ZO N D AG5 E>IA Df IÉID5CH DAGBIAD No. 15213. 25 September. Anno 1909. 41 Jr *r VAN HE.T Sill' Wittebroodsweken. •1- VWVWVWWi/^ Het kleine badplaatsje lag na een beeten Augustusdag kalm in den maneschijn; de meeste bewoners sliepen al, ofschoon het pas tien uren was. Maar door de open ven sters van een klein, wit huis, aan liet eind der lange, smalle straat drongen nog de to nen van een piano. De gordijnen waren op getrokken. Van buiten kon men een paar voeten in fijn schoeisel op de vensterbank ontwaren. Zij behoorden aan een jongen man, die in gemakkelijke houding lag uitge strekt, 6en sigaar rookend. De piano zweeg't lied was uit en een jon ge vrouw met van geluk stralende oogen kwam aan het venster en staarde droom end naar buiten. „Onze laatste avond hier 1" zei ze na een poosje, treurig. „En nu moeten onze witte broodsweken voorbij zijn, Felix1?" „Ja", zei hij, „dat is zoo, belaas!" „Felix, 't was toch heerlijk, niet V' „Ja, dat was het, in elk opzicht." •Lucy stond naast hem; hij sloeg een arm can haar heen en trok haar naar zich toe. „En jij gaat toch ook ongaarne van hier, nietwaar V' vroeg zij weer. „Ja, maar zeg, het vooruitzicht, weer eens in wat gemakkelijker stoel te zitten, is ook niet kwaad." Daarbij schoof hij heem en weer om wat behaaglijker houding in zijn zetel te vin den, en zij lachte, zich tegen hem aan vlijend „Echt als een man gesproken! Maar, niet waar, Felix, jij vondt die lange, rustige kvonden toch ook heerlijk, die wij geheel voor onszelf hadden, zonder door iemand gestoord te worden?" „NatuurlijkMisschien heb ik er nog meer van genoten dan jij want ik bad jou «oor gezelschap, en jij hadt enkel mij." Lucy lachte. „Och, onzin F* Een poos zwegen beiden, naar buiten sta rend. „Feüx, laten' wij altijd onze avonden zóó doorbrengen als we thuis zijn. Ik bedoel, dat we geen menschen bij ons vragen of naar anderen gaan. Dat is zoo vervelendWat hebben we met de menschen noodig? Laat mij alleen met jou zijn. Als het aan mij lag, aoudten we altijd in de wittebroodsweken ejjinl" „Ik verlang niets betere 1*} sprak hij tee- 'dar. Lucy sat alleen in haar prettige huiska mer en keek peinzend in het vuurop haar schoot lag een krant, die ze nu en dan vluchtig inzag. „Symfonie-concertEen jaar geleden ©ouden wij daar stellig samen naar toe zijn gegaan, maar nuZou Felix het mij erg kwalijk nemen, als ik hem voorstelde, met mij daarheen te gaan? Zooi hij dan denken, idat ik onze avonden moede,ben?" Zij zuchtte even, stond op en stookte Eet vaar wat aan.' „Ik ben dat zeker niet... ik niet. Meer dan ooit boud ik van hem. Maar... Sohu- berts „Unvollendete" en een ouverture van Beethoven... Zou Felix niet willen, voor een keertje?" „Een telegram, mevrouw Lucy scheurde het snel open en staarde met wijd geopende oogen op de letters: „Kom heden laat thuis. Onverwacht opont houd. Felix." Het was de eerste avond in hun huwelijk, dat zij niet samen zouden zijn. Er moest iets heel gewichtigs op het kantoor zijn voorgekomen. „Onverwacht oponthoud". Wat kon de reden zijn? Arme Felix Hoe naar voor hem En ook voor haar, die nu een langen, een ramen avond voor zich had. Daar doorschokte haar plotseling de ge dachte: als zij, nu Felix toch niet thuis kwam, eens naar het concert ging. Dan kon hij er toch eigenlijk niet door gekwetst zijn. Zij behoefde het hem niet eens te vertellen, als hij niet.... Maar als hij eens thuis kwam, vóór -zij te rug was? Zou hij het niet onhartelijk vin den, dat zdj hem niet wachtte? Zdj aarzelde een oogenhlik, keek nog eens naar het programma in de krant en liep ving de kamer uit. „Emma, gauw klaarzetten! Meneer komt niet, en ik ga uit!" Een uur later zat Lucy op het balkon in de concertzaal, waar zij dikwijls met Felix gezeten had, in bun verlovingstijd. „Wij hadden kalm nu en dan hierheen moe ten gaan, dacht zdjmaar we wilden im mers geheel alleen met ons beiden zijn! Zou Felix ook niet graag weer eens een concert hooren 1 Hoe zal ik het hem voorstellen, zon der dat hij denkt...." De zaal liep snel volhet orkest nam zijn plaatsen in, het stemmen begon. Lucy leunde tevreden in haar fauteuil. Schuberts „Unvollendete" greep haar zóó aan, dat haar oogen zich met tranen vulden. Zij moest den geheelen tijd denken aan dien gelukkigen avond, toen zij die symfonie met Felix samen had mogen hooren. Zij veaiiet de concertzaal, vervuld van de heerlijke melodieën, waarnaar ze weer eens had mogen hooren, en op de thuisreis, in den omnibus, bedacht zij met verbazing, hoe ze zulk een genot zoo lang had kunnen ont beren en zich vergenoegen met haar eigen pianospel. En Felix ook... Felix, die even zeer van goede muziek hield als zijhoe had hij de mooie concerten, die zoo gemakkelijk toegankelijk waren, moeten missen! Zij schudde het hoofd. Zij hoopte, dat hij niet thuis op haar wachtte, alleen en verwaarloosd. Terwijl zij, in gedachten verdiept, voort- hobbelde in den omnibus, hield voor hun woning een rijtuig stil en Felix sprong er uit. „Goeden nacht, oude vriend, en wel be dankt! Het was een goed idee van je, mij af te halen." „Het doet mij pleizier, dat het je bevallen ia antwoordde .een. stem uit het rijtuig. „Een volgenden keer moet je je vrouw ook meebrengen. Dan zal ik zorgen, dat ik dria biljetten heb. Nu, adieu!" Felix beklom de trap, tamelijk schuldbe» wust. Hij opende de deur van hun étage enj liet zijn zacht fluitje hooren, dat gewoonlijk* Lucy aanstonds op de gang deed verschijnen! om hem te verwelkomen. Ditmaal echter kwam, tot zijn verbazing, slechts Emma op-, dagen uit de keuken, met een slaperig ge zicht. „Mevrouw is uitgegaan. Wil ik voor me neer een boterham klaarzetten „Eten?... Ja neen, ik zal nog een poos je wachten. Heeft mevrouw gezegd, waar been ze ging?" „Neen mevrouw beeft heel vlug gegeten en toen is ze gauw weg gegaan," „Weet je ook, of Ze mijn telegram ctu tv an- gen heeft?" „Ja, dat heb ik zelf aangenomen en aan mevrouw gegeven." Hij trad in de verlaten huiskamer en ging fluitend op en noer. De melodie was uit Schuberts „Unvollendete Symfonie". Plotseling hield hij op e-n stak een siga ret aan. „Wat zou zij er van genoten hebben t" sprak hij voor zich. ,,Ik geloof, dat dit een tonige leven niets is voor haar. Maar als ik haar een afwisseling voorstelde, zou ze nog denken, dat het alleen-zijn met haar mij verveelt. Zou ik haar zeggen, dat ik van avond met Frits naar het concert ben ge weest? Zij schijnt ook de een of andere ver strooiing te hebben gezocht." Hij wachtte een poos ongeduldig, zich ver velend, en stond juist op het punt booe te worden, toen er gebeld werd en Lucy dade- lijk daarop met stralende oogen binnentrad. ,,Je hebt toch, hoop ik, niet lang op mij gewacht?" zei ze verontschuldigend. „Neen, zoo erg lang nog niet", aei hij ontstemd. „Maar ik wist in het geheel niet, dat je wilde uitgaan." „Het was zeker iets onprettigs op het fen- toor, dat je ophield?" vroeg Lucy zonder op zijn woorden in te gaan. „Ben je moe?" „Een beetje. Niet al te erg." Hij was blij, dat hij haar eerste vraag niet behoefde te beantwoorden. Graag zou hij haar hebben gevraagd, hoe ze haar avond had doorgebracht, doch zijn trots Bet dat niet toe. Zij gingen samen aan tafel; beidien sche nen vervuld van gedachten, keken op hun bord, glimlachten vluchtig en wendden dan schuw bet hoofd af, bang dat de ander betJ gemerkt had. Eindelijk stond Lucy op. ga naar bedj", sprak zij, en boopte m stilte, dat Felix wel een woord van op heldering zou zeggen over zijn uitblijven. Dat mocht toch wel. Zij ging zacht neuriënd haar 'de deur. Fe lix keek op... Was dat niet de melodie urtf Schuberts „Unvollendete"? Hij zat nog altijd aan de tafel, stak een versche sigaret aan en haalde een program ma van het concert uit zijn zak, dat hij nog eens ging bestudeeren. Daar kwam Lucy, in haar p&igpóif, toet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 19