N®. 15340 Dimtda^ ©3 Februari. A0. 1910. feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering 7an <§on- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. Eet Huwelijk van den Prins. Uit de „Staatscourant". Leldsche Schouwburg. LEIISCH DA&BLA PRIJS DER ADYERTENTIEN: Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer fO.Yï%. Grootere lettere naar jl&atsruimte. - Kleine advertsntiën van 30 woorden 40 Oente contant j elk /tiental woorden meer 10 Oents. Voor het inoasseeren wordt f 0.05 berekend. PRIJS DEZER COURANTS Voor Leiden per week 9 Oentsper 3 maanden f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd aijn 1.30. Franco per post 1.65. Ml ND KR WET. Burgemeester èn Wethouders van Leiden, Gezien het adres van H. E. DIETRICH, houdende verzoek om vergunning tot het Oprichten eener rijwielherstelplaats met gassoldeertoestel in perceel Apothekers- dijk No. 29, kad. sectie H. No. 3167 Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet; Brengen ter algemeene kennis, dat ge noemd verzoek, met de bijlagen, op de Se cretarie dezer gemeente ter visie gelegd alsmede dat op Dinsdag 8 Maart aanst. des voormiddags te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dit verzoek in te bren gen, terwijl zij er de aandacht op vestigen, dat niet tot boroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een zijner le lden zijn verschenen ten einde hun bezwaren mondeling toe te lichten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. VAN HAMEL, Wèthr. lo. Burg. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 22 Februari 1910 DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet: Brengen ter algemeene kennis, dat door ;W. VAN MANEN, schilder, wonende te Leiden, eetn verzoekschrift is ingediend, om verlof voor den verkoop van alcohol- houdenden, anderen dan sterken drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop, in bot bovenvoorlokaal van het perceel Oude Heerengracht No. 6. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J A. VAN HAMEL, Weth. loco Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 22 Februari 1910. Leiden, 22 Februari, Bij de hedenmorgen in het koffiehuis ,,0© Wakende Haan,", in de Vrouwesteeg alhier, door den heer Jan Botennans ge houden aanbesteding van bet rioleeren en dempen van de Sicboldsloot, liggende midden in de Sieboldstraat, te Leiden,, en 'daarmede in verband staande werken, kwa men in zes biljetten. Inschrijvers waren de heeren: T. Bedee, te SÜedrecht, voor 6830; J. Saras, te Oudewetering, f 5138; EL J. de Heyder, te Leiden, 4826; O. J. v. Evert en V. v. Ulden, te Leiden, f 4325; B. en H. Keiler, te Leiden, f 3822; W. J- de Haan, te Leiden, f 3550. De gunning is aangehouden. Voor de benoeming van leeraar in de Engelsche taal aan het gymnasium en xn de Engelsche taal en letterkunde aan de H. B.-S. te Gorkum worden aanbevolen1. S. F. Kleinbentink te 's-Gravenhage. 2. 1. v. d. Laan te Maastricht. 3. mej. J. P. de Loos te Leiden. De le luit. S. G. N. Nauta Pieter, overgeplaatst van het 3e naar het 2e reg. veld-artillerie, is bestemd voor het garni zoen Leiden- De gisteren te Amsterdam gehouden vergadering van de Noordwijksche Stoom tram-Mij. in liq., heeft de liquidatiereke ning goedgekeurd. Voor het examen in de nuttige hand werken is te 's-Gravenhage geslaagd mej W. Aartsen, van Waddingsveen. De gezant van Rumenië te 's-Graven hage geeft 3 Maart een diplomatiek diner, waaraan Prins Hendrik is uitgenoodigd. De heer A. Hulshoff Pol, oud-gouver nementssecretaris in Nederlandsch-Indië, is thans werkzaam aan het departement van koloniën. Tot directeur-hoofd der Fabrieksschool te Enschedee is tegen 1 Juni benoemd de heer E. G. Kobus, te Rotterdam. Tot president van het Seminarium der oud-bisschoppelijke klerezie te Ajnersfoort en hoogleeraar in de leerstellige en zeden kundige godgeleerdheid aan die instelling is benoemd prof. F. Kenninok, hoogleeraar in de bijbelkunde en pastoor der Oud- Roomsche gemeente aldaar. In een gistermiddag gehouden raads vergadering te Deventer, werd het reeds vermelde voorstel van B. en Ws. om geen afgevaardigde te benoemen naar do op 15 Maart te houden vergadering, samenge roepen door de heeren Hoffstede Cru 11 en Willink te Hengeloo, en mr. J. C. Kake- beeke te Deventer, aangenomen. Men schrijft aan de „N. Arnh. Ct-": Den 15den dezer heeft het Tweede Kamer lid, dr. A. Kuyper blijkens een aan den Voorzitter gericht schrijven zijn werk zaamheden als zoodanig gestaakt. Vermits nu bij do wettelijke regeling van de bezoldiging der leden van de Tweede Kamer niet werd voorzien dat zoodanig be sluit door een lid zou worden genomen, zal deze zaak weder geregeld dienen te worden. Vaststaande dat de heer Kuyper, gedu rende zijn staking, geen bezoldiging uit 's lands kas kan trekken, wil het ons het beste voorkomen dat hij daarvan in af wachting der nadere regeling al dadelijk, op officdeele wijze, afstand doet. Blijft na dere regeling in deze uit, dan ligt het o. i. op den weg der Algemeene Rekenkamer om in te grijpen en wel door de betrek kelijke bctalingsstukken af te wijzen. De Regeering wordt dan vanzelf genood zaakt maatregelen te nemen. Op het graf van wijlen mgr. A. J. F. S. de Bouter, in leven pastoor van de parochie van de H.H. Petrus en Paulus te A mater dam, den 5den Februari 1809 over leden, zal binnenkort een gedenksteen wor den geplaatst. De non-activiteit van den lsten-luit. A. G. O. Gaillard van het wapen der infan terie, is met zes maanden verlengd en dus bepaald tot 16 September 1910, mede zon der bezwaar der schatkist. Naar de ,,Ass. C." verneemt, verzoekt de heer J. P. Hofstede, ingenieur van den Prov. Waterstaat in Drenthe, met Augus tus ontslag uit zijn betrekking. KATWIJK-AAN-ZEE. Het bestuur der Vereeniging voor het Tehuis alhier werd „Alles", mompelde hij. „U zult niet...?" Hij sprak met een bevende stem en zijn heole lichaam sidderde. „Niet, als je gewillig bent." Belcheff knikte. Hij verzette zich niet. Hij ridderde weer. Grambuloff was haast onbewogen. „Ik spaar verraders nooit,"zei hij „Als je bet recht en je land helpt, zal je over niets te klagen hebben. Spreek." Grambuloff knikte tegen Niclieff, dat hij nu beginnen moest met sdhrijven. Belcheff, erg bleek en onderdanig begon: »,Er is een lcomplot om den Prins te ont voeren. Ik hob begrepen dat hij vanmiddag de stad zal verlaten." „Waar naar toe?" „Dat weet ik niet." „Hó?..." Beloheff sohuddo van neen. ,,De Hemel ie mijn getuige," begon hij. Niet zijn woorden maar zijn manieren maak ten indruk op zijn hoorders. „Ga voort", zei Grambuloff die nooit aar- Belde als hij iets noodig achtte. „Kapitem Slendereff en" hier kwam oogenfolik van aarzeling „een paar endoren. „Namen I" werd er gebulderd. „Majoor Gruel en kapitein Tadislov...- Zij gaan den Prins ontvoeren, in een rij- torig; ik weet niet, waarheen." Herr Grambuloff bromde» „Naar den Donau, dat is alles wat ik weet." „En wat moest jij doen?" „Ik moest afschriften van den afstand verspreiden, diode Prins zou teekenen." „Omstreeks acht uren, denk ik?" fyJ a „Is dat alles?" „Ik geloof het wel Herr Grambuloff bewoog zich eenigszins onrustig op en neer. „Hoe laat zou de ontvoering plaats heb ben?" „Ik weet het niet, maar het was in den middag en het was, geloof ik, ergens op den Grodovaweg." „Als het piet alles is..." zei Grambu loff. De rest was een gebaar. „Het is allee. Als ik nog meer bedenk, zal ik het zeggen," zei Belcheff, die op dit oogenblik haast te eerlijk was. „Breng hem weg," zei Grambuloff tot Trabov, „en bewaak hem goed." Belcheff scheen een beroep te willen doen op den krachtigen man vóór hem. Hij wist niet, wat er zou gebeuren, en hij vreesde zekere dingen. Maar Grambuloff had door zicht. Hij liet den man door een gebaar wachten. „Je zult niet beloond worden," zei hij grimmig, „maar als ik weet, dat je de vol le waarheid gesproken hebt, zal je geen last meer van mij hebben. Dus heb je alleen maar je eigen geweten te vreezen." Belcheff was buitengewoon dankbaar. Hij was er heelhuids afgekomen, en dat is het een ige, waar sommige menachen om geven. Toen Grambuloff alleen met Nidieff was, toonde hij, dat hij een man van snel hande- was. heden verblijd met een gift van vijf en twintig gulden. LEIDERDORP. In het geheel hebben zich voor de kiezerslijst slechts vier nieuwe kiezers opgegeven. In de vergadering van de „Landbouw- vereeniging" ^jrerd het jaarverslag door den secretaris, den heer W. S&msom, uitge bracht en bleek, dat het aantal leden in 1909 bedroeg 37. De rekening van den pen ningmeester sloot met een batig saldo van f 49.0?. Do ooinr^issio voor onderzoek van veevoeder deelde mede, dat door haar drie monsters lijnkoek waren onderzocht, name lijk een van den heer Van Andel, t? Gor kum, een van de firma Sillcvis en Rut ten en een van .'en heer H. W. Koning, Zooter- woudede resultaten van dat ondersoek werden aan de vergadering kenbaar go- maakt. Tot bestuursleden werden gekozen de heeren J. J. B. Koning, A. Rijnsburger en J. van der StoeL Daarna had nog een breedvoerige bespre king plaats over den verkoop dor melk voor den komenden zomer. De vergadering was van oordeel, dat, met het oog op de hooge prijzen van boter en kaas, de melk-prijs veel hooger moest zijn dan den vorigen zomer. Met ingeno menheid werd vernomen, dat sommige melkopkoopers dit gevoelen deelen en wordt de hoop gekoesterd, dat op den scha delijken winter oen voordeeligo zomer zal volgen. Hoop doet den landman leven. REEUWLJK. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben gehandhaafd het be sluit van den Raad der gemeente Reouwijk d.d. 4 December j.L tot onbewoonbaarver klaring van de woningen Wijk F Noe. 9, 10 en 11 aldaar. ZOETERWOUDE. Het inwendige van het kerkgebouw der Ned.-Herv. Gem. al hier wordt gerestaureerd. Bij kon. besluit is aan jhr. mr. J. P. F- van der Mieden van Opmeer, op zijn ver zoek, met ingang van l Mei 1910, eervol ontslag verleend xut zijn betrekking van kantonrechter te Middelburg onder dankbe tuiging voor de langdurige diensten door hem aan den lande bewezen; met ingang van 2 Maart 1910 mr. Th. H. de Meestor opnieuw benoemd tot voorzit ter van den Pensioenraad voor burgerlijke ambtenaren; mr. C. D. Asser Jr., plaatsvervangend rijksadvocaat binnen het res ort van h. t ge rechtshof te Amsterdam, met ingang van 1 Maart 1910, tijdoL belast met de waarne ming der betrekking vai rijksadvocaat bin nen het ressort van het gerechtshof, ter standplaats Amsterdam; aan den sergeant der marechaussee van het Indische leger K. W R Döring ver gunning verleend tot het dragen van de hem vanwege Z. M den Dm Lachen Kei er, Koning van Pruisen geschonken herin ne ringsmedaille ae.n den honderdsten geboor tedag van Keizer Wilhelm I toegekend de aan de orde van Oranj'e- Nassau verbonden eere-m:daillc in zilver aan J. de Winter, werkzaam bij de metse laarsfirma Matthijs de Bruijn te Streef kerk. Examen teekenen. De minister van binnenlandsche zaken brengt in do „St.-Gt." voorloopig ter ken nis van belanghebbenden, dat in 1910 de examens ter verkrijging van de akte van bekwaamheid voor lager onderwijs in het handteekenen, bedoeld in art. 87 der wet tot regeling van het lager onderwijs, in de ttiraitA Augustus, zoo noodig ook in de maand Juli, zullen worden gehouden- Het JEtotterd. Tooneelgoxelachap, Directeur P. D. VAN EYSDEN. Als de jonge wijn bloeit Blijspel in drie bedrijven van Björnstjerne Bjömson. Meermalen in den laatsten tijd hebben we een bericht geplaatst over Bjornson. De grijsaard is zwaar ziek, ligt op 't uiterste, knapt weer wat op. Aldus zijn in cirkelgang de berichten gegaan in de pers. Naar oen jong we^k van dan dichter heb ben we gisteravond geluisterd. Uit den winter van zijn leven is deze lente tot ons gekomen. Als do jonge wijn bloeitgaat 't in den ouden wijn gisten. Het bloeien van dezen jongen wijndo groep dartele meisjes, al die dochters van mevrouw Aa-vik, het nichtje, de jonge Alwildo De oude wijn die gisten gaatdominee Heil, de weduwnaar, wiens precken in den laatsteen tijd steeds over 't huwelijk han delen Wilhelm Arvik, vader van al die levenslustige jonge meisjesen een oogenblikja oen oogenblik waarlijk jong-verliefd op zijn nichtje Alwilde. Als de jonge wijn bloeitliet zijn slechts jonge bloeiende meisjes welke aanleiding tot den titeluaam gavenjong-bloeiend geluk zien we niet. De eenige jongeman in 't stuk. do zeeman Karl Tonning, is in zijn liefde voor Alberta daar allerminst een voorbeeld van. Tljornson schroef oen blij spel, dat hij noemde: „als do jonge wijn bloedt," maar hierin handelde hij vooral overoudore mannen. Dver het gisten van oudeu wijn gaat het. Terwijl mevrouw Arvik allo liefdes aan ge- legenliedon met haar doel iters deelt, Alber ta, met ontzag toespreekt den zeeman Tan ning toch te nemen; in 't geluk der jonge Heleno deelt die zich met dominee Ilall vei loofde, met Mama jammert omdat deze door haar man wordt verwaarloosd, doolt do oude heer Arvik rond. Hij, de in zijn jongen tijd verzen-makende echtgenoot is haast vergeten wat liefde is. Zijn vrouw heeft het to druk om zich met hem te bemoeien. Haar energie heeft gesteld tegenover do poëtische droomnatuur van haar man als vanzelf do leiding der zaken in handen genomen. In het Jiuisgo- zin is mama do eenige die raadgooft, die beslist, naar wier oordeel de kindoren han delen door 't zaken doen is een ander deel van haar energie geabsorbeerd. Papa Arvik werd inderdaad quantité nógligeablc. In schijn. Want in mevrouw Arvik slui mert do jougd-liefde voor haar man als oen kiempje, door veel verdrukt, maar le vend als het slechts tijd on ruimte wordt gelaten Maar tijd heeft zo zoo weinig: mevrouw Arvik. Haar dochters nemen haar geheel in beslag... Zelfs heeft zo toen Marna huwde, den kinderen toegestemd in haar slaapvertrek te komen slapen, omdat liet voor de meisjes zoo naar-leeg was met Marna weg. Do heer Arvik is dus zeer alleen. En, terwijl alles in huis van lentogevoe- lons leeft, gaat het in hem ook gisten. De bqtoovcring van een zeer gewaagde flirt met. Alwilde doet hem dwaze gedach ten krijgen Alwilde zou een reis naar Londen maken. Railleorend maar de mogelijkheid van een verhouding voelend praten zij samen Arvik en Alwilde, over het maken van do reiste zamen. Want hij ook, Arvik, wilde wol een tijd lang weg. Wanneer deze opzet, zelf nevelig be raamd, tot do huisgenooten komt, wanner Arvik, do bravo Arvik, oen naoht buitens huis doorbrengt, is hot tijdstip daar dat do liefde van mevrouw Arvik voor haar man uit oen langen wintorslaap ontwaakt. Hij is weg on n u weet zo zijn liefde weer; zo haalt liet schrift te voorschijn, waar in zijn liefdesverzen staan, het vers op haar eerste moeder-zijn- Hadden vroeger de jonge dochtertjes 't hoogste woord tegen Papa, nu duldt mevr. Arvik dit niot langer. En zijzelf, zijzelf zal gansch veranderen. Zij was het slechte voorbeeld voo.- haar kinde ren hoorhoe lief hij haar had. En zo loost den kinderen zijn verzen voor Als zo voor zichzelf al loon do verzen nog eens opnieuw savoureert.... stilletjes or van geniet... komt hij terug. Hij is niot op reis gegaan. Hij kon niet. Zij wist het. De liefde tusschen deze twoo was hier to diep, te goed. Wat niet wegneemt, dat zij weer opnieuw haar bedillonden toon tegen haar armen man voort. Wat deze nu even- wol niet hindert. Want de liefde is or. Het spel van do hoofdporsono: mevrouw ALirvik, door mevr. v. Eysden, was uitne mend. Do heibed-ighoid, de bazigheid, maar waarachter men toch altijd 't warme har telijke gemoed voelt., werd zcor goed tot in de puntjes verzorgd. Do beide hoeren, Nioo de Jong, dio de Arvik-rok spooldo, on de hoer Tartaud, dio zich zoo'n bijzonder mooien kop had ge maakt en de liefde van Helcne, ook in zijn spel zeer begrijpelijk maakt, hadden oen succes naast dat van mevr. v. Eysden. Mevr. Tartaud, al had zij geen rol, waarin zij schitteren kon, gaf do kleino Marna-rol vol maakt. Hot was oen genot haar te zien roa- geeren op alles, daar boven voor 't raam van haar kamer, waar zij „dood-ongolukkig" was heengegaan, onder de hand geen woord ver liezend van alle gesprekken, om als 't be neden al te boeiend wordt, af te zakken. Alberta word door mevr. Do JongWert- wyn met beslistheid juist gecreëerd. Mej. Betsy Wolffor8, een jonge kracht van 't zeischap, sjieclde af en toe zeer goed. Dat mej. Duymaer van Twist een ondeugendo rol alle bekoren kan geven, men woet het. De hoor Vervoorn zij nog genoemd als do vervaarlijke zeeman Tonning. Hot groote suooes van don avond kwam mevr. v. Eysden too. De Schouwburg was stampvol nu deze hier zoo geliefde actrice oen hoofdrol had. Een mooie mand bloemen van 't schouwburgbestuur ecu bouquet wcr-, don haar geboden. Do H. „Het is of do duivel er mee speelt," zei hij. „Wij moeten twee dingen doen: maken clat de Px-uu* niet ontvoerd wordt, en de Alexis-garde terugkrijgen in Rufia." Niclieff logde or zich bij neer. „Als de Prins in het paleis blijft, hoe 1 an hij dan ontvoerd worden?" zei hij. „Er is iels, dat wij niet weten. Dio schur ken willen hom ergens op den wog naar Grodova zien te krijgeq. Wij zullen hun plan verijdelen, als we bijtijds zijn." „Als we bijtijds zijn." Grambuloff nam zijn hoed op. „Ik zal dadel.jk naar den Prins gian," zei hij. „Wij gaan al gauwer aan den slag dan ik verwacht had." „Wij zullen winnen," zei Niclieff, dio trachtte met vertrouwen te spreken. „.Vis wij de anderen verslaan," antwoord de Grambuloff. En in dien zin lag iets moor dan een waarheid. Herr Grambuloff haastte zich naar het i paleis, waar hij teleurgesteld en ongerust werd. Een oogenblik dacht hij, dat Bel cheff, als hij wilde, de juiste plaats zou kunnn vertellen. Maar toen hij aan het Gou vernementshuis het briefje van den Prins kreeg, dacht hij niet meer aan Beloheff. Hij zag Renaria in nood. Toen Alexis den brief van den Prins kreeg, roo<c hij lont, maar hij zei aan Vera alleen, dat hij naat Sandro ging. Zijn ge zicht verraadde hem. „Is Sandro in gevaar?" zei zij vlug. Hij probeerde tevergeefs er om been te praten. Toen hq haar het briefje toonde, zei zij j „Ik ga ook." „Onmogelijk 1" zei hij. Zij lachte. Dat doen sommige menschen, als anderen iets onmogelijk vinden. Toen bracht zij hem in verbazing door eon zoor practioch voorstel. Alexis vergat, dat, niettegenstaande eon vrouw gevoelig kan zijn, zij ook zeer prac- tisch wezen kan. Als zij alleen maar een van beide is, verliest zij de helft van haar bekoring. „Zend een briefje aan Herr Grambu loff," zei zij. Dus zond Alexis het briefje van den Prins en voegde er aan toe: „Do Gravin en ik gaan er dadelijk heen. Zij wildo meegaan. A. Groveener." Herr Grambuloff kreeg de boodschap juist op hot oogenblik, waarop bij zat te bodenken, hoe hij de ramp van zijn land zou afwenden. Hij was niet bijzonder vroom, maar hij zei: „Goddank", toen hij het briefje las. Hij krabbelde een paar regels en zond die terug, en het spoorde Alexis en Vera aan zich te haasten, want het luid de: „Hartelijk dank. Maak dat de Prins zon der een oogenblik te verliezen naar het pa leis terugkeert. Er is een komplot om hem te ontvoeren." XIV. Devoorspoeddergoddeloozen. Toon Katkin do boodschap kreeg, dat de vogel gevangen was, was hij ten zeerste vol daan. Hij was eoht in zijn humeur. Hij voel de rich als een ovorwinnaar en op zulke oogonblikken is men geneigd grootmoedig te rijn. Katkin was de Ruesisoho agent in liena* ria. Do woorden „Russische agent" beach rij* ven hem met ironische nauwkeurigheid. Dq Olympische godon mocton Ka (kin dikwijls gadegeslagen hebben met belangstelling misschien wel met afgunst. Hij behoorde tot een soort mensohon, dio niet alleen an deren voor den gek houden, maar ook niet terugschrikken om to liegen en to bedrie gen. Hij was een van de Russische agenten. zo zdjn niot allemaal zóó die schijnen te donken, dat de grootheid van een land afhangt van de oppervlakte van het grond gebied. Deze politiek heeft juist wel eeus de tegenovergestelde uitwerking. Katkin waa van plan Renaria onder Ttu isch g z ig te brengen, en dus smeedde hij onvermoeid kom plotten, omdat prins Alexander Rena ria vrij machtig regeerde, in plaats vad een werktuig van Rusland te zijn. Tot zoo ver Katkin, de politicus. Hij was eon man van middelmatigo lengte* mot oen rechten rug, breedo schouders oa stovigen lichaamsbouw. Zijn haar was zwart en dik, en zijn baard was gepunt met do nauwkeurigheid van een ouden Egypte* naar. Hij had een bruine gelaat^klc-ur, regel* matige trekken en dikke lippen. Hoewel kil, niet knap van uiterlijk was, moest men toohj' nog eens een tweede maal naar hem kijken# (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 1