If®. 15337 Vrijdag 18 Februai-i. A°. 1910. i§eze 'Courant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Onder onze Vroede Vaderen. FEUILLETON. Eet Huwelijk van den Prins. LEIDSCH DA&BLAD PRIJS DER AD YERTENTIEN Van 1—6 regels /T.05. Iedere regel meer Grootere lettere naar plaatsruimte. Kleine advertentiëu van 30 woorden 40 Cents contantelk tiental woorden meer 10 Cents.Voor het incasseeren wordt ƒ0.06 berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Cents; per 3 maanden I 1.10. Buiten Leiden, por looper en waar agenten gevestigd sijn B 1.30. Franco por post 1*66. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, lste alinea, der Hinderwet; Brengen bij de-© Ier algemeene kennis, dat door hen vergunning is verleend aau do Firma F. VAN DER KLOOT, ©n recht verkrijgenden tot het uitbreiden van de fcuivelin richting iu het perceel Lang© Dief- steeg No. 12, kad. sectie G. No. 1670, door het plaatsen en in werking stellen, van een eleotromotor van 3 P.K. tot het in bewe ging brengen van een karn. En geschiedt hiervan openbare kennisge ving door plaatsing in het ,,Leidsch Dag blad". Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. VAN HAMEL, Wetfar. lo. Burg. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, den löden Februari 1910. Een kleine agenda en slechte vier en twintig leden op 't appèl, het was te voor zien, dat de vergadering niet heel lang zou duren, althans wanneer de motie-Pera over de neutraliteitskwestio njet aan de ordo zou komen. N u, aan d© orde is zij wel ge weest, maar besproken niet en de steller is er zelfs hoewel blijkbaar uoode toe overgegaan haar weer in te trekkerv Toen de Voorzitter onder de ingekomen stukken mededeeling deed van dit stuk Vroeg dadelijk prof. Fockema Apdrcac het .woord om zijn verwondering uit te spreken .dat deze motie was ingediend. Hij meoode dat het in strijd was met de parlementaire gebruiken, om, zoolang een kwestie in een lichaam als do llaad aanhangig was, daar tusechen te komen met een motie of iets dergelijks. Spr. had aan het einde der vorig» vergadering immers B. en Ws. ge- VToagd wat zij !r dozen wenschen fe doen. Dit antwoord nu, had kunnen worden afge wacht en daarvan en van. de daarop volgen- i'de discussie had het kunnen afhangen of de heer Pera deze of een andere motie had moeten voorstellen. Het wae op de gezichten van sommige raadsleden en niet alleen van, de medestan- jtiers van prof. F. A. to merken, dat men met dien gedaclitengong instemde. De heer Pera antwoordde dat deze ernst-i- ;ge kwestie hem geruimen tijd vervulde. Hij gevoelde dut ook de raadsleden in dezen een groote verantwoordelijkheid d agen, en zijn motie had dan ook reeds een veer tien dagen klaar gelegen. Waarom hij haar 'dan zoo laat inzond, dat de raadsleden haar eerst den avond te voren in de krant kon tien lezen en B. en Ws. er officieel eerst des daags vóór de raadszitting mee kennis üiaakten, begrijpen wij riet recht. Maar hij meikle terecht op dat de heer F. A. niet bepaald op eer. antwoord had aangedrongen. Wel werd dit meer beslist 'door een ander lid gedaan, maar een toe zegging was niet door den Voorzitter ge geven. Hij had dit echter eerst eens kunnen afwachten. Periculum in mora was er voor Leiden toch nog niet. Den professor onaangenaam te willen zijn had niet in zijn bedoeling gelegen Dat had de professor er trouwens ook niet in gezien, hij had alleen willen zeggen dat de parlementaire usanoc een beetje geweld was aangedaan. Op zijn gewone vriendelijk gcmoedcl .ken toon kwam de Voorzitter, half vragend, half bevestigend tot den voorsteller. ,,De heer Pera wil nu zeker zijn motie voorloo- pig wol intrekken!" En na eenig aarzelen) alsof het hem zwaar viel, knikt© hij toe stemmend. „Zij was maar nauw versche nen, of ging weldra weer henen'', om met Vondel in dichtmaat te zeggen. Misschien keert ze straks evenwel nog weer eens terug. Met de eerste punten der agenda liep 't vlot. Bij het verzoek van het Ned. Vak verbond om den bijslag op de Werkloozen- uitkeeringsverordening, zoodanig te wijzi gen dat de bij het Vakveibond aanges o- ton, verecnigingen niet meer verplicht zijn een eigen werkloozenkas er op na te hou den, deed de heer Sijtsma een vruchtelooz© poging om B. en Ws. te bewegen hun praeadvies te wijzigen en aan het redelijk verlangen van het Verbond te voldoen. Hij kreeg tegen zich de Voorzitter van het Gemeentelijk Werkloozenfonds rar. Briët, en de Voorzitter van den Raad, die hoewel zij de voordeelen, van een landelijke kas erkenden, de bezwaren er aan verbonden toch overwegend zichtten. De kwestie inte resseerde de overige raadsleden blijkbaar weinig en het praeadvies van B. en W9. ging er glad door. Bij het papt verpachting van de bedie ning der buffetten in de Stadszaal kwam natuurlijk 't voorstel van den heer A. Mul der om des Zondags de Gehoorzaal voor opopbare vermakelijkheden te sluiten aan de o<rde. Na een, korte toelichting van den voorsteller, waarin deze zich schuldig maakte aan een kleine onjuistheid toen hij opmerkte dat zijn voorstel beoogde den ouden toestand te herstellen, immers oorspronkelijk was de Gehoorzaal ook des Zondags geopend, slechts een paar jaar. nadat in 1902 hei voorstel van het raadslid De Lange tot Zondagsluiting was aangeno men, was dit andersna een korte zake lijke toelichting dan werd het voorstel door prof. Fockema Andreae bestreden. Slechts een betrekkelijk kleine minder heid der gemeen,tenaren, de orthodox pro testanten, aldus was diens redeneering, acht Zondagsluiting wenschelijk; het groo- tcr deel de vrijzinnigen en de Roomsch- Katholieken hebben er geen bezwaar tegen en nu gaat het voor een lichaam als de ge meenteraad, die allo groepen, vertegen woordigen moet niet aan alleen deze min derheid ter wille te zijn. Hij moet vrijheid laten bestaan, wie er gebruik van wil ma- kon op Zondag kan het doen, wie d? zaal voorbij wil gaan eveneens ..Neen", ant woordt daarop de heer Pera, ,,zoo staat de zaak njet." Wij zijn als Overhed krach tens ons beginsel op grond van de H. ilige Schrift geroepen de Zondags-heiliging te bevorderen, en dan mogen wij niet toe'aten dat een gemeentegebouw des Zondags voor openibare vermakelijkheden geopend ia. Dan stappen wij over financ'eele bezwaren heen. Als echter de heer SijUraa hierop zegt dat de consequentie van dit begint"! cr toe moet leiden ook „de Graanjbeurs"' te doen sluiten op Zondag, ja zelfs de gas- en eleo- triciteit-fabricotie op de gemeentelijke fa brieken des Zondags te 6taken, wordt dit door den, heer Vergouwen voor een schrik beeld gehouden. Men had hier te doen met de Stadszaal en met haar alleen. Ook de practische «ijde van dit voorstel werd bekeken. Do tegenstanders van de sluiting, die er het woord over voerden, de heeren Fockema Andreae, Van der Eist, Reimeringer en, Sijtsma, hebben er op ge wezen dat als er geen gelegenheid is zioh in de Gehoorzaal te vermaken, dan doen de men^chen het in andere inrichtingen in de stad of in Den Haag; ja zelfs rp den Stationsweg. Indien het voorst?! van den heer Mulder werd aangenomen, wilde de heer Van der Eist het dan o:»k in dien zin amendeeren dat in ieder geval goede mu ziekuitvoeringen op Zondagavond werden toegestaan, iets wat in de oogen der voor standers geen genade kon vinden, want op doze wijze zou men er schier alles weer bin nen kunnen halen. De heer Briët begreep de vrijzinnigen niet, zeide bij. Ze ijv©ren door Volksleeszalcn en Volkshuizen zoo om den minderen man te beschaven en hun smaak te veredelen en willen ze tooh laten genieten, van vertooningen van Strengholt en anderen. Aoooord, werd daarop geantwoord, maar wij hebben nu het volk nog niet waar we het hebben willen. En dan kioxen we van twee kwaden het minst kwade. Zoo ging het een poosje heen en weer, totdat de heer Meulcman zich geroep on ge rooide zich ook te uiten. Zijn verklaring, dat hij tegenstemmen zoo, verwekte eenige sensatie en deed de kansen van des heeren Mulders voorstel sterk dalen. De heer Mulder had gezegd dat de heer Focke ma Andreae als gewoonlijk zeer handig" had gedaan, door bij voorbaat de Katholie ken bij do voorstanders van vermakelijk heden op Zondag in te deelen. Dit zou hem echter niet gelukken, meende hij. En toen kwam dr Meuleman met zijn verklaring die hij eobter geheel voor zioh persoonlijk deed, hoewel hij verklaarde dat de Katho liek' n inderdaad er geen bezwaar in zien dat na de godsdienstoefeningen des Zondags van behoorlijke vermaken wordt genoten. Togen het openstellen der Gehoorzaal had hij dan ook niets, mits er geen vertooningon werden gegeven die de zeden of godsdiensti ge overtuigingen kwetsten. Wij zagen den heer Meuleman nog al eens met zijn mede standers raadplegen. Tot eenstemmigheid kon men echter blijkbaar niet komen, want bij stemming waren hun stemmen verdeeld; de heeren Bots, Driessen en Van Tol stem den voor, de heeren Meuleman en Timp to gen. Dit was echter juist genoeg om de schaal ten nadeele van het voorstel te doen overslaan. Het werd nu mot 14 tegen 12 stemmen verworpen. Ook bij een voltalligen Raad had dit zelfde lot het voorstel waar schijnlijk getroffen. De heeren Fokker en Roem hadden zeker tegen, de heeren an der Lip en Wiideboer vermoedelijk vóórgo- 8temd. Zelfs al had de heer Aalberse ook voorgestemd, wat oenigsoans dubieus blijft, dan was het voorstel nog verworpen gewor den. De heer Bosch had eer nog even aan herinnerd dat in 1902 alle Katholieken voor hetzelfde voorstel De Lange zioh hadden verklaarddat toon juist met dezelfde stem menverhouding werd aangenomen. De hoer Meuleman had toen echter nog geen zitting. Wel de heer Timp die dus sedert dien van opinie schijnt veranderd. Een poging om de verpachting van buf fetten eo zalen e>n bloc te doen plaats heb ben werd, hoe- el zonder succes, door den heer Sijtsma gedaan. Do heeren Vergou wen, Pera en do Voorzitter waren er sterk tegen. De voordeelen zullen niet zoo groot zijn als de heer L&mbcek die voorspiegelt en wat vooral een overwegend bezwaar zou zijn, hetgeen ook bij verandering van pacn- ter bij de ,,Graanbeurs" had gegolden, was de kwestie dor vergunning, zooals de Voorzitter deed uitkomen. Bovendien weet de gemeente wat zij aan den tegonwoordi- gen pachter heeft. Hij voldoet aan de ver plichtingen, zooals men het maar kan ver langen. De heer Sijtsma had trouwens ook al voorop gezet, maar deed het voor stel uit financieel© overwegingen. Daar het bij den Raad evenwel geen steun vond moest hij het natuurlijk laten varen. De heer Briët deed nog de vraag vermoe delijk naar aanleiding van het feit, clafc verleden jaar de ,,Oranje-vereeniging" de zaal op 4 October niet kon krijgen, omdat rij moest blijven gereserveerd voor de „3- Octoher-Vereeniging", welke gedragslijn B en Ws. zouden volgen indien twee veroeni- gingen voor denzelfden avond do zaal vra gen. Dit bleef natuurlijk aan de beoordee ling van B. en Ws., meende de Voorzitter. We zonden zeggen: laat hier den ouden regel: „wie eerst komt. wie eerst maalt", gelden. De heeren Vergouwen en Briët schonen het ook wenschelijk te achten, dat de be slissing over het al of niet afstaan der zaal aan den Burgemeester bleef overgelaten, zooals in het oude poch toon tract en niet aan B. en Ws. cooals nu. De Voorzitter merkte daartegen op, dat men den burge meester zeker een dienst zal bewijzen door hem van deze verantwoordelijkheid te ont slaan. Daarover gaat het andere niet, meen de de heer Vergouwen, doch een voorstel om den ouden tocatand te herstellen deed hij evenwel niet. In verband hiermede werd ook een ingekomen schrijven van het be stuur der „3-October-vereeniging" voorge- lezn, waarin or vooral de nadruk op ge legd werd, dat deze Vereeniging is een spe ciaal Leidsche Vereeniging, die waarlijk wel eenige voorkeur mag genieten boven andere vereenigingen, ook ten opzichte van het gebruik der Stadszaal Dit schrijven, waarin wij den gespierden stijl van den secretaris dier Vereeniging meenden te herkennen, werd ter afdoe ning naar B. en Ws. verwezen. Hot ant woord, dat B. en Ws. zullen geven, zal wel bevredigend voor de Vereeniging zijn. Hiermede was het met de discussie ge daan. Wel kwam er nog een zeer belang rijk punt aan de orde, rd: goedkeuring van het contract met een combinatie van parti culieren te Noordwijk voor de levering van olectrische energie in die gemeente. De boe ren Tleimeringor en Hoogcnboom maakten enkele technische en redactioneelo opmer kingen, die door den heer Korovaar en den Voorzitter werden beantwoord. Wij mecnen do gemeenten Leiden en Noordwijk beiden geluk met deze transactie te m> gen wenschen en de verwachting uit te spr ;Vcn dat deze overeenkomst zal worden, gevolgd door andere. Leiden is met zijn, uitnemende lichtfabriek aangewezen om do Gmliggcxido dorpen van goed licht te voorzien. Als do eene hand do andere wascht, woriea zo beide schoon. Voordat de Voorzitter do vergadering sloot, herinnerde hjj er aan dat zijn waar nemend burgemeesterschap ten einde loopt en dat dit wed de laatste vergadering zal rijn door hem gepresideerd. Hij voelde be hoefte nu don Raad te bedanken voor do welwillende houding jegens hem aangeno men, waardoor hjj hem de taak gemakke lijk heeft gemaakt. De heer Do Vries, gentleman als altijd, nam daarop het woord om bij afwezigheid van het oudste lid den heer Fockema An dreae, die de vergadering inmiddels had verlaten, den heer Van Hamel te danken voor de aangename wijze, waarop hij de vergaderingen had geleid. De Raad stemde daarmede op hartelijke wijze in en had daartoe alle reden. De heer Van Hamel hoeft op aan&jnaine, prettige wijze de ver gaderingen geleid en toonde veel eerbied voor de rechten van den Raad en de raads leden in het bijzonder, die hij steeds vrije lijk heeft doen uitspreken. Na de openbare vergadering ging de Raad over in comité-gen»raaL Leiden, 18 Februari. Vanwege de afdeeling Leidon van de vereeniging „Onze Vloot" hield gister avond in de kleine Stadszaal de heer J. H Tours, luit. ter zee 1st» klasse, een met lichtbeelden verduidelijkte voordracht vo-u i de matroosjes der Kweekschool voor j Zeevaart. Ook de leden van „Onze Vloot" en de onderofficieren der Kweekschol met hunne dames hadden vrijen toegang. Verder woonde generaal Van Braam Houckgeest de vergadering bij. De heer Tours besprak op aangename wijze de op leiding bij do Marino. Zooals vroeger tot matroos op de neilvaart en zooals thans op de stoomvaart. Op de oude wijze werd met oen zeilschip een tocht gemaakt over de Kaap na:i Indië, gevolgd door een reis met stoomschip. Daarbij word behandeld wat al zoo aau boord geleerd wordt en de inwendig* dien«t heen roken. De lichtbeelden naaff photographieën, voor bet meerendeel zelf door den spreker genomen, waren helde» en duidelijk en veraanschouwelijkten dc overigons bevattelijke en tevens inter ec- sante voordracht zeer. Spr. had ook nog gaarne iets verteld ovor de torpedo's, doch had daarvoor niec meer den tijd. De matroosjes vonden het blijkbaar zeer mooi. Jammer dat de meeaten erg verkou den waren, waardoor zij rich celf cn ando ren onwillekeurig hinderden. Do direoteur der Kweekschool, de ku"i- toin-1 ui tenant ter zee, N. J. van don Worm, bracht den spreker dank voor zijn voordracht en riep hem namens rijn „jon gens" een tot weerziens toe. Van do serie Winterleeingon 190919JO, in het Nutagebouw, bad gisteravond de rijf de, dc laatste lezing, plaats. Spreker: prof. dr. P. J. Muller, van 's-Gravenhage, vine gar hoogleoraar aan do Amstcrdamsohe upi- vorsiteit. Ais onderwerp was aangekondigd Afri- kaansche schetsen. Spreker begon met er rijn vreugde ovotf 27) „Ons andere plan was ook haast klaar, maar dit zal ons wat moeite besparen. Als hij maar eenmaal uit den weg is geruimd, moeten we onzen slag slaan, en nu de Alexis Garde aan de grenzen is..." „Om de Serviërs op te wachten", aei Gruel met groote hilariteit. „Om naar de Serviërs te zoeken", voeg- tie Tadislov er met evenveel vreugde a n toe. Zells Slendereff glimlachte. De toespeling op de Serviërs eischt na dere verklaring De samenzweerders had den alle mogelijke komplotten tegen den Prins bedacht, maar dit laatste was het grootste en het dreigendste. Katkin, de Russische agent, was er de ziel van. Hij had met zorg het rapport verspreid, dat Servië zich wapende, troepen op de gren zen verzamelde en zich gereed maakte een inval in Ren ar in te doen. Men zal riek de vernedering van de Serviërs door de Re- nariërs, aangevoerd door prins Alexander, bij Grubitza herinneren. Het nieuwe ge- ruoht zei, dat het motief van den voorge nomen inval wraak; was. Het doel van de samenzweerders was alle troepen, die den Prins aanhingen, uit Rufia te krijgen. Het was een militaire opstand. Tot zoo ver wa ren ze geslaagd. De rapporten, die door Katkin voorgeschreven waren, maar die verondersteld werden direct van bijzonder© agenten in Servië te komei^ hadden geloof gevonden. Zelfs Grambuloff had zioh om den tuin laten leiden (hier zal men later van hoo- ren)de Alexis-Garde, die bestond uit mannen, die den Prins aanhingen, was naar de grens gezonden. Allen wachtten nu het goede oogenblik af. Katkin vrees de, dat het volk niet op de hand van de samenzweerders zou zijn, en het komplot moest geen burgeroorlog ten gevolge heb ben. De Prins moest geen bloedig spoor achter zich laten. Tot dit doel had Katkin zelfs getracht Herr Grambuloff over te ha len, maar dit was mislukt. Al rijn hoop was nu gevestigd op Niolief, die populair en eerzuchtig was. „Die zou het volk den mond wel stoppen", zei Katkin. Met de soldaten tot hun bescherming en Niclieff om het volk te bepraten, hadden de samen zweerders groote verwachtingen. Maar Niclieff was nog niet overgehaald. Nu zal de lezer de toespeling van Gruel en Ta dislov op de Serviërs begrijpen. „De Prins opgeeloten met zijn dame, van wie het volk niets weten mocht, omdat hij gesnapt was in Pietro's Hoeve: daar zit hem de knoop", zei Slendereff. „Vergeet niet, dat i k de dame ontdekt heb", zei Gruel haastig, Ga jij nu naar het paleis", ziei Slende reff tot Gruel. „Ik zal er voor zorgen, dat Katkin het te weten komt, en dat mijn mannen klaar zajn voor vannacht. Wil jij voor het rijtuig zorgenDit tot Tadislov. „Ja: van wien?" „Huur er een; dat zal het veiligste zijn." „Wie zal rijden!" „Ik", zei GrueL „Laat je knecht het maar Kever doen", zei Slendereff. „Wij zullen er naast rij den, totdat hq veilig en wel weg ia. Drie mannen zijn genoeg, als hij in het rijtuig is, en ontwapend. Ik zal een briefje aan Niclieff sturen door mijn knecht Belcheff hij is te vertrouwen en maken, dat hij klaar is met de afschriften van den af stand, die de Rustemburger zal teekenen Laten wij elkaar over twee uur terugvin den aan het begin van den weg naar Pie tro's Hoeve". Slendereff Dag er opgewonden uit. Gruel kon zich niet stilhouden. Tadislov zag zich in zijn verbeelding „Minister van Oorlog". Nu begin ik mijn gewaagde onder neming", zei Gruel. „Alles hangt nu van mij af". Hij keek zeer gewichtig. „Maar ik zal het wel klaarspelen, wees maar niet bang. Ik kan dien Rustemburger wei aan Ik heb bet altijd wel gezegd, en nu heb ik mijn kans. „Als u zoo vriendelijk zoudt willen zijn, dit aan prins Alexander te brengen, zult u mij zeer verplichten, zei de dame." Gruel lachte hard. „Zoo vrien delijk zijn-.. Ha! hal... Zij zal zeer ver plicht zijn... Ha! ha! Zal rij nu niot ver plicht zijn! Wij moesten haar een pas ge ven." „De dame van den Rustemburger", zei Tadislov, één en al bewoging. „Zij heet Ma rie. En zij zullen samen op reis gaan. Dat zullen oe wel prettig vinden... En ik zal Minister van Oorlog zijn." „Vergeet het rijtuig niet", zei Slende reff, die bleek zag. „En ieder zal natuur lijk zorgen, dat rijn eigen manschappen klaar rijn om te marcheeren op het oogen blik, dat wij van Pietro's Hoeve terug zijn.'* Zij gingen uit elkaar, opgewonden en hoopvoL Slendereff was geheel van het komplot vervuld en verlangde naar de uit voering; Gruel en Tadislov dachten slechts aan de goede gevolgen. „Van een dame", fluisterde Gruel mot een grijnslach, toen hij afscheid van zijn vrienden nam. „Om u te krijgen naar... Rusland", voegde Tadislov er aan toe. „Vergis je niet," zei Slendereff. Hij was niet zoo Lichtzinnig en ging naar huis om een brief aan Niclieff te schrijven. XII. Alt ij d ridderlijk. „Kapitein Gruel verzoekt Uwe Hoogheid dadelijk te mogen spreken over een drin gende zaak." „Laat hem binnenkomen". Kapitein Gruel kwam met veel drukte binnen. Zelfs zijn manier van loopen deed aan iets bijzondere denken en een meer achterdochtig mensch dan de Prins zou het idee gekregen hebben, dat er iet© broeide in het brein van den ijdelen man. hetwelk hij met groote moeite inhield. „Ik vraag u wel excuus, dat ik Uwe Hoogheid moet lastig vallen," zei Gruel. „Heelemaal niet',' zei de Prins beleefd, ,,U hebt zeker een goede roden. Ik hcop, dat het niet iets v. n ernstigen aard is?" ,,U moet het mij vergeven, want ik ben slechts een... wat zal ik zeggen!... werk tuig ja een werktuig. Tk reed van Gro- dova vanmorgen, en dacht er over, wan neer de Serviërs een aanval zouden doen, toen ik Pietro's Hoeve voorbijreed, weet u Pietro's hoeve, o>p den weg naar Gro- dova?" „Niet precies. jy\ Men kan niet missen. Het is de eerste boerderij aan den weg, als men de brug ovor is." „Als men uit do Rakovskystraat komt!"- „Ja... Ik dacht, dat u het geweten zoudt hebben. Maar mijn boodschapToen ik voorbijging, zooals ik al zei, denkende aan de welvaart van Ronaria, was ik zeer ver wonderd iemand te hooren roepen „Pst! Pstl" Ik hield op. Er was niemand te zien. U kunt u mijn verwondering voorstellen, toen ik aan een van de ramen van de hoeve eon dame zag. Een dame." De Prins was onbewogen, en Gruel, d»o zoo dom was, om te denken, dat bij drama tisch was, stond verbaasd. „Ik zal haar gezicht niet beschrijven." Hij boog oven; hij hield van zulke kleine ceremoniën. „Gaat u voort," zei de Prins. „Dc dame riep mij." „Ik ben in moeilijk- I heid", zei rij, en zij wierp dezen zakdoek naar beneden en vroeg mij dien dadelijk I aan Uwe Hoogheid tc gaan brengen." De P-ina nam den zakdoek, tcrwyl Gruel I vol verwachting keek naar het theatrale effect van zijn verhaal Maar de Prins scheen meer nieuwsgierig dan verontrust te zijn. „Aan mij I" zei hij. Hij sprak kalm en was klaarblijkelijk onbewogen. ,,Aan mijl..." Hij k"jck naar den zakdoek en laas „Kom oniruldolliik bij mij. Mario."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 1