Ho. 15299. Om ons heen in de Maatschappij. Anno 1910. X i e u w-Y ork koinb lang— zamerhand weer bij van de ge volgen der champagne-lawine, op oude jaarsavond over de stad uitgestort. De „New-York Herald" schat de hoeveel heid van den kostbaren drank, gedronken in de eerste restaurants van de stad en laag geraamd op een waarde van rond een millioen dollar. Alleon de vier café s Waldorf, Plaza, Astor en Café de i'Opera herbergden te middernacht samvn 01 go- veor 13,000 etende, maar vooral drinkende feestvierendon. Dreigende staking. V o 1- gens 'n besluit, dat werd aangenomen in de jongste vergadering hebben de vertegen woordigers van de mijnwerken in Zuid-Wa- lea 1 Januari aan de mijneigenaars een be sluit tor hand gesteld, waarin wordt me degedeeld, dat over drie maanden alge meen het werk zal worden opgehouden. De bedoeling schijnt echter niet, dAt on voorwaardelijk einde Maart zal worden ge staakt, want te voren zullen onderhande lingen plaats hebben, ten einde tot over eenstemming te komen ove.r verschillende hangende quacsties. In de laatste vergadering verwierpen dc mijnwerkers alle voorstellen van de eige naars der mijnen, maar men hoopt, dat toch nog overeenstemming zal worden bereikt. Do moord in den trein op me vrouw Gouin. Volgens een telegram uit Parijs aan de „N. R. C." hebben gister avond twee der verdachte soldaten, Graby en Miohel, voor don rechter van instructie bekend de moordenaars van mevrouw Gouin te zijn; zij hadden haar vermoord zonder haar te kennen. Met hun beiden zx>uden zij haar gedood hobbeu, daarna haar juweelcn' .gestolen en het lijk uit het portier gewor pen hebben. Eduard Gouiu, een der zoons van dc ver moorde mevrouw Gouin, kreeg eenige da gen geleden een ongeteekenden brief, die zijn aandacht trok door de belofte van den schrijver binnonkort een onthulling te zullen brengen. Den volgenden dag ontving Eduard Gouin een tweeden brief, nu ge- teekend door den persoon, die ook den eersten brief gesahroven had. De schrijver verklaarde dat hij op aandringen van zijn familie bcsloton had een ernstig feit aan don dag te brengen. Als oud aoldaat van hot 31o regiment infanterie kende hij Graby en hij kon nu verklaren, dat dezo 15 December met trein 826 had gereisd Uit deze verklaring zou dan blijken, dat het door Graby goleverdo alibi onwaar was. Hoewol Eduard Gouin zeer getroffen was door deze mcdedeeling, verwittigde hij niet onmiddellijk het parket cr van, maar zocht, eerst den schrijver der brieven op, die nadrukkelijk zijn verklaring herhaalde! hij had Graby met een ander soldaat de»n dag van de misdaad zien gaan in een wagon le klasse van den trein, waar in mevrouw Gouin zat. Toen is de heer Gouin naar de justitie gegaan, dio Maandagmorgen huiszoeking heeft gehouden ten huize van den onder-bri gadier van den veiligheidsdienst Graby, vader van den soldaat Graby, in garnizoen te Medun, maar roet verlof te Parijs. O.a. zijn toen de militaire kleedingstukkcn en linnengoed van den jongen Graby in beslag genomen. Hijzelf werd bij don rechter van instructie ontboden. Maandag werd eveneens voor den rechter van instructie geleid een kameraad van Graby, de soldaat. Michel, die op den dag der misdaad met Graby, in trein 826 is ge zien. Zooals uit bovenstaand telegram blijkt, hebben deze twee verdachten thans beken i. Dr. Lud wig Mond, de chemi cus en fabrikant, van wiens overlijden onJangs werd melding gemaakt, heeft zijn geboorteland - hij komt uit CassH en heeft te Heidelberg gestudeerd maar vooral zijn tweede vaderland hij ver huisde een 45 jaar geleden naar Engeland vorstelijk uit zijn erfenis bedacht. Na den dood van zija vrouw komen o. a. 53 van zijn schilderijen, meest alle oude Italianen, aan do National Galleryeu aan do Royal Society te Londen en de universiteit to Heidelberg elk 600,003 voor natuurkundig onderzoek; aan de Academie voor Beeldende Kunsten te Muu- clion 240,Otf); aaq Cassel 210,U00 om, eyenai.s een gelijke som voor zijn fabriek te Nort-bwich, ten nutte van tien werkman te worde-A besteed. Onlangs heeft dc Deen S.dting aan Lon- den.sehe musea een nog rijkeren schal van schilderijen en andere kunstwerken ver maakt. Nu gaan er in de pers stemmen op, dat cr Uv. van de schilderijen een deel aan Australië; voor het museum te Sydney, behoorde te worden afgestaan, aangezien Saltn^ ziju vermogen grooténd^els in Australië had verdiend. Als dat beginsel werd toegepast - - zegt de „N. R. 0." zou Zuid-Afrika ook heol wat kunnen opeisohen van schenkingen, die goud- en diamantmagnaten zoo kwistig1 in Engeland hebben gedaan, om geen andere voorbeelden te noemen. Aan de „M a t i n wordt uit. Berlijn gemeld, dat prof. Bittler te Mun- chen dc microbe van «le mazelen ontdekt lieoft. Zij zou tijdens de ziekte alleen in het slijmvlies van den neus en van de lon gen te vinden zijn. De uitslag van mazelen zou een gevolg van de vergiftiging van het bloed wezen. Devriendin v a n d e n k e i z o r. In een krot. in een achteraf-straatje te Vin- cennes leefde sedert vele jaren een arme vrouw van tachtig jaren, Julia Mouton, door de buren „de vriendin van den keizer" genoemd In vroeger tijden was /.e paard- rijdster in een circus geweest, waar haai gratie en haar schoonheid, naar men zeide, grooten indruk op Napoleon III gemaakt hadden. Omgeven door een talrijk bcdien- denporsoneel, woonde zij in een prachtig huis en iedereen groette haar zeer diep, want men wist dat ze macht bezat. Maar helaasde grootheid verging en de ellende j kwam. Vele jaren had de „vriendin van den kei zer" goleefd van een bescheiden jaargeld, J dat zij van graaf X..., een vriend van den - kedzer kreeg. Van haar vroege ren lui sten bleef slechts de herinnering, die ze bij elko gelegenheid opriep. Maar nu was er sodert eenige dagen ook ziekte gekomen. Julia Mouton lag alleen J in haar ellendig krot, mot als eenig gezel- schap twee trouwe, grooto honden en zo kou: haar bed niet meer verlaten. Zondag zijn er» politie agenten gekomen om baar naar het ziekenhuis te brengen. Toen zo het kamertje, waar de vriendin van den keizer lag, bin nen kwamen, vlogen lmar trouwe „gardes/ du oorps" woedend blaffend op hon af. Een der dieren wierp zich op een agent» en beet hem in den arm. Hot kostte heel wat moeite do honden op een afstand te houden toen dc zieke vrouw naar het zie* kenhuis gebracht werd. (,,N. R. O.") Adres ill. A. ISitl. De Minister van "Binnonlandsche Zakeni hooft aan de Tweede Kamer inlichtingen, verschaft op het adres van M. A. Bal, ge- wezon onderwijzer in de vrije- en orde- oofoningon der gymnastiek bij dc Rijks normaallessen te Almeloo, houdende klacht over hem verleend ongevraagd eervol ont slag. De Minister zet uiteen, dat aan adres sant op 67-jarigen leeftijd ongevraagd eor-( vol ontslag is gegeven, nadat hij met hetl oog op zijn ouderdom en dc daaruit voort- vloeiende onvoldoende leiding bij dc ocfo- ningen was uitgonoodigd zijn ontslag fcd vragen. De Minister riet daarin niets ont- ocrends voor adressant en diens vernoelc om eerherstel komt hem dan ook niet ge motiveerd voor. WanrMclmwing voor werkzoekenden' iu Suriname. Op verzoek van bet Bestuur der kolonist Suriname ontraadt de Minister van Kolo-- niën personen, die het voornemen mochten hebben, om zich naar de kolonie tc bege ven, in de hoop daar spoedig na hunnd aankomst werk te vinden, ten ernstigste zulks te doen, indien zij niet over genoeg middelen beschikken om gedurende eenigs- zins langoren tijd in hun onderhoud te voorzien en im geval van niet slagen da kosten hunner terugreis naar Nederland te betalen. (St.-Ct.) XI. Zooals wij reeds opmerkten, is Eet oor spronkelijke doel der beschermende rechten geweest* om producten, welke èn im het bui tenland cn ook binnenslands worden ver vaardigd, en uit hot buitenland worden in gevoerd, zooveel mogelijk uit dat buiten land te weren, ten einde op die wijze den laiid genoot eon beteren afzet te verzekeren. Ook wij Nederlanders zija echte protectio nist-en geweest; maar-dat is nu niet mem: het geval. Vele rechten zijn in den loop der tijden verlaagd, andere afgeschaft. Het beginsel van vrijhandel heeft hier grooto vorderingen gemaakt Het zoogenaamde ta rief wordt in hoofdzaak nog uit oen fiscaal oogpunt an stamd gehouden en het is niet waarschijnlijk dal wij dien weg weder ge heel zullen verlaten. Ivan do Staat de op brengst der rechten niet missen, dan moet liet tarief in ieder geval van tijd tot tijd worden herzien; want langzamerhand komt er verandering an de buiten- en binnenland echo toestanden cn de onderlinge verhou dingen. Het staat in ieder geval vast dat de be- .^h^aipjfcjÉ^verbr ui kers belast met dc hoo- gere pnp^^Ser beschermende artikelen. Het zul len ten V minste wel steeds deze verbrui kers zijn, die ten dcolc de belasting be talen, welke onder don naam van invoer recht in de schatkist, vloeit. Wanneer ech ter dc nationale welvaart door de bescher ming toenam, dan zou men zich dit kunnen getroosten, want dan zou het een© het an dere weer ongeveer goed maken. Dit is echter niet. hot geval, want bescherming van hot ©ene artikel, moot noodwendig voeren tot be nadeeling van andere, van zulke industrieën n.l., die hot beschermde en daarom duurdere artikel noodig hebben als grondstof, of als werktuig voor de voortbrenging. Dio bena deelde nijverheids-ondernemingen zouden ook weer moeten worden beschermd; maar Ion slotte zou de uitvoer paar het buitenland daardoor worden belommerd. Wanneer geen goederen wordon ingevoerd, doch alleen uit gevoerd, dan is daarvan het gevolg dat, door do toestrooming van het geld, de prijzen stijgen of, met andere woorden, de waarde van het geld daalt. Men kan echter niet uitvoeren, wanneer de binnoulandscho prij zen hooger zijn don do buitenlandschc. Er zijn bopaal le nijverlieidsondorncmingon, die producten leveren voor den uitvoer. Deze zouden dus worden gedrukt cn deze onder nemingen hebben do minste voortbrengings- kosten noodig. Een gevolg zou zijnwerk loosheid in dezo takken van industrie. Wan neer men een tak van nijverheid beschermt, dan hoteekent. dat werkverschaffing in dien tak, maar daarentegen werkloosheid in an dere takken, die do bescherming niet van noodo hebben; on wanneer op die wijze de meer voord cel ïgc door den minder voordec- ligen arbeid vervangen wordt, dan kan men bezwaarlijk zeggon dat dc welvaart toe neemt. Do staathuishoudkundigen loeren, dat er ook een gerechtvaardigde bescherming be staat, namelijk wanneer industrieën, die een goede toekomst, hebben, zich niet kunnen ontwikkelen ponder geldclijken steun van Staatswege; maar dergelijke subsidies wor den niet in het algemeen toegekend, maar slechts in bijzondere gevallen aan bepaalde ondernemingen tijdelijk geschonken. In den eigenlijken zin des woords kan daarom van bescherming in zoodanige gevallen geen sprake zijn. Verschillende invoerrechten kunnen op ver- scliillcnde wijze werken, maar over 't al gemeen zal de zaak toch steeds hierop neer komen, dat de prijzen der producten hoo ger zullen wezen, dan zij zouden zijn wan neer er geen invoerrechten gelieven worden. Koopt men bel st builcnlraJpcli fabrikaat, dan betaalt men ongemerkt oen kleine be lasting aan den Staat, en ook aan den bin- nonlandschen voortbrenger betalen do ver verbruikers, die bij hom koopen, belasting, omdat zijn industrie door de werking van het inkomend recht wordt bevoordeeld. Het moet ons evenwel niet verbazen, dat er steeds vele stommen opgaan, om den Staat met zijn zoogenaamde handelspolitiek FEUILLETON. De aangenomen naam. 26) Athlyne ging zitten en wachtte, zoo ge duldig als hij maar eenigszins kon, de ver dere gebeurtenissen af. Het eene oogenblik was hij vol moed, het andere overmeesterde hem een stevige angat. De herinneringen aan dien dag, waarop hij voor het eerst ten volle beseft had, dat Jo hem even lief had als hij haar, brachten hem in verrukking. Maar de gedachte aan de mogelijkheden, dio zich nog konden voordoen, vervulden hem met een groote onrust. Zij was eigen lijk geen geroutineerde autobestuurster en narbij was de auto, die rij bestuurde, van het allernieuwste model. Dus was het lang niet ze^er, dat zij ©r goed mee overweg n- A1* er eens, op een eenzame plek, ver van een stad, iets gebeurde, waardoor zij niet verder kon, dan zou zij rich in een hachelijken toestand bevinden; zij, een jong meisje, dat de streek niet kende; om niet te spreken van al de andere tegen spoeden en ongelukken, welke hun, die per automobiel reizen, kunnen overkomen. En als zij niet bijtijds terug was, hoe boos en ongerust zou dan haar vader zijnjJoos op haar, omdat zij, in gezelschap van een heer, zulk een verren tocht had durven onderne men. Boos ook op hem, omdat hij er haar toe gebracht en er toe in de gelegenheid ge steld had. En dat juist nu, nu de schijn toch reeds zoo tegen hem wasHij wist, dat kolonel Ogilvie hem zijn schijnbare na latigheid hoogst kwalijk had genomen. den weg van bescherming te doen opgaan. Het is geheel een yaak van eigen belang, en daar do Staat altijd voordcel, althans oogenblikkelijk voordeel van protectionisti sche maatregelen geniet, is liet geen won der dat de voorstanders van het beschermend stelsel nu cn dan wel eens een gewillig oor vinden en protectie om zoo te zeggen altoos in do lucht hangt. Laat ons nu even aannemen, dat werke lijk van tariefsverhooging sprake ware en dat, ten gevolge daarvan, dc .verbruikers van verschillende artikelen tien millioen meer aan den Staat moeten betalen dan tot dusver. Die tien millioen zijn dan een onmiddellijk voordeel van den Staat, maar het is hoogst twijfelachtig of er ook van teen blijvend voordeel sprake zou wezen, en bovendien zou de ongelijkmatige druk der "belastin gen er door worden verhoogd. Invoerrechten kunnen alleen dan een blij vend voordeel voor de schatkist opleveren, wanneer de algemoene welvaart er door wordt, verhoogd, want dan neemt ook de draagkracht van het volk locmaar dat is onmogelijk: rij verminderen hot nationaal vermogen. Op dezelfde wijze wordt de welvaart ver minderd door ongelijkmatigcn belastingdruk, dat wil zoggen door het heffen van belas tingen waarin niet ieder naar zijn draag kracht betaalt. In dit geval betalen alleen do verbruikers. Vooral graanrechten bij ons in 1877 afgeschaft zouden in dit opricht nood lottig werken, natuurlijk in de eerste plaats omdat zij de prijzen der voornaamste volks voeding doen stijgenmaa r vooral ook om dat do meerdere prijs ra hoofdzaak betaald zou worden door hon die do minste draag kracht hebben. Die het meest verbruikt, be taalt natuurlijk ook het meest. Duur graan be toekent bovendien verhoo- ging .van pachtprijzen, en daar de meeste graan verbouwers pachters zijn, zouden dus ook zij geen voordeel genieten, maar dat voordeel bijna uitsluitend aan het groot-kar pitaal tem deel vallen. w. Kleediug van 't leger in Ned.-Iudië. De „Sts-Ofc." No. 1 bevat oen Kon. be sluit van 8 Deo. 1809 tot wijziging van dé voorschriften betreffende de kleeding van het leger iu Ned.-Indic. Art. 1 bepaalt, dat, instede van den kurken helmhoed met toebehooren, cal wor den gedragen: a. door de lioofd- en subalterne-officie- ren en de adj.-onderofficieren een bamboe- hoed volgens een door deu ooramandant van het leger vast te stellen model, dan wel de pet, bedoeld bij art. 4, par. 1, van bet K. B. van 22 Dec. 1904 No. 25; in groo te tenue de pet voorzien van een pluim overeenkomende met het voor hun Tanggc- nooten van de inf. van het Nederlandsche leger voorgeschreven model, met dien ver stande lo. dat. de kleur van het metaal van de tulp, waarin de pluim is gevat, overeen komt met die der overige metaaldeelen van de pet 2o. dat door de officieren en de adj.-on- derof. van het wapen der artillerie een pluim wordt gedragen van zwarte afhan gende haneveereu; b. door do mil. beneden den rang van adj.-onderoff. een bamboehoed, volgens een door den comm. vast te stellen model, dan wel een pet; in groote tenue de pet voorzien van een pluim, een en ander over eenkomende met het voor hun ranggenoo- ten van de inf. van het Ned. Teger voor geschreven model, met dien verstande: lo. dat de klep van de pet zal zijn van het model dat voor de officieren is vastge steld, de bal mot donkerblauw serge bo kleed en met. laken van de uitrnonetering- kleur gebiesd 2b. dat. de kleur der metaaldeelen van de pet overeenkomt met die der knoopen van de attila; 3o. dat door de militairen van de cava lerie en van de mil. administratie om de pet van onderen een koord van wit kemel- garen en, voor wat de onderofficieren be- Athlyne verweet rich bitter zijn egoïsme, want nu voelde hij, dat hij zioh door zijn egoïsme en door niets anders had laten lei den dat hem had ingegeven zich van Jo's liefde te overtuigen nog vóór hij hem had kunnen bekennen, dat hij een valschen naam had gevoerd en hoe hij hiertoe ge komen was. Misschien was het te laat om zijn fouten te herstellen. En hier zat hij nu, ver weg in Schotland, in een klein po li tie-posthuis, terwijl al de onaangename gevolgen van hun onbezonnenheid op het hoofd van haar, arm kind, zouden neerko men. En dat nadat zij een langen, moeilij ken en verraoeienden tocht had afgelegd, in één voortdurend en angst, dat rij te laat zou zijn, of dat zich andere onoverkomelijke moeilijkheden zouden voordoen. En wat het ergste was, dat zou alles volgen op een dag, die ongetwijfeld voor hen beiden de gelukkigste was, dien zij ooit hadden be leefd. Het contrast was te vreeselijk Hij sprong op en liep met driftige passen iü het kleine vertrekje been en weer, tot- hij opeens opmerkte, dat de agent hem ver baasd en ietwat achterdochtig «aankeek. Onmiddellijk trachtte hij zich weer goed te houden en begon hij op odgedwongen, jovialen toon een praatje met den man te maken. Weer herhaalde hij, dat hij zoo vu rig verlangde zijn reis te kunnen vervolgen, en zijn woorden maakten zulk een indruk op den agent, dat deze iemand naar het naastbij gelegen hotel zond, om een spoor boekje te halen. Hierin zag Athlyne, dat het ten eenenmale onmogelijk was, dien avond nog in Ambleside terug te keer en, zelfs al nam hij te Carlisle den sneltrein. Het was niet mogelijk op een der dichter gelegen plaatsjes een expres op te vangen. treft, op do pet een kokard van oranje saai met 5 reien witte koordsaai wordt gedra gen; 4o. dat door de militairen van de artil lerie en der genie wordt gedragen de staande pluim van zwart paardeliaar, de peer omvlochten met oranje-saai 5o. dat door het personeel der stafmu- riek de pluim wordt gedragen van witte struisveeren, lang 8 c.M. in een tulp van geel metaal. Bij art. 2 wordt aan de officieren ver gund om ter vervanging van den kurken helmhoed, desverkiezende den bamboehoed te dragen van het voor de overige officie ren vastgestelde model. Art. 3 schrijft voor, dat de bamboehoed niet wordt gedragen in Europa De in art. 1 bedoelde veranderingen in dc klccding zullen, volgens art. 4 geleide lijk worden ingevoerd; met dien verstande, dat uiterlijk tot 1 Jan. 1912 gelegenheid wordt gelaten om de kleeding in overeen stemming te brengen met do gegeven voor schriften, terwijl voor zooveel de militai ren beneden den rang van adj.-onderoff. aangaat, de uitreiking van de nieuwmodcl kl codings tukken zich regelt naar den voor raad die in de magarijnen is opgelegd. Art. 5 zegt, dat- in Nederland door den Minister van Koloniën, in Ned.-Indië door den comm. van het leger en chef van het dep. van oorlog in bijzondere gevallen op daartoe schriftelijk in te dienen gemoti veerd verzoek van den bclanghebbonde, bij geschrifte kan worden vergund aan adju danten-onderofficier en aan militairen van hoogeren rang, om gedurende zekeren, bij de vergunning te bepak n termijn, na 1 Jan, 1912 den kurken helmhood te blijven dragen Artikel 11 van het Kon. Besluit van 1 April 1909 zal worden aangevuld met een tweede lid, luidende als volgt: Overigens dragon rij de voor hoofd- en sub. officieren der infanterie van het le ger in Ned.-Indië voorgeschreven uniform. („St.-Ct.") Gemengd Nieuws. Aan het telphoonnet alh i er zijn nog aangceloten onder de nomrners 955: Mevr. J. Wichers van Kerohem- Stelling, Noordeinde 1. 956: Gebrs. Rodbard, Donkers toog. 957: J. Sohuitemaker, Morschweg. 958: A. llellenac rs J.Bzn., Jan van Goycnkade 8 959: J. S. Surie, Witte Singol 66. 961: B. Piet-, kapper, Hoogewoerd. Bij een vechtpartij op het Spui te 's-Gravenhage tusschen twee man nen trokken de beide vechtenden het mes. Een hunneo* werd zóó ernstig ver wond ter hoogte van de maagstreek, dat hij naar het ziekenhuis móest wordon overge bracht. De ander, di© slechte licht aan de linkerhand verwond weixl, werd naar het commissariaat aan de Nieuwe Haven ge leid, waar proces-verbaal werd opgemaakt. Van de tram plannen Slotc n Amsterdam komt voorloopig niets. De om nibussen zullen dus blijven rijden. Reoheroheurs te Rottor- dam hebben op een kantoor in de Boompjes aldaar aangehouden don 20-jarigen kan toorbediende 0. L., uit Munster, in West- falen, die met 5000 mark voortvluchtig was. Bij zijn aanhouding wae hij nog in het bevit van 4700 mark. Hij trachtte van Rotterdam de wijk naar Amerika te nemen en is thans naar het hoofdbureau van politie overge bracht. Aan dat bureau wgs lange telcgra- phischen weg zijn aanhouding verzocht. Een Hollandsche dame te Brussel vermoord. Op haar gestoffeerde kamer in de rue de 1'Etude te Brussel is vermoord govonden een Hollandsohe dame, mevrouw Van Hille geb. Boonekamp. Zij was met een koord geworgd en alle kasten waren opengebroken, zoodat de diefstal do drijfveer der misdaad moot geweest zijn. De dame bezat evenwel geen vermogen, dook leefde van haar pensioen als officiers- weduwe. Van den dader is nog geen spoor, gevonden. Toen hij den agent vroeg, wat hij er van dacht, zette de man een bedenkelijk gericht. „Ja, ziet u, op dezo achteraf lijnen loo- pen er geen sneltrein. Het is al heel mooi, dat er een paar keer op een dag eenige boemeltreinen gaan." Athlyne ging weer zitten. Weor was hij aan een hevige onrust ten prooi. Van één ding was hij nu zeker: wat er ook met Jo gebeurde, hij zou haar onmogelijk kunnen helpen. Zij, arm kindje, 7x)u alleen allen moeilijkheden, die haar in den weg zouden komen, het hoofd moeten bieden; alleen zou zij haar strijd moeten strijden. Het eenige, wat hij kon doen, was later zooveel mogelijk zien goed to maken, wat hij haar nu had aangedaan. Hiermede hielden zijn gedachten rich den eersten tijd bezig. Wat zou hij den volgen den dag kunnen doen, om haar te helpen? Hij begreep, dat zelfs haar goede naam gevaar liep. Hij dacht na er over hoe hij dien hot l>est zou kunnen beschermen. Door zijn chauffeur zou hij kunnen bewijzen hoe laat hij Ambleside verlaten hadhet uur, waarop hij gearresteerd was, zou ook ge makkelijk kunnen worden aangetoond. Ook het uur, waarop Jo den terugtocht naar huis had aanvaard. Hij zou dus zorg dragen, dat zijn houding van af dit oogenblik tot op dat, waarop hij haar vader zou terugzien, niets geheimzinnigs of verdachts zou hebben. In ieder geval zou zij zelfs al kwam rij over haar tijd terug zich niet eens in hetzelfde land bevinden als hij. Over een poos zou zij immers goed en wel over do grens zijn Hij daarentegen zou logeeren in een hotel, in een der dorpjes, waar hij den volgenden morgen een geschikten trein naar het zuiden zou kunnen nemen. De aangewezen plaats om den nacht door te brengen was het stadjo Ca a tie Douglas, waar drie spoorweglijnen, waaronder één uit Glasgow, te zamen kwamen en waar hij dus een dubbele kans had om een geschik ten trein te vinden, waarmee hij zou kunnen vertrekken. Hij voelde zioh kalmer, nadat hij tot dit besluit was gekomen, en wachtte mot meer geduld de komst van den Shcrif af. XII. Jo vertrok in allesbehalve kalmen ge moedstoestand, als wist zij door haar op voeding en door de liefde, die zij Athlyne toedroeg, hiertoe in staat gesteld zich groot te houden en te doen alsof zij vol moed de reis aanvaardde. Om te beginnen was zij bang. In zekeren zin was dit zeer natuurlijk. Zij was volstrekt geen gerouti neerde chauffcuae. Zij had slechts enkele lessen gehad in ©hauffeeren, cn was nog nooit alleen in eon automobiel geweest. Bovendien bevond zij zich niet slechts in een vreemd land, maar ook was de weg naar Dumfries, dien zij nu insloeg, haar ten eenenmale onbekend. En daarbij kwam nog, dat rij een Amerikaansche was en in de war werd gebracht door de andere wet ten, die hier heerschten. In het eene land wijkt men naar links uit, ia het andere naar rechts. En zoo konden er meer bepa lingen rijn, die zij niet kende, en waaraan zij zich toch houden moest. Maar zij had geen keuzo. Zij durfde geen bezwaren maken of zelfs raad vragen, want dan zou zij zichzelf verraden en misschien niet eens verder mogen gaan. Dus aan vaardde rij met moedig opgericht hoofcJ, maar met angstig kloppend hart de rciar innerlijk biddende, dat zich geen onver wachte gevaron of moeilijkheden wouden voordoen. Want zij wist eigenlijk niets van het mechanisme van automobielen afhet gebruik van handel en stuur was het ecnig*r wat zij op haar lessen had geleerd. In het begin ging alles goed. De weg was vrij cn zij voelde, dat zij het voertuig goed bestuurde. Toen moest zij tegen oon hoogte op, maar nu reed zij langzaam, voorzichtig en met beleid, zoedat zij den vrij steilen zigzagweg weldra achter rich had. Nu begon zij werkelijk moed te krij gen. Zij kende den naam van hot dorpje, cLst zij nu voorbijreed, niet; zij luid er zelf» nooit van gehoord. Toch gaf de gedachte, dat rij nu het eerste dorpje reds voorbij was, liaar liet gevoel, dat zij vorderde, en dat het eersla gedeelte van haar reis met g<ied'gevolg af gelegd was. Nu begon zij sneflor te rijden. Zij was nu niet meer bang, dat rij niet in! staat was de reis alleen te doen, en durfdo weer aan andere dingm denken. Maar toch deed de groote snelheid, waarmede dc auto voortstoof, na een poos weer een zekeren angst in haar opkomen. Zij begon lo begrij pen hoeveel er aan vast was zulk een voer tuig te besturen. Het landschap om haatt hoen veranderde roo snel, dat zij wel tweo paar oogon noodig had. Wordt vetvolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5