Verdenkt gij nw nieren wel
PREMIE-UITGAVE
Enquête- voorstel Troelstra*
Eet Voorloopig Verslag der Tweede Ka-
jner is verschenen nopens het vooistel van
den heer Troelstra tot het houden eener
enquête omtrent handelingen van den toen-
maligen minister van Binnenlandsche Za
ken ter zake van decoraties in 1903 en 1905.
Tegen het voorstel werden verschillende
bedenkingen geopperd.
In de eerste plaats werd door sommigen
aangevoerd, dathet voorstel prae-
jnatuur is te achten.
Uit het verband der artt, 9-1 en,
95 der Grondwet leidde zij af, dat van het
recht van enquête geen gebruik gemankt
behoort te worden, zoolang andere middo-
len, beschikbaar zijn om het noodïge licht
te verkrijgen. Van een enquête kon eerst
Bprake zijn, nadat getracht is door een tot
de Regeering gerichte interpellatie om
trent de door den voorsteller bedoelde
zaken inlichtingen te bekomen.
In de tweede plaats waren vele leden
van oordeel, dat, ook al vereenigt men zich
met de ruime opvatting van het recht van
enquête, welke de voorsteller huldigt, toe
passing der wet van 5 Augustus 1850
(Staatsblad No. 45) als uitgesloten is te
beschouwen, wanneer het doel der enquête
zou zijn te komen tot een aanklacht
wegens een door een Minister
gepleegd ambtsmisdrijf. In de
wet van 22 April 1855 (Staatsblad No. 33)
is voorgeschreven, dat zulk een aanklacht
door 5 leden der Kamer lean worden inge
diend en dat zij, wanneer de Kamer tot
bet in overweging n,emen daarvan besluit,
gesteld wordt in handen eener door de
Kamer to benoemen commissie van onder
zoek. Ten aanzien van dit onderzoek zijn
de bepalingen der wet van 1850 toepasse
lijk verklaard en verschillende nadere voor
schriften gegeven Deze enquête is een
fase in dc behandeling dm- tegen eer. Mi
nister gerichte beschuldiging. Met het oog
op deze speciale regeling kan een enquêté,
welke aan de indiening eener aanklacht
voorafgaat, njet geacht worden geoorloofd
te zijn. De wetgever kan niet gewild heb
ben, dat twee malen een onderzoek zou
worden ingesteld met hetzelfde doel.
Vonder wordt betoogd, dat de strekking
der enquête zou moeten zijn na te gaan, of
er termen zijn voor een strafrechtelijke ver
volging. Wil "de heer Troelstra hieromtrent
een enquête zien ingesteld, dan had bij
met vier andere leden een aanklacht tegen
dr. Kuyper behooren in te dienen. Dat het
bedoelde verband tusschen ontvangen gel
den en verleende diensten niet bewezen is,
staat aan indiening eener aanklacht niet :n
den weg. Voor die indiening zijn vermoe
dens of aanwijzingen omtrent het bestaan
van noodanig verband noodig, maar ook vol
doende. Men keurde het af, dat de voor
steller in plaats van, zooals hij op zijn
standpunt had behooren te doen, een aan
klacht in te dienen, getracht heeft op de
Kamer de verantwoordelijkheid te leggen
van een onderzoek, dat tot dat doel zou
kunnen leiden.
In de derde plaats werd opgemerkt, dat
dezo enquête ook daarom niet oorbaar zon
zijn, aar^zien zij ook geen politieke gevol
gen kan hebben. Een onderzoek, dab een af
getreden Minister betreft, kan toch niet-
leiden tot een motie van afkeuring, en de
bedoeling mag niet rijn een politieke tegen
stander als zoodanig te treffen. Bovendien
werd betwijfeld, of, waar het een persoon
lijkheid geldt-, die eenerzijds op den trou
wen steun van vele volgelingen kan reke
nen en anderzijds bij zijn politieke tegen
standers scherpe tegenkanting heeft gevon
den, van een commissie, uitsluitend bestaan
de uit leden van een politiek lichaam, wei
een onpartijdig onderzoek ware to verwach
ten. Voor een enquête bestaat verder te
minder aanleiding, nu dr. Kuyper zelf het
initiatief heeft genomen tot aanwijzing
eener commissie, die de door den heer Troel-
Blra bedoelde zaken zal hebben te onder
zoeken. De leeuze van de leden dezer com
missie waarborgt een onpartijdige uit
spraak.
Waar de eer en de goede naam van den
oud-Minister bij deze zaak in hoogo mate
zijn betrokken moet aelf9 de schijn van par
tijdigheid vermeden worden, indien een par
lementaire enquête werd ingesteld. Voorts
betoogden sommigen dat- een enquête ook
dan geen nut kan hebben indien zij inge
steld werd om daardoor te komen tot een
strafvervolging. De voornaamste beschuldi
ging is, dat een ridderorde zoude zijn toege
kend als belooning voor gelden aan een
partijkas geschonken. Gesteld, dat daarover
onderhandelingen zijn gevoerd, dan val dit
toch zeker geschied zijn met dubbelzinnige
verklaringen en halve woorden. Een voor
den strafrechter geldend bewijs van het ver
band tusschen do gift en de toekenning der
ridderorde zal ook door het hoorei) van de
bij de zaak betrokken personen niet gele
verd kunnen worden.
Ook werd aangevoerd, dat het alge
meen belang door het instel-
leneencr cnquêtenic tz o u w or-
den gediend. Wel geven de
feiten, welke door de gepubliceerde brieven
en de verklaringen van dr. Kuyper geacht
kunnen worden vast te staan, geen gunsti-
gen indruk van zijn beleid. Zoo verklaarde
hij gedurende zijn Ministerie, weliswaar
tegen zijn zin, voorzitter van het centraal
comité van anti-revolutionaire kiesvereeni-
gingen te zijn gebleven, als zoodanig gelden
voor dc partijkas te hebben geïnd en advie
zen te hebben gegeven. Ook staat het vast,
dat hij over staatszaken briefwisseling
heeft gehouden met een vrouw, die zich niet
waardig heeft getoond met zoodanig blijk
vari vertrouwen te worden vereerd. Einde
lijk zijn ten opzichte van de decoratie van
den heer R. Lehmann en den wensch van
dr. Kuyper tot het decorccren van diens
broeder allerlei bijzonderheden bekend ge
worden, dio op de beweegredenen, op grond
waarvan gedurende het bewind van den
oud-Minister voorstellen tot toekenning
van ridderorden werden gedaan, een zon
derling licht werpen. Door een enquote
zouden wellicht verschillende Teeds be
kende feiten nader gestaafd kunnen wor
den en misschien nog andere feiten van ge-
lijksoortigen aard. ter algemoene kennis
kunnen worden gebracht. Ook zou daardoor
opheldering kunnen worden verkregen aan
gaande den brief van dr. Kuyper aan M^
Westmeijer van 6 Juli 1905, waarin ever
een aangelegenheid, de Utrechtsche univer
siteit betreffende, gesproken wordt. Men
kon echter nic-t inzien, dat door het ver
spreiden van meer licht omtrent deze zaken
bet algemeen belang zou worden bevorderd
en de eer des lands zou worden verhoogd.
Enkelen verklaarden zich echter bereid
over hun bezwaren tegen de instelling eener
parlementaire enqüête heen te stap
pen, i n d i e n b i e e k, dat dr. Kuy
per zelf die te zijner recht
vaardiging wenschte. Aan een
staatsman, die zoo scherp was aangevallen,
mocht huns inziens geen middel onthouden
worden, dat hij te zijner verdediging noodig
oordeelde.
Andere loden konden zich met het voor
stel vereenigen. Dezerzijds werd herinnerd
dat blijkens het Voorloopig Verslag betref
fende hoofdstuk I der Staatsbegrooting de
Kamer nader licht omtrent do handelingen,
waarop de heer Troelstra het oog heeft,
noodig heeft geacht, maar dat de ge-
we n s c h t e inlichtingen niet
z ij n verkregen. Die te erlangen door
middel van een tot de Regeering gerichte
interpellatie is niet mogelijk, aangezien het
bier geenszins enkel te doen is om over
legging van regeeringsbcscheiden. Ook kan
het noodigo licht niet verspreid worden
door den ingestelden eereraad, aangezien
zulk een commissie, hoo goed ook samen
gesteld, zooals ook de voorsteller in zijn
toelichting betoogt, niet bq machte is getui
gen to dwingen voor haar te verschijnen en
van hen, die opkomen, het afleggen van een
eod te vergen, terwijl bovendien niet be
kend is, welk o opdracht aan de commissie
is verstrekt. Het eenige middel tot het ver
krijgen van de ge wensch te klaarheid be
staat in het instellen van een parlementair
onderzoek.
Bij dat onderzoek kan blijken dat er ter
men zijn tot instelling eener strafvervol
ging en in dat geval kan een aanklacht wor
den ingediend en een ïnstructio ingevolge
de wet van 1855 volgen. Maar het werd een
te enge opvatting van het ingedïendo voor
stel geacht dit te beschouwen als een mid
del tot instelling eener strafvervolging.
Bij dit onderzoek, zoo werd betoogd, b>
hoeft men zich niet te houden aan de begin
selen van de strafverordening; er kunnen
feiten aan den dag komen, die al leveren
zij voor den strafrechter geen wettig bewijs
op, toch de overtuiging schenken, dat er
oorzakelijk verband bestaat tusschen han-
cielingen van dr. Kuyper ter zake van het
decoreeren van de beide heeren Lehmann
en handelingen dier beide heeren in het
belang van de politieke partij, waartoe dc
oud-minister behoort.
De enquête zal zoo meenden enkelen
beslissend zijn voor de vraag, of dr.
Kuyper nog kan deelnemen
a a n het politieke leven. Trok
hij zich uit eigen beweging terug,
dan zou het belang der enquête
vervallen. Toepassing der wet van 1850 is
te meer noodig, nu de politieke volgelingen
van dr. Kuyper onvoorwaardelijk voor huil
leider partij trokken en van de zijde van
politieke geestverwanten eerst te elfder ure
schoorvoetend werd aangedrongen op de
instelling van een raad van onderzoek.
Naar aanleiding van deze beschouwingen
werd herinnerd aan de van de zijde van
politieke medestanders van dr. Kuyper in
de Kamer afgelegd»" verklaring dat, is>i-
lang het bewijs van het verband tusschen
diens handelingen en het ontvangen van
gelden voor de partijkas niet was geleverd,
men geen voldoende reden had om te twij
felen aan de juistheid zijner verklaring,
dat zoodanig verband niet
bestond. Voorts werd nader op
gemerkt, dat, waar bij het gc-
wenschte onderzoek de eer en de goede
naam van den oud-Minister rijn betrokken,
de waarborgen, welke de we>t van 1855 tel
bèscheiTning van beschuldigden geeft, ai-it
ter wille van politieke bijoogmerken inogm
worden ter zijde gesteld.
Ten slotte werd neg opgemerkt, dat in
verschillende afdeelingen van gedachten
werd gewisseld over het verband tusschen
de voorgestelde enquête en het onderzoek
der commissie op initiatief van dr. Kuyper
opgetreden. Dezo beschouwingen heeft de
commissie gemeend niet in bet verslag te
moeten opnemen
"Volgens art. 1 der wet van 1850 moet bot
voorstel tot het houden eener enquête een
nauwkeurige omschrijving
van het ondcT we t p des on
derzoek- bevatten. Sommige leden
meenden, dat het voorstel van den
heer Troelstra aan dezen eisch niet voldoet.
Nota.
Dc heer A. E. de Savornin Lohman
betoogt in een aan het verslag toegevoegde
afzonderlijke nota, dat men niet moet
komen tot een enquête, daar een en
quête een doel moet hebben.
Hiermede is de voorsteller zelf het eens.
Hij schrijft ,,dat aan alles wat de Kamer
doet de eisch mag gesteld worden dat het
een doel heeft en wel een, dat binnen den
werkkring der Kamer valt Het komt hem
voor, „dat men in den geest der Grondwet
en volgens het wezen der zaak 't best han
delt, door het doel eener enquête eenvou
dig te zoeken in het onderzoek zelf, en,
daarbij slechts die bepalingen te doen gel
den, die aan het belang der zaak en
haar verband met de algemee-
n e constitutioneele taak van
het Parlement zijn ontleend".
Bij elke enquête moet de vraag worden
gesteld of zij bij mogelijkheid een staat
kundig doel kan bereiken, en bij ontken
nende beantwoording is zij ongeoorloofd.
Eigenlijk erkent de voorsteller dit zelf,
en hij doet dan, ook duidelijk uitkomen,
welk dit doel is, n.L het stellen in staat
van beschuldiging van den gewezen Minis
ter dr. Kuyper.
Het is dus te doen om een strafrechtelijk
on,derzoekl en om niet-a anders; niet b.v.
om een onderzoek naar de wijze van deoo-
ratie-verleening in liet algemeen. Ook niet
om een politiek oordeel te kunnen uitspre
ken, bij wijze van votum van wantrouwen,
daar de verdachte niet meer in functie is,
dus zulk een votum geen zin zon hebben.
De heer Lohman meent, dat zulk een on
derzoek geoorloofd is, doch wilde do Kamer
deswege een onderzoek instellen, dan mag
zij niet, zooals de voorsteller wil, het
recht van enquête toepassen volgens art. 95
der Grondwet, maar dan moet zij gebruik
maken van het recht haar verleend bij art.
161 der Grondwet, het recht n.l. om
hoofden der ministerie e'le
Departementen ook na hun af
treding te vervolgen wegens
ambtsmisdrijven. De uitoefening nu
van dat recht is geregeld bij de wet op
de ministerieele verantwoordelijkheid
(1855 Staatsblad No. 33).
Het behoeft wel geen betoog dat, waar
het gaat om een Minister in staat van be
schuldiging te stellen, de bovenbedoelde
wet moet worden nageleefd en een gewone
enquête niet toelaatbaar is. Waar de eer
en goede naam van een ingezeten- op het
spel staat, heeft de wet strenge voorschrif
ten gegeven ter voorkoming van overijling
en noodclooze, maar, welke ook de uitslag
zij, steeds pijnlijke vervolging.
Door gebruik te maken, gelijk de voor
steller doet, van het recht van enquête van
art. 95 der Grondwet, zou de Kamer den
beschuldigden of verdachten ambtenaar
berooven van al de rechten die hem bij
bovenbedoelde wet zijn gegeven, om hem te
beschermen tegen onrecht.
De heer Lohman meent derhalve, dat de-
voorsteller een verkeerden weg is ingesla
gen om rijn doel te bereiken, en dat de
Kamer dienvolgens verplicht, is het voor
stel om een onderzoek in te stellen als be
doeld in art. 95 der Grondwet, ter beant
woording van de door den voorsteller ge
stelde" vragen, te verwerpen.
UKCEASES,
h 40 Cent per regel.
Staat gij op met een ellendig gevoel in
uw rug?
Pijn in de lendenen en zijden
Zijt gij prikkelbaar of moedeloos? Zonder
energie?
Is uw urine bewolkt, zanderig of bran
dend?
Heeft uw water een onnatuurlijke kleur?
Loost gij te veel of te weinig urine?
Zijt gij waterzuchtig of rheumatisch?
Wanneer gij het geringste verschijnsel
van een nicT- of blaasziekte hebt, dan zijt
gij nooit veilig voor een plotselinge ineen
storting der nieren of van de blaas. Uw
riekte kan zelfs een boogeren trap bereikt
hebben dan gij denkt en hoe langer zij ver
onachtzaamd wordt, des te dieper kan zij
wortel schieten. 2593 41
Alleen een speciaal nierengeneesmiddel
kon iederen wortel van een nierziekte uit-
roeicD en dc werkelijke oorzaak der
riekte genezen. Dit is.de reden, dat Foster's
Rugpijn Nieren-Pillen duurzaam genezen.
Zij dienen uitsluitend voor nier- en blaas-
kwalen. Zij werken in overeenstemming met
de natuur en geven aan de nieren haar ge
zondheid terug, terwijl zij een natuurlijke
werking der blaas herstellen, zoodat het
bloed behoorlijk gefiltreerd wordt en de
vloeibare onzuiverheden geregeld uit het
lichaam worden afgevoerd.
Ziet toe, dat do juiste naam: Foster's
Rugpijn Nieren-Pillen op dc doos voor
komt. Zij ziin to Leiden verkrijgbaar bij de
heeren D. W. E. F. de Waal, Mare 56; D.
M- Kruisinga, Nieuwe Rijn 33; en Reyst en
Krak, Steenstraat 41. Toezending geschiedt
franco na ontvangst van postwissel a 1.75
voor één, of 10 voor zes doozén.
HET NlUlltfSTE MUMMER YAH
©ME
IS 'WEDEROM MN ONS
BUREEL VERKRIJGBAAR
A AR LA ND ER VEEN. Bij besluit van
Ged. Staten van Zuid-Holland is vernie
tigd het besluit vau den Gemeenteraad tot
vaststelling, na reclame, van den aanslag
in den hoofdelijken omslag van den heer J.
Rijlaarsdam, alhier, terwijl daarentegen het
door den heer K. Karsemeyer ingesteld hoo-
ger beroep ongegTond werd verklaard.
LEIDERDORP. Het bestuur van den
Munnikenpolder heeft den omslag voor
1909 bepaald op f 2.50 per hectare.
Door het Rijk zijn van den landbouwer
C. J. M. van der Geest overgenomen drie
aan tuberculose lijdende runderen, te zamen
voor f 370.
USSE. Met het bestraten van het eerste
gedeelte van den Stationsweg, namelijk van
af dc Rasters tot het bebouwde gedeelte
dier straat, is men bijna gereed.
Doordat die weg vooral in de natte jaar
getijden zoo moeilijk begaanbaar was, kan
het niet anders of de belanghebbenden be
groeten het desbetreffende Raadsbesluit met
vreugde en zullen dc algeheele uitvoering
van dit besluit met verlangen te gemoet
zien. Wij weten bovendien ook nog, dat
door. sfeer velen de? stille hoop wordt ge
koesterd, dat, als de Stationsweg geheel
bestraat zal zijn, de Raad zal besluiten om
ook dé Kanaalstraat tot de Ringvaart te
bestraten, want ook die straat verkeert in
de natte jaargetijden in een zeer slechten
toestand en i s een veel drukker verkeersweg
dan de Stationsweg.
Met ingang van 1 Maart as. is aan
het Post- en Telegraafkantoor alhier be
noemd als hulptelefoniste mej. C. J. van
der Zaal, alhier.
Naar wij vernemen is het werk aan
den bouw van de bollenschuren van de
firma M. Veldhuizen van Zanten en Zonen
alhier gestaakt moeten worden, daar het
in strijd is met dc bouwverordering.
SASSENHEIM. De vergadering der afd.
Sassenheim van de Alg. Ver. voor Bloem
bollencultuur was gisteravond maar matig
bezocht.
Wegens afwezigheid van den voorzitter
werd de bijeenkomst door den heer A. Frij-
lmk S. geleid.
Het eerst was aan de benrt de finan-
cieele kwestie: rekening en verantwoording.
Do inkomsten bedroegen f 148.58 en de uit
gaven 144.80, zoodat er een batig saldo
is van f 3.78. De heeren G. Krouwel en P.
van Deursen bevonden alles in goede orde.
Tot afgevaardigden voor de a.s. Algemee-
ne Vergadering te Haarlem werden be
noemd de heeren J. W. Koning JWz. en C.
Verdegaal en tot hun plaatsvervangers de
heeren W. 0o6tveen en B. Hoogstraten.
Van den Beschrijvingsbrief was alleen be
langrijk punt 4: „Mededeeling van het
Hoofdbestuur inzake districts-telefoonta
rief."
Hieromtrent meldde de secretaris, dat
waarschijnlijk reeds in het a.s. seizoen een
veranderd tarief zal worden ingevoerd.
Hierna deelde de voorzitter mede, dat de
auto-tocht Haarlemschc tentoonstelling bij
de verschillende afdeelingen in goede aarde
valt. Door alle afdeelingen, welke den
stoet zullen tien doortrekken, ia een bijdra
ge in de kosten toogezegd. Op voorstel van
het bestuur zal Sassenheim ook niet aohter
blijven, maar f 40 bijdragen.
Het verzoek van den heer J. Speelman,
om den heer J. Beumer ook eens een lezing
voor deze afdeeling te laten houden, zal
door het bestuur worden overwogen.
Hierna werd de vergadering gesloten.
Nog moeten we even melden, dat in de
zaal drie bakken bloeiende planten waren
tentoongesteld en wel narcissen en hyacin
ten, alle zeer mooi.
Alhier doet zich op medisch gebied een
merkwaardig geval voor. Volgens dr. Quant
die mij bereidwillig inlichtingen verstrekte,
is de zaak aldus.
Een zevenjarig jongetje werd 20 Febr.
j.l. door een steenworp boven het oog ge
wond. Omdat de blessuur niet van ernsti-
gen aard was, werd geen deskdndige hnlp
ingeroepen, doch werd er een stukje zoo
genaamd voetpog opgeplakt.
Toen na eenige da~en de wond niet ge
nas en het hoofd opzette, besloot men toch
maar eens naar den dokter te gaan. Deze
keek er al niet mooi tegen op, want de
wond stond leelijk. Gisteren hebben zich
bij het kind teekenen van tetanus of klem
voorgedaan. Zoo'n geval verklaarde de dok
ter in zijn praktijk nog nooit te hebben ge
had; alleen in het ziekenhuis had hij zoo
iets gezien. Zeker zijn tetanus-bacillen die
tich in^ aarde bevinden, door het vuile
steentje in 't bloed gebracht.
Het kind is naar het Academisch ZïpVp.ti
huis te Leiden vervoerd, om behandeld te
worden met seruminspuitingen.
VOORSCHOTEN. Bjj gelegenheid van het
60-jarig ambtsjubileum van den heer C.
J. Broers wapperden gisteren van vole wo
ningen de vlag. De jubilaris ontving van
de firma Van Kempen Zn. een keurig
salon-ameublement en van het personeel der
Fabriek een daarbij passend, prachtig vloer
kleed. 's Middags te twee uren begaven de
dames Van Kempmi (de beide firmanten
waren ongesteld) zich naar de woning van
den heer Broers, om dezen het cadeau der
firma na een toespraak ie overhandigen.
Hierna overhandigden een negental verte
genwoordigers van het personeel het vloer
kleed, waarbij de lieer P. J. Bakker, na
mens het personeel, het woord voerde.
jDc burgemeester, dc hoor E, Vernède, com
plimenteerde vervolgens den heer Broers,
waarhij hij dc verdiensten van dezen voor
de gemeente in het licht stelde. Het deed
den burgemeester dan ook genoegen, mee
te doelen, dat het H. M. de Koningin be
haagd heeft-, den heer Broers te benoemen
tot ridder in de orde van Oranje-Nassau.
Het personeel der Fabriek was natuur
lijk over dit verrassende nieuws enthusiast
en besloot den jubilaris 's avonds een ovatie
te brengen met muziek en fakkels, 's Avonds
om zeven uren stelde „Bonvenuto" zich op
het plein voor de Fabriek op; achter de
muziek werden dc bekende transparanten
gedragen. Omstuwd door de noodïge fakkel
dragers, kwam de stoet voor het huis van
den jubilaris. Namens het personeel wenschte
de heer P. J. Bakker den jubilaris geluk
met dc verkregen Koninklijke onderschei
ding.
De heer A. van Kempen overhandigde, ook
namens zijn beide broeders, den heer Broers
de kleine ridderorde. Hierop speelde de mu-
zies fanfares, marschen en ook eenige ko
ralen. Bewogen dankte de grijze jubilaris
voor de bewezen hulde. Na een ommegang
gemaakt te hebben door het dorp, trok de
stoet naar het fabrieksplein, waar hij ver
volgens ontbonden werd.
Dc heer Broers liet het personeel op al
lerlei versnaperingen onthalen en schonk
de vereeniging „Vacantiedag" een som van
f 100, waarvoor het bestuur van „Yacantie
dag" rijn dank betuigde. Den geheel en dag)
vond een stroom van bloemstukken, kaartjes^
brieven en telegrammen, zijn weg naar
•woning van den jubilaris.
Ook onze gemeen te-veldwachter, C. vaa$
Meurs, vierde gisteren een jubileum, t. w.:
zjjn 25-jarig ambtsjubileum. Ook dezen ont
brak het niet aan vele bewijzen van sym
pathie en waardeering. Toen hij 's morgeng
op het raadhuis kwam, werd hij daar go-,
lukgewenscht door den Burgemeester, did
hem een fraai en bokaal qp zilveren voeti
(met naam en datum gegraveerd) schonk. Ook
de ambtenaren ter secretarie schonken Van,'
Meurs oen stoffelijk huldeblijk, in den vonxjj
van een in modernen stijl uit ge voerden arm-i
stoel. Later op den dag ontving de jubi«
laris van eenige ambtenaren en beambten!
in gemeente-dienst, een schrijfbureau. Velej
in getal waren de schriftelijke gelukwen-
schen van vrienden en hekenden, van col
lega's in andere plaatsen, enz. 's Avonds
werd Van Meurs officieel gecomplimenteerd
in de openbare Raadszitting, waarvoor wij
naar het Raadsverslag, in dit nummer voor
komend, yerwijzen.
Gisteravond vergaderde de Vrijzinnige?
Propaganda-Club in Hotel Deurloo.
Na een kort, doch hartelijk welkwnsti
woord verkreeg de hoer J. de Waard, vani
Den Haag, die reeds meermalen voor da
Club optrad, het woord ter behandeling'van:
„De ontwikkeling onzer politiek in de 19de
eeuw."
In zijn inleiding schetste spr. beknopt^
hoe zich na de ontdekking van Amerika*
do blik der menschheid op alle gebied ver
ruimde, hoe de industrie ontwaakte in Euro»
pa en de handel in Holland zich ontwi-v
kelde. Met eenige woorden gaf liij een ovar-i
zicht van de geschiedenis der Nederlanden*
van dien tijd tot op de Fransche heerschap
pij, daarin vooral den nadruk leggende op»
de feiten, die op het denken en streven
der vaderen grooten invloed hebben geoefend.
In zjjn verder betoog zette spr. uiteen,'
dat het liberalisme een revolutionnair stre
ven van de burgerij in het begin der 19dé
eeuw was, om ook aandeel in de staatsmacht!
te verkrijgen. Het liberalisme staat voor:
vrije mededinging, vrijen handel. Het ver
langt voorts goed volksonderwijs, vrij van
godsdienstige dogma's. Tegen de liberale
partij kwam de a. r, partij op, waaraan de
naam van Groen van Prinsterer verbonden
blijft, en die door dr. Kuyper tot een krach
tige j ij is opgebloeid. Ook de social ie*
tïsche beweging stond tegenover haar, maar
deze heeft een gunstigen invloed gehad opi
de liberalen, omdat een nieuwe strooming
onder hen kwam, die der sociale wetgeving
cn die van algemeen kiesrecht. In den breo.
de behandelde spr. de politieke geschiodcnisi
van het laatste decennium: het Kuyperre-
gime, de staking van 1903, het ministerie
De Meester.
Als slotwoord voor de pauze zegt spr*
nog veel te mogen verwachten van dc meest
vooruitstrevende partyen, waaronder hij ooi
rangschikt de S.-D. A-P., welke zoo lang*
zamerhand een "burgerlijk-radicale party id
geworden.
Na de pauze gaat spr. na, boe een groof
deel der socialisten, onder aanvoering van.
de Kamerfractie, met Trooistra aan het»'
hoofd, eigenlijk dc linkervleugel van d»
vrijz.-democraten is geworden. Vooral 'j>
strijd tusschen Marxisten en revisionistei,
en de ontknooping van Deventer, de hotiri
ding der S.-D.-Kamerleden in en bui lei*
de Kamer, hebben den weg geëffend tot oen
mogelijke nieuwe party forme ering, waarbf
conservatief en vooruitstrevend tegenover el
kaar zullen staan. De crisis in Europa z&I
daartoe ook het hare bijdragen.
Applaus volgde op deze rede.
Na een korte gedacktenwisseling danktej
de Voorzitter den spreker voor zijn gloed
volle rede en riep hem een hartelijk tot
weerziens toe, waarna de vergadering ge
sloten werd.
Rotterdam, 28 Fobr. Ook heden was de aanvoer
van Tarwe weder veel te ruim voor de behoeft#.
Niettegenstaande men successively!* merkelijk
lager ginz afgeven, is nog een flink gedeelte onver
kocht moeten blijven. Alleen een enkel puik par
tijtje kon den pnjs van vorigo week bedingen. Per
100 kilo word verkocht: in de gewone soorten van
ƒ8.50 tot ^9.50 en verder van f 8.25 tot 7.50. "e
beste partij jes brachten boven de hoogste noteo-
riog op.
Voor Rogge wa3 zeer weinig vraag. Wat verkoohfc
is bracht v«n 5.60 tot f 5.t0 op en per 100 kilo
van 7 tot 17.75.
Haver bleef zoud«r verandering. Por 100 kilo van
f 5.75 tot f 7. blanke en zaaikwaliteiton daar boven.
Witteboonen weioig begeerd Mooie harde kwali
teit van 12.50 tot 14.
Bruiueboonon waren niet geheel op te ruimen
Wat vorkoch' is bracht vorige prijzen op. Mooie
harde blanke kwaliteit van 15 lot f 15.75. Gewone
en mindere soorten van f 13.50 tot ƒ10.50. Eau
groot gedeelte moest eohter onverkocht blijven.
I'lauwe Erwten niet dan beduidend lager te
verkoopen. Een groot doel bleef dan ook onver
kocht. Het verkochte is te noleeren van 9 tot
12.50. Zaaïeoorlen daarboven.
Rotterdam, 28 Febr. Unit Granen. Mals p 2000
kilo. l.oco Am Mixed ƒ144, dito uit Zeeb. ƒ142,
dito Stoom. ƒ141. Loco Donau 146. La Plata uit
Zeeb. 147.
Gerst p 2000 kilo. Loco 63,64kiloZw. vee 133.
Loco 62(63 kilo Zw. Zee ƒ131. Loco 60/61 kilo
Zw. Zee 129.
Haver p. 100 kilo 50 51 kilo Koningsb. uit
Zeeb. 6.^0.
Erwten p. 80 kilo. China Stoomend ƒ6.45.
Alle weekabonoé's in Leiden
en omliggende gemeenten van
Tïét „Leidsch Dagblad" z(jn
verzekerd tegen ongevallen in en
buiten bedrijf. Bij algeheele invaliditeit wordt
uitgekeerd f IOOO; bjj overijlden ƒ500;
b\j verlies van hand of voet f250; b\J ver
lies van één oog ƒ150; b\j totaal verlies
van een duim ƒ800; bü verlies van een
wijsvinger f CO en bfj verlies van eiken
anderen vinger voor ƒ15 op voorwaarden, in
de polis vermeld.
Borichton over Rijnland'-^ boezem,
gedurende de weok van 13—19 Febr. 1910.
Stand van des boezom to Leiden.
Idem te Oudewetering.
Werking der stoomgemalen
Waterloozing langs natuurlijk, weg.
Waterinlating
Regenval in Mm,
13 Febr. 14 Febr. 15 Febr. 16 Febr. 17 Febr. 18 Febr. 19 Febr.
Cl 59 57 55 CO 59 58 cm.—A.P#
60 62 57 55 52 55 5S om.—LJtj
Spaaradam u., Halfweg 3i15 Gouda98** u^'Katwijk 9230 u.
Spanrndam 27 u., Halfweg 20£ o., Gouda u., Katwijk 31 u.
Door de sluis te Gouda u.
9.