No. 15214
maandag 37 September.
A0. 1909.
(Deze (iCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
PROGfiAELA 3 OCTOBER.
2V2 Geuit.
Offieieele Kennisgeving.
Virgaiiriig van ten Siaenicrui van leifcn,
FEUILLETON.
nieuwe
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van 16 regels ƒ1,05. Iedere regel meer f0.17$. Grootere letters naar
plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oents oontantelk
tiental --o-der meer 10 Oents. —Voor het incasseeren wordt/"0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Oents per 3 maanden I l f 1.10.
Buiten Leiden, per looper er. waar agenten gevestigd zijn 1.30.
Franco per post 1.65.
Het programma verscliijnt Dinsdagmorgen
2 uur en zal verkrijgbaar zijn bij
A. J- Binnendijk Jr., Botermarkt.
G. v. Brussel, Haarlemmerstraat.
L. H. Becberer, Hoogewoerd.
Firma Geyer, Botermarkt.
Wed. De Graaf, Magdelena Moonstraat.
H. W. Hageman, Bran de wijn steeg.
W. J. Kat Jr., Vrouwesteeg.
B. v. Kloeten, Pieteiskcrk-Koorsteeg.
H. L. Lancel, Pieterskerk-Kooi steeg.
Wod. J. P. D. Lancel, Haarl.straat.
H. Lambooy, Hoogewoerd
Fa- wed. J. J. la Lau, Noordeinde.
Bureel ,,Leidsch Dagblad".
G. Los, Hoogewoerd.
P. H. Massa, Haarlemmerstraat.
W. Matveld, Princessekade.
L. H. F. J. Menning. Haarl.straat.
G. F. Meyer, Doezastraat.
Nieuwe Leidsche Boekh., Princessekade.
A. Pardon. 3de Groenest. h. Vestestr.
Firma Ratelband, Kort-Rapenburg.
H. Stuur, Hooigracht-
A. L. de Vlieger, Breestraat.
J. W. de Wekke- Hoogewoerd.
J. v. Weizen, Pieterskerk-Koorsteeg.
Wierda'8 boekhandel, Breestre-^.
'J. F. v. Wijngaarden, Aalmarkt.
E. Zirkzee, Nieuwe Rijn h. Hooigracht.
J. E Zirkzee, Beestcnm. h. Steenstraat.
A. M. v. Zwicht, Breestraat.
tegen betaling van vijf cents per stuk.
Voor onze Abonné's is het programma
verkrijgbaar tegen
Echter alleen tegen overlegging van
het bewijs dat Dinsdagavond in liet
Dagblad wordt afgedrnkt.
op Donderdag 30 Sept. 1S09, dos namiddags
te twee uren.
Te behandelen onderwerpenr
1. Benoeming van een lid der Oommissie
,Van beheer over de gestichten „Endegeost"
i»n „Rhyngeest." (236)
2. Benoeming van een 3de onderwijzeres
dn de handwerken aan de school der 4de
klasse No. 2. (242.)
3. Benoeming van een onderwijzer met ver
plichte hoofdakte aan de school der 4do
'klasse Na 2. (252.)
4. Verzoek van Mej. G. C. Kooyker om
eervol ontslag als tijdelijk leerares aan de
Hoogero Burgerschool voor Meisjes. (235)
5. Verzoek van Mej. I. M. Oort om eervol
ontslag als tijdelijk leerares aan de Hoogere
Burgersohool voor Meisjes. (235)
6. Verzoek van O. A. Bader om eervol ont
slag als leeraar in de gymnastiek^ aan de
Hoogere Burgerschool voor Jongens en aan
de lagere scholen. (243)
7. Rekening, dienst 1908, van de Stedelij
ke Werkinrichting. (234)
8. Rekening dienst 1908, van het H. G.
of Arme Wees- en Kinderhuis. (248).
9. Staat van af- en overschrijving op de
begrooting, dienst 1908, van het College van
Vrouwen-Kraammoeders. (249)
10. Voorstel tot opzegging van de aan F.
J. Th. van Keeken verleende vergunning
tot het plaatsen van drinkkiosken op den
'öpenbaren weg. (232)w
11. Verordening houdende wijziging van
de verordening van 11 November 1880, re
gelende het getal, de jaarwedden, de be
noeming en het -ontslag der leeraressen en
leeraren aan de Hoogere Burgerschool voor
Meisjes te Leiden. (233)
12. Verzoek van de Leidsche Duinwater-
maatschappij om goedkeuring van een met
de gemeente Rijnsburg te sluiten overeen
komst betreffende de levering van duinwa
ter. (247.)
13. Verzoek van W. Mulder, eervol ont
slagen boomsnoeier, om toekenning van pen
sioen tot een bedrag van 2/3 zijner jaar
wedde. (241.)
14. Verzoek van den adjunct-Mar kt- en
Havenmeester en van do havenrechercheurs
om verhooging van jaarwedda (237).
15. Verzoek van den Voorzitter en den
Secretaris der Nationale Tentoonstelling
voor Huisvlijt om toekenning van een sub
sidie in de kosten der in 1910 te houden ten
toonstelling. (231.)
16. Verzoek van do Ned. Vereeniging tot
afschaffing van alcoholhoudende dran
ken, aid. Leiden, e.a., ora geldelijken steun
voor plaatselijke drankbestrijdersvereeni-
gingen. (239.)
17. Voorstel tot het geven van een naam
aan do nieuwe straat bij de Decimastraat.
(244).
18. Voorstel tot aankoop van de peroeel^n
Haverstraat nis. 73 en 75 en tot beschik
baarstelling ven de voor dien aankoop be-
noodigde gelden.. (246)
19. Voorstel:
lo. tot aankoop van;
a. de perceelen, kad. bekend onder
Sectie A. nis. 887, 888, 8S9, 890 en
891 (gedeeltelijk,) gemeente Leider
dorp
b. het perceel, kad. bekend onder
Sectie A No. 4790, gom. Zoeter-
- woudo;
c. de perceelen, kad. bekend onder
Sectie A. Nis. 6024—5031 gem. Zoe-
terwoude.
2o. tot vaststelling van den desbetref-
fenden suppletoiren bcgrootingsstaat.
(240)
20. Voorstel tot wijziging van de verorde
ning van 12 Maart 1908, (Gem.BI. No. 11)
bepalende het getal der scholen voor open
haar lager onderwijs te Leiden, den om
vang van het onderwijs op elko school, den
bijstand aan de hoofden der scholen te ver-
leenen en de bezoldiging van het onderwij
zend personeel. (251.)
21. Vaststelling van het 1ste suppletoir-
kohier der plaatselijke directe belasting,
dienst 1909. (250.)
22. Vaststelling van het forensenkohier
de» plaatselijke directe belasting, dienst
1909. '(250.)
23. Bezwaarschriften tegen aanslagen in
do plaatselijke directe belasting, dienst
1909. (238.)
Directe Belastingen.
De Burgemeester van Leiden brengt ter
algemeene kennis, dat aan den Ontvanger
der Directe belastingen aldaar is ter hand
gesteld het kohier der Belasting op be-
dnjfs- en andere inkomsten No. 13 van den
dienst 1909'10, executoir verklaard den
25sten September j.L en herinnert den be
langhebbenden aan hun verplichtingen om
den aanslag op den bij de Wet bepaalden
voet te voldoen.
De Burgemeester voornoemd,
DE RIDDER.
Leiden, 27 September 1909.
Hinderwet.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien de missive van Gedet uteerde Sta-
ten dezer provincie d.d. 13/18 September
j.l. B No. 2520 (1ste afd.) G. S. No. 5,
waarbij hun de stukken worden toegezon
den betreffende hun verzoek om vergun
ning voor de inrichting van een fabriek van
zwavelzure ammoniak in een bestaand ge
bouw op het terrein der Stedelijke Gasfa
briek, kad. bekend sectie A No. 10S7.
Gelet op de«nrtt. 6 cn 7 dor Hinderwet:
Geven bij deze kennis aan het publiek,
dat genoemd1 verzoek, met de bijlagen op
de Secretarie dezer gemeente ter visie ge
legd is; alsmede dat op Maandag 11 Oct.
aanstaande 's voormiddags tc elf uren, op
het Raadhuis, gelegenheid cal worden ge
geven om bezwaren tegen dit verzoek in te
brengen.
Burgemeester en Wethouders voorno md,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 27 September 1909.
LeiJen, 27 September.
Ter gelegenheid clat gisteren prof. dr. P.
J. Blok den dag herdacht, waarop hij 25
jaar geleden hec koogieeraarsambt aan de
Groningsche universiteit aanvaardde, werd
hem, als huldeblijk, bij monde van prof.
Brugmans een in goud, zilver en brons ge
slagen medaille aangeboden, aan welk eere-
blijk ook de Koningin en de Koningin-
Moeder hadden medegedaan. De medaille
bevat aan de voorzijde het uitnemend ge
slaagde portret van prof. Blok.
Het adres van den eervol ontslagen
boomsnooier W. Mulder, om hem alsnog 2/3
gedeelte van zijn jaarwedde ah pensioen
toe te kennen, heeft geen verandering ge
bracht in de aanvankelijke meening van B.
en Ws., dat het a:.n W. Mulder t .komende
pa_sioen naar het aantal zijner dienstjaren
behoort te worden berekend.
Immers de beide stadsgeneeshceren, dlie
reeds vroeger als him uitdrukkelijke mee
ning hadden to kennen gegeven, dat het be
paalde sub. li tb, d. van art. 2 der pensioen-
verordening niet op Mulder toepasselijk
kan worden geacht, hebben na een her
nieuwd onderzoek, ruim 3 maanden later
zoo mogelijk met nog meer nadruk dat oor
deel bevestigd. Z'j wijzen er op dat het ge
brek, waardoor Mulder voor de verdere
waarneming zij nor betrekking ongeschikt ia
geworden, geen gevolg is van de "toefening
van zijn dienst, en dat er dus ook geen ter
men bestaan om hem pensioen te verleenen,
op grond van gebreken in eu door den
dienst verkreg a.
B. en Ws. geven den Raad mitsdien in
overweging afwijk nd op het verzoek te be-
sohikken.
Voordracht voor de benoeming van een
derde onderwijzeres in de handwerkeD aan
a openbare 1 gore school der 'e klasse No.
2, ter vervulling van de. vacature, welke
zal ontstaan door het met ingang van 1
October a.s. verleend eervol ontslag aan
moj. J. van der Stel: lo. mej. S. M. van
den Ameole, 4de onderwijzeres ia de hand
werken aan de openbare school der 4de klas
se No. ljȣo. mej. A. Wassink, 4de onder
wijzeres in de l andwerken aan de openbare
soliool der 3de klasse No. 73a mej. D.
Ueohèlse, 4de onderwijzeres in de handwer
ken aan de openbare school der 3de klasse
No. 1.
Nu zoowel door mej. G. O. Kooyker,
ah door mej. I. M. Oort met ingang van
15 October a, s. eervol ontslag is gevraagd
uit haar betrekking van tijdelijk leerares in
het Hoogduitsch aan do Hoogere Burger
school voor Meisjes, (waarop gunstig wordt
geadviseerd), kwam het B. en Ws. met de
Oommissie vau Toezicht op het Midd. On
derwijs wenschelijk voor, dat thans één
leerares, in bet bezit van do akten A en B,
met het geheelo onderwijs in het Hoog
duitsch zou worden belast en dat tevens,
opdat niet juist de meest geschikten zich
van oen solicitatie zouden laten weerhou
den, thans tot een vaste aanstelling zou
worden overgegaan.
Zij hebben dan ook, ten einde vertraging
in de benoeming en daarmede gepaard
gaande stagnatie in het onderwijs te voor
komen, gemeend tot een oproeping van
sollicitanten naar een vaste betrekking te
moeten overgaan.
Dit neemt intusschen niet weg, dat een
benoeming zonder voorafgaande wijziging
van de desbetreffende verordening niet zal
kunnen plaats hebben. Immers art. 1 der
verordening van den llden November 1880,
gelijk die laatstelijk, gewijzigd is bij veror
dening van 6 Juni lb07 zegt cïofc aan de Hoo
gere Burgerschool voor Meisjes hier ter
stede verbonden zijn, behalve een directrice,
tevens belast met het onderwijs in een der
moderne talen, nog 3 leeraressen in de mo
derne talen. Nu zal echter dit laatste aantal
tot 4 moeten worden verhoogd. Immers er
zijn, behalve de directrice, die met een deel
van het onderwijs in het Engelsch is be
last, nog drie leeraressen, een voor het En
gelsch, een voor 't Ncderlandsch en een voor
het Fransoh. Thans zal ook oen leerares
voor het Duitsch hierbij komen.
Tot dusver was wijziging der verordening
niet noodig, omdat door do aanstelling van
tijdelijk personeel in de bnhoeftc werd voor
zien. Nu echt-er blijvende voorziening noo
dig is gebleken, is hot gewenscht door wij
ziging van de verordening de aanstelling
van een vaste leerares mogelijk te maken.
Overigens zullen do firiancieele gevolgen
van deze wijziging voor do gemeente luttel
zijn. Mej. Oort toch is reeds sinds 8 jaar
als tijdelijk leerares aan de H. B.-S. voor
Meisjes verbonden cn sedert do laatste 4
jaar ook mej, Kooyker. Eerstgenoemde, be
last met het onderwijs in de drie laagste
klassen, geniet een salaris van 75 per
wekelijksch lesuur of in het geheel f 675
per jaar, en laatstgenoemde, die in de 4de
en 5de klasse les geeft, een van f 100 per
wekelijksch lesuur of f 600 por jaar. Te za-
men genoten zij dus een bezoldiging van
f 1275, terwijl de aan te stellen vaste
leerares een bezoldiging zal genieten vau
f 1400 met twee verhoogingen van f 100. Op
zijn hoogst zal de wijziging dus een uit
gave van f 3-25 meebrengen, en voor dio
meerdere uitgave zal dan een volledig be
voegde onderwijskracht aan de 6chool kun
nen worden verbonden.
Tevens zal, naar do Oommissie van Toe
zicht voorstelt, van deze gelegenheid moe
ten worden gebruik gemaakt om een onbil-
lijkhoid uit de verordening weg te nemen,
die thans bestaat tegenover leeraressen, die
reeds aan een H. B.-S. voor Jongens of
aan een gymnasium mochten werkzaam ge
weest zijn. Het 2do lid van art. 2 der ver
ordening zegt, dat de eerste verhooging
voor deze leeraressen ingaat op den dag,
waarop zij een tweejarigen, de tweede op
dien, waarop zij een vierjarigen diensttijd
aan een lioogere burgerschool voor meisjes
met 5-jarigen cursus hebben volbracht. Er
kan geen reden zijn, waarom ook niet do
diensttijd aan een jongens H. B.-S. en am
een gymnasium recht op doze verhoogingon
zoudo geven. Met de Commissie van Toe
zicht komt het B en Ws. daarom voor dat
de verordening alsnog in dien zin behoort
te worden aangevuld.
Mej. Kooyker heeft eervol ontslag ge
vraagd omdat zij benoemd is tot leerares
aan de Middelbare Meisjesschool 't Kopjo
te Bloemendaal en mej. Oort volgens go-
maakte afspraak met de Commissie van
Toezicht, in verband met het vertrek van
mej. G. Kooyker.
Toen de gemeenteraadsvergadering
van den 19den Augustus 1.1. op het verwij
deren van do kiosk van den heer Van Kee
ken bij de B oer h a ave s t r aafc werd aange
drongen, meende de Voorzitter van het col
lege van B. en Ws. met gerustheid do toe
zegging te raogon doen, dat die kiosk wel
dra zou zijn opgeruimd. Inderdaad hadden
zij dan ook op dat tijdstip gqedo gronden
om te meenen, dat vanwege de rechtheb
benden uit eigen beweging tot de arautle
zou worden overgegaan. En inderdaad zijn
dan ook de beide andere kiosken, waarvoor
aan den heer Van Keeken vergunning was
verleend, ten gevolge van diens faillisse
ment vrijwillig opgeruimd.
Nu dit evenwel met de kiosk tegenover
de buitensociëteit „Amicitia" niet schijnt
te zullen geschieden, on het niet aangaat te
dier zake langer een afwachtende houding
aan te nemen, zal tot dwang moeten wor-
don overgegaan. En daarvoor is het aller
eerst noodig, dat do bij Raadsbesluit van 10
Februari 1899 verleende, hij besluit van 16
Maart cL a. v. aangevulde cn bij besluit van
15 Juni d. a. v. op F. J. Th. van Keeken
overgedragen vergunning tot het plaatsen
van driukkiosken op den openbaren weg
in deze gemeente worde ingetrokken.
B. en Ws. geven daarom in overweging te
besluiten de hier bedoelde vergunning, met
ingang van den dag van het door den Raad
te nomen besluit, op te zeggen, met bepa
ling, dat de kiosk bij do Boerhaavestrnat
vóór 1 November a. s. zal moeten zijn opge
ruimd en de 9traat dan weder geheel ten
genoege van B. en Ws. zal moeten werden
opgeleverd.
Blijkons een tot den gemeenteraad go-
richt schrijven, heeft do heer J. P. Vergou
wen, na in de vergadering van 7 Septcm-
lej
,,Gij hebt hoed pn stok thuis jclrJ.tn. Men
moet dus veronderstellen, ciö gij zonder
hoed zijt uitgegaan."
„HoedH:j sprong op en greep naar den
koetsiorshoed. „Hebt gij geen hoofddeksel
voor mij meegebracht]"
„Gij hebt daarvan niets geschreven", ant
woordde ik en proestte van het lachen.
„Hoe moet ik dan van hier wegkomen1]
Ik kan toch niet met dit ding op het hoofd
door de straten gaan 1"
,,Ik had grooten lust, je daartoe te dwin
gen. En gij zult dat ook wel moeten doen.
Ten minste tot aan den eersten hoedenwin
kel, of gij moet hier blijven. Anders zit er
niets op. Ik verzet er geen voet voor."
,,Ik zal hem dragen; maar pas op, dat.
zet ik je betaald, zooals ik dat steeds heb
gedaan."
„Ik ben geen jongen meer," zeide ik, op
het persoonlijk voornaamwoord den klem
toon leggend. „Nu, dus vanwege het voor
wendsel. Gij zijt zonder hoed uit huis ge
gaan, hebt kameraden ontmoet en hebt den
geheelen nacht mot hen gespeeld. Meegaan
naar het bal van den gezant kondet gij niet,
maar wel den geheelen nacht spelen Uiterst
beleofd jegens je zuster, nietwaar] Gij
^wildot den eersten avond thuis blijven, wijl
'gij bijna hadt vergeten, hoe het er in een
•particuliere woning uitziet. Zeer juist, zeer
overeenstemmend.
..Houd toch op, Ohuck Wat ter wereld
kan ik dan aanvoeren!" vroeg hij neer
slachtig, terwijl hij de sigaar, welke ik hem
had gegeven, in brand stak.
„Leste jongen, ik bedenk geen voorwend
sels voor je; die moet gij zelf maar uitvin
den. Ik zal zwijgen, maar ik weiger, Nancy
om uwentwil wat voor te jokken. Dat spel
letje is de eenige verontschuldiging, welke
een zekere waarschijnlijkheid heeft. Zij
zullen je liefdeloos vinden, en dat zijt gij
ook, wanneer gij dit onzinnige plan ten
uitvoer brengt."
„Dat begrijpt gij niet, Chuck. Kon ik je
toch maar alles verklaren 1 De dames zullen
slecht van mij denken, totdat deze grap
"voorbij is; maar ik kan niet anderB, zelfs al
wilde ik."
„Is het juffrouw Annesley, Bob] Zijt gij
er met haar van doorgegaan] Kom, erkep
het. Wanneer zij het is, verandert dat de
zaak geheel."
Hij liep eenmaal door de cel en kwam
toen terug. „Gij hebt het geraden. Nu be
grijpt gij het zeker. Ik zou niet meer terug
kunnen, zelfs wanneer ik dat wilde.-
„Hebt gij het meisje liefl"
„Dat zou ik juist willen onderzoeken,
Chuck. Ik weet het niet zeker. Ik ben
nooit eer verliefd geweest, ja, ik weet niet
wat liefde is. Maar wanneer beven en een
kleur krijgen alleen bij de gedachte aan
haar, wanneer een woest verlangen ora
haar in mijn armen te nemen en met haar
weg te loopen, liefde is, dan heeft die mij
te pakken. Toen zij gisteravond uit het
rijtuig stapte, had men mij met een stroo-
halm kunnen omverwerpen. Maar ga mee.
Verwenscht hoofddeksel. Och, laat de men-
schen lachen. Hier dichtbij is een hoeden
winkel."
Hij zette dapper don witten hoed op on
gezamenlijk begaven wij ens naar het
dichstbijzijnde hoedenmagazijn. Daar gaf
hij zijn koetsierehoed een schop, zoodat die
in den versten hoek van den winkel vlocg.
Ik kocht een geschikte muts voor hem, gaf
hem tien dollars voor alle mogelijke geval
len, en wij namen afscheid van elkaar.
Aan een vriend in het Noorden zond hij
een telegram met het verzoek om een on
middellijke uitnoodiging per telegraaf en
liet het er op aankomen of hij een ant
woord zou krijgen of niet. Daarop zocht hij
het hem opgegeven adres op.
„Zeg als 't u blieft aan juffrouw Annesley,
dat de heer Osbome er is, vanwege haar
brief", verzocht hij de zwartoogige kame
nier, die hem had opengedaan.
„Is monsieur Osborne de nieuwe koet
sier!"
„Ja".
„Ik ga dadelijk!" Wat een knappe jon
gen om op koude winteravonden mee in de
keuken te zitten I
Warburton moest meermalen een opko
mend lachje onderdrukken. Nieuwsgierig
keek hij om zich heen. Van waar hij stond
kon hij in de keuken zien, waar de Fransche
kok zijn blinkende pannen in een rij hing
en daarbij een klein lied neuriede, dat War
burton dikwijls in Frankrijk had gehoord.
En nu lieten zich voetstappen vernemen en
de kamenier kwam met haar meesteres te
rug.
Robert ging van het èene been op het
andere staan, wist niet, in welke hand hij
zijn muts zou nemen, totdat hij die einde
lijk vastberaden onder zijn arm duwde. Het
was hem te binnen geschoten, dat het merk
der firmA daarin niet tot die behoorde, wel
ke de dienstbaren gewoonlijk in hun mutsen
hebben staan.
Deze magnetisoho, saffierblauwe oogen
maakten hem zenuwachtig, teen zij hem zoo
kalm aankeken.
IX.
Hoe vreemd het ook moge schijnen, haar
kostuum maakte in dat oogenblik het eerst
indruk op hem. De voetvrije rok was blauw,
vermengd mot een tintje grijs. Zij droeg
daarbij een witte golfblouse, een kleeding-
8tuk, dat juist toen in de mode begon te
komen. Slechts mannen, die elegante zusters
bezitten, weten dergelijke dingen op prijs
te stellen, en Warburton vooral zag op dat
punt scherp. Zij hield in haar hand een
paar versch geplukte papavers. Voor de
tweede maal ontmoetten hun blikken elkaar.
Den eersten keer (indertijd, toen zij uit het
portier had geleund)*'had zij haar oogen
neergeslagen; ditmaal was het zijn beurt.
Hij beschouwde aandachtig de punten van
zijn schoenen. Drie redenen noodzaakten
hem zijn blikken neer te slaan: ten eerste
was zij hier de meesteres, en hij zocht een
dienst bij haar; ten tweede had hij haar lief;
ten derde begin hij het eerste brutale be
drog in zijn leven. Een oogenblik was hij
op het punt alles te bekennen, vergeving te
vragen en zich uit de voeten te maken;
maar zijn nieuwsgierigheid was grooter dan
deze wensch. Hij zweeg en wachtte af, wat
zij hem had te zeggen.
„Celeste, gij kunt gaan", zeide juffrouw
Annesley.
Celeste wierp den verleidelijken koetsier
eon vurigen blik toe èn verdween.
„Hebt gij reeds lang met paarden omge
gaan?" begon het jonge meisje.
Had hij haar toch maar oven kalm en on
bevangen kunnen aankijken 1 Wat had zij
een mooie stem 1
„Ja, freule, ik heb ongeveer tien jaren'
paard goreden."
„Waar?"
„Den meesten tijd in het Westen."
„Zijt gij een Engelschman?"
„Neen, freule." Hoeveel zou zij wel dien
morgen bij de verhandeling gehoord hebbeni
„Ik ben een geboren Amerikaan."
„Zijt gij over hot geheel aan den drank'
verslaafd?" vroeg zij en beschouwde daarbij
het zuivere wit van zijn oogappels.
Om zijn mond trilde een nauw merkbare
glimlach.
„Neon, Ik had gisteravond ook niet ge
dronken, ten minste niet in den zin, zooals
de politie-beambten hebben beweerd. Wan
neer ik den geheelen dag zeer ingespannen
bon geweest of het koud heb. neem ik af
eD toe wel eens een hartsterking. Maar ge
woonlijk heb ik daarin geen trek."
„Waarom zijt gij gisteravond op den bok
van mijn rijtuig gestegen en weggereden?'5
Snel echoot hem een antwoord te binnen.
„Het betrof, freule, een grap tussohen mij
en eenige meisjes." Bijna had hij gezegd,'
dienstmeisjes maar aan Nancy denkend,
onderdrukte hij deze leugen.
„Tusschen a en eenige meisjes?" herhaal*
de zij met eenige verachting in haar stem.-
,Ik verlang een nadere verklaring."