No. 15293. LËIDSOH DAGBLAD, Woensdag* £9 December, Derde Blad. Anno 1909. PERSOVERZICHT. Ter verklaring van hot oppervlakkig zon derling schijnende feit, dat de afgevaardig de voor Emmen, do heer Roessingh, ter wille van het uittrekken van het volle traktement voor een predikant te Nickerieopde begrooting voor Surina me, verhinderde, dat de Tweede Ka mer vóór Kerstmis haar werkzaamheden kon ten einde brengen en haar bijeenroe ping tot een vergadering op heden, Woens dag, noodzakelijk maakte, kan do volgende medcclèeling van „oen belangstellende" aan do „N iouwe Rotter damsche Courant" strekken: Begin Juli bevatte „D e H e r v o r m i ng" een op 26 Juli 1009 gedateerde oproeping tot sollicitatio binnen drie weken naar bo vengenoemde betrekking met een bezoldi ging van f 5000 en enkele emolumenten. Een voordracht is opgemaakt en einde Juli werd een benoeming wegens „physiekc on geschiktheid „buiten werking gesteld". Na dat Aug., Sept., Oct. geheel, Nov. gedeelte lijk voorbijgegaan waren, deed eindelijk in Nov. de begrooting van Suriname zien, hoe de tegenwoordig© Minister van Koloniën een eigenaardige sup rise voor de sollici tanten had weten te vinden, bestaande n.l. in een verlaging van het traktement tot f 3000. Hierover is dan nu met het bekende gevolg op 23 Dcc. j.l. gesproken en gestemd in de onvoltallige avondvergadering der Tweede Kamer. Het kan dus zijn nut hebben, iels op te perken en iets te vragen. lo. do opmerking: sollicitanten weiden opgeroepen op de bovengemelde voorwaar den, terwijl na de reeds aangehaalde benoe ming en haar buiten-werking-stelling de op roeping tot heden toe niet is ingetrokken; 2o. de vraag: indien tooh zeker niet buiten Gouverneur en Minister om de oproeping geplaatst is cn nooit ingetrok ken, ook tijdens minister Do Waal Malefijt niet. gaat het dan aan, dat deze Excellen tie handelt, alsof die oproeping niet be staat? Ik meen eenvoudig, dat ieder, ook een Minister, moreel verplicht is een be trekking to doen vervullen op de in de op roeping genoemde voorwaarden; waar deze in casu niet is ingetrokken, dient te bo- suiniging te wachten tot een geheel nieuwe gelegenheid. Dit is een eersto eiseh van recht en billijkheid ueberhaupt, voor al echter tegenover do sollicitanten van Juli 1909, dio al maanden lang wachten, waarlijk toch nic-t voor hun gonoegen. ±_et is te hopen, dat deze zijde der zaak nog op den voorgrond kome: daar behoort ze. Ten slotte deze opmerking: de reductie van het traktement tot bijna do helft zal prae- tisch neerkomen* op opheffing der predi kant sbetrekking, want bij het oude trakte ment. was liet-aantal sollicitanten niet eens groot. De „schipbreuk in den mond van de ha ren", cooals het „Handelsblad" het noemt veroorzaakt door het amen dement van dr. Roessingh in zake den pre- dikanlspost te Nieuw-Nickerie, trekt be grijpelijkerwijs de aandacht. Sommige Ka merleden waren woedend over dit koopje, zegt het blad anderen hadden er den groctsten schik in. Daar zit de Kamer nu, en daar blijft zij zitten tot na Kerstmis. „II etVaderland" meent, dat de heer Roessingh wellicht hoopte, dat do Mi nister, om de Kamer ter wille te rijn, het amendement maar zou overnemen om het zonder stemming te doen aannemen. Dan heeft de afgevaardigde zich misrekend. Nie mand vroeg meer het woord, de Minister nam het amendement niet over.... de ver gadering ging uiteen onder groote ver stoordheid van den lieer Lohman over 's hee- ren Roessinghs optreden. De „N ie uwe Rotte rdamscho Courant" i6 van oordeel, dat -ér. Roessingh het gelijk aan zijn kant had. Het i3 zegt zij inderdaad nogal zonderling, dat juist deze Regeering, die op bijzondere Christelijkheid prat gaat op het bedrag, uit getrokken ter behartiging van de zedelijke belangen dor Protestanten van Suriname, gaat beknibbelen. Blijkbaar lag het in de bedoeling van minister Malefijt, om, tegen het advies ven' den Gouverneur in, een pre dikant te vervangen door een hulpprediker en daardoor f 2000 te besparen. „D e T ij d" ziet het heel anders in: De heor Roessingh kwam met zijn luguber grafgcluid de Regeering een formeel stand- j'e schoppen. Hij zwaaide met armen, bee- nen en bakkebaarden, de oude heer, en het kleine troepje Kamerleden vermaakte zich kostelijk met zijn schreeuwerig gedaas. Zou vraagt „D o T ij d" nu de zaak zóó gcloopen is en links blijkbaar de f 2000 voor den predikant wil doordrijven, de heer Yan Vlijmen nu maar niet eens te gelijk van de gelegenheid gebruik maken om voor onze arme missioimarissen ook een paar duizend pop in de wacht te sleepen? f.' uriname is toch arm. Komaan, vooruit-, het ijzer sme den als het heet is. „D e Standaard" zegt: De heer Roessingh heeft j.l. Vrijdag de rust in de Tweede Kamer en de rust in het land verstoord. Voor Niokerie in Suriname stond op de begrooting f 3000, als traktement voor een predikant of hulpprediker. Vroeger was dit f 5000 geweest, maar er kwamen gemeen lijk niet meer dan 20 menschen in de kerk, waaronder dan natuurlijk de officieele per sonen, familieleden, enz. nog begrepen wa ren. Het vrije gehoor ging dus in den re gel de 15 niet te boven. Gerekend op f 5000, was dit f 363 per persoon. Dat vond men toen wat duur. Ruim f6 per kerkganger per Zondag. Zoo had men dan f 3000 gezet. Maar daartegen vloog de heer Roessingh in een woede op, die men in den anders zoo boradigden, deftigen oud-predikant niet wel voor mogelijk zou hebben gehouden. Om die vlaag van woede te bezweren, ver klaarde de Minister zich nog bereid, de zaak nader te overwegen. Maav niets hielp. De vlaag bezonk niet, maar zette zich nog hooger op. Zóó hoog, dat er zelfs een amen dement kwam. En dit amendement vond links nog vier ondersteuners, niettegen staande men wist, dat de Kamer incom pleet was, en dat er dus Dinsdag opnieuw zou moeten vergaderd worden. Doch de passie, eens in vuur, wist vat» geen bedaren meer. Dan maar Dinsdag op nieuw vergaderen^ Het liep nu zoo schoon. Vóór Kerstmis kon de Kamer scheiden, en de ruste van het parlementair gewoel met 25 December intreden. Een succes voor den Voorzitter. Maar zelfs voor het Kerstfeest ping deze oud-predikant niet uit den weg. Zoo hoog vlamde zijn passie zelfs op, dat hij den heer De Waal Malefijt verweet als Gerefor meerde uit antipathie tegen de Hervormde Kerk het bedrag verminderd te hebben. En zoo is nu de rust van ons zalig Kerst feest verstoord, verstoord door den heer Roessingh om een iets hooger predikants traktement voor Nickerie. En wat is Nfckerie's kork? In 190-1 zijn er 11, in 1905 rijn er 13, in 1907 zijn er 12 en in 1908 riju er niet meer dan 15 kinde ren gedoopt. Met de aanneming stond het nog slechter. In 190A deed cr niemand be lijdenis, in 1905 niet meer dan 4, in 1906 niet meer dan 3, in 1907 niet meer dan 2 personen. Ook van huwelijksinzegening was bijna geen sprake. In 1904, 1905 en 1908 niet één huwelijk kerkelijk ingezegend. In 1906 juist 1, en in 1907 twee. De Broedergemeente, die er veel talrijker is, geoft slechts f 25CO a'an haar predikant. De Roomsch-Katholieke geestelijke ont vangt. cr f 1500. Wat is dan liet motief om juist den Protestantschcn leeraar, in wiens kerk alle leven wegstierf, met f 5ÖC0 te salarieeren? Moet het geld soms vergoeden, wat er aan geestelijk leven ten ©enenmale ont breekt „D e (anti-rev.) Rotterdamme r" schrijft: Precie-s als hondjes 1 Op een boerenerf krijgt de hond wel eens pen lekkere kluif. Dan gnat, het beest heerlijk aau het smul len, totdat het been schier kaal is. Daarop trekt de hond met zijn been naar het land, en laat het daar in een afgele gen hoekje tussen en het gras liggen, of be graaft het somtijds. Doch begeert den volgenden dag de hon denmaag weer aan delicatesse, dan zoekt of graaft het dier zijn lekkernij weer op, en smult het bij vernieuwing, alsof er nog vleescli in overvloed aanzat. Of wil men aan ander beeld. Dan het beeld van den Duitsche^ die drie wenschen mocht uitspreken. Als eersten wensch sprak hij uit: genoeg bier Als tweeden wcnsch: genoeg geld! Als derden wensch....dan rïog maar een beetje bier In denzelfden trant zal nu weer optre den de liberale en socialistische pers inzake de decorati e-k w o s t i e. Het Kamer-debat is, nu achter den rug, derhalve wordt het kluifje, genaamd „lint jes-zaak", weer opgezocht. Wat zullen de bladen mi weer gaan „hoo rnen" over het vraagstuk: „eereraad of enquête". Reeds schreef het liberale ,,H a n d e 1 s- b 1 a d" een heel artikel, waarin het o.m. zegt: „Voor velen zal een beslissing over de wenschelijkhcid van een commissie van en quête zeer moeilijk zijn, vóór zij weten on der welke omstandigheden en op welke wij ze die eereraad zal worden samengesteld." Waarover maakt men zich al niet druk! Eerst in Februari wordt het enquête- voorstel van mr. Troelstra in de afdeeün- gen der Kamer onderzocht. Nog Tuim een maand ligt er dus tus- schen. Kunnen de heeren dan niet een poosje ge duld hebben? Maar och,... het kluifje vinden zij toch zoo lekker Als hij niets anders weet, roept de Duit- scher: „Dan nog maar oen beetje bier"! Do „N ieuwo Rotterdams che Courant", het c n q u t e-v oor- stel van den heer Troelstra be sprekend, meent, dat er voor deze enquête reden te over is. Dat zij geoorloofd is, valt zegt 'het blad, niet te weerspreken. Hier is het geval, wat Thorbeeke als voorwaarde stelde: „wanneer de inlichtingen, die men van het Gouvernement verkregen heeft of verkrijgen kon, zijn uitgeput en wanneer de Kamer andere inlichtingen behoeft." De pogingen, bij het Gouvernement aan gewend, om inlichtingen te verkrijgen, zijn afgestuit. En dat de Kamer meer inlichting behoeft, om over de daden van bestuur, die in 19021905 plaats hadden, een juist cn billijk oordeel te kunnen vellen, is dui delijk. Die, buiten de Regeering, de inlich tingen verschaffen kon, dr. Kuyper, heeft er do voorkeur aan gogeven met onjuisthe den de Kamer op een dwaalspoor te bren gen. Zich, alsof hij voor den strafrechter stond, sterk voelend, dat het misdrijf niet met wettelijke bewijsmiddelen was bewezen, scheen hij eerst zich met een wettelijke vrij spraak tevreden te willen stellen. Maar zeer wel wetend, dat in een strafproces een vrij spraak niet meer beduidt, dan dat de schuld niet is bewezen, geenszins dat de beklaagde nu ook onschuldig is, heeft hij ten slotte de leemte willen aanvullen met een beroep op zijn eerlijk woord. Dit beroep was echter aan een heel an dere orde van denkbeelden ontleend. In het strafproces wordt geen beklaagde op zijn eerlijk woord geloofd, wijl hii wettelijk niet eerlijk behoeft te zijn. Wie toch op zijn eerlijk woord weneoht te beroepen, behoort alle gedachten aan de strafproce dure te laten varen, en alsof hij stond voor een eeregerecht de waarheid, de volle waarheid en niets dan de waarheid, te spreken. Juist dit deed dr. Kuyper even wel niet. Bij de wending die dr. Kuyper aan zijn zaak heeft gegeven, en de wijze, waarop hij zijn verdediging heeft gevoerd, telkens op onbetrouwbaarheid betrapt-, mogen de ten laste gelegde feiten niet in streng ju- ridischen zin zijn bewezen voor het oog van het onbevooroordeeld publiek zijn zij toch wel aannemelijk gemaakt. Daarom is ook moreel voor een enquête genoegzame grond. Het is in het belang van het land ook in dat van dr. Kuy per zelf noodzakelijk, dat het juisto licht over de zaak zal opgaan, zoodat voor achter klap en insinuaties geen plaats meer kan zijn. Een enquête zal dat licht, kunnen brengen, omdat daarbij de middelen be staan, om «achter de waarheid te komen. Een eeregericht biedt daartoe do waarbor gen niet, al was het alleen reeds wijl zulk een gericht veel konnis zou moeten putten uit onbeëedigde vorklaringen, gelijk dr. Kuyper er in de Kamer afgaf. De heer Do Savornin Lohman heeft zich reed9 te voren tegen een enquête ver klaard. Te vroeg, dunkt ons, omdat eerst uit het voorstel en de toelichting de juisto strekking kon worden gekend. De reden, die hij opgaf, toen hij reeds vooraf het voorstel van mr. Troolstra afwees, dat de enquête geen doel kon hebben, omdat een strafvervolging was buitengesloten, gaat niet op. In de toelichting tot rijn voorstel wijst mr. Troelstra er op, dat De Bosch Kemper een enquête juist uitgesloten acht te, wanneer wel eon strafprocedure zou kunnen volgen. Noch de meening van mr, Lohman, noch die van mr. De Bosch Kem per is, onzes inziens, juist. Beiden begaan de fout van bij de vraag óf een enquête zal worden gehouden, op het resultaat van het onderzoek te willen anticipeeren. Of een strafvervolging zal kunnen plaats vin den zal immers juist uit hetgeen bij het onderzoek aan den dag komt moeten blij ken, Wie een enquête-voorstel nog vóór het is ingediend afwijst op grond, dat het geen doel treffen zal, blijkt niet onbevooroor deeld. Dat het voorstel intusschcn ook van an dere zijde tegenkanting zal vinden, valt- to voorzien. Men laat zich gaarne weerhouden, door een gevoel, wij volgen hier weder om do redo van Thorbeeke'in de vergade ring, die wij boven aanhaalden dat in onze maatschappij zeer veel en te veel kracht heeft: de vrees voor contróle. Niet de vrees om te worden gecontroleerd, die onder onze menschen wellicht niet grooter dan elders is, maar do vrees, die onze particuliere en publieke maatschappij be- hecrscht om oen nooazakelijko oontrêlo op anderen toe te passen. Men vreest per sonen t-o krenken en Iaat liever het alge meen belang krenken. Dat is een onwaar dige menschen vrees, die bij ons menig on geluk onder particulieren heeft gesticht, en die van de behandeling der publieke zaak vooral verre moet blijven. Het (a.-r.) „F r i o 8 c h Dagblad*» noorat vier beginselpunten, waar in het ministerie teleurstelt: Zondagsnujt op de Spoorwegen. De preekenbundel bij de Marine, Wederinvoering der doodstraf. Afsoliaffing van do Staatsloterij. Daar hebt ge nu vior punten, alle van dien aard, dat onze richting van d i t Kabi net en bij deze Kamermeerderheid niet verkrijgt, wat zo van een eigen ministo- rio bij een ei gon meerderheid met allen grond kon verwachten. Toch wil het blad om dozo teleurstelling niet tegen het kabinet strijd voeren, maar propaganda maken or voor: Zulke zaken moeten met dubbelen ernst besproken Worden, opdat we er het volk wakker voor krijgen. Terwijl tevens de hoop niet behoeft te worden opgegeven, dat wc langs den weg van overtuiging ook de an dere partijen dei* ooaditie voor onze ziens wijze winnen. En daarom rust op ons de plicht, om juist zulke punten, waarvoor we bot nog toe sloclits alléén opkomen, naar voren ie schuiven. Tn „Uit de Hoofdstad" in do „Provin- cialo Groninger Courant" lezen wij: Onze reede veel omvattende Algemeouc Po li tie-verordening zal binnen korten tijd met ettelijke artikelen vermeerderd mouten wor- deu, welke het zullen moeten hebben over het rolschaatsenrijdcn. Ik herinner mo nog uit de dagen, dat ik oen aankomend jongeling was, zoo iets van jto groot voor ccu servet en te kloin voor een tafellaken, dat er in enkele plaatsen des lands skating- rinks wenden, gevondon, waar men hel rijden loerdo en beoefend o. Men huurde er een paar rolschaatsen ik meen voor «oen kwartje per avond cn het 'eerste, wat vooral zij, dio reeds gewoon schaatsenrijden kenden, deden was: vallen I Het kostte toototo op op dc heen te blijven, omdat do schaatsen do hebbelijkheid hadden om onder de rijders uit te glijden, wanneer men reed gelijk een „heusehe" schaatsenrijder, en dat deed (na tuurlijk iedor, dio wel cons over het echte ijsvlak had gegleden. Wie evenwel van het schaatsenrijden geen kaas had gegoten, kende het skatingrink betrekkelijk vlug, loerde door middel van „beent je-over" boc.hton ma ken, kon al hooi spoedig achteruitrijden, en govoelde zich over liet algemeen zeer thuis op zijn wieltjes. Alleen was het zeer onaan genaam, dat, ils men viel, toen steods op dezelfde wijs viel, steeds denzelfden plek van het lichaam bezeerdeik «donk nog aan het bontblauwo oppervlak, dat toch ge leidelijk op een bepaald gedeelte 'van mijn, corpus vormde. Het was daarbij wel eigenaar dig, dat we een buiteling maakten, zoodra onze rolschaatsen bijv. met een lucifer of een stoentje in botsing kwamen, zoodat er stoeds een baanveger bij do hand was, dia zelfs het kleinste strootje van hot osphaltvlak ver wijderde En nu, nu toen wc niet enkel onze veelbelovende jeugd, maar zelfs volwassen personen toch op den openbaren weg op rol schaatsen voortbewegen. De groote cm kleine ongerechtigheden, die men altijd op toen druk beloopon straat vindt liggen, leveren geen bezwaren op, men kruist zdfs tram rails en dat gaat met toon snolheid en uiter lijk gemak, welke ook wielrijders (mogen benijden. Men toet do rolschaatscnrijdcrs niet enkel op onzo groote pleinen, Sn hot bij zender op het Frcderiksploin on 'het Loid- scheplein, doch dezer dagen l>cn ik op den drukken. Dam verrast door een ietwat on- stuimigo omhelzing van oen beoefenaar van dozen tak van sport., die Inict zoo gauw voor mo uit- den weg kon lcoinon, on gisteren ben ik in de modder getuimeld ten gevolgo van con botsing met een 'rolschaatsonrijder, die do propvol lo Leidscliestroat gebruikte voor zijn sport-cvolutios. Ook anderen is iets dergelijks overkomen on het zou na. i. wel raadzaam wezen, indien alvorens er ernstiger ongevallen gebeuren, bij politio-A erordening enkele beperkende bo- palingen betreffende rolsoliaatsenrijdcrs wor den getroffen. Men zou zo iu. i. gelijk moe ten stellen mot rij- en voertuigen, hun dus hot rijden over trottoirs mooten verbiodon; hun voorschrijven, dat zij voor voertuigen en menschen stcods op dezelfde *wijzo als rijtuigen moeten uitwijken, cn in ieder go- val zou moeten verboden worden, dat men den ppenbaren weg gebruikt als sportter rein cn cr onderlinge wedstrijdja organiseert, zooals thans onder do jeugd gebruikelijk is. Het zal op don duur misschien noodig zijn voor de handhaving van dergelijke bepalin gen, dat wc politi<vagcnten op rolschaatsen krijgen; edoch we hebben al palitio-agonton te paard en op de fiets, die op rolschaat sen kunnen cr nog best bijl Onder het hoofdDobajonottenp-f- goslagen zegt „Hot Volk": Wat is geschied, in do 'Kamer ton pp- toclito van do openbare leeszalen is tcekenend. Tcekenend, niet voor do kerkdijken. Dat dozen te weinig warmte hebben voor de zaak der volksontwikkeling, om tegen den zin van oen hunner ministers oen post op do begrooting to brongeu voor dit doel, is jammer, omdat zij do maclit Siebben, maar toch begrijpelijk. Anders staat hot met do vrijzinnigen. Van hen mocht althans, na do stemming op IS December 1907, verwacht worden, dat (zij zonder cenigo aarzeling vóór liet inmendemenl- Schaper zouden stommen, oni de leeszalen tijdelijk te helpen en Voor geldnood to behoeden zoolang geen defiuilleve regeling is getroffen. Maar niet alzoo! Do heeren wilden politiek doen, ïn den zin van diplomatisch. Minister Heemskerk was „op den goeden weg" en hu mocht men zijn plannen niet verstoren. Natuurlijk was van dit laatsto go&n sprake. Eerder zou do aanneming van het amen do- ment een krachtige aansporing zijn gewest om cr mee voort te maken on do zaak defi nitief te regelen. In den grond dor zaak waren do hoeren bang vcor oen verwerping van liet amende ment mèt hun stommen, zoodat, ja wat? De voorsteller had zijn amendement geheel los gemaakt van do toekomstplannen des minis ters. Er was dus niets aan verbeurd bij ver werping door do stemmen van iroohts, on de vrijzinnigen hadden door vóór te stem men ten minste krachtig kunnen getuigen voor hun liefdo voor do volksontwikkeling, zooals dio gediend wordt door de openbare leeszalen. Maar zo durfden niet, wildon mi*. Heems kerk sparen, staakten allo oppoaitio en sloe gen openlijk do bajonetten voor de kerke lijke rcgoering af. Droovig schouws pol Inzake het onderwijs al bijgedraaid en ge capituleerd, en nu ook inzake tzulk een kwestie van den strijd afgezien! Hot ergst is echter, dat het Lieer niet ging om meer of minder stemmen, toaar dat waar schijnlijk het lot van het (amendement zelf door dezo houding werd beslist. Reeds vóóraf was toch de houding dei vrij zinnigen bepaald cn zoowel dr. Do Visser als do minister roken lont cn hebben hun gedragslijn liiernaar gerogcld. Aan de rustige houding van mr. Heemskerk was dit ter stond te toon. Bij oen forscheu stormram stoot op de zwakke stalling der Regeering zou intusschen allicht een deel /der rech terzijde zijn omgevallen cn ook ide Regee ring hebben toegegeven. Zij weten nu och ter van wcLkon kant aan de zijde der vrijzinnigen do wind waait. Dezen deinzen terug, given zich al bij voor baat gewonnen en zien van elk verzet af. Dat kan hun straks bij de beslissing over de zaak zelve to pas 'komen. In verkiezingsdagen eu bij de politieke debatten loc ge frases over de nnti these en de scheiding van de natie in twee kampen maar op ernstige punten van geschil met de kerkolijkcn samengaan en er voor buigen I „D e Vaderlander" steekt m i- nister Heemskerk, naar aan leiding van hetgeen deze in de Kamer over zijn grappen heeft moeten verduren, een hart onder den riem. Minister Heemskerk, soo schrijft het blad, heeft één, vooral in Hollandsohe oogen zeer groote font, hij kan niet verve lend zijn. Hij weet als ervaren parle mentariër natuurlijk, dat deze eigenschap niet in zijn voordeel is in ons lieve vader land, waar de dikke spekpannekoek in hoo ger eere staat dan het luchtige flensje; maar hij is zoo verstandig, er niet tegen te strijden, gedachtig aan Lafontainea wijze les: Ne forgona point notre talent. Hij blijft dus, welke afkeuring daarvoor reedt rijn onschuldig hoofd trof, bot debat met Attisch zout besprenkelen, en als hij ecu zaak niet in zijn werkplan wil opnemen, brengt hij bet Kamerlid, dat dit wenschf, daarvan vaak schertsend op de hoogte, in plaats van het sterot.ypc: „Do Regeering zal dc wepschen van den afgevaardigde overwegen" van zijn lippen te doen komen. Iedereen zal moeten toestemmen, dat bei de wijzen van doen voor het Kamerlid, dat de wonsc^u uit, precies op hetzelfdo «neer komen, al is de deftige wijze meer naar onzen Ianduard, die zich altijd buitenge meen verheugt, als zc den zwarten rok en witte das aan den horizont ziet verschijnen. Hot blad geeft, dan een overzicht van wat» de Minister in de Kamer cn de Pers over zijn vroolijkheid te hooren kreeg, en zeg*, dat het hier niet ging over de vraag of dc Minister een groot hervormer zal wezen, een pretensie, dio hijzelf nooit heeft ge uit maar om deze, of hij het recht hooft den aangenamen vorm van scherts en jokkcr nij te blijven kiezen. Laat u geen scliijn-do- gelijklieid opdringen zoo roept de schrij ver hem toe „er is stokvisch genoeg in Nederland". En hij herinnert aan Do Ge- nestcts versje: Maar één ding is streng verboon, Doodlijksto aller zonden: Wee u, zoo go in taal of toon Aardig wordt bevonden Geestigheid heet spotternij, Ongodisme, ketterij „Deftig, vormlijk, waardig" Blijft de leus, en, heil den man, F* het vroom verklaren kan: ,,'k Ben volstrekt niet aardig Kerstgcsehcnk nnn Prins Hendrik» Van bovriondo zijdo schrijft men aam da „Prov. Gron. Courant." Toen wij nu conigo weken 'geleden een bozoek brachten aan het atelier van Otta Ecrclmnn vanden wij den meestor voor zijn ezel, bezig met liet uitwerken van eenigo studies voorstel lende een zijner moest ge liefde onderworpencon „liond met jongen." Wio toch nog herinnert zijn „collies" dit voorjaar bij gelegenheid van zijn 70sten ge boortedag geexposoord door de he ren Schol- tens te Groningen, orkent in Ecrelman den' diercnsehildcx bij uitnemendheid. Op onzo vraag waar hij dit nest weer had, gevonden, raocet hij ons hot antwoord schul dig blijven, maar Eerclthtm was zoo vrien delijk ons uit te noodigen toenige dagen vóór Kerstmis terug te komon om liet dan af- gowcrkto schilderij tc zien. Nu dit schil derij ter bestemder plaats is aangekomen, go- loovon wij geen onbescheidenheid to bcgaunj ocm on ander hierover mode ie deelon. In hot begin van October jl. werd do heer Ecrolman namens Hare Majesteit do Koningin uitgenoodigd ton paleizo Het Looi to komen on ontving daar do veroorendo opdracht oen inocdorhond mot 6 jongen, black and tain tekkel, den lievelingshond van Z. K. H. Pruts Hendrik, op doek ie breugoa. Dit werk nu, hadden wij «enige dagen, gclotlon hot gonocgou to mogen beschouwen, cai ona troffon do aardige igroopeering on" typische standen van moeder en kroost, hot mcoio perspectief van het bosch vn do blauw, zwarlo kleur dor aanligo beestjes. Hot schil derij mot oen afmeting van pl.m. 1.80 bij 90 cM,, stelt voor op den achtergrond eon, getocht in hot j»arlc van Het Loo met heb bekende laantje, waarin II.M. zoo gaarnel var toeft, op don voorgrond do tekkel met] haar jongen. Roods ontving do hoor Eertlm.au namcnai Haro Majesteit do mede dool ing van H. D.: ingenomenheid mot liet werk. Een geluk-» wensch onzerzijds aan den lieer iEerolinan,' mot do eorvollo opdracht cn mot do go- lukkigo uitvoering daarvan is zekor niofj misplaatst. zgn. aankoopcit van Iirnpp bij JLi ml hoven. Hot is aan „Dc N. Ct." thans afdoend gebleken, dat de geruchten omtrent tob stand gekomen of voorgenomen oankoopoa van dc finna Friedrioh Krupp in do buurt van Eindhoven uiets anders dan verdicht- sels zijn. Ziohior hoe dio praatjes waaromtrent! de Fransohe overste Rousset zelfs bij/.on,- derhoden, ontleend aan „verklaringen" van, don heer Von Bolden und Halbach, wist raedo te deelen in de wereld ziju geko men. Voor eenigen tijd verleende de Metaal- gloeilampenfabriek Philips Sc Co. te Eind hoven opdracht een complex terreinen tef grootte van ongoveer 16 H.A., gelegan te Strijp langs do spoorlijn op rijf minuten af stand. van haar fabrieksterreinen, in lmn- deq te nemen; hetgeen gelukte. De firma was voornemens clie terreinen te bestem men voor werkplaatsen, fabrieksgebouwen en het stichten eener arbeiderskolonie. Hangende de onderhandelingen vernam een nieuwsgierig persman, die een en ander over den voorgenomen aankoop vatt fabrieksterreinen had gehoord, dat het wol voor de firma Krupp kon wezen I En zie daar den oorsprong van het gerucht, dab nog steeds de wereld rondloopt Intusschen zijn dc terreinen thans door def Gloeilampenfabriek gekocht en heeft deze in dc vorige week bij dc Holl. Beton Maat schappij den bouw aanbesteed van rent nieuw zes-verdiopings-gebouw van 12,000 vierkante Meter vloeroppervlakte. Bykswerlilieden. De sub-coin missie uit do Staabscomruissifl van arbeidsvoorwaarden der Rijkswerk lieden! zal heden onder leiding van liaar voorzillor^ mr. Versteeg, Becretaria-jednerraal van liet De* partoment van Landbouw enz., enquête hou* don ondeF hot porsonoal der ariiilerio-iiw richtingen aan do Hom brug. Do enquête za| ccnige dogen duren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 9