LEIDSGB DAGBLAD, Zaterdag" 13 November. Tweede Blad. Anno 1099.
No. 15255.
Finaneieele Causerie.
dole's schooEieech
Gemengd Nieuws.
De vrees voor ongunstige verwikkelingen
ten opzichte der geldmarkt is nog steeds oor-
xaaV, dat 'n engeanimeerde stemming heerscht
ter beurze. Ton minste wat betreft Inter
nationale waarden, waarvan de Amerikanen
'le hoofdschotel vormen. Toch kan men moei
lijk spreken van dalende marktenonder de
omstandigheden houdt New-York zich kra
nig. De omzetten zijn aanmerkelijk in
gekrompen en het maakt den indruk
alsof men een afwachtende houding aan
neemt. Iedere dag brengt ons nader
tot het tijdstip, waarop althans een der re
denen voor de geldsohaarscht» niet meer zal
gelden; nl- de oogstbeweging. Daarna zal
dan moeten blijken of de prijsverhooging
in dit departement 't gevolg is van de op
geschroefde fantasie der speculeerende me
nigte, of dat zij 't logisch gevolg is van.
betere resultaten en hoopvolle verwachtingen,
die de hausse wottigen. Dat onder druk
yan. „vrees" een slechto raadsman ten
allen tijde het koerspeil zich vrijwel hand
haaft, duidt eerder op afwezigheid van zwak
ke speculatieve posities, want do baiaso-
partij zou van deze omstandigheden zeker
gebruik hebben gemaakt,-als ze haar kans
had schoon gezien.
Amerika heeft gedeeltelijk voorzien in de
vraag naar 't gele metaal voor Brazilië en
Canada en dus indirect de Engelsche Bank
van die zorg ontlast. Met bolangstelling
wordt de loop van den wisselkoers van New-
York op Londen gade geslagen, maar deze
is nog steods niet zóó hoog, dat er quaestio
bestaat van loon enden goud uitvoer.
In Engeland zelf schijnt hot 5 pCfc- dis
conto sucoes te hebben. Zelfs is do Bank
er in geslaagd 400.000 pd. st. te krijgen
van de Pransche Bank en heeft men ook
yan hier uit 300.000 pd. et. in Sovereigns
geëxporteerd. Onze Circulatie-Bank schijnt
momenteel geen reden te hebban om haar
disconto te /vorboogen, een maatregel, die
hatuurlijk ten laste zou komen van allen,
die geld en crediet behoeven in ons land-
De goudvoorraad is uiterst ruim, dien nit
te breiden heeft geen zin, hem angstvallig
to beschermen is zelfs onnoodig. Ton cindo
5iu den Engelschen wisselkoers beneden goud-
punt te houden is de Bank als verkoops tor
opgetreden van cheque Londen k 12 147/8 en
heeft zij tevens haar verkoopprijs van En-
gelsch Goud een kleinigheid verlaagd. En
kele firma's hebben toen totaal 300.000 pd.
st- van haar gekocht en deze naar Londen
'geëxporteerd, maar wij vernemen, dat do
transactie verlies heeft gelaten, voor dic|
haar ondernamen I
Het Kaapsche Goud, dat den laatsfcoa tijd
moestal aan de Bank van Engeland werd
„ontkaapt" niet in letterlijken zin na
tuurlijk schijnt thans ook zijn weg te
vindon naar de „Oude Dame van Thread-
aeedle-street." De Egyptische goudvraag ein
delijk in ten deele bevredigd door Oosten
rijk. zoodat er summa summarum reden be
staat om to hopen, dat wij er zonder verdere
discontc-verhoogingen zullen komen- Toch is
't onverklaarbaar waarom de Engelsche Bank
driemaal achtereen in korten tijd tot dis-
contovcrhooging is overgegaan, do laatst»
keer tot 5 pCb toe. Zulk een cijfer doet
Nollie was een klein kereltje van bijna,
zes jaar. Vreemde menschen hadden medelij
den met hem, omdat hij niet rood spreken
kon; sommigen beweerden aeifs, dot hij
.wat achterlijk, idioot, was; maar zijn moe
der was trotsch op hem on oei, dat do
meeste menschen hem niet begTepen, Ze zei,
dab or een groot geest je in hem woonde
en zij wist zeker, dat hij nog eenmaal be
roemd zou worden. Of zij ook niet cag,
dat hij liohamelijk gebrekkig was, of zij zi/n
lispelen ook niet hoorde en niet bemerkt»
dc inspanning, die het hem kostte het oen-
voudigsto zinnetjo behoorlijk te formulee-
ren dat weet ik eigenlijk niet. Vroogor
wisten de schrijvers alles. Als er in een
klein kamertje zonder eenig getuige
iemand gestorven was, dan wist de schrij
ver van het. boek je later procias tc ver
tellen hoe alles gegaan was; ja zelfs maaJt-
fca hij je, zonder eenig vertoon van knap
heid of gedachtenlezerij, duidelijk welke ge
dachten in het hoofd van den stervende
waren opgekomen. Ik weet de gedachten
vau Nollie'8 moeder niefc en nog minder die
van zijn vader, die een zeer in zichzelf
gekeerd zwijgzaam man was mefc groofce
zaken aan rijn hoofd, en ik wil h heden
eens niet vervelen met allerlei fantasieën
en eigenwijsheden. Tk wil u alleen vertel-
ten wat ik van Nollie weet. Diens ged ch-
ten weet ik precies, al ben ik ook verge
ten wie ze mij verteld heeft.
Nollie dacht zich in de eerste plaats een
beid. In de- tweede plaats dacht hij; dat
leeren onzin was voor kinderen zooals hij
en alleen goed voor hen, die later dokter
moesten worden of koopman s>ooftla zijn va
der. Hij zou geen van beiden worden noeh
ook eenig ander beroep kiezen, waarvoor
leeren nuttig w<os. Wat hij precies zou wor
den was hij met zichzelf nog niet eens ca
nou ook veel van de omstandigheden af
hangen, maar iets van koning, prins, min's-
ter of rooverhoofdman zou hot zijn. Hij
dacht, dat hoofdzaak voor hem was het ver-
dedigon van meisjes en vrouwendat bij
zou moeten leeren paard rijden en fietsen
en vooral dat goed te kunnen vechten vn^r
zijn toekomst het voornaamste was. V«m
tijd tot tijd bemerkte hij, dat hij niet goed
denken aan paniektijden 1 Sommigen meenen,
dat de maatregel bedoeld was als waarschu
wing aan 't adres van Amerika, als wenk,
dat geen speculatie geduld zou worden met
Engelsch geld, waardoor eigen industrie zou
moeten lijden. Alsof dit nu niet 't geval
isl Amerika heeft zich aan die waarschu
wing bijster weinig gestoord. Moge de spe
culatie tijdelijk minder actief optreden, van
gedwongen liquidaties op groot» schaal in
Amerikaansche Waarden is geen sprake- Het
meest tastbare gevolg is wel de depreciatie
van de Zuid-Afrikaansche Mijnmarkt- In
dien dus werkelijk de bedoeling der Engel
sche Bank is geweest om een lesje te
geven aan Broeder Jonathan, dan hoeft de
maatregel fiasco gemaakt en heeft 't eer-
dor den schijn, dat Engeland zijn. troeven
thuis krijgt-
Een andere theorie is, dat de Engelsche
Bank een wanhopige poging heeft gedaan
om haar surprematie over de geldmarkten
te behouden. .„Engeland is de bankier van
de gcheele wereld" raakt echter wel wat uit
de model Niet 't minst door een Bankwet,
die 60 jaren oud is, echt con&ervatief-En-
gelsch, maar die dringend moderniseering
vcreischt. Als deze theorie juist is, ook dan
slaat de Engelsche Bank een bedroevend
figuur; men krijgt den indruk van een zieke,
die door haar gezonde omgeving wordt ge
holpen I Niet weinigen voorspellen, dat in
afzienbaren tijd de wereldmarkt van 't geld
niet meer zal zijn te Londen, maar to New-
York. Men is in Amerika druk bezig om te
geraken tot de oprichting van een Circu
latie-Bank, waarvoor 't muntstelsel do ver-
eischt» elasticiteit zal krijgen. Er zijn edi
tor tal van belangen die met hand en tand
daar tegen zijn, vandaar, dat dit desidera-
turn alsnog niet is bereikt- Maar zoodia
deze quaestie is geregeld kan men ov»r-
tuigd zijn, dat Amerika geen half werk zal
doen, en haar plannen zal toetsen aan be
staande systemen en aan de hoogste eischen
der practijk.
Hier te lande heeft de Bank haar rente-
voet éénmaal verhoogd, omdat 't toch te gek
zou zijn, hoelemaal niet mede te doen I Daar
bij is 't gebleven en 't geld is er niet duur
der om. Prolongatie om en nabij 3 pCt. Het
is trouwens zeer begrijpelijk, dat de meer
dere vraag naar Kapitaal en Crediet, waar
van de andere landen blijk geven, hier geen
weerklank vindt, althans slechts in die mat»,
als gebruik wordt gemaakt van de hoo-
gcre huur, die 't geld buiten bedingt, om
er kapitalen uit te zetten. Want de meerdere
vraag in 't buitenland ontstaat door dc her
leving der industrie, die ten onzent vrijwel
ontbreekt, als men enkele nijverheidsstreken,
die weinig gewicht in de schaal leggen',
uitzondert.
Na deze min of meer uitvoerige uitbrei
ding over do geldmarkt, do tetpil, waarom
op 't oogenblik alles draait, kunnen wij over
de fondsenmark ten kort zijn. Koperwaarden
onderscheiden zich door een gunstige stem
ming, met Amalgamated» aan den »pits- Ba
ls nog steeds sprake van een combinatie
van .belanghebbenden om productie en con
sumptie te regelen naar elkaar. Do Ameri
kaansche statistiek over October leest pog
allesbehalve opwekkend, wij laten ze hier
volgen met die over de drie voorafgaande
maanden.
spreken kon, maar hij schonk daar niet
veel aandacht aan, en als hij er op lette,
dan bemerkte hij, dat het kwam,
doordat het een of ander hem zenuwach
tig maakte, en troostte hij zich met de ge
dachte, dat hij later, wanneer hij een groo
te, sterke kerel was en een rang bekleed
de, waar ieder eerbiedig voor boog, nooit
meer zenuwachtig en verlegen zou zijn.
Alleen in heel pessimistische buien kon hij
wel eens zitten huilen, omdat het altijd
voor hem een beletsel z>ou zijn, groot en
beroemd te worden.
Nollie schrok hevig, toen zijn vader op
een dag aan het dessert tegen hem zei:
,,Nu weet ik iets heel prettigs voor Nol
lie. Als hij nu braaf oppast, dan gaat Nol
lie Maandag ala een groote jongen naar
school."
,,Ikikik wil niet naar school 1"
„Ja maar", zei vader, „het is geen gewo
ne aohool, NoL 't Is ol aoo'n gezellig0.
schooL"
Doch hoe hij ook uitlegde, waarin de school
die hij op het oog had, verschilde van el
ke andere, Nollie was niet tot vrede met
het plan te brengen.
Yan dien dag af was de harmonie in het
denken van het kind verstoord. Een ver
schrikkelijk spook waarde er rond: de
school. Als het rustig, vreedzaam en geluk
kig verdiept zat in toekomstgedroom,
starend naar de blanke en zilveren ruiter
stoeten, welke aan deen horizon langs zijn
verbeelding trokken, dan dook daar in
eens, als een satyr van achter een heuvel
rand, een afschuwelijk gedrocht op: een
bokkig monster met horens op den kop cn
een grijns om den mond: de school. En heel
de aandacht van het kind richtte zich ge
spannen op dat schaduwbeeld, hetwelk do
ruiterstoeten vervluchten deed en niet meer
onderdook.
Het kind werd bang en als een schichtig
paard. Van tijd tot tijd zag men het mid
den in blij gespeel plots verstijven en
alsof een kille adem over hem heen had
geblazen, huiverend samenkrimpen. Als
Nollie dan wilde praten, kon hij heelemaal
niet uit zijn woorden komen; en elk ge
sprek eindigde met een trillend van woede
uit.gestotterd: „Ik w... w... w... wil niet
naar school 1"
„Maar, ventje, je meet,'' eindigde zijn
vYder, wiens geduld begon op te raken.
Juli Aug.
Productie 118-278.000 lbs. 120.597.000 lbs.
Verkoopen 150.539.000 lbs. 107. 997-000 lbs.
Voorraad 122.597.000 lbs. 135.197.000 lbs.
Sept. Oct.
Productie 118.023.000 lbs. 124.658.000 lbs.
Verkoopen 1Q2.183.000 lbs. 122.621.000 lbs.
Voorraad 151.473.000 lbs. 163.510.000 lbs.
In plaats van „leegstaande spoorwegwag-
gons" is er nu per saldo een tekort, dat
op 7 dezer 5000 stuks bedroeg l
Op locaal gebied valt melding te maken
van een gunstige stemming voor Cultuur
waarden en in 't laatst der week ook voor
Petroleum waarden, ©ndor leiding van Ko
ninklijke- W-
Maatschappij der Nederiandsche Lsttcrkunde.
Gisteravond hield de Maatschappij dei' Ne
deriandsche Letterkunde in het Nutsgebouw
haar gewone maandelijkse he vorgadcring,
waarin, door twee sprekers een voordracht
word gehouden in verband mot de reeds
gedane en nog voorgenomen opgravingen op
Arentsburg bij Voorburg-
Do eerste spreker was dr. J. H. Hol-
werda Jr., die in een met lichtbeelden ver
duidelijkte rede de Itomcinsche nederzetting
op den Arentsburg bohandeldo-.Hij begon met
op te merken, dat met betrekking tot de
Romeinen in deze gewesten hot in do eerste
plaats niet moer de berichten der auteurs
zijn, maar de vondsten in den bodem, die
ons omtrent hun verblijf in deze strokon
inlichten. Een der grootste voorloopcrs van
deze modern» archaeologie was prof. Rcu-
vens, zijn arbeid de opgravingen op den
Arentsburg. Hij heeft echter slechts Vs ge
deelte blootgelegd van wat er onder den.
grond verborgen ligt. Door opgravingen door
spr. op verzoek van de vereoniging „Die
Haghe" kon worden vastgesteld dat hier
een Romeinsche vesting van ©enigszins af
wijkenden vorm liggen moest- Op grond van
eenigo vondsten kwam spr. tot de slotsom,
dat deze vesting de Romeinsche vlootvesting
was onder keizer Claudius aan gelegd, to ge
lijk met het graven, van den Vliet, dc fasso
Corbulanus.
Nadere kennis zullen ons slechts opgra
vingen op groote schaal kunnen leeren- Daar
om verheugde het spr. dat zich oen ver-
eeniging heeft gevormd, die cx voor wil
waken dat een zoo hoogst belangrijk we
tenschappelijk materiaal niet voor goed ver
dwijnen zal onder do huizen der zich steeds
uitbreidende Residentie.
Hierna verkreeg mr- S. Gra-tama, uit Den
Haag, het Wöord, die, zich aansluitende bij
den vorigen spreker do vraag behandeldoi
wat men in vroeg eren tijd omtrent de Ro
meinsche nederzetting onder Voorburg meen
de te weten en wat er thans op wetenschap
pelijke gronden, nog mag worden veronder
steld, waarbij spr. in enkele opzichten nog
verder ging dan dr. Holwerda.
Oude kronieken verhalen van een groot
kasteel, door koning Auïundelius of Ezel
soor gesticht, dat iu Sóo door de Noorman
nen zou zijn verwoest- Uit berichten dor
geschiedschrijvers in het laatst der ltfde en
in hot bogin der 16do eeuw ia af te bidon,
dat het zich uitstrekte over een oppervlakte
van 8l/a H-A. Omstreeks denzelfden tijd
werd reeds ingezien dat men hier te doen
De gedachte, dat hij moest, dat zijn
vader het wilde, deed het kind ten
slotte zich er bij neerleggen. Hoewel Nollie
niet, zooala de meeste kinderen, gemakke
lijk assimileerde, toch wonde hij togen het
einde der week aan het denkbeeld Maan
dag naar school te gaan. Daar kwam bij
een nieuwsgierigheid hoe het daar zijn
zou, welke zijn hersentjes gespannen hield
en weinig plaats liet voor andere gedach
ten, Zondag had hij zich hoelemaal met
het idee vorzoend. Er gingen zooveel kin
deren heen, dio het niet akelig vonden, en
bovendien, hij kon toch licht eens een
kijkje nemen; als het hem niet beviel, kon
hij nog altijd zich verzetten en dan met
des te meor autoriteit. Want als hij zich
nu verzette, wierp men hem telkens voor
de voeten: ,,Je weet nog niet eens hoe het
er is. Het is heel dom iets te willen veroor-
deelen, wat men nog niet kent." Zijn va
der en ook zijn moeder hadden hem ver
teld hoe 'n goede man meester was en dat
Nellie altijd bij dezen in de klas zou mo
gen zitten. En ook dat er veel lieve meisjes
op die school gaan.
In groote spanning stapte het ventje
den volgenden ochtend aan de hand van
pa naar de straat, waar de school lag. Al
de andere kinderen waren al binnen het
gebouw mi de deur was op slot. Nollie was
al bang, dot hij niet meer zou worden toe
gelaten. Maar zijn vader zei: ,,0, daar
weten we wel een middeltje op. Als je te
laat komt-, zie je, dan doe je maar zóó, en
hij trok aan de bel „Op een andere school
zou je hem dat niet kunnen lappen, maar
dit is zoo'n prettige 6chool."
Do goede meestor kwam zelf open doen.
Meester," zei vader, „bier is mijn
kleine boy, waarvan ik u gesproken heb.
Zal u goed voor hem zorgen?"
„Zooals afgesproken is." glimlachte de
ander. En Nollie nam afscheid van zijn
vader en ging aan de band van den mees
ter naar een groote klas, waar heel veel
meisjes en jongens door elkaar zaten. Een
andere meester stond met een langen stok
voor het bord, waarop een pladt van een
paard hing. „Ik dacht, dat ik bij den goe-
-den meester zelf in de klas kwam!" schrijn
de het een oogenblik door hein heeD.
Dit was do eerste teleurstelling, die de
school hem bracht.
De nieuwe meester was een jonge man,
niet geen prettig gezicht.
had met een werk der Romeinen, een stand
punt, dat door latere schrijvers niet meer
verlaten wordt. Simon van Leeuwen maakte
voor liet eerst de veronderstelling dat do
Romeinsche nederzetting, welke het hier
geldt, zou zijn het Forum Hadriani, voor
komende op de bekende kaart van Peutinger
en gebouwd op terrein, dat was opgehoogd
met grond uit de vaart door Corbulo na
zijn onderwerping van de Friezen 48 na
Chr. gegraven. Op dit standpunt staat men
vrijwel nog. Wij hebben er na nog de zeker
heid verkregen dat de nederzotting was
versterkt en dus een militaire vestiging van
groeten omvang was-
Moeten wij ons, aldus eindigde spreker,
voorloopig nog met veronderstellingen be
helpen, naar alle waarschijnlijkheid zullen
de opgravingen, die, in verband met don
tocgestanen steun van verschillende autori
teiten en van enkele particulieren, vanwege
de vereeniging „Axentsburg" zullen plaats
vinden, de nog op onkclo punten te ver
wachten inlichtingen .verschaffen.
De Rotter daitseho familie
De Vos. De brutale en zeer hondigo in
braak cij de firma Schteudec en Baksteon,
te Rotterdam, van welke inbraak, door de
flinke houding van eeo paar burgers, de
vermoedelijke daders bekend werden, heeft
weer de volle aandacht gevestigd op de fa
milie De Vos.
In het begin van 1901 zoo vertelt het
„Rott. Nbl." deed de familie voor hot
terst van zich spreken, toen een der zoons
werd aangehouden wegens diefstal van een
ivoren rijststamper uit het Museum voor
Land- en Volkenkunde aan do Willemskade,
Hij werd veroordeeld tot zes maanden.
Dero diefstal was echter do aanleiding toe
de ontdekking van een veel omvangrijker
misdaad: dio bij de familie Yardin Milord,
in do Admiraliteitsstraat, waar In hot jaar
tevoren voor f 15000 aan effecten werd go-
stolon. Do jongen, die den stamper zou
hebben ontvreemd, werd namelijk in het
bezat gevonden van een lombardbriefjo, dat
ingelost, bleek te zijn van een ring, toe
behoord hebbende «aan mevrouw Yardin
Milord. De toenmaligo reohter-oommissaris
mr. G. T. J. De Jongh, nam den draad op
cn volgde dien tot in het buitenland «\n
uit dat onderzoek kwam aan het liohfc, dat
leden dor familie Do V s bij bet Crédit
Lyonnais, een bankinstelling to Parijs, do
gestolen effecten ingewisseld hadden voor
andere effecten. De familie De Vos had na
den diefstal haar domicilie gevestigd in de
Fransche hoofdstad en verbleef daar tijdens
de wereldtentoonstelling in 1900. Iu 1901 ver
toefde een deel der familie to Amsterdam
on een ander deel to Rotterdam, in de
Schoolstraat. Te Amsterdam werden ef
fecten in beslag genomen on in de School
straat t» Rotterdam eea kiotj vol valsehe
sleutels. De verschillende ontdekkingen leid
den tot de veroordceling van den ouden
De Vo6 tot drie jaar govangeniaotrnf we
gens heling en tob 1 jaar van Willem dc
Vos. Bij civiel prooee kwam slechts een
klein deel vau liet. gestolene terug bij do
familie Yardin Milord.
De gedachte alleen tc zijn in eon vijan
dige omgeving kwtam in 't rontjo cp. Ook.
bedacht bij hoeveel moeilijker bet nu zo a
zijn om weer van de school af b« gaan dan
het zou geweest zijn of er af to b 1 ij-
v o n.
Dc gofedo meester wees hom een plaats
aan, gelukkig nadsb hot aardigste meisje
van do klas; dat had Nollie al gauw ge
zien; toen beval hij don l! uwoü leerling
aan de zorgen ran -don ander aan en ging
heen.
De andere meester nam ia 'fc eerst geen
notitie van Nollie. Het roeiajo naast heao
fluisterde, terwijl zij rich bukte olsof zij
iet», dat gevallen wa3, opraapte: „Hij
heeft vandaag weer zijn kwade muts op.
„Wio?" vroeg Nollie.
En opeens zag hij do Dijdige oogen van
den onderwijzer op zich gericht: „Mond
houden daar."
Het kind zweeg, bedremmeld. Een go'rr
van woede steeg naar zijn hoofdmaar hij
voelde, dat hij geen letter »ou kunnen uit
brengen, on daarom hield hij maar zijn
mond. Nog lang echter bleef dat toege
snauwd bevel in zijn hersentjes naklinken.
Hij, Nollie, die later prins of koning roo
worden, hij moest zich op dio manier laten
bedillen door den eersten don besteu school
vos? Hij zou niet mogen spreken wanneer
hij wouhlaar hij sou het dien rent wel
betaald zetten, als hij groot was.
En uit woede en om te laten zien, dat hg
zich aan een dergelijke manier van optTC-
den niet stoorde, seide bij overluid tegen
zijn buurmeisje, zoodat de heele klas net
hoorde: „Ikik v.. v... vind de mees Uw
een... een... ge... gemeen» v... v., renfcl"
Groote opschudding. Hier en daar ge
proost, gesmoord gelach. Uit een enkelen
kindermond een kreet van angst. De moes
ter, bleek, deed een pas naar voren. Toon,
zich inhoudend, bedacht hijhij had bot
zwakke punt van rijn kleinen vijand opge
merkt, daér zou hij hem gevoeliger kunnen
-treffen.
„Kom jij eens hier, jongeheer Nol
De kleine m^n, die geschrokken was van
dc uitwerking van zijn onvcrwachten uit
val, aarzelde bedeesd voor dc klas. Do
meester, die wel vSMde, dat hij bet onder
spit zou driven, wanneer hij over Nollie's
onvriendelijke opmerking begon, wierp het
ovor een anderen boeg:
Na verloop van enkele jaren, waarin do
De Vossen dan hier dan daar woonden eai
o. m. een dansschool exploiteerden aan
don Coolsingel te Rotterdam, waardoor zii
het to kwaad sregen met deurwaarder Vaa
Noort, die hen sommoerde tot verlating
van het pand, kwam een der heeren, Mo-
rinus Willem, in aanraking met de Amster-
damsche justitie, wegens inbraak in den
goudsmidswinkel van Pampus. Na een pre
ventief van 9 maanden, moest men Mari-<
nus echter weer laten gaan. Ook in de
Schoonoordstraat to Rotterdam verbleef
toen een dor jongens, waar hij zoogt*
naarad een reparatie-inrichting van rijwJe-
len en motorrijwielen had en waar noX
huiszoeking ia gedaan. Dit jaar kwamen I
der leden van do familie weer in aanrat
king mot de Haagsche politie, in verban^
met oen mislukte inbraak in een juwelier?
winkel aan den strandb:>ulevard te Schevtv
ningen, doch weder moesten zij uit dl
preventieve hechtenis worden ontslagen.
Nadien opende de familie De Vos eerl
thee- en koffiehuis Oppert 33, to Rotted
dam, van waaruit vermoedelijk do operatie
bij Sohrouder en Baksteen op tuuw is gezet*
Tlians ia men er op uit zooveel mogelijk
bewijsmateriaal tcgon do loden der familie
op te 6tapolcu, zoowel te Parijs als te Rot
terdam. In verhand met de inbraak b j 8*
cl» B. is o. m. gebleken, dat do aangeliou-*
den broeders behoorden tot de vaste bezoe
kers van een café in do nabijheid van 8. en
B.'s goudmidswinkel aan do B nnenrotte.
Door don commissaris van politie, don
heer M. B, v. d. Hoeven en den inspecteur,
den heer M. Rutgers, van het bureau Lan
ge Torenstraat, zijn, na gehouden getui
genverhoor on confrontatie, zoovele aan
wijzingen aan hot lie t gekomon, die tcgon
Marinus Willem do Vos getuigen, dat hij
zoonJs gemeld, onder dc noodigo voor
zorgsmaatregelen, per politiewagen is over
gebracht naar het Huis vin Bewar'irr. Da
instructie wordt gevoerd door den rechter
commissaris, mr. J. E. Rosen Jaeol son.
Zooals men van hem gewoon is, ontkent
Marinus do Vos halsstarrig het hem leu
laste golegde.
Willem do Vos en dc beide dames, die
aangehouden zijn aan het Con'.raai-Station,
op het oogenblik, dat zo naar Parijs widen
vertrokken en die voorloopig lo Rotterdam
worden gehouden, om l et onderzoek van
den inspecteur, den heer 0. G. v. Gulden,
te Parijs niet te bemoeilijken, hebben den
gel)celen nacht doorgebracht in een der
wachtkamers van het pil ticbureau G ooto
Pauwensteeg, cn zijn daarna in dc gel gen-
hcid gesteld hun snoepreisje naar Parijs
door te zotten.
Do beide kinderen van don
heer A. H., to Koogra« (N.-H.), over
welker vermissing in ons vorig nominee
mcdcdoeling word gedaan, zijn weder te
recht. Een inwoner van 't Zand had dfr
twoo kleinen voor den nacht bij zich gehou
den, zonder de ouders te waarschuwen.
To Boekelo (gemoento Loiv-
nekor) is door eenige landbouwers gist-or*
middag in een weide gevonden hot lijk van,
eon aldaar onder den naam Jan Nachtegaal
bekenden zwerver, honge-ndo met hot hoofd
ovor puntdraad.
„Jij bent de nieuwe jongen, hé?"
„J... J... ja, m... mijnheer."
Do kris schaterde hot uit.
„K... k... kan jij n... niet inééns zeggen:
„Ja, mijnheer?"
Nollie dacht even over het antwoord. Eu
in dat oogenblik zag hij don heclon droom
van grootheid in elk aai storten, toen hij
zich rnoesfc bekennen, dat het antwoord
„neen" zou mcctcn zijn. Hij dacht aan da
bewondering .van zijn moed«r, aan do zacht
heid van zijn vad6r. En in dat oogenblik»
ouder don duivelaohen grijns van voldoe
ning van zijn raêo3tor, onder h t hooneo-
lack van heel do klas, werd het hom duide
lijk, dat hij een arme stumper was mc%
een spraakgobrek.
Hij viel ineens neer uit zijn droom vau
buitengowonon joDgen, bestemd voor kei
zer of zoo iola, en bij herkende in den mnn
vóór hom den Satyr, die hom de laatste
week zoo vaak liad gekweld.
De meester vroeg nog eens, tergend hera
nadoend
„K... k. kom, ik w... wa-cht nog al...
altijd op je antw... woord. K... k... kan jc...
je... niet inééns zeggen: Ja mijnheer?"
Toen werd hij zich b-wust, dat hij moest
bekennen, dat bij hot uiefc kon, cn dat hij
tegenover dion vent een smadelijke neder
laag tegemoet ging. Alles liever dan dat.
Zijn iuboclding van grootheid 6tak nog ccna
den kop in hem op en ineens, iinpuri grij
pend het oeralo het beate, dat voor do hand
lag, nam hij den vollon inktkoker van den
lessenaar van den moester en smcot hem
d^n ander in hek gozioht. Toen ging hij
zonder con woord te zeggon het lokaal uit.
Hij dacht, dat do meester hom achterna zou
loopin cn daarom liep hij hard de gang door
naar do voordeur, zonder pot of jas to ne
men. Maar do voordeur was op slot. Do
meester echtor liep hem niet na. De deur
van het lokaal bleef dicht ©n het bulderend
golaoh, dat was lewgoharsten op zijn helden
daad, was verstomd.
In het ganeoho gobouw was het geheel stil.
Toen zonk Mollio op den grond ineen ia
het hoekje tegen de voordeur, vast toedelen
geen mond meer open te doen.