No. 15302. LEIDS0H BAGBLA3, Satss'dag' 8 Januari. Derde Blad. Anno iSlO. Offieieele Kennisgeving. Iirjiitriaj van dia iiiiastBiiraad «ia Lsiies, op Donderdag 13 Jan. 11). das a«middag« te twee ur«n (T Te behaadelcu onderwerpen: 1. Benoeming van een lid der Commissie roor de Bewaarscholen. (1) 2. Benoeming van vier leden der Plaatse lijke Schoolcommissie. (5) 3. Benoeming van zes leden der Commis sie Lot wering van Schoolvertuüi (14) 4. Verzoek van K. H. Buikstta, om eer vol ontslag als onderwijzer met- verplichte hoofdakte aan de school der -Jkle klasse No. 2. (19) 5. Vaststelling van het aan Gedeputeerde Staten uit te brengen verslag aangaande de wijze, waarop het op de geme«nte-begroo- ting voor schoolkindervoeding toegestaan bedrag ia besteed. (13) 6. Verzoek van de Chr. Gymnastiekclub O. D. I. om het gebruik van het gymnastiek lokaal aan de Van-der-Werf-straat. (2) 7. Voorstel om Commissarissen der ste- delijko fabrieken van gas en electricitoit te machtigen, om het perceel van J. Lub- be Jr. aan den Rijksstraatweg te Oegat- geest aan de gasleiding aan te sluiten. (6) 8. Verzeek van den Leidschen Bestuur- dersbond om verhooging van het aan de veroeniging „SchooUrindervoeding" toege kend subsidie. (7) 9. Voorstel tot wijziging van het besluit van 2 December 1909 tot overname van eenige straten in het Oranje-Nassau-kwar- tier. (17) 10. Verzoek van M. Couvee -n P. J. Chris- taaanse ter bokoming in eigendom van een gedeelte van den Maredijk, kad. bekend Sectie L. No. 766. (12) 11. Voorstel tot wijziging d-r voorwaar den, waaronder gomeet telijke gymnaatiek- en sohojllokalen ten gebruike zijn afge staan. (4) 12 Voorstel tot uitbreiding van het on derwijzend personeel aan de school 3de kL No. 8, door aanstelling van oen onderwij zer met verpliohto hoofdakte. (8) 13. Verzoek van K. Stakkelorum e.a. om maatregelen te nemen tegen de afsluiting van de Buitenlaan aan den Maresingel. (9) 14. Verzoek van M. v uffermana om toe kenning van een subsidie in de kosten van een omnibusdienst tusschen Leiden en Leid- schendam. (3) 15. Voorstel tot het onttrekken van eenige terreinen aan don openbaren dienst en tot verpachting dier terreinen ten behoeve van standplaatsen op de kermis. (10) 16. Verzoek van G. Vincke, te Roermond, om de inrichting voor een cake-waj-ie niet op do a.8. kermis toe te laten. (18.) 17. Voorstel tot beschikbaarstelling van geldon ten behoeve van de vernieuwing van de Piet-Qijzenbrug onder Noordwijkerhout. (11) 18. Voorstel: lo. om aan de Noord-Zuid-Hollandscho Tramwegmaatschappij vergunning te ver- leonen tot het gebruiken r den Rijna- burgerweg, ten behoeve van de exploitatie van electrische tramwegen; 20 tot beschikbaarstelling van golden ten behoeve van de verbreeding van den Rijns- burgerweg tot aan de grens der gemeente. (16) 19. Verordening, regelende de voorwaar den, waarondor aan bijzondere bewaarscho len subsidie uit de gemeentekas kan wor den verleend. (300, 341 van 1909 en 15) Ge omnibusdiensi Le.denLeidschendam vla Zoele woude S'ompwijx Naar aanleiding van het verzoek van den heer M, Juffermans. stalhouder aan de Doczastraat alhier, om hem oen jaar- lijksohe subsidie te verleenen van f 350 in de kosten van een omnibusdienst tusschen Leiden en Leidsohendara via Zoeterwoude en Stomp wijk, is door B. en Ws. het ad vies ingewonnen van de commissie voor het marktwezen. Die oommissie is van raeening dat de belangen van de gemeente Leiden niet in die mate bij het tot stand komen van dezen dienst betrokken zijn, dat er ter- FEUILLETON. De aangenomen naam. ti) Hetgeen Jo van dit in het voor haar vrij. onbegrijpelijke Schotsche dialect gegeven antwoord verslond was haar niet recht dui delijk. Maar dat kwam er niet op aan. Zij was onder dak; dit was het voornaamste. ,,Ik heb nieta meer noodig dan een slaapkamer", zei zij. Morgen moet ik met den eersten trein weer weg. Het is nau welijks do moeite waard mij uit te kleeden. Breng me maar een glas melk en wat be schuitjes; meer behoef ik niet te hebben. De melk had ik graag warm, maar als dat lastig is, geef te mij dan maar koud." Toen zij naar boven gingen, zei de jonge vrouw: ,,Ik hoop, dat u mij niet kwalijk neemt, dat ik u niet dadelijk boven liet, mevrouw. De eigenares was vanavond toevallig vroeg naar bed gegaan, omdat er zoo'n mist kwam opzetten en ze dus niet verwachtte, dat er nog raenschen zouden komen. Morgen heb ben we namelijk een verbazend drukken dag en het zal heel laat worden. En ze zijn hier altijd erg bang, om iemand binnen te la ten, die... die...'* Zij voelde, dat zij op gevaarlijk terrein kwam, en bleef steken. „Hier is uw kaars", vroegdo zij er toen bij, het gesprek een andere wending geven de. „Do kachel in de keuken brandt nog flink ©n ik breng u dadelijk een glas warme men voor onzo gemeente zouden bestaan om in deze het initiatief te nemen. Zij zou daarom, alvorens een beslissing te nemen, willen afwachten, wat de gemeentebesturen van Zoeterwoude en Stompwijk zullen doen, aan wie. zooals uit het adres blijkt eveneens subsidie-aanvragen zijn goriclit. Het college van B. en Ws. zou, althans in zijn meerderheid, nog verder willea gaan. Het meent dat, wat ook door die beide andere gemeentebesturen mocht wor den besloten, er voor do gemeente .Leiden toch geen aanleiding rou kunnen bestaan om aan deze onderneming financieelen steun te verleenen. Het gelooft inderdaad, niet, dat wanneer deze onderneming tot stand kwam, het bezoek uit do genoemde gemeenten aan Leiden ook maar eemgszins noemenswaard zou toenemen. Immers, van Leidsch standpunt bekeken is het van vol strekt geen belang of de bewoners van Leid schendam door een omnibusdienst met Lei den verbonden worden, aangezien de bewo ners van Leidschendam, die Leiden willen bezoeken, daartoe van den bestaanden stoom tramweg over Voorsohoten zullen gebruik maken. Blijven dus alleen over u8 ingezete nen van Stompwijk en Zoeterwoude. Maar nog daargelaten dat do bevolking van Stompwijk en van de hierbodoeldo kom van Zoeterwoude slechts zeer schaarsch is, zoo zullen de mees ten van hen, die Leidon wil len bezoeken, daartoo wel als tot dusver van paard en wagen gebruik maken of wel te voet naar de stad komen. In geen geval echter zal, naar B. en Ws. meenen, door de opening van dezen omnibusdienst het bezoek aan de gemeente Leiden zoo zeer worden bevorderd, dat daardoor een jaarlijksche subsidie van f 350 zou gerechtvaardigd zijn. De minderheid intusschen van hun college zou rich in deze bij het advies van do markcommissie willen aansluiten. Want al geeft ook zij gaarne toe, dat het in do eerste plaats do gemeenten Stompwijk en Zoeterwoude zijn die bij het tot stand ko men dezer onderneming belang hebben, zoo neemt dat toch niet weg, dat ook Leiden iets zou 'kunnen doen om de levensvatbaar heid der onderneming te verhoogen. Maar dan moeten ook die beide gemeenten voor gaan. Toonen haar besturen door het ver leenen van een goldelijke subsidie, dat zij in het tot stand komen der verbinding wel de gelijk een voordeel voor hun gemeente zien, dan zou dat ook voor den Leidschen Raad een reden kunnon rijn om later den steun te verleenen, dien hij thans nog zou willen onthouden. De minderheid raadt, daarom aan om een afwachtende houding aan te nemen, totdat de beide andere gemeentebe sturen een beslissing zullen hebben geno men. Als college echter, niet overtuigd dat hot belang der gemeente Leiden het verleenen van subsidie zou kunnen wettigen, ook al mochten die beide andere gemeenten tot het verleenen van steun overgaan, geven B. en Ws. in overweging afwijzend op liet ver zoek te bosehïH- Snbsidie v$ciiooikindorvoeding". Aan den Raad der Gemeente Leiden is het volgende adres gericht: Ondergeteekenden N. A. Molen-ar en P. J. Bomli, reap, voorzitter en secretaris van don Leidschen Bestuurdorsbond, geven met verschuldigde eerbied te kennon, dat zij in een door de Vereeniging Schoolkindervoeding" aan de vakvereeni- gingen gezonden circulaire om subsidie voor het verstrekken van voeding aan be hoeftige schoolkinderen, aanleiding hebben gevondon zich tot Uw Geacht College te wenden, met het verzoek, over te willen gaan tot verhooging van de subsidie, welke uit de Gemeentekas aan de Vereeniging „Schoolkindervoeding" wordt verleend Voor do motiveering van dat verzoek wordt verwezen naar een bij het adres gaande Memorie van Toelichting. Het komt B. en Ws. voor, dat het on derwerp, waarop bovenstaand verzoek bo- trekking heeft, moeilijk geacht kan worden to behooren tot die, welke meer bepaalde lijk tot den werkkring van den Leidschen Bestuursbond behooren Immers de Leïdscbe Bestuurdorsbond melk. En ik zal zorgen, dat u morgenoch tend bijtijds gewekt wordt." Na eenigo oogenbliJdcen kwam rij terug met de melk. Jo waa te vermoeid en te zenuwachtig, om iets te eten. Zij wees de aanbieding van het meisje, dat haar met uitkleeden behulpzaam wildo zijn, van de hand en zei haar goeden nacht. Toen dronk zij haar glas leeg en ging naar bed. Do warmte en de weelde te kunnen rusten misten haar uitwerking niet. Binaca woi- nige minuten was zij in diepen slaap. XIII. Het was reeds laat op den middag toen de shorif van Galloway het stadje Dairy binnenreed. De politie-bcambte lichtte hem over het gebeurde in en hij ging mee naar het politie-posthuis. Hij was eon man van middelbaren leeftijd en met aangename, joviale manieren, die dadelijk voor hem in namen. Toen hij de bijzonderheden van het geval vernam, glimlachte hij. „Ik geloof niet, dat je je ongerust be hoeft te maken," zei hij gemoedelijk, ,,'t Is feitelijk alleen maar een kwestie van boe te. En daar de chauffeur bereid is die te betalen, hoe hoog ze ook is, en meer dan genoeg geld bij zich heeft om de hoogste boete, die er in dit district op te hard rijden staat, te betalen, geloof ik niet, dat je er last van kunt hebben, dat je de dame hebt toegestaan met de auto tot over de grens te gaan. Ik denk wel, mijnheer", voegde hij er bij, zich tot Athlyne wenden de, „dat dit heele gevalletje met een sisser zal afloopcn." En hij maakte zichzelf bekend. Zij bleven nog eenige minuten pratentoen ging de sherif naar zijn paard, dat doe.* een poli- stelt zich blijkens art. 2 zijner statuten ten doel, de verschillende te Leiden gevestigde rak-, politieke en oodperalieve vereenigin gen, die in het belang der arbeiders werk zaam zijn* m©t elkaar in verbinding te brengen, om daardoor de arbeidersbewe ging te bevorderen, en de belangen der ar beidersklasse te behartigen. En de midde len welke de vereeniging aanwondt om dit te bereiken, bepalen zich blijkens art. 3 harer statuten tot het houden van verga deringen, het oprichten of helpen oprichten van vereenigingen, het deelnemen aan ver- kieringen, het verzamelen van statistische en andere gegevens, het in verbinding tre den met andere vereenigïngeD, die in het belang der arbeidersklasse werkzaam zijn, en het uitgeven van geschriften. Het indie nen van een verzoekschrift als het hier geldt, kan dan ook zeker niet geacht wor den tot die middelen te behooren. Trciwens, waar de vereeniging solve in de bij haar verzoek overgelegde memorie van toelichting oppert „of het wel op den weg van een strijdende vakorganisatie lig gen kan, vereenigingen als bovenbedoel!© (t. w. de vereeniging „Schoolkind er voe ding") met oen deel der contributie der le den te steunen", daar meenen B. en Ws. zonder tegenspraak te mogen verklaren, dat het zoer r*H op haron weg ligt. om tot een ander lichaam het verzoek to rich ten, den 6teun te verleenen, dien rij zelf als bviten het terrein harer werkzaamhe den liggende, niet verleenen kan. Het komt B. en Ws. dan ook voor, dat er in dit geval alleszins reden bestaat om rekening te houden met de bepaling van het 4de lid van art 8 der Gro dwet, elke uitdrukkelijk verklaart dat wettig bestaan de lichamen aan de bevoegde macht ver zoekschriften kunnen indienen, doch a 1- leenover onderwerpen tot hunnen bepaalden w o r kkring behoorondo. Hier nu geldt het oen verzoek dat een onderwerp betreft, dat niet tot den bepaalden werkkring van de adresseerende vereeniging behoort, en zal dus op dat verzoek geen beschikking mo gen worden genomen. B. cn Ws. geven daarom in overweging hot verzoek voor kennisgeving aan te ne men Bewouers aan de lluiteninan. In den vorm van een tweetal vragen worden por adres oeuigo grioven ter kennis van don Raad gebracht, die de be woners van het achterste gedeelte van de Buitenlaan hebben tegen den eigenaar van het voorste gedeelte dier laan. Tevens roe pen zij 's Raads tussuhenk mst in om aan die grieven een einde te maken. De juiste toedracht der zaak is deze. Hot voorste gedeelte van de Buitenlaan, aan den Maresirgcl, behoort aan <len lieer G. Splinter, en is steeds door een hek van het achterste gedeelte afgesloten geweest. Langs de laan ligt oen sloot, aan welker eigenaars door den Raad bij besluit van 19 Augustus 1.1. gelast word do sloot te dempen. Ton behoeve dier demping moet in het aan don heer Splinter toobehooren- de gedeelte der laan een riool worden ge legd en deze heeft zich inmiddels ook den eigendom van het aan dat gedeelte dei- laan grenzende slootgcdcelte verzekerd. En nu onlangs heeft do heer Splinter het hek, dat steeds de laan heeft afgesloten vervangen door een schutting en die schut ting ook over de breedte van het hem toe- bchoorende, te dempen sloofgedeeltc door getrokken. Adressanten schiinon nu te meenen, dat hij daartoe niet bevoegd was. Het geldt hier aldus merken B. en Ws. op eea zaak hoofdzakelijk van pri- vaatrechtelijken aard, zij het ook dat zij op publiekrechtelijk terrein komt. Termen om in te grijpen zijn er daarom, naar zij meenen, voor de gemeente niet aanwezig. In de eerste plaats toch ia er alles te zeggen voor de opvatting dat do sloot, na haar demping, of juister uitgedrukt, de door de demping der sloot, verkregen grond één geheel zal uitmaken met do Buitenlaan on dat dua de eigenaar van het voorste gedeelte dier laan, die steeds het hem toebehooren.de laangedeelte van het achterste gedeelte heoft afgesloten gehou- tie-agent werd vastgehouden, en zei tot den beambte: „Ik kan als sherif moeilijk zelf borg zijn. Maar als er een noodig is, neom ik op mo er een te vinden. Ik vind het dua overbo dig, dat je den graaf nog langer hier houdt. Ala jo do dagvaarding voor de volgende zitting maar bsteekent, komt alles wel in orde." Athlyne wandelde met hem 't dorp door, terwijl hij rijn paard bij de teugel leidde. Toen hij vernam, dat Athlyne lo voot naar Castlo Douglas wildo gaan om daar den eersten trein naar het zuiden te ne men, zei hij: „Morgen is het daar oen drukke dag en u zult niet gemakkelijk kamers vinden in het hotel Castle Dougurs", vooral om dat ze daar door den mist misschien veel o verwachte gasten hebben gekregen. Nu bad ik voor vannacht toevallig kamers bospro- ken in hotel „Walter Scott", waar ik altijd logeer. Maar een uur geleden heb ik zo te legrafisch afbostold, omdat ik onverwacht bij een vriend ga eten, waar ik ook kan blijven slap"^ Nu zou u misschien het ver standigst doen met diezelfde kamers tele grafisch voor u to bespreken. Morgenoch tend moet ik zelf ook weer voor zaken to Castle Douglas zijn; maar dat is geen be zwaar. U is misschien al weg als ik or aan kom." „Nu, zoo héél vroeg zal ik wel niet ver trekken dus ik hoop het genoegen te zul len hebben met u te dejeuneerea als ik er nog ben." De oude heer schudde het hoofd. „Neen, neen", zei hij, ,,u dejeuneert bij mij Ik ben bier m mijn rechtsgebied; laat mij dus uw gastheer zijn." den, dit ook zal mogen blijven doen met de verbreede laan. En in de tweede plaats is het B. eu Ws. bekend dat dc eigenaar van het voorste gedeelte der laan zich be reid verklaard heeft dat gedeelte ook voor de bewoners der huizen aan het achterste gedeelte open te stellen, wann,eer de eige naars van dat achterste gedeelte bereid zouden rijn een bijdrage te verleenen ia de geheel op hem drukkende kosten van slootdempiDg en riolecring ten aanzien van het voorste gedeelte. Een, naar het B. en Ws. voorkomt, alleszins billijke eisch, aan gezien anders de eigenaren van de achter liggende terreinen de grootste voordeden zouden plukken van de door een ander voor rijn rekening uitgevoerde werken. Termen om in te grijpen, zij herhalen het, zijn dus voor de gemeonte in deze Diet aanweeig. En dit te minder, omdat nu wel dè bewoners van het achterste gedeelte der laan gelijk trouwens tot dusver steeds het geval is geweest, van een rcchtatreektche verbinding met den Maresingel verstoken zullen blijven, maar toch langs een kleinen omweg, over de Sophiastroat of langs do Heerenlaan, dien singel zullen kunnen be reiken. Geheel in overeenstemming met het advièe der commissie van fabrieage geven B. en Ws. dus in overwoging hon to mach tigen aan adressante te berichten, dat er voor tuaschenkomst van de gemeonte i«* deze geen termen aanwezig rijn. Vernieuwing van de Piet-G^zen- brug onder Noordw^jkerliout. Nadat voor conigen tijd tot oen vernieu wing van de Nagolbrug, onder Voorhout, moest worden overgegaan, is thans weder vernieuwing van do Piet-Gijzenbrug onder Noordwijkcrhout dringend noodzakelijk. Evenals toon, is ook thans waarschijnlijk weder het vervoer met zandbakken, do oor zaak dat tot do uitvoering van dit werk moet worden overgegaan. In de laatste maanden took vertoont het westelijk landkoofd der brug een steeds toenemende scheurvorming. Ver moedelijk is dit een gevolg van hot wegzui gen van het zand onder den muur van hos Jandhoofd die, aangezien daarop bij den bouw niet gerekend is, daartegen op den duur niet bestand blijkt. De mogelijkheid dat het Iandhoofd op een goeden dag zal instorten is daardoor niet uitgesloten. Nu zou dit onheil kunnen worden voor komen. door de westelijke doorvaart te sluiten en het Iandhoofd te stutten. De oos telijke doorvaart zou dan voor het vorkeer gesohikt gemaakt moeten worden en do scheepvaart door hot aanbrengen van een remmingwcrlc in dc nieuwe richting moeten worden geleid. Een en ander zou een uit gave vereischen van plm. 950. Toch zou men er ook daarmede nog niet zijn. Immers wordt nu het znndbnkkcnvor- vocr door de oostelijke doorvaart geleid, dan zal ook het oostelijk Iandhoofd op den duur worden aangetast. Betrekkelijk al spoedig zou dus toch tot a 1 g e h e e 1 e verniouwing van de brug moeten worden overgegaan. De Commissie van fabricage is bet daar om geheel met den Directeur van Gemeen tewerken eens, dat het veel boter is hot bedrag van f 950 uit to Rparon, door dade lijk do algeheel© vernieuwing ter hand te nomen. Ten minste indien die voorloopige voorzieningen nog kunnen uitb ijven, aangezien de mogelijkheid niet is uitge sloten, dat de toestand plotseling dermate verergert, dat onmiddellijk ingrijocn noo- dicr is. De oommissie stelt B. en Ws. dus voor voor de vernieuwing van de brug een be drag van f 12,000 a 14,000 bij den Raad aan te vragen. Hoe groot de kosten precies zullen zijn, valt tbane nog moe;lijk te zeg gen. ornaat nog geen bepaald plan is uitge werkt. Het is mogelijk, dat zij f 12,000 zul len bedragen, maar bet is evenzeer moge lijk, dat zij tot 15,000 zullen stijgen. En het college van B. en Ws. kan moeilijk anders dan zich b:j dit advies van deskun dige zijde aansluiten. Zij geven dus in overwoging door de vaststelling van den ovorgelegden supple- toiren begrootingsstaat voorloopig oen bo- ,Heel graag", zei Athlyne met warmte. En de oude heer vervolgde, hem met zijn vriendelijke oogen aanziende: „U moet me niet onbeleefd of onbeschei den vinden, maar zeg nu eens één ding. U is nog jong en ik ben oud, en bovendien ben ik sherif. Kan ik iets voor u doen? De be ambte vertelde mij, dat het u in grooto on gelegenheid bracht, niet verder te kunnen gaan. En ik zelf zie u ook wel aan, dat u allesbehalve op uw gemak bent. De poli- tie-beambto vertelde mij ook, dat de dame, die alleen vertrokken is, heel jong en nogal van streek was. Kan ik u met iets behulp zaam wezen? Ik verzeker u, het is mij een genoegen u van dienst te zijn." Het werd op zóó hartelijken, jovialen toon gezegd, dat Athlyne besloot hem in zijn vertrouwen to nemen. Daarbij kwam, dat hij zelf ook zenuwachtig was. Al was hij een man, en een krachtige man, toch had hij er behoefte aan, zijn hart uit te storten voor iemand, die hem sympathie betoonde. „Ik zal u zeggen wat het goval is," be gon hij. „De dame die bij mij was, maakte eenvoudig van uit Ambleside een auto tochtje met mij en we zijn ongemerkt zoo ver doorgegaan. Haar vader vas voor een paar dagen naar Londen en zou vanavond juist thuis komen. En daar niemand wist dat ik... dat zij was gaan autoën, zal hij zich erg ongerust maken. Natuurlijk zouden wij hem niet graag boos maken, dat zult u te eer be grijpen, als ik u aeg, dat wij verloofd zijn. Haar vader weet dit niet (hier herinnerde Athlyne zich den brief, dien hij te Arable- side had gepost), maar hij zal het heel gauw weten. Ongelukkig genoej; kc sterde hij een onverdienden wrok tegen rac, naar aanlei ding van een heel onbeduidende kwestie, drag van ton hoogste f 14,000 hunner beschikking te stellen ten ©inde toi de uit voering van dit werk te kunnen overgaan. Intusschen, nu het binnen betrekkelijk korten tijd reeds de tweede maal is, dat de gemeente Leiden zich voor belangrijko uit gaven geplaatst ziet ten behoeve vac de vernieuwing van kuostwerken in een vaart, die wel de gemeente moet. onderhouden, maar waarbij overigens al hooi weinig belang heeft, is het duidelijk dat B. en Ws. zich andermaal met ernst hebben afge vraagd, of niet iets kan worden gedaan oni aan dezen toestand een einde te maken. Immers do schade wordt door anderen berokkend, terwijl de gemeente Leiden over het varen in die vaart vol strekt niets te zeggen beeft. Waar echter de weg, de vaart cn de kunstwerken der Haarlemmertrckvoart ge meenschappelijk eigendom zijn van de ge meenten Loiden en Haarlem, al belast dan ook iedere gomeente zich met bet onder houd in het snecianl aan haar toegewezen gedeelte, zal ook dc gemeente Haarlem haar medewerking in deze moeten verlee nen, nadat pogingen bij Rijnland geen gunstig resultaat hadden. B. on Ws. brengen daarom ter kennis van den Raad dat zij voornemens zijn in overleg te treden met het gemeentebestuur van Haarlem, ten einde door een gemeen schappelijk o^tr-den der be'do gemeente* eoo moge-lijk te bewerken dat eicondom en onderhoud van weg, vaart en werken over gaan op de provincies Noord- en Zuid- Holland, ieder voor zooveel het op haar gebied gelegen gedeelte betreft. De oke-wjlk op de Lcihche kennis. De voorwaarden voor do openbare ver pachting der standplaatsen ter gelegen heid van do kermis, zooals die laatetc,:jk door don Raad zijn vastgesteld bij bosluit van 6 Maart 1908, kunnen ook voor do kermis van dit jaar in hoofdzaak onge wijzigd blijven. Slechts op één punt zouden B. en Ws. een klein© wijziging willen aanbrengen. Zoo zouden zij de standplaatsvoor den toboggan uit do verpachting willen lichten en daarentegen d o voor oon cake-walk daarin willen opnemen. Hot ia namoÜjk gebleken dat de tobog gan al weor „uit don tijd" is. Verleden jaar kwam voor zulk een inrichting zelfs geen enkele inschrijving in. Daarentegen biedt zich als nieuwigheid voor de aan staande kermis de cake-walk aan, voor welke inrichting reeds verschillende onders- handsche aanbiedingen bij B. ou Ws. zijn ingekomen. Zii geven aldus in overweging in de laat stelijk vastgesteld o voorwaarden alleen dezo wijziging te brengen, dat de toboggan met een iinnimura-inschrijvirgssom van f 500 zal worden vervangen door de cake walk met oen min 'mum-inschrijv'ngssom van f 1200 en in verband daarmede in art. 4 dor voorwaarden de onporvlakte van de standplaats B te bepalen op 310 vierk. Meter, in plaats van op 308 vierk. Meter. Op grond ran het bovenstaande stellen zij dus voor <'e plandplantsen voor de ver schillende inrichtingen ter gelegenheid van de aanstaande kermis voor den tijd van 22 Juli tot en met 3 Augustus 1910 aan den openbaren dienst te onttrekken cn tot de openbare verpachting dier standplaatsen te besluiten. HAARLEMMERMEER. Do toestand der vrouw J, de Gr., alhiór, die zich zoo ernstig brand do door het vlam vatten harer klce- ren, is, hoewel nog zorgelijk, toch vooruit gaande. Levensgevaar schijnt geweken. J. M. bracht des nachts met minder eerlijke bedoelingen con bezoek cp het erf van O. aan den Ringdijk O.-zijdc. De vrouw van O bomerkte onraad en uu zette O., vergozeld van oen inwonend mansper soon, den bozockor na, die onder zijn vlucht enkele reeds gestolen voorwerpen wegwierp. Toen de vluchteling over oen sloot wilde springen, kwam hij m'dde.n daarin terecht en werd in zijn druipende pakje gegrepen. Door do politie is van ©on en ander proces-verbaal opgemaakt. waar hier niemand over zou donken. Maar hij is uit Kentucky en daar is men, ner.r het sohijnt, op sommigo punten zoer licht geraakt. En als hij nu van onderen moest hoor en, dat zijn dochter buiten rijn toe stemming met mij een autotocht is gaan maken, dan zou natuurlijk alles bcdor-. en zijn, want, dan zou hij zoo boos op me wo- zon, dat hij niets meer van me zoj vili^n weten. U riet dus, mijnheer de sherif, het is een kwestie, waarbij haar en mijn geluk op het spel staat, en ik bon u dua heel dankbaar, dat u mij wilt helpen." Do sherif c cht alvorens te antwoorden even na. Hij maakte zijn gcvolgtrckkingen. „Zij zijn geëngageerd", zei hij bij zichzelf, „maar haar vader weot het niet. Dus dan zijn ze 't vandaag pas eens geworden. Geen wonder, dat ze zenuwachtig en ongerust zijn. Geen wonder, dat hij hard reed. O, die jeugd, die jeugd...'" „Ik begrijp u, mijnheer,"' vervolgde hij toen overluid. „U hebt groot gelijk gehad, dat u die dame hebt laten vertrekken. M: het was voor haar een heele waag, zoo hoclcmaal alleen weg te gaan, en dan i.t zoo'n mist." „Het was toen nog helder weer. Als het gemist had, aoa ik haar niet hebben laten gaan, wat er dan ook van was gekomen. Maar ik hoop, dat ze niet ver meer van de plaats van haar bestemming ia." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 13