LEIDSGB DAGBLAD, Zaterdag" 13 November. Tweede Blad. Anno 1099. No. 15255. Finaneieele Causerie. dole's schooEieech Gemengd Nieuws. De vrees voor ongunstige verwikkelingen ten opzichte der geldmarkt is nog steeds oor- xaaV, dat 'n engeanimeerde stemming heerscht ter beurze. Ton minste wat betreft Inter nationale waarden, waarvan de Amerikanen 'le hoofdschotel vormen. Toch kan men moei lijk spreken van dalende marktenonder de omstandigheden houdt New-York zich kra nig. De omzetten zijn aanmerkelijk in gekrompen en het maakt den indruk alsof men een afwachtende houding aan neemt. Iedere dag brengt ons nader tot het tijdstip, waarop althans een der re denen voor de geldsohaarscht» niet meer zal gelden; nl- de oogstbeweging. Daarna zal dan moeten blijken of de prijsverhooging in dit departement 't gevolg is van de op geschroefde fantasie der speculeerende me nigte, of dat zij 't logisch gevolg is van. betere resultaten en hoopvolle verwachtingen, die de hausse wottigen. Dat onder druk yan. „vrees" een slechto raadsman ten allen tijde het koerspeil zich vrijwel hand haaft, duidt eerder op afwezigheid van zwak ke speculatieve posities, want do baiaso- partij zou van deze omstandigheden zeker gebruik hebben gemaakt,-als ze haar kans had schoon gezien. Amerika heeft gedeeltelijk voorzien in de vraag naar 't gele metaal voor Brazilië en Canada en dus indirect de Engelsche Bank van die zorg ontlast. Met bolangstelling wordt de loop van den wisselkoers van New- York op Londen gade geslagen, maar deze is nog steods niet zóó hoog, dat er quaestio bestaat van loon enden goud uitvoer. In Engeland zelf schijnt hot 5 pCfc- dis conto sucoes te hebben. Zelfs is do Bank er in geslaagd 400.000 pd. st. te krijgen van de Pransche Bank en heeft men ook yan hier uit 300.000 pd. et. in Sovereigns geëxporteerd. Onze Circulatie-Bank schijnt momenteel geen reden te hebban om haar disconto te /vorboogen, een maatregel, die hatuurlijk ten laste zou komen van allen, die geld en crediet behoeven in ons land- De goudvoorraad is uiterst ruim, dien nit te breiden heeft geen zin, hem angstvallig to beschermen is zelfs onnoodig. Ton cindo 5iu den Engelschen wisselkoers beneden goud- punt te houden is de Bank als verkoops tor opgetreden van cheque Londen k 12 147/8 en heeft zij tevens haar verkoopprijs van En- gelsch Goud een kleinigheid verlaagd. En kele firma's hebben toen totaal 300.000 pd. st- van haar gekocht en deze naar Londen 'geëxporteerd, maar wij vernemen, dat do transactie verlies heeft gelaten, voor dic| haar ondernamen I Het Kaapsche Goud, dat den laatsfcoa tijd moestal aan de Bank van Engeland werd „ontkaapt" niet in letterlijken zin na tuurlijk schijnt thans ook zijn weg te vindon naar de „Oude Dame van Thread- aeedle-street." De Egyptische goudvraag ein delijk in ten deele bevredigd door Oosten rijk. zoodat er summa summarum reden be staat om to hopen, dat wij er zonder verdere discontc-verhoogingen zullen komen- Toch is 't onverklaarbaar waarom de Engelsche Bank driemaal achtereen in korten tijd tot dis- contovcrhooging is overgegaan, do laatst» keer tot 5 pCb toe. Zulk een cijfer doet Nollie was een klein kereltje van bijna, zes jaar. Vreemde menschen hadden medelij den met hem, omdat hij niet rood spreken kon; sommigen beweerden aeifs, dot hij .wat achterlijk, idioot, was; maar zijn moe der was trotsch op hem on oei, dat do meeste menschen hem niet begTepen, Ze zei, dab or een groot geest je in hem woonde en zij wist zeker, dat hij nog eenmaal be roemd zou worden. Of zij ook niet cag, dat hij liohamelijk gebrekkig was, of zij zi/n lispelen ook niet hoorde en niet bemerkt» dc inspanning, die het hem kostte het oen- voudigsto zinnetjo behoorlijk te formulee- ren dat weet ik eigenlijk niet. Vroogor wisten de schrijvers alles. Als er in een klein kamertje zonder eenig getuige iemand gestorven was, dan wist de schrij ver van het. boek je later procias tc ver tellen hoe alles gegaan was; ja zelfs maaJt- fca hij je, zonder eenig vertoon van knap heid of gedachtenlezerij, duidelijk welke ge dachten in het hoofd van den stervende waren opgekomen. Ik weet de gedachten vau Nollie'8 moeder niefc en nog minder die van zijn vader, die een zeer in zichzelf gekeerd zwijgzaam man was mefc groofce zaken aan rijn hoofd, en ik wil h heden eens niet vervelen met allerlei fantasieën en eigenwijsheden. Tk wil u alleen vertel- ten wat ik van Nollie weet. Diens ged ch- ten weet ik precies, al ben ik ook verge ten wie ze mij verteld heeft. Nollie dacht zich in de eerste plaats een beid. In de- tweede plaats dacht hij; dat leeren onzin was voor kinderen zooals hij en alleen goed voor hen, die later dokter moesten worden of koopman s>ooftla zijn va der. Hij zou geen van beiden worden noeh ook eenig ander beroep kiezen, waarvoor leeren nuttig w<os. Wat hij precies zou wor den was hij met zichzelf nog niet eens ca nou ook veel van de omstandigheden af hangen, maar iets van koning, prins, min's- ter of rooverhoofdman zou hot zijn. Hij dacht, dat hoofdzaak voor hem was het ver- dedigon van meisjes en vrouwendat bij zou moeten leeren paard rijden en fietsen en vooral dat goed te kunnen vechten vn^r zijn toekomst het voornaamste was. V«m tijd tot tijd bemerkte hij, dat hij niet goed denken aan paniektijden 1 Sommigen meenen, dat de maatregel bedoeld was als waarschu wing aan 't adres van Amerika, als wenk, dat geen speculatie geduld zou worden met Engelsch geld, waardoor eigen industrie zou moeten lijden. Alsof dit nu niet 't geval isl Amerika heeft zich aan die waarschu wing bijster weinig gestoord. Moge de spe culatie tijdelijk minder actief optreden, van gedwongen liquidaties op groot» schaal in Amerikaansche Waarden is geen sprake- Het meest tastbare gevolg is wel de depreciatie van de Zuid-Afrikaansche Mijnmarkt- In dien dus werkelijk de bedoeling der Engel sche Bank is geweest om een lesje te geven aan Broeder Jonathan, dan hoeft de maatregel fiasco gemaakt en heeft 't eer- dor den schijn, dat Engeland zijn. troeven thuis krijgt- Een andere theorie is, dat de Engelsche Bank een wanhopige poging heeft gedaan om haar surprematie over de geldmarkten te behouden. .„Engeland is de bankier van de gcheele wereld" raakt echter wel wat uit de model Niet 't minst door een Bankwet, die 60 jaren oud is, echt con&ervatief-En- gelsch, maar die dringend moderniseering vcreischt. Als deze theorie juist is, ook dan slaat de Engelsche Bank een bedroevend figuur; men krijgt den indruk van een zieke, die door haar gezonde omgeving wordt ge holpen I Niet weinigen voorspellen, dat in afzienbaren tijd de wereldmarkt van 't geld niet meer zal zijn te Londen, maar to New- York. Men is in Amerika druk bezig om te geraken tot de oprichting van een Circu latie-Bank, waarvoor 't muntstelsel do ver- eischt» elasticiteit zal krijgen. Er zijn edi tor tal van belangen die met hand en tand daar tegen zijn, vandaar, dat dit desidera- turn alsnog niet is bereikt- Maar zoodia deze quaestie is geregeld kan men ov»r- tuigd zijn, dat Amerika geen half werk zal doen, en haar plannen zal toetsen aan be staande systemen en aan de hoogste eischen der practijk. Hier te lande heeft de Bank haar rente- voet éénmaal verhoogd, omdat 't toch te gek zou zijn, hoelemaal niet mede te doen I Daar bij is 't gebleven en 't geld is er niet duur der om. Prolongatie om en nabij 3 pCt. Het is trouwens zeer begrijpelijk, dat de meer dere vraag naar Kapitaal en Crediet, waar van de andere landen blijk geven, hier geen weerklank vindt, althans slechts in die mat», als gebruik wordt gemaakt van de hoo- gcre huur, die 't geld buiten bedingt, om er kapitalen uit te zetten. Want de meerdere vraag in 't buitenland ontstaat door dc her leving der industrie, die ten onzent vrijwel ontbreekt, als men enkele nijverheidsstreken, die weinig gewicht in de schaal leggen', uitzondert. Na deze min of meer uitvoerige uitbrei ding over do geldmarkt, do tetpil, waarom op 't oogenblik alles draait, kunnen wij over de fondsenmark ten kort zijn. Koperwaarden onderscheiden zich door een gunstige stem ming, met Amalgamated» aan den »pits- Ba ls nog steeds sprake van een combinatie van .belanghebbenden om productie en con sumptie te regelen naar elkaar. Do Ameri kaansche statistiek over October leest pog allesbehalve opwekkend, wij laten ze hier volgen met die over de drie voorafgaande maanden. spreken kon, maar hij schonk daar niet veel aandacht aan, en als hij er op lette, dan bemerkte hij, dat het kwam, doordat het een of ander hem zenuwach tig maakte, en troostte hij zich met de ge dachte, dat hij later, wanneer hij een groo te, sterke kerel was en een rang bekleed de, waar ieder eerbiedig voor boog, nooit meer zenuwachtig en verlegen zou zijn. Alleen in heel pessimistische buien kon hij wel eens zitten huilen, omdat het altijd voor hem een beletsel z>ou zijn, groot en beroemd te worden. Nollie schrok hevig, toen zijn vader op een dag aan het dessert tegen hem zei: ,,Nu weet ik iets heel prettigs voor Nol lie. Als hij nu braaf oppast, dan gaat Nol lie Maandag ala een groote jongen naar school." ,,Ikikik wil niet naar school 1" „Ja maar", zei vader, „het is geen gewo ne aohool, NoL 't Is ol aoo'n gezellig0. schooL" Doch hoe hij ook uitlegde, waarin de school die hij op het oog had, verschilde van el ke andere, Nollie was niet tot vrede met het plan te brengen. Yan dien dag af was de harmonie in het denken van het kind verstoord. Een ver schrikkelijk spook waarde er rond: de school. Als het rustig, vreedzaam en geluk kig verdiept zat in toekomstgedroom, starend naar de blanke en zilveren ruiter stoeten, welke aan deen horizon langs zijn verbeelding trokken, dan dook daar in eens, als een satyr van achter een heuvel rand, een afschuwelijk gedrocht op: een bokkig monster met horens op den kop cn een grijns om den mond: de school. En heel de aandacht van het kind richtte zich ge spannen op dat schaduwbeeld, hetwelk do ruiterstoeten vervluchten deed en niet meer onderdook. Het kind werd bang en als een schichtig paard. Van tijd tot tijd zag men het mid den in blij gespeel plots verstijven en alsof een kille adem over hem heen had geblazen, huiverend samenkrimpen. Als Nollie dan wilde praten, kon hij heelemaal niet uit zijn woorden komen; en elk ge sprek eindigde met een trillend van woede uit.gestotterd: „Ik w... w... w... wil niet naar school 1" „Maar, ventje, je meet,'' eindigde zijn vYder, wiens geduld begon op te raken. Juli Aug. Productie 118-278.000 lbs. 120.597.000 lbs. Verkoopen 150.539.000 lbs. 107. 997-000 lbs. Voorraad 122.597.000 lbs. 135.197.000 lbs. Sept. Oct. Productie 118.023.000 lbs. 124.658.000 lbs. Verkoopen 1Q2.183.000 lbs. 122.621.000 lbs. Voorraad 151.473.000 lbs. 163.510.000 lbs. In plaats van „leegstaande spoorwegwag- gons" is er nu per saldo een tekort, dat op 7 dezer 5000 stuks bedroeg l Op locaal gebied valt melding te maken van een gunstige stemming voor Cultuur waarden en in 't laatst der week ook voor Petroleum waarden, ©ndor leiding van Ko ninklijke- W- Maatschappij der Nederiandsche Lsttcrkunde. Gisteravond hield de Maatschappij dei' Ne deriandsche Letterkunde in het Nutsgebouw haar gewone maandelijkse he vorgadcring, waarin, door twee sprekers een voordracht word gehouden in verband mot de reeds gedane en nog voorgenomen opgravingen op Arentsburg bij Voorburg- Do eerste spreker was dr. J. H. Hol- werda Jr., die in een met lichtbeelden ver duidelijkte rede de Itomcinsche nederzetting op den Arentsburg bohandeldo-.Hij begon met op te merken, dat met betrekking tot de Romeinen in deze gewesten hot in do eerste plaats niet moer de berichten der auteurs zijn, maar de vondsten in den bodem, die ons omtrent hun verblijf in deze strokon inlichten. Een der grootste voorloopcrs van deze modern» archaeologie was prof. Rcu- vens, zijn arbeid de opgravingen op den Arentsburg. Hij heeft echter slechts Vs ge deelte blootgelegd van wat er onder den. grond verborgen ligt. Door opgravingen door spr. op verzoek van de vereoniging „Die Haghe" kon worden vastgesteld dat hier een Romeinsche vesting van ©enigszins af wijkenden vorm liggen moest- Op grond van eenigo vondsten kwam spr. tot de slotsom, dat deze vesting de Romeinsche vlootvesting was onder keizer Claudius aan gelegd, to ge lijk met het graven, van den Vliet, dc fasso Corbulanus. Nadere kennis zullen ons slechts opgra vingen op groote schaal kunnen leeren- Daar om verheugde het spr. dat zich oen ver- eeniging heeft gevormd, die cx voor wil waken dat een zoo hoogst belangrijk we tenschappelijk materiaal niet voor goed ver dwijnen zal onder do huizen der zich steeds uitbreidende Residentie. Hierna verkreeg mr- S. Gra-tama, uit Den Haag, het Wöord, die, zich aansluitende bij den vorigen spreker do vraag behandeldoi wat men in vroeg eren tijd omtrent de Ro meinsche nederzetting onder Voorburg meen de te weten en wat er thans op wetenschap pelijke gronden, nog mag worden veronder steld, waarbij spr. in enkele opzichten nog verder ging dan dr. Holwerda. Oude kronieken verhalen van een groot kasteel, door koning Auïundelius of Ezel soor gesticht, dat iu Sóo door de Noorman nen zou zijn verwoest- Uit berichten dor geschiedschrijvers in het laatst der ltfde en in hot bogin der 16do eeuw ia af te bidon, dat het zich uitstrekte over een oppervlakte van 8l/a H-A. Omstreeks denzelfden tijd werd reeds ingezien dat men hier te doen De gedachte, dat hij moest, dat zijn vader het wilde, deed het kind ten slotte zich er bij neerleggen. Hoewel Nollie niet, zooala de meeste kinderen, gemakke lijk assimileerde, toch wonde hij togen het einde der week aan het denkbeeld Maan dag naar school te gaan. Daar kwam bij een nieuwsgierigheid hoe het daar zijn zou, welke zijn hersentjes gespannen hield en weinig plaats liet voor andere gedach ten, Zondag had hij zich hoelemaal met het idee vorzoend. Er gingen zooveel kin deren heen, dio het niet akelig vonden, en bovendien, hij kon toch licht eens een kijkje nemen; als het hem niet beviel, kon hij nog altijd zich verzetten en dan met des te meor autoriteit. Want als hij zich nu verzette, wierp men hem telkens voor de voeten: ,,Je weet nog niet eens hoe het er is. Het is heel dom iets te willen veroor- deelen, wat men nog niet kent." Zijn va der en ook zijn moeder hadden hem ver teld hoe 'n goede man meester was en dat Nellie altijd bij dezen in de klas zou mo gen zitten. En ook dat er veel lieve meisjes op die school gaan. In groote spanning stapte het ventje den volgenden ochtend aan de hand van pa naar de straat, waar de school lag. Al de andere kinderen waren al binnen het gebouw mi de deur was op slot. Nollie was al bang, dot hij niet meer zou worden toe gelaten. Maar zijn vader zei: ,,0, daar weten we wel een middeltje op. Als je te laat komt-, zie je, dan doe je maar zóó, en hij trok aan de bel „Op een andere school zou je hem dat niet kunnen lappen, maar dit is zoo'n prettige 6chool." Do goede meestor kwam zelf open doen. Meester," zei vader, „bier is mijn kleine boy, waarvan ik u gesproken heb. Zal u goed voor hem zorgen?" „Zooals afgesproken is." glimlachte de ander. En Nollie nam afscheid van zijn vader en ging aan de band van den mees ter naar een groote klas, waar heel veel meisjes en jongens door elkaar zaten. Een andere meester stond met een langen stok voor het bord, waarop een pladt van een paard hing. „Ik dacht, dat ik bij den goe- -den meester zelf in de klas kwam!" schrijn de het een oogenblik door hein heeD. Dit was do eerste teleurstelling, die de school hem bracht. De nieuwe meester was een jonge man, niet geen prettig gezicht. had met een werk der Romeinen, een stand punt, dat door latere schrijvers niet meer verlaten wordt. Simon van Leeuwen maakte voor liet eerst de veronderstelling dat do Romeinsche nederzetting, welke het hier geldt, zou zijn het Forum Hadriani, voor komende op de bekende kaart van Peutinger en gebouwd op terrein, dat was opgehoogd met grond uit de vaart door Corbulo na zijn onderwerping van de Friezen 48 na Chr. gegraven. Op dit standpunt staat men vrijwel nog. Wij hebben er na nog de zeker heid verkregen dat de nederzotting was versterkt en dus een militaire vestiging van groeten omvang was- Moeten wij ons, aldus eindigde spreker, voorloopig nog met veronderstellingen be helpen, naar alle waarschijnlijkheid zullen de opgravingen, die, in verband met don tocgestanen steun van verschillende autori teiten en van enkele particulieren, vanwege de vereeniging „Axentsburg" zullen plaats vinden, de nog op onkclo punten te ver wachten inlichtingen .verschaffen. De Rotter daitseho familie De Vos. De brutale en zeer hondigo in braak cij de firma Schteudec en Baksteon, te Rotterdam, van welke inbraak, door de flinke houding van eeo paar burgers, de vermoedelijke daders bekend werden, heeft weer de volle aandacht gevestigd op de fa milie De Vos. In het begin van 1901 zoo vertelt het „Rott. Nbl." deed de familie voor hot terst van zich spreken, toen een der zoons werd aangehouden wegens diefstal van een ivoren rijststamper uit het Museum voor Land- en Volkenkunde aan do Willemskade, Hij werd veroordeeld tot zes maanden. Dero diefstal was echter do aanleiding toe de ontdekking van een veel omvangrijker misdaad: dio bij de familie Yardin Milord, in do Admiraliteitsstraat, waar In hot jaar tevoren voor f 15000 aan effecten werd go- stolon. Do jongen, die den stamper zou hebben ontvreemd, werd namelijk in het bezat gevonden van een lombardbriefjo, dat ingelost, bleek te zijn van een ring, toe behoord hebbende «aan mevrouw Yardin Milord. De toenmaligo reohter-oommissaris mr. G. T. J. De Jongh, nam den draad op cn volgde dien tot in het buitenland «\n uit dat onderzoek kwam aan het liohfc, dat leden dor familie Do V s bij bet Crédit Lyonnais, een bankinstelling to Parijs, do gestolen effecten ingewisseld hadden voor andere effecten. De familie De Vos had na den diefstal haar domicilie gevestigd in de Fransche hoofdstad en verbleef daar tijdens de wereldtentoonstelling in 1900. Iu 1901 ver toefde een deel der familie to Amsterdam on een ander deel to Rotterdam, in de Schoolstraat. Te Amsterdam werden ef fecten in beslag genomen on in de School straat t» Rotterdam eea kiotj vol valsehe sleutels. De verschillende ontdekkingen leid den tot de veroordceling van den ouden De Vo6 tot drie jaar govangeniaotrnf we gens heling en tob 1 jaar van Willem dc Vos. Bij civiel prooee kwam slechts een klein deel vau liet. gestolene terug bij do familie Yardin Milord. De gedachte alleen tc zijn in eon vijan dige omgeving kwtam in 't rontjo cp. Ook. bedacht bij hoeveel moeilijker bet nu zo a zijn om weer van de school af b« gaan dan het zou geweest zijn of er af to b 1 ij- v o n. Dc gofedo meester wees hom een plaats aan, gelukkig nadsb hot aardigste meisje van do klas; dat had Nollie al gauw ge zien; toen beval hij don l! uwoü leerling aan de zorgen ran -don ander aan en ging heen. De andere meester nam ia 'fc eerst geen notitie van Nollie. Het roeiajo naast heao fluisterde, terwijl zij rich bukte olsof zij iet», dat gevallen wa3, opraapte: „Hij heeft vandaag weer zijn kwade muts op. „Wio?" vroeg Nollie. En opeens zag hij do Dijdige oogen van den onderwijzer op zich gericht: „Mond houden daar." Het kind zweeg, bedremmeld. Een go'rr van woede steeg naar zijn hoofdmaar hij voelde, dat hij geen letter »ou kunnen uit brengen, on daarom hield hij maar zijn mond. Nog lang echter bleef dat toege snauwd bevel in zijn hersentjes naklinken. Hij, Nollie, die later prins of koning roo worden, hij moest zich op dio manier laten bedillen door den eersten don besteu school vos? Hij zou niet mogen spreken wanneer hij wouhlaar hij sou het dien rent wel betaald zetten, als hij groot was. En uit woede en om te laten zien, dat hg zich aan een dergelijke manier van optTC- den niet stoorde, seide bij overluid tegen zijn buurmeisje, zoodat de heele klas net hoorde: „Ikik v.. v... vind de mees Uw een... een... ge... gemeen» v... v., renfcl" Groote opschudding. Hier en daar ge proost, gesmoord gelach. Uit een enkelen kindermond een kreet van angst. De moes ter, bleek, deed een pas naar voren. Toon, zich inhoudend, bedacht hijhij had bot zwakke punt van rijn kleinen vijand opge merkt, daér zou hij hem gevoeliger kunnen -treffen. „Kom jij eens hier, jongeheer Nol De kleine m^n, die geschrokken was van dc uitwerking van zijn onvcrwachten uit val, aarzelde bedeesd voor dc klas. Do meester, die wel vSMde, dat hij bet onder spit zou driven, wanneer hij over Nollie's onvriendelijke opmerking begon, wierp het ovor een anderen boeg: Na verloop van enkele jaren, waarin do De Vossen dan hier dan daar woonden eai o. m. een dansschool exploiteerden aan don Coolsingel te Rotterdam, waardoor zii het to kwaad sregen met deurwaarder Vaa Noort, die hen sommoerde tot verlating van het pand, kwam een der heeren, Mo- rinus Willem, in aanraking met de Amster- damsche justitie, wegens inbraak in den goudsmidswinkel van Pampus. Na een pre ventief van 9 maanden, moest men Mari-< nus echter weer laten gaan. Ook in de Schoonoordstraat to Rotterdam verbleef toen een dor jongens, waar hij zoogt* naarad een reparatie-inrichting van rijwJe- len en motorrijwielen had en waar noX huiszoeking ia gedaan. Dit jaar kwamen I der leden van do familie weer in aanrat king mot de Haagsche politie, in verban^ met oen mislukte inbraak in een juwelier? winkel aan den strandb:>ulevard te Schevtv ningen, doch weder moesten zij uit dl preventieve hechtenis worden ontslagen. Nadien opende de familie De Vos eerl thee- en koffiehuis Oppert 33, to Rotted dam, van waaruit vermoedelijk do operatie bij Sohrouder en Baksteen op tuuw is gezet* Tlians ia men er op uit zooveel mogelijk bewijsmateriaal tcgon do loden der familie op te 6tapolcu, zoowel te Parijs als te Rot terdam. In verhand met de inbraak b j 8* cl» B. is o. m. gebleken, dat do aangeliou-* den broeders behoorden tot de vaste bezoe kers van een café in do nabijheid van 8. en B.'s goudmidswinkel aan do B nnenrotte. Door don commissaris van politie, don heer M. B, v. d. Hoeven en den inspecteur, den heer M. Rutgers, van het bureau Lan ge Torenstraat, zijn, na gehouden getui genverhoor on confrontatie, zoovele aan wijzingen aan hot lie t gekomon, die tcgon Marinus Willem do Vos getuigen, dat hij zoonJs gemeld, onder dc noodigo voor zorgsmaatregelen, per politiewagen is over gebracht naar het Huis vin Bewar'irr. Da instructie wordt gevoerd door den rechter commissaris, mr. J. E. Rosen Jaeol son. Zooals men van hem gewoon is, ontkent Marinus do Vos halsstarrig het hem leu laste golegde. Willem do Vos en dc beide dames, die aangehouden zijn aan het Con'.raai-Station, op het oogenblik, dat zo naar Parijs widen vertrokken en die voorloopig lo Rotterdam worden gehouden, om l et onderzoek van den inspecteur, den heer 0. G. v. Gulden, te Parijs niet te bemoeilijken, hebben den gel)celen nacht doorgebracht in een der wachtkamers van het pil ticbureau G ooto Pauwensteeg, cn zijn daarna in dc gel gen- hcid gesteld hun snoepreisje naar Parijs door te zotten. Do beide kinderen van don heer A. H., to Koogra« (N.-H.), over welker vermissing in ons vorig nominee mcdcdoeling word gedaan, zijn weder te recht. Een inwoner van 't Zand had dfr twoo kleinen voor den nacht bij zich gehou den, zonder de ouders te waarschuwen. To Boekelo (gemoento Loiv- nekor) is door eenige landbouwers gist-or* middag in een weide gevonden hot lijk van, eon aldaar onder den naam Jan Nachtegaal bekenden zwerver, honge-ndo met hot hoofd ovor puntdraad. „Jij bent de nieuwe jongen, hé?" „J... J... ja, m... mijnheer." Do kris schaterde hot uit. „K... k... kan jij n... niet inééns zeggen: „Ja, mijnheer?" Nollie dacht even over het antwoord. Eu in dat oogenblik zag hij don heclon droom van grootheid in elk aai storten, toen hij zich rnoesfc bekennen, dat het antwoord „neen" zou mcctcn zijn. Hij dacht aan da bewondering .van zijn moed«r, aan do zacht heid van zijn vad6r. En in dat oogenblik» ouder don duivelaohen grijns van voldoe ning van zijn raêo3tor, onder h t hooneo- lack van heel do klas, werd het hom duide lijk, dat hij een arme stumper was mc% een spraakgobrek. Hij viel ineens neer uit zijn droom vau buitengowonon joDgen, bestemd voor kei zer of zoo iola, en bij herkende in den mnn vóór hom den Satyr, die hom de laatste week zoo vaak liad gekweld. De meester vroeg nog eens, tergend hera nadoend „K... k. kom, ik w... wa-cht nog al... altijd op je antw... woord. K... k... kan jc... je... niet inééns zeggen: Ja mijnheer?" Toen werd hij zich b-wust, dat hij moest bekennen, dat bij hot uiefc kon, cn dat hij tegenover dion vent een smadelijke neder laag tegemoet ging. Alles liever dan dat. Zijn iuboclding van grootheid 6tak nog ccna den kop in hem op en ineens, iinpuri grij pend het oeralo het beate, dat voor do hand lag, nam hij den vollon inktkoker van den lessenaar van den moester en smcot hem d^n ander in hek gozioht. Toen ging hij zonder con woord te zeggon het lokaal uit. Hij dacht, dat do meester hom achterna zou loopin cn daarom liep hij hard de gang door naar do voordeur, zonder pot of jas to ne men. Maar do voordeur was op slot. Do meester echtor liep hem niet na. De deur van het lokaal bleef dicht ©n het bulderend golaoh, dat was lewgoharsten op zijn helden daad, was verstomd. In het ganeoho gobouw was het geheel stil. Toen zonk Mollio op den grond ineen ia het hoekje tegen de voordeur, vast toedelen geen mond meer open te doen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 9