Vragen en Antwoorden.
Uit de Rechtzaal.
Faillissementen.
Buitenlandseh Overzicht.
't H u w e 1 ij k van hertog Johano
Albrecht van Mecklenburg-
S c h w e r i n, regent van Brunswijk, met
prinses Elizabeth van B t o L-
b e r g-R o s s 1 a, zai op 15 December to
Brunswijk voltrekken worden.
Do Hertog, do halfbroeder van den
Prins Hendrik der Nederlailden, was in
1896 gehuwd met prinses Elizabeth van
Saksen-Wcimar-Eiscnauh, die 10 Juli ltKiS
overleed. Het huwelijk bleef kmdeilooe. De
Hertog, die op 8 December a.s. 52 jaar
oud wordt, heeft zich nu opnieuw- verloofd;
zijn bruid, prinses Eli'abelh van Stolb-rg-
Rossla, is geboren op 23 J uni 1885, en dus
2-1 jaar oud. Zij is de zuster van den regee
renden vorst van Stolberg- itossla, Jost
Christian.
lleeds eenigc maanden geleden werd ge
meld, dat hertog Johann Albrecht voorde
mens was een nieuw huwelijk aan te gaan,
vooral daar ook het huwelijk van zijn
neef, groot-hertog Friedrich Franz IV, met
prinses Alexandra van Cumberland kinder
loos bleef. Johann Albrecht zou, bij over
lijden van den regeerenden gro t.iertog.
tijdens wiens minderjarigheid hij reeds re
gent in Mecklenburg was, de naaste tot de
troon zijn. De volgende broeder van hertog
Johann Albrecht, hertog Adolf Friedr ca,
is ongehuwd; de derde broeder, hertog Hen
drik, heeft bij zijn huwelijk met Neerlands
Koningin afstand gedaan van zijn cpvol-
gi n gsr echten in Mecklenburg.
De plechtigheid van de installatie
van den nieuwen Lord Mayor in de
Gildenhal te Londen is op ruwe wijze door
stemrechtvrouwen verstoord. Na
den maaltijd was het dankgebed uitgespro
ken en do Lord Mayor voor zijn toost op
den Koning opgestaan. Nauwelijks had hij
eenige woorden gesproken, of een werptuig
vloog door een van dc geschilderde glazen
boven hot standbeeld van Wellington, een
paar voet van do galerij waar de hofda
mes zaten, en maakte een groot gat in de
mooio ruit. Tegelijkertijd hoorde men
„Stemmen voor vrouwen 1" van buiten roe
pen.
De politie ging zoeken. De daderessen
meldden zich vrijwillig bij de politie aan:
tweo meisjes, juffrouw Paul en juffrouw
Amelia Brown, als schoonmaaksters ver
kleed en dio zich den geheelen dag in het
gebouw schuil gehouden hadden. Op de trap
hadden zij zich opgesteld bij een raam,
waardoor zij de bankethal konden overzien,
en. zoodra de toost ingC6teld werd, trok een
van beiden haar schoen uit en sloeg met
den hak een klein driehoekig ruitje van net
gekleurde raam in. Het stukje glas vloog
door de zaal. Op het politie-bureau gaven
lij als woonplaats het hoofdkwartier van de
sociale en politieke vcreeniging voor vrou
wen op.
Aan het diner, ter eere van tien ver
jaardag van koning Edua r*d in
het gozantschapshotel te Londen gegeven
door sir George en lady Gorgina Buchanan,
zat o.a. aan prof. Lake, van Leiden.
Op onze Koningin werd door den gezant
een heildronk uitgebracht, niet slechts
omdat wij, zeide hij, in haar land gastvrij
heid genieten, doch vooral omdat Neder
land het middelpunt is geworden van het
edel streven naar den vrede en de goede
verstandhouding der volkeren, welk ideaal
immers ook tloor Engelonds koning werd
nagestreefd.
Ten slotte, zeide sir George, mogen wij
ook niet vergeten naast Koningin Wilhel-
mina en Prins Hendrik der Nederlanden
een dronk te wijden aan do jonge prinses
Juliana.
Op 16 November a.s. herdenkt Z. H.
Paus P ius X den dag, dat hij vóór 25
jaren werd gewijd tot bisschop van Man
tua. Dit jubileum zal te Home in stilte wor
den gevierd.
Het Atheeii6che blad „Skrip" vertelt*
dat de officieren van de Griek-
b c h e pantserschepen en al de andere,
die niet aan de muiterij van Typaldos deel
genomen hebben, na een lango beraadsla
ging een stuk hebben onderteekend, behel
zende, dat zij in g^en geval met tfe mui
tende officieren samen willen dienen.
Een hooggeplaatst zeeofficier heeft rich
naar den minister-president begeven, om
he: mode te deelen, dat alle trouwgcble-
vcn officieren ontslag zouden nemen, indien
de Regeering de muitende officieren niet
ontsloeg.
De SpasDsche bladen keuren de
ontplooiing van de militaire en politie
macht af, bij de aankomst van koning
Manuel te Madrid.
Het. stoffelijk overschot van de k o iz e-
r i n-w o d u w e van China is uit de
Geheime Stad in de paleiswijk to Peking
overgebracht naar de laatste rustplaats in
de Ocstèlijke Graven Het was een groot-
sche, prachtvolle begrafenisplechtigheid
De mijlenlange weg was voor dezen stoet
speciaal geëffend. In den stoet liepen tal
van hooggeplaatste Chineesche ambtenaren
en ook vele priesters, die wierook brand
den. Do stoet was echter niet zóó lang en
ook niet zóó indrukwekkend als bij de be
grafenis van den vorigen Keizer. Alle le
den van het diplomatieke korps te Peking
begeleidden den lijkstoet over een korten
afstand. De kist was bedekt met een rouw
floers van gele zijde, waarop drakenf gu-
ren waren geborduurd, en waarvan de
slippen door 80 personen werden gedragen.
Er was veel volk, en ook veel politie op
do been.
De Prinz-Hegent is iets verder met den
stoet meegegaan dan de westersohe diplo
maten, maar toch ook slechts tot een eind-
weegs buiten den stadsmuur van Pekiüg.
De „New-York Times" deelt mede, dat
president Taft een wetsont
werp zal indienen, hetwelk beoogt, do
uitgifte van aandeelen en obliga
tie n van naamlooze vennoot
schappen en groote ondernemingen te
onderwerpen aan meer toezicht en
contröle door de Regeerirg.
Het ontwerp gaat nog verder dan wat
als de politieke opvatting van Roosevelt
bekend was.
De bedoeling van Talft moet zijn aan de
spoorwegmaatschappijen en andere groote
endernemingen te beletten, haar kapitaal
overmatig te vergrooten. Tot dat doel zou
den dan uitgebreider bevoegdheden moeten
worden gegeven aan de „Interstate Com
merco Commission". In de komende Bood
schap van den President aan het Congres
zal een en ander nader worden uiteenge'et.
Gisterpn is Taft van zijn reis door het
westen en zuiden der Unie te Washington
teruggekeerd.
Het ppoces-Sleinheil.
Zevende dag.
De eerste getuige, die gisteren gehoord
werd, wa© Marielte Wolff, een vrouw van
5u-jarigen leeftijd, eertijds keukenmeid bij
het echtpaar Steinheil.
Manette Wolff antwoordt met krachtige
stem op de vragen, die haar worden go-
Btcld.
Dc president: „Mevrouw Steinheil
kende uw kinderen, nietwaar, en voorna
melijk uw zoon Alexander?"
De getuige: „Weineen, Alexander
kende zij juist het minst van al mijn kin
deren."
De president: TJ heeft aan den
rechter van instructie verklaard, dat me
vrouw Steinheil er minnaars op nahield?"
De getuige. „O, zóóveel had zij er nu
niet!"
Dc president: „Wist mijnheer Stein
heil iets af van de verhouding tusschen rijn
vrouw en mijnheer Chouanard?"
De getuige: „Daar weet ik niets
van. Mijnheer Steinheil liet er zich nooit
over uit."
De getuige erkent vervolgens, dat haar
zoon Alexander eens of tweemaal naar
„Vert Logis" is geweest geliefkoosd
rendez-vous van mevrouw Steinheil.
Do president: „Juist, en uw mees
teres had een zeer bijzondere genegenheid
voor uw zoon Alexander. Zij sprak hem
met jij en jou aan. Komaan, zegt u mij nu
eens, wat u weet van de houding, door uw
meesteres ten opzichte van haar man in
acht genomen."
De getuige: „Als men ergens onder
geschikt is, dan moet men alles zien en
niets zeggen (Gemompel)
De president: „Was mevrouw Stein
heil goed met haar man of niet?"
De getuige: Ja."
De president: „Stuurde zrij hem
wel eens weg, als hij bij haar kwam?"
De getuige: „Heelemaal niet."
De prosidont: „Nu, wat u nu zegt,
klopt niet met do verklaringen van andere
bedienden. Hieromtrent hebben dezen ver
zekerd, dat mevrouw Steinheil haar man
het Jeven zuur maakte."
Bij deze woorden staat de bok Uagd e
met een ruk op en roept uit:
„Mijnheer de president, luistert u naar
mij, ik bezweer het u. Als het zoo is als u
daar zegt, dan vraag ik, dat men alle getui
genverklaringen van de bedienden voor
leest
De president. „Dat zal gebeuren.
Ik wil hier aan toevoegen, dat ik niets ver
zin, en men zal nu eens zien, op welke ruwe
manier u met uw man omsprong. Een van
uw tafelbedienden heeft dit verklaard."
De beklaagde: „Ik heb dien man
weggestuurd, omdat hij zich vergrepen ha-'l.
of bijna, aan een kamermeisje, cn hij heeft
zich nu in het dossier op mij willen wre
ken."
De president: (tot de getuige Ma-
riettc Wolff): „Herinnert u zich, dat u ver
klaard heeft, dat uw meesteres, toen zij den
dood van haar man vernam, heeft uitgeroe
pen: „Nu ben ik dan eindelijk vrij 1"
De getuige: „Toen haar ziekenver
pleegster wegging, heeft zij, geloof ik, ge
zegd. „Eindelijk vrij." Dat is alles wat ik
mij meen te herinneren."
Depresident: „Die woorden zijc. bij
de instructie opgeteekend."
Do beklaagde: „Wio heeft dat ge
zegd? Dat heeft Mijnheer André (de eerste
rechter van instructie) gezegd, en die beefi.
alles tegen mij uitgelegd."
Daar do president zich schijnt te verwon
deren, dat de beschuldigde zich over haar
rechter beklaagt, roept mevrouw Steinheil
uit:
„Goed en wel 1 Maar u zult toen zeker
niet verlangen dat ik hem nog bedank I"
Gedurende de getuigenverklaring van Ma
rietta Wolff lijkt beklaagde opgewonden en
zenuwachtig te zijn.
De pre ident: „Wij komen nu aan
een schrikkelijk oogenblik, juffrouw Wolff,
en ik zou gaarne willen, dat u alle bijzon
derheden nauwkeurig verhaalde."
De getuige: ,,Ik zeg u toch, dat ik
mij niet herinner, of mevrouw Steinheil op
29 Mei op „Vert Logis" zou komen slapen.
De president: „Wie heeft op 30
Mei 's ochtends getelephoneerd
De getnige: „Dat weet ik niet."
Mariette Wolff weidt daarna uit over de
ontroering, waarin zij door het vreesclijke
voorval was gebracht.
„Ik waa er geheel van ontzet en over
stuur", zegt de getuige. „Bij mijn
komst in de Impasse Ronsin belette dokter
Acheray mij, om dadelijk naar mijn me
vrouw te gaan. Zij was veel te ziek, zooals
hij zei."
Den volgenden dag echter kon Mariette
Wolff mevrouw Steinheil naderen en haar
snel een kus geven. Volgens Mariette's
zeggen xou zij van 9 uren tot half één van
den dag, volgende op den moordnacht,
niet aan het ziekbed van haar meesteres
zijn geweest. Zij zegt, zich in ieder geval
deze bijzonderheid niet te herinneren.
De president: „Dus, wanneer we
eens aannemen, dat men u kwam zeggen,
dat uw zoon in de naastgelegen kamer was
vermoord zou er dan eenige macht ter
wereld bestaan, die u zou beletten, naar
hem tce te snellen om te trachten hem hulp
te bieden?"
De getuige: „Ik ben moeder, en in
zoo'n geval zou een moeder haar bloed
tot den laatsten druppel geven, om haar
zoon te verdedigen."
De president: „Nu, u schijnt dan
toch niet de kracht te hebben gevonden,
naar uw meesteres te snellen, die ge toch
zo d teeder liefhadt, cn wier moeder en
echtgenoot een oogenblik te voren ver
moord waren?"
De verdediger: „Maar dit is toch
hoegenaamd niet met elkaar te vergelijken.
U stelt daar een gewetensvraag aan die
vrouw."
Ondanks alle inspanning, kan de presi
dent er niet in slagen, <cen nauwkeurig ant
woord van Mariette Wolff te verkrijgen
over hetgeen er in het huis van de misdaad
is voorgevallen gedurende dien ganschcn
Zondag.
De getuige bepaalt er zich toe, te
zeggen: „ik weet niets ik herinner mij
niets. Wij waren allen geheel en al versuft
van ontzetting."
Iets anders of iets meer valt er uit ge
tuige niet to halen. Wel protesteert Ma-
riette Wolff tegen de beweringen van la
getuigen, die in den „nacht der liekente-
nissen" hebben verklaard, dat zij (Ma
riette) zioh van het leven wilde beroovon.
De getuige zegt dan nog, dat mevrouw
Steinheil van haar moeder, mevrouw Japy,
hield, maar soms warrn er wel eens, zooals
dat in ieder hu'shouden voorkomt» kle;ne
woordenwisselingen. Zij ontkent nu, dat
mevrouw Steinheil na het drama heeft
uitgeroepen: „Eindelijk vrij l"
Op een desbetref Fe-de vraag van den
president, houdt de beklaagde^ staan
de, dat zij nooit geld aan haar minnaars
heeft gevraagd.
Mariette Wolff verzoekt nu, met den
heer De Labruyère (den verslaggever van
„Lc- Matin") te worden geconfronteerd.
(Opschudding).
Getuige zegt, dat De Labruyère op
een avond, na de arrestatie van mevrouw
Steinheil, haar is komen vertellen, dat men
haar zoon Alexander zou amsteeren. Ge
tuige antwoordde op die mededeling: »,Nu.
dan zullen ze hem wel weer vrijlaten ook."
Toen de bel van de telephoon overering,
voegde De Labruyère er aan toe: „Daar
men zal u komen arresteeren 1 Wilt u
geld hebben om weg te komen?"
„Tk antwoordde daarop", zoo vervolgt
de getuig© Mariette Wolff; „Al men, zoo
als ik, nieta te vreezen heeft, dan zegt
men: „Ik ben er, en ik blijf er!"
De Labruyère, die nu nogmaals gehoord
wordt, antwoordt, dat dit onjuist is. Hij ver
klaart, dat, na de arrestatie van „Meg"
(liefkoozend naampje van mevrouw Stein
heil) de „Matin" cn het „Journal" elkan
der ten koste van handen gouds de verkla
ring van Mariette Wolff en haar zoon
Alexander betwistten.
De president (tot Mariette Wolff)
„Heeft u zich bemoeid met de lijken van
mijnheer Steinheil en mevrouw Japy?"
De getuige: „Ik zou doode lichamen
aanraken?! Dat is mij onmogelijkP'
De president: „Dat is wel jammer,
want de touwen (gebruikt bij het binden en
wurgen van de slachtoffers) waren uit de
woning zelve afkomstig, en u, als weduwe
van een koetsier en moeder van een paar
denhandelaar, zoudt ons eenige inlichtingen
hebben kunnen verschaffen omtrent den
strik, waarmede men getracht heeft uw
meesteres te verwurgen, een zoogenaamd en
galeisteek, gebruikelijk bij zeelieden en
palfreniers."
Alsnu wordt de zoon van de getuige ge
hoord.
Alexander Wolff is een man van
29 jaren, makelaar in paarden. Hij is
zwaar gebouwd en blond. Mevrouw Steinheil
heeft hem al als kind gekend. De beklaag
de luistert met aandacht naar hetgeen hij
zegt, maar blijft onbewogen.
Wolff verklaart, dat hij pis Maandagsoch
tends van den moord gehoord heeft, en wel
uit do bladen.
„Mevrouw Steinheil heeft mij laten ar-
restecren," aldus de getuige. „Wij zijn
geconfronteerd, en ik heb haar beleedigin-
gen naar het hoofd geworpen, die ik thans
betreur." (Opschudding
De president: herinnert den getui
ge aan de nauwkeurige en gedetailleerde be
schuldigingen van mevrouw Steinheil aan
getuige's adres.
De getuige: „Dafc is wel zoo, maar
een halfuur later zeide zij, dat ik onschul
dig was en dat de journalisten haar ge
drongen hadden."
De beklaagde: „Dat is ook zoo.
Zij hadden mij gesuggereerd."
De president: „Do jury heeft thans
de journalisten gehoord. Heeft u er nog
iets aan toe te voegen?"
De beklaag de (half-luïd)„Neen, ik
heb alleen spijt van wat ik gedaan heb."
Getuige Wolff: „Ik zou den per
soon wel eens willen kennen, dio gezegd
heeft mijn zakken te hebben zien uitpuilen
van het geld, den dag na den moord."
Depresident: „Dat weten wij niet.
Alsnu komt de zuster van Alex
ander Wolff voor do balie, om te ver
klaren, dat hij, die dit gezegd heeft, een
zekere Wagner is. „Dat heeft hij bij de
dames Steinheil gezegd, maar niemand
weet, wie hij is," aldus getuige.
De volgende getuige, de gravin De
Toulquet, een vriendin van mevrouw
Steinheil, was tegenwoordig bij de ontdek
king der brieven van Martha Steinheil
in de portefeuille van den bediende
Couillard. Getuige voegt hieraan toe, dat
mevrouw Steinheil steeds blijk heeft gege
ven van een oprechte genegenheid voor
haar moeder, mevrouw Japy, en deze ge
negenheid was wederkeerig.
Mevrouw Mathilde Próvost, de
volgende getuige, r n dame van 44 jaar,
die sedert 1904 weduwe is, kent de be
klaagde sinds 1901.
„Ik ben haar triendln geweest, alt an
deren", zegt de getuige.
De pre- d»nt: „Een vriendin, ja,
maar een speciale vriendin. U heeft im
mers brieven voor haar in ontvangst ge
nomen?"
Degetuige: „Niet voor „Vert Logis"
(d.w.z. voor mevrouw Steinheil, die daar
haar rendez-vous organiseerde.) „Ik heb er
in toegestemd, om dio woning onder mijn
naam te huren."
De volgende getuige is de heer Borde
rel, do laatste beminde van mevrouw
Steinheil. Hij is een groote, knappe man
van 51 jaren. Zijn binnenkomen verwekt
eenige opschudding in do zaal.
Mevrouw Steinheil slaat haar oogen niet
op en houdt deze gedurende een groot deel
der getuigenverklaring gesloten.
Borderel verklaart, dat het nooit in de
hersens van mevrouw Steinheil heeft kunnen
opkomen, dat hij met haar een nieuw
huwelijk zou sluiten.
De getuige: „Eens op een dag heeft
zij die kwestie wel aangeroerd, maar ik heb
mij onvermurwbaar getoond, en haar ge
zegd, dat ik alle betrekkingen met haar
zou verbreken, wanneer die kwestie nog
maals ter sprake werd gebracht. Ik had
kinderen, en zoolang die niet getrouwd
waren, kon ik voor mij er niet aan denken,
hun een tweede moeder te geven."
Borderel heeft mevrouw Steinheil slechts
vijf of zes keer gezien. Hij verklaart, dat
hij vast aan haar onschuld gelo ft.
•Martin, de laatst-gehoorde getuige,
een vriend van Borderel, bevestigt, dat
mevrouw Steinheil niet kon meenen, dat
zijn vriend zou hertrouwen.
Hierop werd de zitting om halfzes oDgc-
heven. (Tel.)
Alle week abonné's in Leiden
eu orol'gRönde gemeenten van
het „Leidsch Dagblad" zijn
verzekerd tegen ongevallen in en
óuiten bedrijf By algeheel© invaliditeit wordt
uitgekeerd /°1000; by overlijden /5U0;
bü verlies van band of voet f 250bij ver
lies van één oog 150bij totaal verlies
van een duim f 100; by verlies van een
wijsvinger CO en by verlies van eiken
anderen vinger voor 15 op voorwaarden, in
de polis vormeld.
"V raag: Om welke reden moet ik tiend-
recht betalen voor een huis mot tuintje- Het
komt in mijn koopbrief niet voor.
Antwoor d: Dat ia geen bewijs dat uw
eigendom niet met tiendrecht bezwaard was.
Overigens zijn alle li ndxecliten thans af
geschaft, maar de tieiidheffers krijgen daar
voor van den Staat vergoeding cn do voor
malige tiendplichtigen moeten nu aan den
Staat een tiendrent» betalen, die zij echter
elk jaar kunnen afkoop en.
Vraag: Ongeveer drie jaren geleden heb
ik iets laten maken en betaald, maAr in het
gebruik voldoet het niet. Steeds heb ik er
over gesproken en kreeg ten antwoord: het
moet goed wezen, ik zal het voor u in orde
maken. Als ik nu kwam, dan werd het
in orde gebracht, maar binnen twee maan
den deugde het weer niet- Nu moet ik
neg een rekening betalen, welke mij per
poet is aangeboden, welke ik geweigerd heb.
Hoe moet ik daar nu verdei- moe handelen
Antwoord: Het komt ons voor dat die
rekening oen andere zaak betreft, dan
die ge hebt laten maken. Is dat zoo, dan
zult u dio rekening moeten betalen, onver
minderd uw bevoegdheid om den maker aan
te spreken tot schadevergoeding wegens do
ondeugdelijk gebleken zaak. Als die van
eenige beteekenis is, vervoeg u dan hij' een
procureur.
V r a a gIs het voor de concurrente schuld-
oischers niet steeds van belang, dat de boe
del in staat van insolventie verklaard wordt,
daar zij dan, behalve een of meer uitdee-
1 in gen, hun vorderingsrecht verkrijgen
Antwoord: Dit hangt toch veel af van
de vraag, of er redelijke gronden zijn om
aan te nemen, dat or later gelegenheid zal
zijn dat vorderingsrecht te verhalen en
in de toekomst kan niemand lezen.
Vraag: Ik wil in een andere gemeente
aantec-kenenheb ik daar nog stukken voor
ncodig?
Antwoord: TJ kunt niet aanteekenen
waar u wilt; dit moet geschieden ter woon
plaats van één dor aanstaande echtgenooten,
onverschillig welke. Welke stukken er noo-
dig zijn voor de huwelijksvoltrekking zal
dan wel blijken.
Vraag: Moet een toeziende voogd ook
toestemming geven tot het aangaan van een
huwelijk, of kan die er buiten gelaten wor
den? Ik ben bijna 23 jaar.
Antwoord: Ge zijt meerderjarig en
hebt dus geen toeziend voogd. Uw vraag
is dus geen vraag.
Vraag: Zoudt u mij ook kunnen mede-
deelen hoeveel de kosten bodragen tot het
sluiten van een eerste hypotheek grootf 5000-
Antwoord: Precies f 57-50.
Vraag: Ik ben zeven jaar uit mijn ge
boorteplaats, maar wil toch graag bij mijn
ouders uit huis trouwen. Hoe lang moet
ik daar dan zijn?
A n t w o or dGe hebt eenvoudig hij den
burgerlijken stand uwer tegenwoordige woon
plaats een verklaring van verandering van
werkelijke woonplaats uit te brengen. Wan-
neer u ten gevolge daarvan zyt ingeschre
ven in de registers van den burgerlijken
stand der woonplaats uwer ouders, kan do
huwelijks-aangifte aldaar geschieden.
Vraag: Wij zijn met ons beiden dienst
boden. Het verval dat wij in de drie maan
den krijgen bewaart mevrouw. Bij het declen
van den pot blijkt dat er geld te weinig
in is. Zouden wij nu recht hebben om daar
werk van te maken. Een van ons heeft
het opgeschreven, zoodat wij" weten hoeveel
er in moest wezen?
Antwoord: Daar zult u geen succes
op hebben, daar het wettig bewijs van het
geen er in den pot moet wezen door u toch
niet kan geleverd worden.
Vraag: Ik heb twee jaar als dagdienst
bode gediend, toen ben ik er een jaar als dag
en nacht-dienstbode geweest; mijn geld is er
toen naar geregeld dat ik het op de drie
maanden ontving. Ik heb toen geen gods
penning ontvangen en nu ik met November
wegga, wil mevrouw mij mijn kermisgeld
afhouden. Mag zij dat doen
Antwoord: Door het aannemen van een
kermisfooi hebt ge u volgens plaatselijk ge
bruik stilzwijgend verbonden om met No
vember niet weg te gaan. Het recht om
de kermisfooi in te houden kan dus geacht
worden stilzwijgend in de overeenkomst be
grepen te zijn.
Vroeg: Hoe moet men den gouverneur
van Curasao en van Suriname betitelen?
Antwoord: Met „Zijn Excclleties."
Vraag: Daar ik ouderloos ben en zou
willen trruwen, zou ik nu nog oen voogd
noodig hebben, daar ik al de 21 jaar ge
passeerd ben
Antwoord: Neen, dien hebt ge niot
noodig.
Vraag: Uw antwoord in het 2de blad
van T» oensdag 3 Nov- heeft mij niet be
vredigd. Ik wenschte te weten hoe de voog
dijschap in dat gezin moet geregeld wor
den.
Antwoord: Wanneer de toeziend© voogd
zijn benoeming niet wil aannemen, dan moot
aan den kantonrechter de benoeming van
een anderen worden verzocht en wanneer
dio ander dan benoemd is, dan moet deze do
afzetting van den voogd verzoeken op grond
van plichtsverzuim. Er komt dan een nieuwe
voogd en dan moeten voogd en toeziend©
vcogd samen de belangen der minderjarigen
behartigen.
ftotterdam.sclie Keelitbank.
Door het O. M. werd zes weken gevan
genisstraf bij verstek geèischt tegen
J. J. Z., 18 jaar, te Gouda, die op 15 Aug.
half beschonken, het danslokaal van C. de
Zwart waa ingeloopen, en aldaar C. de
Zwart mot bierflesschen had gebombardeerd
en hem bovendien getrapt en geslagen had,
terwijl daarop de te hulp geroepen politie
niet dan met groote moeite beklaagde op
het politiebureau kon krijgen, omdat be
klaagde gewelddadig te keer ging. Uit
spraak over 14 dagen.
Diefstallen aan het Cen
traalstation te Amsterdam.
Naxlat bij herhaling aan het Centraal
station to Amsterdam geconstateerd werd
dat uit colliewageris pakketten ontvreemd
werden en op niemand verdenking rustte,
zoodat men niet wist of deze plaats hadden
te Haarlem of Amsterdam, begaven zich
in den nacht van 23 op 29 Juni twee Am-
sterdamsche rechercheurs te Haarlem in
een waggon en lieten zich opsluiten. Even
na 12 uren kwam de trein te Amsterdam
aan en kort daarna werd de deur van den
waggon ontsloten, opengeschoven en trad
een man binnen. Toen hij twee personen
ontdekte, trok hij rich snel terug en sloot
dan wagen weder. Hij werd echter her
kend te zijn de 26-jarige rangeerder H. D.
Koldijk, gehuwd en vader van 5 kinderen.
Bij een huiezoclcing vond men te zijnent
eenig pakpapier, afkomstig van per spoor
verzonden pakketten. Het O. M. bij de Am-
sterdamsche rechtbank requireerde 1 jaar
gevangenisstraf, terwijl hij door de recht
bank tot 2 jaar veroordeeld werd.
Gisteren stond hij in hooger beroep voor
het Hof terecht en bleef bij zijn bekentenis.
De advocaat-generaal mr. De Josselin de
Jong requireerde, gelet op artikel 193 S. V.,
tot schorsing der raak en heropening der
instructie. Het hof zal hierover 17 dezer
uitspraak doen.
Zijn pleegmoeder bestol e n.
De wed. Neykoop, wonende Laurierstraat
160, twee hoog, te Amsterdam, ontdekte op
19 Aug. LI. dat haar spaarpenningen tot
een gezamenlijk bedrag van f 175, benevens
drie gouden ringen, een kinderoollier en
tweo beursen uit haar gesloten kast waren
verdwenen. Blijkbaar was men met val-
sche sleutels in de woning en kast geko
men, daar alles behoorlijk afgesloten bleek.
Het politïe-onderzoek leidde tot in-hech-
tenis-ncming van den pleegzoon der besto
lene zekeren R. Brandt, en diens vriend v.
Bruinsma, die in het oog loopend groot©
verteringen maakten. Een derde persoon,
die op den nitkijk gestaan Ind en daarvoor
in den buit mededeelde, werd later ook ach
ter 8lot en grendel gezet.
De Amsterdamsche rechtbank veroordeel
de gisteren het pleegzoontje R. Brandt tot
li jaar en zijn vriend Bruinsma tot 2 jaar
gevangenisstraf, terwijl de uitkijk W. F.
van Driet, die een portemonnaie met zil
veren beugel en f 17 had ontvangen, over
eenkomstig den eisch een gevangenisstraf
van 5 maanden kreeg. De eisch voor ieder
der beide anderen was 2 jaar.
Een zeldzaam jabiteum.
Naar het „U. D." verneemt, zal de heer
A. J. van Munster, hoofdcommies ter Pro
vinciale Griffie to Utrecht, op Zondag den
14den November a.s. den dag herdenken,
waarop hij vóór 55 jaar ter Griffie als"
ambtenaar werd aangesteld.
Als een bijzonderheid wordt daarbij me
degedeeld, dat de heer Yan Munster, die
het voorrecht heeft een goede gezondheid
te genieten, nog steeds zijn werkzaamhe
den ter Griffie met de meeste ambitie
waarneemt.
Ph. Kornaat Gzn., schilder en zalmroo*
ker, te Vlaardingen.
J. van Ho-rek, zonder beroep, Willebror-
dusplein, te Rotterdam.
Max L'Sky, koopman in zeemansgoede*
ren, Hillestraat, te Rotterdam.
G, Kelderman Jr., schilder te Renkum'«
C. Scheffers, t© Hengeloo (O.).
A. de Jong, broodbezorger, te Amster
dam.
M. Hartlooper, handelende onder <k
firma Gebroeders Hartlooper, sigarenfa
brikant, Amsterdam.