In «e koüital
J. FRANKH1HZ£H, 3^ 10
Electrische Licht- ea Kracht-Installaties.
J3
tfo. 15282.
XiBIDSCH DAGBLAD, Woensdag* 15 December. Derde Blad.
Anno 1909)
zuivers Preanger-Koffie
parel *^RCiET
W. J. Crevqhton,MidUelwee 19°-
Kinadruppels
brarnl! me:i dagelijks op
Imiisehe wijze 389 12
aitnninieiiüe i.oor eur en smaak.
PrlJ» |»er ons 60 1 ent.
Vl£ltJ\i Ui w sïoluiij V/liiN.
\lll\il KIJK 47
zijn beide een Toordeelige
brandstol, zoolang de voor
raad «trekt verkrijgbaar bij
Kantoor:
Telefoonn. 114.
1528 1.
Telephoonnummer 743. Langs Mai'e 50.
GSRAMLAffiPEN van 16 tot 100 N.K. steeds in voorraad.
Bestrijding vifi Bloedarmoede. Bleekzucht, Ma
laria (fiinnenkoorts), Algeraeene zwakte, vooit-
durende Hoofdpijn ea Gebrek aan eetlust
Dr. N&NNIKGr's 110120
r zün alleen echt met den naam H. NANNING buiten on de
roode doos en nevenstaand fabrieksmerk. Prijs f 0.73.
Dr. II. NAMING's Pharm. Chemische Fabriek, Den Haag.
Verkrijabaar in alle
buurten <lei' stad.
SANGUI^OSE.
Voor algsmeene versSappangstoestanden.
Mevrouw J. 0. J. STEENBERGEN in Rotterdam geeft een kraohtlg
getuigoriii voor da deugdelijke werking der Sangumose. Z(J eohrytt:
Sinds geruimen tijd voelde ik me ziek, zonder eeu bepaal Je
oorzaak te weten. Etadelyk ward h9t zoo erg, dat Ik me onder
behandeling van een dokter stelde. Ik kreeg pillen, maar ondervond
daarvan weinig baat. Eon paar weken ben ik op reis goweeat; doch
dadelijk, als ik thuis was, was de korto beterschap over. Des nachts
sliep ik bijna niet moer; overdag dood ik mat gioote moeite oen
weinig work. Eon kennis raad :e mij de Sanjuinoso aan, en ik begon
or mee, ofschoon i'i er geen verlrouxoen in hid. Na gebruik van twee
tlacons merkte ik niets; maar na ue derde tlesch begon ik te slapen
en kreog eetlust. Ik heb twaalf flacons gebruikt en bon nu goheei
genezen. Sinds acht weken gebruik it de SanguiQoae niet meer;
maar toch houdt de beterschap stand. 4151 80
Doze brief apreekt voor zich zeiven. Wanneer gy lydfc aan bloed-
arauele, zenuwzwakte, algemoeno verzwakking; en wanneer gij
geen baüt vindt by Uw tegenwoordige behanüeling, probeer dan de
Sanguinose. Uii zu t er zeker me te gebaat z(|n.
WACHT II VOOIS N AM AAK.
Prys per flacon f i.60; 6 li. i- tl. f 15—
VAN DAJ1 Co., Don Haag.
Te Leiden by D. M. KRUISfNGA, J. U. DIJKHUIS, RElJoT
KRAK, 6 A liROER-^E, ÜEdü. CÜRISTIA ANSE, D. H. TliUBURGH;
te Ka-wijk a/Zee: 1J. BLOOT; te Noordwjjk: JULls. v. d VEGT, G. A. E.
DUYSl'-ER; te Oudshoorn: J. R. SCHOUTEN; to Voorschoten:
A. J. uEUitLOO; to Liase: HANSEN—IvECKbRs; te Hillegom;
C. BROEKES; te Alfon a/d. Rijn: VAROS-JlEAU Zn te Hazors-
woude: J. ZWEMSTRA; to Koudokeik a/d RyuJ. maat; to Bent
huizen: J. RENS1NG; te Oegstgeost: Th. VAN BEEK; te Wusse-
na.r: A. L. ROOYAKKEliS; te Rynsourg: C. ZAND BERG; te Lei-
muiden: Firma j. r. d. SCLIaFT.
DE LIKEUREN en/
ZEER OUDE GENEVER
VAN DE ERVEN LUCAS
VtlRKRWGUAAR HIJ
hh.wijnhandelare
r.N grossiers.
4 JO
Wil zooweel
mogelijk de
Zondagrust
van uw naasten eerbie
digen. Koop niet op
Zondag wat gij op andere
dagen kunt bekomen.
12S* 8
PERSOVERZICHT.
In een asterisk Tien-nron-<la.g schrijft
l,H t Centrum":
De kwestie van den tien-uren-dag is weer
in de Tweede Kamer ter sprake gekomen.
Men zal zich herinneren, dat voor ©enigen
tjjd in dc Tweed© Kamer een motie van
den heei Aalberse werd aangenomen,
en met flink© meerderheid waarin d©
wen schel ij klic id van een wettelijk© regeling
in dien zin is uitgesproken.
Dat onder het tegenwoordig ministerie
voorstellen daartoe to wachten zijn, mag op
goed© gronden worden verondersteld.
Het sociaal besef leeft krachtig in den
boezem der meerderheid, en dat ook van
Links medewerking voor ©en zoodanige har
vorming zou te verkrijgen zijn, staat vrijwel
yasf
Bovendien sprak de Minister het nog eens
irondweg uit, dat de beweging voor den tien
uren-dag zijn volle sympathie heeft, en is
met het voorbereidend onderzoek reeds be
gonnen.
Het spreekt wel vanzelf, hierover zijn
allen het eens dat oen regeling als de
gewcnschte geen dwangbu's mag worden.
Uitzonderingen zullen moeten worden toe
gelaten. De eischen van het bedrijf, om
slechts deze te noemen, zijn nu eenmaal niet
weg te cijferen.
Maar zullen die, en aadero eischen, soms
ten langeren werktijd aoodig maken, even
zeer is het mógelijk, dat de werkdag ook
tot heneden de 10 uren kan worden var-
kort.
De tien-uren-cisch geeft dan da norm aan,
de basis, waarvan nu en dan zal moeten
worden afgeweken, maar die duidelijk 'ba
kennen geeft, dat ook bij de bepaling van
den arbeidsduur recht en redelijkheid zijn
te betrachten.
Een niet te lange arbeidsdag behoort
gelijk mr. Aalberse terecht in herinnering
bracht sinds lang tot de hervormingen,
waarop door arbeiders van allo richtingen
is aangedrongen.
Ook de encycliek „Rcrum Nc arum" maakt
daarvan uitdrukkelijk gewag.
En de ervaring heeft uitgemaakt, dat de
productie eer daalt dan stijgt, Wanneer de
arbeidstijd overmatig lang is.
Wij deelen do hoop van den heer Aal
berse, dat de Minister het besluit der Ka
mer zal uitvoeren.
Het door mr. Aalberse in de Tweede Ka
mer gesprokene betreffende den tien-uren
dag geeft „Land en Volk" aanleiding
op te merken, dat de kerkelijke arbeiders,
die hun mannen met onbezweken trouw in
hot zadel hielpen, nu ook hun loon verwach
ten en uitzien naar den wettelijken tien-uren
dag.
„Land en Volk" schrijft:
De heer Aalberse vraagt dit loon uit over
tuiging. Maar aan het aires van zijn con
servatieve vrienden en van een Regeering,
die onder hun invloed staat, voegde hij de
waarschuwing er aan toe: uw verzuim zal
onze arbeiders drijven in de armen der so
ciaal-democratie, en dan zijn zij voor geloof
on Kerk verloren.
Zoo moet, in onze gekunstelde partijver
houding, dor mannén, van overtu:ging met
het roode spook worden gewerkt om hun egen
„vrienden" vooruit te drijven. Bij de stem
bus brengt men oaservatieven in de Kamer
om sóciaal-gelijkienkenden eruit te houden.
Zijn de conservatieven er eenmaal io, dan
wordt hun toegevoegd: denkt er om, wij
hebben u liier gebracht, woest nu niet con
servatief I
Hoe lang zou het nog duren?
„H andelsbla d,M „N iouwe Rotter-
damsch© Courant" en „N i e u w e
Courant" verdedigen alle de houding van
minister Talma, diens eisch van nauwkeurig
onderzoek en partieel© regeling.
Krachtig het „H a n de 1 s b 1 a d", dat
jichrijft:
Inderdaad begrijpen wij ook niet wat de
heer Treub van den Minister verlangde. Een
soort van déclariton dea droits de
l'ouvrier," om daarna dan maar eens te zien,
Waarin die rechten eigenlijk in ooncreto zou
den best-a-an Een stel holle „beginselen" bij
wijze van St.-Nicolaas-surprises, die later
met do werkelijke regelingen zouden worden
opgevuld? Wij begrijpen de realiteit van
dezen eisch niet.
Wij gelooven bovendien, dat de Minister
den ©enigen practischcn weg heeft ingesla
gen door, zonder zich te storen aan de de
monstratie Aalberse-Scliaper van vóór de
verkiezingen rustig zijn denkbeeld van par-
tieelo regeling uit te vceren. Alleen bij par
tieel© regeling kan men ©enigermate vol
doende rekening houden met de eischen van
afzonderlijke bedrijven en ondernemingen
voor zoover zelfs partieel© regeling moge
lijk en wenschelijk is. Niets belet dan nog
een latere codificatie.
Gematigder althans in soberder bewoor
dingen zeggen de beide andere genoem
de bladen hetzelfde.
„Het Vaderland" zegt.:
Weet de minister Talma zelf wat hij ten
opzichte der arbeidswetgeving wil De vraag,
gesteld door mr. Treub, kwam reeds her
haaldelijk op bij wie dezen Minister gade
sloegen. Hij heeft, bij zijn optreden, groot©
verwachtingen gewekt. Men kende zijn werk
kracht, zijn ijver, zijn jarenlang streven to
midden der, arbeiders zelf. Men wist ook
wel van zijn spitsvondigheid en van zijn
voorliefde voor het détail, maar mcendo, dat
een man als de heer Talma, eenmaal geko
men ter plaatse waar hem te scheppen ver
gund was, het kleine in hem zou doen ver
smelten, door het feu sacró om iets groot3
tot stand te brengen. Maar zco men nu do
stukken leest, die van hem uitgaan, de rede-
vooringen aanhoort, die hij houdt, dan rijst
een vaag en ontmoedigend gevoel van twij
fel, vraagt men zich onwillekeurig af of
de heer Talma bij al zijn geestesgaven er
niet één mist, die veel zou kunnen ver
vangen en zelve onvervangbaar is: een vaste
wil.
De Minister studeert! Zijn pushing power
gaat in studie teloor, hij derft durf. En
zoo is het ook te verklaren, dat hij, terwijl
in de Kamer zich reeds een meerderheid
heeft uitgesproken voor het beginsel van den
tien-urigen-arbeidsdag, terwijl de gelegenheid
gunstiger is dan ooit om met vaste hand
daarop aan te sturen, aldoor maar afwacht
nieuwe gegevens, nieuwe bijzonderheden.
Onder het hoofd Jen e ver-C his t on
dom schreef „Het Volk":
Alle jeneverdrinkers zullen nu het genoe
gen hebben hun borrel duurder te mogen
betalen. Zij krijgen ze kleiner voor het oude
geld, of ze betalen meer voor do oude maat,
of ze missen hun „kop" of hun voordeelige
„halfjes" tot aan den rand, maar het komt
altijd hierop neer, dat ze voor een bepaalde
hoeveelheid drank meer betalen moeten dan
vroeger.
Het Kijk zal voortaan bijna 61/* milliocn
gulden meer per jaar uit de drankzonde
pogen te slaan; dat is de oorzaak. Het be
drag kan tegenvallen, het kan ook meeval
len. Maar dit staat vast: hoe rooder de be
faamde Nederlandsche bitterneuzen worden,
des te lustiger bloeit do schatkist. Als
voortaan een politic-man een zatlap in „ken
nel ij ken staat" uit de goot hijscht en mee
naar het bureau sjort, om zijn roes uit to
slapen, kan de delinquent den volgenden
oehtend voor „meheertje" een zedenpreek
houden, dat hij zich bewust is van een natio
nale daad: hij heeft ,,'s Rijks Middelen"
helpen versterken.
Dit zij dan ook den neutjes-vcrschalkers
tot troost in deze benarde dagen: zij drin
ken al pooierend het geld bij elkaar, waar
mee ons nationaal bestaan verdedigd zal
worden. Elke borrel is eon nagel aan ©en
pantserschip cf een slaghoedje voor een enel-
vuurkanon. De 6l/2 millioen, die per jaar meer
in de schatkist gezopen moeten worden, die
nen tot dekking van de S'/s millioen, die
de laatste tien jaar per jaar meer aan nat
en droog militarisme zijn uitgegeven.
De hoop van ons christelijk geregeerd Ne
derland moet nu voortaan zijn, dat er zoo
hard gedronken wordt, dat niet alleen de
schatkist er van puilt, maar ook de hersens
to beneveld zijn om te merken, dat zij al
drinkend don klassestaat versterken.
,,D e Nieuwe Courant" acht het
denkbeeld om de ridderordenaf
te schaffen en het instituut alleen
voor vreemde diplomaten te behouden, niet
gelukkig.
Een Staat kan niet als belooning, als ge
schenk, als beleefdheid, jegens den vreem
deling een zaak gebruiken, waarvan hij
(blijkens zijn afsehaffingsbesluit) de waar
deloosheid voor zijn eigen onderdanen vast
stelt. Het is niet het lintje, de penning of
de ster zelve, die begeord wordt: het is do
historische, door velen gewaardeerde, na
tionale orde, welko eenige waarde bezit.
Meer dan voor het denkbeeld der genoem
de heeren zouden wij er dan ook zelfs voor
gevoelen aan alle ambtenaren, de diploma
ten incluis, het aannemen van vreemde rid
derorden te verbieden. De Engelsche diplo
matie om van Amerika 'niet te spreken,
dat geen ridderorden kent staat onder
zulk verbod en zij is er niet slechter om.
Kortweg belachelijk daarentegen zijn de
met goud en sterren bedekte borsten van
een ieder, die in de Berlijnsche hóóg-amb
telijke wereld een positie bekleedt. Wie zich
daar gerespecteerd w^l zien, moet wel van
elk der 22 Duitscho istaten en staatjes al
thans één orde bezitten. Parijs, waar, naar
men zegt-, eens als herkenningsteeken bij
een signalement ,,il n'est pas décoré" werd
opgegeven, is daar de eenvoud zelf bij
Afschaffing der ridderorden zou int-us-
schen eerst bij grondwetsherziening ter
sprake kunnen komen en het blad meent-,
dat men en terecht er dan wel niet
toe zal overgaan. Het is wenschelijk, dat
een Regeering eenige onderscheidingsmid
delen behoudt. Maar als men op den tegen
woordig gevolgden weg doorgaat, zal het
toch eens tot afschaffing moeten komen.
Den „lintjesregen" acht ,,D e N i e u w e
Courant" een misbruik.
Daarin zal beperking moeten gebracht
worden en het best txiu, duükt ods, zijn, dat
de ministerraad H. M. adviseerde de eer
bewijzen op Haar geboortedag tot enkele
zeer hoogc onderscheidingen en een aantal
cereteekens aan eenvoudige lieden te beper
ken.
Een groot© verbetering zou voorts zijn,
dat als regel niet gedecoreerd werd zonder
bepaalde aanleiding: verdienstelijke daad,
volbracht werk, jubilee. Zeldzame uitzon
deringen zouden mogelijk moeten blijven;
maar als regel geen decoratie wegens „alge-
meene verdienstelijkheid", geen „vermoeden
van verdienstelijkheid" (zooals de beer
Heemskerk 't geestig uitdrukte) ten bat© van
Kamerleden, ambtenaren, die een aantal
jaren gediend hebben, en dgl. Voor deze
laatsten waren desgewenscht een bijzonder
eereteeken in to stellen, zooals in bet mili
taire bestaat.
Wanneer dan daarbij de regel werd aan
genomen, dat do reden der onderscheiding
in de beweegreden van het benoemingsbe
sluit werd openbaar gemaakt, zouden heel
wat niet of onvoldoend gemotiveerde onder
scheidingen, als nu worden verleend, komen
te vervallen. De Ministers zouden dan op
„aanvragen" van bekenden of belangstel
lenden vaker „neen" moeten antwoorden
dan zij nu reeds doen; maar binnen kor
ten tijd zou bet aantal aanvragen wel ver
minderen, wanneer het voor een ieder dui
delijk werd, dat een decoratie als iets zeer
zeldzaams, dat zij door de Regeering inder
daad als een onderscheiding werd be
schouwd.
Voor jubilea ware de decoratie zooveel
als maar eenigszins mogelijk was, uit t©
reiken op den vieringsdag zeivenmet
Nieuwjaar kan dan een kleine nalezing ge
houden worden ten behoeve van degenen,
die overgeslagen warenmaar, natuurlijk,
er zou ten aaDzien van jubilea een strenge
maatstaf moeten worden aangelegd, zoowel
wat het aantal jaren als wat de verdien
stelijkheid van den persoon betreft.
Indien de ministerraad regelen als hier
werden aangegeven, vaststelde en opvol
gende kabinetten er zich stipt aan hielden,
zou het aantal decoraties beperkt, het aan
zien er van verhoogd, de toekenning meer
gewaardeerd en de Regeering op den duur
van veel last bevrijd worden.
Het spijt ons, gelijk gezegd, dat de Ka
mer niet door een vermindering van den
post op Hoofdstuk II een duidelijken wenk
in deze richting heeft gegeven. Door aan
neming van het sociaal-democratische amen
dement kon dit natuurlijk niet geschieden,
maar van andere zijde ware een poging te
doen geweest-. Dat zij uitbleof, is zeker geen
reden om onze opmerkingen niet ter over
weging aan te bieden.
„D e T ij d" kan er volstrekt niet mee
iDsiemmcn, dat naar der anti-revolation-
nairen liartewensoh do protestansch-
moderue prcckonbundol aan
boord onzer schepen van oorlog vervan
gen zou worden door een bundel ven ortho
doxen inhoud: Men moet immers ock reko-
niDg houden met de kathol eken aan boord
cn met do belijders van andere gezindten.
En nu is de bemanning van één onkel schio
te klein (onze grootste oorlogsschepen tol
len 300 a 400 koppen) om voor elk schip
afzonderlijk een katholiek priester, ceq
orthodox en een modern protestantsch
dominee en misschien nog andere noodig
geachte „voorgangers" to kunnen aanstel
len.
,,D e T ij d" zou daarom afsetiaffing van
de tegenwoordige Zondagspleolitigheid aan
boord oi -er oorlogsschepen volstrekt niet
te betreuren achten. Vooral niet, indien
gelijktijdig met die afschaffing kon worden
ingovoerd, dat aan gr epen der bemanning,
welke daarom verzichten, behoorlijk tijd en.
gelegenhe d aan boord werd gegeven on
des Zondags gezamenlijk ccn uur, desnoo U
een halfuur, op stichtende wijze door te
brengen.
Wij geven hot denkbeeld in ovorwo_ung
aan wie het aangait. Pcg'ngen tot mvoe
ring van een Calvinistischen preekerbundel
zouden ook bij ons bestrijding vinden. De
minister Wentholt deed bij het gehouden
debat zijn best, om als Minis'I r in cpn
rechts-Knbinet een goed figuur te maken,
cn om zijn vrienden aan de rechterzijde,
zooveel hij kon, genoegen te geven. Zijn
wil cn bedoelingen daarbij waren onge
twijfeld te prijzen. Laat hij echter zorg
dragen, daarbij niet u t het oog te verlie
zen, dat dc rechterzijde ook nog andere
fractiën telt dan de anti-revolutionnaire
alleen.
Alles, wat strekken kan,, om zedelijkheid
en oprechten godsd'en:tz n bij de beman
ning van onze vloot a-,n to kweeken en te
bevorderen, kan op onze warme sympathie
rekenendaarentegen zouden wij ons tot
krachtig protest genoodzaakt zien, indien
ooit gepoegd zou worden den een of ande
ren bepaalden vorm rn protestantisme als
staatsgodsdienst op onze vloot in te voeren.
In zijn maandclijksoho Kroniek in do
„Stemmen voor Waarheiden
Vrodc" wijdt ds. A W. Bronsveld ccnig©
woorden aan dr. Kuyper'sverfila-
r.i n g in do T w e e d e K a m e r betreffen
de de lintjes-kwestie.
Dr. Bronsveld schrijft o.m.
Nu zal ojj een analyse van dr. Kuypcr'a
geestelijken mensen steeds blij kon, dat hot
element waarheidsliefde aaarin slechts
met een klein percent is vertegenwoor
digd.
Do redacteur van ,,D e Standaard"
heeft heb met de waarheid nooit te nauw ge
nomen. Was hij ooit ofte immer t bewegen
tot het erkennen van een valschs bescnul-
diging, van een ongegronde verdachtma
king, van een onjuist citaat? Was het met
zijn gewoonte de zaak altijd zóó te wen
den en te verwring n dal hij gelijk i-vi
ja, greep hij zijn verweer niet dikwerf
aan, om de eene onwaarheid met -en
tweede te botlekken? Wat den vorm c-
treft, staat zijn werk als journalist zeer
hoog maar met hoeveel sarcasme, met
hoeveel hoon, hoeveel gebrek aan pië
teit heeft hij allen bejegend, die hem niet
wilden volgen, en die hij heeft geprikkelc.
tot toorn of tranen heeft onlperst van
zielesmart en pijn.
Eenig leedwezen over scheevo oordeel
vellingen, over onware beschuldigingen is
nooit bij dr. Kuyper gebleken.
Wanneer hij nu op zijn woord alleen
wil geloofd worden, dan eischt hij te veel.
Bijna niemand doet het, zelfs niet de
heer De SavomLn Lobman. Hierin ia een
Nemesis zichtbaar, welker optreden wij
reeds vroeger haddon verwacht.
Het is verder niet tegen te spreken, dat
dr. Kuyper in den kring zijner yocstvor-
wanten en zijner vertrouwden beeft opge
nomen een heer cu eeu dame, die in do
8pécifiek-„chvi£telijke" omgeving van de
zen ttuti-rpvolütionnaircn minister oen
zonderlingen indruk moesten maken. Wij
behoeven niet aan immoreele handelingen
t© denken, maar wij krijgen een eigen-
aardigen indruk van dr. Kuypor's smaak
bij bet kiezen, van zijn gasten cn huis
vrienden-
Het verschijnen in liet boetekleed noemt
ds. Bronsveld een theatraal effect, ©n hij
vindt, dat dr. Kuyper zich nu voor ccn eorc-
gcrecht moet verantwoorden cn zuiveren,
óf hij is oon man, die niet alleen als minis
ter voorgoed onmogelijk werd, maar ook de
oer heeft verbeurd van op to troden als tolk
voor hen, die God willen ceran en Christus
belijden op het terrein van het openbare
leven. Do aureool, dio hem omgaf, is ver
bleekt. Hij was een groot talent-, geen
groot karakter.
Ook „Rot Vaderlan d" bespreekt
do vraag: enquête of ee re raad?
Het blad betoogt-, „dat zij die vervuld zijn
van het eerlijk verlangan, dezo zaak goheol
op te helderen, inet een onderzoek door een
Raad van Eer geen genoegen kunnen no
men, maar iu het belang van het vertrou
wen in do resultaten van het onderzoek,
een dieper ingaan op de kwestie, en wel
door een parlementaire cnquótc-commlssic,
mo ten verlangen."
Men behoeft zir'i een strafvervolging vol
strekt niet te denken als het onvermijdelijk
slot van een parlementaire enquête.
Reden te meer om cr niet tegen op to
zien dc kwestie-Kuyper liever te onder
werpen aan h?t grondig, onpartijdig en
boven alle'verdenkingen verheven onder
zoek van een met gezag bcklcedc Parle
mentaire Enquête-commissie, dan aan dat
van een Rnod van Eer, die, zelfs indien
de samenste'ling daarvan het ideaal nabij
kwam, uit den aard der zaak niet al dezo
waarborgen kan geven.
Hulde aan jhr. mr. A. F. de Savernln Loliman.
Te Groningon heeft zich ten comitó gevormd,
om in de maand Jununri of Februari jhr. mr.
A. F de Savornin Lehman aldaar te ontvangen
In een avondbUoenkomst, tenoinde rianjegons
hem uiting t« govtn medo door het aanbieden
▼an een s'ofTdyk huldebiyk, van gevoelens
▼an »rkenie IJkhoid voor al hetgeen hy in zfjn
werkzaam loven deed voor hot gebeele iNodor-
landache volk.
De heer De Savorniiv Lobman ia geboren
te Groningon ui heefr daar zyn oeiste ^5
levensjaron doorgebracht.
De bovencenoemtio bijeenkomst zou oor-
8pronkel k zyn gelioudun by gelegenheid van
den 70aten jaardag van den heer Lobman,
maar kon toon door byzondere ometandlg-
hedon niet doorgaan.
Het duel.
Omtrent het duel, dat onlangs in Den
Kaag plaats had, zegt do Minister van
Oorlog in do Memorie van Toelichting het
volgende
„Het valt niet te ontkennen, dat de hier
bedoelde actiefdienende hoofdofficier door
het aannemen van een duel de strafwet
h ft overtreden en dus niet gehandeld
hi t overeenkomstig de eischen der krijgs-
tucnt.
Dat het gehouden tweegevecht en de
daarop gevolgde straf het prestige van den
kolonel, bij het korps, waarover hij het
commando voert, op gevoelige wijze heeft
geschaad, is tot heden niet gebleken.
Naar de meening van den Minister kan
de vraag: of het Er gaan van genoemd
strafbaar feit, en Iv t deswege ondergaan
van gevangenisstraf, op do bcoordecling
van een officier van invloed mag zijn, "n
bet algemeen niet anders dan bevestigend
.warden, beantwoord."