Vragen en Antwoorden. Uit de Rechtzaal. Faillissementen. Buitenlandseh Overzicht. 't H u w e 1 ij k van hertog Johano Albrecht van Mecklenburg- S c h w e r i n, regent van Brunswijk, met prinses Elizabeth van B t o L- b e r g-R o s s 1 a, zai op 15 December to Brunswijk voltrekken worden. Do Hertog, do halfbroeder van den Prins Hendrik der Nederlailden, was in 1896 gehuwd met prinses Elizabeth van Saksen-Wcimar-Eiscnauh, die 10 Juli ltKiS overleed. Het huwelijk bleef kmdeilooe. De Hertog, die op 8 December a.s. 52 jaar oud wordt, heeft zich nu opnieuw- verloofd; zijn bruid, prinses Eli'abelh van Stolb-rg- Rossla, is geboren op 23 J uni 1885, en dus 2-1 jaar oud. Zij is de zuster van den regee renden vorst van Stolberg- itossla, Jost Christian. lleeds eenigc maanden geleden werd ge meld, dat hertog Johann Albrecht voorde mens was een nieuw huwelijk aan te gaan, vooral daar ook het huwelijk van zijn neef, groot-hertog Friedrich Franz IV, met prinses Alexandra van Cumberland kinder loos bleef. Johann Albrecht zou, bij over lijden van den regeerenden gro t.iertog. tijdens wiens minderjarigheid hij reeds re gent in Mecklenburg was, de naaste tot de troon zijn. De volgende broeder van hertog Johann Albrecht, hertog Adolf Friedr ca, is ongehuwd; de derde broeder, hertog Hen drik, heeft bij zijn huwelijk met Neerlands Koningin afstand gedaan van zijn cpvol- gi n gsr echten in Mecklenburg. De plechtigheid van de installatie van den nieuwen Lord Mayor in de Gildenhal te Londen is op ruwe wijze door stemrechtvrouwen verstoord. Na den maaltijd was het dankgebed uitgespro ken en do Lord Mayor voor zijn toost op den Koning opgestaan. Nauwelijks had hij eenige woorden gesproken, of een werptuig vloog door een van dc geschilderde glazen boven hot standbeeld van Wellington, een paar voet van do galerij waar de hofda mes zaten, en maakte een groot gat in de mooio ruit. Tegelijkertijd hoorde men „Stemmen voor vrouwen 1" van buiten roe pen. De politie ging zoeken. De daderessen meldden zich vrijwillig bij de politie aan: tweo meisjes, juffrouw Paul en juffrouw Amelia Brown, als schoonmaaksters ver kleed en dio zich den geheelen dag in het gebouw schuil gehouden hadden. Op de trap hadden zij zich opgesteld bij een raam, waardoor zij de bankethal konden overzien, en. zoodra de toost ingC6teld werd, trok een van beiden haar schoen uit en sloeg met den hak een klein driehoekig ruitje van net gekleurde raam in. Het stukje glas vloog door de zaal. Op het politie-bureau gaven lij als woonplaats het hoofdkwartier van de sociale en politieke vcreeniging voor vrou wen op. Aan het diner, ter eere van tien ver jaardag van koning Edua r*d in het gozantschapshotel te Londen gegeven door sir George en lady Gorgina Buchanan, zat o.a. aan prof. Lake, van Leiden. Op onze Koningin werd door den gezant een heildronk uitgebracht, niet slechts omdat wij, zeide hij, in haar land gastvrij heid genieten, doch vooral omdat Neder land het middelpunt is geworden van het edel streven naar den vrede en de goede verstandhouding der volkeren, welk ideaal immers ook tloor Engelonds koning werd nagestreefd. Ten slotte, zeide sir George, mogen wij ook niet vergeten naast Koningin Wilhel- mina en Prins Hendrik der Nederlanden een dronk te wijden aan do jonge prinses Juliana. Op 16 November a.s. herdenkt Z. H. Paus P ius X den dag, dat hij vóór 25 jaren werd gewijd tot bisschop van Man tua. Dit jubileum zal te Home in stilte wor den gevierd. Het Atheeii6che blad „Skrip" vertelt* dat de officieren van de Griek- b c h e pantserschepen en al de andere, die niet aan de muiterij van Typaldos deel genomen hebben, na een lango beraadsla ging een stuk hebben onderteekend, behel zende, dat zij in g^en geval met tfe mui tende officieren samen willen dienen. Een hooggeplaatst zeeofficier heeft rich naar den minister-president begeven, om he: mode te deelen, dat alle trouwgcble- vcn officieren ontslag zouden nemen, indien de Regeering de muitende officieren niet ontsloeg. De SpasDsche bladen keuren de ontplooiing van de militaire en politie macht af, bij de aankomst van koning Manuel te Madrid. Het. stoffelijk overschot van de k o iz e- r i n-w o d u w e van China is uit de Geheime Stad in de paleiswijk to Peking overgebracht naar de laatste rustplaats in de Ocstèlijke Graven Het was een groot- sche, prachtvolle begrafenisplechtigheid De mijlenlange weg was voor dezen stoet speciaal geëffend. In den stoet liepen tal van hooggeplaatste Chineesche ambtenaren en ook vele priesters, die wierook brand den. Do stoet was echter niet zóó lang en ook niet zóó indrukwekkend als bij de be grafenis van den vorigen Keizer. Alle le den van het diplomatieke korps te Peking begeleidden den lijkstoet over een korten afstand. De kist was bedekt met een rouw floers van gele zijde, waarop drakenf gu- ren waren geborduurd, en waarvan de slippen door 80 personen werden gedragen. Er was veel volk, en ook veel politie op do been. De Prinz-Hegent is iets verder met den stoet meegegaan dan de westersohe diplo maten, maar toch ook slechts tot een eind- weegs buiten den stadsmuur van Pekiüg. De „New-York Times" deelt mede, dat president Taft een wetsont werp zal indienen, hetwelk beoogt, do uitgifte van aandeelen en obliga tie n van naamlooze vennoot schappen en groote ondernemingen te onderwerpen aan meer toezicht en contröle door de Regeerirg. Het ontwerp gaat nog verder dan wat als de politieke opvatting van Roosevelt bekend was. De bedoeling van Talft moet zijn aan de spoorwegmaatschappijen en andere groote endernemingen te beletten, haar kapitaal overmatig te vergrooten. Tot dat doel zou den dan uitgebreider bevoegdheden moeten worden gegeven aan de „Interstate Com merco Commission". In de komende Bood schap van den President aan het Congres zal een en ander nader worden uiteenge'et. Gisterpn is Taft van zijn reis door het westen en zuiden der Unie te Washington teruggekeerd. Het ppoces-Sleinheil. Zevende dag. De eerste getuige, die gisteren gehoord werd, wa© Marielte Wolff, een vrouw van 5u-jarigen leeftijd, eertijds keukenmeid bij het echtpaar Steinheil. Manette Wolff antwoordt met krachtige stem op de vragen, die haar worden go- Btcld. Dc president: „Mevrouw Steinheil kende uw kinderen, nietwaar, en voorna melijk uw zoon Alexander?" De getuige: „Weineen, Alexander kende zij juist het minst van al mijn kin deren." De president: TJ heeft aan den rechter van instructie verklaard, dat me vrouw Steinheil er minnaars op nahield?" De getuige. „O, zóóveel had zij er nu niet!" Dc president: „Wist mijnheer Stein heil iets af van de verhouding tusschen rijn vrouw en mijnheer Chouanard?" De getuige: „Daar weet ik niets van. Mijnheer Steinheil liet er zich nooit over uit." De getuige erkent vervolgens, dat haar zoon Alexander eens of tweemaal naar „Vert Logis" is geweest geliefkoosd rendez-vous van mevrouw Steinheil. Do president: „Juist, en uw mees teres had een zeer bijzondere genegenheid voor uw zoon Alexander. Zij sprak hem met jij en jou aan. Komaan, zegt u mij nu eens, wat u weet van de houding, door uw meesteres ten opzichte van haar man in acht genomen." De getuige: „Als men ergens onder geschikt is, dan moet men alles zien en niets zeggen (Gemompel) De president: „Was mevrouw Stein heil goed met haar man of niet?" De getuige: Ja." De president: „Stuurde zrij hem wel eens weg, als hij bij haar kwam?" De getuige: „Heelemaal niet." De prosidont: „Nu, wat u nu zegt, klopt niet met do verklaringen van andere bedienden. Hieromtrent hebben dezen ver zekerd, dat mevrouw Steinheil haar man het Jeven zuur maakte." Bij deze woorden staat de bok Uagd e met een ruk op en roept uit: „Mijnheer de president, luistert u naar mij, ik bezweer het u. Als het zoo is als u daar zegt, dan vraag ik, dat men alle getui genverklaringen van de bedienden voor leest De president. „Dat zal gebeuren. Ik wil hier aan toevoegen, dat ik niets ver zin, en men zal nu eens zien, op welke ruwe manier u met uw man omsprong. Een van uw tafelbedienden heeft dit verklaard." De beklaagde: „Ik heb dien man weggestuurd, omdat hij zich vergrepen ha-'l. of bijna, aan een kamermeisje, cn hij heeft zich nu in het dossier op mij willen wre ken." De president: (tot de getuige Ma- riettc Wolff): „Herinnert u zich, dat u ver klaard heeft, dat uw meesteres, toen zij den dood van haar man vernam, heeft uitgeroe pen: „Nu ben ik dan eindelijk vrij 1" De getuige: „Toen haar ziekenver pleegster wegging, heeft zij, geloof ik, ge zegd. „Eindelijk vrij." Dat is alles wat ik mij meen te herinneren." Depresident: „Die woorden zijc. bij de instructie opgeteekend." Do beklaagde: „Wio heeft dat ge zegd? Dat heeft Mijnheer André (de eerste rechter van instructie) gezegd, en die beefi. alles tegen mij uitgelegd." Daar do president zich schijnt te verwon deren, dat de beschuldigde zich over haar rechter beklaagt, roept mevrouw Steinheil uit: „Goed en wel 1 Maar u zult toen zeker niet verlangen dat ik hem nog bedank I" Gedurende de getuigenverklaring van Ma rietta Wolff lijkt beklaagde opgewonden en zenuwachtig te zijn. De pre ident: „Wij komen nu aan een schrikkelijk oogenblik, juffrouw Wolff, en ik zou gaarne willen, dat u alle bijzon derheden nauwkeurig verhaalde." De getuige: ,,Ik zeg u toch, dat ik mij niet herinner, of mevrouw Steinheil op 29 Mei op „Vert Logis" zou komen slapen. De president: „Wie heeft op 30 Mei 's ochtends getelephoneerd De getnige: „Dat weet ik niet." Mariette Wolff weidt daarna uit over de ontroering, waarin zij door het vreesclijke voorval was gebracht. „Ik waa er geheel van ontzet en over stuur", zegt de getuige. „Bij mijn komst in de Impasse Ronsin belette dokter Acheray mij, om dadelijk naar mijn me vrouw te gaan. Zij was veel te ziek, zooals hij zei." Den volgenden dag echter kon Mariette Wolff mevrouw Steinheil naderen en haar snel een kus geven. Volgens Mariette's zeggen xou zij van 9 uren tot half één van den dag, volgende op den moordnacht, niet aan het ziekbed van haar meesteres zijn geweest. Zij zegt, zich in ieder geval deze bijzonderheid niet te herinneren. De president: „Dus, wanneer we eens aannemen, dat men u kwam zeggen, dat uw zoon in de naastgelegen kamer was vermoord zou er dan eenige macht ter wereld bestaan, die u zou beletten, naar hem tce te snellen om te trachten hem hulp te bieden?" De getuige: „Ik ben moeder, en in zoo'n geval zou een moeder haar bloed tot den laatsten druppel geven, om haar zoon te verdedigen." De president: „Nu, u schijnt dan toch niet de kracht te hebben gevonden, naar uw meesteres te snellen, die ge toch zo d teeder liefhadt, cn wier moeder en echtgenoot een oogenblik te voren ver moord waren?" De verdediger: „Maar dit is toch hoegenaamd niet met elkaar te vergelijken. U stelt daar een gewetensvraag aan die vrouw." Ondanks alle inspanning, kan de presi dent er niet in slagen, <cen nauwkeurig ant woord van Mariette Wolff te verkrijgen over hetgeen er in het huis van de misdaad is voorgevallen gedurende dien ganschcn Zondag. De getuige bepaalt er zich toe, te zeggen: „ik weet niets ik herinner mij niets. Wij waren allen geheel en al versuft van ontzetting." Iets anders of iets meer valt er uit ge tuige niet to halen. Wel protesteert Ma- riette Wolff tegen de beweringen van la getuigen, die in den „nacht der liekente- nissen" hebben verklaard, dat zij (Ma riette) zioh van het leven wilde beroovon. De getuige zegt dan nog, dat mevrouw Steinheil van haar moeder, mevrouw Japy, hield, maar soms warrn er wel eens, zooals dat in ieder hu'shouden voorkomt» kle;ne woordenwisselingen. Zij ontkent nu, dat mevrouw Steinheil na het drama heeft uitgeroepen: „Eindelijk vrij l" Op een desbetref Fe-de vraag van den president, houdt de beklaagde^ staan de, dat zij nooit geld aan haar minnaars heeft gevraagd. Mariette Wolff verzoekt nu, met den heer De Labruyère (den verslaggever van „Lc- Matin") te worden geconfronteerd. (Opschudding). Getuige zegt, dat De Labruyère op een avond, na de arrestatie van mevrouw Steinheil, haar is komen vertellen, dat men haar zoon Alexander zou amsteeren. Ge tuige antwoordde op die mededeling: »,Nu. dan zullen ze hem wel weer vrijlaten ook." Toen de bel van de telephoon overering, voegde De Labruyère er aan toe: „Daar men zal u komen arresteeren 1 Wilt u geld hebben om weg te komen?" „Tk antwoordde daarop", zoo vervolgt de getuig© Mariette Wolff; „Al men, zoo als ik, nieta te vreezen heeft, dan zegt men: „Ik ben er, en ik blijf er!" De Labruyère, die nu nogmaals gehoord wordt, antwoordt, dat dit onjuist is. Hij ver klaart, dat, na de arrestatie van „Meg" (liefkoozend naampje van mevrouw Stein heil) de „Matin" cn het „Journal" elkan der ten koste van handen gouds de verkla ring van Mariette Wolff en haar zoon Alexander betwistten. De president (tot Mariette Wolff) „Heeft u zich bemoeid met de lijken van mijnheer Steinheil en mevrouw Japy?" De getuige: „Ik zou doode lichamen aanraken?! Dat is mij onmogelijkP' De president: „Dat is wel jammer, want de touwen (gebruikt bij het binden en wurgen van de slachtoffers) waren uit de woning zelve afkomstig, en u, als weduwe van een koetsier en moeder van een paar denhandelaar, zoudt ons eenige inlichtingen hebben kunnen verschaffen omtrent den strik, waarmede men getracht heeft uw meesteres te verwurgen, een zoogenaamd en galeisteek, gebruikelijk bij zeelieden en palfreniers." Alsnu wordt de zoon van de getuige ge hoord. Alexander Wolff is een man van 29 jaren, makelaar in paarden. Hij is zwaar gebouwd en blond. Mevrouw Steinheil heeft hem al als kind gekend. De beklaag de luistert met aandacht naar hetgeen hij zegt, maar blijft onbewogen. Wolff verklaart, dat hij pis Maandagsoch tends van den moord gehoord heeft, en wel uit do bladen. „Mevrouw Steinheil heeft mij laten ar- restecren," aldus de getuige. „Wij zijn geconfronteerd, en ik heb haar beleedigin- gen naar het hoofd geworpen, die ik thans betreur." (Opschudding De president: herinnert den getui ge aan de nauwkeurige en gedetailleerde be schuldigingen van mevrouw Steinheil aan getuige's adres. De getuige: „Dafc is wel zoo, maar een halfuur later zeide zij, dat ik onschul dig was en dat de journalisten haar ge drongen hadden." De beklaagde: „Dat is ook zoo. Zij hadden mij gesuggereerd." De president: „Do jury heeft thans de journalisten gehoord. Heeft u er nog iets aan toe te voegen?" De beklaag de (half-luïd)„Neen, ik heb alleen spijt van wat ik gedaan heb." Getuige Wolff: „Ik zou den per soon wel eens willen kennen, dio gezegd heeft mijn zakken te hebben zien uitpuilen van het geld, den dag na den moord." Depresident: „Dat weten wij niet. Alsnu komt de zuster van Alex ander Wolff voor do balie, om te ver klaren, dat hij, die dit gezegd heeft, een zekere Wagner is. „Dat heeft hij bij de dames Steinheil gezegd, maar niemand weet, wie hij is," aldus getuige. De volgende getuige, de gravin De Toulquet, een vriendin van mevrouw Steinheil, was tegenwoordig bij de ontdek king der brieven van Martha Steinheil in de portefeuille van den bediende Couillard. Getuige voegt hieraan toe, dat mevrouw Steinheil steeds blijk heeft gege ven van een oprechte genegenheid voor haar moeder, mevrouw Japy, en deze ge negenheid was wederkeerig. Mevrouw Mathilde Próvost, de volgende getuige, r n dame van 44 jaar, die sedert 1904 weduwe is, kent de be klaagde sinds 1901. „Ik ben haar triendln geweest, alt an deren", zegt de getuige. De pre- d»nt: „Een vriendin, ja, maar een speciale vriendin. U heeft im mers brieven voor haar in ontvangst ge nomen?" Degetuige: „Niet voor „Vert Logis" (d.w.z. voor mevrouw Steinheil, die daar haar rendez-vous organiseerde.) „Ik heb er in toegestemd, om dio woning onder mijn naam te huren." De volgende getuige is de heer Borde rel, do laatste beminde van mevrouw Steinheil. Hij is een groote, knappe man van 51 jaren. Zijn binnenkomen verwekt eenige opschudding in do zaal. Mevrouw Steinheil slaat haar oogen niet op en houdt deze gedurende een groot deel der getuigenverklaring gesloten. Borderel verklaart, dat het nooit in de hersens van mevrouw Steinheil heeft kunnen opkomen, dat hij met haar een nieuw huwelijk zou sluiten. De getuige: „Eens op een dag heeft zij die kwestie wel aangeroerd, maar ik heb mij onvermurwbaar getoond, en haar ge zegd, dat ik alle betrekkingen met haar zou verbreken, wanneer die kwestie nog maals ter sprake werd gebracht. Ik had kinderen, en zoolang die niet getrouwd waren, kon ik voor mij er niet aan denken, hun een tweede moeder te geven." Borderel heeft mevrouw Steinheil slechts vijf of zes keer gezien. Hij verklaart, dat hij vast aan haar onschuld gelo ft. •Martin, de laatst-gehoorde getuige, een vriend van Borderel, bevestigt, dat mevrouw Steinheil niet kon meenen, dat zijn vriend zou hertrouwen. Hierop werd de zitting om halfzes oDgc- heven. (Tel.) Alle week abonné's in Leiden eu orol'gRönde gemeenten van het „Leidsch Dagblad" zijn verzekerd tegen ongevallen in en óuiten bedrijf By algeheel© invaliditeit wordt uitgekeerd /°1000; by overlijden /5U0; bü verlies van band of voet f 250bij ver lies van één oog 150bij totaal verlies van een duim f 100; by verlies van een wijsvinger CO en by verlies van eiken anderen vinger voor 15 op voorwaarden, in de polis vormeld. "V raag: Om welke reden moet ik tiend- recht betalen voor een huis mot tuintje- Het komt in mijn koopbrief niet voor. Antwoor d: Dat ia geen bewijs dat uw eigendom niet met tiendrecht bezwaard was. Overigens zijn alle li ndxecliten thans af geschaft, maar de tieiidheffers krijgen daar voor van den Staat vergoeding cn do voor malige tiendplichtigen moeten nu aan den Staat een tiendrent» betalen, die zij echter elk jaar kunnen afkoop en. Vraag: Ongeveer drie jaren geleden heb ik iets laten maken en betaald, maAr in het gebruik voldoet het niet. Steeds heb ik er over gesproken en kreeg ten antwoord: het moet goed wezen, ik zal het voor u in orde maken. Als ik nu kwam, dan werd het in orde gebracht, maar binnen twee maan den deugde het weer niet- Nu moet ik neg een rekening betalen, welke mij per poet is aangeboden, welke ik geweigerd heb. Hoe moet ik daar nu verdei- moe handelen Antwoord: Het komt ons voor dat die rekening oen andere zaak betreft, dan die ge hebt laten maken. Is dat zoo, dan zult u dio rekening moeten betalen, onver minderd uw bevoegdheid om den maker aan te spreken tot schadevergoeding wegens do ondeugdelijk gebleken zaak. Als die van eenige beteekenis is, vervoeg u dan hij' een procureur. V r a a gIs het voor de concurrente schuld- oischers niet steeds van belang, dat de boe del in staat van insolventie verklaard wordt, daar zij dan, behalve een of meer uitdee- 1 in gen, hun vorderingsrecht verkrijgen Antwoord: Dit hangt toch veel af van de vraag, of er redelijke gronden zijn om aan te nemen, dat or later gelegenheid zal zijn dat vorderingsrecht te verhalen en in de toekomst kan niemand lezen. Vraag: Ik wil in een andere gemeente aantec-kenenheb ik daar nog stukken voor ncodig? Antwoord: TJ kunt niet aanteekenen waar u wilt; dit moet geschieden ter woon plaats van één dor aanstaande echtgenooten, onverschillig welke. Welke stukken er noo- dig zijn voor de huwelijksvoltrekking zal dan wel blijken. Vraag: Moet een toeziende voogd ook toestemming geven tot het aangaan van een huwelijk, of kan die er buiten gelaten wor den? Ik ben bijna 23 jaar. Antwoord: Ge zijt meerderjarig en hebt dus geen toeziend voogd. Uw vraag is dus geen vraag. Vraag: Zoudt u mij ook kunnen mede- deelen hoeveel de kosten bodragen tot het sluiten van een eerste hypotheek grootf 5000- Antwoord: Precies f 57-50. Vraag: Ik ben zeven jaar uit mijn ge boorteplaats, maar wil toch graag bij mijn ouders uit huis trouwen. Hoe lang moet ik daar dan zijn? A n t w o or dGe hebt eenvoudig hij den burgerlijken stand uwer tegenwoordige woon plaats een verklaring van verandering van werkelijke woonplaats uit te brengen. Wan- neer u ten gevolge daarvan zyt ingeschre ven in de registers van den burgerlijken stand der woonplaats uwer ouders, kan do huwelijks-aangifte aldaar geschieden. Vraag: Wij zijn met ons beiden dienst boden. Het verval dat wij in de drie maan den krijgen bewaart mevrouw. Bij het declen van den pot blijkt dat er geld te weinig in is. Zouden wij nu recht hebben om daar werk van te maken. Een van ons heeft het opgeschreven, zoodat wij" weten hoeveel er in moest wezen? Antwoord: Daar zult u geen succes op hebben, daar het wettig bewijs van het geen er in den pot moet wezen door u toch niet kan geleverd worden. Vraag: Ik heb twee jaar als dagdienst bode gediend, toen ben ik er een jaar als dag en nacht-dienstbode geweest; mijn geld is er toen naar geregeld dat ik het op de drie maanden ontving. Ik heb toen geen gods penning ontvangen en nu ik met November wegga, wil mevrouw mij mijn kermisgeld afhouden. Mag zij dat doen Antwoord: Door het aannemen van een kermisfooi hebt ge u volgens plaatselijk ge bruik stilzwijgend verbonden om met No vember niet weg te gaan. Het recht om de kermisfooi in te houden kan dus geacht worden stilzwijgend in de overeenkomst be grepen te zijn. Vroeg: Hoe moet men den gouverneur van Curasao en van Suriname betitelen? Antwoord: Met „Zijn Excclleties." Vraag: Daar ik ouderloos ben en zou willen trruwen, zou ik nu nog oen voogd noodig hebben, daar ik al de 21 jaar ge passeerd ben Antwoord: Neen, dien hebt ge niot noodig. Vraag: Uw antwoord in het 2de blad van T» oensdag 3 Nov- heeft mij niet be vredigd. Ik wenschte te weten hoe de voog dijschap in dat gezin moet geregeld wor den. Antwoord: Wanneer de toeziend© voogd zijn benoeming niet wil aannemen, dan moot aan den kantonrechter de benoeming van een anderen worden verzocht en wanneer dio ander dan benoemd is, dan moet deze do afzetting van den voogd verzoeken op grond van plichtsverzuim. Er komt dan een nieuwe voogd en dan moeten voogd en toeziend© vcogd samen de belangen der minderjarigen behartigen. ftotterdam.sclie Keelitbank. Door het O. M. werd zes weken gevan genisstraf bij verstek geèischt tegen J. J. Z., 18 jaar, te Gouda, die op 15 Aug. half beschonken, het danslokaal van C. de Zwart waa ingeloopen, en aldaar C. de Zwart mot bierflesschen had gebombardeerd en hem bovendien getrapt en geslagen had, terwijl daarop de te hulp geroepen politie niet dan met groote moeite beklaagde op het politiebureau kon krijgen, omdat be klaagde gewelddadig te keer ging. Uit spraak over 14 dagen. Diefstallen aan het Cen traalstation te Amsterdam. Naxlat bij herhaling aan het Centraal station to Amsterdam geconstateerd werd dat uit colliewageris pakketten ontvreemd werden en op niemand verdenking rustte, zoodat men niet wist of deze plaats hadden te Haarlem of Amsterdam, begaven zich in den nacht van 23 op 29 Juni twee Am- sterdamsche rechercheurs te Haarlem in een waggon en lieten zich opsluiten. Even na 12 uren kwam de trein te Amsterdam aan en kort daarna werd de deur van den waggon ontsloten, opengeschoven en trad een man binnen. Toen hij twee personen ontdekte, trok hij rich snel terug en sloot dan wagen weder. Hij werd echter her kend te zijn de 26-jarige rangeerder H. D. Koldijk, gehuwd en vader van 5 kinderen. Bij een huiezoclcing vond men te zijnent eenig pakpapier, afkomstig van per spoor verzonden pakketten. Het O. M. bij de Am- sterdamsche rechtbank requireerde 1 jaar gevangenisstraf, terwijl hij door de recht bank tot 2 jaar veroordeeld werd. Gisteren stond hij in hooger beroep voor het Hof terecht en bleef bij zijn bekentenis. De advocaat-generaal mr. De Josselin de Jong requireerde, gelet op artikel 193 S. V., tot schorsing der raak en heropening der instructie. Het hof zal hierover 17 dezer uitspraak doen. Zijn pleegmoeder bestol e n. De wed. Neykoop, wonende Laurierstraat 160, twee hoog, te Amsterdam, ontdekte op 19 Aug. LI. dat haar spaarpenningen tot een gezamenlijk bedrag van f 175, benevens drie gouden ringen, een kinderoollier en tweo beursen uit haar gesloten kast waren verdwenen. Blijkbaar was men met val- sche sleutels in de woning en kast geko men, daar alles behoorlijk afgesloten bleek. Het politïe-onderzoek leidde tot in-hech- tenis-ncming van den pleegzoon der besto lene zekeren R. Brandt, en diens vriend v. Bruinsma, die in het oog loopend groot© verteringen maakten. Een derde persoon, die op den nitkijk gestaan Ind en daarvoor in den buit mededeelde, werd later ook ach ter 8lot en grendel gezet. De Amsterdamsche rechtbank veroordeel de gisteren het pleegzoontje R. Brandt tot li jaar en zijn vriend Bruinsma tot 2 jaar gevangenisstraf, terwijl de uitkijk W. F. van Driet, die een portemonnaie met zil veren beugel en f 17 had ontvangen, over eenkomstig den eisch een gevangenisstraf van 5 maanden kreeg. De eisch voor ieder der beide anderen was 2 jaar. Een zeldzaam jabiteum. Naar het „U. D." verneemt, zal de heer A. J. van Munster, hoofdcommies ter Pro vinciale Griffie to Utrecht, op Zondag den 14den November a.s. den dag herdenken, waarop hij vóór 55 jaar ter Griffie als" ambtenaar werd aangesteld. Als een bijzonderheid wordt daarbij me degedeeld, dat de heer Yan Munster, die het voorrecht heeft een goede gezondheid te genieten, nog steeds zijn werkzaamhe den ter Griffie met de meeste ambitie waarneemt. Ph. Kornaat Gzn., schilder en zalmroo* ker, te Vlaardingen. J. van Ho-rek, zonder beroep, Willebror- dusplein, te Rotterdam. Max L'Sky, koopman in zeemansgoede* ren, Hillestraat, te Rotterdam. G, Kelderman Jr., schilder te Renkum'« C. Scheffers, t© Hengeloo (O.). A. de Jong, broodbezorger, te Amster dam. M. Hartlooper, handelende onder <k firma Gebroeders Hartlooper, sigarenfa brikant, Amsterdam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 6