen gebeuren?" vroeg hij. „Waarom zoudt u nu heengaan? Wij heb ben de samenzweerders uitgeroeid. Nu Katkin dood is, zal Rusland slechts grom men; het zal ophouden te bijten. En Re naria zal uw vrouw aannemen, als het weet welk een groote rol rij in dit laatste kom- plot gespeeld heeft." De Prins was getroffen. De lof voor Vera deed hem groot genoegen; de lof voor zich zelf vond hij ook plezierig. Hij stak zijn hand uit, en voelde, hoe gezamenijk werk en gezamenlijk gevaar menschen elkaar leert kennen. „Ik, ik ben dankbaar", zei hij. „Heelemaal 'niet. We willen u onder alle omstandigheden als Vorst hebben, en uw vrouw is nu dubbel welkom, om haar zelf en om u. Ik sta in voor de Volksvertegen woordiging." Maar de Prins dacht aan Vera. Die kroon had haar lang genoeg in den weg gestaan. Zelfs aan cle eischen van de eerzucht zijn grenzen. Het werk in Renaria was boeiend, opwekkend en belangrijk geweest en de Prins voelde zich verheugd bij het denk beeld. Maar Vera. Dit was een ander beeld. Zij verpersoonlijkte nu voor hem de zachtheid en liefde van een ander leven. Haar zelf opoffering moest beloond worden, en het leven aan het Hof kon wel eens vol scha duwen zijn. Grambuloffs waarschuwing kwam den Prins voor den geest-. Vera was tooneel- speelster geweest... het volk (gewoonlijk be vooroordeeld) zou misschien schimpen op een vorstin van de planken. Neen. Vera zou niet aan den spot van de Renariërs bloot gesteld worden. De Prins keerde de kroon den rug toe. Hij 6ohudde zijn hoofd tegen Grambu loff. „Het zou nooit gaan. Ik ben haar te veel verschuldigd", zei hij. „De kroon zou misschien een weinig ver goeden." „Het kon wel eens te moeilijk zijn." „U vreest?...." „Haar gemoedsrust. Zij zou gelukkig met mij zijn ver van hier: maar u kent de waar de van geboorte." Grambuloff knikte. „Napoleon was Diet hooggeboren", zei hij, en toch trouwde hij met een keizersdochter.. „Dit duidt alleen maar aan, dat men over moeilijkheden heen kon komen „Bij u is dit een omschrijving van een moeilijkheid; iets, waar men over heen. moet komen." Grambuloff glimlachte. „Zegt u neen,j omdat n denkt, dat uw vrouw niet gelukkig zou zijn?" „Ja". „Zij verdient gelukkig te zijn. Ik wil niet trachten over te halen, mastr wenscVl Renaria nog niet vaarwel, zelfs niet in ge-» dachte." (Slot volgt)»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5