RECEPT. ▼oor één enkele reis. Deze, welke gerekend worden den overtocht te kunnen verrichten binnen v.'jf dagen, worden voor niet meer dan drie etmalen daarenboven geappro viandeerd. De bestuurders van de „Cunard Line" gaan hierbij van de overweging uit, dat het nauwelijks denkbaar is, dat het vierlingstel schroeven tegelijkertijd in vol le zee ontredderd zou kunnen geraken. Eén enkele schroef zou, volgens hen, desnoods binnen een week tijds, ,,Lusitania" of „Mauretania." in behouden haven kunnen brengen. Er valt waarlijk niets te bedenken, het geen de meest verfijnde lekkerbekken op de Parijsche boulevards of in Nieuw-Yorks voornaamste restaurants mochten willen bestellen, en dat de keuken van laatstge noemde Cunarders niet kan opdisschen. De reusachtige White-Star-stoomschepen zul len, volgens de toezeggingen, in dit op zicht trachten nog meer uit te munten. Het aantal stuks levende runderen en andere slachtdieren, pluimvee van allerlei aard, visschen, schelpdieren, enz., groen ten, enz., zouden te zamen voor meerdere „farms" een voldoenden stapel kunnen ver schaffen. Zelfs in Amerika, waar men naast reusachtige veefokkerijen „poultry- farms", „truck-farms", „oyster-farms", „frog-farms", enz. beschikbaar heeft, zou men in deze menigte hoenderparken, war- moezierderijen, oesterparken, kikvorschen- kweekerijen, enz. niet één, in een enkele kweekplaats vereenigde inrichting kunnen aanwijzen, waar voor één oceaanreis ter markt zou kunnen worden gegaan. „Lusitania" of „Mauretania" worden voor overtocht geladen met een 40 run deren, een 800 schapen en een 165 lamme ren, een 130 varkens, 12 kalveren, 2200 kip pen, 150 kalkoenen, 350 eendvogels, 90 gan zen, 350 patrijzen, 800 kwartels, 400 duiven, 250 veldhoenders (grouse), 200 fazanten en 200 watersnippen. Daarenboven voert men mede vele honderden kisten, manden en ook bassins met allerlei soort viscli, schild padden, kikvorschen, kreeften, garnalen slakken, oesters en andere schaal- en week dieren. Yersche vruchten vullen duizenden manden, tonnen en kratten van velerlei Boort. O.a, wordt op de nieuwste transatlanti sche stoomers aan eerste-klas-passagiers, die k la carte" zijn geboekt, d. w. g. voor vervoer, zonder deelneming aan de geregel de tafel en bestellende naar verlangen, ten allen tijde, naar hun behaagt, ook gelegen heid verleend gasten te nooden, alsof zij zich op hun eigen buitenverblijf bevonden. Zelfs wordt op een der nieuwste trans atlantische stoomers veel verricht, hetgeen een eerst-e-klas-hotel kwalijk zou kunnen verbeteren. Wanneer sinds 's ochtends ze ven uren zulk een leger van 3000 passagiers fl.n.rt boord is genomen, worden deze geree- delijk in hun verblijven geherbergd en op het middaguur vinden allen hun tweede ontbijt gereed, zonder dat zij eenige moei lijkheid of teleurstelling behoeven te ver wachten. Wat den steenkolenvoorraad voor één dergelijke reis van zoo'n reuzenschip be treft, dat toegerust is met volledige turbi ne-machinerie, die is ontzagwekkend groot. Voor het vervoer over land zouden 22 trei nen van 30 kolenwagens, elk pl.m. 10,000 E.G. ladende, benoodigd wezen, om de kolenruimen naar behooren te vullen. MET MOOR&fERLSCMT. Het Noorderlicht of zooals men eigen lijk zeggen moest het Poollicht is voor de natuurwetenschap nog een raadselachtige verschijning, ofschoon de oplossing van dit raadsel Ln den laatsten tijd een groote hchrede voorwaarts gedaan heeft. In ieder geval mag de geleerde wireld hopen, nu op den goeden weg te zijn, indien ten minste niet de vinding der wetenschap, dat de zooge naamde kathodenstralen hij het ontstaan van het Poollicht nauw betrokken zijn, valsch is. Zeker hangen deze wonderschoone natuur verschijnselen, die alle Poolvorschers in ver rukking brengen, samen met liet ^pogenaam- de aard-magnetisme. Prof. Birckland heeft door proeven be wezen, dat de kathodeDstralen, in de na bijheid van een magneetkogel gebracht, een licht uitstralen, dat veel op het Noorder licht gelijkt. Dit treft men echter in zulk een verscheidenheid van vormen aan, dat men slechts eenige dier vormen bij de proeven kan terugvinden. Störmer heeft uitvoerige berekeningen ge- maakt over de verhouding van geëlectri- seerde deeltjes, die op grooten afstand (zoo als bijv. van de zon tot de aarde) in de na- hijheid van een magnetischcn kogel komen, en is tot het resultaat gekomen, dat deze deeltjes zich om de magnetische pool van dezen kogel moeten groepeeren. Arrhenius heeft verder trachten aan te toonen, dat electrische deeltjes, door de afstootende kracht van het licht van de zon weggedre ven, in circa twee dagen de atmosfeer der aarde bereiken en hier het Poollicht en de magnetische stormen te voorschijn brengen. Deze theorie is nu door den Franschen na tuurkundige Villard onderzocht en door hem zijn photographieèn van lichtschijnsels ge maakt, die in do nabijheid van een magne tische pool ontstaan cn werkelijk groote ge lijkenis bezitten met den gewonen waaier vorm der Noorderlicht-stralen. Eoomkoekjes. Men maakt een deeg van twee ons bloem, twee ons boter, een ei, een grooten lepel suiker en drio lepels dikken, zuren room. Zoodra het deeg zacht en mooi gelijk is, rolt men het uit, en steekt er met een port- glas kleine koekjes uit. Men bestrijkt die koekjes met lie gefruite boter, bestrooit ze met suiker en kaneel, en bakt ze cp een plaat in den niet te heeten oven lichtbruin. Iets over rieten daken. Bieten daken verdwijnen meer en meer, uitsluitend om redenen van brandgevaar. Waar het riet op zichzelf een uitmuntende en billijke dakbedekking is, het huis voor treffelijk isoleerend zonder de ventilatie te doen ophouden, terwijl 't bovendien voor al leenstaande boerenwoningen zoowel uit een sohoonheidsoogpunt als uit een practisch oogpunt dikwijls is te verkiezen, is het te waardeeren, dat in de Laatste jaren in Duitschland herhaalde pogingen aangewend zijn om het riet brandvrij te maken door ïm- pregneenng, waarvan wij een der laatste vermelden. De uitvinder, landraad Gernentz, te Fur- kow, in Mecklenburg, heeft stroo of riet ge drenkt met een vloeistof, bestaande uit gal- water, leem en gips, en zulke daken onder worpen aan brandproeven, onder toezicht van de bouwpolitie. Deze brandproeven zijn zóó gunstig uitgevallen, dat deze daken practisch als brandvrij te beschouwen zijn, zoodat verschillende assnrantiemaatschap- pijen het tarief gelijk stellen met dat voor leien-, pannen- en houtcementdaken. De bewerking i9 als volgt: in een vier hoekig houten raam worden strocplaten vervaardigd van ongeveer 70 75 cM. lengt© De halmen worden dichtgeperst in het raam gepakt en met ijzerdraad doornaaid. Daar na worden de platen in een lijmachtige brij gelegd van water, gips en galwater, tot zij er geheel mee doortrokken zijn. Na uitgedropen te zijn, worden zij nat op het dak gebracht en op de latten gespijkerd. De dikte (dubbel) is in het werk ongeveer 30 c.M. Zulk een dak kost in Duitschland 1,50 3.50 Mark per vierkanten Meter al naar de strooprijzen en de arbeidsloonen. Hoewel wij de pogingen in deze richting zeer waardeeren, vreezen wij, dat met deze bewerking een der voordeelen van het rieten dak, n.J. het laten toetreden van de luoht (ondanks de volkomen sneeuwdicht- heid), door het prepareeren verloren gaat In hoe verre verder het preparaat duur- zaam is en niet na enkele jaren uitgeloogd, zal afgewacht moeten worden. Intusschen wordt het brandgevaar voor de gewone rieten daken, mits genaaid met ijzerdraad, dikwijls overdreven, waai de hoofdoorzaak vhn brand, bij afge'cgen lui» zingen, uitsluitend binnen in het huis ligt, en het is to betwijfelen, of bij overige da ken het gevaar aanmerkelijk minder is. Hoeattentl De rijk geworden me vrouw Van Opscheuten brengt met den heer gemaal een bezoek aan Napels, Pom- peji en den Vesuvius. Nauwelijks zijn de reizigers bij den kra ter, of daar begint de berg ineens te wer ken. Mevrouw (vol verrukking over het grie zelige, maar toch mooie en indrukwekken de schouwspel): „Lieve hemel. Hoe ah tent!" Roman of werkelijkheid. Het trotsche, bleeke jonge meisje wendt zich tot den grooten, donkeren man, die haar zoo strak aankijkt. Hij heeft een glin sterend mes in de hand. „Heb je geen hart!" vraagt zij op zach- ten, maar doordringenden toon. „Neen", zegt bij. „Geef mij dan voor een dubbeltje lever." Een mannetjesvarken. Een Poolsche vrouw, niet sterk ter tale, wil van een Duitschen boer een mannetjesvarken koopen. Doch, helaas, het woord daarvoor is haar ontgaan! Ziehier hoe zij zich redt: „Mijnheer de boer, ik wil hebben een varken, een goed varken, een jong varken, maar niet zc&'n varken als ik ben, maar zoo'n varken als mijn man is." Een ondeugende dienst bode. Moderneschild e r: „Li- ze, als je nu nog eens bij het stofafnemen in mijn atelier neuriet „Ich weiss nicht was soil es bedeuten", dan ga je op staan- den voet het huis uit." Koopman aan de deur: „Veters, meneer?" „Ik draag geen rijgschoenen." „Lucifers dan, of een pijpenschoonzna- ker V' „Dank je, ik rook niet." ,,'n Mooie kurketrekker misschien?" „Drinken doe ik ook niet." ,,'n Instrumentje om bloemen in uw knoopsgat te bevestigen?" „Ik draag nooit bloemen." Koopman, verachtelijk: „Dan aal ik je maar geen hemdsknoopjes aanbieden, want een hemd zul je dan zeker ook wel niet dragen, gierige oud© kerel De boodschap. Mevrouw: „Jansje, ga eens naar de familie Bron- hover, en vraag, hoe het met mevrouw gaat. Mocht ze soms al dood zijn, vraag dan, wanneer de begrafenis plaats heeft. Jansje (eenigen tijd later terugko mende): „Wel de complimenten en me vrouw ïs een heele boel beter en van de begrafenis was nog niets bepaald." HoftasL Vorst: „Zeg eens, Peter, heb ik eigenlijk dien reebok wel ge troffen V' L ij f j a g e r: „Het behaagde Uwe Hoogheid hem genade te schenken." Redacteur (tot zijn jong® vrouw) „Het eten is vandaag uitstekend, vrouwke. Wie heeft je daarbij geholpen?" Vrouw: „Vertel jij soms de namen van je medewerkers?" Gebarentaal. Terwijl een gezel schap aan den avonddisch zit, komt een be diende aan de deur, blijft er staan en poogt de opmerkzaamheid der dochter des huizes te trekken, wijst daarna op zijn uitgestoken tong, terwijl hij met het hoofd schudt De jonge dame: „Maar, Anton! Wat wil je toch? Wat beteekent dat?" De bediende: „Juffrouw, er is geen ossetong meer,"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 22