No. 15198, LEEDSCH DAGBLAD, Woensdag 8 September. Tweede Blad. Anno 1909. PERSOVERZICHT. Gemeenteraad van Leiden. De terugkomst in het vaderland van dr. A. Kuyper geeft de .,N i e u w e Rotterdamsche Courant" aan leiding er op aan te dringen, nat door nein meer neut worde verseuait in de nog duis tere zaait van de ri d d e r o r e. Het blad sciirjjit o. a. D< üaak is van te groot publiek belang om op baar de politie* van den dooipot toe te passen. De naam van een onzer voor naamste „christen "-staatslieden is in ver denking gebracnt> en hij zeif neeit aan uie verdenking veel voedsel gegeven. Het gaat hier om üe eer van oen ouzjt eerste, meest gezagnebbende pubhciSten, om de eer van liet invloedrijkste lid aer auti-revoiut.on- naire partij. Is zij niets waard l Voor „H e t Volk'' wellicht niet; maar ook niet voor dr. Kuypers party '1 En wanneer straks bet Kamerlid voor Ommen zyn ouden toon van gezag op het Binnenhof zal hernemen; wan neer straks de hoofdredacteur van „D e S t a n da a r d" ons zyn gowaardeerde les sen over constitutioneels en andeie ethiek in ruime mate zal soaenkon, kunnen wij, burgers, dat alles dan onder deze omstan digheden aanvaarden, gelijk wij voorheen gaarne deden l Ons dunkt, dr. Kuyper zelf kan dit niet verwachten, noch widen. Nu ,,H e t Volk" in de lango weken, waarin dr. Kuyper „buitenaf" was, do bewijzen, die het zeide nog in handen te hobben, met gd, moet dr. Kuyper de eerste zijn om het on houdbare van den toostend te boöe.fen, en t*i pogen, zijnerzijds daaraan een emde te maken. Hijzelf heeft met zoovele woorden erkend, dat in de zaak meer licht kan en ook moet worden gebracht. Hij is thaas buitenaf- a f. Voordat do beslommeringen, aan het Kamerlidmaatschap verbonden, opnieuw zijn krachten in beslag zullen gaan nemen, resten er nog twee kalme weken, nagenoeg. De gelegenheid is schoon, om de meest volstrekte opening van zaken te ge ven, zooals die in de gegeven omstand gao den mag worden gecischt. Dr. Kuyper kan tioh den dank van allen verwerven. Indien het bericht van „D e T ij d", dat wij kort geleden in ons blad overnamen, juist is, kunnen wij zeer spoedig van dr. Kuyper's hand een brochure te geraoet zien. Er is over deze zaak nog eens meer een brochure aangekondigd, die echter tot den huidigen dag niet is verschenen. Eemge aandrong onzerzijds, om het dan nu einde lijk maar zoover te laten komen, is dus wellicht niet ongepast. Mogen wij, als het niet meer met een ingezonden stuk in ,,De 8tandaard" afkan, althans door een brochure bemerken, dat dr. Kuyper inder daad terug is, en zijn aanvankelijko mee ning, dat meer licht in de duistere zaak moet worden verschaft, niet op de bergen heeft achtergelaten. Ook opdat het. zeker niet denkbeeldig gevaar worde voorkomen, dat. hij, bij de heropening van het parle mentaire leven, misschien fcr-gen zijn zin, „buitenaf" zal worden gesteld. In een entrefilet onder het opschrift: Kcsmali exempli maakt ,,D e L i m- burger Koerier" ter zake van het besluit om nog vóór de sluiting der huidige zitting de aftredende Tweede K amer omtrent het m ij n w e t j e-V a n K o 1 te laten beslissen, de navolgonde opmerkin gen: Dit besluit kan ons slechts matig bekoren. Ten eerste, omdat wij van de wellicht zeer onvoltallige Kamor geen ernatig-door- dacht wetgevend werk verwachten, maar veeleer een streven om zich op één dag van de onverkwikkelijke, doch zeer ingewikkel de taak af te makon. Ten tweede en vooral, omdat wij een bü- ccnroeping van het oude Parlement na af loop van do verkiezingen als een gevaarlijk antecedent beschouwen. Thans geldt het een onderwerp van wet geving, dat algemeen wordt geacht in de neutrale zone te liggen. Maar wie waarborgt ons, dat straks langs denzelfden weg geen vinnige partijwet het „Staatsblad" zal worden binnenge smokkeld door de staatkundig verslagenen bij den voorafgaanden verkiezingsstrijd 1 De bloote mogelijkheid, dat een boo pas Boor den volkswil omgeworpen meerderheid toch het land de wet zx>u gaan vooachrijvon, moet o.L van meet af worden uitgesloten. En daarom hopen wij, dat op de banken 'der Kamer zelve een krachtig protest zal weerklinken tegen deze poging om belang rijken arbeid to doen verrichten door een „volksvertegenwoordiging", die niet meer al- zoodanig mag worden beschouwd. In „Haagschc Brieven" in „De Tijd" lézen wij Öp het laatste der tijden zal men rare Öingcn zien. Een tiental leden, waaronder fwee, die den dag daarna zullen opgehou den hebben van dc Kamer deel uit te maken, hebben het in hun hoofd gekregen jde stervende Kamer nog eens even leven m te b'ai'ch! om den heer Van Kol ge legenheid te geven met stentorstem zijn 'zwanezang te houden. De bourgeoisie heeft nooit zooveel égards gehad voor een door 'de kiezers gewogen en te licht bevonden lid, dan het socialistisch groepje met en kele helpers in den nood. Het is dan ook de allereerste maal, dat een socialist heeft .opgebouwd cn een eind op weg is om zijn werk af te leveren. Het zou voor hem dan .We! een tegenvaller zijn, wanneer de heer tVan Kol, niet in het „Staatsblad" ver scheen, zij 't gestut en overeind gehouden door bourgeois p?.Ien, in den vorm van Amendementen. Is het met dit al wel ver standig en zou het niet veel beter zijn ge- Wees' wanneer men de dingen hun natuur lijken loop bad gelaten en het wetje had begraven mét het verdwijnen van zijn au teur; ik laat den inhoud daar, maar de wi.' e, waarop cl,- Kamer deze geheele zaak heelt behandeld, strekt haar niet tot eer. Hei ontwerp.Van Kol kon er niet door, al thans naar het oordeel d,er meerderheid. Het ware, zoo er gestemd was, met een geweldige meerderheid verworpen. Men is toen aan het amendeeren gegaan, zoo noemt de Kamer dat ten minste met al te groote bescheidenheid d.i. men heeft, naast het gewogen en te licht bevonden voorstel-Van Kol, allerlei geïmproviseerde andere voorstellen geplaatst, die met dat van den heer Van Kol zoo ongeveer niets gemeen hadden. Het is een zwakheid ge weest van den voorzitter, dat toe te laten. In de verwarring, door deze nieuwe voor stellen ontstaan, heeft men het voorstel Van Kol, te gelijk met alle nieuwe voor stellen, weer naar de afdeelingen verzon den. Een nieuw voorloopig verslag is ver schenen en ook een nieuwe memorie van antwoord, niet van alle voorstellers want het wetsontwerp draagt maar den naam van één maar van den éénen voorsteller, den heer Van Kol. Ik kan dezen in 't geheel geen ongelijk geven, waar hij van een drietal amendementen, door verschil lende leden van de rechterzijde ingediend, zegt, dat zij lijnrecht ingaan tegen het stre ven in zijn wetsvoorstel belichaamd. Hij neemt echter wel een wéinig al te ministericelcn toon aan, wanneer hij daar op laat volgen, „dat hij op deze amende menten, geheel buiten het kader van zijn wetsontwerp liggende en voor een deel lijn recht indruischend tegen zijn duidelijk uit gedrukte bedoelingen, thans niet verder wcnscht in te gaan en de verantwoorde lijkheid daarvan niet kan aanvaarden." De Kamer heeft nu eenmaal dedrié amendementen zij het ten onrechte toegelaten en men moet haar al heel slecht kennen en de socialisten moeten haar wel geheel anders beoordeelen dan zij zelve zijn, om aan te nemen, dat men over die amendementen niet meer zal spreken, al leen maar omdat de heer Van Kol heeft gezegd, dat hij de verantwoordelijkheid daarvan niet kan aanvaarden. Lieve hemel, indien de Minister met zulk een verklaring bij de socialisten er af kwam, dan zou het nogal schikken. In den regel beginnen zij dan pas uit te pakken. Het is zelfs niet onmogelijk, dat de Kamer, na ze eenmaal te hebben toegelaten, een der drie amende menten aanneemt. Gelukkig, dat de heer Van Kol geen lid der Kamer meer is, an ders had hij in dit geval het voorstel, waar van hij de verantwoordelijkheid niet zou kunnen aanvaarden, moeten gaan verdedi gen in de Eerste Kamer. Grooter. persi flage op de geheele behandeling van dit wetsontwerp door de Tweede Kamer ware zeer moeilijk denkbaar geweest. Maar al gebeurt dit niet en al worden dc amendementen verworpen, ja, zelfs inge trokken, discussie er over zal er zijn, zoo dat het mij dan ook een ondenkbaar iets is, dat de Kamer zoo zij stervende niet ge heel anders i s geworden dan toen zij leefde in den eenen dag, dien de tien heeren haar toegedacht hebben, ook in de twee, haar door den heer Röell geschonken, klaar komt. Het uitschrijven der vergadering lijkt mij ook een vrij nóodelooze plagerij van de 90 leden, die niet ondertcckcnden, en on der dezen van dc 25, die den dag daarna, zullen hebben opgehouden Kamerleden te zijn. Men had dan zeker beter gedaan voor de eer en waardigheid der Kamer, wanneer men deze oproeping niet had üitgelokt, en men was ook meer democratisch geweest. Wat zouden de socialisten zeggen, indien men poogde een hun niet gevallig wetsont- werpje nog even er door te halen met een Kamer, waarvan dc samenstelling, als niet meer beantwoordende aan hun wenschen en denkbeelden, pas door de heeren ls veroordeeld. Op het Congres voor de afschaf fing van bak kers nachtarbeid, te Utrecht, heeft de heer Schaper prof. Voll- mar gemeend te mogen verwijten, dat hij, man der wetenschap, „zich vinden liet om de belangen van een paar groot-industriee- len te helpen bevorderen. De heer Vollmar heeft hierin aanleiding gevonden om dc vergadering te verlaten. „H et Volk" heeft gezegd, dat de we tenschap dient om het levén te verlichten en te vermooien, dat de professor dus had moeten zwijgen en dat het niet aangaat zich over dergelijke kleinigheden boos te maken. Het „Handelsbla d", van deze gé- dachtenwisseling melding makende, schrijft o.m. Is dc geneesheer, die naar werd mede gedeeld, verklaard heeft, dat versch brood ongezond is, een socialisten-knecht En de geneesheer, die het ongezond zijn van versch brood een oude en geliefkoosde fic tie genoemd heeft, ook een kapitalisten knecht? Men heeft Donderdag weer eens kunnen zien op welke heusche behande ling men rekenen kan, als men in het open baar met sociaal-democraten debatteert. Wij behoeven ons standpunt ten opzichte van het wetsontwerp-Talma niet meer uit een te zetten. Onze ernstige bezwarep zijn nergens weerlegd en ook op het Congres zijn zij deels niet besproken, deels niet weer legd. De meeste sprekers hebben niet, dc nadcelen, doch slechts de voordeelen van afschaffing van bakkersnachtarbeid bespro ken. Wat bijv. te zeggen van ds. Bruounel- kamp, die „vermeende bezwaren" zal noe men cn dan ook inderdaad „vermeende" bezwaren opnoemt, die weinigen er aan iullen denken te opperen? Dat het pu bliek versch brood eischt, zou een bezwaar zijn tegen afschaffing van den nachtarbeid cu eb. Brummelkamp voert daartegen aan dal men aan alle cischcn van het publiek niet behoeft toe te geven. Volkomen juist maarmet de zaak heeft het niets te maken. Dc vraag is of die eisch van sma kelijkheid, aan het hoofdvocdingsmiddei gesteld, zoo onredelijk is en of het verstan dig is door de wet het toegeven aan dien 'eisch te verbieden. De vraag is mede of de groote voordeelen, ontegenzeglijk aan afschaffing van nachtarbeid verbonden, op wegen tegen de groote bezwaren, dé groo te nadeelen, daaraan verbonden. Die vraag is niet behandeld; op het Congres was nie£ één voorstander yan afschaffing y^n, nachtarbeid, dié dé bezwaren, aan afschaf, fing verbonden, onder de oogen durfde zien of pok maar gedeeltelijk wilde én- kennen. Het congres is wéder één treurig voor beeld geweest van het stemming maken voor, wettelijke maatregelen door eenzijdi ge voorlichting van de groote massa van tot oordeelen onbevoegden.; In een driester Achter de Soher- men zegt ,,Het Centrum": Onder het opschrift: „Een kijkje achter de schermen", wordt uit Breukelen aan „De Telegraaf" geschreven: „Het denkbeeld om in Breukelen van R.-K. zijde met oen eigen candidaat uit te komen, is volstrekt niet afkomstig uit het district, doch uitsluitend van de redactio van „H e t Con trum." Achter deze geheel o geschiedenis staat weer een invloedrijk Katholiek ingezetene van Utrecht, die roods meermalen in den laatsten tijd te kennen gegeven heeft, naar de Kamer te willen afgevaardigd worden. Naar Wijk-bij-Duurstede was reeds lang uitgezien, maar aangezien mr. De Ridder zich weer herkiesbaar stelde, kon er van Wijk-bij-Duurstede geen sprake zijn. Nauwelijks kwam nu dc zetel voor Breu kelen vrij, of „Het Centrum" legde er beslag op met de vooropgezette bedoeling, dien invloedrijken Katholieken ingezetene van Utrecht, lid van Gedeputeerde Staten van Utrecht, en wiens naam reeds in verband gebracht is met eon candidatuur, het man daat te bezorgen. Men stuitte eohtor al da delijk af op den onwil der anti-rev., dio zoo beslist mogelijk uitspraken, dat zij Breuke len tot 1913 aan hen als toegewezen be schouwden cn hot denkbeeld van oen Ka tholieken candidaat niot eens wilden over wegen. Inlnsschen ging de Katholieko pers verder op het denkbeeld in en de Katho lieken in het district volgden dat voorbeeld." Er volgt nog meer, maar dit brokje is voldoende om aan ieder, dio het district kont, duidelijk te maken, hoe absoluut on kundig schrijver van bovenstaand omtrent don werkclijken toestand is. Reeds bij do groote algemeens verkiozin- gon was do neiging der katholieken in Breu kelen sterk naar een eigen candidaat en nu ware deze neiging werkelijk niette weer houden geweest. Maar het merkwaardigs te van deze on waarheden is, dat „Het Centrum", spe ciaal met hot oog op oen "bepaald persoon bodocld is baron Dc Wykerslooth „beslag" op den zetel zou hebben gelegd. Wanneer „Het Centrum" die bedoe ling had gekoesterd, zou het toch niet zoo dom zijn geweest, in de eersto betreffende driestar te wijzen op de wenscholylcheid der vorkiezing van oen „medicus, een militair of een landbouwer." f En hot zou toch zeker niet hebben ge schreven, dat het nu eens geen jurist wezen moest. Dit ware dan toch wel do allormalslo manier om de candidatuur in te leiden van iemand, die noch medicus, noch militair, noch landbouwer en daarentegen wel jurist is. We verklaren dan ook nogmaals beslist en oprecht, dat door ons bij het schrijven van bedoelde driestar niot aan genoemden can didaat is gedacht. En we vorzocken „DeTolegraa f," deze verklaring met liet bewijs ter kennis har er lezers te hrengen. ,.0 n z e West" schrijft naar aanleiding van het a f t r e de n van den heer Iden- b u r g als m i n i at e r „Het aftreden van den heer Idenburg als minister mag voor de kolonie oen ver lies heeten. Met groote toewijding heeft hij, als Minister zoowel als Gouverneur, de belangen van Suriname behartigd. Cf hij daarbij steeds juist gezien heeft, is een vraag, die niot ieder bevestigend zal be antwoorden. De geestdriftig toegezwaaide lof voor zijn financieel plan bijvoorbeeld blijkt meer cn meer voorbarig te zijn ge weest. Maar ook bij verschil van inzicht was dc heer Idenburg een persoonlijkheid, die achting en eerbied afdwong, ware het al leen om zijn minzaam, bezadigd optreden, en zijn verdraagzaamheid tegenover anders denkenden. Naast den heer Lely, heeft de Kolonie aan zijn machtigen invloed in het Moeder land de uitvoering to danken van vele krachtige maatregelen in het belang van de oeconomischo ontwikkeling der Kolonie. Voor zijn goed bedoelen zijn wij den heer Idenburg erkentelijkheid verschuldigd, ftl betreurt men mèfc hem, dat het succes \an veel, wat ondernomen werd, tot dusverre op zich laat wachten. Het aftreden van dezen Minister betedkent voor Suriname bet verlies van een trouw en oprecht vriend.'- Over den politiek en toestand wordt in een „Haagschc Correspondentie" in de „Z utphensche Courant" het volgende opgemerkt: Het komt ons voor, dat ook ter rechter zijde pogingen worden aangewend om dr. Kuyper's invloed op regeeringszaken zoo ncodig nog weer te fnuiken. Oppervlakkig gezien is de onderlinge naijver in Breu kelen van slechts geringe» fccterikenis. Anti-revolutionnaircn en Roomsch-Katho- lieken kibbelen over een zetel, die onver hoopt door den tot Minister opgevijzelden heer De Waal Malcfijt verlaten werd. Hoe kan men zich zoo warm maken over dc vraag of een Roomseh-Katholiek dan wel een Hervormde of Gereformeerde ja en neen zegt op hetgeen de Regeering gelieft voor te stellen? Verschilpunten zijn thans tusschen de rechtsclm partijen nog niet aan den dag getreden. Mr. Heemskerk ia er do man niet naar om een stap te zetten in een richting, waarvan hij in de verte kan ver moeden, dat niet alle zestig heeren met ge noegen zullen volgen. Maar het is niet alleen in het district zelf, dat men zich juist opwindt. De hoofd organen der Katholieke pers nemen deel aan het gekibbel; vergissen wij ons niet, zoo heeft zelfs ,,D e T ij d" de campagne te gen den anti-revolutionnairen candidaat ge opend. Het is „D e T ij d" geweest, die in de Lehmann-Westmeyer-historie het minst welwillend van alle rechtsche biaden over dr. Kuyper oordeelde; „De Tijd", die, uiterst handig, bijna geheel aohter de scher men blijvende in de 8weerts-aangelegen- heid, de kAt de bel aanbond. Het schijnt „D e T ij d" te zijn, die, nu de anti-revola- tionnairen bij de jongste verkieringen hun kracht zoodanig vermeerderd zagen, niets nalaat om die macht weder te doen slinken. Het begint er dus den schijn van te krij gen, dat de conservatief Katholieke elemen ten in de coalitie probeeren zich een over wicht te verzekeren, dat in het ministerie, waar mr. Kolkman een zeer op den voor grond tredendte persoonlijkheid is, kan doorwerken en ten opzichte van de bohoud- cuoht niet anders dan bevordering van de Lohman-groep zal ondervinden. Zoo zal het gaandeweg duidelijker worden, dat zij in het conservatieve vaarwater geraken en dat met name voor kiosrochthervorming door het miniBterio wel in het geheel niets zal worden uitgevoerd. Vervolg der vergadering van gistermiddag. 5. Benoeming van drie leden van de Oom missie voor het Stedelijk Museum „de La kenhal", (aftredende leden: do H.H. mr. P. J. M. Aalberse, mr. J. A F. Cooborgh en J. Korovaar P.Azn.) (234). Benoemd worden de hoeren Aalberse, Ooo- bergh en Karevaar. De hoeron Aalberao cn Korovaar verkla ren de benoeming to aanvaarden. 6. Benoeming van drio leden van het Be stuur der Stedelijke Werkinrichting, uit do leden van den Raad, (afiredende leden: de H. H. J. A Bote en P. J. Mulder, 1 vaca ture). Benoemd worden do heeren Bots, P. J. Mulder on Van Hoeken, die verklaren do benoeming to aanvaarden. 7. Benoeming van een lid van het Bestuur der Stedelijke Werkinrichting, bulten de leden van den Raad. (229). Benoemd wordt do heer Lo Poole, ter ver vulling der vacature, ontstaan door bot be danken als bestuurslid van den hoer H. W. Tielcman. 8. Benoeming van eon lid on van een plaatsvervangend lid van de Commissie van onderzoek, bodoeld in art. 22 van bet Reglement voor de werklieden in dienst vaq_ de gemeente Leiden, (aftredende le den- de H.H. mr. A. van der Eist en rar. P. E. Briët). Bonoomd worden de hoeren Van der Eist en Briët, dio verklaren dc benoeming to aan vaarden. 9. Benoeming van een lid van het bestuur der voreeniging „Konnis is Macht." (222). Benoemd wordt dc heer Pcra, tor ver vanging van don heer J. Hartovelt Azn., die niet als Raadslid wna herkozen. 10 Benoeming van een onderwijzer- plaatsvervangend hoofd der school 3de klasse No. 2. (227). De heer S ij ts m a is getroffen door de lengte van het rapport ter aanbeveling van deze voordracht. Spr. meent, dat er door die lengte, iets goede gepraat moest wor den. Spr. wijst op de verschillende rappor ten van den schoolopziener en het sohool- hoofd. En dan vraagt hij zich af waarom er nie»t wat meer op anciënniteit is gelet. Bij vroegere gelegenheden hebben andero namen op de voordracht gestaan. Waarom die nu niet erop geplaatst'? Spr. meent dat er andore personen rijn die meer in aan merking komen en verzoekt B. en Ws. dc voordracht terug te nomen. De heer Fokker ondersteunt het voor- stel-Sijtsma. Spr. vraagt ook wat meer keus bij de voordracht en is met deze niet erg ingenomen. De heer Z wiers is hot met dc vorige sprekers eens. Spr. vraagt of het niet wen- fchclijk ware, eens wat eenheid te brengen bij het formcercn van de eieohen noodig om op een voordracht te komen. Nu ia or stel selloosheid. Hot eenc hoofd wil detzo, het andere gene hoedanigheden in rijn onder wijzers. Zoo kin het niot langor meer gaan Spr. vraagt don Wethouder van onderwijs daarover eens zijn gedachten te willen laten gaan. Dc Voorzitter zegt dat het stelsel van de wet tot deze toepassing aanleiding geeft. Dat er verschil van opinie is over do sollicitanten, is algemeen vorsohiinsel. En te veel wordt er ook niet afgegaan op het oordeel der hoofden. Spr. is wel wat ver baasd dat de heer Sijtsma nu too spreekt. Vroeger was zijD opinio een andere. Spr. verdedigt nader de voordracht en is er niet zoo dadelijk voor om dozo terug te nemen. Indien eohter verschillende leden nog do stukken eens nader willen inzien, dan heeft spr. geen bezwaar, deze benoeming tot de volgende vergadering uit te stellen. Stemmen: Ja... Neen... Afmaken... Dc. heer S ij ts m a meent dat er geen aanleiding is tot afmaken. Waarom niet eens wat nader de zaak bezien Er is toch geen bezwaar aan verbonden. Spr. verde digt nader de onderwijzers, die ook op de voordracht hadden dienen le 6laan. Waar om nu niet eens onderzoeken? De ouder wijzers die vroeger eens op de voordracht hebben gestaan, verdienen er nu ook op te prijken. De tegenwoordige oandidaten zijn zrkcr goed. Spr. wil niets van ze zeggen, maar er had toch wel wat meer op anciën niteit mogen wordon gelet. Bovendien is aan de personen, dio nu niet voorgedragen zijn, vroeger cenigszins een belofte gedaan De Voorzitter bestrijdt'nader eenige opmerkingen van den heer Sijtsma. De heer Meuleman meent dat wij in deze geheel mogen afgaan op het hoofd der school. De-ze heeft graag iemand, waar mee hij reeds jaren heeft samengewerkt. Dat is begrijpelijk. De heer Fokker meent dat er weinig eenheid is böj het beoordeelen van de rap porten van den schoolopziener. Spr. ver dedigt nader aanhouding van dit punt. De discussie wordt gesloten. Het voorstel-Sijtsma wordt met 15 tegou 12 stemmen verworpen. Vóór stemden do heeren Do Boer, Driea> sen. Van der Eist, Fokker, Van Gruting, Van Hamel, Carpentier Altiug, Pera, Rci- meringer, Roem, Sijtsma en Zwiers. Daarop wordt de heer J. J. van Bostelen, onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de openb. school der 3do klasse No. 2, met 2t stemmen benoemd. Blanco 3 stommen. 11. Benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofdnkte aan de Jongensschool 2do klasse. (226). Benoemd wordt do heer G. L. Hofstecnge, onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de openb. school der 3de kl. No. 5. 12 Verzoek van mej. J. van der Stel om eervol ontslag als 3do onderwijzeres in do handwerken aan do school 4do klasse No. 2. Wordt eervol verleend. 13. Voorstel tot beschikbaarstelling van een bedrag van 9750 voor de oprichting van een gemeentelijke desinfectie-inrichting in een der lokalen van het voormalig Caeci- liagnsthuis. (228). De heer Bosoh vraagt aanhouding niot alleen mot het oog op den tijd het is nu over 5 uur maar ook om wat nader u> lichtingen to krijgen over do vestiging var den desinfectïe-oven, speciaal hoe do be cwaren indertijd door de heeren Roem sn Stigter geopperd, rijn ondervargon. Daar over is niet te veel licht in do stukkon De heer Fokker ondersteunt bet voorstel. De Voorzitter bad niet verwioht) dat aankondiging van dit punt zou worden gevraagd. Spr. wijst op het groote gevaar De stukken zijn duidelijk genoeg. Indien do Raad het voorstel-Bosch aanneemt, werpen B. en Ws do verantwoordelijkheid van neb af. Is de Raad dan bereid die op zioh to nemen Geroep: Ja, ja. De heer Roem had liever willen zwijgen, maar nu do Voorzitter het over do verant woord el ij khekl heeft gehad, wil hij took oven eem woordje zoggen. Spr. heeft van 3 personen gehoord dozo week, dat de Raad door B. en Ws. om het niot aanwezig zijn van eon desinfectie-oven, wordt aansprake lijk gesteld en uit do stukken Wijkt, dat B. en Ws, zeggen: het is de schuld van den Raad. Spr. gnat do geschiedenis van dit voorstel na. Eerst is in 1907 een voorstel in gediend, dat is teruggenomen. Later in 1903 andermaal een drieledig voorstel tot oprichting van een deainfectic-oven, loka len, enz. Bij de behandeling daarvan, zcid^ de Burgemeester o.a dat als do Raad rioh niet mot het geheele drieledig voorstel ver- eenigt, daaruit blijkt dat B. en Ws de za&'c niet breed genoeg hebben opgevat en dan zullen B. cn Ws. natuurlijk breeder voor stellen moeten indienen. Dc Raad verwierp toen hot tweede deel van hot voorstel. Daarop ia echter verder niets gedaan, dan eon brief aan do Gasfa briek over een stoomketel. Spr zogt dab hot niet do schuld van den Raad is, miar van B. en Ws. dat er nog geen desinfoctie- oven is. Spr. vr.ia^t waarom niet gehandeld is overeenkomstig de hoalissing van dort Raad toon ter tijd Stem: Ziezoo! De heer K o r va a r zal niet ingaan op de woorden van don heer Rrem. Zij zijn niet geheel aan de orde. Thans is de vraag: aan houding of niet. Spr. meent, dit B. en Wi al'os hebbon gedaan wat re hadden moeten doen on daarvoor nemen zo graag de ver antwoorde!'»kheid op zieh. Do dliscussie wordt gcaluten. Hot vooretel-Bosoh tot aanhouding wordt «vang nomen met 23 tegen 3 stommen. To- gon de heeren: Kerstens, Korevaar on Van Hamel. Thans gnat do Raad over tot hot verdert ien dor Sectiën, voor het onderzoek der ontworp-eemeentebogrooting voor 1910 De vergadering wordt daarop door dort Voorzitter na rondvraag gesloten. Gemeenteraad van Aarlanderveen. Voorzit tor: do Burgemoebtor. Afwezig do heer J. van der Knijff. Do Voorzitter opent de vergadering, waarna de nieuw gekozen leden, do hoeren S. Dompeling, mr. O. van der Lee, 0. van Egmond en J. van den Bosch de bij do wel» gevordord© eeden afleggen en na door den Voorzitter to rijn gelukgewcnscht zitting nemen. Mededeeling geschiedt van de sedert do vorige vergadering aan den Raad gerichte stukken. Benoemd tot wethouder: de beer C. van Egmond; tot plaatsvervangend lid van de gaa- commissie de heer 0. van Egmond; tot lid van do commissio voor do straf verordeningen, do heer mr. G. van der Leo; tot lid van de financieelo commissie, dei heor J. van den Bosch. Dc Voorzitter biedt namens B. en Ws. den Raad aan de begrooting van ontvang sten en uitgaven voor den dienst 1910 in. ontvangst on uitgaaf tot een bedrag van 31827.29J. Voorlezing wordt gedaan \ari een brief van God. Staten van Zuid-Holbind d.d. 1013 Augustus j.l. houdende uiededeeling van bezwaren tegen den inhoud van de verordening tot regeling van dc heffing van schoolgeld op de openbare lag- re scholen. B. en Ws. stellen voor aan de hezwarer van dat college te gomoet te kornen en de schoolgeldverordening te wijzigen, waartoe met algomcene stemmen wordt besloten. In behandeling komt een missive van Ged. Staten van Zuid-Holland d.d. 2125 Augustus j.l., houdende opmerkingen op bef besluit van den Raad waarbij aan de bonw-. vereeniging „Volksbelang" alhier een voor schot is verleend ad. f 2200. Genoemde mis^ 8ive was voflgezeld van een zeer uitvoeri®)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 5