No, 15253. ïiEÏBSCH E>AGBÏaAX>, Donderdag* 11 November. Tweede Blad. Anno 1909. Gemengd Nieuws. FEUILLETON. Ros© jVEeMrie. Nadatde firma H. W i 11 o Oo., aan de Botermarkt, cenigen tijd geleden haar magazijn in galanterieën, kristal-, glas- en aardewerken, enz., enz., had uitgebreid door de inrichting van eeü mooie etalage-ga lerij in 'n vrij gekomen pand er naast, heeft zij thans het magazijn zelf e&a zoor belangrij ke uitbreiding doen ondergaan, zóó zelfs, dat zij er een ruimte heeft bij gekregen, tweemaal zoo groot als waarover zij tot nu toe beschikte, zoodat de magazijnen zich thans uitstrekken, tot do achteraan gren- ccndo dwarsstraat, waardoor eveneens het daglicht wordt verkregen. Waren vroeger aan do Botermarkt tweo uitstal-gelegenheden met grooto spiegelrui ten, thans zijn deze vervangen in het mid den door een heel ruime en diep inloopen- de, geflankeerd door twee portieken, waar naast, ter weerszijden cn practisch aange bracht, tweo kleinere, maar goede en vol doende gelegenheid tot etaleeren aanbieden de, eveneens met spiegelruiten voorziene kasten. Met genoogen namen we, voordat heden avond do opening plaats heeft, er een kijkjo en daarbij bleek ons dat er van de ruimte tot uitstalling een van bijzondcren smaak getuigend gebruik is gemaakt, en dat de ver scheidenheid van artikelen waarlijk groot is. Daarvan wordt men nog moer overtuigd als men verder den winkel betreedt, waar van het voorgedeelte tevens van oen galerij is voorzien, weJke, vooral van buiten af ge zien, aan het geheel een grootsohoa aanblik biedt. De inriohting ia zoodanig bedoeld dat elko soort van artikelen haar eigen afdecling heeft, doch met het oog op hot a.a. Sint- Nioolaasfeest is daarvan voorloopig afgewe ken, maar daardoor springt des to meer in het oog de enorme, verbazend groote sor- tooring van wat er op dit gobiod van ao fijnste tot de eenvoudigste qualiteiten voor handen is. De beschildering in de modern geworden witte tint door den heer F. J. L. van Noort, geeft aan het geheel een deftig, net voor komen, terwijl de verbouwing zelf in den korten tijd van vier a vijf wekon is uitge roerd door de hoeren gebroeders (J. J. en J. P. van Beukering als metselaars en den beer Ph. Rosdorff als timmerman. De heer Choufour zorgde voor de elctri- eche installatie, en dezo is van beteckenis; immors het aantal liohten vormt, alles bij elkaar, voor- en aolitermogazijncn en gale rij, het respectabele getal van 175, waarvan in de groote etalage o.a. een ter sterkte van -100 kaarsen. Er ia een oontrale verwarming door mid del van warme lucht volgens een systeem, hetwelk hier ter stede voor het eerst is toe gepast, en eigenaardig ia ook de inrichting tot afscheiding van de beide portieken, als de winkel gesloten wordt. Architect was de heer L. van dor Laan. De heer Wille moge steeds met voldoe ning ook op deze verbouwiug en uitbreiding der sedert jaren hior gevestigde en alom bekunde zaak terugzien 1 Van anarchist tot Heils- soldaat. Evenals Kloosterman is een in vloedrijk bestuurslid van een Rotterdnin- 6cbe Anarchistenvereeniging dezer dagen bij het Leger des Iie.ils in Den Haag over gegaan, welko dienstneming gepaard ging met dadelijke opzegging van 't lidmaatschap van de vereeniging, waartoe hij behoorde. De kapitein H. d. B., van het stoomschip ..Hispania," liggende in de Rijn haven te Rotterdam, stelde gisteren ter bo- soliikking van den 2den stuurman W. S. van dat stoomschip vijf bankbiljetten van 1100 om te wisselen en vervolgens het volk uit te betalen. Do stuurman is met het geld vertrokken, maar nog niet wedergekeerd. Stoomboot gekanteld. O ui trent het stoomboot-ongeluk in de Wester haven te Groningen schrijft men nog van daar, cLd. 10 dezer: Met zekerheid ia nog niets te zeggen om trent de oorzaak van het ongeval, dat zeer waarschijnlijk mensohenlcvons zc*u hebben gevorderd, indien do Achterkarspelen niet naar den walkant, maar naar de andere zijde was gekanteld. Als de meest waar schijnlijke oorzaak wordt aangenomen, dat do boot in hei van de walzijde ondiepe wa ter aan don grond is geraakt bij het laden dat de bcot dus toen reeds niet meer water pas heeft gelegen en de goederen daardoor reeds solium zijn ingeladen. Ten gevolge daarvan is de bevrachting aan de eene zijde te zwaar geworden, met het bekende gevolg. Naar aanleiding daarvan wordt er de aan dacht op gevestigd, dat er geen toezicht is op de soliditeit van de binnenvaartschepen en op de verdeeling der lading in binnen- en boven last. In schipperskring*-n wordt be weerd, dat de tegenwoordige minister over tuigd ia van de wenschelijkheid van toe zicht op de binnenscheepvaart. De opvarenden van de Achtkarepelen heb ben gistermorgen in volmaakten welstand het ziekenhuis verlaten, innig dankbaar voor de menschlievende behandeling en ver pleging, die zij daar hebben gehad, en voor de hulp, die hun Dinsdag dadelijk ook van andere zijde in zoo ruime mate is geboden. Blijkens de bijzonderheden, dio de gered den gisteren konden vertellen, hebben zij eenige oogenblikken van doodsangst in de boot doorgebracht. Eensklaps was zij be gonnen to hellen, alles rolde van do tafel en do opvarenden vielen tegen en over elkaar. Met kracht stroomde het water naar binnen. Iedereen poogde bij de deur to komen, en aan een zestal gelukte het nog het dek te bereiken. De overigen heb ben daarna in radeloozen angst zitten jam meren. Een moeder hield haar kleine kind boven het hoofd, een vader deed insgelijks met zijn 4-jarig dochtertje. Dit kleine kind is het eerst gered door het gat, dat de brandweer gekapt en gezaagd had. „Och God, neem mijn kind aanwas de bede der wanhopige moeder. Het duurde een tijdje voordat het gat groot genoeg was, om ook de volwassenen uit do boot to trekken. Voel moeite veroorzaakte de moeder van het bedoelde kind, die men haast niet door de opening kon krijgen en die het ten slotto van den doorgestanen angst zoo benauwd had dat zij zich niet langer kon houden cn in het water in de boot zoude zijn terugge vallen indien niet een brandweerman haar ijlings een touw om do hand had geslagen. Toen men haar buiten had, werd zij bewus teloos naar een huis in do buurt gedragen, waar ook do andere geredden voorloopig onder dak gebracht werden. Gisteren ii de boorenhuizin- ge op Kleinegeest onder Tietjerk, bewoond door S. Dokter, tot den grond toe afge brand. De bewoners konden zich ternau wernood redden, terwijl 7 koeien, 2 kalve ren en 1 paard in de vlammen zijn omge komen. Oorzaak onbekend. De landbouw er B. HulsteStap- horsfc, clie Maandag het ongeluk had tus- schen een aangespannen paard en een wa gen bekneld te geraken, is aan de gevolgen overleden. Te Winschoten is Dinsdag- avond laat, terwijl de bewoner zelf te Oudepekela was, geheel uitgebrand de be huizing, bewoond door den fietshandclaar C. Hackert. Inboedel en gereedschappen gingen grootendeels verloren. Het achter einde van het perceel, bewoond door een weduwe, bleef gespaard. Verzekering dekt de schado. Dezer dagen bevatte een der bladen een bericht omtrent een ernstig on geluk, dat in do Nederlandsche afdeeling van de gebouwen 3er Brussclschc wereld tentoonstelling zou zijn voorgevallen, door het vallen van een houtblok, en waardoor een 21-jarige werkman vreeselijk zou zijn gekwetst. Bij onderzoek is evenwel geble ken, dat het ongeluk is voorgevallen in de Duitsche afdeeling; dat twee werklieden daar van een hoogte van plm. 18 M. zijn gevallen. Een hunner is terstond overleden. Van den andere zjjn beide beenen gebro ken. Een teNieu w-Y ork aangekomen stoomschip heeft uit Honduras liet bericht meegebracht, dat een bende smokkelaars de Hondureesche kanonneerboot Tatumbla tot zinken gebracht en do bemanning vermoord heeft. De „Tatumbla" deed wachtdienst langs de kust, om den sluikhandel tegen te gaan. Op zekeren dag nam zij een schoener met een lading rum in beslag, waarvan de be manning zich zonder verzot overgaf. Aan boord vaa de „Tatumbla" verbroederden de smokkelaar* ziek met de Hondureesche ma trozen ei» beloofde* hun volop rum. De rum deed zij* werking op de laatst-cn en, toen zij beschonken neerlagen, kwamen de smok kelaars, die nuchter waren gebleven, staken hen overhoop en wierpen de lijken in zee- Er waren negentien man aan boord van de kanonneerboot, die tot don laatste toe, met den kapitein er bij, omgebracht zijn. De smokkelaars boorden gaten in den scheeps wand, lieten de „Tatumbla" zinken en ont snapten. daarna met hun schoener- Tc Edolob ij Brescia i se en in aanbouw zijnd huia ingestort. Het ging zoo plptselmg in zt)n werk, dat de arbei ders geen tyd meer haiden zich te bergen, zoodat 6 hunner gedood en meer dan 20 ge kwetst werden. Men zoekt de oorzaak van de ramp ln de hevige regens van de laatste dagen. In do Spaamche stad Gerona zUn vier anarchisten gearresteerd, die ver klaarden den dood van Ferrer te willen wreken. Gook, de Poolreiziger, lioudt zelf geen lezingen meer over zijn famcuzen tocht naar hot Noordenmaar toch weer klinkt. zijn stem in bijna alle straten der Unie. Het-ia n.l. uitgekomen dat Cook twee dagen na aankomst te Kopenhagen oen voor dracht van 4 minuten heeft gehouden, die op den ontvanger van ©en phonograaftoo- stel is vereeuwigd. Van de rol of plaat rijn tal van repro ducties gemaakt, die nn verbonden aan phenograaftoestellen de 4-minutcn-voor dracht van Cook op tal van plaatsen ten gchoore brengen. Cook knseg voor zijn oratie van 4 JnïnuUan 4 X 300 pd- 6torl. f 14,400. In hot Ier»one graafschap Sligo heeft een geval opschudding gewekt. Een konstabel uit Aclare kwam met zijn vrouw een paar dagen doorbrengen te En- niscrone, dat oan zee ligt. Zaterdagavond ging hot paar wandelen op het zeehoofdde konstabel kwam alleen terug cn Zondag avond spoelde het lijk van de vrouw aan. Do man werd Zondagavond te Aclare, waarheen hij was teruggekeerd, gevangen genomen, maar ontsnapte 's naclits. Het geval Petrosino. Men zal zich herinneren, dat eenige maanden ge leden te Palermo een Italiaan in dienst bij de Nieuw-Yorksche geheime politie, luitenant Petrosino, op een der pleinen werd vermoord door onbekend gebleven daders. Men meende in de bedrijvers van de misdaad handlangers te moeten zien van de beruchte Amerikaansch-Italiaansche misdadigersorganisatie „De Zwarte Hand". Thans wordt uit Palermo bericht, dat de plaatselijke politie oen aanwijzing heeft in handen gekregen, die misschien zal leiden tot ontdekking der daders. Er ia n.l. een brief onderschept, uit Nicuw-York geschre ven aan een lid der „Zwarte Hand'' op Sicilië. Daarin bekent de schrijver, zelf een der aanstichters van den moord te zijn geweest. Do Nieuw-Yorksche politie is van een en ander in kennis gesteld. De mijnwerkeravan de steen- kolenmijncn in Nieuw-Zu:d-Wales zijn nog steeds in staking. To Newcastle, zegt een telegram uit Sydney, stoat het bedrijf stil. Een honderd kolentreinen, die er da gelijks plegen te loopen, zijn uit het ver keer genomen. In de stad heeft de kleine handel de prijzen verdubeld, Men hoopt nu ook op aanvoer uit China om den klei nen voorraad aan to vullen. De stakers, bij wie zich, naar het heet, de mijnwerkers uit andere streken de staking begon 'n Newcastle en Maitland zullen aanslui ten, vinden ook steun bij de dokwerkers, métselaars en arbeiders van andere bedrij ven. De arbeiders willen een vergadering met vertegenwoordigers van de patroons om over hun grieven te spreken en dreigen met een nitgobreide stoking, als die niet voor den löden dezer bijeenkomt. Do reddingsboot te Katwijk-nan-Zee omgeslagen. Gisternamiddag werd te Katwijk-«aan-Zee de onlangs nieuwgebouwde reddingsboot be proefd. Er woei een krachtige briea uit het Noordwesten, ooodat or een flinke bran ding stond. Het was een aardig gezicht hot ranke vaartuigje, door vijf paar riemen voortge dreven, als een notedop op de golven te zien dansen. Nu en dan verdween het zelfs geheel in de laagte tusschcn twee hooge golven, zoodat men er, op het strand staan de, niets meer van zag. Na ongeveer tien minuten was men door de hevigste branding heen en werd een weinig noordwaarts aangestuurd. Tot sxm> ver ging alles goed. Doch nn, op ruim honderd meter afstand van de kust, gebeurde er iets rrooselijks. Door een hooge golf kantelde het vaartuig en kwam het onderstboven te liggen. Van het strand had men het ongeval waargenomen en kwam men toesnellen om zoo mogelijk hulp te bieden. Doch dit laat ste was vooreerst onmogelijk. Want al had men ook de boot kunnen bereiken, dan nog had men niets kunnen uitrichten. Dat wa ren angstige oogenblikken I Een gedeelte van do bemanning klauter de op de omgekeerde boot, een ander deel trachtte al zwemmende, door de branding heen, den wal te bereiken, waarbij de kur ken zwemgordels hun goede diensten bewe zen. Een man wiens ooon b«i het ongeval betrokken was, rende to paard zee in om zijn zoon te hulp te komen. Drie mannon werden echter nog vermist. Zij bevonden zich onder do boot. Het waren de stuurman EL v. d. Plas en do matrozen J. Meyvogel on W. Kens. Pogingen om de boot om te keeren mislukten zoolang dezo nog niet op don grond rustte. Toen dit ein delijk gelukte, kwamen de tweo laatstge noemden er onder uit, doch de stuurman was geheel bewusteloos, men moest hem on der de boot vandaan halen en op 't strand neerleggen. Men vreeede het ergste. Het mocht evenwel aan don inmiddels ont boden geneesheer dr. A. J. van Walsera ge lukken na enkele pogingen de levensgeesten op te wekken. Zoódra do drenkeling teeken van leven gaf, droeg men hem bij dr. Van Walsem in huis, waar hij spoedig geheel bijkwam. Thans is zijn toestand redelijk wel, niettegenstaande hij veel pijn heeft. Men vermoedt, dat hij op het oogenblik dat de Jx>ot kantelde, ergens aan vast zat, coodat hij niet raidden onder de boot kon komen, waa^ Keus en Mcyvogel zich bevon den. Het mag een wonder heotcjn, dat alle* nog zoo goed is afgeloopen. Gelukkig behooron d-erpetijke ongeluk ken tot de zeldzaamheden. Reeds ruim twin tig jaren geleden sloeg hier ook de red dingsboot om, eveneens zonder verlies van measchenlerens. Burgemeester wan Velsen. Zooals gemeld, hooft na afloop der Maandag gohoudon raadsvergadering de burgemeester medegedeeld, dat hij, na af loop van den tijd zijner benoeming. Augus tus 1910, niet meer voor een horbenoeming in aanmerking wonscht te komen. Naar men nu nader m&ldt, is zoo niet alleen, dan toch oen der redenen, waarom de burgemeester wenacht af te treden ge legen in het indienen van oen klacht bij do RegeeriDg door eenige reeders te IJmui- den, die van oordeel waren dat tijdens de staking de werkwilligen niet voldoende werden beschermd. Die klacht ia onderzoekt door den Com missaris der Koningin, door den procu reur-generaal en den diatricta-oommandont der rijksveldwacht en ongegrqnd bevonden, waarom de klagende reeders door den Commissaris der Koningin zijn berispt. Maar toch heeft het gebeurde den heer Weert* dermate gegriefd dat het de drup pel werd die den beker deed overloopon. Be Rnadaverkiening te Velzen. De Afdeeling ran den Road van State voor de geschillen van beatuur behandelde gisteren hot beroep van den Raad der ge meente Velsen tegen het besluit van Gede puteerde Staten van Noord-Holland d.d. 25 Aug. 1909, waarbij in afwijking van zijn be sluit van 17 Aug. 1909 als leden van dien Raad zijn toegelaten de op 27 Juli 19091 gekozen verklaarden P. A. Koelmij, A. A, M. Mulder en G. van Rhijn. Uit het over deze zaak door den Staat** raad Mr. Gort van dor Linden uitge bracht verslag bleek, dat do bezwaren te gen de toelating van genoemde gekoren ver klaarden o.a,' waren: dat aan de verkie zing was deelgenomen door een persoon die niet kiesgerechtigd was, terwijl het stembureau te IJmuiden eenigo minuten vóór 5 uren gesloten was. Gedeputeerden grondden echter hun besluit tot toelating op de omstandigheid, dat in elk gov.il niet meer dan 5 kiezers vóór liet sluitingsuur de gelegenheid zouden hebben gemist aan de stemming deel to nemen, hetgeen van geen invloed op den uitslag zou zijn ge weest. Do heer Vermeulen, gemachtigde van de gekomen verklaarden, verstrekte nog eenige inlichtingen. De Koninklijke beslissing volgt later. Het bezoek van ©en Nederlandsch eskader aan Jnpnn. Reuter meldt uit Tokio dat, aangezien het al vijftion jaar geleden is, dat Neder landsche oorlogsschepen in een Japansche haven binnenvielen, het bezoek van da Nederlandsche pantserschepen „De Ruy* tor", „Koningin-Regentes" en „Marten Harportsz. Tromp" een feit van groot be lang was en aan de Japansche autorite*.ten een gelegenheid schonk, om blijk te geven van haar goede gezindheid, ten op'jicht% van het Nederlandsche volk. De kapitein-ter-ree G. F. Tydeman, die het bevel voert over het eskader, beneven* zijn offieieren waren de gasten van den admiraal der Japansche marine, graaf Okooina, van den minister van buitenlands ache zaken en andere voomamo Japanners. Natuurlijk waren de Nedcrlanclscho offi cieren ook de gasten van den Nederland- Bchen gezant, mr. J. H. van Royen, in het gezantschapsgebouw, terwijl deze bovendien te hunner eere een feest op veel grootere schaal aanrichtte in het voornaamste hotel te Tokio, waarbij alle leden van het korpi diplomatique en do Japansche marino- autoriteiten benevens tal van officieren te genwoordig waren. Weervoorspelling. Het „Utr. Dagblad" dankbaar, dat de weervoorspellingen thans reeds worden aan- g plakt aan gemeentehuis of postkantoor is daarmee echter niet voldaan. Het in maar half werk zegt het blad en op die wijzo wordt de nuttigo werking van het voortreffelijk Biltsche instituut zeer geremd. Voor het benutten der weervoor spellingen kunnen wij school gaan bij onze buren. En misschien wel het allermeest bij Amerika. In de Vereenrigde Staten worden de weervoorspellingen ©n worden de dage!ijk. sohe weerkaarten met bewonderenswaardige snelheid gemaakt en verspreid. Do tel©, graaf verspreidt de inlichtingen wijd en zijd en men kan rekenen, dat vrij kort. n* de afkondiging dor weervoorspelling dezo gebracht is ter kennis van minstens 30,000 personen en instellingen. Dc grootste zor^ wordt gewijd aan waarschuwingen tegen stormen op de kust, tegon windstooten op de groote meren, tegen overstroomingen^ nachtvorsten, zware regens, sneeuwval, onz. Reusachtige voordeden in veiligbeuf en in goederen-zekerheid rijn op die wijze verkregen. En de meteorologische dienst is er een zuil geworden voor gohoel het maatschappelijk leven. Zoo zon het ook hier kunnen. Bij dd groote wisselvalligheid van ons klimaat ei) bij de vele bedrijven, welko direct verband houden met de weersgesteldheid, kunnen goede weervoorspellingen groote belangen dienen. Zoover zijn we nu nog niet en hot is te hopon, dat bij de aanstaande behande ling der staatsbegrooting aan den minister onder wi, "*s departement het Meteorolo gisch Instituut ressorteert, met aandrang zal worden gewraagd ook hier te Lande n* eens heel werk te gaan doen. 18) Toen zij met hun drieën beneden kwamen, stond Fanny naast het paard, dat zij op den hals klopte. Lahnstein leurde tegen de trap en gaf rijn kameraad de hand. „Zeg den ritmeester, dat ik mij den eer sten weer hoop te meldende schoone da gen van Aranjuez zijn voorbij.'' Met een eigern rdigen blik keek Ander sen rijn collega aan, wiens fijn besneden ge laat in het maanlicht nog knapper was dan ander*, en zijn „ja" klonk kort en ruw. Toen sprong hij te paard. Fanny reikte hem als altijd de handmaar hij soheen dat eerst te bemerken, tosn zijn paard al in gang was, en daardoor raakte hij haar hand maar vluchtig. En toen was hij don landweg opge reden zonder nog eenmaal om te den. Hij lette niet op den weg, waar hij langs reed, en anders had hij toch wel oog voor de schoonheden van de natuur, die vandaag nog mooier was dan andern. Andersen keek recht voor zich uit en be gon een marsch te fluiten, maar de dis harmonie van het geluid, dat hij voort bracht, verschrikte hemhij spitste de lip pen en begon een straatdeuntje te fluiten. Twee, drie maten floot hijtoen werd hij plotseling stilzijn hoofd zonk naar om laag, onverschillig liet hij de teugels op den hals van het paard hangen, dat ook elke houding scheen verloren te hebben, en stil en treurig trokken ros en ruiter verder. Hij had een gevoel als wa* er iota in hem gestorven, dat een groote plaats in zijn hart had ingenomen en dat hem nu in den steek had gelaten. Iets, waarvan hij al was hij het zich ook zelf niet bewust, alle ge luk van het leven verwacht had. Was dat iets soms Fanny? Waren het haar vroolijke bruine oogen, die tot dusver zoozeer zijn levensweg verlicht hadden, dat hem nu alles zoo donker en somber leek, van het oogenblik af, dat zij zioh van hem had afgewend? Lahnstein cn Fanny I Hij had er nooit aan gedacht, mnar eigen lijk was het toch zoo natuurlijk. Beiden jeng en knap, als voor elkaar geschapen 1 Hoe kwam hij er dan bij zioh ongelukkig te gevoelen, nu gebeurd was wat toch een maal gebeuren moest? En tooh was dat, wat gebourd was en wat Andersen gezien had, volstrekt niet van dien aard, om een dergelijken storm in zijn binnenste wakker te roepon. Lahnstein was naast Fanny gaan staan onder aan de trap en had tot haar gezegd: „U ontwijkt mij met opzet, juffrouw Fanny; wil u dat ik u uit den weg ga?" „Waarom?" vroeg zij, terwijl zij hevig kleurde. „Nu, omdat u sinds gisteren boos op tnij bent, en toch deed ik nog lang niet alles, waarin ik grooten lust had. Ik heb u niet eens een zoen gegeven." „Maar, mijnheer von Lahnstein." „Ben je dan weer goed op me, Fanny?'* „Ja, dat ben ik." „Zoo, dat is goed. Maar dan moet je dat ook ronduit zeggen en tegen me zeggen: „Ik ben niet boos op je, Fedor." „Ik kan je niet bij je voornaam noemen." ♦.Probeer het maar eens. Het is mij ais kan ik jou nooit meer anders dan Fanny noemen." Hij had een overtuigende manier van spreken. De dames in de residentie weer stonden hem zelden; hoe zou dan Fanny, een onschuldig kind van het land, dat kun nen doenl Aarzelend en stotterend gaf zij eindelijk aan zijn wensch g.hoor en toen greep hij haar hand, kuste iedoren vinger en tus- schcn iederen kus klonk een. liefkoozend woord haar tegen. Zij trilde en dus sloeg hij rijn arm om haar heen. „Men kan ons zien, de ramen staan epen!' riep Fanny en vloog weg, den tuin in. Maar het was ai te laat: dón had het gezien, en die één was Andersen. VT. „Kijk, ran enze Miriannel" riep VogM met een rroolijk gezioht, een brief uit de posttasch halend, die iederen morgen bij zijn plaat* lag. „O, van onze Marianne 1" herhaalde rijn vrouw. „Kijk eens gauw, wanneer we de kinderen verwachten mogen." Het was een klem modern formaat pa pier, wijd uit elkaar met een resolute da meshand geschreven, dat Vogel uit het cou vert haalde en las Zijn gelaat bleef n een VToolijke plooi, al wm de inhoud ook niet volkomen bevredigend. Marianne schreef, dat de kuur, die zij eind* een week of zes in Ems deed, haar weinig goed had gedaan; maar dat zij hoopte, dat rij op Weisaenfeld weer geheel beter zon worden. „Natuurlijk", eeide Vogel met een goed keurend lachje. „Het is het gebrek aan onze lucht, dat haar niet beter maakt. Nu, oude, dat is weer wat voor jou. En gelukkig, dat ze nu komen nog vóór den oogst, want Ebers- dorf is een onrustige natuur en die zal na tuurlijk wel weer iederen dag paard en wsgen noodig hebben." Mevrouw Vogel wischte snel met haar hand over haar vochtige oogen. „Wanneer komen ze nu eindelijk?" „Wanneer? Ja, de brief is van Zondag; ze schrijft: wij vertrokken overmorgen, dat is dus Dinsdag; welnu, dan kunn?n ze hedenavond in Soddin zijn. De brief is dus blijven liggen. Dat lijkt weer precies op mijnheer mijn nonchalanten schoon zoon. Zal ik dan vandaag het rijtuig maar naar het station sturen?" „Ja zekor." „Zoo'n verduivelde slordigheid", brom de do oude heer nog. „Het is oen doohter, die bij haar ouders komt en dus hebben we niet veel voorbe reidingen to treffen," zeide mevrouw Vo gel, terwijl zij voorzichtig een paar krui mels van het tafelkleed deed en een zijde lingscben blik op Fanny sloeg. „Hoe jammer," zeide Lahnstein een paar uur later, toen hij met Fanny in den moestuin liep, die achter den eigenlijken bloementuin gelegen was, „nu is ons heerlijk samenzijn bijna uit!' „Waarom?" vroeg zij, hanr hoed wat verder over haar voorhoofd trekkend, „Wolf noch Marianne zullen ons storen." „Werkelijk niet, Fanny?" Hij boog zich tot haar voorover en keek haar in het gloeiende gezichtje. „Ik beo er toch bang voor. Prettiger dan we het nn met ons bei den hebben kunnen we het niet krijgen. en dus is elko verandering een verslechte ring." Zij nam de mand van haar arm en ging naar de boonenbedden, waarvan enkele nog bloeiden, terwijl andore, al geheel uitgebloeid, op oJplukken schenen te wachten, Zonder zioh te bekommeren om haar sohoono japon, liep zij tusschon de- staken, ging op haar teenen st-aan, trok de lange ranken naar zioh toe en begon ijve rig haar werk. De kleine, sierlijke gestalte bewoog zioh elegant naar rechts en naar links, en zij maakte daardoor, al was het volkomen on bewust, een bijna betoovorenden indruk. Een eigenzinnige tak had haar den hoed achter in den nek geduwd, haar gezichtje gloeide in de stralen van de zon cn Lahn- stcins blikken bleven op haar rusten. Hd vond haar in dit oogenblik aardiger dan ooit en geheel onder den indruk van dit gevoel, stapte hij voorzichtig over het smalle boonenbed heen, dat hen van elkaar soheidde, en kwam naast haar staan. Het was heel warm, de zon kende geeni medelijden, rij zond haar stralen bijna loodrecht naar beneden; witte vlinders vlo gen vroolijk door den tuin; aan dc hees ters rijpten de aardbeien en trosjesbessen aler werd niet* gehoord dan van tijd tot tijd Fanny's zachte tred cn het zachte af knappen der boonen; het was als hoordo men het kloppen van haar hart, dat plot seling heftig begon te slaan, al wist zij zelf niet waarom. Hij stond rustig naast haar en keek naar haar, «prak geen woord eU ook zij zweeg. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 5