Verdenkt gij nw nieren wel PREMIE-UITGAVE Enquête- voorstel Troelstra* Eet Voorloopig Verslag der Tweede Ka- jner is verschenen nopens het vooistel van den heer Troelstra tot het houden eener enquête omtrent handelingen van den toen- maligen minister van Binnenlandsche Za ken ter zake van decoraties in 1903 en 1905. Tegen het voorstel werden verschillende bedenkingen geopperd. In de eerste plaats werd door sommigen aangevoerd, dathet voorstel prae- jnatuur is te achten. Uit het verband der artt, 9-1 en, 95 der Grondwet leidde zij af, dat van het recht van enquête geen gebruik gemankt behoort te worden, zoolang andere middo- len, beschikbaar zijn om het noodïge licht te verkrijgen. Van een enquête kon eerst Bprake zijn, nadat getracht is door een tot de Regeering gerichte interpellatie om trent de door den voorsteller bedoelde zaken inlichtingen te bekomen. In de tweede plaats waren vele leden van oordeel, dat, ook al vereenigt men zich met de ruime opvatting van het recht van enquête, welke de voorsteller huldigt, toe passing der wet van 5 Augustus 1850 (Staatsblad No. 45) als uitgesloten is te beschouwen, wanneer het doel der enquête zou zijn te komen tot een aanklacht wegens een door een Minister gepleegd ambtsmisdrijf. In de wet van 22 April 1855 (Staatsblad No. 33) is voorgeschreven, dat zulk een aanklacht door 5 leden der Kamer lean worden inge diend en dat zij, wanneer de Kamer tot bet in overweging n,emen daarvan besluit, gesteld wordt in handen eener door de Kamer to benoemen commissie van onder zoek. Ten aanzien van dit onderzoek zijn de bepalingen der wet van 1850 toepasse lijk verklaard en verschillende nadere voor schriften gegeven Deze enquête is een fase in dc behandeling dm- tegen eer. Mi nister gerichte beschuldiging. Met het oog op deze speciale regeling kan een enquêté, welke aan de indiening eener aanklacht voorafgaat, njet geacht worden geoorloofd te zijn. De wetgever kan niet gewild heb ben, dat twee malen een onderzoek zou worden ingesteld met hetzelfde doel. Vonder wordt betoogd, dat de strekking der enquête zou moeten zijn na te gaan, of er termen zijn voor een strafrechtelijke ver volging. Wil "de heer Troelstra hieromtrent een enquête zien ingesteld, dan had bij met vier andere leden een aanklacht tegen dr. Kuyper behooren in te dienen. Dat het bedoelde verband tusschen ontvangen gel den en verleende diensten niet bewezen is, staat aan indiening eener aanklacht niet :n den weg. Voor die indiening zijn vermoe dens of aanwijzingen omtrent het bestaan van noodanig verband noodig, maar ook vol doende. Men keurde het af, dat de voor steller in plaats van, zooals hij op zijn standpunt had behooren te doen, een aan klacht in te dienen, getracht heeft op de Kamer de verantwoordelijkheid te leggen van een onderzoek, dat tot dat doel zou kunnen leiden. In de derde plaats werd opgemerkt, dat dezo enquête ook daarom niet oorbaar zon zijn, aar^zien zij ook geen politieke gevol gen kan hebben. Een onderzoek, dab een af getreden Minister betreft, kan toch niet- leiden tot een motie van afkeuring, en de bedoeling mag niet rijn een politieke tegen stander als zoodanig te treffen. Bovendien werd betwijfeld, of, waar het een persoon lijkheid geldt-, die eenerzijds op den trou wen steun van vele volgelingen kan reke nen en anderzijds bij zijn politieke tegen standers scherpe tegenkanting heeft gevon den, van een commissie, uitsluitend bestaan de uit leden van een politiek lichaam, wei een onpartijdig onderzoek ware to verwach ten. Voor een enquête bestaat verder te minder aanleiding, nu dr. Kuyper zelf het initiatief heeft genomen tot aanwijzing eener commissie, die de door den heer Troel- Blra bedoelde zaken zal hebben te onder zoeken. De leeuze van de leden dezer com missie waarborgt een onpartijdige uit spraak. Waar de eer en de goede naam van den oud-Minister bij deze zaak in hoogo mate zijn betrokken moet aelf9 de schijn van par tijdigheid vermeden worden, indien een par lementaire enquête werd ingesteld. Voorts betoogden sommigen dat- een enquête ook dan geen nut kan hebben indien zij inge steld werd om daardoor te komen tot een strafvervolging. De voornaamste beschuldi ging is, dat een ridderorde zoude zijn toege kend als belooning voor gelden aan een partijkas geschonken. Gesteld, dat daarover onderhandelingen zijn gevoerd, dan val dit toch zeker geschied zijn met dubbelzinnige verklaringen en halve woorden. Een voor den strafrechter geldend bewijs van het ver band tusschen do gift en de toekenning der ridderorde zal ook door het hoorei) van de bij de zaak betrokken personen niet gele verd kunnen worden. Ook werd aangevoerd, dat het alge meen belang door het instel- leneencr cnquêtenic tz o u w or- den gediend. Wel geven de feiten, welke door de gepubliceerde brieven en de verklaringen van dr. Kuyper geacht kunnen worden vast te staan, geen gunsti- gen indruk van zijn beleid. Zoo verklaarde hij gedurende zijn Ministerie, weliswaar tegen zijn zin, voorzitter van het centraal comité van anti-revolutionaire kiesvereeni- gingen te zijn gebleven, als zoodanig gelden voor dc partijkas te hebben geïnd en advie zen te hebben gegeven. Ook staat het vast, dat hij over staatszaken briefwisseling heeft gehouden met een vrouw, die zich niet waardig heeft getoond met zoodanig blijk vari vertrouwen te worden vereerd. Einde lijk zijn ten opzichte van de decoratie van den heer R. Lehmann en den wensch van dr. Kuyper tot het decorccren van diens broeder allerlei bijzonderheden bekend ge worden, dio op de beweegredenen, op grond waarvan gedurende het bewind van den oud-Minister voorstellen tot toekenning van ridderorden werden gedaan, een zon derling licht werpen. Door een enquote zouden wellicht verschillende Teeds be kende feiten nader gestaafd kunnen wor den en misschien nog andere feiten van ge- lijksoortigen aard. ter algemoene kennis kunnen worden gebracht. Ook zou daardoor opheldering kunnen worden verkregen aan gaande den brief van dr. Kuyper aan M^ Westmeijer van 6 Juli 1905, waarin ever een aangelegenheid, de Utrechtsche univer siteit betreffende, gesproken wordt. Men kon echter nic-t inzien, dat door het ver spreiden van meer licht omtrent deze zaken bet algemeen belang zou worden bevorderd en de eer des lands zou worden verhoogd. Enkelen verklaarden zich echter bereid over hun bezwaren tegen de instelling eener parlementaire enqüête heen te stap pen, i n d i e n b i e e k, dat dr. Kuy per zelf die te zijner recht vaardiging wenschte. Aan een staatsman, die zoo scherp was aangevallen, mocht huns inziens geen middel onthouden worden, dat hij te zijner verdediging noodig oordeelde. Andere loden konden zich met het voor stel vereenigen. Dezerzijds werd herinnerd dat blijkens het Voorloopig Verslag betref fende hoofdstuk I der Staatsbegrooting de Kamer nader licht omtrent do handelingen, waarop de heer Troelstra het oog heeft, noodig heeft geacht, maar dat de ge- we n s c h t e inlichtingen niet z ij n verkregen. Die te erlangen door middel van een tot de Regeering gerichte interpellatie is niet mogelijk, aangezien het bier geenszins enkel te doen is om over legging van regeeringsbcscheiden. Ook kan het noodigo licht niet verspreid worden door den ingestelden eereraad, aangezien zulk een commissie, hoo goed ook samen gesteld, zooals ook de voorsteller in zijn toelichting betoogt, niet bq machte is getui gen to dwingen voor haar te verschijnen en van hen, die opkomen, het afleggen van een eod te vergen, terwijl bovendien niet be kend is, welk o opdracht aan de commissie is verstrekt. Het eenige middel tot het ver krijgen van de ge wensch te klaarheid be staat in het instellen van een parlementair onderzoek. Bij dat onderzoek kan blijken dat er ter men zijn tot instelling eener strafvervol ging en in dat geval kan een aanklacht wor den ingediend en een ïnstructio ingevolge de wet van 1855 volgen. Maar het werd een te enge opvatting van het ingedïendo voor stel geacht dit te beschouwen als een mid del tot instelling eener strafvervolging. Bij dit onderzoek, zoo werd betoogd, b> hoeft men zich niet te houden aan de begin selen van de strafverordening; er kunnen feiten aan den dag komen, die al leveren zij voor den strafrechter geen wettig bewijs op, toch de overtuiging schenken, dat er oorzakelijk verband bestaat tusschen han- cielingen van dr. Kuyper ter zake van het decoreeren van de beide heeren Lehmann en handelingen dier beide heeren in het belang van de politieke partij, waartoe dc oud-minister behoort. De enquête zal zoo meenden enkelen beslissend zijn voor de vraag, of dr. Kuyper nog kan deelnemen a a n het politieke leven. Trok hij zich uit eigen beweging terug, dan zou het belang der enquête vervallen. Toepassing der wet van 1850 is te meer noodig, nu de politieke volgelingen van dr. Kuyper onvoorwaardelijk voor huil leider partij trokken en van de zijde van politieke geestverwanten eerst te elfder ure schoorvoetend werd aangedrongen op de instelling van een raad van onderzoek. Naar aanleiding van deze beschouwingen werd herinnerd aan de van de zijde van politieke medestanders van dr. Kuyper in de Kamer afgelegd»" verklaring dat, is>i- lang het bewijs van het verband tusschen diens handelingen en het ontvangen van gelden voor de partijkas niet was geleverd, men geen voldoende reden had om te twij felen aan de juistheid zijner verklaring, dat zoodanig verband niet bestond. Voorts werd nader op gemerkt, dat, waar bij het gc- wenschte onderzoek de eer en de goede naam van den oud-Minister rijn betrokken, de waarborgen, welke de we>t van 1855 tel bèscheiTning van beschuldigden geeft, ai-it ter wille van politieke bijoogmerken inogm worden ter zijde gesteld. Ten slotte werd neg opgemerkt, dat in verschillende afdeelingen van gedachten werd gewisseld over het verband tusschen de voorgestelde enquête en het onderzoek der commissie op initiatief van dr. Kuyper opgetreden. Dezo beschouwingen heeft de commissie gemeend niet in bet verslag te moeten opnemen "Volgens art. 1 der wet van 1850 moet bot voorstel tot het houden eener enquête een nauwkeurige omschrijving van het ondcT we t p des on derzoek- bevatten. Sommige leden meenden, dat het voorstel van den heer Troelstra aan dezen eisch niet voldoet. Nota. Dc heer A. E. de Savornin Lohman betoogt in een aan het verslag toegevoegde afzonderlijke nota, dat men niet moet komen tot een enquête, daar een en quête een doel moet hebben. Hiermede is de voorsteller zelf het eens. Hij schrijft ,,dat aan alles wat de Kamer doet de eisch mag gesteld worden dat het een doel heeft en wel een, dat binnen den werkkring der Kamer valt Het komt hem voor, „dat men in den geest der Grondwet en volgens het wezen der zaak 't best han delt, door het doel eener enquête eenvou dig te zoeken in het onderzoek zelf, en, daarbij slechts die bepalingen te doen gel den, die aan het belang der zaak en haar verband met de algemee- n e constitutioneele taak van het Parlement zijn ontleend". Bij elke enquête moet de vraag worden gesteld of zij bij mogelijkheid een staat kundig doel kan bereiken, en bij ontken nende beantwoording is zij ongeoorloofd. Eigenlijk erkent de voorsteller dit zelf, en hij doet dan, ook duidelijk uitkomen, welk dit doel is, n.L het stellen in staat van beschuldiging van den gewezen Minis ter dr. Kuyper. Het is dus te doen om een strafrechtelijk on,derzoekl en om niet-a anders; niet b.v. om een onderzoek naar de wijze van deoo- ratie-verleening in liet algemeen. Ook niet om een politiek oordeel te kunnen uitspre ken, bij wijze van votum van wantrouwen, daar de verdachte niet meer in functie is, dus zulk een votum geen zin zon hebben. De heer Lohman meent, dat zulk een on derzoek geoorloofd is, doch wilde do Kamer deswege een onderzoek instellen, dan mag zij niet, zooals de voorsteller wil, het recht van enquête toepassen volgens art. 95 der Grondwet, maar dan moet zij gebruik maken van het recht haar verleend bij art. 161 der Grondwet, het recht n.l. om hoofden der ministerie e'le Departementen ook na hun af treding te vervolgen wegens ambtsmisdrijven. De uitoefening nu van dat recht is geregeld bij de wet op de ministerieele verantwoordelijkheid (1855 Staatsblad No. 33). Het behoeft wel geen betoog dat, waar het gaat om een Minister in staat van be schuldiging te stellen, de bovenbedoelde wet moet worden nageleefd en een gewone enquête niet toelaatbaar is. Waar de eer en goede naam van een ingezeten- op het spel staat, heeft de wet strenge voorschrif ten gegeven ter voorkoming van overijling en noodclooze, maar, welke ook de uitslag zij, steeds pijnlijke vervolging. Door gebruik te maken, gelijk de voor steller doet, van het recht van enquête van art. 95 der Grondwet, zou de Kamer den beschuldigden of verdachten ambtenaar berooven van al de rechten die hem bij bovenbedoelde wet zijn gegeven, om hem te beschermen tegen onrecht. De heer Lohman meent derhalve, dat de- voorsteller een verkeerden weg is ingesla gen om rijn doel te bereiken, en dat de Kamer dienvolgens verplicht, is het voor stel om een onderzoek in te stellen als be doeld in art. 95 der Grondwet, ter beant woording van de door den voorsteller ge stelde" vragen, te verwerpen. UKCEASES, h 40 Cent per regel. Staat gij op met een ellendig gevoel in uw rug? Pijn in de lendenen en zijden Zijt gij prikkelbaar of moedeloos? Zonder energie? Is uw urine bewolkt, zanderig of bran dend? Heeft uw water een onnatuurlijke kleur? Loost gij te veel of te weinig urine? Zijt gij waterzuchtig of rheumatisch? Wanneer gij het geringste verschijnsel van een nicT- of blaasziekte hebt, dan zijt gij nooit veilig voor een plotselinge ineen storting der nieren of van de blaas. Uw riekte kan zelfs een boogeren trap bereikt hebben dan gij denkt en hoe langer zij ver onachtzaamd wordt, des te dieper kan zij wortel schieten. 2593 41 Alleen een speciaal nierengeneesmiddel kon iederen wortel van een nierziekte uit- roeicD en dc werkelijke oorzaak der riekte genezen. Dit is.de reden, dat Foster's Rugpijn Nieren-Pillen duurzaam genezen. Zij dienen uitsluitend voor nier- en blaas- kwalen. Zij werken in overeenstemming met de natuur en geven aan de nieren haar ge zondheid terug, terwijl zij een natuurlijke werking der blaas herstellen, zoodat het bloed behoorlijk gefiltreerd wordt en de vloeibare onzuiverheden geregeld uit het lichaam worden afgevoerd. Ziet toe, dat do juiste naam: Foster's Rugpijn Nieren-Pillen op dc doos voor komt. Zij ziin to Leiden verkrijgbaar bij de heeren D. W. E. F. de Waal, Mare 56; D. M- Kruisinga, Nieuwe Rijn 33; en Reyst en Krak, Steenstraat 41. Toezending geschiedt franco na ontvangst van postwissel a 1.75 voor één, of 10 voor zes doozén. HET NlUlltfSTE MUMMER YAH ©ME IS 'WEDEROM MN ONS BUREEL VERKRIJGBAAR A AR LA ND ER VEEN. Bij besluit van Ged. Staten van Zuid-Holland is vernie tigd het besluit vau den Gemeenteraad tot vaststelling, na reclame, van den aanslag in den hoofdelijken omslag van den heer J. Rijlaarsdam, alhier, terwijl daarentegen het door den heer K. Karsemeyer ingesteld hoo- ger beroep ongegTond werd verklaard. LEIDERDORP. Het bestuur van den Munnikenpolder heeft den omslag voor 1909 bepaald op f 2.50 per hectare. Door het Rijk zijn van den landbouwer C. J. M. van der Geest overgenomen drie aan tuberculose lijdende runderen, te zamen voor f 370. USSE. Met het bestraten van het eerste gedeelte van den Stationsweg, namelijk van af dc Rasters tot het bebouwde gedeelte dier straat, is men bijna gereed. Doordat die weg vooral in de natte jaar getijden zoo moeilijk begaanbaar was, kan het niet anders of de belanghebbenden be groeten het desbetreffende Raadsbesluit met vreugde en zullen dc algeheele uitvoering van dit besluit met verlangen te gemoet zien. Wij weten bovendien ook nog, dat door. sfeer velen de? stille hoop wordt ge koesterd, dat, als de Stationsweg geheel bestraat zal zijn, de Raad zal besluiten om ook dé Kanaalstraat tot de Ringvaart te bestraten, want ook die straat verkeert in de natte jaargetijden in een zeer slechten toestand en i s een veel drukker verkeersweg dan de Stationsweg. Met ingang van 1 Maart as. is aan het Post- en Telegraafkantoor alhier be noemd als hulptelefoniste mej. C. J. van der Zaal, alhier. Naar wij vernemen is het werk aan den bouw van de bollenschuren van de firma M. Veldhuizen van Zanten en Zonen alhier gestaakt moeten worden, daar het in strijd is met dc bouwverordering. SASSENHEIM. De vergadering der afd. Sassenheim van de Alg. Ver. voor Bloem bollencultuur was gisteravond maar matig bezocht. Wegens afwezigheid van den voorzitter werd de bijeenkomst door den heer A. Frij- lmk S. geleid. Het eerst was aan de benrt de finan- cieele kwestie: rekening en verantwoording. Do inkomsten bedroegen f 148.58 en de uit gaven 144.80, zoodat er een batig saldo is van f 3.78. De heeren G. Krouwel en P. van Deursen bevonden alles in goede orde. Tot afgevaardigden voor de a.s. Algemee- ne Vergadering te Haarlem werden be noemd de heeren J. W. Koning JWz. en C. Verdegaal en tot hun plaatsvervangers de heeren W. 0o6tveen en B. Hoogstraten. Van den Beschrijvingsbrief was alleen be langrijk punt 4: „Mededeeling van het Hoofdbestuur inzake districts-telefoonta rief." Hieromtrent meldde de secretaris, dat waarschijnlijk reeds in het a.s. seizoen een veranderd tarief zal worden ingevoerd. Hierna deelde de voorzitter mede, dat de auto-tocht Haarlemschc tentoonstelling bij de verschillende afdeelingen in goede aarde valt. Door alle afdeelingen, welke den stoet zullen tien doortrekken, ia een bijdra ge in de kosten toogezegd. Op voorstel van het bestuur zal Sassenheim ook niet aohter blijven, maar f 40 bijdragen. Het verzoek van den heer J. Speelman, om den heer J. Beumer ook eens een lezing voor deze afdeeling te laten houden, zal door het bestuur worden overwogen. Hierna werd de vergadering gesloten. Nog moeten we even melden, dat in de zaal drie bakken bloeiende planten waren tentoongesteld en wel narcissen en hyacin ten, alle zeer mooi. Alhier doet zich op medisch gebied een merkwaardig geval voor. Volgens dr. Quant die mij bereidwillig inlichtingen verstrekte, is de zaak aldus. Een zevenjarig jongetje werd 20 Febr. j.l. door een steenworp boven het oog ge wond. Omdat de blessuur niet van ernsti- gen aard was, werd geen deskdndige hnlp ingeroepen, doch werd er een stukje zoo genaamd voetpog opgeplakt. Toen na eenige da~en de wond niet ge nas en het hoofd opzette, besloot men toch maar eens naar den dokter te gaan. Deze keek er al niet mooi tegen op, want de wond stond leelijk. Gisteren hebben zich bij het kind teekenen van tetanus of klem voorgedaan. Zoo'n geval verklaarde de dok ter in zijn praktijk nog nooit te hebben ge had; alleen in het ziekenhuis had hij zoo iets gezien. Zeker zijn tetanus-bacillen die tich in^ aarde bevinden, door het vuile steentje in 't bloed gebracht. Het kind is naar het Academisch ZïpVp.ti huis te Leiden vervoerd, om behandeld te worden met seruminspuitingen. VOORSCHOTEN. Bjj gelegenheid van het 60-jarig ambtsjubileum van den heer C. J. Broers wapperden gisteren van vole wo ningen de vlag. De jubilaris ontving van de firma Van Kempen Zn. een keurig salon-ameublement en van het personeel der Fabriek een daarbij passend, prachtig vloer kleed. 's Middags te twee uren begaven de dames Van Kempmi (de beide firmanten waren ongesteld) zich naar de woning van den heer Broers, om dezen het cadeau der firma na een toespraak ie overhandigen. Hierna overhandigden een negental verte genwoordigers van het personeel het vloer kleed, waarbij de lieer P. J. Bakker, na mens het personeel, het woord voerde. jDc burgemeester, dc hoor E, Vernède, com plimenteerde vervolgens den heer Broers, waarhij hij dc verdiensten van dezen voor de gemeente in het licht stelde. Het deed den burgemeester dan ook genoegen, mee te doelen, dat het H. M. de Koningin be haagd heeft-, den heer Broers te benoemen tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. Het personeel der Fabriek was natuur lijk over dit verrassende nieuws enthusiast en besloot den jubilaris 's avonds een ovatie te brengen met muziek en fakkels, 's Avonds om zeven uren stelde „Bonvenuto" zich op het plein voor de Fabriek op; achter de muziek werden dc bekende transparanten gedragen. Omstuwd door de noodïge fakkel dragers, kwam de stoet voor het huis van den jubilaris. Namens het personeel wenschte de heer P. J. Bakker den jubilaris geluk met dc verkregen Koninklijke onderschei ding. De heer A. van Kempen overhandigde, ook namens zijn beide broeders, den heer Broers de kleine ridderorde. Hierop speelde de mu- zies fanfares, marschen en ook eenige ko ralen. Bewogen dankte de grijze jubilaris voor de bewezen hulde. Na een ommegang gemaakt te hebben door het dorp, trok de stoet naar het fabrieksplein, waar hij ver volgens ontbonden werd. Dc heer Broers liet het personeel op al lerlei versnaperingen onthalen en schonk de vereeniging „Vacantiedag" een som van f 100, waarvoor het bestuur van „Yacantie dag" rijn dank betuigde. Den geheel en dag) vond een stroom van bloemstukken, kaartjes^ brieven en telegrammen, zijn weg naar •woning van den jubilaris. Ook onze gemeen te-veldwachter, C. vaa$ Meurs, vierde gisteren een jubileum, t. w.: zjjn 25-jarig ambtsjubileum. Ook dezen ont brak het niet aan vele bewijzen van sym pathie en waardeering. Toen hij 's morgeng op het raadhuis kwam, werd hij daar go-, lukgewenscht door den Burgemeester, did hem een fraai en bokaal qp zilveren voeti (met naam en datum gegraveerd) schonk. Ook de ambtenaren ter secretarie schonken Van,' Meurs oen stoffelijk huldeblijk, in den vonxjj van een in modernen stijl uit ge voerden arm-i stoel. Later op den dag ontving de jubi« laris van eenige ambtenaren en beambten! in gemeente-dienst, een schrijfbureau. Velej in getal waren de schriftelijke gelukwen- schen van vrienden en hekenden, van col lega's in andere plaatsen, enz. 's Avonds werd Van Meurs officieel gecomplimenteerd in de openbare Raadszitting, waarvoor wij naar het Raadsverslag, in dit nummer voor komend, yerwijzen. Gisteravond vergaderde de Vrijzinnige? Propaganda-Club in Hotel Deurloo. Na een kort, doch hartelijk welkwnsti woord verkreeg de hoer J. de Waard, vani Den Haag, die reeds meermalen voor da Club optrad, het woord ter behandeling'van: „De ontwikkeling onzer politiek in de 19de eeuw." In zijn inleiding schetste spr. beknopt^ hoe zich na de ontdekking van Amerika* do blik der menschheid op alle gebied ver ruimde, hoe de industrie ontwaakte in Euro» pa en de handel in Holland zich ontwi-v kelde. Met eenige woorden gaf liij een ovar-i zicht van de geschiedenis der Nederlanden* van dien tijd tot op de Fransche heerschap pij, daarin vooral den nadruk leggende op» de feiten, die op het denken en streven der vaderen grooten invloed hebben geoefend. In zjjn verder betoog zette spr. uiteen,' dat het liberalisme een revolutionnair stre ven van de burgerij in het begin der 19dé eeuw was, om ook aandeel in de staatsmacht! te verkrijgen. Het liberalisme staat voor: vrije mededinging, vrijen handel. Het ver langt voorts goed volksonderwijs, vrij van godsdienstige dogma's. Tegen de liberale partij kwam de a. r, partij op, waaraan de naam van Groen van Prinsterer verbonden blijft, en die door dr. Kuyper tot een krach tige j ij is opgebloeid. Ook de social ie* tïsche beweging stond tegenover haar, maar deze heeft een gunstigen invloed gehad opi de liberalen, omdat een nieuwe strooming onder hen kwam, die der sociale wetgeving cn die van algemeen kiesrecht. In den breo. de behandelde spr. de politieke geschiodcnisi van het laatste decennium: het Kuyperre- gime, de staking van 1903, het ministerie De Meester. Als slotwoord voor de pauze zegt spr* nog veel te mogen verwachten van dc meest vooruitstrevende partyen, waaronder hij ooi rangschikt de S.-D. A-P., welke zoo lang* zamerhand een "burgerlijk-radicale party id geworden. Na de pauze gaat spr. na, boe een groof deel der socialisten, onder aanvoering van. de Kamerfractie, met Trooistra aan het»' hoofd, eigenlijk dc linkervleugel van d» vrijz.-democraten is geworden. Vooral 'j> strijd tusschen Marxisten en revisionistei, en de ontknooping van Deventer, de hotiri ding der S.-D.-Kamerleden in en bui lei* de Kamer, hebben den weg geëffend tot oen mogelijke nieuwe party forme ering, waarbf conservatief en vooruitstrevend tegenover el kaar zullen staan. De crisis in Europa z&I daartoe ook het hare bijdragen. Applaus volgde op deze rede. Na een korte gedacktenwisseling danktej de Voorzitter den spreker voor zijn gloed volle rede en riep hem een hartelijk tot weerziens toe, waarna de vergadering ge sloten werd. Rotterdam, 28 Fobr. Ook heden was de aanvoer van Tarwe weder veel te ruim voor de behoeft#. Niettegenstaande men successively!* merkelijk lager ginz afgeven, is nog een flink gedeelte onver kocht moeten blijven. Alleen een enkel puik par tijtje kon den pnjs van vorigo week bedingen. Per 100 kilo word verkocht: in de gewone soorten van ƒ8.50 tot ^9.50 en verder van f 8.25 tot 7.50. "e beste partij jes brachten boven de hoogste noteo- riog op. Voor Rogge wa3 zeer weinig vraag. Wat verkoohfc is bracht v«n 5.60 tot f 5.t0 op en per 100 kilo van 7 tot 17.75. Haver bleef zoud«r verandering. Por 100 kilo van f 5.75 tot f 7. blanke en zaaikwaliteiton daar boven. Witteboonen weioig begeerd Mooie harde kwali teit van 12.50 tot 14. Bruiueboonon waren niet geheel op te ruimen Wat vorkoch' is bracht vorige prijzen op. Mooie harde blanke kwaliteit van 15 lot f 15.75. Gewone en mindere soorten van f 13.50 tot ƒ10.50. Eau groot gedeelte moest eohter onverkocht blijven. I'lauwe Erwten niet dan beduidend lager te verkoopen. Een groot doel bleef dan ook onver kocht. Het verkochte is te noleeren van 9 tot 12.50. Zaaïeoorlen daarboven. Rotterdam, 28 Febr. Unit Granen. Mals p 2000 kilo. l.oco Am Mixed ƒ144, dito uit Zeeb. ƒ142, dito Stoom. ƒ141. Loco Donau 146. La Plata uit Zeeb. 147. Gerst p 2000 kilo. Loco 63,64kiloZw. vee 133. Loco 62(63 kilo Zw. Zee ƒ131. Loco 60/61 kilo Zw. Zee 129. Haver p. 100 kilo 50 51 kilo Koningsb. uit Zeeb. 6.^0. Erwten p. 80 kilo. China Stoomend ƒ6.45. Alle weekabonoé's in Leiden en omliggende gemeenten van Tïét „Leidsch Dagblad" z(jn verzekerd tegen ongevallen in en buiten bedrijf. Bij algeheele invaliditeit wordt uitgekeerd f IOOO; bjj overijlden ƒ500; b\j verlies van hand of voet f250; b\J ver lies van één oog ƒ150; b\j totaal verlies van een duim ƒ800; bü verlies van een wijsvinger f CO en bfj verlies van eiken anderen vinger voor ƒ15 op voorwaarden, in de polis vermeld. Borichton over Rijnland'-^ boezem, gedurende de weok van 13—19 Febr. 1910. Stand van des boezom to Leiden. Idem te Oudewetering. Werking der stoomgemalen Waterloozing langs natuurlijk, weg. Waterinlating Regenval in Mm, 13 Febr. 14 Febr. 15 Febr. 16 Febr. 17 Febr. 18 Febr. 19 Febr. Cl 59 57 55 CO 59 58 cm.—A.P# 60 62 57 55 52 55 5S om.—LJtj Spaaradam u., Halfweg 3i15 Gouda98** u^'Katwijk 9230 u. Spanrndam 27 u., Halfweg 20£ o., Gouda u., Katwijk 31 u. Door de sluis te Gouda u. 9.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 6