EEN KEIZERSZMN.
Spiegelen van winkelruiten.
poo. Er ligt voel sneeuw op den weg, maar
daar gij in een slede rijdt met twaalf witte
forten, zult gij gemakkelijk bij mij kunnen
komen. Breng mij alsjoblieit een klein on
•poorwagen, die in do kamer rondrijdt, en
«en kleine stoomboot, die in een schaal met
water of in een sloot rondvaart, en kleine
«ohapen, die blaten, en prentenboeken, j.k
sa1 de groote laarzen van tante Tulipine on
der dep schoorsteen zetten, omdat daar
meer in kan.
De groeten van nw liefhebbende Teddy
Boyd."
Dan kwam nog een naschrift:
„Go kunt ook een viool meebrengen en
ten trompet Als ge niet door den schoor
steen kunt, kom don door de deur, ik zal
haar open laten."
Denen brief gaf hij zijn vader. Deze las
hera zeer ernstig, stak hem in den zak en
seide, dat hij hem reeds den volgenden dag
naar Dingmans Terry zou meenemen.
Toen kwam tante Tulipine, aan wie hij
den brief ook te lezen gaf, en hij lachte,
dat de gedroogde klapperslangenhuiden
aan do wanden ratelden. Maar één Hing
stond bij hem vast: Zijn lieve jongen zou
ook eens een St.-Nicolaasfeest hebben,
evonals de kinderen uit de groote stad.
Waarvoor was hij anders de welgestelde
bandiet Tim KLapperslang? En had hij nog
niet lang geleden den Magnolia Express in
Wyoming dea nachts aangehouden en voor
lijn deel daarbij vijfhonderd dollars aan
levensverzekeringen verdiend 1
Zoo begaf zich Tim KJapperslang op weg.
Hij reisde zeer vele mijlen, voordat hij een
groote stad bereikte. Daar kocht hij alles,
wat Teddy geweneoht had, en liet het keu
rig inpakken. Ook kocht hij watten, om
«ioh daarmee een witten baard te maken,
.want hij wilde een echte St.-Nicolaae zijn.
Ook liet hij door een schrijver een brief van
6t-Nioolaas aan Teddy opstellen, waarin
St.-Nicolaas hem te kennen gaf, dat hij zijn
brief ontvangen had en gaarne bij Teddy
komen wilde. Nadat hij dit alles bezorgd
bad, reisde hij met zijn pak naar huis.
In Dingmans Terry wachtte tante Tulipi
ne hem reeds met de slede en het ging in
vliegende vaart door het gebergte nsj».r huis.
Daar gaf Tim Klapperslang den brief van
8k-Nicolaas dadelijk aan Teddy.
Men kan zich denken, hoe gelukkig deze
daarmee was. Er moesten nog vier dagen
roorbij gaan vóór St.-Nicolaaa kwam, en
stoeds viel en meer sneeuw van den hemel.
Teddy telde de uren. Tante Tulipine moest
hem haar grootste laarzen geven, die hij
onder den grooten schoorsteen zette. Een
paar laarzen van zichzelf zette hij er nog
naast. Zoo verbeidde hij vol verwachting de
komst van 8t.-NicnIaas. Het zal zoo tegen
elf uren geweest zijn, toen Teddy een
angstig gestommel in den schoorsteen hoor
de, die in zijn kamer uitkwam. Het scheen
of er steenen naar beneden vielen en weder
terugsprongen in den schoorsteen. Men
kreeg den indruk al*of iemand door den
schoorsteen gleed. Het was Tim Klap
perslang, die de steenen van boven door
den schoorsteen wierp. Hijzelf kon niet
door hot rookkanaal naar beneden komen.
Maar Teddy moest gelooven, dat St.-
Nooolaas door den schoorsteen kwam.
Daarop greep hij zijn zak, sloop vlug de
trap af, stiet onhoorbaar Teddy's deur
open en trad in de donkere kamer.
„Teddy Boyd," vroeg hij met verander
de stem van uit het donker, „zijt gij altijd
oen goede zoon geweest?"
„Zeer goed, vaak voel te goed 1" ant
woordde Teddy. Zijn stem klonk vast. Hij
•Was ook nu niet bevreesd. Dat bemerkte
Tim KJapperslang met vreugde.
„Goed 1" zei St-Nicolaas, ,,dan zult ge be
loond worden '"Hij stak een kaars aan. Zoo
waar: het was St-Nicolaas, zooals hij in het
boek geteekend was: de pelsmuts, de lange
witte baard, de groote zak op den rug;
alles was precies zoo. Nu zette hij den
sak op den grond en haalde daaruit louter
wonderbare zaken te voorschijn: suiker
goed en prentenboeken, een viool en een
trompet en kleine schapen, en stak dat
•lies in de laarzen. T-jddy sloeg hem van
Jondec do deken opmerkzaam gade. Waar
Keu nieuwe bewoner
In het Zu'den van Limburg is in den
laats ten tijd een nieuwe bewoner aange
troffen: Eliomys nitcla of Myoxus nitela,
de Tuinslapcr of Groote Hazelmuis, hier
door het volk meestal Zevenslaper genoemd
en even over de grens naar het Zuiden
vaak aangeduid als Dormeur. Het diertje
is 14 c.M. lang met een staart van nog
9c. M.
Het behoort tot de knaagdieren; menig
een, die het zoo terloops ziet, houdt het
voor een groote muis of rat.
Vooral in de tuinen met fijn fruit kan het
zeer schadelijk worden, daar het nog meer
vernielt dan opeet. Ook komt onze knager
wel in de huizen en doet zich daar te goed
aan boter, vet, spek, ham, enz. Ja, hij ont
ziet zich tevens niet om jonge zoogdieren
of vogeltjes aan te vallen en te verslinden.
Ook van eieren houdt hij veel.
Het is een brutale gauwdief, die naast de
vraatzuoht der muizen en ratten nog den
bloeddorst van den wezel bezit. Geen won
der dus, dat het dier zich in het geheel
niet laat temmen, en menigeen, die het met
do hand trachtte te vangen, heeft maar al
ta vaak de zeer pijnlijke beten van het
diertje gevoeld.
Zelfs eigen soortgenooten worden vaak
het slachtoffer, als de honger in het spel
komt
was de kleine spoorwagen, die op den
grond rondrijden kon, en de kleine stoom
boot, die in de schaal met water of in de
sloot rondvaart? Reeds maakte St.-Nico
laas beweging, om den zak weder op den
eohouder te nemen, terwijl hij nog lang
niet leeg was, toen hij plotseling bij het
flauwe schijnsel der kaars twee zware
revolvers zag blinken. Zij waren op hem
gericht Tegelijkertijd gebood Teddy „Han
den omhoog 1" en inderdaad: onwillekeurig
gingen Tim Klapperslang by het hooren
van het welbekend bandietenbevel beide
handen in de hoogte.
„Zoo is het goedf' xeide Teddy bevre
digd. „St-Nioolaas, waar is die kleine
spoorwagen, die op den grond rijden kan,
on de kleine stoomboot, die in een schaal
met water of in de sloot varen kan?"
„In den zakzei Tim KlappersLang.
„Ik wilde het in de Klapperslangenkamer
op de tafel leggen, opdat gij het morgen
vroeg zoudt vinden."
„O, dat kan iedereen zeggen!" meende
Teddy spotachtig. „De zak blijft hier. Er
zijn bepaald nog veel meer mooie din
gen in."
„Maar andere kinderen willen toch ook
iets hebben," antwoordde St-Nicolaas.
„De zak blijft hierl" herhaalde Teddy
onverschrokken. „En gij kunt gaan, maar
vergeet niet de handen in de hoogte te
houden."
En achteruit gaande, met in de hoogte
geheven handen, terwijl Teddy's revolver».'
op hem gericht bleven, schreed St.-Nicolaas
uit de kamer. Toen sprong Teddj^ uit het
bed, grendelde de deur en onderzocht bij
het licht der kaars den inhoud van den zak
Juist, alles was er in, wat hij gewenscht
had: de kleine spoorwagen en de kleine
stoomboot en nog veel meer. Daarbuiten
echter in de klapperslangenkamer viel St-
Nioolaas tante Tulipine om den hals en
riep opg*
van ons vaderland.
Gedurende den zomer leeft het diertje in(
struiken, heggen en boomen en bouwt eeni
nest in de takken, veelal in de doornen-!
hagen. Een enkele maal vergenoegt het]
zich met een oud nest van een vogel of een;
eekhoorn wat op te knappen. Daar het een'
echte omnivoor is. komt het in den zomer
al gauw aan den kost; in Augustus en Sep
tember, als de vruohten rijp worden, is er
meer dan genoeg te vinden. Ze zijn dan al,
heel gauw moddervet en beginnen o;k reeds
voor den winter te zorgen, dien ze slapende
doorbrengen.
In holle boomen, in rotsholen, enz. bren
gen za heel wat voorraad samen. Als de
koude intreedt, verbergen ze zichzelf ook,'
vaak velen bijeen. Hun slaap is niet zoo vaat
als die van den Zevenslaper, die zeven vol-'
le maanden, van begin October tot eind.
April, blijft doorslapen. Van tijd tot fcyd
wordt onze Tuinslaper, als het weer wat'
zachter wordt, wakker en spreekt dan don
voorraad aan. Hun vraatzucht wordt dani
wel eens gevaarlijk voor de anderen, diej
nog blijven doorslapen. Wordt het opnieuw
kouder, dan dommelen ze weer in.
Als natuurlijke vijanden van deze ge
duchte roovers moeten we noemen: een goe
de kat, de marters en wezels, alsmede do
uilen.
„O, tante Tulipine, hij heeft mij met'
twee op mij gerichte revolvers den gan-l
sohen zak afgenomen, als een echte ban-1
diet. Er zal toch iets van hem terecht ko
men, er zal toch nog iets van hem terecht
komen
En hij verkleedde zich weer in Tim
Klapperslang en ging volkomen gelukkeg
naar bed.
Prins Louis Napoleon, de eenige zoon van
Napoleon ITT, wiens tragisch einde in het)
Zoeloe-land dertig jaar geleden overal zulk;
een deelneming heeft gewekt, maakt thans
het voorwerp uit van een interessante stu
die, welke baron Pierre Bourgoing, een in
tieme vriend en speelmakker van den keizer-,
lijken prins, in het jongste nummer van „Je;
sais tout" publioeert. Na den zwaren slag,,
welke den Prins in 1870 trof, was Bout-'
going toch steeds zijn beste en meeat intieme
vriend gebleven. Nog heden bewaart de
baron als dierbaarste herinneringen uit dioa
tijd de talrijke brieven, welke hij van den,
Prins ontvangen heeft.
Reeds als knaap, zoo vertelt de schrijver
o.m., werd prins Louis door zijn speelge-
nooten zoer geacht. Zijn grootste vreugde,
bestond in het geven van aalmoezen aan
de armen en dikwijls hield hij, wanneer hij
in het bosch van Compiègne een toertje
maakte, zijn paard staande om aan de hout-
sprokkelaarsters kleine giften uit te deelen.
Als zijn beurs ledig was, moest zijn pi
keur hem geld leenen. Nooit heeft de Print
een twee „sous stuk" van een gouden Louis
kunnen ondcrschoidenin zijn oog en had
het geld slechts waarde als men het aan
de armen uitdeolde. Hij kan niet zien, dat
iemand leed Hijzelf daarentegen. Vzsi xvJk
ma nefvte>rs^Jst^B s* xüs
De Piek van Teneriffe.
tegenslagen en moeilijhedan met zooveel ge
duld, dat wij, knapen, er dikwijls verbaasd
van stonden.
Ik herinner mij nog zeer good, hoe lig
op oen keer in Saint-Cloud speelgoed kreeg,
dat in een houten kist verpakt was. Bij
het uitpakken vermaakten wij ons, jongens
als we waren, met stukkon hout naar el-
1 kaar toe te gooien. In hot heetste van het
gevocht slingerde één van ons een groot
stuk hout naar het hoofd van den Prins.
Het hout was leelijk aangekomen en hevig
bloedde de Prins. Juist kwam op dat oogen-
blik de Keizer binnen. Hij verschrok toen
'hij zijn zoon in zoon toestand zag en vroeg
wat er gebeurd was. Doch de Prins, die
ons de verwijten van zijn vader besparen
wilde, reide, dat Lij bij het spel gevallen
was.
Bij onze vechtpartijen in Compiègne kraeg"
hij later weer eins een hevigen slag op
zijn oog, doch ik heb nooit van hem te
weten kunnen komen, wis dat gedaan had.
Toen na den ongelukkigen oorlog di kei
zerlijke familie in Kent was gaan won in,
dacht Louis Napoleon aan niets anders dan
aan zijn vaderland, waaruit hij verbannen
was. In het begin van het jaar '71 schrijft
Lij aan Bourgoing:
„Gij kunt u niet voorstellen, hoe vir-
6cLrikkelijk het is, wanneer men liefde heeft
voor zijn vaderland en daarbij dan denken
moet, dat elke minuut honderden Franschen
op het slagveld vallen. Men misgunt rich op
't laatst elk stuk voedselelke teug wijn wordt
een verwijt, als men aan die arme men-
schen denkt, die in onze vestingen en dorpen
bijna van honger omkomen."
In 1872 kwam hij, na met goed gevolg
sen examen te hebben afgelegd, op de mi
litaire academie van Woolwich, maar zijn
hart was nog bij zijn makkers in Frankrijk
en hij benijdde hun het geluk, dat zij in het
leger van hun vaderland konden dienen.
Als Engelsch artillerie-officier schreef hij
aan een Fransch vriend: „Dien Frankrijk
met geheel uw rieL Dat is het grootste
bewijs van liefde, dat gij mij geven kunt.
.Word een der beste officieren. Dat is het
wat ik zoo vurig van mijn vriend verlang."
•Hij was soldaat mot hart en ziel. Van
rijn kindsheid af had zijn vader hem in
militaire richting opgevoed. Zijn leermees
ters roemden de juistheid van zijn oordeel
en zijn vastberadenheid, wanneer hij het
bevel voorde. Door lichamelijke oefeningen,
vooral in den tijd der manoeuvres, trachtte
Lij de telkens weeromkomende gedachten
aan zijn vaderland te verstrooien. Zijn
vrienden verwonderden er zich dan ook
geenszins over toen hij plotseling het be
sluit opvatte om zijn strijdenden makkers
in Afrika te hulp te snellen.
Een onweerstaanbare drang om zijn il
lusies in daden om te zetten en gedreven
door het vurig verlangen, het bewijs te
kunnen leveren, dat hij zijn ros waardig
was, dreef hem in het gewoel van den
strijd, in het gevaar en in den dood.
De woorden, door zijn vader hem eens
toegesproken, bleven hem zijn geheele leven
bij„Beter niet te slagen en beroemd te
worden, dan niets te verrichten en aan de
vergetelheid te worden overgeleverd."
Geen smeekingen van familieleden ver
mochten Louis Napoleon van zijn besluit
af te brengen.
Den 24sten Februari 1879 scheepte hij
rich naar Afrika in. Toen hij bij dein ge-
neralen staf werd ingedeeld, ging hem de
roep van koenheid reeds vooraf.
„Mijn eenige zorg is," zoo schreef de
hor tog van Cambridge aan den Engelschen
'commandant, „dat hij te dapper zijn zal."
Hij werd bij den kwartiermeester van den
generalen staf ingedeeld en hij kreeg op
dracht, om Lot onbekende terrein te door
zoeken en voor den opmarsch van het leger
de wegen te verkennen, Den lsten Juni, vóór^
het opbreken der troepen, werd hij met
luitenant Carrey het voorterrein ingezon
den, om daarvan een typografische schets
te maken. '«Avonds keerde luitenant Car
rey alleen naar het leger terug en berichtte,
dat de Prins „gedood moest zijn."
Gedurende een korte rust waren zij over
vallen. Louis Napoiecn Lad juixt bevel ge-
C9sm «s te Jttd rri L*ada Z»
De Piek van Teneriffe, die een heelen
tijd rustig was en haar vulkanischen aard
verbergen hield, zoodat men waande, dat
zij dezen verloren hadmaar pas weer aan
't werken is gegaan en stroomen gloeiende
lava uitwierp, waardoor de verschrikte be
woners van den omtrek hun huizen verlieten
ziet ge hier afgebeeld.
Teneriffe is het grootste en vruchtbaarste
eiland dor Can arische Eilanden, beslaat een
oppervlakte van 36 vk. mijlen en telt ruim
100,000 inwoners. Het geheclo eiland bestaat
uit vaste gesteenten De kusten zijn stciL
In het westen verheft zich de 3715 hl. hooge
Piek, een vulkaan, van November tot April
met sneeuw bedekt. Het eiland hoeft ver
scheidene vruchtbare vlakten en dalen en,
daar het goed besproeid wordt, levert de
landbouw veel op.
loes, die tot dicht bij de rustplaats geslopen
was, het vuur op de kleine afdecling opende.
Carrey zat reeds te paard, en reed in
galop weg. „Redde zich, wie kan," was
het geschreeuw van den vluchtenden offi
cier. Twee vrijwilligers werden neergescho
ten, de overigen ontkwamen.
Alleen Louis Napoleon volgde niet. Hij
wilde op zijn paard springen, doch het
zadel schoot los, het schichtige paard wilde
dc vluchtenden volgen, de Prins struikelde,
viel en het paard rende heen. Doch hij
had slechts één gedachte: als een dappere
te sterven.
Hij vuurde zijn revolver af en trok zijn
sabel. Zijn linkerarm, welken hij tot schie
ten omhoog hield, was reeds vol wonden.
Drie, vier breede, vlijm-scherpe zwaarden
doorboorden zijn lichaam, een vreselijke
lansstoot stak zijn rechteroog uit en spleet
zijn schedel m tweeënde keizerlijke Prins
was dood.
Toen het lichamelijk overschot van den
jongen Prins Daar Engeland werd overge
bracht, nam Bourgoing den treurig.-n plicht
op rich, de kist te openen. Naast de kist
knielde snikkend zijn trouwe dienaar Uhl-
man neer, die zijn heer naar het Zoeloe-
land gevolgd was.
„Hoe kon men hem in den steek laten?"
vToeg ik hem. En nog heden hoor ik zijn
antwoord in dien Elzassischen tongval: „Ach,
teen zij de Zoeloes zagen, vlogen zij weg,
als waren er duivels verschenen."
Toen de kist geopend was, zagen wij de
wonden. Hot gericht was nauwelijks te her
kennen, een geopende wonde aan het rech
teroog had hem geheel en al misvormd;
maar toen ik nederknielde, herkende ik
opzij het fijne profiel van den armen Prins.
Zijn lichaam was met zes groote wonden
bedekt, welke alle doodelijk waren. De
vreeselijkste wond was die aan zijn rech
teroog. Een tweede wond was hem toe
gebracht in zijn rechterzijde, ter hoogte
van de borst. Drie grootera wonden gaap
ten rechts en link-a van het 1 orstbeen. Een
■tak Lad do buikholte doorboord. Zjjn
Onder de boomsoorten moeten in de eerst*
plaats genoemd worden de draken bloed boo
men. De grootste daarvan, volgens schatting;
zes duizend jaren oud, die in 1868 zijn
kroon verloor in een storm, terwijl de stam,,
twee jaren daarna verbrandde, had bij een
hoogte van 22 M. een stamomvang van 14 M.'
De dierenwereld wordt vertegenwoordigd;
door muildieren, kameelen, veel wild, ko'
nijntjes en tam en wild gevogelte. Het kli
maat is zeer aangenaam en gezond. De be
woners zijn een gemengd ras van Span
jaarden en oorspronkelijke bevolking, de
Guanchen. Hun voornaamste bezigheden zifn
landbouw, veeteelt en visscherij.
De hoofdstad is de versterkte en druk
bezochte havenstad Santa Cruz de Teneriffe^
met omstreeks 17,000 inwoners. Te San
Christobal de la Laguna zetelt de Bisschop.
Dit was vroeger de hoofdstad.
linkervoorarm toonde twee diope sabelhou
wen. Maar in den rug had hjj geen enkele
wende opgeioopen.
Volgens de ondervinding, in de practijk.
opgedaan, is het buitengesloten het spiege-i
len van de winkelruiten in alle gevallen
volkomen te overwinnen. Daarbij toch doet
rich een natuurwet gelden, die zich niet
zoo maar laat opheffen. Wel echter kan mi
de meeste gevallen het zoo lastige spitge-'
len aanzienlijk worden verminderd.
Op het spiegelen van de winkelruiten heb
ben tal van omstandigheden invloed, zoo als
de hoogte, de afstand en de kleur van de
huizen, enz. aan den overkant, de diepte
van de étalagekast, de kleuren der uitge
stalde artikelen, enz., zoodafc het niet mo
gelijk is, algemeene wenken en regelen aan
te geven, die op elk bijzonder geval toe
passelijk zijn. in één opzicht echter is men
er in deze geheel achter, n.1. omtrent het
weerspiegelen van de eigen étalagemarkies
in de winkelruit. Sinds eenigen tijd wordt
door een Duitsche firma te Bccholt een
nieuwe markiezenstof in den handel ge
bracht, die ten minste dit euvel onder alle
omstandigheden volkomen verhelpt Be
doelde markiezenstof is een dubbel-geweven
z.g. opgelegde stof. Aan den buitenkant
vertoont zij de bekende patronen van deze
soort stoffen, doch de andere kant is effen,
eenkleurig, donker. Langdurige proefne
mingen hebben den lieden van het vak ge
leerd, dat een blauwe, in enkele gevallen1
een gele grond, het beste is, terwijl onder
zekere omstandigheden een markies met'
rooden achterkano weer beter is. De weer
schijn van het krachtige blauw doet alle
t-leurennuanccn in de uitstalkast op bet
gunstigst uitkomen; alle kleuren, van da
schelste tot de zachtste, bohouden "laar vol
le effect. Daarom is een markies met bi au*
wen ondergrond in verreweg de meeste ge*