No. 15301. X.EXDSCH DAGBLAD, Vrydag* 7 Januari. Tweede Blad. Anno I910. Kunst, letteren, enz. v J. B. MEYNEN. 1665-1910. Morgen, 8 Januari, hoopt de heer ACeytven den dag te herdenken, waarop hij roor 25 jaar benoemd werd tot hoofd der Ohr. school voor M. U. L. O. aan den Stil len Rijn,. Zal daar op dien dag uit het hart yan den liooggeaohten jubilaris eeai toon Ües lof» en des Hanks opstijgen tot zijn God, voor de trouw en de ontferming, hem betoond, zeer zeker zullen in alle deelei\ jan ons vaderland en verre daar buiten, .vela honderden, op dien dag met dankbaar heid gedenken, wat de heer Meynen voor hen geweest is. Want breed is de schare f.an hen, die thans een belangrijke positie in de maatschappij innemen en die voor eoti groot deel hun vorming aan hem te 'danken hebben. Laat het dan voor velen rijn hun eerste vorming, maar daardoor is jdan toch die degelijke, stevige grondslag gelegd, waarop voortbouwen mogelijk weed. Dat heeft de bescheiden jonge man, die 'op 8 Januari 1885 op 26-jarigon, leeftijd be noemd werd tot hoofd der Ohr. school voor M. U. L. O. aan den Stillen Rijn, niet kun nen, verwachten, dat God zijn arbeid met cooveel zegen zou bekronen. Mot hoeveel schroom ging hij zijn vrerk '«Janvaarden! Wat kostte het zijn vrienden, waaronder de onvergetelijke v. Dijl, die 't masrieve in heel Meynen'optreden had den opgemerkt, ©en, moeite, hem dien •chroom te doen overwinnen. En ja, 't was een zware taak, die hij ging óp zich nemen. Zijn, voorganger, de zoo plotseling door den dood weggerukte Boe- looper, had niet al zijn krachten aan de «chool kunnen wijden. Daarom was krach tig optreden, energiek ingrijpen noodzake- 8jk. 't Gold hier het ophouden van den naam ran hot Ohr. M. U. L. Onderwijs, t gold het to be or not to be van de Dhr. ach ooi aan den Stillen Rijn. „Zal ik". Boo vroeg Meynen, „tot dat werk in staat ■>r Maar hij ken,d© de bron ran alle kradht en in de kraoht van rijnen God is hij zijn arbeid begonnen. Met wat heiligen, ernst vatte hij zijn werk aan; wat kracht en be zieling ging van hem uit; hoe wijdde hij rich onvermoeid en gefieel aan wat hij thans als zijn levenstaak beschouwdeNog rien we de schittering van zijn oog, nog hooren wij het trillen van zijn stem, als hij in den kring zijner vrienden de belangen besprak van z ij n school Hier was een jonge man met hooge, heerlijke idealen! En nu, na 25 jaren t Ons dunkt, daar sal in het hart van den jubilaris zoo iets wezen van wat daar was in het hart van den aartsvader Jakob, toen hij sprak van een staf, waarmee hij was uitgetrokken, en van de twee heiren, waar hij toe geworden was, want rijkelijk heeft zijn God ook hem gezegend. Trots alle bezwaren heeft hij rijn school onder den negen Gods tot hoo gen bloei weten te brengenrhet onver stoorbare kalmte en ongeëvenaarde toewij ding heeft hij alle moeilijkheden weten te overwinnen, en met bekwaamheid en taot heeft hij aan het onderwijs op zijn school sulk een leiding weten te ©oven, dat zelfs principieele tegenstanders van het Chris telijk Onderwijs met don hoogsten lof over dat onderwijs spraken en het voor hun kinderen begeorden. En de roep over de uitstekende resultaten van het onderwijs op de Chr. school aan den St. Rijn bleef niet beperkt tot binnen onze stad, uit alle gemeenten, die Leiden in wijden kring om ringen, stroomden de leerlingen toe. Zoo werd hij in de gelegenheid gesteld het naad des Evangelies uit te strooien ook in het hart van velen, die wellicht nooit iets geboord hadden van de boodschap des heals. Want dit stond bój Meynen vast, on wrikbaar vast, dat zijn school i n niets en door niets het karakter ven Ohr. school mocht verliezen. Tot hoe ongedachte hoogte de school echter gekomen was, Meynen's ideaal was nog niot bereikt. Dat ging hoogor. Als zijn leerlingen alle klassen met vrucht doorloo- pen hadden en verder wilden studeer© n, dan moesten zij naar het Gymnasium of de Hoogore Burgerschool. Kan, zoo vroeg hij rioh af, dat aanvullingsonderwijs voor zeer velen niet op de school aan den St. Rijn gegeven worden! Zou 't niet mogelijk zijn de leerlingen tot 17- of 18-jarigen leeftijd te houden en ze dan met een einddiploma het levon in te zenden, welk diploma hun toegang zou kunnen geven tot verschil lea de maatschappelijke betrekkingen! Dan kan hun vorming onafgebroken in Christelijken geest plaate hebben. Daar waren aan de verwezenlijking van dit plan groote moeilijkheden en ontzet tende kosten verbonden. Maar voor moei lijkheden, ook al waren ze groot, ging Mey nen nooit uit den weg en in het Bestuur vond hij voor zijn denkbeeld een krachtigen steun, zoodat, na veel werken en veel bid den, ook dit ideaal verwezenlijkt werd. Kr was nog iets, dat hem voortdurend be zig hield. De school aan den St. Rijn bood geen ruimte voor de 10 klassen, waaruit thana zijn school beetond: een Afdecling A en een afd. B. Het was zijn gedurig gebed, dat ook dit bezwaar uit den weg mocht geruimd wor den. En dat gebed is verhoord goworden. In 1906 werd de nieuwe school in het Noordeinde, een modelschool durven we haar noemen, betrokken en daar werkt de nog zoo krachtige jubilaris met rijn staf van 14 vaste onderwijzers en onderwijzeres sen steeds voort aan het heil van Leiden» jeugd, zijn God dankonde voor wat Hij voor hem geweest is en voor wat Hij door hem heeft willen tot stand brengen, maar ook met de ootmoedige betuiging dea har ten: „Niet one, o Heer, Uw Naam alleen hebbe de eer." Al leefde Meynen geheel voor rijn school em al wijdde hjj aan haar al zijn krachten, toch vond hij nog gelegenheid op ander ter rein werkzaam te zijn. Als voorzitter van het College van Notabelen, als 1 eeraar aan de Christ Normaallessen, als lid van coo menig ander College heeft hij getoond oen man van verbazende werkkracht te zijn, die met de meeste nauwgezetheid de taak verrichtte, die hij had op zich genomen. En zouden we hier kunnen vergeten, dat we aan rijn initiatief en aan zijn krachtige medewerking le danken hebben het bezit van het kostelijk boek: Van Strijd en Zegen, dat ons in beeld brengt de lange, bange worsteling om de School en den rijken zegen, dien God op die worsteling geschonken heeft 1 Niet altijd heeft de zon zijn pad besche nen, al ging over het algemeen zijn weg boo kalm daar heen. Daar rijn ook stormen over zijn hoofd gegaan. God nam rijn echt genoot© en een veel belovenden zoon van zijn zijde weg. Maar ook in die dagen van smart en rouw sterkte hij rich in zijn God en wist hij troost te vinden aan Gods Va derhart. En waar hij thans aan de zijde van de lieve, vriendelijke, trouwe echtgenoot©, die God hem weer op zijn weg heeft doen ont moeten en in het midden zijner kinderen, die zijn trots en rijn blijdschap zijn, terug ziet op den 25-jarigen arbeid aan de Ohr. school voor M. U. L. O. alhier, daar zijn we er van verzekerd, dat een luid, een krachtig Soli Deo Gloria uit zijn ziel naar boven stijgt, maar daar weten we ook, dat uit het hart van velen, die hem hoog achten en liefhebben, de bede rijst, dat God hem nog lang sterke in den heerlijken arbeid, die hem is opgedragen; dat Hij hem nog lang ten zegen stelle voor velen; dat Hij hem bij het klimmen der jaren de kracht vernieuwe en dat. Hij hem, zij het ook maar iets, doe gevoelen van het heer lijke bewustzijn medearbeider te mogen zija in 's Heeren wijngaard. F. UITTENBROEK. Door den heer K. Haasnoot, te Katwijk, gezagvoerder van de stoomboot-maat schappij „Nederland", is aan 's Rijks Museum van Natuurlijke Historie te Lei den een collectie dieren ten geschenke ge geven, bestaande uit 1 Neptuuus pelagicus, 2 Themes Oricntales, 2 Sepia species, 3 Loligo species, 1 Medusa, 1 flesch plankton, benevens een fleschje met eruptiemateriaal van den Smeroe en een schedel van den Sumatraanschen olifant. Door den heer J. Riereo,s de Haan te Utrecht is aan dat Museum ten geschenke gegeven een colleotie dieren uit Brazilië, bestaande uit 12 visschen, 3 kreeften, 8 krabben, 5 Hymonoptera, 7 Orthoptera, 1 Dipterosi, 1 Odonatcn, 16 Rhynchota en 4 8pin,nen (waaronder een vogelspin). Den 6chcokers is daarvoor de dank der Regeering betuigd. („St.-Ct") Zeer terecht, naar mijn oordeel, komt de heer 0. L. Dok© in „De Telegraaf" op tegen een benoeming van den heer Kronig als Directeur van het zeer belangrijke schil derijen-museum te Haarlem. Hij schrijft: De heer Bredius getroffen, door mijn vroeger hior neergeschreven aanmerking over Let bedenkelijke, om de directie o\er het eventueel te bouwen en in te richten stedolijk museum te Haarlem toe te ver trouwen aan een jongeling van twee n twintig jaren, schrijft naar «aanleiding van die. aanmerking e9n lofrede in de „Opr. H. Cfc." op bedoelden jongeheer, den heer Kronig, waaruit moet blijken de fenome nale knapheid van des heeren Bredius pro tege. Ik wil gaarne gelooven dat de jongeling, onder leiding van den heer Bredius, vlij tig gestudeerd heeft en misschien de ge boorte- en sterftejaren van al de kunste naars uit zijn hoofd kent. Maar de omstan digheid, dat de zorg voor het Haarlemsche museum toch toevertrouwd was aan man nen, waaronder er met den heer Bredius waren, aan wier geleerdheid in zake. oude kunst ik de laatste zal zijn om tc twijfelen, en dat niettegenstaande die wijdvermaarde en behoorlijk beloonde en erkende geleerd heid, de kunstschatten toch zijn verwaar loosd, doet mij niet wankelen in de over tuiging, dat voor het goed inrichten en be sturen van een kunstmuseum, waarbij het in de aller cs rs t e plaats aan komt op oonserveeren der kunstschatten, kunsthistorische geleerdheid, lioe oerbiod wekkend ook, niot voldoende is. Daartoe wordt geëischt: toewijding, een practischo blik, ordelievendheid, ad ministratieve konnis, vastheid van barak ter, levenservaring. E n dk collectieeige n scha p- pen vindt men niet bij een t w e e-e n-t w i n ti g ja r ig e." Volkomen juist! „Holland Express" is; 1 Januari in an dere handen overgegaan. Het Wad komt onder redactie van G. van Huizon, die er ë©q «algemeen maand blad van cal maken, gewijd aan kiuist, cul tuur en verkeer, met in reistijd veert-ien- daagsohe edities. Het eerste nummer onder de nieuwe re dactie verschijnt 15 Januari a.s. Het monodrama van Carry van Bruggen schijnt noch voor de schrijfster, noch voor den lieer Vogel een suooes te aijn geweest. Pisuisse en Blokzijl. De Amsterdamsohe journalisten Pisuisse on Blokzijl, die rich naam gemaakt heb ben met de beschrijving van hun vacantie- reis, bevinden ziok, gelijk bekond ia, in NederLaiidsch-Indic. Zij hebben 'n reis door Atjeh en de Gajoolandcn gemaakt-, om uit eigen aanschouwing over dio belangwekken de streken te kunnen schrijven. In liet gis teravond verschenen nummer van het „Alg. Hbld." schrijft M. Blokzijl rijn oer- pten brief over do „eerste journalistieke Atjehreis. Toegenomen Schouwburg bezoek. Uit een catalogus der van 1899 tot 1909 in Frankrijk opgevoerdo tooneolstukken, blijkt, dat in die 10 jaren meer dan tien duizend nieuwe stukken zijn opgevoerd, in 't voorafgaand decennium nog niet uo helft I Het is nog niet zoo zeker dat Chante- cler den lTdcn te Parijs zal worden gegeven „Op rtn laatst den 25sten" heet 't nu. De toevloed van sollicitanten naar een plaat©jo voor generale repetitie of eerst© opvoering is kolossaal; men zou de zaal achtmaal kunnen vullen. Een aantal loges en fauteuils zijn gereserveerd om a 100 fr. te worden verhuurd. Men rekent op meer dan 50.000 franken voor gereserveerde plaatsen. M.aandag of Donderdag o.s. kan men voor de tweede voorstelling gaan bo- 9preken. Een bureau voor Nedorland's haudol en industrie te Brussel Naar men weet is het Bureau ter bevor dering van den Nederlandschen handel en industrie te Amsterdam een afdeeling van het „Algemeen Nederlandsch Exportblad," weekblad voor deu Nederlandschen in- en uitvoer. Het 31-Deoember-nummer van dat orgaan bevat een overzicht, aan 1909 gewijd. En daarin lezen we onder meer het volgende: „Ook dit jaar heeft ons lodental weder om ecu aanzienlijke uitbreiding ondergaan, en met het oog hierop en op de steeds aan groeiende belangstelling van de zijde der Noderlandeche handelaren en industrieelen hebben wij een nieuwe poging aangewend ter uitbreiding onzer relaties. Het is n.l. ons plan begin Januari to Brussel een nieuw bureau, een filiaal van liet Amstcrdamsehe te openen, waar wij hopen mettertijd veel bezockors te zien verschijnen. Door de op richting van dit bureau zijn wij natuurlijk in staat onze leden, welke hun relaties naar die zijde wonschen uit te breiden, he ter behulpzaam te zijn, terwijl ook den Belgisekon handelaren de meest volledig® inlichtingen vorstrokt kunnen worden. Het Bureau is gevestigd 21 Boulevard du Jav- din Botanique, juist tegenover het Gard iru Nord. Later, aoodr.i wij ocnigszins ingewerkt zijn, zullen wij onzen leden een voorstel doen tot liet deponeeron hunner prijscou ranten, enz., in oen dor daarvoor bestemde vertrekken van het Brusselscho Bureau. Firm a's, die exposoeren op de Brusselsohe tentoonstelling, kunnen desgewenscht de com mercieel® leiding hunner ex positie aan ons Bureau toe vertrouwen." „S il v i a S i 1 o ni b r a." Prins Hendrik hooft het voornemen to kennen gegeven de. opvoering van Van Riemsdijk'* „Silvia Siloinbra" op 11 Jan a.s. in het gebouw voor Kunsten en We tenschappen tc '8-Gravenhago bij te wonen. „Silvia Silombra" wordt daar opgevoerd door hot gezelschap van den Koninklijken Vlaamsclieu Schouwburg to Brussel met Julia van Lior-Cuypcrs als gast Het eerst® nummer van liol hor boron tijd schrift: ,.U o Tijdspiegel", onder rtxl ac tio van dr. «T. H. Valclcenier lvips, ligt op onze -tafel. Bespreking volgt. Uitgave: Ij. Veem, Amsterdam. Kamermuziek Do oommiaric voor k.aniermiLzi.'kuit o.-rin- gan te Arnhem hoeft voor het d~rdo concert gonoodigd Dirk Schilfer en Gerard Hekking, die o.a. dc nieuwo ooilo-sonate van eerst- genoemde zullen ton gchooro brengen. De toevloed van loden der Vereeniging is zoo groot, dat do commissie weldra do ledenlijst zul moeten sluiten en oen canUi- daatlodem-lijet gnat aanleggen. Amstordam en het st&dsscUoon. Een „terugblik" over het afgoloopen jaar in „Do Bouwwereld" gedenkt d >n heer D. H, Haverkamp, die do redactie van hot blad hoeft neergelegd on gelaten in handen van den heer J. H. W. Lolirnan. Verder komt hot o. a. to sproken over dj jaargeechiodcjjis van Amsterdam, wat de architect uur be treft. Vervroegde winke!t»lnitiog. De Haagsche correspondent van „Do Tel" sclirijft: Na«ar ik verneem, heeft het Nationaal Comité voor vervroegde winkelsluiting, waarvan do zetel alhier gevestigd is (ar., L. N. Roodenburg is voorat ter, do heer H. 0. Snel secre>taris), besloten over hoé gcheele land een zeer krachtige actio in het leven te roepen. In verschillend© ste den zijn onderhandelingen gaande, tan etn- do te komen tot de oprichting van plaats®- lijkc comité's. Een lijst van sprekers is op* gemaakt, en verschillende bekend© perso* nen zijn aangezocht, zich voor spreekbour-, ten beschikbaar t© stellen. Dezo versterkt® «otie houdt verband met het in don loop van dezen winter te verwachten wetsont werp op de vervroegde winkelsluiting, dat) ontworpen is door do staateoommissio voor don Middenstand, en dat vergezeld moot' zijn van een zeer uitvoerige en gedooumori teerde memorie van toelichting. Verschil lende personen hebben liet ooraité hun stoiuM reeds toegezegd. Stooiutcliepcii. Gearriveerd: Bengalen 5 Jan. v. Rett, to Bat. N e u m n s t e r, v. Java n. Am.sk, 5 Jan. te Marseille; D j o c j a 6 Jan. v. Ja va to Rott.Tabanan 6 Jan. v. Rott- to Padang; A m s t e I'd ij k 5 Jan. v. Rott. te Newport News; Prins Wil lem II 6 Jan. van Wcst-Indic te Amst. Vertrokken: R i n d j a n i v. Rott. n. Bat., 4 Jan. r, Southampton en passeerde 5 Jan. Ou©»- santG o e b e n 5 Jan. v. Padang n. Am sterdam I t z e h o e, v. Java. n. Amster dam, 1 Jan. v. Singapore. Gepasseerd: Zaanland, v. Buenoa-Ayre» n. Am sterdam, 6 Jon. Dover. Qiiarnntniue-iunntregelen opgeheven. Reuter seint d.d. 5 Jan. uit Bru*9ol: Het besluit, waarbij een goueeakundig onderzoek op vrachUcbepen werd inge steld, en dat, waarbij de vrijstelling va® een goaondhoidapas voor schepen uit Ne- derlondschc havens afkomstig werd inge trokken, zijn thans opgeheven. WASSENAAR. Tep bato der St.-Viiv contius-Vorecniging werd gisteravond ia het Patronaatagebouw een uitvoering gege ven, waarbij verschillende Vcroonjgiugea medewerkten. De tooneolvcreeniging „On derling Kunstgenot" zorgde voor oen uit gebreid programma, dat voldoende wa» om een geheelen avond to vullen. Twe® tooneolspelcn met een. groot aantal voor drachten. Viel het blijspel na do pauze zeer in den smaak, een groot succes bad „O. K." mot het tooneelspcl „Fernnnd do Speler". Vai\ nllou niets dan goed; maar aan de hoofdpersonen, Fcrnand, Arm and en Octavio komt een bijzonder woord van lof toe voor hun uitstekend en gevoelvol spel. Ootavio, oen nog jong modespeler, ver vulde zijn rol uitstekendvooral het too- neel in het speelhol en in het laatste be drijf de keuze tussohen vader en pleegva- der werden goed weergegeven. Bij de vor- schilloudo voordrachten hadden de spelers do lachers aan hun zijde. Hot zangkoor, onder leiding van den heer P. Brouwer, voordo een Piuscantate uit. Dc koren zoo wel als dc solo's werden zuiver on mot d© noodige voordracht gozongen. Een paar koorleden hadden nog eon afzonderlijk nummertje. De heer v. d. Ham had goko- zen: „De Pruim ©boom" van Joh. Schmier; de heer Vogels zong „Moedertroost" van T. v. d. Heide. Beiden hadden voel voldoe ning van hun solo-nummers. De noodigo coupletten ter inleiding van de collecte voor dc St.-Vincentius sloegen in en had den het gewenseht gevolg, dat de kas der Vorceniging weer wat word gestijfd. D® muziek van het Patronaat, onder leiding van den heer Schinck, vuldo do ver. ©bil lende pauzen aan met een aantal goedge* speelde nummers. We vernamen nog, dat do collooto evcti dertig gld. ophraeht. FEUILLETON. De aangenomen naam. 29) Dit kwam niet doordat dc mist minder werd, maar doordat haar oogen, die, ge wond geraakt aan den hellen glans der lan tarens, alles wat buiten dien lichtkring viel, niot konden ondersoheiden, maar nu langzamerhand weor normaal begonnen te zien. Toch bleef het voor haar, een ver wend jong meisje, een uitorst moeilijke tocht. Ofschoon zij moedig en kordaat was, bracht haar volslagen onbekendheid met al les, wat Riar omringde, haar telkens weer van dc wijs. Toch liet zij zich niet afschrik ken. Haar hart bonsde cn zij was uitgoput van vermoeienis, maar voortgaan zou zij zoolang zij er niet bij neerviel. Z.ij klemde dc lippen op elkaar en vervolgde haar weg. In haar later loven kon zij zich de og- zondorheden van deze verschrikkelijke wan deling niet goed meer te binnen brengen. Als de meeste Amerikaanacho meisjes was zij niet gewend aan verre wandelingen ü,n toen zij een halfuur zoo geloop en had, zakte zij bijna in elkaar. Er was dien dag ook zoo ongelooflijk veel van haar krachten en haar zenuwen gevergd l Als zjj later aan dien tocht terugdacht, waren de herinneringen daaraan uitorst vaag en stonden alleen het oogenblik, waarop zij het licht van do automobiel uit liet gezicht verloor, en dat, waarop zij plotseling bemerkte, dat zij on der oen spoorwegviaduot- stond, haar dui delijk voor den geest. Dio laatsto ontdek king had liaar moed ook weer doen herle ven. Het was een, bewijs, dat zij in de be schaafde wereld was; iets, wat zij langza merhand in twijfel was gaan trekken. Zij besloot den spoorweg te volgen, want iiij zou misschien leiden naar een plek, waar zij hulp kon vinden, waar zij een geruststel lend woord zou kunnen zenden aan haar vader en waar zij misschien eindelijk weer een dak boven het hoofd zou hebben on zou kunnen uitrusten. Zij kon haast niet meer voort. Toei\ zij aan den anderen kant van den spoorweg was, zag rij, dat een zijweg naar links afsloeg. Dien weg besloot zij te vol gen, want de straatweg zou haar hoe langer hoe verder van den spoorweg afvoeren. Zoo goed en kwaad zij kon strompelde zij voort. Er scheen geen eind aan den tocht te zullen komen. Het kleine beetje hoop, dat zij bij het zien van den spoorweg weer had gevoeld, begaf haar spoedig weer. De mist scheen dichter, de duisternis ondoor dringbaarder dan ooit. Eindelijk zag zij, vlak voor zich, een flauw licht. Zij was zoo blij, dat zij wan kelde en op zij van den weg moest gaan zitten. Dit korte oogenblik van rust gaf haar spoedig weer nieuw© kracht. Na eenige minuten sprong zij weer welgemoed op, klom vlug over een ijzeren hekje, dat zich tussohen haar e*n het licht bevond, strui kelde bijna over eenige dwarsliggers en spoorstaven; toen, opeeivs, stond zij vlak onder het lioht, waarvan het schijnsel door den nevel heen tot haar was doorgedron gen. „HolaHolariep zij luid. „Is er ie mand hier wakker!" Bijna op hetzelfde oogenblik weid hot raampje, waarachter het licht brandde, ge opend, en een man stak het hoofd naar buiten. „Jawel! Ja, wel zeker ben ik makker. Dacht je sorus, dat ik sliep in een uacht als deze Nogal geschikt weertje voor een wis- selwoohter om to gaan slapen." „Goddank!.... Goddank! Jo was do eerste oogcnhlikken te zenuw achtig, om nog meer tc zeggen. De man boog zich verder het raam uit. „Het is zoowaar eon dame t Wat doet die hier zoo laat op den avond, in zulk weer! Ik kan geen hand voor oogon zien." „Ik ben verdwaald Mag ik ©ven binnen komen De stem van den man kreeg onmiddellijk iets achterdochtigs. „Ja, kijkt u eens eventjes; ik weet niot of do Maatschappij mij wel permitteert da mes in een wisselwochtershuisje tc laten. Waarom gaat u niet tot aan de stad!" „O, laat me een oogenblikjo binnen komen," smeekte zij. „Ik ben in den mist verdwaald en mijn auto is defect geraakt. Ik heb al zooveel geloopen, dat ik dood- cn doodmoe en vreeaclijk zenuwachtig ben. En het zien van dit licht, en do hoop eindelijk hulp te zullen vindon, hebben me heele- maal overstuur goniaaktl" Zij ging op den grond zitten en barstte in tranen uit Hij hoorde haar snikken en kreeg mede lijden met haar. Dit was geen landloopster, van wier tegenwoordigheid op deze plaats en op dit uur uij nog last zou kunnen krijgen. Aan haar stem hoorde hij, dat deze vrouw jong en beschaafd was. „Kom, niet zoo huilen, arm kind I Niet zoo huilen. Ik mag hier geen oogen blik vandaan, want er kon eens een sein gegeven worden. Maar als je om het huisje heenloopt, zal je rochts een deur vinden. Kom dan maar even binnen. Ik heb bier een vuurtje; daar kau je jc dan aan war men. En dan zal ik je don koristen weg naar de stad uitduiden. Ik zal maar niet vragen of het mag of dat hot niet mag. Ik kan je onmogelijk buiten laten uithuilen. Al tastende vond Jo den weg naar de deur. Een stroom van licht kwam haar te gemoet toen zij do deur opende, on zij haast te rich het steile trapje op en naar een bovendeur, dio d© wisselwachtor voor luior openhield. „Kom maar binnen, kind, en drink een kommetje thee. Hot is hior warm en lekker. Kom binnen, dame, on maak het u zoo ge makkelijk mogelijk. Kom binnen, mevrouw, e.n ga ritten als u zoo goed wil wezen," zei hij, beleefder en eerbiediger wordende, naarmate hij haar beter zag. Jo liet rieh dc thee, die de goede man haar aanbood, wel smaken en de gloed van het behaaglijke vuurtje deed haar weldadig aan. Maar nu voelde zij eerst hoe vermoeid zij was en na weinige minuten zou zij in slaap zijn gevallen. Do gedachte aan haar vader deed haar echter opeens inzien, dat zij wakker moest blijven en handelen. Te veel hing or voor haar hiervan af. Zij stond op en vroeg snel: „Wat voor plaats ia dit eigenlijk!" ,,D© wissel van Oaetlo Douglas." „En waar ligt dat! Ik geloof, dat ik den naam wel eens meer heb gehoord ,,'t Is een stadje hier vlak bij, een klein stadje. Maar als spoorwegstation niet on belangrijk, omdat er nogal veol lijnen sa menkomen." „Maar in welk land zijn we!" vroeg zij, n I-W© uitdrukking op zijn gelaat ziende, vervolgde zij„U moet weten, ik bun een AmciiK.uauaclie en ken dc streek niet. We zijn vanmorgen uit Eng'land go-» komen, uit Westmoreland, uit Ambleside, cn ik wist niet precies waar de grens wao. Ik moest alleen terugkomen cq zelf okauf- feeren. We hadden moeilijkheid gehad, doordat mijn... doordat wc te hard gereden hadden... en ik moest dus wol alleen torug- kecron. En toen word ik door dien mist overvallen, inanr ik ging toch too good en kwaad het kon maar voort. Zijn we dicht bij Carlisle!" Haar gelaat betrok, toen zij hem beden kelijk hot hoofd zag schudden. „Neen, mevrouw, Carlisle is hier nog een good eindje vandaan, een goede vijftig mijl. Ja, u bent leclijk aan het dwalen geweest. We zijn hier nog goed en wol in Schotland en nog niet eens zoo dicht bij dc Engel- 8oho grons ook." „Maar dan moet ik dadolijk telegrate© ren." „U kunt vannacht onmogelijk telcgra- fecren, mevrouw l Het kantoor is tot mor genochtend acht uur gesloten." „Licvo hemel, wat zal ik don doen! Mij® vader ia van.avond uit Londen teruggeko men en weet heelem.oal niet waar ik ben. Ik had gedacht bijtijds terug te zullen zijn. Hij zal wanhopig woacn! Is er geen en kele manier, waarop ik van mij zou kunnen laten hooren! Het komt er niet op «aan wat het kost. Ik wil er het duurste voor beta len, als het maar gedaan kan worden." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5