No. 15264.
LEIDSCH BAG-BEAD, Woensdag' 24 November. Derde Blad.
Anno 1909.
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
IF&.OS© 3T±©.
Concert van mevr. SInrchant Ham-
bonnet en den heer Willem
Andriessen.
Deze twee kunstenaars haddon wij tot
'dusver in Leiden nog niet gehoord. Den
naam van mevr. Marchant-Rambonnot.
naar wij vernamen een leerlinge van mej.
Cornelie van Zanten, herinneren wij ons
trouwen niet ergens op ooncert-progTam-
ma'a gezien te hebben. De kennismakiag
was een zeer aangename, zoowel met zan
geree als pianist.
Mevrouw Marohant heeft uitnemende
qualiteïten; zij bezit een mooio volle, so
nore diepe altstem, die vooral in de lagere
tonen zeer fraai van klank is. Het hoogere
deel is eenigsiins anders van timbre, niet
zoo volkomen ontwikkeld en vooral in de
hoogste tonen niet onwrikbaar vaststaande.
Voeg daarbij een duidelijke uitspraak en
een intelligente, van overgevoeligheid en
effectbejag geheel vrije voordracht
Mevr. Marchant zou, dunkt ons, aria's
van Bach en Handel zeer mooi zingen. Bij
zonder genoten wij gisteravond van de twee
liederen van Wolf, waarvan vooral hot
eerste ,,Zur Ruh" moeilijk aangrijpender
en met meer bezieling kan gezongen wor
den. Ook met Schubert's ,,Sieg" on „Un-
gcduld" maakte zij een grooten indruk. De
vrees voor overgevoeligheid braoht er haar
misschien toe in de, overigens mot warmte
voorgedragen Weinachtslicdcr van Corne
lius do tempi (vooral in de drie eerste) een
kléin weinig te snel te nemen. Ook zou
het, dunkt ons, aanbeveling verdienen dczo
liederen niet in elkaar te doen overgaan,
maar al was het ook slechts tien seconden
pauze er tusschen te nemen.
De heer Andriessen, die haar begeleidde,
trad als solist op met twee grootere num
mers, de d-dur sonate van Mozart en de
Elüdes Symphoniques van Sohumann.
Deze nog jonge pianist, leerÜDg van het
Amsterdamsche Conservatorium, heeft hier
te lande als componist (hij moet o. a. een
zeer mooi en brillant pianoooncert geschre
ven hebben) en als klavier virtuoos reeds
roem verworven. Wij hebben ook hier zijn
technisch schitterend, door en door muzi
kaal pianospel ten zeerste bewonderd.
In bijzonderheden geacheveerd, duidelijk
en fijn van schakeering, was zijn voor
dracht van Mozart's werk, dat ons overi
gens van diens sonate's niet de belangrijk
ste dunkt. Meesterlijk werden ook Schu
mann's variaties gespeeld; brillant en meo-
sloepend was do zeer zware finale. Het
kwam ons voor misschien lag het ook
aan den Knabe-vleugel dat de rechter
hand van den pianist in kracht tegen de
linkerhand niet altijd op kon.
Beide kunstenaars hadden bij het tame
lijk goed opgekomen publiek veel succes
en werden tot tweemaal toe teruggeroepen.
O.
Gemeenteraad Tan Lüse«
Afwezig de heer Van der Veld.
Voorzitter de Burgemeester.
Na opening der vergadering werd dade
lijk begonnen met de behandeling der be
grooting 1910.
Bij den post salarissen veldwachters,
enz., werd oen request gelezen van de
gem eon te veldwachters Kaas en Willemsen,
houdende verzoek om het bedrag van tege
moetkoming in de womn.gh.uur te verhoo-
gen van f 75 tot f 130.
B. en Ws. stelden dienaangaande voor
'om' dit verzoek toe te staan en ae woning-
huur van den gemeenteveldwachter Ver
meulen, die de oonciergcwoning bewoont
van het Raadhuis, te verhoogen tot f 130 en
de vergoeding voor het schoonhouden van
het Raadhuis wat door hem geschiedt, even
eens tot f 130 te verhoogen.
De heer Prins vond dat hierdoor aan Ver
meulen te kort werd gedaan, omdat hij
hierdoor alléén de vergooding verkreeg in
dnn vorm van nietszeggende cijfers.
Hij stelt daarom voor om de huur van
de oonciergewoning te Laten zooals deze is,
namelijk f 100, en hem een bedrag van f 30
bij zijn salaris te verstrekken. Dit voorstel
werd eerst in stemming gebracht en met
5 tegen 4 6temmen verworpen. Tegen stem
den de keeren Riggel, Van Parijs, Lefeber,
Pijnacker en Tromp.
Het voorstel van B. en Ws. werd daarna
met op één na algemeene stemmen aange
nomen. Tegen stemde de heer Prins.
Bij den post salarissen gemeentewerklie
den werd een request gelezen van de ge
meentewerklieden Stoop en Beijk, houden
de het verzoek om hun salaris te verhoo
gen met f 50 per jaar.
B. en Ws. stelden dienaangaande voor
om het salaris van Stoop ad f 550, te ver
hoogen met f 25 en dat van Beijk, hetgeen
f 465 bedraagt te verhoogen met f 40.
De heer Pijnacker stelde voor om aan
bei don een gelijko vorhooging te geven van
f 25.
Dit voorstel werd aangenomen met 7 te
gen 2 stemmen. Tegen stemden de heeren
Prins en Van Zanten, zoodat het salaris van
Stoop thans bedraagt f 575 en dat van Beijk
f 510.
Bij den post onderhoud straten en plei
nen, welke f 1300 bedroeg, werd goedgevon
den om de boom en van den Heerenweg
van af het Vierkant tot het Postkantoor
aan beide zijden te rooien, met de bedoe
ling die straat daar te verbreeden en een
verhoogd trottoir aan te leggen, en te
wachten met een besluit van het al of niet
beplanten met jonge boomen totdat de
straat daar vrij gemaakt zal zijn van deze
oude boomen.
Bij dezen post stelde de Commissie, be
last met het onderzoek van de begrooting,
voor om den geheelen Stationsweg te doen
bestraten in drie gedeelten en wel in de
eerstvolgende drie jaren!
De heer Prins stelde voor om dezen weg
ineens te bestraten, waarop do heer Pijn
acker in hot midden bracht, dat dit veel te
bezwarend zou worden voor do gemeente,
daar do Hoofdelijke Omslag dan met 720
zou moeten verhoogd worden.
De heer Van der Meij bracht ook nog in
het midden, dat als het werk ineens moest
wordon gedaan, liet aanbesteed zou moeten
worden, waardoor het zeer zeker een f 500
meer zou kosten, terwijl het als het in
drie jaren geschiedt, in eigen beheer zal
kunnen worden uitgevoerd.
De geheele kosten zouden dan bedragen
circa f 800, wel tc verstaan, als het werk
in drie gedeelten, dus in eigen beheer, zal
worden uitgevoerd.
Het te bestraten gedeelte is 1461 meter
lang en zal worden bestraat over 4 meter
breedte.
Het voorstel van den heer Prins, om
dezen weg ineens to bestraten, werd eerst
in stermang gebracht en verworpen met 8
tegen S stemmen. Tegen stemden de hee
ren Lefeber, Pijnacker, Tromp, Van Parijs,
Biggel en Van Graven.
Het voorstel van de oommissie werd
daarna met algemeene stemmen aange
nomen.
De .wijze van uitvoering zal worden over
gelaten aan het oordeel van B. en Ws.
De heer Lefeber drong er op aan, aan
het Rijk te verzoeken om den berm van den
Rijksstraatweg te doen verlagen.
Bij den post pompen en riolen droHg de
heer Pijnacker er op aan, om op een paar
punten in de gemeente pompen te slaan,
en ook om de dorpspomp nog eens op te
boren Na eenige besprokingen werd bo-
sloten om de dorpspomp te doen opboren
door den heer De Waal Malefijt on voorts
om op een terrein van den ouden tol een
pomp te doen slaan door een der vakbazen
van deze gemeente.
Do post onderhoud havens en vaarten
werd daarna verhoogd met f 300 voor uit
dieping van de Greveling.
Nog werd een bedrag van f 152 op de
begrooting geplaatst voor in 1903 gelever-
do schoolbanken, waarvan eerst nu een re
kening was ingeleverd.
Bij den post volksfeesten kwam nogmaals
in behandeling het verzoek van do muriek-
vereenïging „Eensgezind", waarover in de
vorige vergadering de stemmen staakten.
Het voorstel van den heer Van der Mey,
waarover in de vorige vergadering reeds
was gestemd, om de jaarlijksche gratifica
tie te verhoogen van f 20 op f 40, werd nu
aangenomen met 7 te-gen 2 stemmen.
Tegen stemden de heeren Van Parijs en
Riggel, die met het voorstel van B. en Ws.
medegingen, om dit bedrag op f 30 te
brengen.
Bij den post kosten voor het voorberei
dend militair onderricht drong de heer
Pijnacker aan op meer publiciteit voor het
aanmelden voor dit onderricht, omdat hij
het zoo jammor vond, dat dit onderricht
wegens gebrek aan deelneming voor dit jaar
niet kon worden gegeven.
Hierna kwam aan de orde de begroo
ting van de Gasfabriek. Do heer Pijnacker
had het beter gevonden, dat deze begroo
ting ter visie had gelegen en vroeg ook of
deze begrooting in de Gaacoramissie was
vastgesteld, waarop een instemmend ant
woord volgde.
Doordat het geheele debat over deze be
grooting eon eenigsrins onaangenaam ka
rakter droeg, hetgeen zijn oorzaak vond in
een bedrag van f 3000 voor uitbreidingska
pitaal, wat echter niet zoodanig was gespe
cificeerd als enkele heeren dit hadden ver
langd, wenschte de Voorzitter, dat men met
dezo beoordeelingen zou wachten totdat do
Gasdirecteur een rapport had ingeleverd
van af de oprichting der Gasfabriek tot op
heden én van alle uitgaven en inkomsten,
die van af de oprichting geschied zijn.
De heer Prins kan niet begrijpen waar
om de gasdirecteur nog eens een rapport
moet uitbrengen over zaken en teekenin-
gen, die reeds lang rijn goedgekeurd en
vastgesteld.
Na nog eenige besprekingen werd deze
begrooting post voor poet behandeld.
De hierboven reeds genoemde post van
3000 voor uitbreidingskapitaal werd op
voorstel vau den heer Pijnacker op deze
begrooting uitgetrokken voor memorie.
Nog kwam in behandeling een verzoek
van den gasdirecteur om oen bedrag van
150 voor aankoop van instrumenten en
chemicaliën voor een in de gasfabriek te
stiohten laboratorium. Dit verzoek werd na
eenige besprekingen in stemming gebracht
en met 6 stommen togen, 2 vóór en l blanco
verworpen.
De tegenstemmers, de heeren Prins,
j Pijnacker, Van Zanten, Riggel, Van Gra
ven en Tromp waren hier echter slechts
Yoorloopig tegen, want als do gasfabriek
eenige jaren tenger zal hebben (beataan,
zullen zij er niets tegen inbrengen.
De heer Lefeber onthield zich van stem
ming.
De geheele l>egrooting sloot in inkomsten
en uitgaven met een bedrag van 39,470
en werd hierna in haar geheel vastgesteld.
Hierna werd begonnen met do inkom
sten der gemeentebegrooting, waarop ech
ter geen aanmerkingen werden gemaakt.
Hierna werd deze begrooting in haar
geheel met algemeene stemmen vastge
steld, bedragende in inkomsten en uitga
ven 46,303.03, met een post onvoorziene
uitgaven van f 881.78,
Ten opzichte van het beramen van mid
delen tor verkrijging van een E I e c t r i-
s c h e Tram in de bloembollenstreek,
deelde de Voorzitter mede, dat van de ge
meenten Sasscnheim en Hillcgom berioht
was ingekomen, dat uit haar midden reeds
een dergelijk tweetal hoeren waren be
noemd, voor de te vormen oomraissie, zoo
ook van do afdeelingcn Sassenheim en
Oegstgeest van de Alg. Vereeniging voor
Bloembollencultuur.
Tot leden dezer commissie werden daar
na alhier benoemd de heeren Van Zanten
en Pijnacker.
Op voorstel van den heer Pijnacker werd
daarna besloten om een gaslantaarn aan
De Engel zoodanig te verplaatsen dat deze
voor het brandspuithuisje aldaar zal komen
te staan.
Op voorstel van den heer Van Graven
werd besloten om een gaslantaarn te plaat
sen in de Bondstraat.
Ten slotte drongen de heeren Prins en
Pijnacker er op aan, dat de statuten van
de woning-vereen iging „Volksbelang" zoo
spoedig mogelijk in orde komen, en daar
na werd de vergadering gesloten.
De Weenor vergaftigiuga-
zaAk, In do aangelegenheid der poging
tot het vergiftigen van ettelijke officieren
te Weenon, waaromtrent wij in ons vorig
nummer berichtten, is nog weinig of geen
lioht ontstoken, ofschoon do politie mot
buitengewonen ijver aan het opsporen van
den schuldige is getogen.
Haar bemoeiingen zijn vertraagd gewor
den door het met veel moeite volgen van
een spoor, dat thans ia gebleken valsch te
zijn. Men deed n.L onderzoek naar een
jongmehfioh, dio in een apotheek van het
l7do district, dus in de buurt van de plaats
van aangifte der heilioozo brieven, ouwels
had gekocht. De betrokken apotheker deed
hiervan mededeeling aan do politie, maar
toen hem eenigo monsters van de aan de
officieren gezonden ouwels werden voorge
legd, bleek, dat deze niet geleken op die,
welke hij verkocht.
Keizer Frans Jozeph heeft zich op do
hoogte Laten brengen van alle bijzonderhe
den betreffende deze duistero zaak, en
bevel gegeven, hem geregeld van den stand
van het onderzoek mededeeling te doen.
De Weener recherche ondervindt er veel
last van, dat haar 't feit der vergift-igings-
aanslagen veel te laat door hot ministerie
van Oorlog word bericht. De briefomsla
gen, waarin do giftpoedera het waren,
naar het schijnt, geen pillon verzonden
werden, kwamen reods op 14 November
1.1. aan. Dat was op een feestdag, ter na
gedachtenis van Loopoldi, en het ministe
rie van Oorlog stelde den officieren wegens
gebrekkige adresseering, pas twee dagen
later do brieven ter hand.
Vaklieden beweren, dat do poeders
hoogstwaarschijnlijk door niet-deskundigen
zijn verzonden, in geen geval door apothe
kers of zelfs maar door leerlingen van
dezen.
Over het in bezit hebben ran grootc hoe
veelheden cyankali behoeft men zich niet
te verwonderen. Ofschoon in Oostenrijk
geen blauwzuur is te krijgen zonder per
missie, kan iedere amateurphotograaf zich
met een vergiftbiljet iedere hoeveelheid
cyaukaJi verschaffen.
Het lijk van den zoo rampzalig om het
leven gekomen kapitein, is nogmaals ge
schouwd, boewei het vaststaat, dat bij de
eerste schouwing, verricht door den mili
tairen dokter Broach, blauwzuur is gevon
den, zooals cyankaii dat afscheidt.
De minister van oorlog heeft een premie
van 2000 kronen uitgeloofd voor dengeno
die zoodanige iniiohtineen verschaft dat
daardoor de schuldige in deze zaak gevon
den wordt. Intus^hen beschouwt men het
thans weer als zeker dat de cyankali-pillen
door een militair verzonden zijn.
Van bevoegde zijde wordt
aan de „N. R. C." medegedeeld, dat hot
st. „Washington" (zie ons vorig nummer)
niet met het Franscho schip „Muscadet"
in aanvaring is geweest. De „Washington"
trof de „Musoadet" in den nacht van 18
November, tijdens zeer slecht weer, aan.
Van dit schip, clat alle zeilen had verloren
en water maakte, werden noodkreten ver
nomen, maar het weer was te slecht om te
naderen.
De „Washington" bleef in do nabijheid,
maar verloor het schip uit het zicht. Den
volgenden morgen 9 uren kToog men het
vaartuig weder in het zicht, maar nog kon
men geen boot strijken. Door manoeuvree
ren gelukte het de „Musoadet" aan lijzij
te krijgen en toen gelukte het, na 14 uren
orvonthoud, de bemanning der „Muscadet",
die met kreeften van Corunna naar Brest
was bestemd, door lijnen en redding
boeien, aan boord te krijgen.
De juiste plaats waar de bemanning werd
opgenomen was op 47 gr. 57 min. N. en
6 gr. 44 min. W.
De Parijsche rechtbank heeft
uitspraak gedaan in een proces van den
impresario Schürmann togen do tooneel-
speelster Andróe Mégard. De heer 8ohür-
mann had mevrouw Mégard geëngageerd
voor een rondreis, maar de booneelspeel-
ster kon, ten gevolge van een val oj> het
tooneel, Parijs niet verlaten. Do imnre-
sar io had 16,000 franken sohadevergoeding
geëischt, rechtbank heoft zijn eisch af-
?°®?t£en, overwegende, dat mevrouw Mé
gard door een geval van overmacht haar
verplichtingen jegems den heer Schür
mann niet is kunnen nakomen.
De redding der mijnwerkers
in Illinois. Do „New York Herald" doolt
nog eenige nadere bijzonderheden mede,
omtrent de wonderlijk© redding der acht
en zeventig mijnwerkers.
Men had alle hoop opgegeven, en wn«
Zaterdag met het bergen der lijken begon
nen onder leiding van superintendent Po-
woll. Reeds waren 40 lijken aan de opper
vlakte gebracht, toeu een nienwe groep
lichamen werd gevonden. Men dacht mcb
dooden to doen te hebben, maar daar be
woog een der lichainon zich. Do nun leefde,
on ook de mannen dio om hem heen lagen
leefden nog. Op een andere plaats in do
mijn werd zelfs een gezelschap mijnwerkers
aangetroffen, die druk zaten te praten, to
lachen en grapjes te maken. Dezo lieden
waren min of meer van de wijs door het
lijden, dat zij hadden moeten doorstaan.
Met spoe-d werden zij naar boven gebracht*
waar zij voorzichtig" gevoed werden en
voor zoover noodig onder verpleging
gesteld.
Do ontkomen mijnwerkers danken hun
redding in de eerste plaats aan hun
eigen kordaatheid en geestkracht. Zoodra
zij, na de ontploffing, de beteekenis en don
omvang begrepen van de ramp, metselden
zij zichzelf in, om niet door den kolendamp
te worden gedood. Zij waren verdeeld in
een groep van 67 en in een van 11.
Een der mijnwerkers, Joseph Orescini,
nam do leiding op zich. Al het aanwezige
voodsol werd in emmers bijeengezameld;
slechts kleine rantsoenen werden daarvan
uitgedeeld, waarbij allen gelijk op deelden.
Toen do roddera, voorgegaan door don
president dor mijnwerkersfederntio in don
staat Illinois, do levend-b.gravenon be
reikte, vond hij hen in rijen op den grond
gezeten. Zoodra een lichtstraal uit de lamp
van een der redders do groep trof, gaven
do geredden een kreet van blijdschap,
maar eon zwakke kreet; zij hadden nog
slechts weinig kraoht meer.
Een der eerste gereddon vertélde den
specialcn verslaggever van genoemd blad,
nog de volgende treffende details:
,We zaten ingemetseld cn misten allo bo-
grip van tijd en uur; niemand sprak meer,-
en we hadden bijna allen den moed verlo
ren. Toen stelde een dor onzen, een tronwö
kerkganger, voor, om nog eenmaal oen!
psalm aan te heffen, en met zwakke stem
zotte hij do woorden in: „Verblijf bij ons,
o God, want do avond valt snel in en do
duisternis bedekt ons,. Heer volhard motJ
ons."
Toen het zwakke gezang weggestorvon
was, hoorden wij buiten iemand zeggoni
„Dat moet Bill Cleland zijn". Een oogon-
blik bleef elk geluid in onzen koel steken,-
maar daarna spande ieder onzer zijn laat
ste krachten in, en spoedig hoorden wij
onze redders naderen. Na een kwartier
ongeveer, dat ons echter langer toeschoen,
dan do geheele tijdruimte dio wij al in do
mijn hadden doorgebracht, sloeg een hou
weel het eerste kloine gat in tien muur dia
wij om ons heen gevormd hadden. Een
oogonblik latec zagen wij een schijnsel van
toortslicht, en Bill Gietend, die ons al dio
dagen mot moed on vertrouwen had weten
te bezielen, viel flauw toen de rcdd'ng
zeker was."
Een der redders gaf zijn indrukken van
de ontdekking der slachtoffers ongeveer
nJs volgt weer
„Ik was de eersto die door het gaatjai
keek, en ik ving do woorden op: „Help
toch, wij zijn zoo hongerig." Toon verdub
belden wij onze pogingen. Met al onze'
krachten hakl m en sloegen wij op den muu*
los en vrij spoedig konden wij onze onge
lukkig© kameraden boreiken. Mot een
juichkreet sprongen wij tot hen over, en de»
arme kerels vielen ons om don hals en
lachten en schreiden om beurten. Het licht
onzer toortsen verblindde hen echter, en
wij deden hun linnen lappen voor de oogoa,
Wij moesten hen overigens aan hun stem
men herkennon, want er was geen enko!
wit plekje meeT aan hun geheele lichaarrt
te vinden. In het hol lieten wij slechts hot
82)
„Lieve mevrouw von Ebersdorf, ik zou
in uw plaats zeker geen grijs nemen voor
uw nieuwe kostuum. U hebt daarvoor geen
kleur."
„Heb ik het je niet gezegd 1" triom
feerde Wolf. „En op freule von Gilfachs
eraaak kun je je veüig verlaten".
„Maar ik vond die japon, die u van den
Romer droeg, zoo mooi", zeide Marianne
schuchter „Hij stond u voortreffelijk en
Wolf was er verrrukt van".
„Zwanen en ganzen hebb:-n witte veeren
fen toch zien zij 6r niet gelijk uit," zeido
.Wolf.
Beleedigd keerde Marianne rich om,
tnaar zij zweeg; alleen haar vingers, waar
in zij haar kopje hield, trilden.
„Schaam je over die vergelijking," zei-
de Rose Marie, die Mariannes beweging
gezien had. „Uw vrouw is te goed voor u.
Mevrouw, men moet zich door niemand de
baas laten worden; maar zeker niet door
.Uw eigen man."
„Verdedig mij niet tegen hem," zeide
Marianne. „Niemand kent Wolf beter dan
ik; hij denkt niet zoo bij alles wat hij
zegt, maar is het dan ook spoedig verge
ten. Ik neem hem zoo iets niet kwalijk."
„Je bent wel goed," antwoordde hij,
tooh een beetje verlegen.
„Fin ik wil niet, dat u uw vrouw nog
eenmaal zoo behandelt. Dat verdientze
.volstrekt niet."
„O, freule von Gilfach, u hebt een ver
keerd idco van Wolf," zeide Marianne en
schonk haar gast een tweeden kop thee in,
„en dus moet ik hem wel verded gen.
Maar laten we nu bij de toiletvraag blij
ven. Ik had het 't liefst zoo eenvoudig
mogelijk."
„Eenvoudig en smakeloos," zeido Wolf.
„Ik zou in uw plaats marineblauw ne
men," zeide Rose Marie, gemakkelijk in
haar stoel leunend. „Uw bleeke gelaats
kleur maakt een warme kleur noodig. Wat
dunkt u zelf daarvan? Ik ben gaarne be
reid u mijn tailleur tc zenden, want uw
man heeft gelijkkleeren maken de
vrouw."
„Is die niet te duur?" vroeg Marianne
angstig. „Mevrouw von Gerlach zeide, dat
hij bar duur was."
„Daarnaar behoef je niet te vragen,"
zeide Wolf, die vuurrood werd.
„Begrijp toch eindelijk eens, dat we hier
in andere omstandigheden zijn. De klein-
steedsche dingen zijn ergerlijk."
Rose Marie trok even haar wenkbrau
wen op.
„Ik weet niet of een goed gemaakte ja
pon ergens anders goedkooper te krijgen
is. Ik heb daar ook nog niet naar ge
vraagd. In ieder geval stel ik mij gaarne
te uwer beschikking."
Toen Rose Marie ging, nam ook Ebers-
dorf vluchtig afscheid van zijn vrouw: hij
ging naar de olub en Marianne moest maar
niet op hem wachten. Zij bleef bedroefd
alleen achter.
Dat gebeurde vaak sinds zij in Berlijn
waren; maar hoe verlaten zij zich ook
voelde, rij beproefde nooit hem thuis te
houden. Het was misschien wel noodig, dat
hij zich zoo vaak in de club of in den
schouwburg vertoonde, al begreep zij dan
ook niet waarom. Maar zij begreep zoo
véél niet, wat om haar heen gebeurde. Dat
was de schuld van de eenvoudige opvoe
ding. die zij had genoten, en waarvan zij
nu do gevolgen moest dragen.
Marianne deed met de haar aangeboren
zuinigheid de overtollige lampen uit; teen
ging zij in do halfduistere kamer op con
stoel zitten, steunde haar hoofd in de han
den en begon te denken.
Na haar huwelijk hadden rij twee jaar in
Seddin gewoond, den mooisten tijd van haar
leven, naar het haar thans toescheen. Wel
waren daar geen stijlvol ingerichte salons
zooals hier, de inrichting was degelijk, maar
hoogst eenvoudig geweest; maar toch de
mooiste uit de stad. Dan kwam iedere week
een wagen vol consumptieartikelen uit Weis-
senfeld en altijd had een lievelingsgerecht
van haar man op tafel gestaan. Hij had
haar in dien tijd ook werkelijk lief gehad.
Haar huis stond altijd open voor bezoekers
en haar goode moeder wist voor alle din
gen raad. In Seddin had men ook nooit
over haar toiletten gespot, zooals hier op
het bal gisteravond. Zij had het heel goed
gemerkt, al wist rij eigenlijk niet goed
waarom men zoo had gelachen. Zij haatte
die groote partijen en was, als een kind,
bang voor de onderzoekende blikken der
mensohen. Wanneer Rose Marie zidh eens
over haar ontfermen wilde, Robo Mari©
als rij er eens uit zou zien als die, zou
haar man dan meer tijd vinden om thuis te
blijven? Maar zóó zou rij nooit worden en
dus bleef zij alleen. In haar stille kamer zat
rij eenzaam eo weende bitter. Zij wilde niet
wankelen in haar geloof, haar vertrouwen
en haar liefde, maar de wereld was zoo
booe: de slang kwam on beproefde gift in
haar arme hart te druppelen, en zij kon
niet verhinderen, dat het gif werkte.
XII.
Onder-do-Linden wapperden de blauwe
vlaggen, dio in gouden letters de eerste ren
nen in Hoppegarten aankondigden, en in
sportkringen hoersohte groote opwinding.
„Sullivan," dio verleden jaar verscheide
ne eersto prijzen had gewonnen, zou nu te
Berlijn uitkomengroote sommen waren op
hem gewed on zij-n eenigo in aanmerking ko
mende mededinger had den dag vóór do
wedstrijden rouwgeld betaald en zich terug
getrokken. Een overwinning soheen volko
men zeker en Ebersdorf, die al groote som
men gewed had, nam het laatste oogenblik
te baat om dat bedrag te verdubbelen.
De zon straalde aan den azuurblauwen
hemel, alles scheen mede te werken, en het
eenige onaangename was, dat het een van
de laatste dagen van dc maand was, zoodat
menige portemonnaie leeg was.
Ook Ebersdorf verkeerde in dat goval; den
vorigen avond had hij zijn oonbanten nage
teld, om tot het resultaat te komen,
dat deze hem niet veroorloofden, den dag
door te brengen zooals hij wenschte en
waaraan bovendien nu niets meer te ver
anderen was. Rose Marie zou met hen gaan
en voor geen geld ter wereld zou Ebersdorf
dat hebben willen laten loopen.
Marianne's nieuwe kc«tuura lag in al rijn
pracht uitgespreid en zij stond er juist naar
te kijken, toon haar man haastig binnen
kwam.
„Gelukkig, dat ik je vind, Marianne. Wil
je mij een groot genoegen doen?'
Hij had in lang niet zoo hartelijk teged
haar gesproken. Opgewekt gaf zij ten anv»
woord
Graag, lieve Wolf."
„Ik heb geld noodig, kind. Je weet, het
is Maandag de eerst© en anders kunnen
we niet naar de rennen."
„Ooh, had ik dat eerder gewoten. Nu
heb ik juist vanmorgen den kleermaker
driehonderd mark betaaldhet laatste, wa(j
ik bezat."
„Fataal", zeide hij en boet op zijn snor.
„Nu, dan zullen wo niet naar de ronnoa
gaan", zeide zij, bereid, zijn zorgen en on*
aangenaamheden te deelon.
„Waar denk je aan? Dat in geen gcvaL
Vergeet niet, dat we beloofd hebben Roe©
Marie te begeleiden. Wil je soms zeggen:
we hebben geen geld? Ik zou haar gezicht
wel eens willen zien."
„Maar wat dan?"
„O, als jij verstandig wilt yjjn, is er wel
raad te schaffen. Leen mij het kleinood,
dat je vader jo bij je huwelijk gegeven .ïooft.
Voor een paar dagen maar. Het heeft, a!
is het ouderwetsch, waarde; maar dragon
kun je het toch niet moer."
Hij sprak er heel bedaard over, maar
keek toch in den spiegel naar zijn vrouw;
blijkbaar was hij tooh wol wat ongerust, '/ij
werd bleek.
„Wat wil je daarmee, Wolf?"
„Nu, niet opeten."
„Het is mij een dierbaar, heilig aSnderir
ken. En jij wilt..."
„Al 't je blieft geen preek! Plotseling*,
geldverlegenheid kan in de beste familiflf
voorkomen. Wil je of wil je niet?"
(Wordt vervolgd.