No. 15214 maandag 37 September. A0. 1909. (Deze (iCourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. PROGfiAELA 3 OCTOBER. 2V2 Geuit. Offieieele Kennisgeving. Virgaiiriig van ten Siaenicrui van leifcn, FEUILLETON. nieuwe PRIJS DER ADYERTENTIEN: Van 16 regels ƒ1,05. Iedere regel meer f0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oents oontantelk tiental --o-der meer 10 Oents. —Voor het incasseeren wordt/"0.05 berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Oents per 3 maanden I l f 1.10. Buiten Leiden, per looper er. waar agenten gevestigd zijn 1.30. Franco per post 1.65. Het programma verscliijnt Dinsdagmorgen 2 uur en zal verkrijgbaar zijn bij A. J- Binnendijk Jr., Botermarkt. G. v. Brussel, Haarlemmerstraat. L. H. Becberer, Hoogewoerd. Firma Geyer, Botermarkt. Wed. De Graaf, Magdelena Moonstraat. H. W. Hageman, Bran de wijn steeg. W. J. Kat Jr., Vrouwesteeg. B. v. Kloeten, Pieteiskcrk-Koorsteeg. H. L. Lancel, Pieterskerk-Kooi steeg. Wod. J. P. D. Lancel, Haarl.straat. H. Lambooy, Hoogewoerd Fa- wed. J. J. la Lau, Noordeinde. Bureel ,,Leidsch Dagblad". G. Los, Hoogewoerd. P. H. Massa, Haarlemmerstraat. W. Matveld, Princessekade. L. H. F. J. Menning. Haarl.straat. G. F. Meyer, Doezastraat. Nieuwe Leidsche Boekh., Princessekade. A. Pardon. 3de Groenest. h. Vestestr. Firma Ratelband, Kort-Rapenburg. H. Stuur, Hooigracht- A. L. de Vlieger, Breestraat. J. W. de Wekke- Hoogewoerd. J. v. Weizen, Pieterskerk-Koorsteeg. Wierda'8 boekhandel, Breestre-^. 'J. F. v. Wijngaarden, Aalmarkt. E. Zirkzee, Nieuwe Rijn h. Hooigracht. J. E Zirkzee, Beestcnm. h. Steenstraat. A. M. v. Zwicht, Breestraat. tegen betaling van vijf cents per stuk. Voor onze Abonné's is het programma verkrijgbaar tegen Echter alleen tegen overlegging van het bewijs dat Dinsdagavond in liet Dagblad wordt afgedrnkt. op Donderdag 30 Sept. 1S09, dos namiddags te twee uren. Te behandelen onderwerpenr 1. Benoeming van een lid der Oommissie ,Van beheer over de gestichten „Endegeost" i»n „Rhyngeest." (236) 2. Benoeming van een 3de onderwijzeres dn de handwerken aan de school der 4de klasse No. 2. (242.) 3. Benoeming van een onderwijzer met ver plichte hoofdakte aan de school der 4do 'klasse Na 2. (252.) 4. Verzoek van Mej. G. C. Kooyker om eervol ontslag als tijdelijk leerares aan de Hoogero Burgerschool voor Meisjes. (235) 5. Verzoek van Mej. I. M. Oort om eervol ontslag als tijdelijk leerares aan de Hoogere Burgersohool voor Meisjes. (235) 6. Verzoek van O. A. Bader om eervol ont slag als leeraar in de gymnastiek^ aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens en aan de lagere scholen. (243) 7. Rekening, dienst 1908, van de Stedelij ke Werkinrichting. (234) 8. Rekening dienst 1908, van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (248). 9. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1908, van het College van Vrouwen-Kraammoeders. (249) 10. Voorstel tot opzegging van de aan F. J. Th. van Keeken verleende vergunning tot het plaatsen van drinkkiosken op den 'öpenbaren weg. (232)w 11. Verordening houdende wijziging van de verordening van 11 November 1880, re gelende het getal, de jaarwedden, de be noeming en het -ontslag der leeraressen en leeraren aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes te Leiden. (233) 12. Verzoek van de Leidsche Duinwater- maatschappij om goedkeuring van een met de gemeente Rijnsburg te sluiten overeen komst betreffende de levering van duinwa ter. (247.) 13. Verzoek van W. Mulder, eervol ont slagen boomsnoeier, om toekenning van pen sioen tot een bedrag van 2/3 zijner jaar wedde. (241.) 14. Verzoek van den adjunct-Mar kt- en Havenmeester en van do havenrechercheurs om verhooging van jaarwedda (237). 15. Verzoek van den Voorzitter en den Secretaris der Nationale Tentoonstelling voor Huisvlijt om toekenning van een sub sidie in de kosten der in 1910 te houden ten toonstelling. (231.) 16. Verzoek van do Ned. Vereeniging tot afschaffing van alcoholhoudende dran ken, aid. Leiden, e.a., ora geldelijken steun voor plaatselijke drankbestrijdersvereeni- gingen. (239.) 17. Voorstel tot het geven van een naam aan do nieuwe straat bij de Decimastraat. (244). 18. Voorstel tot aankoop van de peroeel^n Haverstraat nis. 73 en 75 en tot beschik baarstelling ven de voor dien aankoop be- noodigde gelden.. (246) 19. Voorstel: lo. tot aankoop van; a. de perceelen, kad. bekend onder Sectie A. nis. 887, 888, 8S9, 890 en 891 (gedeeltelijk,) gemeente Leider dorp b. het perceel, kad. bekend onder Sectie A No. 4790, gom. Zoeter- - woudo; c. de perceelen, kad. bekend onder Sectie A. Nis. 6024—5031 gem. Zoe- terwoude. 2o. tot vaststelling van den desbetref- fenden suppletoiren bcgrootingsstaat. (240) 20. Voorstel tot wijziging van de verorde ning van 12 Maart 1908, (Gem.BI. No. 11) bepalende het getal der scholen voor open haar lager onderwijs te Leiden, den om vang van het onderwijs op elko school, den bijstand aan de hoofden der scholen te ver- leenen en de bezoldiging van het onderwij zend personeel. (251.) 21. Vaststelling van het 1ste suppletoir- kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1909. (250.) 22. Vaststelling van het forensenkohier de» plaatselijke directe belasting, dienst 1909. '(250.) 23. Bezwaarschriften tegen aanslagen in do plaatselijke directe belasting, dienst 1909. (238.) Directe Belastingen. De Burgemeester van Leiden brengt ter algemeene kennis, dat aan den Ontvanger der Directe belastingen aldaar is ter hand gesteld het kohier der Belasting op be- dnjfs- en andere inkomsten No. 13 van den dienst 1909'10, executoir verklaard den 25sten September j.L en herinnert den be langhebbenden aan hun verplichtingen om den aanslag op den bij de Wet bepaalden voet te voldoen. De Burgemeester voornoemd, DE RIDDER. Leiden, 27 September 1909. Hinderwet. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien de missive van Gedet uteerde Sta- ten dezer provincie d.d. 13/18 September j.l. B No. 2520 (1ste afd.) G. S. No. 5, waarbij hun de stukken worden toegezon den betreffende hun verzoek om vergun ning voor de inrichting van een fabriek van zwavelzure ammoniak in een bestaand ge bouw op het terrein der Stedelijke Gasfa briek, kad. bekend sectie A No. 10S7. Gelet op de«nrtt. 6 cn 7 dor Hinderwet: Geven bij deze kennis aan het publiek, dat genoemd1 verzoek, met de bijlagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie ge legd is; alsmede dat op Maandag 11 Oct. aanstaande 's voormiddags tc elf uren, op het Raadhuis, gelegenheid cal worden ge geven om bezwaren tegen dit verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voorno md, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 27 September 1909. LeiJen, 27 September. Ter gelegenheid clat gisteren prof. dr. P. J. Blok den dag herdacht, waarop hij 25 jaar geleden hec koogieeraarsambt aan de Groningsche universiteit aanvaardde, werd hem, als huldeblijk, bij monde van prof. Brugmans een in goud, zilver en brons ge slagen medaille aangeboden, aan welk eere- blijk ook de Koningin en de Koningin- Moeder hadden medegedaan. De medaille bevat aan de voorzijde het uitnemend ge slaagde portret van prof. Blok. Het adres van den eervol ontslagen boomsnooier W. Mulder, om hem alsnog 2/3 gedeelte van zijn jaarwedde ah pensioen toe te kennen, heeft geen verandering ge bracht in de aanvankelijke meening van B. en Ws., dat het a:.n W. Mulder t .komende pa_sioen naar het aantal zijner dienstjaren behoort te worden berekend. Immers de beide stadsgeneeshceren, dlie reeds vroeger als him uitdrukkelijke mee ning hadden to kennen gegeven, dat het be paalde sub. li tb, d. van art. 2 der pensioen- verordening niet op Mulder toepasselijk kan worden geacht, hebben na een her nieuwd onderzoek, ruim 3 maanden later zoo mogelijk met nog meer nadruk dat oor deel bevestigd. Z'j wijzen er op dat het ge brek, waardoor Mulder voor de verdere waarneming zij nor betrekking ongeschikt ia geworden, geen gevolg is van de "toefening van zijn dienst, en dat er dus ook geen ter men bestaan om hem pensioen te verleenen, op grond van gebreken in eu door den dienst verkreg a. B. en Ws. geven den Raad mitsdien in overweging afwijk nd op het verzoek te be- sohikken. Voordracht voor de benoeming van een derde onderwijzeres in de handwerkeD aan a openbare 1 gore school der 'e klasse No. 2, ter vervulling van de. vacature, welke zal ontstaan door het met ingang van 1 October a.s. verleend eervol ontslag aan moj. J. van der Stel: lo. mej. S. M. van den Ameole, 4de onderwijzeres ia de hand werken aan de openbare school der 4de klas se No. lj»£o. mej. A. Wassink, 4de onder wijzeres in de l andwerken aan de openbare soliool der 3de klasse No. 73a mej. D. Ueohèlse, 4de onderwijzeres in de handwer ken aan de openbare school der 3de klasse No. 1. Nu zoowel door mej. G. O. Kooyker, ah door mej. I. M. Oort met ingang van 15 October a, s. eervol ontslag is gevraagd uit haar betrekking van tijdelijk leerares in het Hoogduitsch aan do Hoogere Burger school voor Meisjes, (waarop gunstig wordt geadviseerd), kwam het B. en Ws. met de Oommissie vau Toezicht op het Midd. On derwijs wenschelijk voor, dat thans één leerares, in bet bezit van do akten A en B, met het geheelo onderwijs in het Hoog duitsch zou worden belast en dat tevens, opdat niet juist de meest geschikten zich van oen solicitatie zouden laten weerhou den, thans tot een vaste aanstelling zou worden overgegaan. Zij hebben dan ook, ten einde vertraging in de benoeming en daarmede gepaard gaande stagnatie in het onderwijs te voor komen, gemeend tot een oproeping van sollicitanten naar een vaste betrekking te moeten overgaan. Dit neemt intusschen niet weg, dat een benoeming zonder voorafgaande wijziging van de desbetreffende verordening niet zal kunnen plaats hebben. Immers art. 1 der verordening van den llden November 1880, gelijk die laatstelijk, gewijzigd is bij veror dening van 6 Juni lb07 zegt cïofc aan de Hoo gere Burgerschool voor Meisjes hier ter stede verbonden zijn, behalve een directrice, tevens belast met het onderwijs in een der moderne talen, nog 3 leeraressen in de mo derne talen. Nu zal echter dit laatste aantal tot 4 moeten worden verhoogd. Immers er zijn, behalve de directrice, die met een deel van het onderwijs in het Engelsch is be last, nog drie leeraressen, een voor het En gelsch, een voor 't Ncderlandsch en een voor het Fransoh. Thans zal ook oen leerares voor het Duitsch hierbij komen. Tot dusver was wijziging der verordening niet noodig, omdat door do aanstelling van tijdelijk personeel in de bnhoeftc werd voor zien. Nu echt-er blijvende voorziening noo dig is gebleken, is hot gewenscht door wij ziging van de verordening de aanstelling van een vaste leerares mogelijk te maken. Overigens zullen do firiancieele gevolgen van deze wijziging voor do gemeente luttel zijn. Mej. Oort toch is reeds sinds 8 jaar als tijdelijk leerares aan de H. B.-S. voor Meisjes verbonden cn sedert do laatste 4 jaar ook mej, Kooyker. Eerstgenoemde, be last met het onderwijs in de drie laagste klassen, geniet een salaris van 75 per wekelijksch lesuur of in het geheel f 675 per jaar, en laatstgenoemde, die in de 4de en 5de klasse les geeft, een van f 100 per wekelijksch lesuur of f 600 por jaar. Te za- men genoten zij dus een bezoldiging van f 1275, terwijl de aan te stellen vaste leerares een bezoldiging zal genieten vau f 1400 met twee verhoogingen van f 100. Op zijn hoogst zal de wijziging dus een uit gave van f 3-25 meebrengen, en voor dio meerdere uitgave zal dan een volledig be voegde onderwijskracht aan de 6chool kun nen worden verbonden. Tevens zal, naar do Oommissie van Toe zicht voorstelt, van deze gelegenheid moe ten worden gebruik gemaakt om een onbil- lijkhoid uit de verordening weg te nemen, die thans bestaat tegenover leeraressen, die reeds aan een H. B.-S. voor Jongens of aan een gymnasium mochten werkzaam ge weest zijn. Het 2do lid van art. 2 der ver ordening zegt, dat de eerste verhooging voor deze leeraressen ingaat op den dag, waarop zij een tweejarigen, de tweede op dien, waarop zij een vierjarigen diensttijd aan een lioogere burgerschool voor meisjes met 5-jarigen cursus hebben volbracht. Er kan geen reden zijn, waarom ook niet do diensttijd aan een jongens H. B.-S. en am een gymnasium recht op doze verhoogingon zoudo geven. Met de Commissie van Toe zicht komt het B en Ws. daarom voor dat de verordening alsnog in dien zin behoort te worden aangevuld. Mej. Kooyker heeft eervol ontslag ge vraagd omdat zij benoemd is tot leerares aan de Middelbare Meisjesschool 't Kopjo te Bloemendaal en mej. Oort volgens go- maakte afspraak met de Commissie van Toezicht, in verband met het vertrek van mej. G. Kooyker. Toen de gemeenteraadsvergadering van den 19den Augustus 1.1. op het verwij deren van do kiosk van den heer Van Kee ken bij de B oer h a ave s t r aafc werd aange drongen, meende de Voorzitter van het col lege van B. en Ws. met gerustheid do toe zegging te raogon doen, dat die kiosk wel dra zou zijn opgeruimd. Inderdaad hadden zij dan ook op dat tijdstip gqedo gronden om te meenen, dat vanwege de rechtheb benden uit eigen beweging tot de arautle zou worden overgegaan. En inderdaad zijn dan ook de beide andere kiosken, waarvoor aan den heer Van Keeken vergunning was verleend, ten gevolge van diens faillisse ment vrijwillig opgeruimd. Nu dit evenwel met de kiosk tegenover de buitensociëteit „Amicitia" niet schijnt te zullen geschieden, on het niet aangaat te dier zake langer een afwachtende houding aan te nemen, zal tot dwang moeten wor- don overgegaan. En daarvoor is het aller eerst noodig, dat do bij Raadsbesluit van 10 Februari 1899 verleende, hij besluit van 16 Maart cL a. v. aangevulde cn bij besluit van 15 Juni d. a. v. op F. J. Th. van Keeken overgedragen vergunning tot het plaatsen van driukkiosken op den openbaren weg in deze gemeente worde ingetrokken. B. en Ws. geven daarom in overweging te besluiten de hier bedoelde vergunning, met ingang van den dag van het door den Raad te nomen besluit, op te zeggen, met bepa ling, dat de kiosk bij do Boerhaavestrnat vóór 1 November a. s. zal moeten zijn opge ruimd en de 9traat dan weder geheel ten genoege van B. en Ws. zal moeten werden opgeleverd. Blijkons een tot den gemeenteraad go- richt schrijven, heeft do heer J. P. Vergou wen, na in de vergadering van 7 Septcm- lej ,,Gij hebt hoed pn stok thuis jclrJ.tn. Men moet dus veronderstellen, ciö gij zonder hoed zijt uitgegaan." „HoedH:j sprong op en greep naar den koetsiorshoed. „Hebt gij geen hoofddeksel voor mij meegebracht]" „Gij hebt daarvan niets geschreven", ant woordde ik en proestte van het lachen. „Hoe moet ik dan van hier wegkomen1] Ik kan toch niet met dit ding op het hoofd door de straten gaan 1" ,,Ik had grooten lust, je daartoe te dwin gen. En gij zult dat ook wel moeten doen. Ten minste tot aan den eersten hoedenwin kel, of gij moet hier blijven. Anders zit er niets op. Ik verzet er geen voet voor." ,,Ik zal hem dragen; maar pas op, dat. zet ik je betaald, zooals ik dat steeds heb gedaan." „Ik ben geen jongen meer," zeide ik, op het persoonlijk voornaamwoord den klem toon leggend. „Nu, dus vanwege het voor wendsel. Gij zijt zonder hoed uit huis ge gaan, hebt kameraden ontmoet en hebt den geheelen nacht mot hen gespeeld. Meegaan naar het bal van den gezant kondet gij niet, maar wel den geheelen nacht spelen Uiterst beleofd jegens je zuster, nietwaar] Gij ^wildot den eersten avond thuis blijven, wijl 'gij bijna hadt vergeten, hoe het er in een •particuliere woning uitziet. Zeer juist, zeer overeenstemmend. ..Houd toch op, Ohuck Wat ter wereld kan ik dan aanvoeren!" vroeg hij neer slachtig, terwijl hij de sigaar, welke ik hem had gegeven, in brand stak. „Leste jongen, ik bedenk geen voorwend sels voor je; die moet gij zelf maar uitvin den. Ik zal zwijgen, maar ik weiger, Nancy om uwentwil wat voor te jokken. Dat spel letje is de eenige verontschuldiging, welke een zekere waarschijnlijkheid heeft. Zij zullen je liefdeloos vinden, en dat zijt gij ook, wanneer gij dit onzinnige plan ten uitvoer brengt." „Dat begrijpt gij niet, Chuck. Kon ik je toch maar alles verklaren 1 De dames zullen slecht van mij denken, totdat deze grap "voorbij is; maar ik kan niet anderB, zelfs al wilde ik." „Is het juffrouw Annesley, Bob] Zijt gij er met haar van doorgegaan] Kom, erkep het. Wanneer zij het is, verandert dat de zaak geheel." Hij liep eenmaal door de cel en kwam toen terug. „Gij hebt het geraden. Nu be grijpt gij het zeker. Ik zou niet meer terug kunnen, zelfs wanneer ik dat wilde.- „Hebt gij het meisje liefl" „Dat zou ik juist willen onderzoeken, Chuck. Ik weet het niet zeker. Ik ben nooit eer verliefd geweest, ja, ik weet niet wat liefde is. Maar wanneer beven en een kleur krijgen alleen bij de gedachte aan haar, wanneer een woest verlangen ora haar in mijn armen te nemen en met haar weg te loopen, liefde is, dan heeft die mij te pakken. Toen zij gisteravond uit het rijtuig stapte, had men mij met een stroo- halm kunnen omverwerpen. Maar ga mee. Verwenscht hoofddeksel. Och, laat de men- schen lachen. Hier dichtbij is een hoeden winkel." Hij zette dapper don witten hoed op on gezamenlijk begaven wij ens naar het dichstbijzijnde hoedenmagazijn. Daar gaf hij zijn koetsierehoed een schop, zoodat die in den versten hoek van den winkel vlocg. Ik kocht een geschikte muts voor hem, gaf hem tien dollars voor alle mogelijke geval len, en wij namen afscheid van elkaar. Aan een vriend in het Noorden zond hij een telegram met het verzoek om een on middellijke uitnoodiging per telegraaf en liet het er op aankomen of hij een ant woord zou krijgen of niet. Daarop zocht hij het hem opgegeven adres op. „Zeg als 't u blieft aan juffrouw Annesley, dat de heer Osbome er is, vanwege haar brief", verzocht hij de zwartoogige kame nier, die hem had opengedaan. „Is monsieur Osborne de nieuwe koet sier!" „Ja". „Ik ga dadelijk!" Wat een knappe jon gen om op koude winteravonden mee in de keuken te zitten I Warburton moest meermalen een opko mend lachje onderdrukken. Nieuwsgierig keek hij om zich heen. Van waar hij stond kon hij in de keuken zien, waar de Fransche kok zijn blinkende pannen in een rij hing en daarbij een klein lied neuriede, dat War burton dikwijls in Frankrijk had gehoord. En nu lieten zich voetstappen vernemen en de kamenier kwam met haar meesteres te rug. Robert ging van het èene been op het andere staan, wist niet, in welke hand hij zijn muts zou nemen, totdat hij die einde lijk vastberaden onder zijn arm duwde. Het was hem te binnen geschoten, dat het merk der firmA daarin niet tot die behoorde, wel ke de dienstbaren gewoonlijk in hun mutsen hebben staan. Deze magnetisoho, saffierblauwe oogen maakten hem zenuwachtig, teen zij hem zoo kalm aankeken. IX. Hoe vreemd het ook moge schijnen, haar kostuum maakte in dat oogenblik het eerst indruk op hem. De voetvrije rok was blauw, vermengd mot een tintje grijs. Zij droeg daarbij een witte golfblouse, een kleeding- 8tuk, dat juist toen in de mode begon te komen. Slechts mannen, die elegante zusters bezitten, weten dergelijke dingen op prijs te stellen, en Warburton vooral zag op dat punt scherp. Zij hield in haar hand een paar versch geplukte papavers. Voor de tweede maal ontmoetten hun blikken elkaar. Den eersten keer (indertijd, toen zij uit het portier had geleund)*'had zij haar oogen neergeslagen; ditmaal was het zijn beurt. Hij beschouwde aandachtig de punten van zijn schoenen. Drie redenen noodzaakten hem zijn blikken neer te slaan: ten eerste was zij hier de meesteres, en hij zocht een dienst bij haar; ten tweede had hij haar lief; ten derde begin hij het eerste brutale be drog in zijn leven. Een oogenblik was hij op het punt alles te bekennen, vergeving te vragen en zich uit de voeten te maken; maar zijn nieuwsgierigheid was grooter dan deze wensch. Hij zweeg en wachtte af, wat zij hem had te zeggen. „Celeste, gij kunt gaan", zeide juffrouw Annesley. Celeste wierp den verleidelijken koetsier eon vurigen blik toe èn verdween. „Hebt gij reeds lang met paarden omge gaan?" begon het jonge meisje. Had hij haar toch maar oven kalm en on bevangen kunnen aankijken 1 Wat had zij een mooie stem 1 „Ja, freule, ik heb ongeveer tien jaren' paard goreden." „Waar?" „Den meesten tijd in het Westen." „Zijt gij een Engelschman?" „Neen, freule." Hoeveel zou zij wel dien morgen bij de verhandeling gehoord hebbeni „Ik ben een geboren Amerikaan." „Zijt gij over hot geheel aan den drank' verslaafd?" vroeg zij en beschouwde daarbij het zuivere wit van zijn oogappels. Om zijn mond trilde een nauw merkbare glimlach. „Neon, Ik had gisteravond ook niet ge dronken, ten minste niet in den zin, zooals de politie-beambten hebben beweerd. Wan neer ik den geheelen dag zeer ingespannen bon geweest of het koud heb. neem ik af eD toe wel eens een hartsterking. Maar ge woonlijk heb ik daarin geen trek." „Waarom zijt gij gisteravond op den bok van mijn rijtuig gestegen en weggereden?'5 Snel echoot hem een antwoord te binnen. „Het betrof, freule, een grap tussohen mij en eenige meisjes." Bijna had hij gezegd,' dienstmeisjes maar aan Nancy denkend, onderdrukte hij deze leugen. „Tusschen a en eenige meisjes?" herhaal* de zij met eenige verachting in haar stem.- ,Ik verlang een nadere verklaring."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 1