Uit de Rechtzaal.
Telegrammen.
Tweede Kamer.
"I
Veertigjarig ambtsjubileum
van den heer
F. UITTEKBROEX.
Heden waa het voor de Christelijke
School voor On- en Minvermogenden aan
(de Pieterskerkgracht alhier en voor het
boofd dezer school in het bijzonder een
se er gewichtige dag. De heer F. Uitten
broek, het waardig hoofd dezer inrichting,
bemind bij zijn personeel en leerlingen, ge
respecteerd door het bestuur der school en
de ouders, geacht door allen, die hem ken
nen, het mogen voorstanders van het Chris
telijk Onderwijs zijn of niet, herdacht heden
den dag, waarop hij vóór veertig jaar het
ambt als hoofd der school te Aalten aan
vaardde, om Bpoedig plaats in den
Achterhoek te verwisselen met Waddings
veen, van waar hij nu dertig jaar geleden
naar Leiden werd geroepen en het hoofd
schap aan de school aan de Pieterskerk-
gracht aanvaardde.
Het sprak als vanzelf, ÖAt deze dag niet
'onopgemerkt voorbij Eon gaan. Al had de
jubilaris het zelf gewild, het personeel
der school en de leerlingen, gerugsteund
door de ouders, zouden daarvoor wel zor
gen. En zoo kwam het, dat de school er
vanmorgen feestelijk uitzag. De lokalen wa.
Ten zooveel mogelijk doorgetrokken, tot één
groot lokaal, dat met guirlandes van vlag
gendoek en oranje was omhangen, terwijl
een podium was aangebracht, waarop groe
ne plantengroepen stonden, terwijl op ver
schillende plaatsen aan den wand toepasse
lijke teksten en spreuken hingen.
Te ruim negen uren kwamen de leerlin
gen hi Zondagspakje binnen. Als Karing-
gepakt zaten de driehonderd jongens en
meisjes in het eene groote lokaal, wachten
de op de dingen, die komen zouden. We be
wonderden de onderwijzers en onderwijze
ressen, die de ongeduldig wachtende kin
deren zoo rustig wisten te houden.
Te tien uren kwam het bestuur dor
school, dat op het podium plaats nam, wel
dra gevolgd door den jubilaris met zijn
familie en den eersten onderwijzer, waai*
nemend hoofd, den heer A. J. Doorneve'd.
Onder verdienstelijke leiding van den
onderwijzer, den heer D. G. van der Horst,
word tien jubilaris een treffend Welkomst
lied toegezongen. Onderwijl kwamen ook
do heeren prof. dr. Van de Bande Bak-
huyzen en II. C. van der Heyde, vertegen
woordigend cic Plaatselijke Schoolcom
missie.
Toen het eerste lied was gezongen, stond
de voorzitter van het Sohoolbestuur, ds. W.
Birët, op, om namens dat bestuur den heer
"Uittenbroek een woord van hulde en dank
te brengon op dezen heerlijken gedenkdag.
Hij ving aan met het woord van Mozes:
zult gedenken den weg, dien dc Heere
TJ geleid heeft 40 jaren lang. De spreker
ging in korte trekken de veertigjarige
loophaan van dezen schoolman na en herin
nerde er daarbij aan hoe deze de hitte des
daagB en de koude van den nacht heeft
gedragen, want hij ging tot het Christelijk
Onderwijs over in een tijd, toen daarmede
nog weinig eer te behalen was.
In Aalten en Waddingsveen heeft hij veel
smaad moeten verdragen voordat hij
vódr dertig jaren in onze goede stad Leiden
kwam. God heeft hem echter steeds ge
steund en geschraagd. Met zijn staf onder
wijzers, die veel wisseling heeft ondergaan,
heeft hij geslacht na geslacht van mannen
en vrouwen opgevoed in kennis en weten
schap, maar bovenal tot goedo Christenen,
en als het zaad niet altijd opgekomen is, is
het niet de schuld van den heer Uitten
broek.
Namens het bestuur wenschte hij hem
daarmede geluk. God geve, dat hij nog
jaren friseh en sterk zijn taak met lust
blijve vervullen 1 Spr. herinnert zich nog
hoe hij toot ruim vijf jaren den jubilaris
ook heeft toegesproken. N\i missen wij
aan Uwe zijde de vrouw, die u zoolang ter
zijde heeft gestaan. Wat zou zij zich ook
met U verblijd hebben in dezen dagl
Aanvaard onzen dank voor alles, wat gij
voor de schooi geweest aijt, aldus besloot
spr. Qod sohenke u nog lange jaren om
een voorbeeld te zijn van plichtsbetrachting,
onvermoeid on ijver en onbezweken trouw.
En wordt gij, moge het spade zijn, eenmaal
afgeroepen van een werk. dan zij de kroon
weggelegd in het woord van Uwen Heer:
Gij, trouwe dienstknecht, ga in in de vreug
de des Heeren!
Na dit woord, dat diepen indruk maakte,
sprak de voorzitter dor schdoJoommissie,
prof. Van de Bande Bakhuizen, een kort
en hartelijk woord. Wij kennen uw talenten
en uw toewijding en wij weten welke goede
vruchten door uw onderwijs werden verkre
gen, on wij wenechen, dat het u nog lange
jaren moge gegeven zijn te blijven werken
voor den bloei van uw school en de opvoe
ding van het u toevertrouwde kind.
Nadat nogmaals door de kinderen was
gezongen, werd het hoofd der school, na
mens het personeel toegesproken door den
laten onderwijzer, waarnemend hoofd, den
heer A J. Dooraeveld. Ook hij herinnerde
er aan hoe de heer Uittenbroek voor ruim
veertig jaar uit liefde tot God en voor het
kin® de openbare school had verlaten en
daarvoor de gramschap der wereld Eeeft
moeten ondervinden, eerst in Aaltep en
later nog in ergere mate te WaddingBveen,
omdat de wereld nu eenmaal den Christen,
haat. Doch wij danken God, dat hij u steeds
heeft goholpeiL
Hofc Christelijk Onderwijs heeft veel aan
n te danken; daarvan kunnen behalve dece
school de Christelijke Normaallessen hier
ter stede getuigen, door u met den heer
Van Dijl opgericht, en waar gij met ande
ren vele onderwijzers en onderwijzeressen
hebt opgeleid, ja een ower oud-leerlingen
is thans zelfs predikant, een ander in de
rechten gepromoveerd.
Wat uw school betreft-, daarvoor mogen
spreken het bestuur, de ouders en de auto
riteiten. Wij als personeel zijn blijde met
u als patroon als vriend en belangstellende,
die altijd bereid was om bij te staan en te
•tonnen, ook in ons private leven.
Als blijk van waardeering bood hij ten
slotte den jubilaris een fraaie schemerlamp
op koperen voetstuk aan.
Hierop volgde onmiddellijk eefl tweede
verrassing. Een der meisjee, Corrie van
Alphen, bood, onder het uitspreken van een
toepasselijk gedicht den hooggew aar deerden
meester een prachtige bloemenmand aan, en
een ander meisje, Oorrie Karstens, een
mooien bouquet.
Hierna trad het hoofd der Christelijke
school aan den Haresingel, de heer A. de
Lange, naar voren om zijn collega en vriend
op dezen dag geluk te wenscren. Hij schet
ste den jubilaris als een man van den ouden
stempel, die thans niet in alle kringen meer
30o worden gewaardeerd, maar het oude,
■beproefde merk van den heer Uittenbroek
waardeert ieder, die het heeft leer en ken
nen, omdat het is in overeenstemming met
Gods woord,
Dece spreker wendde zioh ook nog tot de
kinderen, aan wie hij het trachtte duide
lijk te maken wat zij aan een man als
meester Uittenbroek te danken hebben.
Een der knapen, Hendrik Kooyman, bood
nu, zonder veel omhaal waarvan immers
Hollandsche jongens niet houden een
langwerpig voorwet'py \ne4jes ingepakt,
aan. Meestor pakte het uit en vond een
kourig versierde Goudsohe pijp.
Toen ging er even een hartelijk gejuich
uit de kinderen op, die zich al dien tijd
voorbeeldig rustig hadden gedragen.
Er volgde daarop nog een hartelijke en
telkens herhaald ,.Le»vo meester Uitten
broek-" waarna de onderwijzer Van der
Horst namens de kinderen den jubilaris
aanbood een kostbare vulkachel.
Bij licht, hoorde, meende de kinderen
warmte.
Dat de heer Uittónbroek -zeer geroerd
was door al deze blijken van hartelijke toe
genegenheid, spreekt- -yanaelf. Hij dankte
er allen hartelijk voor. Allereerst het be
stuur, dat neru trouwens reeds een stoffe
lijk bewijs van waardeering had thuis ge
zonden (naar wij vernemen een fraai oet-
servies).
Spr. sloeg een terugblik op zijn veertig
jarige loopbaan en was dan overstelpend
dankbaar voor al do zegeningen, van zijn
God genoten. Zij dwongen hem het hoofd
te huigen en een „Looft den Heer" uit t-o
spreken. God heeft hem doen vinden het
geheim van allen zegen, d. i. de vreeze des
Heeren.
liij dankte het bestuur voor de hem be
toonde wairdeerirg, waar hij zich ook be
wust is zijn tekortkomngen en zwakheden,
en hij bleef zich «aanbevelen in de voorts
durende welwillendheid van het bestuur.
Daarna richtte hij zioh tot het personeel,
do klasse-onxlerwijzers cn onderwijzeressen
en de onderwijzeressen voor de handwer
ken, voor de goede verstandhouding, waar
door hem het samenwerken zoo gemakke
lijk word gemaakt.
Ook de Schoolcommissie on broeder De
Lange bracht spr. voor de hartelijke ge
voelens dank, waarna hij zich ten slotte op
echt kinderlijke wijze Lot de leerlingen,
richtte en ook dozen voor do hartelijke
blijken van belangstelling dankte.
Ik ben ook wel cena streng jegens u,
maar dat doe ik dan in uw eigen belang
Liefde voor u en voor uw toekomst dwingt
er mij dan toe.
Spr. besloot met er zijn vreugde over uit
te spreken, dat God hem eon taak heeft
opgedragen, waarin hij als een tegengift
kan werken tegen veel kwaad in de we
reld, dat de Maatschappij roet ondergang
bedreigt.
Nadat de kinderen oen „Danklied" had
den gezongen, stond de heer Uittenbroek
nogmaals op, om aan de leerlingen mede
te doelen, dat zij morgen op den gewonen
tijd weer in school moesten komen, maar
dat hij dan voornemens was met hen naar
„De Graanbeurs" te gaan, opdat zij daar
vroolijk konden spelen en van de versna
peringen, die hij hun dan ook eens wilde
sahenken, te genieten. Er ging na deze me-
dedeeling een uitbundig gejuich onder de
knapen en meisjes op.
Toen zij weder tot kalmte waren geko
men, besloot ds. J. Hoogenroad de feeste
lijke plechtigheid met een dankgebed.
Dé poging tot doedslag a&h
denoverkantvan'tlJ
te Amsterdam.
Men herinnert zich de geruchtmakende
moordaanslag van den laten October, op don
grondwerker G. van Vaaien, aan den over
kant van 't IJ. Zijn kameraden, die met
he>m een werk hadden aangenomen aan den
overkant van het IJ, doch door hem waren
verlaten, waren hem op dien bewusten lstem
October, 's middags te halfzea, aan boord
van het schip van den eohipper L. de Haan
te lijf gegaan, wierpen hem to water en
trachtten hem met een stok onder water te
houden, terwijl hij op hoofd en rug werd
geslagen.
Zoo hadden zich gisteren de drie kamera
den, de 32-jarige Eilaas Portengen, de 32-
jarige schippersknecht Gerrit van Drie en
de 81-jarige Bart van Wilgenburg voor de
4de kamer der rechtbank te Amsterdam te
verantwoorden, beklaagd van mishandeling
en poging tot doodslag. De drie beklaag
den bevinden zich in preventieve hechtenis.
Als eerste getuige kwam voor het slacht
offer G. van Vaal en. Deze deed een (om
standig verhaal van het gebeurde.
Tijdens de gr oud werkersstaking had iri3
met de drie beklaagden een werkje aange
nomen aan dein overkant van het IJ, op
een terrein, gelegen tusschen de zwavelzuur-
fabriek em het Kaniugrnnedok. De eerste
woek ging alles goed, en maakte men een
vrij aardig daggeld. Doch daarna werd er
niet jneer zoo flink aangepakt. De drank-
flesch sprak men moor dan noodÜg was, aan.
En zoo ging er door het onverstandig wer
ken veel tijd verloren. Gelige Van Vaa-
lan dronk niet, en zag met leede oogen het
onnoodige verliee aan. ,,'t Is beter het werk
neer te leggsn", zoo zeide hij tot de kame
raden. En op 80 September werd het werk
neergelegd en rekende men af.
Op den laten October kwam Van Vaalen
terug en voor met een dekschuit het Oude
Gat in. Hij wilde probeeren met anderen
het werk voort te zetten, en begon daarom
met de voorbereidende werkzaamheden, waar
bij de getuige 0. de Bruijn hem behulpzaam
was. 's Morgens had hij Por teugen nog ont
moet, die hem zeide: „Wat beteeken t dat
komen met die dekschuit V'
Te halfdrie begon Van Vaalen dan met
De Bruijn dan arbeid. De beklaagden kwak
man toen ook met ern schuitje aan en rie
pen: „Onderkruiper, dat zal ik je betaald
zetten."
Do ^Bruijn was bang en trachtte goeie
maatjes met hen te worden. „Ik heb geen
zin, om een pak slaag te krijgen," redde hij
tot Van Vaalen. „Waarom antwoordde de
ze. „Het is immers een vrij werk." De Bruijn
is daarop weggegaan. Van Vaalen dacht ook
al „dat loopt op eon rammeling uit", ien
daarom vroeg hij den schipper De Haan,
of hij mee mocht varen. Deze vond dat goed.
Van Vaalen werkte toen tot half zes door,
daar hij nog vódr donker thuis wilde zijn.
Op weg naar hot schip werd hem de pas
afgesneden door Van Drie on Wilgenburg.
Deze voegden hem do woorden .schooier"
en „onderkruiper" los. Toch slaagde Van
Vaalen er in, aan boord te komen, doch daar
bevond zich reeds Portengen. De drie man
nen gingen hera nu te lijf; met een schop
trachtte hij zich to verdedigen, doch do over
macht was te groot. Van Drie greep hem
vast en Wilgenburg dionde hem con vuist
slag too boven het oog. Door een luik werd
hij ojet allerlei dingen bestookt, doch men
raakte hem niet. Daarna werd hij gestompt
en geslagen, en vervolgens beetgepakt- Om
de mist hoen droog men "hem naar de loop
plank. Hij trachtte zich nog vast to grij
pen, doch dat lukte niet En hoven de loop
plank gekomen, liet men hem, plomp! te
water. Getuige kwam op zijn rug terecht,
doch is een uitstekend zwemmer, hetgeen
den beklaagden bekend was. Met een stok
hoeft mon getuige toen op hoofd en rug
geslagen. Hij weet zeker, dat men hem niet
heeft toegeroepen don stok te grijpen 1 Wel
nop men: „Hier! Hier!" doch deze woor
den hadden geen vredelievende boteokenis.
Tot grootan schrik der beklaagden kwam
toen plots oen motorbootje langs.
„Laat hem maaT verzuipen!" riepen do
beklaagden. „Daar is niets aan verbeurd; het
is de broer van den moord on aar van Zeist."
Getuige Van Vaalen riep toch de hulp van
het moto r boot jo in. Men hielp hem aan boord
en bracht hem naar Amsterdam. Daar werd
een aanklacht legen do beklaagden ingesteld,
en nog dien zelfden avond werden zij gear
resteerd.
Do getuige, C. de Rruyn, verklaarde, dat
het weiken mot de beklaagden ondoenlijk
was. 't Ging zoor ongeregeld. Nu eens wa
ren er twee, dan weer drio afwezig. En als
zij or waren, schonen zij nog onbekwaam voor
hun werk. Ai leen Van Vaalen pakte goed
aan. Toen get. Dc Bruyn van het terrein ge
vlucht was, had hij zich naar de ark van
Portengen, in de buurt, begeven. Daar had
men over do zaak gesproken cn kreeg ge
tuige den indruk, dat er moord cn dood
slag u it zou voortvloeien. Deze indruk kreeg
hij niofc uit uitlatrageo, doch meer uit do
houding en do woede der beklaagden.
Na de pauzo kwam hot eerst voor do ge
tuige L. de .ffaan, do 69-jaxige schipper,
die Van Vaalen had toegestaan moo te varen.
Getuige bevond zich tijdens het gevocht be
neden in het schip. Duidelijk heeft hij Van
Vaalen: „Moord!" on „Hulp!" hooren
schreeuwen. Hij voelde zich echter onmach
tig, om hem to hulp te komen. De 69-jarig©
achtte zich niot opgewassen tegen hot drie
tal, dat bovendien in hoogst opgewonden
toestand verkeerde. De schuit was geladen
cn lag dus laag. Get. heeft gezien, dat Por
tengen den getuige Van Vaalen met- oen stok
trachtte onder to duwen. „Zouden ze nu
van plan zijn hem to verdrinken?' dacht
getuige toen, in welk denkbeeld hij nog
versterkt werd, toen hij zag, dat een der
hekl. den stok ophief.
Nadat het motorbootje mot Van Vaalen
vertrokken was, zeiden Portengen en Van
Drie: „Schipper, je hebt niets gezien hoorl"
Daarop hoeft De Haan niete geantwoord.
Even nadat de beklaagden zijn schip verlie
ten, was hij weggevaren. Hij had zioh niet
beklaagd over Van Vaalen en do beklaagden
zjjn met aangezocht door De Haan, om Van
Vaalen van boord te brengen. Het staat,
volgens dezen getuige vaat, dat Vau Vaa
len zich niet hoeft losgeworsteld, doch door
de beklaagden in hot water in geworpen.
Getuige F. de Haan, zoon van L. de Kaan,
bevond zich op den bewusten avond ook
aan boord van het schip van zijn vader. Van
Drie kwam zich bij hem beklagen, dat Van
Vaalen alleen pen werk zou. afmaken, dat
zij onder hun vieren hadden aangenomen.
„Als jij Van Vaalen meeneemt, bon jo ook
een grooten aap I" had Van Drie gezegd-
President: Heeft u toen gezegd, dat u
hem niet wilde meenemen?
Getuige: Ik werd wel een beetje schich
tig. Want hot maakte op mij don indruk, als
of er straks een groote kloppartij zou plaats
vinden. De beide andere beklaagden kwa
men er toon ook bij. Een oogen blik later,
nadat twee beklaagden van boord waren ge
gaan, vluchtte Van Vaalen op het «ship en
sprong in het vooronder.
„Schipper, mag ik hem et uithalen vroe
gen de beklaagden.
„Haal 'm er maar uit I" antwoordde de
getuige F. de Haan, bang voor de drie ge
vaarlijke en opgewonden beklaagden.
President; Waarom heeft u dat verlof ge
geven
Getuige: Omdat ik baqg was, dat ze hem
dood zouden maken.
President; Maar als ze van board had
gehouden, zou er van doodmaken geen kwes
tie zijn geweest.
Getuige: Ik was bang voor ze.
De getuige verklaart verder, dat Van Drie
gezegd had: „Laat maar losl" op het oogen-
blik, dat men ver genoeg buiten boord was,
om Van Vaalen in het water te kunnen
gooien. Toen de beklaagden weggingen, zei
den zij ook tot hem: „Je hebt niets gezien,
schippaq." (..Neen," antwoordde de getuige
daarop.
Daarna; kamt de getuige J. W. A. Weiss,
die meedeelde, dat hij vau het Tolhuis met
zijn motorbootje het Oude Gat opvarend,
op dien len October zag dat drie mannen
een vierden uit het ruim van een schip trok
ken, hem te water wierpen en later hem
met een stok oj> hot hoofd slaan en onder
duwen. Eerst dacht getuige, dat het een.
pretje was, doch toen de stok met het ver
dikte einde er aan te pas kwam, bemerkte
hij den ernst van het gcvaL Do drenkeling
riep: „Hulp, hulp, ze willen mij vermoor
den I" De anderen riepen de reeds geciteer
de woorden. De getuige hielp Van Vaalen
daarna aan boord van de motorboot, waar
bekl. zeer zenuwachtig was ea erg onder
don indruk bleek. Hii bracht hem toen naar
den politiepost bh het Tolhuis. Alles speel
de zich in een minimum van tiid af. Ge
tuige logt er nog eens den nadruk op, dat
hü duidelijk hoeft gezien, hoe ie gtok niot
tot redding werd toegestoken, doch dat men
daarmee trachtte het hoofd van Van Vaalen
onder water to duwen.
De getuigo J. L. J. Bcddeus stond achter
in het motorbootje en werd op het geval
attent gemaakt door den getuige Weiss, die
zei do: „Kijk eens, ze gooien een man in
het water 1" Overigens bevestigde hij do var-
klaring van den hoer Weiss- Hij zeide nog
tot den hoor Weiss: ,,'t Loopt nogal los,
want hij zwemt goed." Van den wal af werd
hem niet toegeroepen, dat er geen gevaar
was, omdat hij zoo goed kon zwommen.
Daarna was het woord aan don ambte
naar van het 0. M., mr. Bruyn, Voor het ne
men van zijn requisitoir.
Deze moende dat de feiten van mishan
deling zijn bewezen, al wordt ook alleen
door Portengen royaal erkend, „dat hij Van
Vaalen eens een opstopper wilde verkoopen."
Dat de bekl. voor zij aan boord kwamen, het
opzet hadden om te mishandelen, kunnen wij
opmaken uit de opeenvolging der feiten. Om
halftien hoort Van Vaalen zich toeroepen
„Onderkruiper, we zullen je wel vinden."
Het lyin volgens spr. niet anders, of die
mishandelingen hadden plaats in alle kalmte
en na overleg. Het wil spr. eveneens voor
komen, dat bewezen is do poging tot dood
slag. Vast staat, dat Portengen, v. Drie
en v. Wilgenburg, het slachtoffer vast had
den. En mot hun drieën hadden zij hem vast
bij .de loopplank. Toen werd hij te Water ge
laten en bovendien mot een stok het hoofd
onder water geduwd. Het slachtoffer zag
daarna, dat het Portengen was. Van Vaalen
was vermoeid na een dag van hard werken,
kwam toen te staan tegenover drie woeste
lingen en word daarna to water geworpen.
Het gold hier dus niet een eenvoudig in
het water doen vallen van een goed 'zwemmer,
doch werd het eon poging tot doodslag.
De beklaagden hebben gezegd, dat, indien
zij hem hadden willen verdrinken, zij hom
in het ruime sop en niet tusschen het schip
en den wal te water hadden gelaten. Doch
deze verdediging acht do officier eene aan
wijzing te meer voor do 6chuld van de be
klaagden. In hot ruime sop ware het slacht
offer, een goed zwemmer, spoedig buiten hun
beroik geweest; tusscheu het séhip en den
wol kon men hem verder aftuigen.
De officier achtte de met voorbedachten
rado geploegde mishandeling, gevolgd door
poging tot doodslag, bewezen, en cischte te
gen H. Portengen eene gevangenisstraf voor
den tijd van 4 jaar, tegen G. van Drie eene
gevangenisstraf voor den tijd van 3 jaar «n
6 maanden, en tegen B. van Wilgenburg eene
gevangenisstraf voor den tijd van 3 jaar.
Als toegevoegde verdedigers traden op
mrs. M. Mondeis, M. Lewenbach en A.
Schwartz.
Uitspraak over 14 dagen. (T.)
SPORT.
Voetbal.
Het Nederlnndsch elftal, dat a. s. Zater
dag ovor een weck togen .Engeland te Lon
den zal «pelen bestaat uit:
Becuwkes
(D. F. C.) '~T
Nieuwenbuizen" Otten -
(Sparta) (Quick)
Hey ting De Kor ver, Bosscliart
(H. V. V.) (Sparta) (Quick)
Welcker, Sncthlagc, Kcsslen, Luljcns
(Quick) (Quick) (IL V. V.j (H. V. V.)
Franckon.
(H. F. 0.)
A-c. Zaterdag wordt een algemeeno ver
gader.ng van den Leidschen Voetbal-Band
gehouden, waarop een voorstel tot regle
mentswijziging behandeld zal worden.
L. V. V. veranderde haar naam in
L.(ei<leche) V .(cetbalverceniging).
8T -PAUL (Minnesota), 1 December.
(R. O.) 2032 wi 6s el wachters op dertien
noordwestelijke spoorwegen hebben gister
avond g<eetaakt en om loonsverhooging ge
vraagd. De stakers verklaren, dat geon
trein kan rijden tusschen de groote meren
en de kust der Stille Zuidzee.
ST.-PAUL, 1 Dec. (R. O.) Uit de be
richten blijkt, dat alle wisBélwachters aan
de oproeping om te staken gehoor gaven.
Een aantal goederentreinen konden niet
vertrekken. De geheele spoorwegdienst l«
In wanorde.
NüVV-YORK, 1 Deo. (R. 0.) Een tele
gram uit Bluefields In Nicaragua meldt,
dat de revolufcionnairen de regeeringstroe-
pen uiteensloegen bij Rama. De regeeringB-
troepen verloren 80 dood en, vele gewon
den. De opstandelingen verloren 20 dooden
LONDEN, 1 Deo. (R. O.) Hot kabinet
kwam om tien uren in vergadering bijeen,
naan men gelooft om voorbereidende maat
regelen te treffen om de zittingen van het
Parlement deze week te verdagen. Een groo
te menigte nieuwsgierigen werd door de
politie uit elkaar gejaagd.
LONDEN, 30 Nov (R. 0.) Men verwacht,
dat de eers te-mini ster Asquith morgen
middag een belangrijke raededeelirg zal
doen.
BERLIJN, 1 Dec 'R. O.) De nationaal-
Kberale partij in den Rijksdag besloot
hedenmorgen af te rien van vertegenwoor
diging in het preeidium.
LONDEN, 1 Dec. (R. 0.) Zelfmoord vort
het Hoogerhuia, aldus ia de titel van «irti-
kelen in verschillende liberale bladen; een
titel, die den aard aangeeft van de beechou* J
wingen, welke dece bladen aan de houding;
van het Hoogerhuis wijden. Zij verklaren,,
dat het suoce6 van den „staatsgreep" niet
van langen duur zal zijn, en dat onvermij
delijk de vergelding tal konen. Do liberalen
zullen de wapenen niet strekken eer do
suprematie van het Hoogerhuis hersteld is^
De conservatieve bladen, sprekende over
den constitutioneel en toestand, wijeen op
het groote belang, dat de beslissing van de
Lords voor het Rijk zal hebben. Immers
de Lords gaven het volk gelegenheid zich
uit te 6preken voor tariefhervorming ea
deeo is noodzakelijk voor de veiligheid van
het Rijk en voor de toekomst van Groofc
Brüanniö als groote mogendheid.
Teyler'a Stichting.
Naar men ons meldt, tal door den rechts
geleerden raadsman dargenen, die aanspraak
maken op de nalatenschappen van Fieter
Teyler van dor Hulst, binnenkort dexo zaak
by de rechtbank te Haarlem Ingediend worden.
Frauduleus bankroet. Mod
meldt ona uit AmsterdamNaar wij ver
nemen bestaan tegen een dezor dagen ge
failleerd persoon zeer zware vermoedens
fraudulcuso handelingen gepleegd tc heb
ben. Bij dit faillissement waarvan het pas
sief ongoveer 60,000 bedraagt, zijn eed
groot aantal personen betrokken. De zaak
is nog in onderzoek.
Zitting van heden.
Justiti e begr ooti n g.
Het algemeen debat wordt voortgeash i
De heer Van Hamel, juichte too dé
methodo van p&rtioelo herziening .van <w>4
recht, welk systeem L practisch ia. Zich!
in een betoog bogevendo wat do roeping van
onze rechtspleging cn rechtsvordering moot,
zijn, concludeerde spr. dat in beide tot uit
drukking moot komen het innig vei-band tua-
echon de rechtsbedoeling en hot volksbelang,
dat wil zeggon, dat de rechtspleging moot
uitmunten door klaarheid, natuurlijkheid»
eenvoud in onze wetten en snelheid vam'
berechting.
Spreker drong a. a. aan op spoedige ijfc
diening van het ontwerp tot herziening vaii
ons Zeerecht, hoopte dat do allcen-rcchtapr*
kende rechter niet slechte bij achterstand^
doch ook in gewone tijden zou kunnen op
treden drong aan op tot-etand-koming van,'
de regeling van het bewijsrecht in burger
lijke zaken; en ontvouwde zijn denkbeelden
omtrent oprichting van ©ea rechtbank voc*;
kinderzaken.
Spreker wees, wat de militaire recht*
spraak betreft, op de noodzakelijkheid, dat)
de krijgsraden door een rechtsgeleerd vocon
zitter worden gepresideerd, en hij hoopte)
in dit verband, dat de Regeering de recht»,
goleordo opleiding van officieren tor
zou nemen.
Het getuigenverhoor besprekend© fcn voor
band met dan eedadwang, wees spreker op
het Hinderlijke van dien dwang. Inderdaad
hoerscht op dit gebied een toestand, die drin
gend verbetering eoscht. Hü wees er op,
by de Raden van Beroep en de Central©
beroopedwong de eedsdwang niet bestaat en
eed of belolte kan warden afgelegd. Spe.
drong er bij don Minister op aan, bij het
zoeken nou oen oplossing vnn bot eed*
vraagstuk, bij bovenbedoelde colleges ©cn otx
der zoek in to stellen naar do ervaring, met
den facultatieven eed verkregen. Voor spr«
toch ligt de voornaamste oplossing in 't voi-
komen facultatief stellen van den eed, ter
wijl dcor zeer tactvol optreden tegenover*
den getuigo deze tot het spreken van d©
volle waarheid moet worden godwongen. Sptv
laakte het afnemen van verhoorca door subal
terne ambtenaren, zooals politie-nnibtenareoi'
en allen, die geen hulpofficier van justiti©
rijn.
Voorts wees spreker op dc gebreken»-
welke de preventieve hechtenis aankleven»
zou die alleen voor gewoontemisdadigers
wenschcn, en bleek vooral groot voorstand
der van het toekennen van schadevergoc-i
ding aan hen, die ten onrechte voor-hechw
tenis ondergingen.
De heer D u \j s betoogde, dat het aam
dringen door de rechtsche partijen op maafr
regelen n vraagstukken van maatschappen
lijk "belang tot oplossing te brengen, nicf
gegrond is op de zucht om zulks te doen
langs objectief wetcnschappelijkcn weg,
doch op tendencieuse politieke overwe
gingen. Als voorbeelden van dien tenden*
van de rechtsche partijen noemde hij oa.
den aandrang naar wederinvoering van dQ
doodstraf; opheffing van echtscheiding^*
misstanden.
Zeer juichte spreker het daarom in dezen
Minister van Justitie toe dat hjj byv. tegen*
over de doodstraf een zoo krachtige afw<>i
rende houding heeft aangenomen.
Spreker zette uiteen, dat op liet gebied
van bestrijding der zedeloosheid en crimii
naliteit Rechts cn Links hetzelfde willen'
wat het beginsel betreft, maar dat de ver*
schillen zich openbaren in de wjjzc hoe
men, ieder naar zijn zienswijze, dat beginsel
wil toepassen. De beste bestryiling van dq
criminaliteit is, te beginnen, volgens de so-»
cialistische leer, de maatschappelijke mis*
standen, die tot criminaliteit leiden, weg te
nemen.
De echtscheidingsprocedure meer in hef
bijzonder besprekende, wenschte spreker
verruiming van de gelegenheid tot schei
ding, tegenover den Minister, die die ge*
legenheid wil inperken.
De Minister wil nu slechts in bepaald
geval, ontbinding van het huwelijk als het
materieele feit bewezen is; maar daarne»:
vens opene hij de mogelijkheid van ontbie
ding van het uwclijk by onderlinge toe*
stemming, Ten slotte drong spreker aan op
eindclyke regeling van de naaml. vennoot
schappen en op spoedige regeling van de
preventieve hechtenis. De veel besproken
Regeeringscirculairc inzake de Mormonen,
achtte spreker r.ict vrij van een sektarisch
bijsmaakje. Bij de artikclsgewijze behande
ling der begrooting zal spr. over dc Papen-,
drecht-kwestic spreken^