N°. 153TZ Donderdag 20 Januari. A0. 1910. i§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Jhr. ISr. Or. HIC0LAHS CHARLES GE EllSELAAR, FEUILLETON. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER AD YERTENTIEX Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer fO.VIL Grootere letters naar plaatsruimte, Kleine edvertentiën ran 30 woorden 40 Gents contantelk 'tiental woorden meer 10 Gents.Voor het inoasseeren wordt/"0.05 berekend. PIUJS DEZER COURANT: Voor Leide* per week 9 Gents per 3 maanden j f MO. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd s\jn 1.30. Franco per post 1.65. Leiden's nieuwe Burgemeester. Yo'or eenige dagen en nadat reeds ver schillende namen in de pers de ronde had den gedaan, waren wij in de gelegenheid onzen lezers mede te deelen dat de benoe ming van jlir. mr. dr. N. O. de Gijselaar, uit Gorkum, tot burgemeester van Leiden, vrij zeker te verwachten was. Deze mede- deeling is door de feiten bevestigd. Jhr. De Gijselaar is benoemd, en wel met ingang van 1 Maart a. s. Er hangt voor de welvaart en den goeden gang der zaken van een gemeente, vooral Iran een groote gemeente, heel wat af van den man, die er aan het hoofd staat, de ge- tneentenaren persoonlijk hebben daar ook groot belang bij, en zoo was het verklaar baar dat een benoeming alhier met belang stelling, ja toen deze wat lang uitbleef, zelfs met eenige spanning werd verbeid. Begrijpelijk ook dat men nu gaarne wil weten wie de nieuwbenoemde burgemeester is cn wat de gemeente redelijkerwijs van hem heeft te wachten. En het doet ons groot genoegen do gemeentenaren in dit opzicht te kunnen bevredigen. Jhr. Nicolaas Charles de Gijselaar stamt af van een oude en zeer achtenswaardige familie in Gorkum, welke daar lange jaren een groote bankierszaak drijft. Hij werd er geboren 21 October 1865 en is dus thans ruim 44 jaar derhalve nog in de volie kracht van het leven. Hij bezocht, na de lagere school te hebben doorloopen, de Hoogcrc- Burgerschool te Gorkum en kwam later in een der hoogere klassen van het gymnasium te Haarlem, waar hij het eind examen deed. In het najaar van 1834 werd hij als student in de rechten ingeschreven aan de Leïdschè Universiteit, te gelijk met onzen gemeente-secretaris mr. M. C. de Vries van Heyst, en den Ambtenaar van het O. M. bij het kantongerecht, tevens lid van den gemeenteraad alhier, mr. A. van der Eist. Onder zijn clubgenooten was de jonge man wegens zijn hartelijke jovialiteit zeer bemind en sommige burgers kennen hem uit zijn studententijd ook nog wel, en we ten zelfs de kamers aan te wijzen, waar hij verblijf hield. Leiden trok hem toen reeds bijzonder aan en hij voelde weinig lust om zooals vele andere studenten, zijn genoegens elders, bijv. in Den Haag, te zoeken. Bij zijn leermeesters, waaronder hij gaar ne nog noemt het raadslid prof. Fockcma Andreae, werd hij wegens zijn ijverig stu- deeren zeer gewaardeerd. In 1891 zette hij de kroon op zijn studiën aan onze hooge- school door tegelijk te promoveeren in 4e rechts- en staatswetenschappen. Hr>t onder werp van het proefschrift waarop hij in de Staatswetenschappen promoveerde, was toen zeer actueel Het is getiteld,,Het Panama-kanaal.'' Eigenaardig dat het thans, na een kleine twintig iaren weder nieuwe actualiteit heeft verkregen. De jonge advocaat vestigde zich voor de rechtspraktijk in Amsterdam. In 1892 werd hij echter in Gorkum teruggeroepen. Zijn oom, die met zijn vader de reeds genoemde bankiers-firma C. de Gijselaar dreef, kwam te overlijden en in diens plaats werd hij als firmant in dc zaak op genomen. Hij kwam daardoor met verschillende menschen en zaken in betrekking en leerde Gorkum door en door kennen. Het was niet te verwonderen dat de jonge man, die bovendien zich als zeer joviaal cn welwil lend deed kennen, in allerlei zaken werd ge trokken. Sinds 1893 is hij reeds lid van het Burgerlijk Armbestuur, waarvan hij thans nog ondervoorzitter is, en tevens regent van het Zieken- en Gasthuis te Gorkum. Bijna even zooveel jaren is hij directeur der Gorkumsche Spaarbank. Ook aan het kerkelijk leven zijner stad nam hij deel, ten gevolge waarvan hij als lid van het College van Kerkvoogden der Ned. Hervormde Gemeente werd benoemd, van welk College hij thans voorzitter is. In 1903 werd hij benoemd tot Heemraad van het waterschap de Tielerwaard en later van de Linge-Uitwatering. Door deze en nog verschillende andere function; waar door hij weldra in Gorkum een groote popu lariteit genoot, werden zijn tijd en krach ten zoodanig in beslag genomen dat hij zich als werkzaam firmant aan de bankiers-, firma onttrok, wat zijn maatschappelijke welgesteldheid hem veroorloofde. Dat hij door de burgerij niet tot lid van den gemeenteraad werd gekozen, vindt zijn oorzaak hierin, dat een nabestaand bloedverwant, in dit lichaam 'zitting heeft, waardoor hij volgens de wet niet als zooda nig verkiesbaar was. Op politiek gebied trad Jhr. De Gijse laar trouwens allerminst op den voorgrond. Hem trekt niet aan wat de burgers ver deelt, maar wat hen verbindt In 1906 werd hij evenwel door de Chris- telijk-Historische partij bij tussehentijdsche verkiezing voor het lidmaatschap der Pro- vinoiale Staten van Zuid-Holland in de vacature, ontstaan door het overlijden van het bekende lid Van Slijpe, gecandi- deerd en bij eerste stemming gekozen. Hij verkreeg toen ook vele stemmen van kie zers van andere partijen. In 1907 werd zijn mandaat van de Staten weder vernieuwd. Ook in dit College wordt hij door zijn medeleden zeer geacht, en in het bijzonder interesseert hij zich ook in de Staten van Zuid-Holland voor waterschappen. Hoewel hij weet wat hij wil en zijn ge dachten juist en duidelijk uitdrukt, is de heer De Gijselaar geen redenaar van pro fessie en zelfs wars van veelsorekerij. Men verwonderde zich in Gorkum eerst, toen het gerucht der benoeming liep, omdat men niet wist dat hij een. dergelijke betrek king ambieerde. Men vermoedt dan ook dat hij er niet om zal hébben gevraagd, doch dat eerst na overleg met den Com missaris der Koningin, in Zuid-Holland het plan bij hem is gerijpt. Thans, nu de benoeming is gevallen, weten wij, dat Jhr. De Gijselaar al ont veinst hij zich de moeilijkheid aan het ambt van burgemeester eener groote stad verbon den niet, het burgemeesterschap met «am bitie en met goeden moed zal aanvaarden. Hij is een knap man, geschoold in de prak tijk van het leven, nog jong, geniet een krachtige gezondheid, waarvan het opge wekt en blozend uiterlijk het kenmerk draagt. Moge hij dan ook nog niet doorkneed zijn in de gemeente-administratie, spoedig genoeg zal hij er zich kunnen inwerken, waarbij hij zeker mag rekenen op den steun van om» in gemeente-administratie uiterst kundigen en bekwamen gemeente secretaris en de hoofd- en andere gemeente ambtenaren. Ook de heeren Wethouders en Raadsleden zullen ongetwijfeld den nieu wen burgemeester met groote welwillend heid tegemoet treden. Door huwelijk is hij na verwant aan de familie Viruly, in onze gemeente even ge acht als bekend. Zal dit hem mede tot een goede introductie zijn, dat hij zich reeds als student tot Leiden voelde aange trokken zal er wederkeerig toe leiden dat de burgerij zich tot hem zal aangetrokken gevoelen, waartoe zijn vriendelijke welwil lendheid zekér ook het hare zal bijdragen. En dat onze nieuwe burgemeester geen partijman is en zich ook krachtens zijn ver leden gemakkelijk zal kunnen plaatsen bo ven de partijen, is althans voor onze ge meente, waar in den gemeenteraad in de laatste jaren do partijgroepen, min of meer in onstandvastig evenwicht verkeeren, ongetwijfeld een groote verdienste. Wat wij na een zoo nauwkeurig mogelijk onderzoek omtrent de antecedenten van dezen nieuwen ambtsdrager, meenen te weten doet ons met groote vrijmoedigheid Leiden gelukwensoheo met zijn benoeming. Wij toefden gisteren, juist in Gorkum toen het bericht der benoeming er w.os aan gekomen en d© bulletins verspreid werden. Algemeen was er de verzuchting: „hoe gaar ne wij Jhr. De GijsolaaT de benoeming gun nen, bet spijt ons van harte dat hij onzo stad, die zooveel aan hem te danken heeft en nog zooveel van hem verwachtte, gaat verlaten Kan men beter aanbeveling verlangen? Leiden, 20 Januari. Dc „Staatscourant'' van heden bevat de statuten van het „Christelijk Comité voor Indië", te Leiden, alsmede die van de Af- deeling Noordwjjk en Omstreken van den Neder lanlanschen Protestantenbond, to Noordwijk. - H. M. de Koningin heeft het officiers kruis der Huisorde van Oranje verleend aan den officier bij de karabiniers te Brussel, George Doutrepont, welke offi cier aan Z. K. H den Prins der Nederlan den was toegevoegd als adjudant tijdens do begrafenis van Z. M. Koning Leopold Beroepen i6 bij de Ned.-Herv. Gero te Brakel ds. P. de Loos», te Waarder (bij Woorden). D8. G. Winte te Arnhem heeft het be roep naar de Doopsgezinde Gemeente te 's-Gravenhage aangenomen. Op het tweetal voor d© Geref. Gem. to Franeker komt voor da. H. Meyering, t© Katwijk aan den Rijn. Bij de gisteren te Gouda g houden stemming voor twee leden van den Ge meenteraad werden in het 1ste distric uit gebracht 661 geldige stemmen, niervan verkregen de heeren J. de Jong Hz., lib., 362, dr. B. J. Broekhuizen, a.-r., 2-15 ei E. v. d. Werf, s.-d., 54 stemmen, zoodat geko zen is de heer J. de Jong He. In het 2do distriot werden uitgebracht 536 geldig© stommen, waarvan op d© Loe ren J. L. Belonjo, v.-d., 25, L. J. Jaspers, r.-k., 253, J. G. O. Kamphuizen, lib., 194 en J. J. v. d. Paauw, s.-d., 63, zood&t her stemming moet plaats hebben tusschen de heeren Jaspers en Kamphuizen. Ten gevolge van do nict-heerbenoeming van eon harer periodiek-aftredende leden hoeft de Commissie van Toezicht der Ste delijke Muziekschool to Gouda collectief ontslag genomen. Do gemeente-secretaris to Woorden, de heer H. Hengoveld, is op 62-jarigen leeftijd plotseling overleden. De kapitein van den generalen staf J. O. O. Tonnet, loeraar aan de hoogere krijgsschool, zal, tegen den aanstaanden zomer den dienst bij het wapèn der artil lerie gaan horvatten. Te Utrecht is Dinsdagochtend in een hotel dr. L. P. Walburg Sohmidt, uit Has selt (O.), dood op zijn kamer gevonden. Vermoedelijk is gelijk reeds gemeld diens dood eon gevolg van gasverstikking, daar de gaskraan openstond, terwijl zijn slaapkamer geheel met gas gevuld was. De overledene heeft vele jaren lang te Amsterdam als geneesheer gepraktizeerd en is o.a. ook geruim en tijd als arts aan de strafgevangenis en het huis van bewa ring verbonden geweest. Hij was één der oprichters van de Ver- oeniging tot opvoeding van halfverweesde-, verwaarloosde- of verlaten kinderen in het huisgezin, was hoofdbestuurslid van den Volksbond tegen Drankmisbruik en van do Krankzinnigongcdnsvorpleging te. Gheel en behoorde tot de redactie van het „Ma- conniek Weekblad". (T.) H. M. de Koningin heeft gisteravond een diner, waarbij ook Z. K. H. Prins Hendrik aanzat, aangeboden aan de hoof den van buitenlandsche missiën, voor zoo ver in Den Haag of bij afwezigheid verte genwoordigd door tijdelijke zaakgelastigden, allen met hun dames, zoomede dc minister van Buitenlandsche zaken met mevrouw De Marees van Swindercn. Tot de gonoodigdo tijdelijke zaakgelastigden behoorde auk mgr. Giovannini, van den Heiligen Stoel. De tafel, dio in de galerij-zaal wns aan gericht, prijkte met bet Frarisch© plateau en was versierd met seringen en rose tul pen. Groepen pa-lmen tooiden de beeldenzaal De diplomaten waren in groot ambtelijk kostuum. Gedurende hot diner gaf het strijk-orkest der Kon. Mil. Kapel, geleid door luitenant- Bouwman, conoert. ALPHEN. Morgenavond zal do heer J. Th. Hulst, landbouwleoraar t© Enschodoe, in het hotel „De Vergulde Wagen" oen lezing houden ovor het onderworp: „De volledige bemesting met kunstmest." HAARLEMMERMEER. Voor ©cn goed bezette zaal trad te Nieuw-Vonuep in cafó Stapel op het tooneelgezelschap „Door in spanning uitspanning", van Amsterdam. Het stuk „Vergeet mo niet" word goed en vlot gespeeld. De stille aandacht, waarmede d© toehoorders luisterden, bewees dat het stuk „pakte." Vooral ook het slottafereelde gang naar het armhuis van den ouden, afgezwoog den grijsaard, maakte diepen indruk. Ap plaus viel den spelers, die geheel belangloos optraden, herhaaldelijk ten deel, doch de meeste voldoening z;il hot hun gegeven heb ben, dat de afdccling Nieuw-Vennep vau den Bond voor Staalspensionneering con 23- tal leden rijker werd. Me& 1 Fcbr. n. s. zal de bouw der R.-Iv. school te Nicuw-Vonuep worden hervat. Naar wij vorncmen, zal men den bouw zooveel Jno- gclijk bespoedigen, ten einde zoo mogelijk met 1 Aug. a. s. gereed te zijn. KATWIJK-AAN-ZEE. Door de Reodorij- vereeniging „Vuurbaak" is een inschrij ving geopend voor do levering van 1700 zwemgordels, dio verplichtend zijn gewor den door hot in-working-treden der Nieuwe Schepenwet. Een vijftiental leverancier© hadden ingeschreven. Do leverantie ia op gedragen aan don heer D. de Lange, te Vlaardingen. Do prijzen, door do verschil- lendo inschrijvers bodongen, liepen niet zeer uit elkaar. Alleen was écn soort red dinggordel opgegeven a f 10 per stuk, wolko voor het bestemde doel te hoog in prijs was. NOORDW IJK. Eeu zeer oud gebruik. Eenige dagen vóór en ook een paar dagen na Driekoningen (6 Ja.'Ciari) ziet men two* mamien en een jongen van huis tot hui* trokken, gewapend met een ster, met gou^ papior bepL"kt, die z.j dragen aan stok. Dat zijn steeds dezelfde persons. Het loopen met de ster i8 in één bepaalde familie inheemseh: de man, die er thans bij is, doet het al 30 jaar en diens vader deed 't vóór hem. De jongste „uit den Oriënt" is zwart gemaakt, om de voorstelling ocnigs- zins natuurgetrouw te maken. De mannen roet de Driekonjngenster zingen, daarbij op een eentonige melodie het lied, waarvan wij cenigen tijd geleden melding maakten in het Zondagsblad. Uit de laatste regels van dat lied kan men lezen, met welk doel het „loopen met dc ster" geschiodt: om een penning. Ook do omliggende dorpen, als Noord- wijkerhout en Voorhout, worden bezocht. Nu, in den winter, als er niet veel te ver dienen valt, is het voor bedoelde fnmilio misschien nog een aardig buitenkansje, om van t© leven. Het is wel eigenaardig, dat zoo'n oud ge bruik nog in stand blijft. De volgende week Maandagavond zal de heer Albert Vogel alhier optreden mot Oeclipus" van Sophocles. Dc heer Vogel, die in 1906 voor het eerst in het publiek optrad, nadat hij in besloten kringen vaak als declamator gehuldigd was, mocht reeds bij zijn eerste publieke optreden voel lof oogsten. Dat mng wel iets bijzonders hoe- ton, want over het algemeen is de kunst- critiek karig met lof, waar het nieuwelin gen geldt. Het is dus t© hopen, dat heb Noordwijksche publick door een talrijk© opkomst toone, dat het pogen der rego- lingscommisio op prijs wordt gesteld. RIJNSBURG. Benoemd is tot onderwij zer aan de school der Ned.-Hcrv. Gem hoofd de heer J. G. Vreeswijk, de heer J. A. Wiersma, te Abbega (Friesland). SASSENHEIM. Een inwoner alhier kocht, een paar dagen geledon, van een onbekend persoon, een liond voor vijf gulden, con' prachtig dier. Do onbekende gaf voor, het dier uit armoede te moeten verkoopen. Later bleek, dat do hond gestolen was in de Haar lemmermeer. Do eigenaar, door de politie De aangenomen naam. „Dat hangt niet van je aft Van wieu hangt het dan wel aft" Athlyne sloeg de oogen op en zag hem recht in de oogen: „Van ui" „Van mijt" De kolonel was buiten zichzelf van verba zing. „Ja, van u. Wat voor toekomst heb ik, de ter-dood-veroordeelde Wat voor toe komst heeft mijn vrouw, die tot den weduw staat was veroordeeld nog vóór zij wist dat zij gehuwd wast Vergeel ge dan heele- maal, kolonel, dat mijn loven tot uw be schikking is 2 Gij hebt mij uitgedaagd. Ik heb die uitdaging aanvaard en ik moet daarbij blijven. Of ik een toekomst heb, of nw dochter een lichte of donkere toe komst heeft, dit hangt van u af." „Maar dat is nu toch voorbij," zei kolo nel Ogilvïe snel. „Daar hebt u niets van gezegd," zei Ath lyne rustig. „In een zaak als deze is de uitgedaagde niet vrij om te handelen. Het is aan dengene, dio zich als den beleedigde beschouwt en die op deze wijze voldoening heeft geëischt, om den ander do verzoe nende hand toe te steken." Jo luisterde. En zij begon zoo te beven, dat zij haar hand, die op Athlynes arm rustte, terugtrok. Hij stond minstens even stijf op zijn stuk als haar vader. Maar tot haar vreugde zag zij, dat zijn houding haar uitwerking niet miste. Haar vader waar deerde zijn optreden zoo, dat hij werkelijk het hoofd scheen te willen buigen voor zijn tegenstander. Dit ziende, en voor het eerst begrijpende welk een kracht cr in zulk een optreden schuilt, besloot zij van haar kant ook hardnekkig vast te houden aan haar overtuiging, even hardnekkig als... als...„ hij had gedaan." Zwijgend wachtte zij af wat er nu komen zou. „Ik geloof, graaf Athlyne, dat u vrede hebt met de geldigheid van dit huwelijk?" vroeg de kolonel. „Natuurlijk heb ik dat 1 Wat de sherif zei liet aan duidelijkheid niets te wen- schen, over en wat hij zei is voor mij vol doende." „En uw bedoeling?" „Ik kan u zeggen, kolonel, dat ik van het eerste oogenbhk, waarop ik uw dochter heb gezien, geen ander doel had dan haar mijn vrouw te zien worden. Wat mij betreft kunt u gerust zijn. Van mijn kant kunnen er dus geen moeilijkheden rijzen. Maar versta mij wel, als zij om een of andere reden mocht wenschen, dat dit huwelijk ongeldig werd verklaard, dan heeft zij maar één woord te zeggen en ik zal alles doen, wat in mijn ver mogen is, om haar haar vrijheid terug t© geven." „Vader 1" Kolonel Ogilvie keek verrast op, want er was iets in den klank van de stem zijner dochter, dat hij er nooit in had gehoord. Vader, zooeven^ toen u zoo ontdaan was, vroeg ik u waarom u mij geen vragen deedt. Ik zei u, dat ik u nooit had voorge logen en dat ik het dus du ook niet zou doen. Maar u vroeg mij niets. Waarom vraagt u mij nu niets?" „Wat zou ik je vragen, kindje? Je bent getrouwd en in de eerste plaats moet je denken aan de plichten, die je te vervul len hebt tegenover den man, wiens naam je draagt. En ik houd er niet van, vrou wen pijnlijke vragen te doen. Die doe ik liever aan mannen." De stem waarmee zij hem antwoordde, was zoo kalm,, dat Athlyne er onrustig on der werd. Hij begreep in de verste verte niet wat zij ging zeggen; maar hij wist, dat hij aan haar liefde geen oogenblik behoefde te twijfelen en dat hij haar moest bijstaan. „Wel, vader, als u mij dan niets vraagt, zal ik ongevraagd met u spreken. Het is al leen moeilijkerdat is alles. De sherif zei, dat, als bij beiden de bedoeling om te trou wen aanwezig is, dit op zichzelf reeds 't hu welijk tot stand brengt. Laat ik u dan zeg gen, dat ik niet dc bedoeling had om te trouwen. Ik moet 't bekennen. Ik heb u nooit voor gelogen, en ik wil het ook nu niet doen. Vooral nu ik op het punt sta een nieuw le ven te beginnen aan dc zijde van een man, dien ik acht en liefheb. Want als dit huwe lijk niet geldig is, znllen wij toch heel spoe dig een ander sluiten, dat wèl geldig is; altijd als hij mij wil hebben." Athlyne nam haar hand in de zijne, zij lachte gelukkig en vervolgde: „Ik hoopte natuurlijk met mijnheer Har...., met graaf Athlyne te trouwen, als hij mij formeel ten huwelijk vroeg; maar ik begreep, dat er iets was, dat er hem van weerhield. Nu weet ik, dat hij, alvorens het te doen, uw toestemming wilde vragen. Maar als ik toon niet eens wist, dat onze auto-tocht vanzelf in een huwelijk zou uitloopen, hoe kan ik dan nu zeggen, dat ik toen de bedoeling had in het huwelijk te treden V' Kolonel Ogilvie zag, dat zich hier een nieuwe moeilijkheid voordeed. Als zij de bedoeling niet had gehad te trouwen, dan bestond het huwelijk niet. Als het huwe lijk met bestond, zou er schandaal van ko men. Hij moest dus zien haar tot andere gedachten te brengen. „Maar je begrijpt toch, kind, dat, als er geen huwelijk van is gekomen, deze ge- heele geschiedenis gelijk staat met een groot schandaaL En in dit geval kom ik op mijn uitdaging terug. De man, die jou in opspraak heeft gebracht, zal mij hier re kenschap van moeten geven.' Jo werd doodsbleek op deze bedreiging. Athlyne, die dit niet kon aanzien, verloor voor het eerst zijn kalmte. „Dat is niet fair, kolonel. Zij is een vrouw en zij is uw dochter, on u moogt haar niet hard behandelen. Doe met mij wat go wilt- Maar zij is mijn vrouw, ten minste zoolang ons huwelijk niet ontbonden is. En zoolang zij mijn vrouw ia mag nie- maud zelfs haar vader niet haar hard toespreken, of bedreigingen tegen haar uiten of haar op een of andere wijze pijn doen." Hijzelf en Jo waren ten hoogste verbaasd over de makheid, waarmee de oude beer deze toespraak aanhoorde. Maar zelfs ter wijl hij de wreede bedreiging uitte, kwamen zijn hart en zijn geweten er tegon in op stand. Athlyne en Jo begrepen dit reeds. Maar er was nog een andere reden, waar van zij niets afwisten. Zooira hij gesproken had en zijn blinde* woede begon over te drij ven, schoten de laatste woorden zijner vrouw hem te binnen: „Wees cacht voor haar en vergeet niet, dat je haar niet wreeder kunt treffen dan door hoax te treffen in iemand, dien zij liefheeft," Hij begon zijn antwoord op zijn gewonen strijdvaardigen toon, maar dit veranderde al zeer spoedig. „Zoo, zoo, jonge kemphaan, je kunt js veeren flink opzetten. Maar misschien heb je het bij het rechte eiud. Ik had ongelijk. En ik beken het! Jo, beste kind, je moet het maar vergeven, en gij ook, jongmcnsch gij, die zoo ridderlijk opkomt voor je vrouw. Ik ben blij, dat mijn klein meisje zoo'n flin- ken beschermer heeft gevonden. En je vrouw is ze, want ik wil nog eens terug komen op wat zij zooeven zei. Ik moet er haar namelijk opmerkzaam op maken, dat zij twee dingen heeft gezegd, die hcelemaal niet met elkaar kloppen. Zij zei, dat ze niet de bedoeling had op dezen tocht te trouwen, maar op hetzelfde oogenblik zegt ze, dat het wel degelijk haar bedoeling was met hem te trouwen. Als ec dus niet volgens de Scbotschc wet gotroi 1 is, dan ben ik eon boon. En ik geloof, dat we cfus het verstandigst doen met deze kwestie ver der te laten rusten. En gij", vervolgde hij, zich tot Athlyne wondendo, „gij schijnt er op te staan, dat ik mijn uitdaging formeel intrek. Welnu, dat doe ik bij deze. Hier i« mijn hand. Ik geef je die graag, want je bent een dappere kerel en je houdt vajS mijn klein meisje en zij houdt van jou. Hof spijt me, dat ik jo niet dadelijk heb door* zien. (Wordt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 1