Uit de Rechtzaal. Telegrammen. Tweede Kamer. "I Veertigjarig ambtsjubileum van den heer F. UITTEKBROEX. Heden waa het voor de Christelijke School voor On- en Minvermogenden aan (de Pieterskerkgracht alhier en voor het boofd dezer school in het bijzonder een se er gewichtige dag. De heer F. Uitten broek, het waardig hoofd dezer inrichting, bemind bij zijn personeel en leerlingen, ge respecteerd door het bestuur der school en de ouders, geacht door allen, die hem ken nen, het mogen voorstanders van het Chris telijk Onderwijs zijn of niet, herdacht heden den dag, waarop hij vóór veertig jaar het ambt als hoofd der school te Aalten aan vaardde, om Bpoedig plaats in den Achterhoek te verwisselen met Waddings veen, van waar hij nu dertig jaar geleden naar Leiden werd geroepen en het hoofd schap aan de school aan de Pieterskerk- gracht aanvaardde. Het sprak als vanzelf, ÖAt deze dag niet 'onopgemerkt voorbij Eon gaan. Al had de jubilaris het zelf gewild, het personeel der school en de leerlingen, gerugsteund door de ouders, zouden daarvoor wel zor gen. En zoo kwam het, dat de school er vanmorgen feestelijk uitzag. De lokalen wa. Ten zooveel mogelijk doorgetrokken, tot één groot lokaal, dat met guirlandes van vlag gendoek en oranje was omhangen, terwijl een podium was aangebracht, waarop groe ne plantengroepen stonden, terwijl op ver schillende plaatsen aan den wand toepasse lijke teksten en spreuken hingen. Te ruim negen uren kwamen de leerlin gen hi Zondagspakje binnen. Als Karing- gepakt zaten de driehonderd jongens en meisjes in het eene groote lokaal, wachten de op de dingen, die komen zouden. We be wonderden de onderwijzers en onderwijze ressen, die de ongeduldig wachtende kin deren zoo rustig wisten te houden. Te tien uren kwam het bestuur dor school, dat op het podium plaats nam, wel dra gevolgd door den jubilaris met zijn familie en den eersten onderwijzer, waai* nemend hoofd, den heer A. J. Doorneve'd. Onder verdienstelijke leiding van den onderwijzer, den heer D. G. van der Horst, word tien jubilaris een treffend Welkomst lied toegezongen. Onderwijl kwamen ook do heeren prof. dr. Van de Bande Bak- huyzen en II. C. van der Heyde, vertegen woordigend cic Plaatselijke Schoolcom missie. Toen het eerste lied was gezongen, stond de voorzitter van het Sohoolbestuur, ds. W. Birët, op, om namens dat bestuur den heer "Uittenbroek een woord van hulde en dank te brengon op dezen heerlijken gedenkdag. Hij ving aan met het woord van Mozes: zult gedenken den weg, dien dc Heere TJ geleid heeft 40 jaren lang. De spreker ging in korte trekken de veertigjarige loophaan van dezen schoolman na en herin nerde er daarbij aan hoe deze de hitte des daagB en de koude van den nacht heeft gedragen, want hij ging tot het Christelijk Onderwijs over in een tijd, toen daarmede nog weinig eer te behalen was. In Aalten en Waddingsveen heeft hij veel smaad moeten verdragen voordat hij vódr dertig jaren in onze goede stad Leiden kwam. God heeft hem echter steeds ge steund en geschraagd. Met zijn staf onder wijzers, die veel wisseling heeft ondergaan, heeft hij geslacht na geslacht van mannen en vrouwen opgevoed in kennis en weten schap, maar bovenal tot goedo Christenen, en als het zaad niet altijd opgekomen is, is het niet de schuld van den heer Uitten broek. Namens het bestuur wenschte hij hem daarmede geluk. God geve, dat hij nog jaren friseh en sterk zijn taak met lust blijve vervullen 1 Spr. herinnert zich nog hoe hij toot ruim vijf jaren den jubilaris ook heeft toegesproken. N\i missen wij aan Uwe zijde de vrouw, die u zoolang ter zijde heeft gestaan. Wat zou zij zich ook met U verblijd hebben in dezen dagl Aanvaard onzen dank voor alles, wat gij voor de schooi geweest aijt, aldus besloot spr. Qod sohenke u nog lange jaren om een voorbeeld te zijn van plichtsbetrachting, onvermoeid on ijver en onbezweken trouw. En wordt gij, moge het spade zijn, eenmaal afgeroepen van een werk. dan zij de kroon weggelegd in het woord van Uwen Heer: Gij, trouwe dienstknecht, ga in in de vreug de des Heeren! Na dit woord, dat diepen indruk maakte, sprak de voorzitter dor schdoJoommissie, prof. Van de Bande Bakhuizen, een kort en hartelijk woord. Wij kennen uw talenten en uw toewijding en wij weten welke goede vruchten door uw onderwijs werden verkre gen, on wij wenechen, dat het u nog lange jaren moge gegeven zijn te blijven werken voor den bloei van uw school en de opvoe ding van het u toevertrouwde kind. Nadat nogmaals door de kinderen was gezongen, werd het hoofd der school, na mens het personeel toegesproken door den laten onderwijzer, waarnemend hoofd, den heer A J. Dooraeveld. Ook hij herinnerde er aan hoe de heer Uittenbroek voor ruim veertig jaar uit liefde tot God en voor het kin® de openbare school had verlaten en daarvoor de gramschap der wereld Eeeft moeten ondervinden, eerst in Aaltep en later nog in ergere mate te WaddingBveen, omdat de wereld nu eenmaal den Christen, haat. Doch wij danken God, dat hij u steeds heeft goholpeiL Hofc Christelijk Onderwijs heeft veel aan n te danken; daarvan kunnen behalve dece school de Christelijke Normaallessen hier ter stede getuigen, door u met den heer Van Dijl opgericht, en waar gij met ande ren vele onderwijzers en onderwijzeressen hebt opgeleid, ja een ower oud-leerlingen is thans zelfs predikant, een ander in de rechten gepromoveerd. Wat uw school betreft-, daarvoor mogen spreken het bestuur, de ouders en de auto riteiten. Wij als personeel zijn blijde met u als patroon als vriend en belangstellende, die altijd bereid was om bij te staan en te •tonnen, ook in ons private leven. Als blijk van waardeering bood hij ten slotte den jubilaris een fraaie schemerlamp op koperen voetstuk aan. Hierop volgde onmiddellijk eefl tweede verrassing. Een der meisjee, Corrie van Alphen, bood, onder het uitspreken van een toepasselijk gedicht den hooggew aar deerden meester een prachtige bloemenmand aan, en een ander meisje, Oorrie Karstens, een mooien bouquet. Hierna trad het hoofd der Christelijke school aan den Haresingel, de heer A. de Lange, naar voren om zijn collega en vriend op dezen dag geluk te wenscren. Hij schet ste den jubilaris als een man van den ouden stempel, die thans niet in alle kringen meer 30o worden gewaardeerd, maar het oude, ■beproefde merk van den heer Uittenbroek waardeert ieder, die het heeft leer en ken nen, omdat het is in overeenstemming met Gods woord, Dece spreker wendde zioh ook nog tot de kinderen, aan wie hij het trachtte duide lijk te maken wat zij aan een man als meester Uittenbroek te danken hebben. Een der knapen, Hendrik Kooyman, bood nu, zonder veel omhaal waarvan immers Hollandsche jongens niet houden een langwerpig voorwet'py \ne4jes ingepakt, aan. Meestor pakte het uit en vond een kourig versierde Goudsohe pijp. Toen ging er even een hartelijk gejuich uit de kinderen op, die zich al dien tijd voorbeeldig rustig hadden gedragen. Er volgde daarop nog een hartelijke en telkens herhaald ,.Le»vo meester Uitten broek-" waarna de onderwijzer Van der Horst namens de kinderen den jubilaris aanbood een kostbare vulkachel. Bij licht, hoorde, meende de kinderen warmte. Dat de heer Uittónbroek -zeer geroerd was door al deze blijken van hartelijke toe genegenheid, spreekt- -yanaelf. Hij dankte er allen hartelijk voor. Allereerst het be stuur, dat neru trouwens reeds een stoffe lijk bewijs van waardeering had thuis ge zonden (naar wij vernemen een fraai oet- servies). Spr. sloeg een terugblik op zijn veertig jarige loopbaan en was dan overstelpend dankbaar voor al do zegeningen, van zijn God genoten. Zij dwongen hem het hoofd te huigen en een „Looft den Heer" uit t-o spreken. God heeft hem doen vinden het geheim van allen zegen, d. i. de vreeze des Heeren. liij dankte het bestuur voor de hem be toonde wairdeerirg, waar hij zich ook be wust is zijn tekortkomngen en zwakheden, en hij bleef zich «aanbevelen in de voorts durende welwillendheid van het bestuur. Daarna richtte hij zioh tot het personeel, do klasse-onxlerwijzers cn onderwijzeressen en de onderwijzeressen voor de handwer ken, voor de goede verstandhouding, waar door hem het samenwerken zoo gemakke lijk word gemaakt. Ook de Schoolcommissie on broeder De Lange bracht spr. voor de hartelijke ge voelens dank, waarna hij zich ten slotte op echt kinderlijke wijze Lot de leerlingen, richtte en ook dozen voor do hartelijke blijken van belangstelling dankte. Ik ben ook wel cena streng jegens u, maar dat doe ik dan in uw eigen belang Liefde voor u en voor uw toekomst dwingt er mij dan toe. Spr. besloot met er zijn vreugde over uit te spreken, dat God hem eon taak heeft opgedragen, waarin hij als een tegengift kan werken tegen veel kwaad in de we reld, dat de Maatschappij roet ondergang bedreigt. Nadat de kinderen oen „Danklied" had den gezongen, stond de heer Uittenbroek nogmaals op, om aan de leerlingen mede te doelen, dat zij morgen op den gewonen tijd weer in school moesten komen, maar dat hij dan voornemens was met hen naar „De Graanbeurs" te gaan, opdat zij daar vroolijk konden spelen en van de versna peringen, die hij hun dan ook eens wilde sahenken, te genieten. Er ging na deze me- dedeeling een uitbundig gejuich onder de knapen en meisjes op. Toen zij weder tot kalmte waren geko men, besloot ds. J. Hoogenroad de feeste lijke plechtigheid met een dankgebed. Dé poging tot doedslag a&h denoverkantvan'tlJ te Amsterdam. Men herinnert zich de geruchtmakende moordaanslag van den laten October, op don grondwerker G. van Vaaien, aan den over kant van 't IJ. Zijn kameraden, die met he>m een werk hadden aangenomen aan den overkant van het IJ, doch door hem waren verlaten, waren hem op dien bewusten lstem October, 's middags te halfzea, aan boord van het schip van den eohipper L. de Haan te lijf gegaan, wierpen hem to water en trachtten hem met een stok onder water te houden, terwijl hij op hoofd en rug werd geslagen. Zoo hadden zich gisteren de drie kamera den, de 32-jarige Eilaas Portengen, de 32- jarige schippersknecht Gerrit van Drie en de 81-jarige Bart van Wilgenburg voor de 4de kamer der rechtbank te Amsterdam te verantwoorden, beklaagd van mishandeling en poging tot doodslag. De drie beklaag den bevinden zich in preventieve hechtenis. Als eerste getuige kwam voor het slacht offer G. van Vaal en. Deze deed een (om standig verhaal van het gebeurde. Tijdens de gr oud werkersstaking had iri3 met de drie beklaagden een werkje aange nomen aan dein overkant van het IJ, op een terrein, gelegen tusschen de zwavelzuur- fabriek em het Kaniugrnnedok. De eerste woek ging alles goed, en maakte men een vrij aardig daggeld. Doch daarna werd er niet jneer zoo flink aangepakt. De drank- flesch sprak men moor dan noodÜg was, aan. En zoo ging er door het onverstandig wer ken veel tijd verloren. Gelige Van Vaa- lan dronk niet, en zag met leede oogen het onnoodige verliee aan. ,,'t Is beter het werk neer te leggsn", zoo zeide hij tot de kame raden. En op 80 September werd het werk neergelegd en rekende men af. Op den laten October kwam Van Vaalen terug en voor met een dekschuit het Oude Gat in. Hij wilde probeeren met anderen het werk voort te zetten, en begon daarom met de voorbereidende werkzaamheden, waar bij de getuige 0. de Bruijn hem behulpzaam was. 's Morgens had hij Por teugen nog ont moet, die hem zeide: „Wat beteeken t dat komen met die dekschuit V' Te halfdrie begon Van Vaalen dan met De Bruijn dan arbeid. De beklaagden kwak man toen ook met ern schuitje aan en rie pen: „Onderkruiper, dat zal ik je betaald zetten." Do ^Bruijn was bang en trachtte goeie maatjes met hen te worden. „Ik heb geen zin, om een pak slaag te krijgen," redde hij tot Van Vaalen. „Waarom antwoordde de ze. „Het is immers een vrij werk." De Bruijn is daarop weggegaan. Van Vaalen dacht ook al „dat loopt op eon rammeling uit", ien daarom vroeg hij den schipper De Haan, of hij mee mocht varen. Deze vond dat goed. Van Vaalen werkte toen tot half zes door, daar hij nog vódr donker thuis wilde zijn. Op weg naar hot schip werd hem de pas afgesneden door Van Drie on Wilgenburg. Deze voegden hem do woorden .schooier" en „onderkruiper" los. Toch slaagde Van Vaalen er in, aan boord te komen, doch daar bevond zich reeds Portengen. De drie man nen gingen hera nu te lijf; met een schop trachtte hij zich to verdedigen, doch do over macht was te groot. Van Drie greep hem vast en Wilgenburg dionde hem con vuist slag too boven het oog. Door een luik werd hij ojet allerlei dingen bestookt, doch men raakte hem niet. Daarna werd hij gestompt en geslagen, en vervolgens beetgepakt- Om de mist hoen droog men "hem naar de loop plank. Hij trachtte zich nog vast to grij pen, doch dat lukte niet En hoven de loop plank gekomen, liet men hem, plomp! te water. Getuige kwam op zijn rug terecht, doch is een uitstekend zwemmer, hetgeen den beklaagden bekend was. Met een stok hoeft mon getuige toen op hoofd en rug geslagen. Hij weet zeker, dat men hem niet heeft toegeroepen don stok te grijpen 1 Wel nop men: „Hier! Hier!" doch deze woor den hadden geen vredelievende boteokenis. Tot grootan schrik der beklaagden kwam toen plots oen motorbootje langs. „Laat hem maaT verzuipen!" riepen do beklaagden. „Daar is niets aan verbeurd; het is de broer van den moord on aar van Zeist." Getuige Van Vaalen riep toch de hulp van het moto r boot jo in. Men hielp hem aan boord en bracht hem naar Amsterdam. Daar werd een aanklacht legen do beklaagden ingesteld, en nog dien zelfden avond werden zij gear resteerd. Do getuige, C. de Rruyn, verklaarde, dat het weiken mot de beklaagden ondoenlijk was. 't Ging zoor ongeregeld. Nu eens wa ren er twee, dan weer drio afwezig. En als zij or waren, schonen zij nog onbekwaam voor hun werk. Ai leen Van Vaalen pakte goed aan. Toen get. Dc Bruyn van het terrein ge vlucht was, had hij zich naar de ark van Portengen, in de buurt, begeven. Daar had men over do zaak gesproken cn kreeg ge tuige den indruk, dat er moord cn dood slag u it zou voortvloeien. Deze indruk kreeg hij niofc uit uitlatrageo, doch meer uit do houding en do woede der beklaagden. Na de pauzo kwam hot eerst voor do ge tuige L. de .ffaan, do 69-jaxige schipper, die Van Vaalen had toegestaan moo te varen. Getuige bevond zich tijdens het gevocht be neden in het schip. Duidelijk heeft hij Van Vaalen: „Moord!" on „Hulp!" hooren schreeuwen. Hij voelde zich echter onmach tig, om hem to hulp te komen. De 69-jarig© achtte zich niot opgewassen tegen hot drie tal, dat bovendien in hoogst opgewonden toestand verkeerde. De schuit was geladen cn lag dus laag. Get. heeft gezien, dat Por tengen den getuige Van Vaalen met- oen stok trachtte onder to duwen. „Zouden ze nu van plan zijn hem to verdrinken?' dacht getuige toen, in welk denkbeeld hij nog versterkt werd, toen hij zag, dat een der hekl. den stok ophief. Nadat het motorbootje mot Van Vaalen vertrokken was, zeiden Portengen en Van Drie: „Schipper, je hebt niets gezien hoorl" Daarop hoeft De Haan niete geantwoord. Even nadat de beklaagden zijn schip verlie ten, was hij weggevaren. Hij had zioh niet beklaagd over Van Vaalen en do beklaagden zjjn met aangezocht door De Haan, om Van Vaalen van boord te brengen. Het staat, volgens dezen getuige vaat, dat Vau Vaa len zich niet hoeft losgeworsteld, doch door de beklaagden in hot water in geworpen. Getuige F. de Haan, zoon van L. de Kaan, bevond zich op den bewusten avond ook aan boord van het schip van zijn vader. Van Drie kwam zich bij hem beklagen, dat Van Vaalen alleen pen werk zou. afmaken, dat zij onder hun vieren hadden aangenomen. „Als jij Van Vaalen meeneemt, bon jo ook een grooten aap I" had Van Drie gezegd- President: Heeft u toen gezegd, dat u hem niet wilde meenemen? Getuige: Ik werd wel een beetje schich tig. Want hot maakte op mij don indruk, als of er straks een groote kloppartij zou plaats vinden. De beide andere beklaagden kwa men er toon ook bij. Een oogen blik later, nadat twee beklaagden van boord waren ge gaan, vluchtte Van Vaalen op het «ship en sprong in het vooronder. „Schipper, mag ik hem et uithalen vroe gen de beklaagden. „Haal 'm er maar uit I" antwoordde de getuige F. de Haan, bang voor de drie ge vaarlijke en opgewonden beklaagden. President; Waarom heeft u dat verlof ge geven Getuige: Omdat ik baqg was, dat ze hem dood zouden maken. President; Maar als ze van board had gehouden, zou er van doodmaken geen kwes tie zijn geweest. Getuige: Ik was bang voor ze. De getuige verklaart verder, dat Van Drie gezegd had: „Laat maar losl" op het oogen- blik, dat men ver genoeg buiten boord was, om Van Vaalen in het water te kunnen gooien. Toen de beklaagden weggingen, zei den zij ook tot hem: „Je hebt niets gezien, schippaq." (..Neen," antwoordde de getuige daarop. Daarna; kamt de getuige J. W. A. Weiss, die meedeelde, dat hij vau het Tolhuis met zijn motorbootje het Oude Gat opvarend, op dien len October zag dat drie mannen een vierden uit het ruim van een schip trok ken, hem te water wierpen en later hem met een stok oj> hot hoofd slaan en onder duwen. Eerst dacht getuige, dat het een. pretje was, doch toen de stok met het ver dikte einde er aan te pas kwam, bemerkte hij den ernst van het gcvaL Do drenkeling riep: „Hulp, hulp, ze willen mij vermoor den I" De anderen riepen de reeds geciteer de woorden. De getuige hielp Van Vaalen daarna aan boord van de motorboot, waar bekl. zeer zenuwachtig was ea erg onder don indruk bleek. Hii bracht hem toen naar den politiepost bh het Tolhuis. Alles speel de zich in een minimum van tiid af. Ge tuige logt er nog eens den nadruk op, dat hü duidelijk hoeft gezien, hoe ie gtok niot tot redding werd toegestoken, doch dat men daarmee trachtte het hoofd van Van Vaalen onder water to duwen. De getuigo J. L. J. Bcddeus stond achter in het motorbootje en werd op het geval attent gemaakt door den getuige Weiss, die zei do: „Kijk eens, ze gooien een man in het water 1" Overigens bevestigde hij do var- klaring van den hoer Weiss- Hij zeide nog tot den hoor Weiss: ,,'t Loopt nogal los, want hij zwemt goed." Van den wal af werd hem niet toegeroepen, dat er geen gevaar was, omdat hij zoo goed kon zwommen. Daarna was het woord aan don ambte naar van het 0. M., mr. Bruyn, Voor het ne men van zijn requisitoir. Deze moende dat de feiten van mishan deling zijn bewezen, al wordt ook alleen door Portengen royaal erkend, „dat hij Van Vaalen eens een opstopper wilde verkoopen." Dat de bekl. voor zij aan boord kwamen, het opzet hadden om te mishandelen, kunnen wij opmaken uit de opeenvolging der feiten. Om halftien hoort Van Vaalen zich toeroepen „Onderkruiper, we zullen je wel vinden." Het lyin volgens spr. niet anders, of die mishandelingen hadden plaats in alle kalmte en na overleg. Het wil spr. eveneens voor komen, dat bewezen is do poging tot dood slag. Vast staat, dat Portengen, v. Drie en v. Wilgenburg, het slachtoffer vast had den. En mot hun drieën hadden zij hem vast bij .de loopplank. Toen werd hij te Water ge laten en bovendien mot een stok het hoofd onder water geduwd. Het slachtoffer zag daarna, dat het Portengen was. Van Vaalen was vermoeid na een dag van hard werken, kwam toen te staan tegenover drie woeste lingen en word daarna to water geworpen. Het gold hier dus niet een eenvoudig in het water doen vallen van een goed 'zwemmer, doch werd het eon poging tot doodslag. De beklaagden hebben gezegd, dat, indien zij hem hadden willen verdrinken, zij hom in het ruime sop en niet tusschen het schip en den wal te water hadden gelaten. Doch deze verdediging acht do officier eene aan wijzing te meer voor do 6chuld van de be klaagden. In hot ruime sop ware het slacht offer, een goed zwemmer, spoedig buiten hun beroik geweest; tusscheu het séhip en den wol kon men hem verder aftuigen. De officier achtte de met voorbedachten rado geploegde mishandeling, gevolgd door poging tot doodslag, bewezen, en cischte te gen H. Portengen eene gevangenisstraf voor den tijd van 4 jaar, tegen G. van Drie eene gevangenisstraf voor den tijd van 3 jaar «n 6 maanden, en tegen B. van Wilgenburg eene gevangenisstraf voor den tijd van 3 jaar. Als toegevoegde verdedigers traden op mrs. M. Mondeis, M. Lewenbach en A. Schwartz. Uitspraak over 14 dagen. (T.) SPORT. Voetbal. Het Nederlnndsch elftal, dat a. s. Zater dag ovor een weck togen .Engeland te Lon den zal «pelen bestaat uit: Becuwkes (D. F. C.) '~T Nieuwenbuizen" Otten - (Sparta) (Quick) Hey ting De Kor ver, Bosscliart (H. V. V.) (Sparta) (Quick) Welcker, Sncthlagc, Kcsslen, Luljcns (Quick) (Quick) (IL V. V.j (H. V. V.) Franckon. (H. F. 0.) A-c. Zaterdag wordt een algemeeno ver gader.ng van den Leidschen Voetbal-Band gehouden, waarop een voorstel tot regle mentswijziging behandeld zal worden. L. V. V. veranderde haar naam in L.(ei<leche) V .(cetbalverceniging). 8T -PAUL (Minnesota), 1 December. (R. O.) 2032 wi 6s el wachters op dertien noordwestelijke spoorwegen hebben gister avond g<eetaakt en om loonsverhooging ge vraagd. De stakers verklaren, dat geon trein kan rijden tusschen de groote meren en de kust der Stille Zuidzee. ST.-PAUL, 1 Dec. (R. O.) Uit de be richten blijkt, dat alle wisBélwachters aan de oproeping om te staken gehoor gaven. Een aantal goederentreinen konden niet vertrekken. De geheele spoorwegdienst l« In wanorde. NüVV-YORK, 1 Deo. (R. 0.) Een tele gram uit Bluefields In Nicaragua meldt, dat de revolufcionnairen de regeeringstroe- pen uiteensloegen bij Rama. De regeeringB- troepen verloren 80 dood en, vele gewon den. De opstandelingen verloren 20 dooden LONDEN, 1 Deo. (R. O.) Hot kabinet kwam om tien uren in vergadering bijeen, naan men gelooft om voorbereidende maat regelen te treffen om de zittingen van het Parlement deze week te verdagen. Een groo te menigte nieuwsgierigen werd door de politie uit elkaar gejaagd. LONDEN, 30 Nov (R. 0.) Men verwacht, dat de eers te-mini ster Asquith morgen middag een belangrijke raededeelirg zal doen. BERLIJN, 1 Dec 'R. O.) De nationaal- Kberale partij in den Rijksdag besloot hedenmorgen af te rien van vertegenwoor diging in het preeidium. LONDEN, 1 Dec. (R. 0.) Zelfmoord vort het Hoogerhuia, aldus ia de titel van «irti- kelen in verschillende liberale bladen; een titel, die den aard aangeeft van de beechou* J wingen, welke dece bladen aan de houding; van het Hoogerhuis wijden. Zij verklaren,, dat het suoce6 van den „staatsgreep" niet van langen duur zal zijn, en dat onvermij delijk de vergelding tal konen. Do liberalen zullen de wapenen niet strekken eer do suprematie van het Hoogerhuis hersteld is^ De conservatieve bladen, sprekende over den constitutioneel en toestand, wijeen op het groote belang, dat de beslissing van de Lords voor het Rijk zal hebben. Immers de Lords gaven het volk gelegenheid zich uit te 6preken voor tariefhervorming ea deeo is noodzakelijk voor de veiligheid van het Rijk en voor de toekomst van Groofc Brüanniö als groote mogendheid. Teyler'a Stichting. Naar men ons meldt, tal door den rechts geleerden raadsman dargenen, die aanspraak maken op de nalatenschappen van Fieter Teyler van dor Hulst, binnenkort dexo zaak by de rechtbank te Haarlem Ingediend worden. Frauduleus bankroet. Mod meldt ona uit AmsterdamNaar wij ver nemen bestaan tegen een dezor dagen ge failleerd persoon zeer zware vermoedens fraudulcuso handelingen gepleegd tc heb ben. Bij dit faillissement waarvan het pas sief ongoveer 60,000 bedraagt, zijn eed groot aantal personen betrokken. De zaak is nog in onderzoek. Zitting van heden. Justiti e begr ooti n g. Het algemeen debat wordt voortgeash i De heer Van Hamel, juichte too dé methodo van p&rtioelo herziening .van <w>4 recht, welk systeem L practisch ia. Zich! in een betoog bogevendo wat do roeping van onze rechtspleging cn rechtsvordering moot, zijn, concludeerde spr. dat in beide tot uit drukking moot komen het innig vei-band tua- echon de rechtsbedoeling en hot volksbelang, dat wil zeggon, dat de rechtspleging moot uitmunten door klaarheid, natuurlijkheid» eenvoud in onze wetten en snelheid vam' berechting. Spreker drong a. a. aan op spoedige ijfc diening van het ontwerp tot herziening vaii ons Zeerecht, hoopte dat do allcen-rcchtapr* kende rechter niet slechte bij achterstand^ doch ook in gewone tijden zou kunnen op treden drong aan op tot-etand-koming van,' de regeling van het bewijsrecht in burger lijke zaken; en ontvouwde zijn denkbeelden omtrent oprichting van ©ea rechtbank voc*; kinderzaken. Spreker wees, wat de militaire recht* spraak betreft, op de noodzakelijkheid, dat) de krijgsraden door een rechtsgeleerd vocon zitter worden gepresideerd, en hij hoopte) in dit verband, dat de Regeering de recht», goleordo opleiding van officieren tor zou nemen. Het getuigenverhoor besprekend© fcn voor band met dan eedadwang, wees spreker op het Hinderlijke van dien dwang. Inderdaad hoerscht op dit gebied een toestand, die drin gend verbetering eoscht. Hü wees er op, by de Raden van Beroep en de Central© beroopedwong de eedsdwang niet bestaat en eed of belolte kan warden afgelegd. Spe. drong er bij don Minister op aan, bij het zoeken nou oen oplossing vnn bot eed* vraagstuk, bij bovenbedoelde colleges ©cn otx der zoek in to stellen naar do ervaring, met den facultatieven eed verkregen. Voor spr« toch ligt de voornaamste oplossing in 't voi- komen facultatief stellen van den eed, ter wijl dcor zeer tactvol optreden tegenover* den getuigo deze tot het spreken van d© volle waarheid moet worden godwongen. Sptv laakte het afnemen van verhoorca door subal terne ambtenaren, zooals politie-nnibtenareoi' en allen, die geen hulpofficier van justiti© rijn. Voorts wees spreker op dc gebreken»- welke de preventieve hechtenis aankleven» zou die alleen voor gewoontemisdadigers wenschcn, en bleek vooral groot voorstand der van het toekennen van schadevergoc-i ding aan hen, die ten onrechte voor-hechw tenis ondergingen. De heer D u \j s betoogde, dat het aam dringen door de rechtsche partijen op maafr regelen n vraagstukken van maatschappen lijk "belang tot oplossing te brengen, nicf gegrond is op de zucht om zulks te doen langs objectief wetcnschappelijkcn weg, doch op tendencieuse politieke overwe gingen. Als voorbeelden van dien tenden* van de rechtsche partijen noemde hij oa. den aandrang naar wederinvoering van dQ doodstraf; opheffing van echtscheiding^* misstanden. Zeer juichte spreker het daarom in dezen Minister van Justitie toe dat hjj byv. tegen* over de doodstraf een zoo krachtige afw<>i rende houding heeft aangenomen. Spreker zette uiteen, dat op liet gebied van bestrijding der zedeloosheid en crimii naliteit Rechts cn Links hetzelfde willen' wat het beginsel betreft, maar dat de ver* schillen zich openbaren in de wjjzc hoe men, ieder naar zijn zienswijze, dat beginsel wil toepassen. De beste bestryiling van dq criminaliteit is, te beginnen, volgens de so-» cialistische leer, de maatschappelijke mis* standen, die tot criminaliteit leiden, weg te nemen. De echtscheidingsprocedure meer in hef bijzonder besprekende, wenschte spreker verruiming van de gelegenheid tot schei ding, tegenover den Minister, die die ge* legenheid wil inperken. De Minister wil nu slechts in bepaald geval, ontbinding van het huwelijk als het materieele feit bewezen is; maar daarne»: vens opene hij de mogelijkheid van ontbie ding van het uwclijk by onderlinge toe* stemming, Ten slotte drong spreker aan op eindclyke regeling van de naaml. vennoot schappen en op spoedige regeling van de preventieve hechtenis. De veel besproken Regeeringscirculairc inzake de Mormonen, achtte spreker r.ict vrij van een sektarisch bijsmaakje. Bij de artikclsgewijze behande ling der begrooting zal spr. over dc Papen-, drecht-kwestic spreken^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 3