No, 15253. ïiEÏBSCH E>AGBÏaAX>, Donderdag* 11 November. Tweede Blad. Anno 1909.
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
Ros© jVEeMrie.
Nadatde firma H. W i 11 o Oo.,
aan de Botermarkt, cenigen tijd geleden
haar magazijn in galanterieën, kristal-, glas-
en aardewerken, enz., enz., had uitgebreid
door de inrichting van eeü mooie etalage-ga
lerij in 'n vrij gekomen pand er naast, heeft
zij thans het magazijn zelf e&a zoor belangrij
ke uitbreiding doen ondergaan, zóó zelfs,
dat zij er een ruimte heeft bij gekregen,
tweemaal zoo groot als waarover zij tot nu
toe beschikte, zoodat de magazijnen zich
thans uitstrekken, tot do achteraan gren-
ccndo dwarsstraat, waardoor eveneens het
daglicht wordt verkregen.
Waren vroeger aan do Botermarkt tweo
uitstal-gelegenheden met grooto spiegelrui
ten, thans zijn deze vervangen in het mid
den door een heel ruime en diep inloopen-
de, geflankeerd door twee portieken, waar
naast, ter weerszijden cn practisch aange
bracht, tweo kleinere, maar goede en vol
doende gelegenheid tot etaleeren aanbieden
de, eveneens met spiegelruiten voorziene
kasten.
Met genoogen namen we, voordat heden
avond do opening plaats heeft, er een kijkjo
en daarbij bleek ons dat er van de ruimte
tot uitstalling een van bijzondcren smaak
getuigend gebruik is gemaakt, en dat de ver
scheidenheid van artikelen waarlijk groot
is. Daarvan wordt men nog moer overtuigd
als men verder den winkel betreedt, waar
van het voorgedeelte tevens van oen galerij
is voorzien, weJke, vooral van buiten af ge
zien, aan het geheel een grootsohoa aanblik
biedt.
De inriohting ia zoodanig bedoeld dat elko
soort van artikelen haar eigen afdecling
heeft, doch met het oog op hot a.a. Sint-
Nioolaasfeest is daarvan voorloopig afgewe
ken, maar daardoor springt des to meer in
het oog de enorme, verbazend groote sor-
tooring van wat er op dit gobiod van ao
fijnste tot de eenvoudigste qualiteiten voor
handen is.
De beschildering in de modern geworden
witte tint door den heer F. J. L. van Noort,
geeft aan het geheel een deftig, net voor
komen, terwijl de verbouwing zelf in den
korten tijd van vier a vijf wekon is uitge
roerd door de hoeren gebroeders (J. J. en
J. P. van Beukering als metselaars en den
beer Ph. Rosdorff als timmerman.
De heer Choufour zorgde voor de elctri-
eche installatie, en dezo is van beteckenis;
immors het aantal liohten vormt, alles bij
elkaar, voor- en aolitermogazijncn en gale
rij, het respectabele getal van 175, waarvan
in de groote etalage o.a. een ter sterkte
van -100 kaarsen.
Er ia een oontrale verwarming door mid
del van warme lucht volgens een systeem,
hetwelk hier ter stede voor het eerst is toe
gepast, en eigenaardig ia ook de inrichting
tot afscheiding van de beide portieken, als
de winkel gesloten wordt.
Architect was de heer L. van dor Laan.
De heer Wille moge steeds met voldoe
ning ook op deze verbouwiug en uitbreiding
der sedert jaren hior gevestigde en alom
bekunde zaak terugzien 1
Van anarchist tot Heils-
soldaat. Evenals Kloosterman is een in
vloedrijk bestuurslid van een Rotterdnin-
6cbe Anarchistenvereeniging dezer dagen
bij het Leger des Iie.ils in Den Haag over
gegaan, welko dienstneming gepaard ging
met dadelijke opzegging van 't lidmaatschap
van de vereeniging, waartoe hij behoorde.
De kapitein H. d. B., van het
stoomschip ..Hispania," liggende in de Rijn
haven te Rotterdam, stelde gisteren ter bo-
soliikking van den 2den stuurman W. S.
van dat stoomschip vijf bankbiljetten van
1100 om te wisselen en vervolgens het volk
uit te betalen. Do stuurman is met het geld
vertrokken, maar nog niet wedergekeerd.
Stoomboot gekanteld. O ui
trent het stoomboot-ongeluk in de Wester
haven te Groningen schrijft men nog van
daar, cLd. 10 dezer:
Met zekerheid ia nog niets te zeggen om
trent de oorzaak van het ongeval, dat zeer
waarschijnlijk mensohenlcvons zc*u hebben
gevorderd, indien do Achterkarspelen niet
naar den walkant, maar naar de andere
zijde was gekanteld. Als de meest waar
schijnlijke oorzaak wordt aangenomen, dat
do boot in hei van de walzijde ondiepe wa
ter aan don grond is geraakt bij het laden
dat de bcot dus toen reeds niet meer water
pas heeft gelegen en de goederen daardoor
reeds solium zijn ingeladen. Ten gevolge
daarvan is de bevrachting aan de eene zijde
te zwaar geworden, met het bekende gevolg.
Naar aanleiding daarvan wordt er de aan
dacht op gevestigd, dat er geen toezicht is
op de soliditeit van de binnenvaartschepen
en op de verdeeling der lading in binnen-
en boven last. In schipperskring*-n wordt be
weerd, dat de tegenwoordige minister over
tuigd ia van de wenschelijkheid van toe
zicht op de binnenscheepvaart.
De opvarenden van de Achtkarepelen heb
ben gistermorgen in volmaakten welstand
het ziekenhuis verlaten, innig dankbaar
voor de menschlievende behandeling en ver
pleging, die zij daar hebben gehad, en voor
de hulp, die hun Dinsdag dadelijk ook van
andere zijde in zoo ruime mate is geboden.
Blijkens de bijzonderheden, dio de gered
den gisteren konden vertellen, hebben zij
eenige oogenblikken van doodsangst in de
boot doorgebracht. Eensklaps was zij be
gonnen to hellen, alles rolde van do tafel
en do opvarenden vielen tegen en over
elkaar. Met kracht stroomde het water
naar binnen. Iedereen poogde bij de deur
to komen, en aan een zestal gelukte het
nog het dek te bereiken. De overigen heb
ben daarna in radeloozen angst zitten jam
meren. Een moeder hield haar kleine kind
boven het hoofd, een vader deed insgelijks
met zijn 4-jarig dochtertje. Dit kleine kind
is het eerst gered door het gat, dat de
brandweer gekapt en gezaagd had. „Och
God, neem mijn kind aanwas de bede
der wanhopige moeder. Het duurde een
tijdje voordat het gat groot genoeg was, om
ook de volwassenen uit do boot to trekken.
Voel moeite veroorzaakte de moeder van
het bedoelde kind, die men haast niet door
de opening kon krijgen en die het ten slotto
van den doorgestanen angst zoo benauwd
had dat zij zich niet langer kon houden cn
in het water in de boot zoude zijn terugge
vallen indien niet een brandweerman haar
ijlings een touw om do hand had geslagen.
Toen men haar buiten had, werd zij bewus
teloos naar een huis in do buurt gedragen,
waar ook do andere geredden voorloopig
onder dak gebracht werden.
Gisteren ii de boorenhuizin-
ge op Kleinegeest onder Tietjerk, bewoond
door S. Dokter, tot den grond toe afge
brand. De bewoners konden zich ternau
wernood redden, terwijl 7 koeien, 2 kalve
ren en 1 paard in de vlammen zijn omge
komen. Oorzaak onbekend.
De landbouw er B. HulsteStap-
horsfc, clie Maandag het ongeluk had tus-
schen een aangespannen paard en een wa
gen bekneld te geraken, is aan de gevolgen
overleden.
Te Winschoten is Dinsdag-
avond laat, terwijl de bewoner zelf te
Oudepekela was, geheel uitgebrand de be
huizing, bewoond door den fietshandclaar
C. Hackert. Inboedel en gereedschappen
gingen grootendeels verloren. Het achter
einde van het perceel, bewoond door een
weduwe, bleef gespaard. Verzekering dekt
de schado.
Dezer dagen bevatte een der
bladen een bericht omtrent een ernstig on
geluk, dat in do Nederlandsche afdeeling
van de gebouwen 3er Brussclschc wereld
tentoonstelling zou zijn voorgevallen, door
het vallen van een houtblok, en waardoor
een 21-jarige werkman vreeselijk zou zijn
gekwetst. Bij onderzoek is evenwel geble
ken, dat het ongeluk is voorgevallen in de
Duitsche afdeeling; dat twee werklieden
daar van een hoogte van plm. 18 M. zijn
gevallen. Een hunner is terstond overleden.
Van den andere zjjn beide beenen gebro
ken.
Een teNieu w-Y ork aangekomen
stoomschip heeft uit Honduras liet bericht
meegebracht, dat een bende smokkelaars de
Hondureesche kanonneerboot Tatumbla tot
zinken gebracht en do bemanning vermoord
heeft.
De „Tatumbla" deed wachtdienst langs de
kust, om den sluikhandel tegen te gaan.
Op zekeren dag nam zij een schoener met
een lading rum in beslag, waarvan de be
manning zich zonder verzot overgaf. Aan
boord vaa de „Tatumbla" verbroederden de
smokkelaar* ziek met de Hondureesche ma
trozen ei» beloofde* hun volop rum. De rum
deed zij* werking op de laatst-cn en, toen
zij beschonken neerlagen, kwamen de smok
kelaars, die nuchter waren gebleven, staken
hen overhoop en wierpen de lijken in zee-
Er waren negentien man aan boord van de
kanonneerboot, die tot don laatste toe, met
den kapitein er bij, omgebracht zijn. De
smokkelaars boorden gaten in den scheeps
wand, lieten de „Tatumbla" zinken en ont
snapten. daarna met hun schoener-
Tc Edolob ij Brescia i se en
in aanbouw zijnd huia ingestort. Het
ging zoo plptselmg in zt)n werk, dat de arbei
ders geen tyd meer haiden zich te bergen,
zoodat 6 hunner gedood en meer dan 20 ge
kwetst werden.
Men zoekt de oorzaak van de ramp ln de
hevige regens van de laatste dagen.
In do Spaamche stad Gerona
zUn vier anarchisten gearresteerd, die ver
klaarden den dood van Ferrer te willen
wreken.
Gook, de Poolreiziger, lioudt
zelf geen lezingen meer over zijn famcuzen
tocht naar hot Noordenmaar toch weer
klinkt. zijn stem in bijna alle straten der
Unie. Het-ia n.l. uitgekomen dat Cook twee
dagen na aankomst te Kopenhagen oen voor
dracht van 4 minuten heeft gehouden, die
op den ontvanger van ©en phonograaftoo-
stel is vereeuwigd.
Van de rol of plaat rijn tal van repro
ducties gemaakt, die nn verbonden aan
phenograaftoestellen de 4-minutcn-voor
dracht van Cook op tal van plaatsen ten
gchoore brengen. Cook knseg voor zijn oratie
van 4 JnïnuUan 4 X 300 pd- 6torl. f 14,400.
In hot Ier»one graafschap
Sligo heeft een geval opschudding gewekt.
Een konstabel uit Aclare kwam met zijn
vrouw een paar dagen doorbrengen te En-
niscrone, dat oan zee ligt. Zaterdagavond
ging hot paar wandelen op het zeehoofdde
konstabel kwam alleen terug cn Zondag
avond spoelde het lijk van de vrouw aan.
Do man werd Zondagavond te Aclare,
waarheen hij was teruggekeerd, gevangen
genomen, maar ontsnapte 's naclits.
Het geval Petrosino. Men
zal zich herinneren, dat eenige maanden ge
leden te Palermo een Italiaan in dienst
bij de Nieuw-Yorksche geheime politie,
luitenant Petrosino, op een der pleinen
werd vermoord door onbekend gebleven
daders. Men meende in de bedrijvers van
de misdaad handlangers te moeten zien
van de beruchte Amerikaansch-Italiaansche
misdadigersorganisatie „De Zwarte Hand".
Thans wordt uit Palermo bericht, dat de
plaatselijke politie oen aanwijzing heeft in
handen gekregen, die misschien zal leiden
tot ontdekking der daders. Er ia n.l. een
brief onderschept, uit Nicuw-York geschre
ven aan een lid der „Zwarte Hand'' op
Sicilië. Daarin bekent de schrijver, zelf
een der aanstichters van den moord te zijn
geweest.
Do Nieuw-Yorksche politie is van een en
ander in kennis gesteld.
De mijnwerkeravan de steen-
kolenmijncn in Nieuw-Zu:d-Wales zijn nog
steeds in staking. To Newcastle, zegt een
telegram uit Sydney, stoat het bedrijf
stil. Een honderd kolentreinen, die er da
gelijks plegen te loopen, zijn uit het ver
keer genomen. In de stad heeft de kleine
handel de prijzen verdubeld, Men hoopt
nu ook op aanvoer uit China om den klei
nen voorraad aan to vullen. De stakers, bij
wie zich, naar het heet, de mijnwerkers
uit andere streken de staking begon 'n
Newcastle en Maitland zullen aanslui
ten, vinden ook steun bij de dokwerkers,
métselaars en arbeiders van andere bedrij
ven. De arbeiders willen een vergadering
met vertegenwoordigers van de patroons
om over hun grieven te spreken en dreigen
met een nitgobreide stoking, als die niet
voor den löden dezer bijeenkomt.
Do reddingsboot te Katwijk-nan-Zee
omgeslagen.
Gisternamiddag werd te Katwijk-«aan-Zee
de onlangs nieuwgebouwde reddingsboot be
proefd. Er woei een krachtige briea uit
het Noordwesten, ooodat or een flinke bran
ding stond.
Het was een aardig gezicht hot ranke
vaartuigje, door vijf paar riemen voortge
dreven, als een notedop op de golven te
zien dansen. Nu en dan verdween het zelfs
geheel in de laagte tusschcn twee hooge
golven, zoodat men er, op het strand staan
de, niets meer van zag.
Na ongeveer tien minuten was men door
de hevigste branding heen en werd een
weinig noordwaarts aangestuurd.
Tot sxm> ver ging alles goed. Doch nn,
op ruim honderd meter afstand van de
kust, gebeurde er iets rrooselijks. Door een
hooge golf kantelde het vaartuig en kwam
het onderstboven te liggen.
Van het strand had men het ongeval
waargenomen en kwam men toesnellen om
zoo mogelijk hulp te bieden. Doch dit laat
ste was vooreerst onmogelijk. Want al had
men ook de boot kunnen bereiken, dan nog
had men niets kunnen uitrichten. Dat wa
ren angstige oogenblikken I
Een gedeelte van do bemanning klauter
de op de omgekeerde boot, een ander deel
trachtte al zwemmende, door de branding
heen, den wal te bereiken, waarbij de kur
ken zwemgordels hun goede diensten bewe
zen. Een man wiens ooon b«i het ongeval
betrokken was, rende to paard zee in om
zijn zoon te hulp te komen.
Drie mannon werden echter nog vermist.
Zij bevonden zich onder do boot. Het waren
de stuurman EL v. d. Plas en do matrozen
J. Meyvogel on W. Kens. Pogingen om de
boot om te keeren mislukten zoolang dezo
nog niet op don grond rustte. Toen dit ein
delijk gelukte, kwamen de tweo laatstge
noemden er onder uit, doch de stuurman
was geheel bewusteloos, men moest hem on
der de boot vandaan halen en op 't strand
neerleggen. Men vreeede het ergste.
Het mocht evenwel aan don inmiddels ont
boden geneesheer dr. A. J. van Walsera ge
lukken na enkele pogingen de levensgeesten
op te wekken. Zoódra do drenkeling teeken
van leven gaf, droeg men hem bij dr. Van
Walsem in huis, waar hij spoedig geheel
bijkwam. Thans is zijn toestand redelijk
wel, niettegenstaande hij veel pijn heeft.
Men vermoedt, dat hij op het oogenblik
dat de Jx>ot kantelde, ergens aan vast zat,
coodat hij niet raidden onder de boot kon
komen, waa^ Keus en Mcyvogel zich bevon
den.
Het mag een wonder heotcjn, dat alle*
nog zoo goed is afgeloopen.
Gelukkig behooron d-erpetijke ongeluk
ken tot de zeldzaamheden. Reeds ruim twin
tig jaren geleden sloeg hier ook de red
dingsboot om, eveneens zonder verlies van
measchenlerens.
Burgemeester wan Velsen.
Zooals gemeld, hooft na afloop der
Maandag gohoudon raadsvergadering de
burgemeester medegedeeld, dat hij, na af
loop van den tijd zijner benoeming. Augus
tus 1910, niet meer voor een horbenoeming
in aanmerking wonscht te komen.
Naar men nu nader m&ldt, is zoo niet
alleen, dan toch oen der redenen, waarom
de burgemeester wenacht af te treden ge
legen in het indienen van oen klacht bij
do RegeeriDg door eenige reeders te IJmui-
den, die van oordeel waren dat tijdens
de staking de werkwilligen niet voldoende
werden beschermd.
Die klacht ia onderzoekt door den Com
missaris der Koningin, door den procu
reur-generaal en den diatricta-oommandont
der rijksveldwacht en ongegrqnd bevonden,
waarom de klagende reeders door den
Commissaris der Koningin zijn berispt.
Maar toch heeft het gebeurde den heer
Weert* dermate gegriefd dat het de drup
pel werd die den beker deed overloopon.
Be Rnadaverkiening te Velzen.
De Afdeeling ran den Road van State
voor de geschillen van beatuur behandelde
gisteren hot beroep van den Raad der ge
meente Velsen tegen het besluit van Gede
puteerde Staten van Noord-Holland d.d. 25
Aug. 1909, waarbij in afwijking van zijn be
sluit van 17 Aug. 1909 als leden van dien
Raad zijn toegelaten de op 27 Juli 19091
gekozen verklaarden P. A. Koelmij, A. A,
M. Mulder en G. van Rhijn.
Uit het over deze zaak door den Staat**
raad Mr. Gort van dor Linden uitge
bracht verslag bleek, dat do bezwaren te
gen de toelating van genoemde gekoren ver
klaarden o.a,' waren: dat aan de verkie
zing was deelgenomen door een persoon
die niet kiesgerechtigd was, terwijl het
stembureau te IJmuiden eenigo minuten
vóór 5 uren gesloten was. Gedeputeerden
grondden echter hun besluit tot toelating
op de omstandigheid, dat in elk gov.il niet
meer dan 5 kiezers vóór liet sluitingsuur
de gelegenheid zouden hebben gemist aan
de stemming deel to nemen, hetgeen van
geen invloed op den uitslag zou zijn ge
weest.
Do heer Vermeulen, gemachtigde van de
gekomen verklaarden, verstrekte nog eenige
inlichtingen.
De Koninklijke beslissing volgt later.
Het bezoek van ©en Nederlandsch
eskader aan Jnpnn.
Reuter meldt uit Tokio dat, aangezien
het al vijftion jaar geleden is, dat Neder
landsche oorlogsschepen in een Japansche
haven binnenvielen, het bezoek van da
Nederlandsche pantserschepen „De Ruy*
tor", „Koningin-Regentes" en „Marten
Harportsz. Tromp" een feit van groot be
lang was en aan de Japansche autorite*.ten
een gelegenheid schonk, om blijk te geven
van haar goede gezindheid, ten op'jicht%
van het Nederlandsche volk.
De kapitein-ter-ree G. F. Tydeman, die
het bevel voert over het eskader, beneven*
zijn offieieren waren de gasten van den
admiraal der Japansche marine, graaf
Okooina, van den minister van buitenlands
ache zaken en andere voomamo Japanners.
Natuurlijk waren de Nedcrlanclscho offi
cieren ook de gasten van den Nederland-
Bchen gezant, mr. J. H. van Royen, in het
gezantschapsgebouw, terwijl deze bovendien
te hunner eere een feest op veel grootere
schaal aanrichtte in het voornaamste hotel
te Tokio, waarbij alle leden van het korpi
diplomatique en do Japansche marino-
autoriteiten benevens tal van officieren te
genwoordig waren.
Weervoorspelling.
Het „Utr. Dagblad" dankbaar, dat de
weervoorspellingen thans reeds worden aan-
g plakt aan gemeentehuis of postkantoor
is daarmee echter niet voldaan. Het in
maar half werk zegt het blad en op
die wijzo wordt de nuttigo werking van
het voortreffelijk Biltsche instituut zeer
geremd. Voor het benutten der weervoor
spellingen kunnen wij school gaan bij onze
buren. En misschien wel het allermeest bij
Amerika.
In de Vereenrigde Staten worden de
weervoorspellingen ©n worden de dage!ijk.
sohe weerkaarten met bewonderenswaardige
snelheid gemaakt en verspreid. Do tel©,
graaf verspreidt de inlichtingen wijd en
zijd en men kan rekenen, dat vrij kort. n*
de afkondiging dor weervoorspelling dezo
gebracht is ter kennis van minstens 30,000
personen en instellingen. Dc grootste zor^
wordt gewijd aan waarschuwingen tegen
stormen op de kust, tegon windstooten op
de groote meren, tegen overstroomingen^
nachtvorsten, zware regens, sneeuwval,
onz. Reusachtige voordeden in veiligbeuf
en in goederen-zekerheid rijn op die wijze
verkregen. En de meteorologische dienst
is er een zuil geworden voor gohoel het
maatschappelijk leven.
Zoo zon het ook hier kunnen. Bij dd
groote wisselvalligheid van ons klimaat ei)
bij de vele bedrijven, welko direct verband
houden met de weersgesteldheid, kunnen
goede weervoorspellingen groote belangen
dienen. Zoover zijn we nu nog niet en hot
is te hopon, dat bij de aanstaande behande
ling der staatsbegrooting aan den minister
onder wi, "*s departement het Meteorolo
gisch Instituut ressorteert, met aandrang
zal worden gewraagd ook hier te Lande n*
eens heel werk te gaan doen.
18)
Toen zij met hun drieën beneden kwamen,
stond Fanny naast het paard, dat zij op den
hals klopte. Lahnstein leurde tegen de
trap en gaf rijn kameraad de hand.
„Zeg den ritmeester, dat ik mij den eer
sten weer hoop te meldende schoone da
gen van Aranjuez zijn voorbij.''
Met een eigern rdigen blik keek Ander
sen rijn collega aan, wiens fijn besneden ge
laat in het maanlicht nog knapper was dan
ander*, en zijn „ja" klonk kort en ruw.
Toen sprong hij te paard. Fanny reikte hem
als altijd de handmaar hij soheen dat eerst
te bemerken, tosn zijn paard al in gang
was, en daardoor raakte hij haar hand maar
vluchtig. En toen was hij don landweg opge
reden zonder nog eenmaal om te den.
Hij lette niet op den weg, waar hij langs
reed, en anders had hij toch wel oog voor
de schoonheden van de natuur, die vandaag
nog mooier was dan andern.
Andersen keek recht voor zich uit en be
gon een marsch te fluiten, maar de dis
harmonie van het geluid, dat hij voort
bracht, verschrikte hemhij spitste de lip
pen en begon een straatdeuntje te fluiten.
Twee, drie maten floot hijtoen werd hij
plotseling stilzijn hoofd zonk naar om
laag, onverschillig liet hij de teugels op den
hals van het paard hangen, dat ook elke
houding scheen verloren te hebben, en stil
en treurig trokken ros en ruiter verder.
Hij had een gevoel als wa* er iota in hem
gestorven, dat een groote plaats in zijn
hart had ingenomen en dat hem nu in den
steek had gelaten. Iets, waarvan hij al was
hij het zich ook zelf niet bewust, alle ge
luk van het leven verwacht had.
Was dat iets soms Fanny? Waren het
haar vroolijke bruine oogen, die tot dusver
zoozeer zijn levensweg verlicht hadden,
dat hem nu alles zoo donker en somber
leek, van het oogenblik af, dat zij zioh van
hem had afgewend? Lahnstein cn Fanny I
Hij had er nooit aan gedacht, mnar eigen
lijk was het toch zoo natuurlijk. Beiden
jeng en knap, als voor elkaar geschapen 1
Hoe kwam hij er dan bij zioh ongelukkig
te gevoelen, nu gebeurd was wat toch een
maal gebeuren moest?
En tooh was dat, wat gebourd was en
wat Andersen gezien had, volstrekt niet
van dien aard, om een dergelijken storm
in zijn binnenste wakker te roepon.
Lahnstein was naast Fanny gaan staan
onder aan de trap en had tot haar gezegd:
„U ontwijkt mij met opzet, juffrouw
Fanny; wil u dat ik u uit den weg ga?"
„Waarom?" vroeg zij, terwijl zij hevig
kleurde.
„Nu, omdat u sinds gisteren boos op tnij
bent, en toch deed ik nog lang niet alles,
waarin ik grooten lust had. Ik heb u niet
eens een zoen gegeven."
„Maar, mijnheer von Lahnstein."
„Ben je dan weer goed op me, Fanny?'*
„Ja, dat ben ik."
„Zoo, dat is goed. Maar dan moet je dat
ook ronduit zeggen en tegen me zeggen:
„Ik ben niet boos op je, Fedor."
„Ik kan je niet bij je voornaam noemen."
♦.Probeer het maar eens. Het is mij ais
kan ik jou nooit meer anders dan Fanny
noemen."
Hij had een overtuigende manier van
spreken. De dames in de residentie weer
stonden hem zelden; hoe zou dan Fanny,
een onschuldig kind van het land, dat kun
nen doenl
Aarzelend en stotterend gaf zij eindelijk
aan zijn wensch g.hoor en toen greep hij
haar hand, kuste iedoren vinger en tus-
schcn iederen kus klonk een. liefkoozend
woord haar tegen. Zij trilde en dus sloeg
hij rijn arm om haar heen.
„Men kan ons zien, de ramen staan
epen!' riep Fanny en vloog weg, den tuin
in. Maar het was ai te laat: dón had het
gezien, en die één was Andersen.
VT.
„Kijk, ran enze Miriannel" riep VogM
met een rroolijk gezioht, een brief uit de
posttasch halend, die iederen morgen bij
zijn plaat* lag.
„O, van onze Marianne 1" herhaalde rijn
vrouw. „Kijk eens gauw, wanneer we de
kinderen verwachten mogen."
Het was een klem modern formaat pa
pier, wijd uit elkaar met een resolute da
meshand geschreven, dat Vogel uit het cou
vert haalde en las Zijn gelaat bleef n een
VToolijke plooi, al wm de inhoud ook niet
volkomen bevredigend.
Marianne schreef, dat de kuur, die zij
eind* een week of zes in Ems deed, haar
weinig goed had gedaan; maar dat zij
hoopte, dat rij op Weisaenfeld weer geheel
beter zon worden.
„Natuurlijk", eeide Vogel met een goed
keurend lachje.
„Het is het gebrek aan onze lucht, dat
haar niet beter maakt. Nu, oude, dat is
weer wat voor jou. En gelukkig, dat ze
nu komen nog vóór den oogst, want Ebers-
dorf is een onrustige natuur en die zal na
tuurlijk wel weer iederen dag paard en
wsgen noodig hebben."
Mevrouw Vogel wischte snel met haar
hand over haar vochtige oogen.
„Wanneer komen ze nu eindelijk?"
„Wanneer? Ja, de brief is van Zondag;
ze schrijft: wij vertrokken overmorgen,
dat is dus Dinsdag; welnu, dan kunn?n ze
hedenavond in Soddin zijn. De brief is
dus blijven liggen. Dat lijkt weer precies
op mijnheer mijn nonchalanten schoon
zoon. Zal ik dan vandaag het rijtuig maar
naar het station sturen?"
„Ja zekor."
„Zoo'n verduivelde slordigheid", brom
de do oude heer nog.
„Het is oen doohter, die bij haar ouders
komt en dus hebben we niet veel voorbe
reidingen to treffen," zeide mevrouw Vo
gel, terwijl zij voorzichtig een paar krui
mels van het tafelkleed deed en een zijde
lingscben blik op Fanny sloeg.
„Hoe jammer," zeide Lahnstein een
paar uur later, toen hij met Fanny in den
moestuin liep, die achter den eigenlijken
bloementuin gelegen was, „nu is ons
heerlijk samenzijn bijna uit!'
„Waarom?" vroeg zij, hanr hoed wat
verder over haar voorhoofd trekkend,
„Wolf noch Marianne zullen ons storen."
„Werkelijk niet, Fanny?" Hij boog zich
tot haar voorover en keek haar in het
gloeiende gezichtje. „Ik beo er toch bang
voor. Prettiger dan we het nn met ons bei
den hebben kunnen we het niet krijgen.
en dus is elko verandering een verslechte
ring."
Zij nam de mand van haar arm en ging
naar de boonenbedden, waarvan enkele
nog bloeiden, terwijl andore, al geheel
uitgebloeid, op oJplukken schenen te
wachten, Zonder zioh te bekommeren om
haar sohoono japon, liep zij tusschon de-
staken, ging op haar teenen st-aan, trok de
lange ranken naar zioh toe en begon ijve
rig haar werk.
De kleine, sierlijke gestalte bewoog zioh
elegant naar rechts en naar links, en zij
maakte daardoor, al was het volkomen on
bewust, een bijna betoovorenden indruk.
Een eigenzinnige tak had haar den hoed
achter in den nek geduwd, haar gezichtje
gloeide in de stralen van de zon cn Lahn-
stcins blikken bleven op haar rusten. Hd
vond haar in dit oogenblik aardiger dan
ooit en geheel onder den indruk van dit
gevoel, stapte hij voorzichtig over het
smalle boonenbed heen, dat hen van elkaar
soheidde, en kwam naast haar staan.
Het was heel warm, de zon kende geeni
medelijden, rij zond haar stralen bijna
loodrecht naar beneden; witte vlinders vlo
gen vroolijk door den tuin; aan dc hees
ters rijpten de aardbeien en trosjesbessen
aler werd niet* gehoord dan van tijd tot
tijd Fanny's zachte tred cn het zachte af
knappen der boonen; het was als hoordo
men het kloppen van haar hart, dat plot
seling heftig begon te slaan, al wist zij zelf
niet waarom. Hij stond rustig naast haar
en keek naar haar, «prak geen woord eU
ook zij zweeg.
(Wordt vervolgd.)