Goede oplossingen ontvangen van: Wandeling door een Oliiaeesclie stad. Wat aan de straten van China een geheel eigenaardig voorkomen geeft, is het groote aantal, kleurige uithangborden Iedere win kel heeft er een In tegenstelling met onse gebruiken, zet de koopman zijn naam niet boven de deur, maar laat buiten, rechthoe kig op de richting van de straat, een groot houten bord hangen, dat heen en wear schommelt. Dit bord, prachtig verlakt, en met de levendigste kleuren beschilderd kon digt in Chinee8che letters naam en bedrijf yan den eigenaar aan. Die overvloed van rijk versierde uithangborden, die aan weerszijden in de straat vooruitsteken, geeft aan de stad een feestelijk aanzien. Men zou zeggen, dat er gevlagd werd. Wat de winkels betreft, die' zijn bijna alle gelijk in vorm en afmetingen. Zij zijn naar alle zijden open, vierkant en niet ruim. Hier hebt gij een wisselaar. Twee of drie bedienden, met de schaal in de hand, we gen zilveren staven, waarvoor zij aan do klanten aaneengeregen koperen muntstuk jes in ruil geven. Om te tellen bedienen zij zich van een houten raam, met ijzeren, of geelkoperen dwarsroeden, waaraan houten balletjes geregen zijn. De Chinees rekent zoo snel en gemakkelijk door de balletjes over de roeden te laten bewegen, dat hij zich nooit de moeite geeft, om uit het hoifd te rekenen, zelfs om 2 en 3 bij elkaar te tel- fcen, neemt hij zijn toevlucht tot zijn reken- taf él. Naast den wisselaar ziet men een koop man in Oo8tindischen inkt en visitekaart jes, een handelaar in kantoorbehoeften. Hier hebt ge nu weer een kruideniers winkel Die is voor geen beschrijving vat baar, vanwege de oneindige verscheidenheid der voorwerpen, die hij bevat en die de gezichte- en reukorganen van een Euro peaan onaangenaam aandoen. Over het ge heel zien wij vele dingen hier in de winkels waar men zich het gebruik niet van verkla ren kan; bij een langer verblijf in het He- melsche Rijk, zal ons dit alles heel gewoon voorkomen en zullen wij ongetwijfeld dank baar zijn, dat het ons vergund werd, met dit eigenaardige volk kennis te maken. NOVEMBER. 't Is November: de winter hij nadert Weer opnieuw ons met haastige schreên, En de wind giert door 't dorre gebladert En den zwiepende© boom op en heem. Begeleid door den stroomenden regen, Met aanhoudend, eentonig geplas, Tot een sloot makende straten en stegen, Door den hagel, die klettert op 't glas. Laat hem komen 1 Hij zal ons niet deren, We begroeten hem vrooLijk en blij, En we zullen de koude wel weren, Ja, soms dubbel genieten daarbij Leve de winter I Hij zal ons met hind'ren Neen, niet u, gij hebt kleeding en dek. Maar helaas 1 voor veel and're kind'ren Komt een tijd weer van bitter gebrek Hoort, daar klinkt in 't geruisch van den regen, In 't gelooi van den stormwind een beê 1 „Gij, die rijk zijt, o deelt van dien zegen, „Ons, die 't noodigst zelfs missen, wat mee I" Oplossingen der Raadsels. i. Trompet. II. Kerstdagen. III. Brievenbesteller. IV. Krommenie. V. Veel geschreeuw, weinig wol. Sandrina Krüger, Jan en Willem Stok- huyzen, „Tweelingen", Jan Roelands, Tinus Roelands, Marie en Hendrik van Riet, i „Tromp", „Bertha", W. L. Verschragen, „Ruitevrouw", Jan Bedier, „Emma", M. Starre, „Koekoek", „De twee Gebroeders", „Fancy", Leo v. d. Berg, M. en P. Sas burg, Jan Versluys, „Omikron", Joh. Bes telink, „Populierentak", „Sneeuwwitje", P. J. v. d. Voort, Leendert Links, Johan en Adriaan Wempe Davv Broekman, C. L. Janssen, J. Sampion, J. W. de Roon Hcr- toge, „De Duifjes", „de twee Vinkjes", G. en J. de Pree, J. M. en Golida de Ko ning, „Vleermuis", ,,'t Sprinkhaantje", N. Eradus, Suze Blom, Kruidje-roer-me-niet" E. L. Christiaanse, Geertr. Bestelink, Hen dirk Molenaar, Hagaretha en Sjaak de Graaf, „Silvia", A. de l'Ecluse, Karei Halbmeyer, Pieter en Catbarina Schaft, Christiaan Paauw, Hendrik Kriek, „Goud fazant", M. en J. Susan, M. Kallenberg, Aibertus van den Bos, Abraham van Ros malen, „Jan Steen", „Rosa Fluweeltje", „Vera", Hendrika den Hertog, „Kapitein",- „de twee Kersen", „Druiventros", F. Kar- reman, „de kleine Korporaal", P. J. Frank, S. Kallenberg, Willem Broers, Pie ter Jasperse, „Roodborstje", „Piet Hein", „Anjelier", Margaretha en Nicolina Smit, „Henny", Jacoba Eggink, Barend de Wit, Dina Spuyman, W. en M. Menken, L. Gin jaar, Anna Pommée, Johannes Boon, Cato en Agnes Jansen, H. 11 v. d. Bos, „Ver- geet-mij-niet", David Oudshoorn, Jo en Frederik Mugge, Cato Vallentgoed, Neeltje en Maria Kouwenhoven, Maria Oudshoorn, te Leiden. S. Kleinveld, te Bodegraven. Antjo en Dirk van Nieuwkoop, O. G. de Vries, Jaoob Bol, K. C. van Nieuwkoop, Jo Loogman, W. en J. v. d. Veer, Lena den Elzen, Maartje Roos, te Haarlem mermeer. „Twee Blauwoogjes", te Easeri- w o u d e. Hendrik van Boelen, te K a t w ij k-a a n Zee. Dirk van Nieuwkoop, Trijntje en Jaantje Spaargaren, Pieter Schuilenburg, N. F. Doeswijk, C. en F. Leyen, C. C. Zwetsloot C. L. Doeswijk, P. van Nieuwkoop, te Kaag. Marietje Völker, Jan en Cor de Groot, Jacob Stark, Cornelia Horsman, te L e i- d 6 r d o r p. „Klein maar Dapper", Louisa Rijsdam, „De twee Dapperen", te Oegstgeest. Johannes van Egmond, te R ij n s b u r g. M. en R. de Ruyter, Josia Kwak, te Voorschoten. Hendrik van Alphen, Pieter Weeber, te Valkenbu r g. „Theeroos", Hendrik Binnendijk, te Wassenaar. C. C. van Nieuwkoop, te Warmond. Margje van Donk, Frederik de Jong, Aartje en Johanna Parle vliet, „Een Bos sche jongen", D. Munnik, te Zoeter- w o u d e. Prijzen vielen ten deel aan: „Druiven tros", te Leiden, „De twee Dapperen" te Oegstgeest, die verzocht worden hun juist adres op te geven. Correspondentie. Cato Vallentgoed. Neen meisje, van schaatsenrijden zal voorloopig nog niets komen, daar is het nog te vroeg voor. De rebus, dio je mij toezondt is aardig bedacht, doch ongeschikt om in ons blad te worden afgedrukt daar zulke figuurtjes buitenge wone moeilijkheden voor de zetterij ople veren. Je moet je dus maar tot gewone raadsels bepalen, opdat je moeite niet ver- geefsch is. Vriendelijk dank voor je mooie prentkaart. Jo en Frederik Mugge. Nu, ik moet zeggen, dat het bij jullie een aardig huishoudentje is en ik denk, dat je moe aardig de handen vol zal hebben met al die kleuters I Dat jullie met het kleine zusje erg in je schik bent verwondert me niet, die kleintjes zijn meestal de speelpopjes der familie. Wat vallen er bij jullie veel verjaar- i dacen in deze maand 1 Corrie Hozee. Ik vind 't niet aar dig van je, dat je terwijl je mij voor het gewonnen prijsje bedankt tevens de koop uitspreekt, dat het lot je gunstig moge zijn! Dat klinkt wel een beetje hebberig, meisje- lief. Bovendien moet ik je doen opmerken* dat er om de prijzen niet geloot wordt, ze worden door mij toegekend aan hen die daarvoor in aanmerking komen. „A n j e 1 i e r." Arm kind, ben je ook al verkouden? Nu je bent op het oogenbük* heusch de eenige niet, laat ja dat een troost' zijn. Ik wensch je spoedige beterschap 1 „D e kleine Korporaal." Het spijt me, dat je je oplossingen verzuimde! te onderteekenen, want voor mij is dat het; zelfde als dat je ze mij niet hadt toego» zonden.; Hendrika den Hertog. Ja meisje, alle kinderen van abonné's mogen; aan ons blaadje medewerken. Hoe meer hoe' liever zelfs. „Rosa Fluweeltje" Vriendelijk dank voor je mooie prentkaart en bijdragen. Van de laatsten hoop ik een goed gebruik te kunnen maken. >,J a n Stee n." Alhoewel je me steed- verzoekt je niet voor de prenkaarten te be-' danken, kan ik zulks ditmaal niet nalaten, al was het maar alleen om hulde te bren gen aan je fijnen smaak.. „M o i k o r 8" en „K r u i d j e-r o e r- m e-n iet." Ik vind 't best, dat jullie in, 't vervolg gezamenlijk de oplossingen in zendt. Wat heerlijk dat Neeltje gestadig} in beterschap toeneemt; zij en haar moe der zullen nu wel zéér gelukkig zdjn« „Sergean t-M ajoor." Van harte welkom in ons leger, vriend, ik hoop op j4 trouw en toewijding te mogen rekenen*1 Hoeveel dienstjaren heb je reeds? ,3 prinkhaantj e". Als je door ziekte veel hebt moeten verzuimen kan jei het natuurlijk niet helpen, dat je op school een weinig ten achter bent. Het voornaam ste is, dat je gezond blijft dan is met eoir goeden wil, de schade spoedig ingehaald. Welk p-i prettig vooruitzicht met het toe* latingsexamen een fiets te kunnen winnen. „D e twee Vinkje s". Omtrent ïnge-, zonden bijdragen kan ik geen inlichtingen, verschaffen meisjes, dat moeten jullie dus afwachten. J. W. deHoon Hertog e. Heb jd! misschien al eens vroeger meegedaan? Je naam komt mij zoo bekend voor! Je mede werking zal mij zeer aangenaam zijn. „De kleine tamboe r." Als jèj trommelen inderdaad zoo prachtig vindt, dan heet ik je hartelijk welkom. Maar denlq er aan, vriend, keurig in de maat hoor, anders kan er niete van komen. P. Sasburg. Een sergeant-majoor heti ik reeds, verzin dus iets anders, liefst bij] het muziekkorps, want ik houd bijzonder veel van militaire muziek. „Blauwoog j e s'\ te Hazferswoude. Ik heb innig medelijden met je kleine srus-i je, doch zou me in jullie plaats stipt aan dei voorschriften van den dokter houden, an-i ders zou het geval wel eens slecht kunnen afloopen. Marietje Volk e' r te Leiderdorp., Ja meisje, ik kan me best voorstellen boa saai het is, als je moeder ziek ia. Julliei moet haar maar zorgzaam verplegen en wall moed in spreken. Van harte beterschap metl haar. Ik vind het best, dat je in het ver-, volg met een vriendinnetje samen doet} Vriendelijke groetjes. MARIE VAN AM STEL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 18