Een heerlijk Kerstgeschenk,
LEIBSOET BAGBBAB, Vrijdag1 24 Becembsr. Tweede Blad.
Anno 1ÖÖ9.
Tweede Kamer.
KTö. 152&Ö.
Hierna werd het algemeen debat geslo
ten.
Bij dc artikelsgewijze behandeling werd
een amenderaent-T er Laan, om de derde
herhalingsoefening te doen vervallen, door
doren met. een kort woord toegelicht.
De Minister bestreed het. Zoolang de
wet do herhalingsoefeningen kent, kan de
Minister ze niet afschaffen. Hij ral zich
ochter beijveren die oefeningen zoo kort mo
gelijk, te maken.. Hij verklaart hel amende
ment onaannemelijk.
Op een vraag van den beer Duymaer
Van Twist verklaarde de Minister
te rullen overwegen de oprichting van z. g.
school-compagnies.
Het amendement-Ter Laan werd verwor
pen met 50 tegen 18 stemmen.
Bij de verdere behandeling der begroo-
tïiïg, waarbij verschillende sprekers óf
slechts zeer korfè opmerkingen maakten,
óf van het woord afzagen, critiseerde do
lieer T e r L a a n den slechten toestand van
het Militair Hospitaal te 's-Gravenhago.
De M i n i st e r zal een onderzoek instel
len.
Op vragen van den heer V a n. K a r n e-
b e e k antwoordde do M i n i s t e r, dat de
hulzen voor het snelvuurgoschut, die 'aan de
Hcmbrug gemaakt zijn, even goed hebben
voldaan als de buitenlandsohe. Allèen bij de
infanteriehulzcn hebben zich scheuringen
voorgedaan, naar de oorzaken waarvan nog
wordt gezocht.
Do heer Thomsom wees op het ge
rucht, dat de hoofdadministratie van hot
korps marechaussee gevestigd zal worden te
's-Gravenhage, onder leiding van den korps
commandant. Spreker zou een dergelijke
centralisatie ten zeerste betreuren als een
stap achteruit.
De Minister zeide, aan dezo zaak zijn
aandacht to zullen wijden.
Bij de behandeling der V e s t i n g b e-
groot ing die bij 6é n der artikelen in
bespreking kwam, stelde de heer Tho ui-
s o n, mede namens do heeren Jansen,
Dolk, Smeenge, Roódhiiyzen, Helsdingen en
Ter Laan de volgende motie voor inzake de
Scheveningsehe haven
,,Do Kam or, van oordeel, dat de wet van
24 Juli 189D (Stsbl. N®. 194) niet wordt uit
gevoerd volgens de duidelijk uitgesproken
bedoeling van den wetgever; van oordeel,
dat de Scheveningsehe haven ook bij juiste
naleviDg der wet niet voldoen kan aan de
cischen, die. in verband met de betrokken
belangen moeten worden gesteld, noodigt de
Regeering uit om: ten eerste een voorstel
tot wetswijziging in to dionen, waardoor
niet langer uitgesloten blijft-, dat de haven
aan de te stellen eischen ten volle zal kun-
non gaan beantwoorden; ten tweede, reeds
dadelijk maatregelen te nemen, dat do wet,
hierboven genoemd, naar do bedoeling van
den wetgever wordt uitgevoerd."
Deze motie zal later worden behandeld.
De Y estingbegrooting wordt
goedgekeurd.
De Oorlogsbegrooting zolf,
in stemming gebracht op verzoek der so
ciaal-democraten, wordt aangenomen
met 43 tegen 20 stemmen.
Tegen stemden de heeren Ketelaar, Vob-
fcerman v. Oyen, Hekdingon, Jannink, Ter
Laan, Smhaper, Dradker, Van Hamel,
Vliegen, Smeenge, Lïeftinck, Goeman Bor-
gesius, Hubrecht, Duye, Marohant, Bos,
Roodhuyzen, Tecnstra^ Roessingh en Lim
burg.
Goedgekeurd werden nog verschillende
kleine ontwerpen. Ook werden goedgekeurd
de wet op de middelen en het wetsontwerp
tót heffing van 10 opcenten op de bcdrijfs-
en Vermogensbelasting.
Avondvergadering.
Surinaamsche Begrooting
19 10.
De heer Van Vuuren bestrijdt het
geven van subsidie voor to maken tekorten.
't- Subsidie zou jaarlijks met. f30,000 vermin
derd kunnen - wórden. Spr. hoopt, dat de
Minister zal aandringen op bezuiniging
door den Gouverneur in samenwerking met
de Koloniale Staten. Noodi£ is een vast
stelsel, d&t rekening houdt met do practijk.
De tering moet naar de nering gezet wor
den.
De -Tiniflter v«n Koloniën zal
zijn aandacht,gevestigd houden op den toe
stand der koloniale vaartuigen. De proef
met bosckexploitat-ie schijnt te slagen. Do
Minister zal nagaan, wat iitede te dcelen
is uit het rapport over de Javaansche koe
lies. Met alle kracht moet er naar ge
streefd worden, het subsidie zoo gering mo
gelijk te doen rijn, kan het, het geheel op
te heffen.
Tegen een vaststelling van de subsidiee-
ring bij de wet heeft de Minister bezwaar.
Het algemeen debat wordt gesloten.
Bij de artikelen sprak de heer R o o s-
s i n g h over de opheffing van een predi-
kantsplaats in Niokerie en daarvoor oen
hulpprediker in de plaats te stellen.
Spreker aohfcte het oen zaak van grooto
prinoipieeie beteokenis en breedvoerig wees
hij op het belang aldaar een predikant te
hebben.
De Minister releveerde, dat er geen
sprake van opheffing van een predikanta-
plaats is; men leest toch in het artikel
„predikant of hulpprediker". Volstrekt wil
men de bevolking niet eon predikant ont
houden
Bij do repliek diende de heer Roes
singh een reeds door hem in uitzicht ge
steld amendement in, n-l. om het betrekke
lijk bcgróotingsartikc-i met 2000 te ver-
hoogen cn liet woord hulpprediker te ver
vangen door predikant.
De heer Van Vuuren verheugde zich
in de belangstelling van den heer Roes
singh en diens geestverwanten in de gees
telijke ontwikkelng van Suriname en vroeg
daar ook in ander opzicht hun belangstel
ling voor. Nain de Minister het amende
ment over, dan bsetond er z. i. een vier
dubbele aanspraak vóór de Katholieken.
Bij het derde debat verklaarde de Minis
ter zich boreid om onder artikel twee van
het wetsontwerp hot betrokken artikel op
te nemen bij de poster, die mogen over
schreden worden, dan kan hij de zaak nog
eens overwegen, en indien hem zulks ge-
wenscht bleek, eon wijziging aanbrengen.
De heer Roessingh wilde een defint-
tief antwoord en handhaafde zijn amen
dement.
In stemming gebracht werden er 17 tegen
ep 15 vóór uitgebracht-. Vóór stemden do
heeren: Dolk, Drucker, De Geer, Rood-
huijzen, Smeenge, De Klerk, Rink, Duijs,
-Marchant, Teenst-ra, Thomson, Roessingh,
Jansen (Den Haag), Ferf en Van Doorn.
Tot de tegenstemmers b^hoordo van
links de heer Vau Foreest.' Zoodat Week,
dat het ycreischte aantal leden niet aanwe
zig was; waarna de vergadering werd ver
daagd tot aanstaanden Dinsdagnamiddag
halftwee.
Vioariego edt-rtb.
Bij de wet van 8 Juni WOB. ia dc geldig
heidsduur van do wet van 189% houdende
voorioopige maatregelen tot) het bolioud
van, vicaxiegoederen, bepaald op achttien
jaar sedert den dag harer inwerkingtre
ding. Mitsdien zal de wet op 31 October
1910 haar kracht verliezen. Aangezien een
definitieve regeling dezer materie lot dus
verre door den minister van justitie nog
niet ter hand is kunnen genomen worden
en deze derhalve vóór dion datum niet tot
stand zal komen, is het noodzakelijk dat
het tijdvak, waarover do wet van 1392 gel
den zab wederom verlengd worde. Bij eon
daartoe strekkend wetsontwerp wordt der
halve voorgesteld den bovenbedoelden ter
mijn voor den geldigheidsduur der wet van
1892 met v ij f j a r e n te verlengen.
Het Enquête-voorstel.
Het voorstel van den hoer Trocïstra, tot
het houden eener enquête omtrent hande
lingen van den toenmaligen minister van
Binnenlandsohe Zukon ter zake van deco
raties in 1S03 m 1S05 luidt als volgt:
„Naar aanleiding van hetgeen voorkomt
in par. 4 van het Voorloopig Verslag on
der Memorie van Antwoord van hoofdstuk
1 der Staatsbegrooting voor 1910 ter zake
dor deoorafcie, op initiatief van den toen
maligen minister van Binnenlandsohe
Zaken, tijdelijk voorzitter van den Minister
raad, dr. A. Kuyper, in 1903 verleond aan
den heer R. Lehmann en do poging van
dienzelfden Minister in 1905, om den heer
E. A. Lelnnapn voor eea docoratie bij dj
Koningin te doen voordragen, heeft onder-
geteekende de eer, ingevolge artt. 129 vgg.
van het Reglement van Orde het voorst-el
te doen, dat de Kamer besluite, een onder
zoek in te stellen als bedoeld in art. 95 der
Grondwet, zulks ter beantwoording van dc
volgende vragen:
„lo. Zijn de gepubliceerde verklaringen
van mèj. Mathilda Wesfemeijor betreffend
bovengenoemde zaken juist en moeten de
brieven, in verhard da-armede gepubli
ceerd, als echt worden beschouwd 1
„2o. Heeft dr. A. Kuyper ter zake do
uitoefening zijnor functie in de Uit-voe-
rendo Macht gebruik gemaakt van do
diensten van voormelde persoon of aan
haar, of door haar bemiddeling aan ande
ren, in die qualiteit diensten bewezen en,
zoo ja, van welken aard waren die diensten
en waarin bestond voor beide personen het
belang van hun wedcrrijdsch optreden la
dezo?
",,3o. Heeft do toenmalige Minister den
heeren Lehmann aanwijzingen of inlichtin
gen gegeven of doen geven omtrent den
weg, dien zij hadden te volgen om in aan
merking te komen voor een decoratie, of is
hij hun in ander opzicht daartoe behulp
zaam geweest?
„4o. Is er, nadat mej. Westmeijcr bij
dien Minister stappen had godaan ter be
koming eener deooratie voor de heeren
Lehmann, tusschen hem en deze heeren
zoodanige verhouding ontstaan als waaruit
eenige praestatie hunnerzijds voortvloeide,
ten gevolgo waarvan de verleende of to
verleenen decoraties het karab' kregen
van begunstiging van bepaalde personen,
niet of niet slechts wegens aan den
lande bewezen diensten, doch wegens dien
sten bewezen aan den Minister, hetzij per
soonlijk, hetzij in zijn qualiteit van hoofd
zijner partij?
,,5o. Welke geldelijke bedragen hoeft dr.
Kuyper van do heeren Lohmann ontvan
gen; op welko tijdstippen zijn deze geïnd;
voor welke doeleinden waren zy bostemd
of zijn ze gebruikt en dient cenig -zo*
ja, welk verband tusschen die gelden on
de verleende of te verleenen decoraties te
worden aangenomen
In een Memorio van. Toelichting worden
de gronden voor bovenstaand voorstel door
den heer Troolstra aldus samengevat:
lo. De Kamer heeft het recht van enquête
omtrent al die aangelegenheden, welke tot
haar attributen b Scoren.
2o. Baar plicht tol contróle der Uitvoe
rende Macht, dwingt haar, ;ndien voldoend
ernstige beschuldigingen van misbruik van
macht ten particulieren bate door tegenwoor
digo of gewezen ministers of van corrup
tie te liarer kennisse komen, dezo te onder
zoeken.
3o. De eerst voor de hand liggende mid
delen tot dit onderzoek zijn het hooren van
den beaohuldigde in zijn verdediging, zoo
wel buiten als in de Kamer door hem ge
voerd, en het vragen van inliohtingen vol
gens art. 94 der Grondwet.
4o. Is door het gebruik inaken van deze
middelen het noodigo licht niet verkregen
of te verkrijgen, zoo blijft toepassing 'ovoc
van het recht van enquête volgens ark 95.
öo. Eenmaal de noodzakelijkheid van na
der onderzoek erkennend, kan de Kamer
deze haar taak niet. laten overdragen aan
een particuliere commissie, door of van-
wego den boschuldigde benoemd en die niet
beschikt over die middelen om het publick
te verplichten, door het verklaren der waar
heid tot het onderzoek mede te werken, die
het wezen van het parlementaire enquête
recht uitmaken
öo. Do zaak-K uypcr toetsende aan l»oven-
veripckle beginselen, komt nien tot de con
clusie, dat zy èn in hot algemeen vatbaar
is voor, in in het stadium verkeert van
ondcrsoclit te moeten worden door middel
e>?ner parlementaire enquête en dit wel
nader op do volgende gronden-
a. wegens haar aard: beschuldiging van
corruptie in de uitoefening der Uitvoerende
Macht
b. wegens het onvoldoende der verdedi
ging, door den beschuldigde tot heden ge
voerd en der inlichtingen, die in dezen aan
dc Regeering gevraagd cn door liaar gego-
ven konden worden;
e. wegens do eigenaardige t'-chen, aan
hot bewijs in deze zaak to stollen cn waar
aan alleen is to voldoen bij een procedure,
waarin men over beëedigde getuigenverkla
ringen beschikt.
Naar aanleiding van do door den beer
De fiavornin Lobman in de Kamerzitting
van 25 November j.l. uitgesproken meening,
dat een enquête ecu doel inoet hebben, cn
dab dit doel moet wezen de richtige vrr-
vulling van do taak der Kamer van con
tróle op de Uitvoerende Macht, zoodat een
enquête slechts geoorloofd kan wezen, wan
neer heb een zittend Minister betrof;
merkt de heor Troelatra op, dat. men in den
geest der Grondwet en volgens hot wezen
der zaak het best handelt, door het doel
eener enqitcte eenvoudig te zoeken in hot
onderzoek zolf en daarbij sléchte dio beper
kingen te doen gelden, die aan het behing
der zaak cn haar verband met de algoinee-
ne constitutioneole taak van het Parlement
zijn ontleend.
Dat de Kamer ook ten opzichte vau dudon
van afgetreden Ministers haar contróle op
do Uitvoerende Macht iu den vorm van oen
enquête mag jujtoefenen, wordt door don
heer Lohman in rijn rede implicite toegege
ven. Dat zij de behoefte hoeft gevoeld, in
do zaak die het hier geldt dat controlerecht
toe te passen, blijkt uit do schriftelijke
on mondelinge behandeling dier zaak bij de
jongste bogrootingsdebatteo. Dat. ton ge
volge dier behandeling üot verlangde licht
niet is verkregen cn con nader onderzoek
noodig is, hoeft de heer Lobman zelf ver
klaard, waar hij op grond, „dat er ua de
verklaring van dr. Kuyper op sommige pun
ten weer meor duisternis is ontstaan", wil
„afwacht.ii, of dr. Kuyper zolf dio duister
nis weer in licht zal doen veranderen" ca
het ia het bolang van don heer Kuyper
acht, meor licht te veraobaffen, „deeoood*
ten overstaan, van een commissie, dio hij
self desnoods kan aanwijzen en die het
volkomen vertrouwen bezit van hot gehce-
le volk." i
Van het standpunt van den beschuldigde,
dio aldus misschien een uitspraak zou kun
nen verkrijgen tot horstel van zijn goeden
naam, mogo oen dergelijke commissie vol
doende zijn, dc Kamer kan, volgons den
heer Troolstra, do uitvoering harer taak in
dezo niet aan zoodanige commissie overla
ten. De beschuldigde moge, voor hot eereb
n a dezo woorden van den heer Lobman,
hebben doen publiceorcn, dat hij steeds vaa
plan ia goweoet, zijn zaak in handen van een.
zoodanigen oororaad to atollen, het publieke
karakter dier zaak, het feit dat zij niet ecu
gewoon particulier betreft, doch het optre
den van een Minister bij de hanteering zij
ner publieke, onder de contróle van het
Parlement staande functie, maakte haar
Bij do verdere behandeling der Oorlog?-
begrooting gisternamiddag zei do Mi
nister yan Oorlog, do heer Cool, ver
moedelijk, een krediet voor hot aansteilen van
burgercorveeëra eerlang te moeten vragen.
Van vorhooging der offioierstraktementen en
van vermindering van het aantal hoogere
officieren is epr. oen groot voorstander; hij
kal pogen iets in dio richting te doen.
De pogingen om militie-kader te vormen
Magen niet, maar in kef kader is in het
algemeen, dank zij den toevloed van vrij-
willigcrs, geen aanmerkelijk tekort. Hot capi-
tulantonstelscl war kt gunstig, waar het is
ingevoerd, en allerminst brengt hot hot uit
schot der au der of fi eieren in de -burgermaal-
Schappy. gelijk de heer Ter Laan beweerde.
Uitvoerig verdedigde spr. hot Kom. besluit,
waarbij de splitsing in sergeanten lsIe en
2de kLasso word gemaakt. Een aanvullend
Koninklijk besluit, om enkele onbillijkheden
weg to nemen, is in bower king. Spr. geeft
voorts een overzicht van het gebeurde met
do ondorofficiersvereinigingeu „Ons Belang"
ön „Onderlinge Voorzorg", het standpunt
der Regeering tegenover dc fusie dier Ver-
lenigingen verdedigende.
Wat de houding des Ministers tegenover
j,Ons Belang" zelve betreft, dezo Vcreeni-
ging staat niet welmeencnd genoeg tegvsn-
•vor het legerbelang, om haar te steunen,
nog wel met oen drukkerij, die haar propa
ganda vergemakkelijkt. Zij staat met haar
©igon belang tegenover het algemceno leger
belang. De Minister zou, indien de Vcreeni-
ging ernstige vergrijpen tegen de krijgs
tucht ploegt, langs wettel ijken wag kunnen
overgaan tot ontbinding der Vereniging «ex
artikol 9 der Grondwet, maar zoolang die
besliste aanleiding nieb bestaat, kan van
ontbinding geen sprake zijn. En zoolang de
Verecniging een gepasten toon in haar op
treden handhaaft, zal zij hem steeds bereid
vinden tot overweging harer wensehen.
De rechtspositie v:in officieren is beter
verzekerd dan in de burgermaatschappij.
Ten opzichte der conduitelijsten bestaan
thans alle mogelijke waarborgen.
Do kwesiïe-Römer is nog hangende en dus
*og niet rijp voor bespreking.
Do Minister keurt het duel onvoorwaarde
lijk af. "Waar kolonel Van de Gap pel lo niet
de uitdager was, kan hot te zijnen opzichte
blijven bij de door de rechtbank opgelegde
ptraf.
Ten opzichte van het geval-Roost van
Limburg sluit spr. zich aan bij den heer
Lohman. Het Hoog Militair Gerechtshof
had in zijn vonnis meer rekening moeten
houden met do eischen der discipline. Ge
neraal «Sabrom heeft er niet ioan gedacht
die resolutie lor zijde te stellen, hy wilde
daarvan de schadelijke zijde slechts noubra-
lieeeren.^
6pr. is tqgon het voorbereidend militair
onderricht, maar hij is groot voorstander
van vooroefeningen der jeugd. Overleg over
dit laatste is gaande tusschen Oorlog en Bin-
nonlandsche Zaken. Wat dusver werd go-
daan is met succes bekroond. Binnen enkele
jaren zal men over geheel Nederland die
oefeningen kunnen organiseeren.
Spr. zal de wedex-openstelling van de Ma
liebaan te 'a-Gravcnhoge voor sport overwe
gen.
Het geschut van Krupp is gekozen na
herhaalde proefnemingen te Scheveningen
en elders, en nadat voldoende gelegenheid
was gegeven aan andere firma's om mede te
dingen.
De heer Marchant diende nu een mo
tie in, strekkende om een Staatscommissie
in te stellen, ten einde aan een speciaal on
derzoek te onderwerpen de geldelijke en per
soonlijke lasten voor de verdediging, op ona
volk gelegd. De redaotie dior motie is eens
luidend met die, vroeger door den heer
Talma voorgesteld. Dezo motie zal later
worden behandeld.
Het sneeuwde. Onder het vallen der
Vlokken spoedde de menschenmassa zich
yoort, als had zij alle inkoopen opgespaard
Sot dc laatste uren vóór het Kerstfeest.
Toch hoorde men, ondanks de vele voet
gangers. die dc straten doorsnelden, daar-
yan niets en ging elk geluid van voetstap
pen in de verschgevallen sneeuw verloren,
$léchts vernam men het klinken der bel
len van dé paarden en dat eigenaardige.
$temmcn-gegons van menschen, die elkaar
yerdringen en zich den tijd niet gunnen,
behoorlijk uit te v/ijken. 1
Hoevele stooten en duwen had die wach-
Sénde vrouw dddr op het plein voor het
.Gerechtshof al niet te verduren gehad, die
.Wel de eenige scheen, die geen haast had,
jen maar altijd weer datzelfde eindje van
iden éénen hoek van het gebouw naar den
janderen afstapte.
Zij wachtte op haar zoon, den trots van
haar leven; op haar begaafden, vluggen,
door vader en moeder aangebeden jongen.
.Ook de onderwijzer had van hem gezegd:
-„Van dien knaap zult ge nog vreugde 6e-
leyenl"
En zij had nachten wakende doorge
bracht, alleen omdat hij, de beste leerling,
niet met gescheurde, oude kleeren zou be
hoeven te loopen, en vader had zich het
rooken afgewend. „Dat is alweer een paar
gchoenen voor hem," had hij gedacht.
„Hij moet het beste hebben!" was het
•*s middags aan tafel.
„Hebt ge gezien," vroegen de ouders
jdkaar om strijd, „hoe gauw hij zyn werk
af heeft? Nog geen uur gebruikt hij er
yoor, en toch is hij nummer één van allen,
bas kind, de zoon van behoeftige ouders*
Ja, hij kan alles en wat zal hij het nog ver
brengen 1"
En nu stond de dertienjarige knaap te
recht wegens diefstal, en zy, de moeder,
wachtte op hem. Al twee uren lang liep zy
daar op en neer en herhaalde bij zichzel-
ve, wat haar man gezegd had: „Hij blijft
zijn leven lang een veroordeelde; die smet
kan nooit worden uitgewischt I"
„Nooit 1 Nooit 1" kermde zij.
De eerlijke naam, dien zyn vader hem
had meegegevende schitterende toekomst,
die voor hun zoon was weggelegd, bleef
een droom.
Reeds werden de lantaarns aangestoken
en verlichtten de straten, en nog altijd,
wachtte de vrouw. Zij voelde zich moe,
ellendig: zij kon niet meer en kreunend
riep zij„Goede God, als ik te grootc
gedachten van hem koesterde, hem te veel
vergood heb, och, straf mij niet te zwaar,
wees barmhartig; ik kan niet meer!"
Juist nu kwam daarbinnen de behande
ling der zaak, naar welker einde de vrouw
zoo vurig verlangde, aan de orde. Na de
oproeping schoof een bleeke man een
knaap sidderend naar voren, tot vlak voor
den rechter.
„Hij is mijn zoon, edelachtbare," hoor
de men den man op doffen- toon uitstooten^
„Ga zitten," zei de president.
Deze zag den armelijk, maar net geklee-
den knaap een oogenblik zwijgend aan. De
kleine misdadiger weende niet; wel had hij
donkere kringen onder de oogen en hield,
hij den mond, die van karakter getuigde,
krampachtig gesloten.
„Zijt gij dertien jaar?." vroeg de rech
ter.
De beschuldigde knikte bevestigend.
„Wat doet uw vader?"
„Hy is werkman, mynheer.*'
-„Heeft die u niet gezegd, dat men niet
stelen mag? Hebt ge <iat ook niet op.
school geleerd?"
„O ja, mijnheer, ik weet het hpèl goed,"
kwam het haast onhoorbaar over de lippen,
van den kleinen boosdoener.
„En weet g© óok, jvaar de menschen
komen, die stelen?" i
„In dc gevangenis, mynheer." i
„En hebt ge 't dan toch gedaan?" i
„Ja, mijnheer."
„Hebt ge een mand appelen van de
markt weggenomen "cn zijt ge daarmee hard
wcggeloopen
„Ja, mijnlieer."
Waarom hebt gé 'daf gedaan? Hebt
ge die appelen willen opeten?"
„Neen, mijnheer, ik wilde maar eens aan
mijn makkers laten zien, dat ik alles kan."
„Dat ge alles kunt?" herhaalde derech-.
ter.
Maar eer hg verder kon gaan, werd hy
in de rede gevallen door den vader, die by
dc laatste woorden van zyn zoon verschrikt
do handen voor het gelaat sloeg, als vie
len hem plotseling de schellen yan de.
oogen. Hij trad naar voren. Geduldig liet
de rechter hem aan het woord.
„Mijnheer dc rechter, wij, wij alleen heb
ben schuld; wij, rijn ouders; wij zijn dom,
o, zoo dom geweest, mijnheer; wij hebben
het hem in zyn hoofd gebracht, dat hü
alles kan; wij zijn maar weinig ontwikkeld,
mijnheer, en daarom vonden wc hem zoo,
knap en bewonderden hem zool"
De officier van justitie gaf een verma
ning en de rechter richtte zich daarop tot
den knaap, die met gebogen hoofd voor.
hem stond:
„Zie mij nu eens flink aan! Hebf ge
werkelijk de mand weggenomen, enkel en
alleen om aan üw makkers te toonen, wat
gc durft en kunt? Maar ge hebt toch ook
van de appelen gegeten, nietwaar?. Vertol
mij nu eens juist, hoe het gegaan is.
De beschuldigde zag den rechter on
verschrokken aan en begon toen op helde
ren, vasten toon:
„Ze hebben mij getergd. Ik had 's mor
gens het beste nummer voor mijn opstel
gekregen zooals altijd, „natuurlijk", had
de meester gezegd en op weg naar huis
zyn we aan 't vechten geraakt en altijd
was ik hun de baas. en toen heb ik uit
geroepen: „Ik kan alles, wat ik will" En
toen begonnen ze te wedden, dat ik toch
één ding niet kon; de mand van de fruit
vrouw op klaarlichten dag wegnemen. Dat
zou ik niet durven. En toen ben ik cr heen
gegaan, en heb het gedaan; we hebben
allemaal van de appelen gegeten, ik drie."
„Het is juist zoo gegaan, als ge vertelt,"
zoo nam dc rechter weder het woord. ,.Ik
heb eerst bij uw onderwijzer cn daarna bij
uw makkers naar u geïnformeerd, 't Was
ondoordacht, wat ge gedaan hebt. Ditmaal
zult ge er echter nog niet voor in de ge
vangenis komen; maar krygt ge slechts
©en vermaning.
Wilt ge mij op uw woord beloven, ne
derig te worden? Zult ge nooit weer iets
van een ander wegnemen, waartoe die dwa
ze meening, dat ge alles kunt, en hoogmoed,
u gebracht hebben? Zult ge dan ook uw.
best doen, om een braaf, goed mensch te
worden en uw ouders daardoor al hun
moeite, zorgen en liefde naderhand in rui
me mate te vergelden?"
„Ja, dat beloof ik," sprak de knaap.
„Dan is het goed. En woord houden,"
zeide de president, „dan zal dit vergrijp u
zeker nog ten zegen zijn, en ge zult hier
door een goed mensch worden. En nu
ten slotte nog dit: dat ge nu ongestraft
hier uit het gebouw gaat, moet ge maar
als uw Kerstgeschenk beschouwen."
De vader brak in tranen uit, maar de,
knaap zag den vricndclijken rechter ver
baasd aan cn boog toen voor hem, heel
diep, zonder een woord tc kunnen uitbren
gen.
Eenige oogenblikken later bevonden zij,
zich buiten, vader en zoon, zonder eigen?»
lyk te weten, hoe ze er gekomen waren,-,
en daar stond ze vóór hen, de vrouw,,
wit besneeuwd, onbeweeglijk. Zy staarde»
hen aan met oogen, waaruit doodsangst
sprak.
„Neen, neen, moeder," stamelde dc
man, „ge behoeft niet meer angstig te rijn.
Hij is vrij cn niet gestraft."
Bij deze woorden wierp zij zich snik
kend in de armen van haar man; op hetj
ergste had zij zich voorbereid, een goeden,
afloop had zij zich in de verste verte niet
gedroomd.
En nu gingen zij door de sneeuw do
huizen voorbij, die vol waren met gelukki
ge, vroolijke menschen. Zij spraken geen
woord.
Hier en «daar schitterden lichtjes vaa
Kerstboompjes hun legen; soms ook wcr-.
den hun oogen als verblind door een zee.
van licht uit woningen van rijken; daa
hoorden zij het kindergejuich uit dc huizen,
gedempt tot hen doordringen en klinken;
door de nu stille, ledige straten.
Zij konden er nu in deelen, de dricj
gelukkigen, die kou noch vermoeidheid,
meer gevoelden. Zij haastten zich niet om,
thuis te komen, waar hun geen Korst-,
boom wachtte, en waar zij evenmin ge
schenken of verrassingen vinden zouden.
Neen, zij hadden hun Kerstgeschenk al ont
vangen, het grootste, wat zij maar wen-i
schen konden: het heerlijk geschenk hum
ner eer, waarop geen pmet zou blijven;
rusten.