Burgerlijke Stand.
Uit de Rechtzaal.
Tweede Kamer.
FEUILLETON.
No. 15285.
lEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag* 18 December. Tweede Blad.
Anno 1909,
Ethnografiseh Museum, een
uitstekende' plaat-s zullen
krijgonin hetoude ziekenhuis
gebouw.
Do heer De Savornin L oh m a n
verheugt zich over de uitstekende oplos
sing, door den Minister thans aan de zaak
gegeven. Zeker, de kosten zijn hoog, maar
de Kamer is niet gebonden aan alle eischcn
in het rapport der commissie gesteld.'
Wordt een nieuw Ziekenhuis gebouwd, dan
kan ook in andeFe nooden ter plaatse wor
den voorzien, doordat andere instellingen
in het oude gebouw een onderkomen vin
den. Het nieuwe Ziekenhuis dient vau.ston-
do af aan te komen onder een afzonderlijk
beheer met een commissie van bijstand, als
stootkussen tuaScben curatoren en diretrke
Men moet den zieken niet het noodige ont
houden, maar geen overdaad. Het denk
beeld van den heer Kuyper om aan elke
universiteit slechts één volledige faculteit
to behouden, ware niet voor verwezenlij
king vatbaar. Dit zou een nationale schade
beteekenen.
De Minister erkent eerlijk, dat hem
de schrik om het hart is geslagen, toen hij
liet rapport heeft gelezen van dc commissie
voor het Academisch Ziekenhuis. Hij heeft
den Rijksbouw kundige opgedragen zoo mo
gelijk een goodkooner plan te maken tot
partieole verbetering. Maar eenstemmig
kwam de commissie tot de oonclusie, dat
zulk een tijdelijke voorziening totaal ondoel
treffend zou zijn. Nu heeft de heer Van
Dodem nog eens hot denkbeeld van den
heer Kuypor hier ter sprake gebracht. De
Minister heeft dat denkbeeld echter niet
bepaald verworpen, maar alleen er op gewe
zen, dat het uitgangspunt, alsof in Leiden
de laboratoria reeds op peil zouden zijn,
minder juist was, zoodat men niet er aan
kan denken de tegenwoordige faculteiten te
gaan inkrimpen. Op het gebied van de labo
ratoria is te Lelden een achterstand en
als do Minister dezen aanvult, dan is men
te Leiden nog niet verder dan te Gronin
gen.
Natuurlijk behoeft de Kamer nu niet. al
les te aanvaarden wat in het rapport om
trent het Ziekenhuis staat. Maar alleen
wordt door aanneming van dezen post be
slist dat een nieuw Ziekenhuis zal worden
gebouwd, zonder dat de Kamer zich bindt
omtrent den omvang der bouwplannen. Wat
't beheer van het Ziekenhuis betreft, ook de
Minister meent, dat curatoren. eigenlijk
niet geschikt zijn om een Ziekenhuis te be-
heeren. Een stootkussen tusschen curato
ren en directrice 13 inderdaad gewenscht
cn de. Minister is zeer bereid bet denk
beeld van den heer Lokman in ernstige
overweging te nomen.
Het artikel wordt- goedgekeurd.
De heeron Van Karnebeek en
Van Lyn d en van S a n <1 en-
burg drongen er bij -den Minister op aan
de gelegenheid der onderhandelingen tus
schen Rijk c*n gemeente omtrent de uitbrei
ding dei* klinieken te Utrecht aan te grij
pen om de terreinen te koopen, welke in
verband met die uitbreiding noodig kunnen
zijn.
Do Minister verhoogde hierop den
post mot f 6000. ten einde die terreinen in
erfpacht te kunnen nemen, zonder op dat
oogenblik reeds te kunnen verzekeren of de
klinieken daar zullen verrijzen. Aldus go-
vijzigd, werd de post goedgekeurd.
In den verderen loop van het debat ver
dedigde de heer De V 1 u g t een amende
ment om den eersten termijn ad f 25,000,
voor den bouw van een nieuwe psyohiatri-
solie kliniek te Groningen, te verminderen
met f 8000, zijnde spreker overtuigd, dat
een dergelijk gebouw, .waarvoor f450,000
wordt geraamd, zonder bezwaar voor 3 ton
kan worden gebouwd. Daarom wil hij den
thans aangevraagd en eersten termijn in on
geveer dezelfde verhouding verminderen.
Het amendoment werd krachtig bestreden
door de heeren Drucker en den M ï-
n i 8 t e r, die echter wel bereid was de ra
ming nog eens aan een nauwkeurige her
ziening te doen onderwerpen, maar meen
de, dat dit niet veel zon helpen, daar de
Rijksbouwmeesters wel bij hun raming zul
len volharden, naar de Minister vreesde.
De heer L o h m a n ried aan, den post
voorïoopig voor memorie uit te trekken,
waarna de heer De Vlugt rijn amende
ment in dien" zin wijzigde en na verder de-
bat de Minister hei aldus gewijzigde
amendement overnam.
Door deze beslissing is dan voorïoopig
slechts in beginsel tot den houw van de
psychiatrische klimefc to Groningen beslo
ten.
Bij de bespreking van de Technische Hoo-
goschool drong de hoer Nolens aan,
voor behoud van goede leerkrachten, meer
buitengewone boogiecraren te benoemen
tot gewoon hoogleeraar, in het bijzonder
het ook hebbende op het professoraat in
historische geologie en^pateontologie.
Do Minister zegde ovprwegirn? toe.
Na re- en dupliek wordt de afdeoling
Hooger Onderwijs goedgekeurd.
Bij de afdeeling middelbaar onderwijs
dringt de heer T er L a a n er op aan,
dat de Minister er zich van vergewisse, dat
do gemeenten gebruik maken van de door
hem geopende gelegenheid tot opneming
van de leeraren bij de Burgeravondscholen
in het Pensioenfonds.
De heer S m e e n ge (door het rumoer
in de Kamer niet to volgen) bepleit pen
sioen v<x>r de vakleeraren
Hedenmorgen voortzetting Binnenland-
sche Zaken.
Avondzitting.
In deze zitting vind de algemeene be
raadslaging over de Oorlogabogroo-
ting aan.
Namens da commissie van rapporteurs deel
de vle heer Van V 1 ij men al dadelijk mede,
dat haar de tijd had ontbroken tot gezette
overweging van verschillende wijzigingen,
door don Minister gelijktijdig bij do inzen
ding van de Memorie van Antwoord voor
gesteld: wijzigingen, die belangrijke uitga
ven inhoudon, o. a. het voorstel tet rege
ling dor positie van de muziekkorpsen. Spr.
verzocht den Minister ter bespoediging van
do debatten do verschillende posten to wij
zigen óf wat het bedrag óf wat do om
schrijving betrof en nader op de zaken bij
suppletore begrooting torug te komen.
Nadat, de Min. van Oorlog verklaard
had morgen schriftelijk op dit verzoek te
zul Ion antwoorden, betoogde de heer Van
don Borch van Heemstede, dat bij de
aanschaffing van geschut z. i. een Eekere
stem wordt gevolgd en de Fransclio industrie
ten onrechte bij de Duitsche wordt achter
gesteld; dat de concurrentie, thans niet ge
heel vrij, dit behoordo.to zijn, eu dat het
Eranseho geschut van Schneider door Ues-
kundigen zeer wordt geprezen.
Met genoegen constateerde do hrer Van
Hoogstraten, dat de Minister tegenstan
der van het instituut der viprmaanders is cn
van .de dorde herhalingsoefening en dat hij
vloeken en ruw optreden vteil tegengaan.
Voorla beploitte hij algeheel verbod «van
alcoholveTstrekkiiig in de can tinesschei
ding van veld- en vestingartillerie ©n op
heffing van het korps dor genie in zijn tegen -
woordigen vorm, met in do plaats daar
van speciale opleiding in vestingbouw aan
de militaire academie, van officieren, die toe
gevoegd konden worden aan den gonoralen
staf.
De heer Thomson, de legerpoliti.de der
Liberale Unie verdedigend, welko naast be-
trcchting van zuinigheid steeds geroht was
op het verkrijgen van oen volksleger, ont
zegde den sociaal-democraten het recht van
critiek op anderor verantwoordelijkheidsge
voel, waar zij zeiven alle verantwoordelijk
heid voor liet leger afwijzen.
Bij diens optreden hnd spreker voor den
Minister van Oorlog, die bekend stond als
aanhanger der nieuwere beginselen, sym
pathie; maar hij was nu teleurgesteld, om
dat- do Minister zich in hoofdzaak bij zijn
conservatieven voorganger aansloot. Spr. be
toogde, dat het onderzoek naar het marchee-
Ton tendentieus was geweest; dat do ran
sel kon worden afgeschaft en dat het twee-
ploegenstelsel, naar de voorspelling, een fias
co was geworden.
De plannen des Ministers besprekende voor
de toekomst, vToeg sur. wat bedoeld woTd
met een leger en daarna-ast leen weerbaar
volk. Hij bestreed inkrimping van do her
halingsoefeningen, als roAgeeremde tegen ©on
volksleger, cn tcgoa een korten eersten oefen
tijd; bepleitte vervorming van het instituut
der viorinaandors, nlgemecnon dienstplicht
met strenge keuring^gopaard aan contingent-
nitbreiding, maar met verkorting van den
cots ton oefentijd tot zes maanden.
Vorder vroeg hij verkorting van den eer
sten oefentijd ook bij do bereden wapens, to
bereiken door indecliag van moer ialellco
tueel ontwikkelde miliciens; bepleitte hij be
vordering van sportia hot leger en af
werking van do stelliig van Amsterdam,
zij hot in niet zoo fend tempo als do minister
begeert.
In breedvoerige beschouwingen twknde
over do levering van het geschut, consta
teerde spr,, dat het Kruppschc geschut zoo
als het beproefd is, niet voldeed, dal hot go-
wicht vaav het boproc-fdo en te leveren ge
schut vorsclüldo cn dat het kanon van ICrupp
noch voldoende elevatie, noch voldoende sta
biliteit had. Den teruggang van dea geest
in hot legor schroef bij toe aan verschillende
maatregelen van minister Sabron. In do
eerste plaats aan de soldijwot, waarvan do
toepassing geheel was ovorgelaten aan de
eubjectiovo opvattingen der chefs- In do
tweodo plaats aan diens opvattingen over de
rechtsbedoeling in hot leger, waarvan spre
ker verschillende voorbeelden gaf. In <lit
verhand waarschuwde spreker doa Minister
tegen wcttolijko maatregelen tegen hot mili
tair vereenigingslevon en vroeg hij va.o <lon
Minister scherpe afkeuring van hot Haagseho
duel.
Breedvoerig ging spreker ia het bijzonder
in op het geval-Roost van Limburg, waar
over een afzonderlijke nota bij dc Memorie
van Antwoord was gevoegd van do hand
van generaal Sabron, die, naar sprekers op
vatting, had meegewerkt om hol uitvoerend
gezag te plaatsen boven rcchberlqko beslis
singen. Na nog oen mildo traktcraontsvar-
hocging voor de officieren to lieb'oen be
pleit, oindigdo spr. met de hoop uit te spro
ken, dat hij met dozen Minister zou kunnen
samenwerken, on voor dica3 begrooting zou
kunnen stemmen.
Ruim middernacht kwam de heer Van
Sasse van Yssolt nog aan het woord,
de wenschclijkheid bepleiteudo, dat do mili
taire rechtspleging zou komen in 'handen
van den burgerlijken rechter. Hij betoogde
voorts, dat generaal Sabron in het. gcval-
Roest van Limburg niet de sententie van
het hoog militair gerechtshof op zijde had
gezet, maar een overweging onjuist hnd go-
oordoald: een handeling, die spreker om
dat dia Minister het cassatierecht miste
nochtans bleef betreuren.
Bij halfeen word de verga doring verdaagd.
AARLAN" ERVKEW Bevallen: C. I. van
Hoijningen geb Heemrood D. Cornelia Ver-
kado D.
Overlodon: Adria^n Joba* Hendrik Yarvos-
aicao 52 j. Floras Johannes Bos 1 j.
NOORi'WIJfC. Geborem Andrea", Z. van B.
Th. van Abswoude en 11. K. Tukker. Anionia
Corne ia, 1). van A. v. Ilooydonk en M. It. D.
Mooneo.
Getrouwd: Arie ^paanterrasn 33 j. en Trjjnt e
Ammeraal 21 j. Hend.-ik Vink 22 j. en Knelske
Tilman 23 j.
Overleden: W. v. d. 7altn, 38 j., gehuwd
met VI J. Hooeenstraateo. (Te 's Graven li ago
over'edm:) Jonkvrouw* Pna'ine .loha-'ca Kcudorp,
weduwe van Jhr. Jan Hugo Gevers, 80 j.
Theodorus Wilhelmus «Ikemade, 1 j., Z. van B.
Alkemnde on 1'. teenvoorden.
NOORDWIJKKRHOUT. Geboren: Nicoluos,
Z. van J. de Groot en Cath. van Bobemon.
Hoog;© Itnad.
De Hooge Raad heeft gisteren uitspraak
gedaan op het cassatieberoep van do Ver-
eoniging tot uitbreiding der versameling van
Kunst en Oudheden op 't Stedelijk Mu
seum te Haarlem tegen do beslissing van 't
Hof te Amsterdam, waarbij rij met beves
tiging van het vonnis der rechtbank aldaar
niet ontvankelijk is verklaard in hare vor
dering tot afgifte van de haar vermaakte
nalatenschap van den heer Druijvostein,
in welko zaak onlangs door het Openbaar
Ministerie bij den Hoogcn Raad werd ge
concludeerd tot toewijzing alsnog van ge
noemd© vordering.
De Hoogo Raad heeft n;i| in strijd mcè
dio conclusie, het cassatieberoep verwor
pen en dus do beslissingen, vnn Hof en
rechtbank gehandhaafd.
Lljit vu onbeiiilbire brisui m iriahaarisu
van hier verzotden gedurende de eerste hel/i
der maand December.
Binnenland. Brieven: Nanda Ver-
heeff, J Smit, Ma der, \V. F E. v. d. Feltz,
Den Haag; K. Weete. Leiden; mej. G.
van der Waarde, Rotterdam; wed. J Op
dam, Voorschoten.
Briefkaart, on: Algem Ncdcrl.
Bankinstelling, mej. B. Meier, Den Hang;
P v. Haaster, Den Heldor; Lena Otids-
hoofn. Loosduinen, Lodcw. Ernst, Rotter
dam mej. C. Mocrkers, Utrechtmej. T.
M. Bosch, Zwolle.
Buitenland. Brieven: J. Dam, Hnrle
bij CoesfcldJ. Bentfort v. Valkenburg,
Montreux.
Briefkaarten: Pator Hulst, Hom-
bourg.
Een aangctcekende brief voor uioj. Van
Santen, Haarlem, waarde f41.
Nota. Aan do afzenders wordt aanbovolcn
hun naam en adres op de stukken to ver
melden, opdat dezo bij onbestelbaarheid
aan hen kunnen teruggegeven worden.
Uitvoering «Ier Woningwet.
Door het Hoofdbestuur van den ,,V o 1 k a-
b o n d tegen Drankmisbruik" is
eon Commissie bonoemd, welko tot taak
heeft, middelen to beruiuen om te geraken
tot eon krachtiger uitvoering der Woning
wet.
Do Commissie is samengesteld als volgt.
G. Oosterhaan, lid van het Hoofdbestuur,
voorz.; J. H. E. Rückert, scoretaria, Lei
den (Wassfcroat); Edo Bergsioa, Burge
meester, Enschcdee; J. v. d. Dreggen,
civicl-ingenieur, Winterswijk; W C. van
Haeftei\, alg 6ecr. Volksbond; jhr. mr. Ch.
Ruya de Beerenbrouck, Lid dor Twoedo
Kamer, Ma:istricht.
I>© zalm goedkoop.
De tijden vnn ruimer zaluivangst schij-
non te zullen terugkcercn. De hoer G. A.
Bieler, Fischermeistcr te Bnzel, dio een
groot© autoriteit op hot gebied der zalm-
visscherij is, cn zich ook meermalen waag
de aan voorspelliugen betreffende de
vangst, die niet al te ver mis waren,
schreef naar ,,Onzo Zoetwatorvisscherij"
meldt het volgende over de vooruitzich
ten der eerstvolgonde jaren
Zooals ik voorspeld had, heeft in de ja
ren 1903 en 1909 de zalmvisscherij in don
geheoleu Rijn zeer slechte uitkomsten gege
ven. Thans ben ik in staat gunstige jaren
to voorspollen. Do jaren 1910 eu 1911 zul
len zeer goedo vaugaten van St.-Jacobszal-
men opleveren, welko die van, het gunstig
jaar 1905 nog verre zullen overtreffen. Ten
govolgo daarvan zullen de jaren 1911, 1912
en 1913 ook voor do groolcre zalmen een aan
zienlijke verbetering brengeu. Afgaando
op het aantal bij Bazel dit jaar aanwezige
eenjarige zalmen, zal in bet bijzonder
het jaar 1911 wat betreft do Bt. Jacobs-
zalraeo, de hoogste vangstcijfers to boeken
geven, welko de Hollandsche zalm statistiek
sedert 1890 kan aanwijzen.
„1>© Kif Proviiiciëu."
Naar uit Amsterdam wordt gomold, heeft
de Justitie beslag doen leggen ten kantore
van Mr. Zegers Veeckens op de booken en
besoheiden, welko betrekking hebben op de
indertijd vervormde Mjliticvorzc-konnga-
maatschappij on do later opgerichte ,,ELf
Provinciën".
Mr. Zegers Veeokens deelt ons mede. Lit
de hoer Schaeffer op adries van zijn rechts
geleerden raadsman (Mr. Zegers Veeckcna
voornoemd) der Justitie per brief aange
boden had alle beschoidcn op doze zaak be
trekking hebbende in handn dor Justitie te
stellen. Do boeken hadden in hoofdzaak be
trekking op do vermelde oprichting der
Militieniaalsckappij en de vervorming tob
,,De Elf Provinciën".
Bij de voortzetting der behandeling van
de begrooting voor Binnenlandsche Zaken
gisternamiddag kwam, zooais wij, reeds in
het kort mededeelden, bij art. 118 ter sprnke
de houw van een
oieuw Aoademisch Zie k e n-
hoi 's te Leiden,
De beer YanDedem kwam daarbij op
legen den bouw van een nieuw ziekenhuis,
dat in totaal 5 millioen zal vorderen. Zulk
©en uitgave voor een faculteit van een uni
versiteit ia te hoog. Ia het niet mogelijk
contracten met particuliere instellingen te
maken 1 Waarom niet het voorbeeld van
Groningen gevolgd, waar het riekenhnia ver
rezen is met steun van gemeente en pro
vincie t Waarom moet hier alleen het Rijk
de kosten dragen? Wanneer nu straks
Utrecht hetzelfde vraagt, zal het niet kun
nen worden geweigerd.
De Minister heeft des ochtends trachten
te weerleggen hot denkbeeld van den heer
Kuyper, om aan elke universiteit slechts
één faculteit volledig in te rioliten. De Mi
nister wilde met spccialiseering gematigd te
werk gaan. Maar heeft do Minister dat in
rijn hand? In elk geval is Leiden niet do
geschikte plaats voor een volledige rnedi-
eohe faculteit Deze moet gevestigd zijn in
een groot bevolkingscentrum als Amster
dam.
Ook Utreoht is daarvoor beter ge3chikt
dan Leiden. Spr. was eerst voornemens
voor te stellen den post te vermindoren,
maar heeft daarvan afgezien, ouxlat amen
dementen niet in den smaak vallen. Maar
hij vraagt den Minister ernstig het dank
beeld van den heer Kuyper te overwegen
d&n kan de post nog worden terugarotio-
men.
De heer De Visser (afgevaardigde
voor Leiden) heeft daarentegen dezen post
met ingenomenheid begroet. Minister Kuy
per noemde reeds in 1903 den toestand van
het Leidsch Ziekenhuis onhoudbaar on
vroeg f 215,000 aan voor beter huisvesting
van het verplegend personeel. Maar do
Kamer wenschte de zaak prinoipieel behan
deld te zien en do Minister nam den post
terug. Ln 190-4 nam men het den Minister
toen zeer kwalijk dat zijn onderzoek niet
was afgeloopen. Toen Minister Rink op
trad, duurde dat onderzoek nog steeds
voort. Maar in 1906 stelde deze voor f 140,000
uit te trekken voor de bedoeldo verpleeg
sters.
Toen kwam men echter weder met dezelf
de principieel© bezwarc-n eu tot veler te
leurstelling besloot de Minister op het rap
port omtrent de wenschelijkhcid van een
nieuw Ziekenhuis te wachten. Aan doa heer
De Ridder werd een vorig jaar toegezegd
een rapport van een commissie van deskun
digen. Dat rapport is nu verschenen en
daaruit blijktj dat de toestand daar on
houdbaar is. Bij brand zullen naar allo
waarschijnlijkheid de helft der verpleegden
moeten verbranden. Hot verplegend perso
neel wordt geborgen in do keldors on op
©older.
Voor de 300 patiënten zijn er sleohts 4
badkamers. In geen enkel opzicht mag die
toestand worden bestendigd. Nu ziet. do
hoer Yan Dedem tegen de kosten op, maar
spr. antwoordt: lo. dat de toestand te Lei
den zich historisch heeft ontwikkeld even
goed als te Groningen en to Utrecht; 2o.
dat juist op deze begrooting wordt voorge
steld de psychiatrische kliniek to Gronin
gen te verbeteren; 3o. dat de psychiatri
sche kliniek, thans in „Endegeest" geves
tigd, in dit plan naar Leiden wordt over
gebracht en dat er in Leiden 320 en in Gro
ningen 1*74 medische studenten zijn, zoodat
er in Leiden meer bedden moeten beschik
baar zijn. Do zaak is dus niet bleehls ur
gent, maar ook billijk gerogeld. In dozen
©tand van zaken heeft de Minister wijs
gehandeld door hier eindelijk eens in te
grijpen, waardoor het medisch onderwijs in
elk opzicht zal worden gebaat, do huisves
ting van hot personeel verbeterd zal wor
den. Daarbij komt, dat het M us e umvan
Oudheden en hetgeen tot dus-
rerregenoemdwordthetRijks-
De aangenomen naam.
9)
Toen het zwarte paard hun voorbijstoof,
was het op het pimt hevig to gaan steige
ren en had zij al haar kraoht en behendig
heid noodig cm het in bedwang te houden.
Athlyne had juist den tijd een zijdeling-
echen blik op haar te werpen. Maar in dat
éóne oogenblik hadden haar trekken zich
©nuitwischbaar in zijn gcheugon gegrift.
Het meisje keerde zich om en zag hem even
na. En toen wendde zij zich tot den ouden
heer cn zei: „Dat is datzelfde paard, dat
we een paar dagen geleden gezien hebben,
toen het verkocht werd op die veiling,
Wat was ik jaloersch op den kooper I Maar
ik ben het nu niet meer. Iemand, die zoo
uitstekend rijdt, verdient een mooi paard.
Hebt u ook opgemerkt, vader, wat een
prachtig geheel die ruiter en zijn paard
samen vormden?"
Jo praatte vroolijk voort on in de twee
uren, die nu volgden, gingen zij nu eens
in een lichten draf en dan weer in galop,
totdat het drukker werd op den weg en
zij kalmer moesten rijden. Toen haar vader
voorstelde naar huis terug te keeren.
smeekte zij om nog één toertje.
mTog, nog één keer heen en weer, va-
dertje! 't Is hier zoo heerlijk, en de
rivier ia zoo mooi 1"
Natuurlijk kreeg zij haar zin. De oude
heer kende geen grooter geluk dan haar
genoegen te doen. Zij had er haar goede
redenen voor, graag wat langer te blijven.
Zij dacht namelijk aan de mogelijkheid, dat
d© jonge man op zijn mooi, zwart paard
nog eens voorbij zou komen. Zij hoopte het
vurig. Zij had er zelfs een voorgevoel vam
Maar zij zei het niet. Zelfs haar vader
zou haar wel eens verkeerd kunnen begrij
pen.
Na eenigen tijd in galop te zijn voort-
gestoven, liet Atlilyne zijn paard weer stap
voets gaan. Hij kwam voorbij Grants graf,
waar de wég een booht maakt en dan be
gint to dalen, en weldra bereikte hij een
brug, die zich welfde over een ravijn, ge
vormd door de uitgedroogde bedeling van
een beek, die zioh bier vroeger in de rivier
had uitgestort. Dien dag kon hij de viaduot
echter niet overgaan, maar zag hij zich
genoodzaakt langs de eene helling in het
ravijn af te dalen en langs de andere weer
naar boven te klimmen, ten einde het ver
dere gedeelte van den rijweg te bereiken.
De reden hiervan was, dat een der pijlers,
waarop de brug aan de rivierzijde rustte,
was ingestort.
De rotsbodem, waarop de stad Nicuw-
York is gebouwd, is van een zeer zacht ge
halte, dat snel vergaat; nu en dan stort
een huis, of een gedeelte daarvan, plotse
ling, in, doordat de bodem, waarop het
staat, verteerd is. Niet lang van te voren
was dit met een heele groep huizen aan de
Parkzijde gebeurd. Nu was ook de brug
ingestort, de weg eindigde hier plotseling
en de wandelaars keken er neer op een in
de diepte liggenden ohaos van steenen en
stukken metaal. Het eene gedeelte van de
viaduct was afgezet met een bek en in het
midden bevond zich een houten bord. met
ds waarschuwing, dat de weg hier niet
doorging.
Athlyno reed tot aan de club van de
bovenstad. Hier zat hij een poosje onder
de boomen aan de rivier en dacht aan van
alles; ook aan het meisje, dat hem zooevon
te paard was gepasseerd. Toen reed hij
weer kalm terug, bereikte weldra het
ravijn en was er juist in afgedaald, toen hij»
in de nabijheid van het graf van Grant,
een gejoel van stemmen hoorde en de men-
schen van alle kanten zag to est room en en
elkander verdringen. Het volgende oogen-
bb'k verscheen een politie-agent, die hom
tot den uitersten spoed aanmaande.
,,Gauw 1 Gauw! Zorg, dat de weg vrij
blijft. Er ia een hollend paard in aantocht l"
riep hij.
Athlyne was in minder dan geen tijd
boven en Heef op zij run den weg rijden,
met het plan den weg vrij te laten en
tevens ook hulp te verleenen, voor zoover
hem dit mogelijk zou zijn. Het gejoel ©n
gedrang werden sfceeda grooter. En opeens
kreeg hij in de verte een bruine merrie in
het oog, die met uitgerekte hals en blik
semende oogen voortholde. De dame, die
haar bereed, scheen haar tegenwordigheid
van geest niet te verliezen en hield de teu
gels zóó, dat zij ze weer zon kunnen ge
bruiken, zoodra zij hiertoe de kans schoon
zag. Zij zag er volstrekt niet ontsteld uit
en was alleen heel bleek. Achter haar aan
reden twee politie-agenten en de oude
heer met de witte snor. En daar achter
volgden menschen te voet en te paard, en
voertuigen van allerlei soort, rijtuigen,
auto's, fietsen.
Met één oogopslag had Athlyne het
meisje herkend. En hij zette zijn paard tot
den grootsten spoed aan. Als hij haar niet
kon helpen, wilde hij tenminste trachten
haar bij te houden, en dit zon niet zoo
gemakkelijk rijn, want het hollend paard
stoof in duizelingwekkende vaart voort.
Opeens maakto rioh een horige angst van
hem meester, niet om hemzelf, maar om
het meisje. Hij wist wat zij waarschijn
lijk niet wist dat de viaduct ingestort
was, en zij waren er reeds niet ver meer
van af. Hij reed nu bijna vlak naast haar,
want rijn prachtig paard kon, haast zon
der e enige inspanning, het woest voorthol
lende dier bijhouden. En kalm riep hij
haar boe:
„Tracht alsjeblieft uvr paard ln be
dwang te houdon; u zult straks een steilte
af moeten, want de viaduct is ingestort
en de wog afgezet."
„Ik kan niet," zoi zij. „Ik bon maoh-
tolooe."
Hij gaf zijn paard de sporen en het dier
deed een sprong vooruit. Het mcisjo zag
hot en begreep hem.
„Wees voorzichtig!" zei zij snel. „Een
politie-agent heeft dat ook al goproboerd
en werd van zijn paard geslingerd. Hij
had dood kunnen zijn."
Opepns bestierven do woorden haar op de
lippen zij waren do bocht voorbij en nu
eerst besefte zij zijn in vollen omvang het
gevaar, dat haar bedreigde. Zij had te kie
zen tusschen twee kwade dingen: met een
hollend paard de steilte af to tuimelen of
blindelings tegen do barrière, die de viaduct
afzette ean te vliegen.
Maar de keus werd liaar niet gelaten.
Het hollende dier volgde zijn eigen zin.
In blinde vaart ijlde het op de barrière
af. Deze was van zware balken vervaar
digd, maar de latten daarboven v/aren zeer
dun. Het paard brak ze door, terwijl het
er over heen sprong, en deed een regno, vaa
splinters en houtjes opdwarrelen en weer
neerkomen. Het meisje had al haar zinnen
bij elkaar gehad, toen zij zag wat er ging
gebeuren, en doe«i zooals zij op do jacht ge
woon was te doen, wanneer haar paard ovor
een hek ging springen.
Nauwelijks was het gevaar, waarin zij
verkeerde, tot Athlyne doorgedrongen, of
hij hield zioh gereed. Ziende dat dc merrio
op den rechterkant van do barrière afging,
reeds hij op den linkerkant toe cn op het-
zolfdo oogenblik sprongen zij er over heen.
Zoodra zij zich aan den andoren kant be
vonden, woe hij klaar cn reed naast bet
hollende pa-ard.
Een eind vóór hen' gaapte de diopte, ia
wier bodem de dood hen tegengrimde. Het
moisjo zag hot en haar gelaat, dat reed»
bleek was, word nu aschgrauw. Athlyne,
dio vlak bij haar was en do teugels van zijn
paard in do linkerhand hield, riep haar ge
jaagd toe:
„Haal uw voet uit den stijgbeugol cn
grijp met uw linkcrhaüd mijn kraag vast,
terwijl ik den arm Om n heen sla. Probeer
dan °P miJn paard te springen, dan zal
ik u onderwijl naar mij too trekken.
Het meisjo haalde haar voet uit den
stijgbeugel en liet de teugels los. Toen sloeg
bij zijn arm om haar middel, terwijl zij
zich naar hom toe boog en zijn kraag vaste
greep, juist zooala bij haar had gezegd.
(Wordt vcivolgd.)