Anekdoten. Nieuwe Raadsels. Goede oplossingen ontvangen van: luges, door M. en R. de Ruyter te Voor schoten. Een rijk heer ging met zijn zoon naar Am sterdam, en kocht een kaart van Frankrijk. Zijn zoon wilde zich dadelijk verzekeren van de nauwkeurigheid der kaart, en zoobt er Moscou op, en toen hij het tot zijn groote verbazing niet vond, maakte hij er zijn va der opmerkzaam op, die hem echter ant- .woordde: „'k Had gedacht, dat gij slimmer waart, Jantje. Moscou is immers in 1812 al verbrand 1" Grootmoedig. „Karei, heb je aan je broertje het best» deel van de perzik gegeven, zooals ik je gezegd heb?" ,,Ja TTinmn. ik gaf hem de pit, die kan hij planten, dan krijgt hij een heelen perzik- boara." ïnges. door „Henny". Een bakker, die een zak meel droeg, liep er bij1 ongeluk mede tegen een gekleeden rok van een heer aan. H e er„Zie eens, ezel, je hebt mij heele- maal witgeanaakt 1" Bakker: „Natuurlijk wit is wdt, of hiad ik je misschien moeten vergulden?" Inge®. door „D r u i v e n t r o b." Op school. Leeraar: „Wat gebeurde er op den teten April?" Leerling: „Toen heb ik met mijn broertje gevochten en van pa een pak voor mijn broek gehad." Ingez. doocr P. J. Ooffrie Jr. te Leiden. Rechter: „Je zegt self, dat de dokter je arm heeft behandeld. Je bent een rijk man, waarom betaal je hem dan niet?" Beklaagde: „Wel, op zijn deur staat: Armmi gratis." Beetgenomen. Op een ruwen winteravond kwam een om rijn geestigheid' bekend Engelsohman, Butt- ler genaamd, in een logement, waar ver scheidene gasten om den haard zaten, zon der dat één van allen zoo beleefd was een plaatsje in te ruimen voor den verkleum den, nieuw aangekomen reiniger. „Kellner," riep hij, „zorg dat mijn paard vijftig oesters krijgt." „Mijnheer bedoelt zeker een beetje haver t" „Neen, ik weet heel goed wat ik zeg. Ik bedoel oesters. Houd ze het paard in oon bak voor." De kellner gaat heen, en de om het haard vuur zittende gasten staan, de een na den ander, op, om te gaan kijken naar het won derpaard, dat oesters eet. Intuasahen had Buttler gelegenheid de beate plaats voor zich uit te zoeken en daar op zijn gemak te gaan zitten. Het duurde niet lang, of de bediende en de gasten kwamen terug. „Mijnheer," zei de kellner, „het paard kist geen oesters." „Goed," antwoordde Buttler, „geef het dan wat haver en breng mij de oesters, met wat peper en zout er bij." Ingez. door Jan Boogers. L Majzi geheel bestaat uit 15 letters en ls een gebouw in Leiden. 1 2 3 15 is een verblijfplaats voor paarden. 12 13 14 4 gebruiken de vogels. II 10 9 4 is een kleur. 8 14 8 6 is een vlug viervoetig dier.. 4 T 7 gebruikt de bakker. 8 18 11 1 draagt men aan den voet. Ingez. door Jan en Willem Oouvée. n. Mijn geheel bestaat art 12 letters en is een plaatsje izi Nederland. 10 11 12 is een bloedverwant. 8 5 2 3 is een vrucht. 9 5 5 8 gebruikt men bij de wasch. 4 5 12 1 2 3 is een lekkernij. Met een 8 5 6 schrijft men. 7 8 is het tegenovergestelde van „neer". HL Mijn geheel bestaat uit 11 letters en staat iederen dag in de krant. 3 4 5 is het tegenovergestelde van dichtbij. 6 10 11 8 is een getaL 5 1 9 is een knaagdier. 1 2 2 7 6 is een beest dat langs den grond kruipt. 6 10 8 is een metaal 1 5 10 11 is een jongensnaam.. Ingez. door Cato Hasselbaoh. IV. Mijn geheel bestaat uit 8 letters en wordt door meisjes gebruikt. 6 3 gebruikt men des wintera 16 4 vindt men op het ijs. Een 8 6 5 staat in het water. Vele mensdhfen hebben in den winter geen 1 2 3 4. 5 2 7 doet daar veel voor. Ingez. door Lena en Willem v. d. Reyden. V. Mijn geheel is een plaats in Zeeland. 4 6 6 is een boom. 1 3 is een ijsvermaak. 7 9 810 ligt over een rivier. 10 2 6 10 vindt men in elk huis. 9 8 10 is een lichaamsdeel. Maria en Joh. van Hooidonk, R. Schip per, Gbristina Werk, H. F. Libot, Betsy van Wijk, Cato Hasselbach, „Pioenroos", L. J. v. Loef, M. en J. Suzan, H. Kriek, S. van Loef, Mina Meershoek, J. Piket, M. en J. v. cl Meel, August Sommers, Ma ria v. Tongeren, Everdina Schipper, „Theeroos", Corn. Karstens, A. Hooge- veen, ^Waterlelie", M. Optendrees, An- toon Brinks, C. L. Janssen, W. Kok, A. G. en Betsy Righart van Gelder, „Emma", H. M. v. d. Bos, W. Verscliragen, A. v. d. Bos, H. Massaar, „Kruidbes", A. v. Ros malen, Dina Spuyman, „De twee Rozen", H. v. d. Velden, „Aronskelk", .Annie Pommée, „De Transvaler", G. A. Loozen, „De twee Neefjes", Marinus Kallenberg, „Nachtegaal", Suze Blom, Leendert, Neel- tje en W. de Lange, Geertruida Bestelink, 0. Pauw, M. Neuteboom, Jan en Cor de Groot, „Nieuweling", Marie Bruys, "J. Nie- boer, Hendrika Dreef, Plona en L. d. Hol der, „Het Bloemenmeisje", Frans v. Hoe ken, Maria Oudshoorn, L. en W. v. d. Reij- den, D. Oudshoorn, „Kruidje-roer-me- niet", Cato Vallentgoed, J. en W. Stok- huysen, Anna v. d. Berg, I. Slager, Th. en N. v. d- Bergh, M. en N. Smit, Neeltje en M. Knivenhoven, A. de Jongh, D. de Jongh. A. Kwik, F. Karreman, Sandrina Krüger, „Goudrenet", „Vinkje", Suze Breedeveld, Annie de l'Eoluse, H. en P. de Nie, P. Jas- perse, J. Massaar, H. Krüger, „Matroosje", „Rosa Fluweeltje", J. Eggink, J. Planjer, „De Duifjes", allen te Leiden. S- Kleinveld, te Bodegraven. Jan Kunst, té Berg en Dal Roelof van Nieuwkoop, Lena den Elzen, Jo Loogman, W. en Joh. v. d. Veer, M. en G. Roos, O. S. de Vries, te Haarlem mermeer. „Delphinium", „De twee Blauwoogjes", te Hazerswoude. C. Do es wijk, Greta Zwetsloot, P. van Nieuwkoop, G. C. Los, Trijntje en Wijntje Spaargaren, G. E. van Nieuwkoop, C. en F. Leyen, te Kaag. Corry Wernink, te Koudekerk. Cornelis Horsman, te Leiderdorp „Do twee Fazanten", te L i s s e. „De twee Dapperen", «Klein maar dap per", te Oegstgeest. „Oranjekruid", Pieter Oostenrijk, te R ij n 8 b u r g. Peter en Wilhelmina Weeber, M. v. Par don, te Valkenburg. Hendrik v. Binnendijk, te W a s s e- n aar. Kaatje en Dirk van Nieuwkoop, Cornelia en Jan van Tinus, te Warmond. Aartje Parlevliet en Frederikus v* cL Loo, te Zoeterwoude, De prijzen vielen ten deel aan: Mina Meershoek en Israël Slager, beiden te Leiden. Correspondentie. „G oudreinet." Ik kan je onmogelijk zeggen of je ingezonden raadsels al of niet voor plaatsing geschikt zijn, dat moet je dus afwachten. Je moogt intussohen steeds nieuwen voorraad inzenden, daardoor heb je natuurlijk meer kans. Je leeftijd is vol strekt geen bezwaar, om aan onze rubriek mee te doen. Cato Vallentgoed. Prettig voor je, dat je in Den Haag een vriendinnetje hebt wonen, bij wie je af en toe eens kunt logeeren en die op haar beurt e enigen tijd bij jou komt doorbrengen, op die manier kunnen jullie de vriendschap onderhouden. Wat je mij schrijft over het leeren van de huishouding, ben ik het volkomen met je eens, dat zulks voor meisjes noodig en nut tig is. „K r i d j e-r o e r-m e-h i e t" Ja meia je, je zusje mag eveneens met ons meedoen. Wat tref je het slecht met het weer. 't Ver wondert me niet dat je toestand deselfde blijft. Je moet echter maar goeden moed houden en denken aan het spreekwoord dot luidt: „Hoop doet leven." ,,J asm ij n." Als je naam niet onder de oplossingen vermeld stond, kwam je brief je te laat in mijn bezit. Tegen je schuilnaam heb ik geen bezwaar. D. Spuyman. Je bent de e enige niet, die mij voor een poosje in clen steek laat, omdat je uit logeeren gaat. Ik wensch je veel pleizier. „K r u i s b e s." Je ingezonden raadsel kwam in mijn bezit. Als het geschikt is, zal ik het bij gelegenheid gaarne plaatsen., Wilhelmus Verschragen. Aan genaam kennis te maken, nieuw raadsel- vriendje, je medewerking zal mij veel ge noegen doen „Emma." Zoo meisje, ben je naar Kat wijk gewandeld? 't Verwondert me, dat je niet bent weggewaaidZijn er veel badgas ten te Katwijk? Je hebt gelijk, dat het daar een mooi strand is, ik vind het veel eigen aardiger dan Scheveningen. Willem Kok. Zoo vriendje, ben je naar Rotterdam geweest en heb je daar de Diergaarde bezichtigd? Je moet er mij de volgendie week eens wat van vertellen, wil je? Betsy van W ij k. Zoo meisje, ga je ons ook voor een poosje verlaten? Ik wenscb je te R. veel pleirier en mooi weer. Hendrik Binnendijk. Wat vree- selijk dat je zusje haar beentje gebroken heeft! Wat zal het arme kind veel pijn ge-' had hebben! Hoe is het ongeluk gekomen? „K lein maar Dappe r." Ik kan me best voorstellen, dat je straf opliep, teen je na het zwemmen zooveel over je tijd thuis kwam, want het is nog al natuurlijk, dat je ouders daardoor ongerust werden. Het is trouwens een heel leelijk gebrek, dat te laat thuiskomen, kindéren moeten reeds vroeg op hun tijd leeren passen. „D e twee blauwo o'g j e s" te Ha zerswoude. Als het stuur van je "fiets zoo gaat roesten, zullen jullie den spaarpot eens na moeten zien en het zoo mogelijk moeten! laten vernikkelen; dan wordt het weer zoflj goed alfl nieuw. Vriendelijke groeten. MA RTF. VAN AMSTEL.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 14