No. 15302.
LEIDS0H BAGBLA3, Satss'dag' 8 Januari. Derde Blad.
Anno iSlO.
Offieieele Kennisgeving.
Iirjiitriaj van dia iiiiastBiiraad «ia Lsiies,
op Donderdag 13 Jan. 11). das a«middag«
te twee ur«n
(T Te behaadelcu onderwerpen:
1. Benoeming van een lid der Commissie
roor de Bewaarscholen. (1)
2. Benoeming van vier leden der Plaatse
lijke Schoolcommissie. (5)
3. Benoeming van zes leden der Commis
sie Lot wering van Schoolvertuüi (14)
4. Verzoek van K. H. Buikstta, om eer
vol ontslag als onderwijzer met- verplichte
hoofdakte aan de school der -Jkle klasse
No. 2. (19)
5. Vaststelling van het aan Gedeputeerde
Staten uit te brengen verslag aangaande de
wijze, waarop het op de geme«nte-begroo-
ting voor schoolkindervoeding toegestaan
bedrag ia besteed. (13)
6. Verzoek van de Chr. Gymnastiekclub
O. D. I. om het gebruik van het gymnastiek
lokaal aan de Van-der-Werf-straat. (2)
7. Voorstel om Commissarissen der ste-
delijko fabrieken van gas en electricitoit
te machtigen, om het perceel van J. Lub-
be Jr. aan den Rijksstraatweg te Oegat-
geest aan de gasleiding aan te sluiten. (6)
8. Verzeek van den Leidschen Bestuur-
dersbond om verhooging van het aan de
veroeniging „SchooUrindervoeding" toege
kend subsidie. (7)
9. Voorstel tot wijziging van het besluit
van 2 December 1909 tot overname van
eenige straten in het Oranje-Nassau-kwar-
tier. (17)
10. Verzoek van M. Couvee -n P. J. Chris-
taaanse ter bokoming in eigendom van een
gedeelte van den Maredijk, kad. bekend
Sectie L. No. 766. (12)
11. Voorstel tot wijziging d-r voorwaar
den, waaronder gomeet telijke gymnaatiek-
en sohojllokalen ten gebruike zijn afge
staan. (4)
12 Voorstel tot uitbreiding van het on
derwijzend personeel aan de school 3de kL
No. 8, door aanstelling van oen onderwij
zer met verpliohto hoofdakte. (8)
13. Verzoek van K. Stakkelorum e.a. om
maatregelen te nemen tegen de afsluiting
van de Buitenlaan aan den Maresingel. (9)
14. Verzoek van M. v uffermana om toe
kenning van een subsidie in de kosten van
een omnibusdienst tusschen Leiden en Leid-
schendam. (3)
15. Voorstel tot het onttrekken van eenige
terreinen aan don openbaren dienst en
tot verpachting dier terreinen ten behoeve
van standplaatsen op de kermis. (10)
16. Verzoek van G. Vincke, te Roermond,
om de inrichting voor een cake-waj-ie niet
op do a.8. kermis toe te laten. (18.)
17. Voorstel tot beschikbaarstelling van
geldon ten behoeve van de vernieuwing van
de Piet-Qijzenbrug onder Noordwijkerhout.
(11)
18. Voorstel:
lo. om aan de Noord-Zuid-Hollandscho
Tramwegmaatschappij vergunning te ver-
leonen tot het gebruiken r den Rijna-
burgerweg, ten behoeve van de exploitatie
van electrische tramwegen;
20 tot beschikbaarstelling van golden ten
behoeve van de verbreeding van den Rijns-
burgerweg tot aan de grens der gemeente.
(16)
19. Verordening, regelende de voorwaar
den, waarondor aan bijzondere bewaarscho
len subsidie uit de gemeentekas kan wor
den verleend. (300, 341 van 1909 en 15)
Ge omnibusdiensi Le.denLeidschendam vla
Zoele woude S'ompwijx
Naar aanleiding van het verzoek van
den heer M, Juffermans. stalhouder aan
de Doczastraat alhier, om hem oen jaar-
lijksohe subsidie te verleenen van f 350 in
de kosten van een omnibusdienst tusschen
Leiden en Leidsohendara via Zoeterwoude
en Stomp wijk, is door B. en Ws. het ad
vies ingewonnen van de commissie voor het
marktwezen. Die oommissie is van raeening
dat de belangen van de gemeente Leiden
niet in die mate bij het tot stand komen
van dezen dienst betrokken zijn, dat er ter-
FEUILLETON.
De aangenomen naam.
ti)
Hetgeen Jo van dit in het voor haar vrij.
onbegrijpelijke Schotsche dialect gegeven
antwoord verslond was haar niet recht dui
delijk. Maar dat kwam er niet op aan. Zij
was onder dak; dit was het voornaamste.
,,Ik heb nieta meer noodig dan een
slaapkamer", zei zij. Morgen moet ik met
den eersten trein weer weg. Het is nau
welijks do moeite waard mij uit te kleeden.
Breng me maar een glas melk en wat be
schuitjes; meer behoef ik niet te hebben.
De melk had ik graag warm, maar als dat
lastig is, geef te mij dan maar koud."
Toen zij naar boven gingen, zei de jonge
vrouw:
,,Ik hoop, dat u mij niet kwalijk neemt,
dat ik u niet dadelijk boven liet, mevrouw.
De eigenares was vanavond toevallig vroeg
naar bed gegaan, omdat er zoo'n mist kwam
opzetten en ze dus niet verwachtte, dat er
nog raenschen zouden komen. Morgen heb
ben we namelijk een verbazend drukken dag
en het zal heel laat worden. En ze zijn hier
altijd erg bang, om iemand binnen te la
ten, die... die...'*
Zij voelde, dat zij op gevaarlijk terrein
kwam, en bleef steken.
„Hier is uw kaars", vroegdo zij er toen
bij, het gesprek een andere wending geven
de.
„Do kachel in de keuken brandt nog
flink ©n ik breng u dadelijk een glas warme
men voor onzo gemeente zouden bestaan
om in deze het initiatief te nemen. Zij zou
daarom, alvorens een beslissing te nemen,
willen afwachten, wat de gemeentebesturen
van Zoeterwoude en Stompwijk zullen
doen, aan wie. zooals uit het adres blijkt
eveneens subsidie-aanvragen zijn goriclit.
Het college van B. en Ws. zou, althans
in zijn meerderheid, nog verder willea
gaan. Het meent dat, wat ook door die
beide andere gemeentebesturen mocht wor
den besloten, er voor do gemeente .Leiden
toch geen aanleiding rou kunnen bestaan
om aan deze onderneming financieelen
steun te verleenen. Het gelooft inderdaad,
niet, dat wanneer deze onderneming tot
stand kwam, het bezoek uit do genoemde
gemeenten aan Leiden ook maar eemgszins
noemenswaard zou toenemen. Immers, van
Leidsch standpunt bekeken is het van vol
strekt geen belang of de bewoners van Leid
schendam door een omnibusdienst met Lei
den verbonden worden, aangezien de bewo
ners van Leidschendam, die Leiden willen
bezoeken, daartoe van den bestaanden stoom
tramweg over Voorsohoten zullen gebruik
maken. Blijven dus alleen over u8 ingezete
nen van Stompwijk en Zoeterwoude. Maar
nog daargelaten dat do bevolking van
Stompwijk en van de hierbodoeldo kom van
Zoeterwoude slechts zeer schaarsch is, zoo
zullen de mees ten van hen, die Leidon wil
len bezoeken, daartoo wel als tot dusver van
paard en wagen gebruik maken of wel te
voet naar de stad komen. In geen geval
echter zal, naar B. en Ws. meenen, door de
opening van dezen omnibusdienst het bezoek
aan de gemeente Leiden zoo zeer worden
bevorderd, dat daardoor een jaarlijksche
subsidie van f 350 zou gerechtvaardigd zijn.
De minderheid intusschen van hun college
zou rich in deze bij het advies van do
markcommissie willen aansluiten. Want
al geeft ook zij gaarne toe, dat het in do
eerste plaats do gemeenten Stompwijk en
Zoeterwoude zijn die bij het tot stand ko
men dezer onderneming belang hebben, zoo
neemt dat toch niet weg, dat ook Leiden
iets zou 'kunnen doen om de levensvatbaar
heid der onderneming te verhoogen. Maar
dan moeten ook die beide gemeenten voor
gaan. Toonen haar besturen door het ver
leenen van een goldelijke subsidie, dat zij in
het tot stand komen der verbinding wel de
gelijk een voordeel voor hun gemeente zien,
dan zou dat ook voor den Leidschen Raad
een reden kunnon rijn om later den steun
te verleenen, dien hij thans nog zou willen
onthouden. De minderheid raadt, daarom
aan om een afwachtende houding aan te
nemen, totdat de beide andere gemeentebe
sturen een beslissing zullen hebben geno
men.
Als college echter, niet overtuigd dat hot
belang der gemeente Leiden het verleenen
van subsidie zou kunnen wettigen, ook al
mochten die beide andere gemeenten tot het
verleenen van steun overgaan, geven B. en
Ws. in overweging afwijzend op liet ver
zoek te bosehïH-
Snbsidie v$ciiooikindorvoeding".
Aan den Raad der Gemeente Leiden is
het volgende adres gericht:
Ondergeteekenden N. A. Molen-ar en P.
J. Bomli, reap, voorzitter en secretaris
van don Leidschen Bestuurdorsbond, geven
met verschuldigde eerbied te kennon,
dat zij in een door de Vereeniging
Schoolkindervoeding" aan de vakvereeni-
gingen gezonden circulaire om subsidie
voor het verstrekken van voeding aan be
hoeftige schoolkinderen, aanleiding hebben
gevondon zich tot Uw Geacht College te
wenden, met het verzoek, over te willen
gaan tot verhooging van de subsidie, welke
uit de Gemeentekas aan de Vereeniging
„Schoolkindervoeding" wordt verleend
Voor do motiveering van dat verzoek
wordt verwezen naar een bij het adres
gaande Memorie van Toelichting.
Het komt B. en Ws. voor, dat het on
derwerp, waarop bovenstaand verzoek bo-
trekking heeft, moeilijk geacht kan worden
to behooren tot die, welke meer bepaalde
lijk tot den werkkring van den Leidschen
Bestuursbond behooren
Immers de Leïdscbe Bestuurdorsbond
melk. En ik zal zorgen, dat u morgenoch
tend bijtijds gewekt wordt."
Na eenigo oogenbliJdcen kwam rij terug
met de melk. Jo waa te vermoeid en te
zenuwachtig, om iets te eten. Zij wees de
aanbieding van het meisje, dat haar met
uitkleeden behulpzaam wildo zijn, van de
hand en zei haar goeden nacht. Toen dronk
zij haar glas leeg en ging naar bed. Do
warmte en de weelde te kunnen rusten
misten haar uitwerking niet. Binaca woi-
nige minuten was zij in diepen slaap.
XIII.
Het was reeds laat op den middag toen
de shorif van Galloway het stadje Dairy
binnenreed. De politie-bcambte lichtte hem
over het gebeurde in en hij ging mee naar
het politie-posthuis. Hij was eon man van
middelbaren leeftijd en met aangename,
joviale manieren, die dadelijk voor hem in
namen. Toen hij de bijzonderheden van het
geval vernam, glimlachte hij.
„Ik geloof niet, dat je je ongerust be
hoeft te maken," zei hij gemoedelijk, ,,'t Is
feitelijk alleen maar een kwestie van boe
te. En daar de chauffeur bereid is die te
betalen, hoe hoog ze ook is, en meer dan
genoeg geld bij zich heeft om de hoogste
boete, die er in dit district op te hard
rijden staat, te betalen, geloof ik niet, dat
je er last van kunt hebben, dat je de dame
hebt toegestaan met de auto tot over de
grens te gaan. Ik denk wel, mijnheer",
voegde hij er bij, zich tot Athlyne wenden
de, „dat dit heele gevalletje met een sisser
zal afloopcn."
En hij maakte zichzelf bekend. Zij bleven
nog eenige minuten pratentoen ging de
sherif naar zijn paard, dat doe.* een poli-
stelt zich blijkens art. 2 zijner statuten ten
doel, de verschillende te Leiden gevestigde
rak-, politieke en oodperalieve vereenigin
gen, die in het belang der arbeiders werk
zaam zijn* m©t elkaar in verbinding te
brengen, om daardoor de arbeidersbewe
ging te bevorderen, en de belangen der ar
beidersklasse te behartigen. En de midde
len welke de vereeniging aanwondt om dit
te bereiken, bepalen zich blijkens art. 3
harer statuten tot het houden van verga
deringen, het oprichten of helpen oprichten
van vereenigingen, het deelnemen aan ver-
kieringen, het verzamelen van statistische
en andere gegevens, het in verbinding tre
den met andere vereenigïngeD, die in het
belang der arbeidersklasse werkzaam zijn,
en het uitgeven van geschriften. Het indie
nen van een verzoekschrift als het hier
geldt, kan dan ook zeker niet geacht wor
den tot die middelen te behooren.
Trciwens, waar de vereeniging solve in
de bij haar verzoek overgelegde memorie
van toelichting oppert „of het wel op den
weg van een strijdende vakorganisatie lig
gen kan, vereenigingen als bovenbedoel!©
(t. w. de vereeniging „Schoolkind er voe
ding") met oen deel der contributie der le
den te steunen", daar meenen B. en Ws.
zonder tegenspraak te mogen verklaren,
dat het zoer r*H op haron weg ligt. om
tot een ander lichaam het verzoek to rich
ten, den 6teun te verleenen, dien rij zelf
als bviten het terrein harer werkzaamhe
den liggende, niet verleenen kan.
Het komt B. en Ws. dan ook voor, dat
er in dit geval alleszins reden bestaat om
rekening te houden met de bepaling van
het 4de lid van art 8 der Gro dwet, elke
uitdrukkelijk verklaart dat wettig bestaan
de lichamen aan de bevoegde macht ver
zoekschriften kunnen indienen, doch a 1-
leenover onderwerpen tot
hunnen bepaalden w o r kkring
behoorondo. Hier nu geldt het oen
verzoek dat een onderwerp betreft, dat
niet tot den bepaalden werkkring van de
adresseerende vereeniging behoort, en zal
dus op dat verzoek geen beschikking mo
gen worden genomen.
B. cn Ws. geven daarom in overweging
hot verzoek voor kennisgeving aan te ne
men
Bewouers aan de lluiteninan.
In den vorm van een tweetal vragen
worden por adres oeuigo grioven ter
kennis van don Raad gebracht, die de be
woners van het achterste gedeelte van de
Buitenlaan hebben tegen den eigenaar van
het voorste gedeelte dier laan. Tevens roe
pen zij 's Raads tussuhenk mst in om aan
die grieven een einde te maken.
De juiste toedracht der zaak is deze.
Hot voorste gedeelte van de Buitenlaan,
aan den Maresirgcl, behoort aan <len lieer
G. Splinter, en is steeds door een hek van
het achterste gedeelte afgesloten geweest.
Langs de laan ligt oen sloot, aan welker
eigenaars door den Raad bij besluit van
19 Augustus 1.1. gelast word do sloot te
dempen. Ton behoeve dier demping moet
in het aan don heer Splinter toobehooren-
de gedeelte der laan een riool worden ge
legd en deze heeft zich inmiddels ook den
eigendom van het aan dat gedeelte dei-
laan grenzende slootgcdcelte verzekerd.
En nu onlangs heeft do heer Splinter het
hek, dat steeds de laan heeft afgesloten
vervangen door een schutting en die schut
ting ook over de breedte van het hem toe-
bchoorende, te dempen sloofgedeeltc door
getrokken. Adressanten schiinon nu te
meenen, dat hij daartoe niet bevoegd was.
Het geldt hier aldus merken B. en
Ws. op eea zaak hoofdzakelijk van pri-
vaatrechtelijken aard, zij het ook dat zij
op publiekrechtelijk terrein komt. Termen
om in te grijpen zijn er daarom, naar zij
meenen, voor de gemeente niet aanwezig.
In de eerste plaats toch ia er alles te
zeggen voor de opvatting dat do sloot, na
haar demping, of juister uitgedrukt, de
door de demping der sloot, verkregen
grond één geheel zal uitmaken met do
Buitenlaan on dat dua de eigenaar van het
voorste gedeelte dier laan, die steeds het
hem toebehooren.de laangedeelte van het
achterste gedeelte heoft afgesloten gehou-
tie-agent werd vastgehouden, en zei tot den
beambte:
„Ik kan als sherif moeilijk zelf borg zijn.
Maar als er een noodig is, neom ik op mo
er een te vinden. Ik vind het dua overbo
dig, dat je den graaf nog langer hier houdt.
Ala jo do dagvaarding voor de volgende
zitting maar bsteekent, komt alles wel in
orde."
Athlyne wandelde met hem 't dorp door,
terwijl hij rijn paard bij de teugel leidde.
Toen hij vernam, dat Athlyne lo voot
naar Castlo Douglas wildo gaan om daar
den eersten trein naar het zuiden te ne
men, zei hij:
„Morgen is het daar oen drukke dag
en u zult niet gemakkelijk kamers vinden
in het hotel Castle Dougurs", vooral om
dat ze daar door den mist misschien veel
o verwachte gasten hebben gekregen. Nu bad
ik voor vannacht toevallig kamers bospro-
ken in hotel „Walter Scott", waar ik altijd
logeer. Maar een uur geleden heb ik zo te
legrafisch afbostold, omdat ik onverwacht
bij een vriend ga eten, waar ik ook kan
blijven slap"^ Nu zou u misschien het ver
standigst doen met diezelfde kamers tele
grafisch voor u to bespreken. Morgenoch
tend moet ik zelf ook weer voor zaken to
Castle Douglas zijn; maar dat is geen be
zwaar. U is misschien al weg als ik or aan
kom."
„Nu, zoo héél vroeg zal ik wel niet ver
trekken dus ik hoop het genoegen te zul
len hebben met u te dejeuneerea als ik
er nog ben."
De oude heer schudde het hoofd.
„Neen, neen", zei hij, ,,u dejeuneert bij
mij Ik ben bier m mijn rechtsgebied; laat
mij dus uw gastheer zijn."
den, dit ook zal mogen blijven doen met de
verbreede laan. En in de tweede plaats
is het B. eu Ws. bekend dat dc eigenaar
van het voorste gedeelte der laan zich be
reid verklaard heeft dat gedeelte ook voor
de bewoners der huizen aan het achterste
gedeelte open te stellen, wann,eer de eige
naars van dat achterste gedeelte bereid
zouden rijn een bijdrage te verleenen ia
de geheel op hem drukkende kosten van
slootdempiDg en riolecring ten aanzien van
het voorste gedeelte. Een, naar het B. en
Ws. voorkomt, alleszins billijke eisch, aan
gezien anders de eigenaren van de achter
liggende terreinen de grootste voordeden
zouden plukken van de door een ander
voor rijn rekening uitgevoerde werken.
Termen om in te grijpen, zij herhalen
het, zijn dus voor de gemeonte in deze Diet
aanweeig. En dit te minder, omdat nu wel
dè bewoners van het achterste gedeelte der
laan gelijk trouwens tot dusver steeds het
geval is geweest, van een rcchtatreektche
verbinding met den Maresingel verstoken
zullen blijven, maar toch langs een kleinen
omweg, over de Sophiastroat of langs do
Heerenlaan, dien singel zullen kunnen be
reiken.
Geheel in overeenstemming met het
advièe der commissie van fabrieage geven
B. en Ws. dus in overwoging hon to mach
tigen aan adressante te berichten, dat er
voor tuaschenkomst van de gemeonte i«*
deze geen termen aanwezig rijn.
Vernieuwing van de Piet-G^zen-
brug onder Noordw^jkerliout.
Nadat voor conigen tijd tot oen vernieu
wing van de Nagolbrug, onder Voorhout,
moest worden overgegaan, is thans weder
vernieuwing van do Piet-Gijzenbrug onder
Noordwijkcrhout dringend noodzakelijk.
Evenals toon, is ook thans waarschijnlijk
weder het vervoer met zandbakken, do oor
zaak dat tot do uitvoering van dit werk
moet worden overgegaan.
In de laatste maanden took vertoont
het westelijk landkoofd der brug een
steeds toenemende scheurvorming. Ver
moedelijk is dit een gevolg van hot wegzui
gen van het zand onder den muur van hos
Jandhoofd die, aangezien daarop bij den
bouw niet gerekend is, daartegen op den
duur niet bestand blijkt. De mogelijkheid
dat het Iandhoofd op een goeden dag zal
instorten is daardoor niet uitgesloten.
Nu zou dit onheil kunnen worden voor
komen. door de westelijke doorvaart te
sluiten en het Iandhoofd te stutten. De oos
telijke doorvaart zou dan voor het vorkeer
gesohikt gemaakt moeten worden en do
scheepvaart door hot aanbrengen van een
remmingwcrlc in dc nieuwe richting moeten
worden geleid. Een en ander zou een uit
gave vereischen van plm. 950.
Toch zou men er ook daarmede nog niet
zijn. Immers wordt nu het znndbnkkcnvor-
vocr door de oostelijke doorvaart geleid,
dan zal ook het oostelijk Iandhoofd op den
duur worden aangetast. Betrekkelijk al
spoedig zou dus toch tot a 1 g e h e e 1 e
verniouwing van de brug moeten worden
overgegaan.
De Commissie van fabricage is bet daar
om geheel met den Directeur van Gemeen
tewerken eens, dat het veel boter is hot
bedrag van f 950 uit to Rparon, door dade
lijk do algeheel© vernieuwing ter hand te
nomen. Ten minste indien die voorloopige
voorzieningen nog kunnen uitb ijven,
aangezien de mogelijkheid niet is uitge
sloten, dat de toestand plotseling dermate
verergert, dat onmiddellijk ingrijocn noo-
dicr is.
De oommissie stelt B. en Ws. dus voor
voor de vernieuwing van de brug een be
drag van f 12,000 a 14,000 bij den Raad
aan te vragen. Hoe groot de kosten precies
zullen zijn, valt tbane nog moe;lijk te zeg
gen. ornaat nog geen bepaald plan is uitge
werkt. Het is mogelijk, dat zij f 12,000 zul
len bedragen, maar bet is evenzeer moge
lijk, dat zij tot 15,000 zullen stijgen. En
het college van B. en Ws. kan moeilijk
anders dan zich b:j dit advies van deskun
dige zijde aansluiten.
Zij geven dus in overwoging door de
vaststelling van den ovorgelegden supple-
toiren begrootingsstaat voorloopig oen bo-
,Heel graag", zei Athlyne met warmte.
En de oude heer vervolgde, hem met zijn
vriendelijke oogen aanziende:
„U moet me niet onbeleefd of onbeschei
den vinden, maar zeg nu eens één ding. U
is nog jong en ik ben oud, en bovendien ben
ik sherif. Kan ik iets voor u doen? De be
ambte vertelde mij, dat het u in grooto on
gelegenheid bracht, niet verder te kunnen
gaan. En ik zelf zie u ook wel aan, dat
u allesbehalve op uw gemak bent. De poli-
tie-beambto vertelde mij ook, dat de dame,
die alleen vertrokken is, heel jong en nogal
van streek was. Kan ik u met iets behulp
zaam wezen? Ik verzeker u, het is mij een
genoegen u van dienst te zijn."
Het werd op zóó hartelijken, jovialen
toon gezegd, dat Athlyne besloot hem in
zijn vertrouwen to nemen. Daarbij kwam,
dat hij zelf ook zenuwachtig was. Al was hij
een man, en een krachtige man, toch had
hij er behoefte aan, zijn hart uit te storten
voor iemand, die hem sympathie betoonde.
„Ik zal u zeggen wat het goval is," be
gon hij. „De dame die bij mij was, maakte
eenvoudig van uit Ambleside een auto
tochtje met mij en we zijn ongemerkt zoo
ver doorgegaan. Haar vader vas voor een
paar dagen naar Londen en zou vanavond
juist thuis komen. En daar niemand wist dat
ik... dat zij was gaan autoën, zal hij zich erg
ongerust maken. Natuurlijk zouden wij hem
niet graag boos maken, dat zult u te eer be
grijpen, als ik u aeg, dat wij verloofd zijn.
Haar vader weet dit niet (hier herinnerde
Athlyne zich den brief, dien hij te Arable-
side had gepost), maar hij zal het heel gauw
weten. Ongelukkig genoej; kc sterde hij een
onverdienden wrok tegen rac, naar aanlei
ding van een heel onbeduidende kwestie,
drag van ton hoogste f 14,000 hunner
beschikking te stellen ten ©inde toi de uit
voering van dit werk te kunnen overgaan.
Intusschen, nu het binnen betrekkelijk
korten tijd reeds de tweede maal is, dat de
gemeente Leiden zich voor belangrijko uit
gaven geplaatst ziet ten behoeve vac de
vernieuwing van kuostwerken in een vaart,
die wel de gemeente moet. onderhouden,
maar waarbij overigens al hooi weinig
belang heeft, is het duidelijk dat B. en
Ws. zich andermaal met ernst hebben afge
vraagd, of niet iets kan worden gedaan
oni aan dezen toestand een einde te
maken. Immers do schade wordt door
anderen berokkend, terwijl de gemeente
Leiden over het varen in die vaart vol
strekt niets te zeggen beeft.
Waar echter de weg, de vaart cn de
kunstwerken der Haarlemmertrckvoart ge
meenschappelijk eigendom zijn van de ge
meenten Loiden en Haarlem, al belast dan
ook iedere gomeente zich met bet onder
houd in het snecianl aan haar toegewezen
gedeelte, zal ook dc gemeente Haarlem
haar medewerking in deze moeten verlee
nen, nadat pogingen bij Rijnland geen
gunstig resultaat hadden.
B. on Ws. brengen daarom ter kennis
van den Raad dat zij voornemens zijn in
overleg te treden met het gemeentebestuur
van Haarlem, ten einde door een gemeen
schappelijk o^tr-den der be'do gemeente*
eoo moge-lijk te bewerken dat eicondom en
onderhoud van weg, vaart en werken over
gaan op de provincies Noord- en Zuid-
Holland, ieder voor zooveel het op haar
gebied gelegen gedeelte betreft.
De oke-wjlk op de Lcihche kennis.
De voorwaarden voor do openbare ver
pachting der standplaatsen ter gelegen
heid van do kermis, zooals die laatetc,:jk
door don Raad zijn vastgesteld bij bosluit
van 6 Maart 1908, kunnen ook voor do
kermis van dit jaar in hoofdzaak onge
wijzigd blijven.
Slechts op één punt zouden B. en Ws.
een klein© wijziging willen aanbrengen.
Zoo zouden zij de standplaatsvoor den
toboggan uit do verpachting willen lichten
en daarentegen d o voor oon cake-walk
daarin willen opnemen.
Hot ia namoÜjk gebleken dat de tobog
gan al weor „uit don tijd" is. Verleden
jaar kwam voor zulk een inrichting zelfs
geen enkele inschrijving in. Daarentegen
biedt zich als nieuwigheid voor de aan
staande kermis de cake-walk aan, voor
welke inrichting reeds verschillende onders-
handsche aanbiedingen bij B. ou Ws. zijn
ingekomen.
Zii geven aldus in overweging in de laat
stelijk vastgesteld o voorwaarden alleen
dezo wijziging te brengen, dat de toboggan
met een iinnimura-inschrijvirgssom van
f 500 zal worden vervangen door de cake
walk met oen min 'mum-inschrijv'ngssom
van f 1200 en in verband daarmede in art.
4 dor voorwaarden de onporvlakte van de
standplaats B te bepalen op 310 vierk.
Meter, in plaats van op 308 vierk. Meter.
Op grond ran het bovenstaande stellen
zij dus voor <'e plandplantsen voor de ver
schillende inrichtingen ter gelegenheid van
de aanstaande kermis voor den tijd van
22 Juli tot en met 3 Augustus 1910 aan den
openbaren dienst te onttrekken cn tot de
openbare verpachting dier standplaatsen
te besluiten.
HAARLEMMERMEER. Do toestand der
vrouw J, de Gr., alhiór, die zich zoo ernstig
brand do door het vlam vatten harer klce-
ren, is, hoewel nog zorgelijk, toch vooruit
gaande. Levensgevaar schijnt geweken.
J. M. bracht des nachts met minder
eerlijke bedoelingen con bezoek cp het erf
van O. aan den Ringdijk O.-zijdc. De
vrouw van O bomerkte onraad en uu zette
O., vergozeld van oen inwonend mansper
soon, den bozockor na, die onder zijn
vlucht enkele reeds gestolen voorwerpen
wegwierp. Toen de vluchteling over oen
sloot wilde springen, kwam hij m'dde.n
daarin terecht en werd in zijn druipende
pakje gegrepen. Door do politie is van
©on en ander proces-verbaal opgemaakt.
waar hier niemand over zou donken. Maar
hij is uit Kentucky en daar is men, ner.r
het sohijnt, op sommigo punten zoer licht
geraakt. En als hij nu van onderen moest
hoor en, dat zijn dochter buiten rijn toe
stemming met mij een autotocht is gaan
maken, dan zou natuurlijk alles bcdor-. en
zijn, want, dan zou hij zoo boos op me wo-
zon, dat hij niets meer van me zoj vili^n
weten. U riet dus, mijnheer de sherif, het
is een kwestie, waarbij haar en mijn geluk
op het spel staat, en ik bon u dua heel
dankbaar, dat u mij wilt helpen."
Do sherif c cht alvorens te antwoorden
even na. Hij maakte zijn gcvolgtrckkingen.
„Zij zijn geëngageerd", zei hij bij zichzelf,
„maar haar vader weot het niet. Dus dan
zijn ze 't vandaag pas eens geworden. Geen
wonder, dat ze zenuwachtig en ongerust
zijn. Geen wonder, dat hij hard reed. O,
die jeugd, die jeugd...'"
„Ik begrijp u, mijnheer,"' vervolgde hij
toen overluid. „U hebt groot gelijk gehad,
dat u die dame hebt laten vertrekken. M:
het was voor haar een heele waag, zoo
hoclcmaal alleen weg te gaan, en dan i.t
zoo'n mist."
„Het was toen nog helder weer. Als het
gemist had, aoa ik haar niet hebben laten
gaan, wat er dan ook van was gekomen.
Maar ik hoop, dat ze niet ver meer van
de plaats van haar bestemming ia."
(Wordt vervolgd.)