No. 15301.
X.EXDSCH DAGBLAD, Vrydag* 7 Januari. Tweede Blad.
Anno I910.
Kunst, letteren, enz.
v
J. B. MEYNEN.
1665-1910.
Morgen, 8 Januari, hoopt de heer
ACeytven den dag te herdenken, waarop hij
roor 25 jaar benoemd werd tot hoofd der
Ohr. school voor M. U. L. O. aan den Stil
len Rijn,. Zal daar op dien dag uit het hart
yan den liooggeaohten jubilaris eeai toon
Ües lof» en des Hanks opstijgen tot zijn
God, voor de trouw en de ontferming, hem
betoond, zeer zeker zullen in alle deelei\
jan ons vaderland en verre daar buiten,
.vela honderden, op dien dag met dankbaar
heid gedenken, wat de heer Meynen voor
hen geweest is. Want breed is de schare
f.an hen, die thans een belangrijke positie
in de maatschappij innemen en die voor
eoti groot deel hun vorming aan hem te
'danken hebben. Laat het dan voor velen
rijn hun eerste vorming, maar daardoor is
jdan toch die degelijke, stevige grondslag
gelegd, waarop voortbouwen mogelijk
weed.
Dat heeft de bescheiden jonge man, die
'op 8 Januari 1885 op 26-jarigon, leeftijd be
noemd werd tot hoofd der Ohr. school voor
M. U. L. O. aan den Stillen Rijn, niet kun
nen, verwachten, dat God zijn arbeid met
cooveel zegen zou bekronen.
Mot hoeveel schroom ging hij zijn vrerk
'«Janvaarden! Wat kostte het zijn vrienden,
waaronder de onvergetelijke v. Dijl, die
't masrieve in heel Meynen'optreden had
den opgemerkt, ©en, moeite, hem dien
•chroom te doen overwinnen.
En ja, 't was een zware taak, die hij ging
óp zich nemen. Zijn, voorganger, de zoo
plotseling door den dood weggerukte Boe-
looper, had niet al zijn krachten aan de
«chool kunnen wijden. Daarom was krach
tig optreden, energiek ingrijpen noodzake-
8jk. 't Gold hier het ophouden van den
naam ran hot Ohr. M. U. L. Onderwijs,
t gold het to be or not to be van de
Dhr. ach ooi aan den Stillen Rijn. „Zal ik".
Boo vroeg Meynen, „tot dat werk in staat
■>r
Maar hij ken,d© de bron ran alle kradht
en in de kraoht van rijnen God is hij zijn
arbeid begonnen. Met wat heiligen, ernst
vatte hij zijn werk aan; wat kracht en be
zieling ging van hem uit; hoe wijdde hij
rich onvermoeid en gefieel aan wat hij
thans als zijn levenstaak beschouwdeNog
rien we de schittering van zijn oog, nog
hooren wij het trillen van zijn stem, als hij
in den kring zijner vrienden de belangen
besprak van z ij n school Hier was een
jonge man met hooge, heerlijke idealen!
En nu, na 25 jaren t Ons dunkt, daar
sal in het hart van den jubilaris zoo iets
wezen van wat daar was in het hart van
den aartsvader Jakob, toen hij sprak van
een staf, waarmee hij was uitgetrokken, en
van de twee heiren, waar hij toe geworden
was, want rijkelijk heeft zijn God ook hem
gezegend. Trots alle bezwaren heeft hij
rijn school onder den negen Gods tot hoo
gen bloei weten te brengenrhet onver
stoorbare kalmte en ongeëvenaarde toewij
ding heeft hij alle moeilijkheden weten te
overwinnen, en met bekwaamheid en taot
heeft hij aan het onderwijs op zijn school
sulk een leiding weten te ©oven, dat zelfs
principieele tegenstanders van het Chris
telijk Onderwijs met don hoogsten lof over
dat onderwijs spraken en het voor hun
kinderen begeorden. En de roep over de
uitstekende resultaten van het onderwijs
op de Chr. school aan den St. Rijn bleef
niet beperkt tot binnen onze stad, uit alle
gemeenten, die Leiden in wijden kring om
ringen, stroomden de leerlingen toe. Zoo
werd hij in de gelegenheid gesteld het naad
des Evangelies uit te strooien ook in het
hart van velen, die wellicht nooit iets
geboord hadden van de boodschap des
heals. Want dit stond bój Meynen vast, on
wrikbaar vast, dat zijn school i n niets en
door niets het karakter ven Ohr. school
mocht verliezen.
Tot hoe ongedachte hoogte de school
echter gekomen was, Meynen's ideaal was
nog niot bereikt. Dat ging hoogor. Als zijn
leerlingen alle klassen met vrucht doorloo-
pen hadden en verder wilden studeer© n,
dan moesten zij naar het Gymnasium of de
Hoogore Burgerschool. Kan, zoo vroeg hij
rioh af, dat aanvullingsonderwijs voor zeer
velen niet op de school aan den St. Rijn
gegeven worden! Zou 't niet mogelijk zijn
de leerlingen tot 17- of 18-jarigen leeftijd
te houden en ze dan met een einddiploma
het levon in te zenden, welk diploma hun
toegang zou kunnen geven tot verschil lea de
maatschappelijke betrekkingen! Dan kan
hun vorming onafgebroken in Christelijken
geest plaate hebben.
Daar waren aan de verwezenlijking van
dit plan groote moeilijkheden en ontzet
tende kosten verbonden. Maar voor moei
lijkheden, ook al waren ze groot, ging Mey
nen nooit uit den weg en in het Bestuur
vond hij voor zijn denkbeeld een krachtigen
steun, zoodat, na veel werken en veel bid
den, ook dit ideaal verwezenlijkt werd.
Kr was nog iets, dat hem voortdurend be
zig hield. De school aan den St. Rijn bood
geen ruimte voor de 10 klassen, waaruit
thana zijn school beetond: een Afdecling
A en een afd. B.
Het was zijn gedurig gebed, dat ook dit
bezwaar uit den weg mocht geruimd wor
den. En dat gebed is verhoord goworden.
In 1906 werd de nieuwe school in het
Noordeinde, een modelschool durven we
haar noemen, betrokken en daar werkt
de nog zoo krachtige jubilaris met rijn staf
van 14 vaste onderwijzers en onderwijzeres
sen steeds voort aan het heil van Leiden»
jeugd, zijn God dankonde voor wat Hij
voor hem geweest is en voor wat Hij door
hem heeft willen tot stand brengen, maar
ook met de ootmoedige betuiging dea har
ten: „Niet one, o Heer, Uw Naam alleen
hebbe de eer."
Al leefde Meynen geheel voor rijn school
em al wijdde hjj aan haar al zijn krachten,
toch vond hij nog gelegenheid op ander ter
rein werkzaam te zijn. Als voorzitter van
het College van Notabelen, als 1 eeraar aan
de Christ Normaallessen, als lid van coo
menig ander College heeft hij getoond oen
man van verbazende werkkracht te zijn,
die met de meeste nauwgezetheid de taak
verrichtte, die hij had op zich genomen.
En zouden we hier kunnen vergeten, dat
we aan rijn initiatief en aan zijn krachtige
medewerking le danken hebben het bezit
van het kostelijk boek: Van Strijd en
Zegen, dat ons in beeld brengt de lange,
bange worsteling om de School en den
rijken zegen, dien God op die worsteling
geschonken heeft 1
Niet altijd heeft de zon zijn pad besche
nen, al ging over het algemeen zijn weg
boo kalm daar heen. Daar rijn ook stormen
over zijn hoofd gegaan. God nam rijn echt
genoot© en een veel belovenden zoon van
zijn zijde weg. Maar ook in die dagen van
smart en rouw sterkte hij rich in zijn God
en wist hij troost te vinden aan Gods Va
derhart.
En waar hij thans aan de zijde van de
lieve, vriendelijke, trouwe echtgenoot©, die
God hem weer op zijn weg heeft doen ont
moeten en in het midden zijner kinderen,
die zijn trots en rijn blijdschap zijn, terug
ziet op den 25-jarigen arbeid aan de Ohr.
school voor M. U. L. O. alhier, daar zijn
we er van verzekerd, dat een luid, een
krachtig Soli Deo Gloria uit zijn ziel naar
boven stijgt, maar daar weten we ook,
dat uit het hart van velen, die hem hoog
achten en liefhebben, de bede rijst, dat God
hem nog lang sterke in den heerlijken
arbeid, die hem is opgedragen; dat Hij
hem nog lang ten zegen stelle voor velen;
dat Hij hem bij het klimmen der jaren de
kracht vernieuwe en dat. Hij hem, zij het
ook maar iets, doe gevoelen van het heer
lijke bewustzijn medearbeider te mogen
zija in 's Heeren wijngaard.
F. UITTENBROEK.
Door den heer K. Haasnoot, te Katwijk,
gezagvoerder van de stoomboot-maat
schappij „Nederland", is aan 's Rijks
Museum van Natuurlijke Historie te Lei
den een collectie dieren ten geschenke ge
geven, bestaande uit 1 Neptuuus pelagicus,
2 Themes Oricntales, 2 Sepia species, 3
Loligo species, 1 Medusa, 1 flesch plankton,
benevens een fleschje met eruptiemateriaal
van den Smeroe en een schedel van den
Sumatraanschen olifant.
Door den heer J. Riereo,s de Haan te
Utrecht is aan dat Museum ten geschenke
gegeven een colleotie dieren uit Brazilië,
bestaande uit 12 visschen, 3 kreeften, 8
krabben, 5 Hymonoptera, 7 Orthoptera, 1
Dipterosi, 1 Odonatcn, 16 Rhynchota en 4
8pin,nen (waaronder een vogelspin).
Den 6chcokers is daarvoor de dank der
Regeering betuigd. („St.-Ct")
Zeer terecht, naar mijn oordeel, komt
de heer 0. L. Dok© in „De Telegraaf" op
tegen een benoeming van den heer Kronig
als Directeur van het zeer belangrijke schil
derijen-museum te Haarlem.
Hij schrijft:
De heer Bredius getroffen, door mijn
vroeger hior neergeschreven aanmerking
over Let bedenkelijke, om de directie o\er
het eventueel te bouwen en in te richten
stedolijk museum te Haarlem toe te ver
trouwen aan een jongeling van twee n
twintig jaren, schrijft naar «aanleiding
van die. aanmerking e9n lofrede in de „Opr.
H. Cfc." op bedoelden jongeheer, den heer
Kronig, waaruit moet blijken de fenome
nale knapheid van des heeren Bredius pro
tege.
Ik wil gaarne gelooven dat de jongeling,
onder leiding van den heer Bredius, vlij
tig gestudeerd heeft en misschien de ge
boorte- en sterftejaren van al de kunste
naars uit zijn hoofd kent. Maar de omstan
digheid, dat de zorg voor het Haarlemsche
museum toch toevertrouwd was aan man
nen, waaronder er met den heer Bredius
waren, aan wier geleerdheid in zake. oude
kunst ik de laatste zal zijn om tc twijfelen,
en dat niettegenstaande die wijdvermaarde
en behoorlijk beloonde en erkende geleerd
heid, de kunstschatten toch zijn verwaar
loosd, doet mij niet wankelen in de over
tuiging, dat voor het goed inrichten en be
sturen van een kunstmuseum, waarbij het
in de aller cs rs t e plaats aan
komt op oonserveeren der kunstschatten,
kunsthistorische geleerdheid, lioe oerbiod
wekkend ook, niot voldoende is.
Daartoe wordt geëischt: toewijding,
een practischo blik, ordelievendheid, ad
ministratieve konnis, vastheid van barak
ter, levenservaring.
E n dk collectieeige n scha p-
pen vindt men niet bij een
t w e e-e n-t w i n ti g ja r ig e."
Volkomen juist!
„Holland Express" is; 1 Januari in an
dere handen overgegaan.
Het Wad komt onder redactie van G.
van Huizon, die er ë©q «algemeen maand
blad van cal maken, gewijd aan kiuist, cul
tuur en verkeer, met in reistijd veert-ien-
daagsohe edities.
Het eerste nummer onder de nieuwe re
dactie verschijnt 15 Januari a.s.
Het monodrama van Carry van Bruggen
schijnt noch voor de schrijfster, noch voor
den lieer Vogel een suooes te aijn geweest.
Pisuisse en Blokzijl.
De Amsterdamsohe journalisten Pisuisse
on Blokzijl, die rich naam gemaakt heb
ben met de beschrijving van hun vacantie-
reis, bevinden ziok, gelijk bekond ia, in
NederLaiidsch-Indic. Zij hebben 'n reis door
Atjeh en de Gajoolandcn gemaakt-, om uit
eigen aanschouwing over dio belangwekken
de streken te kunnen schrijven. In liet gis
teravond verschenen nummer van het
„Alg. Hbld." schrijft M. Blokzijl rijn oer-
pten brief over do „eerste journalistieke
Atjehreis.
Toegenomen Schouwburg
bezoek.
Uit een catalogus der van 1899 tot 1909
in Frankrijk opgevoerdo tooneolstukken,
blijkt, dat in die 10 jaren meer dan tien
duizend nieuwe stukken zijn opgevoerd, in
't voorafgaand decennium nog niet uo
helft I
Het is nog niet zoo zeker dat Chante-
cler den lTdcn te Parijs zal worden gegeven
„Op rtn laatst den 25sten" heet 't nu.
De toevloed van sollicitanten naar een
plaat©jo voor generale repetitie of eerst©
opvoering is kolossaal; men zou de zaal
achtmaal kunnen vullen. Een aantal loges
en fauteuils zijn gereserveerd om a 100 fr.
te worden verhuurd. Men rekent op meer
dan 50.000 franken voor gereserveerde
plaatsen. M.aandag of Donderdag o.s. kan
men voor de tweede voorstelling gaan bo-
9preken.
Een bureau voor Nedorland's
haudol en industrie te
Brussel
Naar men weet is het Bureau ter bevor
dering van den Nederlandschen handel en
industrie te Amsterdam een afdeeling van
het „Algemeen Nederlandsch Exportblad,"
weekblad voor deu Nederlandschen in- en
uitvoer.
Het 31-Deoember-nummer van dat orgaan
bevat een overzicht, aan 1909 gewijd. En
daarin lezen we onder meer het volgende:
„Ook dit jaar heeft ons lodental weder
om ecu aanzienlijke uitbreiding ondergaan,
en met het oog hierop en op de steeds aan
groeiende belangstelling van de zijde der
Noderlandeche handelaren en industrieelen
hebben wij een nieuwe poging aangewend
ter uitbreiding onzer relaties. Het is n.l.
ons plan begin Januari to Brussel een nieuw
bureau, een filiaal van liet Amstcrdamsehe
te openen, waar wij hopen mettertijd veel
bezockors te zien verschijnen. Door de op
richting van dit bureau zijn wij natuurlijk
in staat onze leden, welke hun relaties
naar die zijde wonschen uit te breiden, he
ter behulpzaam te zijn, terwijl ook den
Belgisekon handelaren de meest volledig®
inlichtingen vorstrokt kunnen worden. Het
Bureau is gevestigd 21 Boulevard du Jav-
din Botanique, juist tegenover het Gard iru
Nord. Later, aoodr.i wij ocnigszins ingewerkt
zijn, zullen wij onzen leden een voorstel
doen tot liet deponeeron hunner prijscou
ranten, enz., in oen dor daarvoor bestemde
vertrekken van het Brusselscho Bureau.
Firm a's, die exposoeren op de
Brusselsohe tentoonstelling,
kunnen desgewenscht de com
mercieel® leiding hunner ex
positie aan ons Bureau toe
vertrouwen."
„S il v i a S i 1 o ni b r a."
Prins Hendrik hooft het voornemen to
kennen gegeven de. opvoering van Van
Riemsdijk'* „Silvia Siloinbra" op 11 Jan
a.s. in het gebouw voor Kunsten en We
tenschappen tc '8-Gravenhago bij te wonen.
„Silvia Silombra" wordt daar opgevoerd
door hot gezelschap van den Koninklijken
Vlaamsclieu Schouwburg to Brussel met
Julia van Lior-Cuypcrs als gast
Het eerst® nummer van liol hor boron tijd
schrift: ,.U o Tijdspiegel", onder rtxl ac
tio van dr. «T. H. Valclcenier lvips, ligt op
onze -tafel. Bespreking volgt.
Uitgave: Ij. Veem, Amsterdam.
Kamermuziek
Do oommiaric voor k.aniermiLzi.'kuit o.-rin-
gan te Arnhem hoeft voor het d~rdo concert
gonoodigd Dirk Schilfer en Gerard Hekking,
die o.a. dc nieuwo ooilo-sonate van eerst-
genoemde zullen ton gchooro brengen.
De toevloed van loden der Vereeniging
is zoo groot, dat do commissie weldra do
ledenlijst zul moeten sluiten en oen canUi-
daatlodem-lijet gnat aanleggen.
Amstordam en het st&dsscUoon.
Een „terugblik" over het afgoloopen jaar
in „Do Bouwwereld" gedenkt d >n heer D.
H, Haverkamp, die do redactie van hot blad
hoeft neergelegd on gelaten in handen van
den heer J. H. W. Lolirnan. Verder komt
hot o. a. to sproken over dj jaargeechiodcjjis
van Amsterdam, wat de architect uur be
treft.
Vervroegde winke!t»lnitiog.
De Haagsche correspondent van „Do
Tel" sclirijft:
Na«ar ik verneem, heeft het Nationaal
Comité voor vervroegde winkelsluiting,
waarvan do zetel alhier gevestigd is (ar.,
L. N. Roodenburg is voorat ter, do heer
H. 0. Snel secre>taris), besloten over hoé
gcheele land een zeer krachtige actio in
het leven te roepen. In verschillend© ste
den zijn onderhandelingen gaande, tan etn-
do te komen tot de oprichting van plaats®-
lijkc comité's. Een lijst van sprekers is op*
gemaakt, en verschillende bekend© perso*
nen zijn aangezocht, zich voor spreekbour-,
ten beschikbaar t© stellen. Dezo versterkt®
«otie houdt verband met het in don loop
van dezen winter te verwachten wetsont
werp op de vervroegde winkelsluiting, dat)
ontworpen is door do staateoommissio voor
don Middenstand, en dat vergezeld moot'
zijn van een zeer uitvoerige en gedooumori
teerde memorie van toelichting. Verschil
lende personen hebben liet ooraité hun stoiuM
reeds toegezegd.
Stooiutcliepcii.
Gearriveerd:
Bengalen 5 Jan. v. Rett, to Bat.
N e u m n s t e r, v. Java n. Am.sk, 5
Jan. te Marseille; D j o c j a 6 Jan. v. Ja
va to Rott.Tabanan 6 Jan. v. Rott-
to Padang; A m s t e I'd ij k 5 Jan. v.
Rott. te Newport News; Prins Wil
lem II 6 Jan. van Wcst-Indic te Amst.
Vertrokken:
R i n d j a n i v. Rott. n. Bat., 4 Jan. r,
Southampton en passeerde 5 Jan. Ou©»-
santG o e b e n 5 Jan. v. Padang n. Am
sterdam I t z e h o e, v. Java. n. Amster
dam, 1 Jan. v. Singapore.
Gepasseerd:
Zaanland, v. Buenoa-Ayre» n. Am
sterdam, 6 Jon. Dover.
Qiiarnntniue-iunntregelen
opgeheven.
Reuter seint d.d. 5 Jan. uit Bru*9ol:
Het besluit, waarbij een goueeakundig
onderzoek op vrachUcbepen werd inge
steld, en dat, waarbij de vrijstelling va®
een goaondhoidapas voor schepen uit Ne-
derlondschc havens afkomstig werd inge
trokken, zijn thans opgeheven.
WASSENAAR. Tep bato der St.-Viiv
contius-Vorecniging werd gisteravond ia
het Patronaatagebouw een uitvoering gege
ven, waarbij verschillende Vcroonjgiugea
medewerkten. De tooneolvcreeniging „On
derling Kunstgenot" zorgde voor oen uit
gebreid programma, dat voldoende wa»
om een geheelen avond to vullen. Twe®
tooneolspelcn met een. groot aantal voor
drachten. Viel het blijspel na do pauze
zeer in den smaak, een groot succes bad
„O. K." mot het tooneelspcl „Fernnnd do
Speler". Vai\ nllou niets dan goed; maar
aan de hoofdpersonen, Fcrnand, Arm and
en Octavio komt een bijzonder woord van
lof toe voor hun uitstekend en gevoelvol
spel.
Ootavio, oen nog jong modespeler, ver
vulde zijn rol uitstekendvooral het too-
neel in het speelhol en in het laatste be
drijf de keuze tussohen vader en pleegva-
der werden goed weergegeven. Bij de vor-
schilloudo voordrachten hadden de spelers
do lachers aan hun zijde. Hot zangkoor,
onder leiding van den heer P. Brouwer,
voordo een Piuscantate uit. Dc koren zoo
wel als dc solo's werden zuiver on mot d©
noodige voordracht gozongen. Een paar
koorleden hadden nog eon afzonderlijk
nummertje. De heer v. d. Ham had goko-
zen: „De Pruim ©boom" van Joh. Schmier;
de heer Vogels zong „Moedertroost" van
T. v. d. Heide. Beiden hadden voel voldoe
ning van hun solo-nummers. De noodigo
coupletten ter inleiding van de collecte
voor dc St.-Vincentius sloegen in en had
den het gewenseht gevolg, dat de kas der
Vorceniging weer wat word gestijfd. D®
muziek van het Patronaat, onder leiding
van den heer Schinck, vuldo do ver. ©bil
lende pauzen aan met een aantal goedge*
speelde nummers.
We vernamen nog, dat do collooto evcti
dertig gld. ophraeht.
FEUILLETON.
De aangenomen naam.
29)
Dit kwam niet doordat dc mist minder
werd, maar doordat haar oogen, die, ge
wond geraakt aan den hellen glans der lan
tarens, alles wat buiten dien lichtkring
viel, niot konden ondersoheiden, maar nu
langzamerhand weor normaal begonnen te
zien. Toch bleef het voor haar, een ver
wend jong meisje, een uitorst moeilijke
tocht. Ofschoon zij moedig en kordaat was,
bracht haar volslagen onbekendheid met al
les, wat Riar omringde, haar telkens weer
van dc wijs. Toch liet zij zich niet afschrik
ken. Haar hart bonsde cn zij was uitgoput
van vermoeienis, maar voortgaan zou zij
zoolang zij er niet bij neerviel. Z.ij klemde
dc lippen op elkaar en vervolgde haar weg.
In haar later loven kon zij zich de og-
zondorheden van deze verschrikkelijke wan
deling niet goed meer te binnen brengen.
Als de meeste Amerikaanacho meisjes was
zij niet gewend aan verre wandelingen ü,n
toen zij een halfuur zoo geloop en had, zakte
zij bijna in elkaar. Er was dien dag ook zoo
ongelooflijk veel van haar krachten en haar
zenuwen gevergd l Als zjj later aan dien
tocht terugdacht, waren de herinneringen
daaraan uitorst vaag en stonden alleen
het oogenblik, waarop zij het licht van do
automobiel uit liet gezicht verloor, en dat,
waarop zij plotseling bemerkte, dat zij on
der oen spoorwegviaduot- stond, haar dui
delijk voor den geest. Dio laatsto ontdek
king had liaar moed ook weer doen herle
ven. Het was een, bewijs, dat zij in de be
schaafde wereld was; iets, wat zij langza
merhand in twijfel was gaan trekken. Zij
besloot den spoorweg te volgen, want iiij
zou misschien leiden naar een plek, waar
zij hulp kon vinden, waar zij een geruststel
lend woord zou kunnen zenden aan haar
vader en waar zij misschien eindelijk weer
een dak boven het hoofd zou hebben on zou
kunnen uitrusten.
Zij kon haast niet meer voort.
Toei\ zij aan den anderen kant van den
spoorweg was, zag rij, dat een zijweg naar
links afsloeg. Dien weg besloot zij te vol
gen, want de straatweg zou haar hoe langer
hoe verder van den spoorweg afvoeren.
Zoo goed en kwaad zij kon strompelde zij
voort. Er scheen geen eind aan den tocht
te zullen komen. Het kleine beetje hoop,
dat zij bij het zien van den spoorweg weer
had gevoeld, begaf haar spoedig weer. De
mist scheen dichter, de duisternis ondoor
dringbaarder dan ooit.
Eindelijk zag zij, vlak voor zich, een
flauw licht. Zij was zoo blij, dat zij wan
kelde en op zij van den weg moest gaan
zitten. Dit korte oogenblik van rust gaf
haar spoedig weer nieuw© kracht. Na eenige
minuten sprong zij weer welgemoed op,
klom vlug over een ijzeren hekje, dat zich
tussohen haar e*n het licht bevond, strui
kelde bijna over eenige dwarsliggers en
spoorstaven; toen, opeeivs, stond zij vlak
onder het lioht, waarvan het schijnsel door
den nevel heen tot haar was doorgedron
gen.
„HolaHolariep zij luid. „Is er ie
mand hier wakker!"
Bijna op hetzelfde oogenblik weid hot
raampje, waarachter het licht brandde, ge
opend, en een man stak het hoofd naar
buiten.
„Jawel! Ja, wel zeker ben ik makker.
Dacht je sorus, dat ik sliep in een uacht als
deze Nogal geschikt weertje voor een wis-
selwoohter om to gaan slapen."
„Goddank!.... Goddank!
Jo was do eerste oogcnhlikken te zenuw
achtig, om nog meer tc zeggen. De man
boog zich verder het raam uit.
„Het is zoowaar eon dame t Wat doet die
hier zoo laat op den avond, in zulk weer!
Ik kan geen hand voor oogon zien."
„Ik ben verdwaald Mag ik ©ven binnen
komen
De stem van den man kreeg onmiddellijk
iets achterdochtigs.
„Ja, kijkt u eens eventjes; ik weet niot
of do Maatschappij mij wel permitteert da
mes in een wisselwochtershuisje tc laten.
Waarom gaat u niet tot aan de stad!"
„O, laat me een oogenblikjo binnen
komen," smeekte zij. „Ik ben in den mist
verdwaald en mijn auto is defect geraakt.
Ik heb al zooveel geloopen, dat ik dood- cn
doodmoe en vreeaclijk zenuwachtig ben. En
het zien van dit licht, en do hoop eindelijk
hulp te zullen vindon, hebben me heele-
maal overstuur goniaaktl"
Zij ging op den grond zitten en barstte
in tranen uit
Hij hoorde haar snikken en kreeg mede
lijden met haar. Dit was geen landloopster,
van wier tegenwoordigheid op deze plaats
en op dit uur uij nog last zou kunnen
krijgen. Aan haar stem hoorde hij, dat
deze vrouw jong en beschaafd was.
„Kom, niet zoo huilen, arm kind I
Niet zoo huilen. Ik mag hier geen oogen
blik vandaan, want er kon eens een sein
gegeven worden. Maar als je om het huisje
heenloopt, zal je rochts een deur vinden.
Kom dan maar even binnen. Ik heb bier
een vuurtje; daar kau je jc dan aan war
men. En dan zal ik je don koristen weg
naar de stad uitduiden. Ik zal maar niet
vragen of het mag of dat hot niet mag. Ik
kan je onmogelijk buiten laten uithuilen.
Al tastende vond Jo den weg naar de
deur. Een stroom van licht kwam haar te
gemoet toen zij do deur opende, on zij haast
te rich het steile trapje op en naar een
bovendeur, dio d© wisselwachtor voor luior
openhield.
„Kom maar binnen, kind, en drink een
kommetje thee. Hot is hior warm en lekker.
Kom binnen, dame, on maak het u zoo ge
makkelijk mogelijk. Kom binnen, mevrouw,
e.n ga ritten als u zoo goed wil wezen," zei
hij, beleefder en eerbiediger wordende,
naarmate hij haar beter zag.
Jo liet rieh dc thee, die de goede man
haar aanbood, wel smaken en de gloed van
het behaaglijke vuurtje deed haar weldadig
aan. Maar nu voelde zij eerst hoe vermoeid
zij was en na weinige minuten zou zij in
slaap zijn gevallen.
Do gedachte aan haar vader deed haar
echter opeens inzien, dat zij wakker moest
blijven en handelen. Te veel hing or voor
haar hiervan af.
Zij stond op en vroeg snel:
„Wat voor plaats ia dit eigenlijk!"
,,D© wissel van Oaetlo Douglas."
„En waar ligt dat! Ik geloof, dat ik den
naam wel eens meer heb gehoord
,,'t Is een stadje hier vlak bij, een klein
stadje. Maar als spoorwegstation niet on
belangrijk, omdat er nogal veol lijnen sa
menkomen."
„Maar in welk land zijn we!" vroeg zij,
n I-W© uitdrukking op zijn gelaat
ziende, vervolgde zij„U moet weten, ik
bun een AmciiK.uauaclie en ken dc streek
niet. We zijn vanmorgen uit Eng'land go-»
komen, uit Westmoreland, uit Ambleside,
cn ik wist niet precies waar de grens wao.
Ik moest alleen terugkomen cq zelf okauf-
feeren. We hadden moeilijkheid gehad,
doordat mijn... doordat wc te hard gereden
hadden... en ik moest dus wol alleen torug-
kecron. En toen word ik door dien mist
overvallen, inanr ik ging toch too good en
kwaad het kon maar voort. Zijn we dicht
bij Carlisle!"
Haar gelaat betrok, toen zij hem beden
kelijk hot hoofd zag schudden.
„Neen, mevrouw, Carlisle is hier nog een
good eindje vandaan, een goede vijftig mijl.
Ja, u bent leclijk aan het dwalen geweest.
We zijn hier nog goed en wol in Schotland
en nog niet eens zoo dicht bij dc Engel-
8oho grons ook."
„Maar dan moet ik dadolijk telegrate©
ren."
„U kunt vannacht onmogelijk telcgra-
fecren, mevrouw l Het kantoor is tot mor
genochtend acht uur gesloten."
„Licvo hemel, wat zal ik don doen! Mij®
vader ia van.avond uit Londen teruggeko
men en weet heelem.oal niet waar ik ben.
Ik had gedacht bijtijds terug te zullen zijn.
Hij zal wanhopig woacn! Is er geen en
kele manier, waarop ik van mij zou kunnen
laten hooren! Het komt er niet op «aan wat
het kost. Ik wil er het duurste voor beta
len, als het maar gedaan kan worden."
(Wordt vervolgd.)