If®. 15337
Vrijdag 18 Februai-i.
A°. 1910.
i§eze 'Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van gon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Onder onze Vroede Vaderen.
FEUILLETON.
Eet Huwelijk van den Prins.
LEIDSCH
DA&BLAD
PRIJS DER AD YERTENTIEN
Van 1—6 regels /T.05. Iedere regel meer Grootere lettere naar
plaatsruimte. Kleine advertentiëu van 30 woorden 40 Cents contantelk
tiental woorden meer 10 Cents.Voor het incasseeren wordt ƒ0.06 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Cents; per 3 maanden I 1.10.
Buiten Leiden, por looper en waar agenten gevestigd sijn B 1.30.
Franco por post 1*66.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien art. 8, lste alinea, der Hinderwet;
Brengen bij de-© Ier algemeene kennis,
dat door hen vergunning is verleend aau
do Firma F. VAN DER KLOOT, ©n recht
verkrijgenden tot het uitbreiden van de
fcuivelin richting iu het perceel Lang© Dief-
steeg No. 12, kad. sectie G. No. 1670, door
het plaatsen en in werking stellen, van een
eleotromotor van 3 P.K. tot het in bewe
ging brengen van een karn.
En geschiedt hiervan openbare kennisge
ving door plaatsing in het ,,Leidsch Dag
blad".
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN HAMEL, Wetfar. lo. Burg.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, den löden Februari 1910.
Een kleine agenda en slechte vier en
twintig leden op 't appèl, het was te voor
zien, dat de vergadering niet heel lang zou
duren, althans wanneer de motie-Pera over
de neutraliteitskwestio njet aan de ordo
zou komen. N u, aan d© orde is zij wel ge
weest, maar besproken niet en de steller
is er zelfs hoewel blijkbaar uoode
toe overgegaan haar weer in te trekkerv
Toen de Voorzitter onder de ingekomen
stukken mededeeling deed van dit stuk
Vroeg dadelijk prof. Fockema Apdrcac het
.woord om zijn verwondering uit te spreken
.dat deze motie was ingediend. Hij meoode
dat het in strijd was met de parlementaire
gebruiken, om, zoolang een kwestie in een
lichaam als do llaad aanhangig was, daar
tusechen te komen met een motie of iets
dergelijks. Spr. had aan het einde der
vorig» vergadering immers B. en Ws. ge-
VToagd wat zij !r dozen wenschen fe doen.
Dit antwoord nu, had kunnen worden afge
wacht en daarvan en van. de daarop volgen-
i'de discussie had het kunnen afhangen of
de heer Pera deze of een andere motie had
moeten voorstellen.
Het wae op de gezichten van sommige
raadsleden en niet alleen van, de medestan-
jtiers van prof. F. A. to merken, dat men
met dien gedaclitengong instemde.
De heer Pera antwoordde dat deze ernst-i-
;ge kwestie hem geruimen tijd vervulde. Hij
gevoelde dut ook de raadsleden in dezen
een groote verantwoordelijkheid d agen,
en zijn motie had dan ook reeds een veer
tien dagen klaar gelegen. Waarom hij haar
'dan zoo laat inzond, dat de raadsleden haar
eerst den avond te voren in de krant kon
tien lezen en B. en Ws. er officieel eerst
des daags vóór de raadszitting mee kennis
üiaakten, begrijpen wij riet recht.
Maar hij meikle terecht op dat de heer
F. A. niet bepaald op eer. antwoord had
aangedrongen. Wel werd dit meer beslist
'door een ander lid gedaan, maar een toe
zegging was niet door den Voorzitter ge
geven. Hij had dit echter eerst eens kunnen
afwachten. Periculum in mora was er
voor Leiden toch nog niet.
Den professor onaangenaam te willen
zijn had niet in zijn bedoeling gelegen Dat
had de professor er trouwens ook niet in
gezien, hij had alleen willen zeggen dat
de parlementaire usanoc een beetje geweld
was aangedaan.
Op zijn gewone vriendelijk gcmoedcl .ken
toon kwam de Voorzitter, half vragend,
half bevestigend tot den voorsteller. ,,De
heer Pera wil nu zeker zijn motie voorloo-
pig wol intrekken!" En na eenig aarzelen)
alsof het hem zwaar viel, knikt© hij toe
stemmend. „Zij was maar nauw versche
nen, of ging weldra weer henen'', om met
Vondel in dichtmaat te zeggen. Misschien
keert ze straks evenwel nog weer eens
terug.
Met de eerste punten der agenda liep
't vlot. Bij het verzoek van het Ned. Vak
verbond om den bijslag op de Werkloozen-
uitkeeringsverordening, zoodanig te wijzi
gen dat de bij het Vakveibond aanges o-
ton, verecnigingen niet meer verplicht zijn
een eigen werkloozenkas er op na te hou
den, deed de heer Sijtsma een vruchtelooz©
poging om B. en Ws. te bewegen hun
praeadvies te wijzigen en aan het redelijk
verlangen van het Verbond te voldoen. Hij
kreeg tegen zich de Voorzitter van het
Gemeentelijk Werkloozenfonds rar. Briët,
en de Voorzitter van den Raad, die hoewel
zij de voordeelen, van een landelijke kas
erkenden, de bezwaren er aan verbonden
toch overwegend zichtten. De kwestie inte
resseerde de overige raadsleden blijkbaar
weinig en het praeadvies van B. en W9.
ging er glad door.
Bij het papt verpachting van de bedie
ning der buffetten in de Stadszaal kwam
natuurlijk 't voorstel van den heer A. Mul
der om des Zondags de Gehoorzaal voor
opopbare vermakelijkheden te sluiten aan
de o<rde. Na een, korte toelichting van den
voorsteller, waarin deze zich schuldig
maakte aan een kleine onjuistheid toen hij
opmerkte dat zijn voorstel beoogde den
ouden toestand te herstellen, immers
oorspronkelijk was de Gehoorzaal ook des
Zondags geopend, slechts een paar jaar.
nadat in 1902 hei voorstel van het raadslid
De Lange tot Zondagsluiting was aangeno
men, was dit andersna een korte zake
lijke toelichting dan werd het voorstel
door prof. Fockema Andreae bestreden.
Slechts een betrekkelijk kleine minder
heid der gemeen,tenaren, de orthodox pro
testanten, aldus was diens redeneering,
acht Zondagsluiting wenschelijk; het groo-
tcr deel de vrijzinnigen en de Roomsch-
Katholieken hebben er geen bezwaar tegen
en nu gaat het voor een lichaam als de ge
meenteraad, die allo groepen, vertegen
woordigen moet niet aan alleen deze min
derheid ter wille te zijn. Hij moet vrijheid
laten bestaan, wie er gebruik van wil ma-
kon op Zondag kan het doen, wie d? zaal
voorbij wil gaan eveneens ..Neen", ant
woordt daarop de heer Pera, ,,zoo staat
de zaak njet." Wij zijn als Overhed krach
tens ons beginsel op grond van de H. ilige
Schrift geroepen de Zondags-heiliging te
bevorderen, en dan mogen wij niet toe'aten
dat een gemeentegebouw des Zondags voor
openibare vermakelijkheden geopend ia.
Dan stappen wij over financ'eele bezwaren
heen.
Als echter de heer SijUraa hierop zegt
dat de consequentie van dit begint"! cr toe
moet leiden ook „de Graanjbeurs"' te doen
sluiten op Zondag, ja zelfs de gas- en eleo-
triciteit-fabricotie op de gemeentelijke fa
brieken des Zondags te 6taken, wordt dit
door den, heer Vergouwen voor een schrik
beeld gehouden. Men had hier te doen met
de Stadszaal en met haar alleen.
Ook de practische «ijde van dit voorstel
werd bekeken. Do tegenstanders van de
sluiting, die er het woord over voerden, de
heeren Fockema Andreae, Van der Eist,
Reimeringer en, Sijtsma, hebben er op ge
wezen dat als er geen gelegenheid is zioh
in de Gehoorzaal te vermaken, dan doen de
men^chen het in andere inrichtingen in de
stad of in Den Haag; ja zelfs rp den
Stationsweg. Indien het voorst?! van den
heer Mulder werd aangenomen, wilde de
heer Van der Eist het dan o:»k in dien zin
amendeeren dat in ieder geval goede mu
ziekuitvoeringen op Zondagavond werden
toegestaan, iets wat in de oogen der voor
standers geen genade kon vinden, want op
doze wijze zou men er schier alles weer bin
nen kunnen halen. De heer Briët begreep
de vrijzinnigen niet, zeide bij. Ze ijv©ren
door Volksleeszalcn en Volkshuizen zoo om
den minderen man te beschaven en hun
smaak te veredelen en willen ze tooh laten
genieten, van vertooningen van Strengholt
en anderen.
Aoooord, werd daarop geantwoord,
maar wij hebben nu het volk nog niet waar
we het hebben willen. En dan kioxen we
van twee kwaden het minst kwade.
Zoo ging het een poosje heen en weer,
totdat de heer Meulcman zich geroep on ge
rooide zich ook te uiten. Zijn verklaring,
dat hij tegenstemmen zoo, verwekte
eenige sensatie en deed de kansen van des
heeren Mulders voorstel sterk dalen. De
heer Mulder had gezegd dat de heer Focke
ma Andreae als gewoonlijk zeer handig"
had gedaan, door bij voorbaat de Katholie
ken bij do voorstanders van vermakelijk
heden op Zondag in te deelen. Dit zou hem
echter niet gelukken, meende hij. En toen
kwam dr Meuleman met zijn verklaring
die hij eobter geheel voor zioh persoonlijk
deed, hoewel hij verklaarde dat de Katho
liek' n inderdaad er geen bezwaar in zien dat
na de godsdienstoefeningen des Zondags
van behoorlijke vermaken wordt genoten.
Togen het openstellen der Gehoorzaal had
hij dan ook niets, mits er geen vertooningon
werden gegeven die de zeden of godsdiensti
ge overtuigingen kwetsten. Wij zagen den
heer Meuleman nog al eens met zijn mede
standers raadplegen. Tot eenstemmigheid
kon men echter blijkbaar niet komen, want
bij stemming waren hun stemmen verdeeld;
de heeren Bots, Driessen en Van Tol stem
den voor, de heeren Meuleman en Timp to
gen. Dit was echter juist genoeg om de
schaal ten nadeele van het voorstel te doen
overslaan. Het werd nu mot 14 tegen 12
stemmen verworpen. Ook bij een voltalligen
Raad had dit zelfde lot het voorstel waar
schijnlijk getroffen. De heeren Fokker en
Roem hadden zeker tegen, de heeren an
der Lip en Wiideboer vermoedelijk vóórgo-
8temd. Zelfs al had de heer Aalberse ook
voorgestemd, wat oenigsoans dubieus blijft,
dan was het voorstel nog verworpen gewor
den. De heer Bosch had eer nog even aan
herinnerd dat in 1902 alle Katholieken voor
hetzelfde voorstel De Lange zioh hadden
verklaarddat toon juist met dezelfde stem
menverhouding werd aangenomen. De hoer
Meuleman had toen echter nog geen zitting.
Wel de heer Timp die dus sedert dien van
opinie schijnt veranderd.
Een poging om de verpachting van buf
fetten eo zalen e>n bloc te doen plaats heb
ben werd, hoe- el zonder succes, door den
heer Sijtsma gedaan. Do heeren Vergou
wen, Pera en do Voorzitter waren er sterk
tegen. De voordeelen zullen niet zoo groot
zijn als de heer L&mbcek die voorspiegelt
en wat vooral een overwegend bezwaar zou
zijn, hetgeen ook bij verandering van pacn-
ter bij de ,,Graanbeurs" had gegolden,
was de kwestie dor vergunning, zooals de
Voorzitter deed uitkomen. Bovendien weet
de gemeente wat zij aan den tegonwoordi-
gen pachter heeft. Hij voldoet aan de ver
plichtingen, zooals men het maar kan ver
langen. De heer Sijtsma had trouwens
ook al voorop gezet, maar deed het voor
stel uit financieel© overwegingen. Daar
het bij den Raad evenwel geen steun vond
moest hij het natuurlijk laten varen.
De heer Briët deed nog de vraag vermoe
delijk naar aanleiding van het feit, clafc
verleden jaar de ,,Oranje-vereeniging" de
zaal op 4 October niet kon krijgen, omdat
rij moest blijven gereserveerd voor de „3-
Octoher-Vereeniging", welke gedragslijn B
en Ws. zouden volgen indien twee veroeni-
gingen voor denzelfden avond do zaal vra
gen. Dit bleef natuurlijk aan de beoordee
ling van B. en Ws., meende de Voorzitter.
We zonden zeggen: laat hier den ouden
regel: „wie eerst komt. wie eerst maalt",
gelden.
De heeren Vergouwen en Briët schonen
het ook wenschelijk te achten, dat de be
slissing over het al of niet afstaan der zaal
aan den Burgemeester bleef overgelaten,
zooals in het oude poch toon tract en niet
aan B. en Ws. cooals nu. De Voorzitter
merkte daartegen op, dat men den burge
meester zeker een dienst zal bewijzen door
hem van deze verantwoordelijkheid te ont
slaan. Daarover gaat het andere niet, meen
de de heer Vergouwen, doch een voorstel
om den ouden tocatand te herstellen deed
hij evenwel niet. In verband hiermede werd
ook een ingekomen schrijven van het be
stuur der „3-October-vereeniging" voorge-
lezn, waarin or vooral de nadruk op ge
legd werd, dat deze Vereeniging is een spe
ciaal Leidsche Vereeniging, die waarlijk
wel eenige voorkeur mag genieten boven
andere vereenigingen, ook ten opzichte van
het gebruik der Stadszaal
Dit schrijven, waarin wij den gespierden
stijl van den secretaris dier Vereeniging
meenden te herkennen, werd ter afdoe
ning naar B. en Ws. verwezen. Hot ant
woord, dat B. en Ws. zullen geven, zal
wel bevredigend voor de Vereeniging zijn.
Hiermede was het met de discussie ge
daan. Wel kwam er nog een zeer belang
rijk punt aan de orde, rd: goedkeuring van
het contract met een combinatie van parti
culieren te Noordwijk voor de levering van
olectrische energie in die gemeente. De boe
ren Tleimeringor en Hoogcnboom maakten
enkele technische en redactioneelo opmer
kingen, die door den heer Korovaar en
den Voorzitter werden beantwoord. Wij
mecnen do gemeenten Leiden en Noordwijk
beiden geluk met deze transactie te m> gen
wenschen en de verwachting uit te spr ;Vcn
dat deze overeenkomst zal worden, gevolgd
door andere. Leiden is met zijn, uitnemende
lichtfabriek aangewezen om do Gmliggcxido
dorpen van goed licht te voorzien. Als do
eene hand do andere wascht, woriea zo
beide schoon.
Voordat de Voorzitter do vergadering
sloot, herinnerde hjj er aan dat zijn waar
nemend burgemeesterschap ten einde loopt
en dat dit wed de laatste vergadering zal
rijn door hem gepresideerd. Hij voelde be
hoefte nu don Raad te bedanken voor do
welwillende houding jegens hem aangeno
men, waardoor hjj hem de taak gemakke
lijk heeft gemaakt.
De heer Do Vries, gentleman als altijd,
nam daarop het woord om bij afwezigheid
van het oudste lid den heer Fockema An
dreae, die de vergadering inmiddels had
verlaten, den heer Van Hamel te danken
voor de aangename wijze, waarop hij de
vergaderingen had geleid. De Raad stemde
daarmede op hartelijke wijze in en had
daartoe alle reden. De heer Van Hamel
hoeft op aan&jnaine, prettige wijze de ver
gaderingen geleid en toonde veel eerbied
voor de rechten van den Raad en de raads
leden in het bijzonder, die hij steeds vrije
lijk heeft doen uitspreken.
Na de openbare vergadering ging de
Raad over in comité-gen»raaL
Leiden, 18 Februari.
Vanwege de afdeeling Leidon van de
vereeniging „Onze Vloot" hield gister
avond in de kleine Stadszaal de heer J. H
Tours, luit. ter zee 1st» klasse, een met
lichtbeelden verduidelijkte voordracht vo-u
i de matroosjes der Kweekschool voor
j Zeevaart. Ook de leden van „Onze Vloot"
en de onderofficieren der Kweekschol
met hunne dames hadden vrijen toegang.
Verder woonde generaal Van Braam
Houckgeest de vergadering bij. De heer
Tours besprak op aangename wijze de op
leiding bij do Marino. Zooals vroeger tot
matroos op de neilvaart en zooals thans op
de stoomvaart.
Op de oude wijze werd met oen zeilschip
een tocht gemaakt over de Kaap na:i
Indië, gevolgd door een reis met
stoomschip.
Daarbij word behandeld wat al zoo aau
boord geleerd wordt en de inwendig*
dien«t heen roken. De lichtbeelden naaff
photographieën, voor bet meerendeel zelf
door den spreker genomen, waren helde»
en duidelijk en veraanschouwelijkten dc
overigons bevattelijke en tevens inter ec-
sante voordracht zeer.
Spr. had ook nog gaarne iets verteld
ovor de torpedo's, doch had daarvoor niec
meer den tijd.
De matroosjes vonden het blijkbaar zeer
mooi. Jammer dat de meeaten erg verkou
den waren, waardoor zij rich celf cn ando
ren onwillekeurig hinderden.
Do direoteur der Kweekschool, de ku"i-
toin-1 ui tenant ter zee, N. J. van don
Worm, bracht den spreker dank voor zijn
voordracht en riep hem namens rijn „jon
gens" een tot weerziens toe.
Van do serie Winterleeingon 190919JO,
in het Nutagebouw, bad gisteravond de rijf
de, dc laatste lezing, plaats. Spreker: prof.
dr. P. J. Muller, van 's-Gravenhage, vine
gar hoogleoraar aan do Amstcrdamsohe upi-
vorsiteit.
Ais onderwerp was aangekondigd Afri-
kaansche schetsen.
Spreker begon met er rijn vreugde ovotf
27)
„Ons andere plan was ook haast klaar,
maar dit zal ons wat moeite besparen. Als
hij maar eenmaal uit den weg is geruimd,
moeten we onzen slag slaan, en nu de
Alexis Garde aan de grenzen is..."
„Om de Serviërs op te wachten", aei
Gruel met groote hilariteit.
„Om naar de Serviërs te zoeken", voeg-
tie Tadislov er met evenveel vreugde a n
toe.
Zells Slendereff glimlachte.
De toespeling op de Serviërs eischt na
dere verklaring De samenzweerders had
den alle mogelijke komplotten tegen den
Prins bedacht, maar dit laatste was het
grootste en het dreigendste. Katkin, de
Russische agent, was er de ziel van. Hij
had met zorg het rapport verspreid, dat
Servië zich wapende, troepen op de gren
zen verzamelde en zich gereed maakte een
inval in Ren ar in te doen. Men zal riek de
vernedering van de Serviërs door de Re-
nariërs, aangevoerd door prins Alexander,
bij Grubitza herinneren. Het nieuwe ge-
ruoht zei, dat het motief van den voorge
nomen inval wraak; was. Het doel van de
samenzweerders was alle troepen, die den
Prins aanhingen, uit Rufia te krijgen. Het
was een militaire opstand. Tot zoo ver wa
ren ze geslaagd. De rapporten, die door
Katkin voorgeschreven waren, maar die
verondersteld werden direct van bijzonder©
agenten in Servië te komei^ hadden geloof
gevonden.
Zelfs Grambuloff had zioh om den tuin
laten leiden (hier zal men later van hoo-
ren)de Alexis-Garde, die bestond uit
mannen, die den Prins aanhingen, was
naar de grens gezonden. Allen wachtten
nu het goede oogenblik af. Katkin vrees
de, dat het volk niet op de hand van de
samenzweerders zou zijn, en het komplot
moest geen burgeroorlog ten gevolge heb
ben. De Prins moest geen bloedig spoor
achter zich laten. Tot dit doel had Katkin
zelfs getracht Herr Grambuloff over te ha
len, maar dit was mislukt. Al rijn hoop
was nu gevestigd op Niolief, die populair
en eerzuchtig was. „Die zou het volk den
mond wel stoppen", zei Katkin. Met de
soldaten tot hun bescherming en Niclieff
om het volk te bepraten, hadden de samen
zweerders groote verwachtingen. Maar
Niclieff was nog niet overgehaald. Nu zal
de lezer de toespeling van Gruel en Ta
dislov op de Serviërs begrijpen.
„De Prins opgeeloten met zijn dame, van
wie het volk niets weten mocht, omdat
hij gesnapt was in Pietro's Hoeve: daar
zit hem de knoop", zei Slendereff.
„Vergeet niet, dat i k de dame ontdekt
heb", zei Gruel haastig,
Ga jij nu naar het paleis", ziei Slende
reff tot Gruel. „Ik zal er voor zorgen, dat
Katkin het te weten komt, en dat mijn
mannen klaar zajn voor vannacht. Wil jij
voor het rijtuig zorgenDit tot Tadislov.
„Ja: van wien?"
„Huur er een; dat zal het veiligste zijn."
„Wie zal rijden!"
„Ik", zei GrueL
„Laat je knecht het maar Kever doen",
zei Slendereff. „Wij zullen er naast rij
den, totdat hq veilig en wel weg ia. Drie
mannen zijn genoeg, als hij in het rijtuig
is, en ontwapend. Ik zal een briefje aan
Niclieff sturen door mijn knecht Belcheff
hij is te vertrouwen en maken, dat
hij klaar is met de afschriften van den af
stand, die de Rustemburger zal teekenen
Laten wij elkaar over twee uur terugvin
den aan het begin van den weg naar Pie
tro's Hoeve".
Slendereff Dag er opgewonden uit.
Gruel kon zich niet stilhouden. Tadislov
zag zich in zijn verbeelding „Minister van
Oorlog". Nu begin ik mijn gewaagde onder
neming", zei Gruel. „Alles hangt nu van
mij af". Hij keek zeer gewichtig. „Maar
ik zal het wel klaarspelen, wees maar niet
bang. Ik kan dien Rustemburger wei aan
Ik heb bet altijd wel gezegd, en nu heb ik
mijn kans. „Als u zoo vriendelijk zoudt
willen zijn, dit aan prins Alexander te
brengen, zult u mij zeer verplichten, zei
de dame." Gruel lachte hard. „Zoo vrien
delijk zijn-.. Ha! hal... Zij zal zeer ver
plicht zijn... Ha! ha! Zal rij nu niot ver
plicht zijn! Wij moesten haar een pas ge
ven."
„De dame van den Rustemburger", zei
Tadislov, één en al bewoging. „Zij heet Ma
rie. En zij zullen samen op reis gaan. Dat
zullen oe wel prettig vinden... En ik zal
Minister van Oorlog zijn."
„Vergeet het rijtuig niet", zei Slende
reff, die bleek zag. „En ieder zal natuur
lijk zorgen, dat rijn eigen manschappen
klaar rijn om te marcheeren op het oogen
blik, dat wij van Pietro's Hoeve terug zijn.'*
Zij gingen uit elkaar, opgewonden en
hoopvoL Slendereff was geheel van het
komplot vervuld en verlangde naar de uit
voering; Gruel en Tadislov dachten slechts
aan de goede gevolgen.
„Van een dame", fluisterde Gruel mot
een grijnslach, toen hij afscheid van zijn
vrienden nam.
„Om u te krijgen naar... Rusland",
voegde Tadislov er aan toe.
„Vergis je niet," zei Slendereff.
Hij was niet zoo Lichtzinnig en ging naar
huis om een brief aan Niclieff te schrijven.
XII.
Alt ij d ridderlijk.
„Kapitein Gruel verzoekt Uwe Hoogheid
dadelijk te mogen spreken over een drin
gende zaak."
„Laat hem binnenkomen".
Kapitein Gruel kwam met veel drukte
binnen. Zelfs zijn manier van loopen deed
aan iets bijzondere denken en een meer
achterdochtig mensch dan de Prins zou het
idee gekregen hebben, dat er iet© broeide
in het brein van den ijdelen man. hetwelk
hij met groote moeite inhield.
„Ik vraag u wel excuus, dat ik Uwe
Hoogheid moet lastig vallen," zei Gruel.
„Heelemaal niet',' zei de Prins beleefd,
,,U hebt zeker een goede roden. Ik hcop,
dat het niet iets v. n ernstigen aard is?"
,,U moet het mij vergeven, want ik ben
slechts een... wat zal ik zeggen!... werk
tuig ja een werktuig. Tk reed van Gro-
dova vanmorgen, en dacht er over, wan
neer de Serviërs een aanval zouden doen,
toen ik Pietro's Hoeve voorbijreed, weet u
Pietro's hoeve, o>p den weg naar Gro-
dova?"
„Niet precies.
jy\ Men kan niet missen. Het is de
eerste boerderij aan den weg, als men de
brug ovor is."
„Als men uit do Rakovskystraat komt!"-
„Ja... Ik dacht, dat u het geweten zoudt
hebben. Maar mijn boodschapToen ik
voorbijging, zooals ik al zei, denkende aan
de welvaart van Ronaria, was ik zeer ver
wonderd iemand te hooren roepen „Pst!
Pstl" Ik hield op. Er was niemand te zien.
U kunt u mijn verwondering voorstellen,
toen ik aan een van de ramen van de
hoeve eon dame zag. Een dame."
De Prins was onbewogen, en Gruel, d»o
zoo dom was, om te denken, dat bij drama
tisch was, stond verbaasd.
„Ik zal haar gezicht niet beschrijven."
Hij boog oven; hij hield van zulke kleine
ceremoniën.
„Gaat u voort," zei de Prins.
„Dc dame riep mij." „Ik ben in moeilijk-
I heid", zei rij, en zij wierp dezen zakdoek
naar beneden en vroeg mij dien dadelijk
I aan Uwe Hoogheid tc gaan brengen."
De P-ina nam den zakdoek, tcrwyl Gruel
I vol verwachting keek naar het theatrale
effect van zijn verhaal Maar de Prins
scheen meer nieuwsgierig dan verontrust
te zijn.
„Aan mij I" zei hij. Hij sprak kalm en
was klaarblijkelijk onbewogen. ,,Aan
mijl..." Hij k"jck naar den zakdoek en laas
„Kom oniruldolliik bij mij. Mario."