N®. 15340
Dimtda^ ©3 Februari.
A0. 1910.
feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
7an <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
Eet Huwelijk van den Prins.
Uit de „Staatscourant".
Leldsche Schouwburg.
LEIISCH
DA&BLA
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer fO.Yï%. Grootere lettere naar
jl&atsruimte. - Kleine advertsntiën van 30 woorden 40 Oente contant j elk
/tiental woorden meer 10 Oents. Voor het inoasseeren wordt f 0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANTS
Voor Leiden per week 9 Oentsper 3 maanden f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd aijn 1.30.
Franco per post 1.65.
Ml ND KR WET.
Burgemeester èn Wethouders van Leiden,
Gezien het adres van H. E. DIETRICH,
houdende verzoek om vergunning tot het
Oprichten eener rijwielherstelplaats met
gassoldeertoestel in perceel Apothekers-
dijk No. 29, kad. sectie H. No. 3167
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet;
Brengen ter algemeene kennis, dat ge
noemd verzoek, met de bijlagen, op de Se
cretarie dezer gemeente ter visie gelegd
alsmede dat op Dinsdag 8 Maart
aanst. des voormiddags te elf uren, op het
Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tegen dit verzoek in te bren
gen, terwijl zij er de aandacht op vestigen,
dat niet tot boroep gerechtigd zijn zij, die
niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet
voor het gemeentebestuur of een zijner le
lden zijn verschenen ten einde hun bezwaren
mondeling toe te lichten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN HAMEL, Wèthr. lo. Burg.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 22 Februari 1910
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet:
Brengen ter algemeene kennis, dat door
;W. VAN MANEN, schilder, wonende te
Leiden, eetn verzoekschrift is ingediend,
om verlof voor den verkoop van alcohol-
houdenden, anderen dan sterken drank,
voor gebruik ter plaatse van verkoop, in
bot bovenvoorlokaal van het perceel Oude
Heerengracht No. 6.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J A. VAN HAMEL,
Weth. loco Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 22 Februari 1910.
Leiden, 22 Februari,
Bij de hedenmorgen in het koffiehuis
,,0© Wakende Haan,", in de Vrouwesteeg
alhier, door den heer Jan Botennans ge
houden aanbesteding van bet rioleeren en
dempen van de Sicboldsloot, liggende
midden in de Sieboldstraat, te Leiden,, en
'daarmede in verband staande werken, kwa
men in zes biljetten. Inschrijvers waren de
heeren: T. Bedee, te SÜedrecht, voor
6830; J. Saras, te Oudewetering, f 5138;
EL J. de Heyder, te Leiden, 4826; O. J.
v. Evert en V. v. Ulden, te Leiden, f 4325;
B. en H. Keiler, te Leiden, f 3822; W. J-
de Haan, te Leiden, f 3550.
De gunning is aangehouden.
Voor de benoeming van leeraar in de
Engelsche taal aan het gymnasium en xn
de Engelsche taal en letterkunde aan de
H. B.-S. te Gorkum worden aanbevolen1.
S. F. Kleinbentink te 's-Gravenhage. 2. 1.
v. d. Laan te Maastricht. 3. mej. J. P. de
Loos te Leiden.
De le luit. S. G. N. Nauta Pieter,
overgeplaatst van het 3e naar het 2e reg.
veld-artillerie, is bestemd voor het garni
zoen Leiden-
De gisteren te Amsterdam gehouden
vergadering van de Noordwijksche Stoom
tram-Mij. in liq., heeft de liquidatiereke
ning goedgekeurd.
Voor het examen in de nuttige hand
werken is te 's-Gravenhage geslaagd mej
W. Aartsen, van Waddingsveen.
De gezant van Rumenië te 's-Graven
hage geeft 3 Maart een diplomatiek diner,
waaraan Prins Hendrik is uitgenoodigd.
De heer A. Hulshoff Pol, oud-gouver
nementssecretaris in Nederlandsch-Indië, is
thans werkzaam aan het departement van
koloniën.
Tot directeur-hoofd der Fabrieksschool
te Enschedee is tegen 1 Juni benoemd de
heer E. G. Kobus, te Rotterdam.
Tot president van het Seminarium der
oud-bisschoppelijke klerezie te Ajnersfoort
en hoogleeraar in de leerstellige en zeden
kundige godgeleerdheid aan die instelling
is benoemd prof. F. Kenninok, hoogleeraar
in de bijbelkunde en pastoor der Oud-
Roomsche gemeente aldaar.
In een gistermiddag gehouden raads
vergadering te Deventer, werd het reeds
vermelde voorstel van B. en Ws. om geen
afgevaardigde te benoemen naar do op 15
Maart te houden vergadering, samenge
roepen door de heeren Hoffstede Cru 11 en
Willink te Hengeloo, en mr. J. C. Kake-
beeke te Deventer, aangenomen.
Men schrijft aan de „N. Arnh. Ct-":
Den 15den dezer heeft het Tweede Kamer
lid, dr. A. Kuyper blijkens een aan den
Voorzitter gericht schrijven zijn werk
zaamheden als zoodanig gestaakt.
Vermits nu bij do wettelijke regeling van
de bezoldiging der leden van de Tweede
Kamer niet werd voorzien dat zoodanig be
sluit door een lid zou worden genomen, zal
deze zaak weder geregeld dienen te worden.
Vaststaande dat de heer Kuyper, gedu
rende zijn staking, geen bezoldiging uit 's
lands kas kan trekken, wil het ons het
beste voorkomen dat hij daarvan in af
wachting der nadere regeling al dadelijk,
op officdeele wijze, afstand doet. Blijft na
dere regeling in deze uit, dan ligt het o. i.
op den weg der Algemeene Rekenkamer
om in te grijpen en wel door de betrek
kelijke bctalingsstukken af te wijzen.
De Regeering wordt dan vanzelf genood
zaakt maatregelen te nemen.
Op het graf van wijlen mgr. A. J. F.
S. de Bouter, in leven pastoor van de
parochie van de H.H. Petrus en Paulus te
A mater dam, den 5den Februari 1809 over
leden, zal binnenkort een gedenksteen wor
den geplaatst.
De non-activiteit van den lsten-luit.
A. G. O. Gaillard van het wapen der infan
terie, is met zes maanden verlengd en dus
bepaald tot 16 September 1910, mede zon
der bezwaar der schatkist.
Naar de ,,Ass. C." verneemt, verzoekt
de heer J. P. Hofstede, ingenieur van den
Prov. Waterstaat in Drenthe, met Augus
tus ontslag uit zijn betrekking.
KATWIJK-AAN-ZEE. Het bestuur der
Vereeniging voor het Tehuis alhier werd
„Alles", mompelde hij. „U zult niet...?"
Hij sprak met een bevende stem en zijn
heole lichaam sidderde.
„Niet, als je gewillig bent."
Belcheff knikte. Hij verzette zich niet. Hij
ridderde weer.
Grambuloff was haast onbewogen.
„Ik spaar verraders nooit,"zei hij „Als
je bet recht en je land helpt, zal je over
niets te klagen hebben. Spreek."
Grambuloff knikte tegen Niclieff, dat hij
nu beginnen moest met sdhrijven.
Belcheff, erg bleek en onderdanig begon:
»,Er is een lcomplot om den Prins te ont
voeren. Ik hob begrepen dat hij vanmiddag
de stad zal verlaten."
„Waar naar toe?"
„Dat weet ik niet."
„Hó?..."
Beloheff sohuddo van neen.
,,De Hemel ie mijn getuige," begon hij.
Niet zijn woorden maar zijn manieren maak
ten indruk op zijn hoorders.
„Ga voort", zei Grambuloff die nooit aar-
Belde als hij iets noodig achtte.
„Kapitem Slendereff en" hier kwam
oogenfolik van aarzeling „een paar
endoren.
„Namen I" werd er gebulderd.
„Majoor Gruel en kapitein Tadislov...-
Zij gaan den Prins ontvoeren, in een rij-
torig; ik weet niet, waarheen."
Herr Grambuloff bromde»
„Naar den Donau, dat is alles wat ik
weet."
„En wat moest jij doen?"
„Ik moest afschriften van den afstand
verspreiden, diode Prins zou teekenen."
„Omstreeks acht uren, denk ik?"
fyJ a
„Is dat alles?"
„Ik geloof het wel
Herr Grambuloff bewoog zich eenigszins
onrustig op en neer.
„Hoe laat zou de ontvoering plaats heb
ben?"
„Ik weet het niet, maar het was in den
middag en het was, geloof ik, ergens op den
Grodovaweg."
„Als het piet alles is..." zei Grambu
loff. De rest was een gebaar.
„Het is allee. Als ik nog meer bedenk,
zal ik het zeggen," zei Belcheff, die op dit
oogenblik haast te eerlijk was.
„Breng hem weg," zei Grambuloff tot
Trabov, „en bewaak hem goed."
Belcheff scheen een beroep te willen doen
op den krachtigen man vóór hem. Hij wist
niet, wat er zou gebeuren, en hij vreesde
zekere dingen. Maar Grambuloff had door
zicht. Hij liet den man door een gebaar
wachten.
„Je zult niet beloond worden," zei hij
grimmig, „maar als ik weet, dat je de vol
le waarheid gesproken hebt, zal je geen last
meer van mij hebben. Dus heb je alleen
maar je eigen geweten te vreezen."
Belcheff was buitengewoon dankbaar. Hij
was er heelhuids afgekomen, en dat is het
een ige, waar sommige menachen om geven.
Toen Grambuloff alleen met Nidieff was,
toonde hij, dat hij een man van snel hande-
was.
heden verblijd met een gift van vijf en
twintig gulden.
LEIDERDORP. In het geheel hebben
zich voor de kiezerslijst slechts vier nieuwe
kiezers opgegeven.
In de vergadering van de „Landbouw-
vereeniging" ^jrerd het jaarverslag door den
secretaris, den heer W. S&msom, uitge
bracht en bleek, dat het aantal leden in
1909 bedroeg 37. De rekening van den pen
ningmeester sloot met een batig saldo van
f 49.0?. Do ooinr^issio voor onderzoek van
veevoeder deelde mede, dat door haar drie
monsters lijnkoek waren onderzocht, name
lijk een van den heer Van Andel, t? Gor
kum, een van de firma Sillcvis en Rut ten
en een van .'en heer H. W. Koning, Zooter-
woudede resultaten van dat ondersoek
werden aan de vergadering kenbaar go-
maakt.
Tot bestuursleden werden gekozen de
heeren J. J. B. Koning, A. Rijnsburger en
J. van der StoeL
Daarna had nog een breedvoerige bespre
king plaats over den verkoop dor melk
voor den komenden zomer.
De vergadering was van oordeel, dat,
met het oog op de hooge prijzen van boter
en kaas, de melk-prijs veel hooger moest
zijn dan den vorigen zomer. Met ingeno
menheid werd vernomen, dat sommige
melkopkoopers dit gevoelen deelen en
wordt de hoop gekoesterd, dat op den scha
delijken winter oen voordeeligo zomer zal
volgen. Hoop doet den landman leven.
REEUWLJK. Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland hebben gehandhaafd het be
sluit van den Raad der gemeente Reouwijk
d.d. 4 December j.L tot onbewoonbaarver
klaring van de woningen Wijk F Noe. 9, 10
en 11 aldaar.
ZOETERWOUDE. Het inwendige van
het kerkgebouw der Ned.-Herv. Gem. al
hier wordt gerestaureerd.
Bij kon. besluit is aan jhr. mr. J. P. F-
van der Mieden van Opmeer, op zijn ver
zoek, met ingang van l Mei 1910, eervol
ontslag verleend xut zijn betrekking van
kantonrechter te Middelburg onder dankbe
tuiging voor de langdurige diensten door
hem aan den lande bewezen;
met ingang van 2 Maart 1910 mr. Th. H.
de Meestor opnieuw benoemd tot voorzit
ter van den Pensioenraad voor burgerlijke
ambtenaren;
mr. C. D. Asser Jr., plaatsvervangend
rijksadvocaat binnen het res ort van h. t ge
rechtshof te Amsterdam, met ingang van
1 Maart 1910, tijdoL belast met de waarne
ming der betrekking vai rijksadvocaat bin
nen het ressort van het gerechtshof, ter
standplaats Amsterdam;
aan den sergeant der marechaussee van
het Indische leger K. W R Döring ver
gunning verleend tot het dragen van de
hem vanwege Z. M den Dm Lachen Kei er,
Koning van Pruisen geschonken herin ne
ringsmedaille ae.n den honderdsten geboor
tedag van Keizer Wilhelm I
toegekend de aan de orde van Oranj'e-
Nassau verbonden eere-m:daillc in zilver
aan J. de Winter, werkzaam bij de metse
laarsfirma Matthijs de Bruijn te Streef
kerk.
Examen teekenen.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt in do „St.-Gt." voorloopig ter ken
nis van belanghebbenden, dat in 1910 de
examens ter verkrijging van de akte van
bekwaamheid voor lager onderwijs in het
handteekenen, bedoeld in art. 87 der wet tot
regeling van het lager onderwijs, in de
ttiraitA Augustus, zoo noodig ook in de
maand Juli, zullen worden gehouden-
Het JEtotterd. Tooneelgoxelachap,
Directeur P. D. VAN EYSDEN.
Als de jonge wijn bloeit
Blijspel in drie bedrijven van Björnstjerne
Bjömson.
Meermalen in den laatsten tijd hebben we
een bericht geplaatst over Bjornson.
De grijsaard is zwaar ziek, ligt op 't
uiterste, knapt weer wat op. Aldus zijn
in cirkelgang de berichten gegaan in de
pers.
Naar oen jong we^k van dan dichter heb
ben we gisteravond geluisterd.
Uit den winter van zijn leven is deze
lente tot ons gekomen. Als do jonge wijn
bloeitgaat 't in den ouden wijn gisten. Het
bloeien van dezen jongen wijndo groep
dartele meisjes, al die dochters van mevrouw
Aa-vik, het nichtje, de jonge Alwildo
De oude wijn die gisten gaatdominee
Heil, de weduwnaar, wiens precken in den
laatsteen tijd steeds over 't huwelijk han
delen Wilhelm Arvik, vader van al
die levenslustige jonge meisjesen een
oogenblikja oen oogenblik waarlijk
jong-verliefd op zijn nichtje Alwilde.
Als de jonge wijn bloeitliet zijn slechts
jonge bloeiende meisjes welke aanleiding
tot den titeluaam gavenjong-bloeiend
geluk zien we niet. De eenige jongeman
in 't stuk. do zeeman Karl Tonning, is
in zijn liefde voor Alberta daar allerminst
een voorbeeld van. Tljornson schroef oen blij
spel, dat hij noemde: „als do jonge wijn
bloedt," maar hierin handelde hij vooral
overoudore mannen. Dver het gisten
van oudeu wijn gaat het.
Terwijl mevrouw Arvik allo liefdes aan ge-
legenliedon met haar doel iters deelt, Alber
ta, met ontzag toespreekt den zeeman Tan
ning toch te nemen; in 't geluk der jonge
Heleno deelt die zich met dominee Ilall
vei loofde, met Mama jammert omdat deze
door haar man wordt verwaarloosd, doolt
do oude heer Arvik rond. Hij, de in zijn
jongen tijd verzen-makende echtgenoot is
haast vergeten wat liefde is. Zijn vrouw
heeft het to druk om zich met hem te
bemoeien. Haar energie heeft gesteld
tegenover do poëtische droomnatuur van
haar man als vanzelf do leiding der
zaken in handen genomen. In het Jiuisgo-
zin is mama do eenige die raadgooft, die
beslist, naar wier oordeel de kindoren han
delen door 't zaken doen is een ander
deel van haar energie geabsorbeerd. Papa
Arvik werd inderdaad quantité nógligeablc.
In schijn. Want in mevrouw Arvik slui
mert do jougd-liefde voor haar man als
oen kiempje, door veel verdrukt, maar le
vend als het slechts tijd on ruimte wordt
gelaten
Maar tijd heeft zo zoo weinig: mevrouw
Arvik. Haar dochters nemen haar geheel
in beslag... Zelfs heeft zo toen Marna
huwde, den kinderen toegestemd in haar
slaapvertrek te komen slapen, omdat liet
voor de meisjes zoo naar-leeg was met
Marna weg.
Do heer Arvik is dus zeer alleen.
En, terwijl alles in huis van lentogevoe-
lons leeft, gaat het in hem ook gisten.
De bqtoovcring van een zeer gewaagde
flirt met. Alwilde doet hem dwaze gedach
ten krijgen
Alwilde zou een reis naar Londen maken.
Railleorend maar de mogelijkheid van
een verhouding voelend praten zij samen
Arvik en Alwilde, over het maken van do
reiste zamen.
Want hij ook, Arvik, wilde wol een tijd
lang weg.
Wanneer deze opzet, zelf nevelig be
raamd, tot do huisgenooten komt, wanner
Arvik, do bravo Arvik, oen naoht buitens
huis doorbrengt, is hot tijdstip daar dat do
liefde van mevrouw Arvik voor haar man
uit oen langen wintorslaap ontwaakt.
Hij is weg on n u weet zo zijn liefde
weer; zo haalt liet schrift te voorschijn, waar
in zijn liefdesverzen staan, het vers op haar
eerste moeder-zijn- Hadden vroeger de jonge
dochtertjes 't hoogste woord tegen Papa,
nu duldt mevr. Arvik dit niot langer. En
zijzelf, zijzelf zal gansch veranderen. Zij
was het slechte voorbeeld voo.- haar kinde
ren hoorhoe lief hij haar had. En
zo loost den kinderen zijn verzen voor
Als zo voor zichzelf al loon do verzen nog
eens opnieuw savoureert.... stilletjes or
van geniet... komt hij terug. Hij is niot
op reis gegaan. Hij kon niet. Zij wist het.
De liefde tusschen deze twoo was hier to
diep, te goed. Wat niet wegneemt, dat zij
weer opnieuw haar bedillonden toon tegen
haar armen man voort. Wat deze nu even-
wol niet hindert.
Want de liefde is or.
Het spel van do hoofdporsono: mevrouw
ALirvik, door mevr. v. Eysden, was uitne
mend. Do heibed-ighoid, de bazigheid, maar
waarachter men toch altijd 't warme har
telijke gemoed voelt., werd zcor goed tot in
de puntjes verzorgd.
Do beide hoeren, Nioo de Jong, dio de
Arvik-rok spooldo, on de hoer Tartaud, dio
zich zoo'n bijzonder mooien kop had ge
maakt en de liefde van Helcne, ook in
zijn spel zeer begrijpelijk maakt, hadden
oen succes naast dat van mevr. v. Eysden.
Mevr. Tartaud, al had zij geen rol, waarin zij
schitteren kon, gaf do kleino Marna-rol vol
maakt. Hot was oen genot haar te zien roa-
geeren op alles, daar boven voor 't raam van
haar kamer, waar zij „dood-ongolukkig" was
heengegaan, onder de hand geen woord ver
liezend van alle gesprekken, om als 't be
neden al te boeiend wordt, af te zakken.
Alberta word door mevr. Do JongWert-
wyn met beslistheid juist gecreëerd. Mej.
Betsy Wolffor8, een jonge kracht van 't
zeischap, sjieclde af en toe zeer goed. Dat
mej. Duymaer van Twist een ondeugendo
rol alle bekoren kan geven, men woet het.
De hoor Vervoorn zij nog genoemd als do
vervaarlijke zeeman Tonning.
Hot groote suooes van don avond kwam
mevr. v. Eysden too. De Schouwburg was
stampvol nu deze hier zoo geliefde actrice
oen hoofdrol had. Een mooie mand bloemen
van 't schouwburgbestuur ecu bouquet wcr-,
don haar geboden.
Do H.
„Het is of do duivel er mee speelt," zei
hij. „Wij moeten twee dingen doen: maken
clat de Px-uu* niet ontvoerd wordt, en de
Alexis-garde terugkrijgen in Rufia."
Niclieff logde or zich bij neer.
„Als de Prins in het paleis blijft, hoe 1 an
hij dan ontvoerd worden?" zei hij.
„Er is iels, dat wij niet weten. Dio schur
ken willen hom ergens op den wog naar
Grodova zien te krijgeq. Wij zullen hun
plan verijdelen, als we bijtijds zijn."
„Als we bijtijds zijn."
Grambuloff nam zijn hoed op.
„Ik zal dadel.jk naar den Prins gian,"
zei hij.
„Wij gaan al gauwer aan den slag dan ik
verwacht had."
„Wij zullen winnen," zei Niclieff, dio
trachtte met vertrouwen te spreken.
„.Vis wij de anderen verslaan," antwoord
de Grambuloff. En in dien zin lag iets moor
dan een waarheid.
Herr Grambuloff haastte zich naar het i
paleis, waar hij teleurgesteld en ongerust
werd. Een oogenblik dacht hij, dat Bel
cheff, als hij wilde, de juiste plaats zou
kunnn vertellen. Maar toen hij aan het Gou
vernementshuis het briefje van den Prins
kreeg, dacht hij niet meer aan Beloheff.
Hij zag Renaria in nood.
Toen Alexis den brief van den Prins
kreeg, roo<c hij lont, maar hij zei aan Vera
alleen, dat hij naat Sandro ging. Zijn ge
zicht verraadde hem.
„Is Sandro in gevaar?" zei zij vlug.
Hij probeerde tevergeefs er om been te
praten.
Toen hq haar het briefje toonde, zei zij j
„Ik ga ook."
„Onmogelijk 1" zei hij.
Zij lachte. Dat doen sommige menschen,
als anderen iets onmogelijk vinden. Toen
bracht zij hem in verbazing door eon zoor
practioch voorstel.
Alexis vergat, dat, niettegenstaande eon
vrouw gevoelig kan zijn, zij ook zeer prac-
tisch wezen kan. Als zij alleen maar een
van beide is, verliest zij de helft van haar
bekoring.
„Zend een briefje aan Herr Grambu
loff," zei zij.
Dus zond Alexis het briefje van den
Prins en voegde er aan toe:
„Do Gravin en ik gaan er dadelijk heen.
Zij wildo meegaan. A. Groveener."
Herr Grambuloff kreeg de boodschap
juist op hot oogenblik, waarop bij zat te
bodenken, hoe hij de ramp van zijn land zou
afwenden. Hij was niet bijzonder vroom,
maar hij zei: „Goddank", toen hij het
briefje las. Hij krabbelde een paar regels
en zond die terug, en het spoorde Alexis
en Vera aan zich te haasten, want het luid
de:
„Hartelijk dank. Maak dat de Prins zon
der een oogenblik te verliezen naar het pa
leis terugkeert. Er is een komplot om hem
te ontvoeren."
XIV.
Devoorspoeddergoddeloozen.
Toon Katkin do boodschap kreeg, dat de
vogel gevangen was, was hij ten zeerste vol
daan. Hij was eoht in zijn humeur. Hij voel
de rich als een ovorwinnaar en op zulke
oogonblikken is men geneigd grootmoedig te
rijn.
Katkin was de Ruesisoho agent in liena*
ria.
Do woorden „Russische agent" beach rij*
ven hem met ironische nauwkeurigheid. Dq
Olympische godon mocton Ka (kin dikwijls
gadegeslagen hebben met belangstelling
misschien wel met afgunst. Hij behoorde
tot een soort mensohon, dio niet alleen an
deren voor den gek houden, maar ook niet
terugschrikken om to liegen en to bedrie
gen. Hij was een van de Russische agenten.
zo zdjn niot allemaal zóó die schijnen
te donken, dat de grootheid van een land
afhangt van de oppervlakte van het grond
gebied. Deze politiek heeft juist wel eeus de
tegenovergestelde uitwerking. Katkin waa
van plan Renaria onder Ttu isch g z ig
te brengen, en dus smeedde hij onvermoeid
kom plotten, omdat prins Alexander Rena
ria vrij machtig regeerde, in plaats vad
een werktuig van Rusland te zijn.
Tot zoo ver Katkin, de politicus.
Hij was eon man van middelmatigo lengte*
mot oen rechten rug, breedo schouders oa
stovigen lichaamsbouw. Zijn haar was
zwart en dik, en zijn baard was gepunt met
do nauwkeurigheid van een ouden Egypte*
naar. Hij had een bruine gelaat^klc-ur, regel*
matige trekken en dikke lippen. Hoewel kil,
niet knap van uiterlijk was, moest men toohj'
nog eens een tweede maal naar hem kijken#
(Wordt vervolgd.)