No. 15158.
XjEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag' 23 Juli. Tweede Blad.
Anno 1909.
Gemengd Nieuws.
Kweekschool voor Zeevaart
FEUILLETON.
Het majoraat.
om aan zijn verzoek gén gunstig gevolg Fë
geven j
2o. dat op verdere reclames tover deze
zaak geen acht zal worden geslagen.
Bezuiniging bij de 8.
Bij wyze van vereenvoudiging wordt met
ingang van 1 Januari 1910 het hoofdma
gazijn der Staatsspoorwegen te Utrecht op
geheven en zullen de magazijngoederen
worden verstrekt door de magazijnen te
Zwolle en te Tilburg. De dienstkleeding
zal uitsluitend door het magazijn te Zwolle
worden verstrekt. Deze vereenvoudiging in
den dienst der magazijnen is eene proef
neming en weer een nieuwe bezuinigings
maatregel. Ook werden reeds op verschil
lende administratiebureaux schrijvers in los
sen dienst aangesteld tot bureauarbeider,
die gekleed zijn in blauwen kiel en uni
formpet'.
Generaal Thinnge.
Generaal Thiange, chef van den gencra-
len staf, heeft zich niet bereid verklaard
de portefeuille van Oorlog te aanvaarden.
De gezondheidstoestand van genoemden
opporoffioier laat den Laatsten tijd te wen-
eohen. Binnenkort zal hij een rustkuur van
eenigo maanden gaan doen. (»T.")
De „Tjipanas."
Volgens uit Batavia ontvangen telegram
heeft het stoomschip „Tjipanas" van de
JavaChinaJapan-lijn in de Straat van
Banka gestooten, ten gevolgo waarvan het
lek werd. Het stoomschip wordt heden te
Batavia verwacht.
Vrijdom van suikeraccijns.
„Staatsblad" No. 267 bevat een Kon. be
sluit van 12 Juli j.l. omtrent vrijdom van
den accijns op suiker.
Daarbij wordt bepaald, dat de mmLter
van Finanoicn voor suiker, die gebezigd
wordt voor de bereiding van goederen,
niet bestemd tot inwendig gebruik door
den mensoh, vrijdom' van den accijns kan
toestaan, ten behoeve eener bepaalde
fabriek, trafiek of andere inrichting en
met beperking tot een bepaalde hoeveel
heid.
De vrijdom kan worden toegestaan voor
suiker van alle soorten. Onder suiker wor
den mede begrepen melado, melasse,
stroop en andere suikerhoudende vloei
stoffen en druivensuiker.
Voor de verdere bepalingen van het be
sluit raadplege men bovengenoemd „Staats
blad."
Wantoestanden op een Rijkswerk.
De „O. H. Crt." deelt mede, dat naar
'de door den heer J. de Boer gewraakte
misstanden bij den aanleg van strandhoof-
den te Callantsoog op last van den minis
ter van waterstaat een onderzoek heeft
pLaate gehad. Volgens dit blad zoude reeds
gebleken zijn, dat de beweringen van den
heer De Boer gedeeltelijk onwaar of over
dreven rijn.
„Omtrent de vermeende knoeierijen bij
den aanleg van strandhoofden, is eveneens
aangetoond1, dat de schrijver onjuist was
ingelicht, terwijl anderdeels het onderzoek
voortduurt."
Hoorn en de Hudsonleesten.
Men meldt uit Hoorn aan de „N. R, C."
Door den rector van Lewes, den heer
Turner, ia destijds aan den Nederlandsoken
gezant te Washington in de meest geest
driftvolle bewoordingen het verzoek ge
richt, zoo welwillend te zijn, om aan het
gemeentebestuur van Hoorn, ter herinne
ring aan de landing van de „Halve Maen"
met de kolonie De Vries, van Hoorn af
komstig, aan boord, ten geschenke te vra
gen een banier of een in hout gesneden
wapen, ter plaatsing in de St.-Peterskerk
te Lew es.
Aan dit verzoek is door het gemeente
bestuur van Hoorn met veel genoegen vol
daan, door een eikenhouten wapen aan te
bieden. Het wapen van den Hoofdtoren is
als model genomen, omdat dit juist een
merkwaardig overblijfsel uit Hollands
glorie-tijdperk is en een kenmerkend Hol-
landseb karakter draagt.
Het geheel ia geschilderd in de heraldi
sche kleuren, door den Hoogen Raad van
Adel in 1815 vastgesteld.
Het wapen is gesneden door den beer
G. H. Lüokens, terwijl de heer M. Storm
too* het schilderwerk zorgde.
Het geheel zal zoo mogelijk door den
Nederlandschen gezant te Washington na
mens het gemeentehestunr worden aange
boden.
Een nieuw solied huis van be
waring, is te Bergschenhoek geen weelde l
Zaterdagavond arresteerde de politie een
beschonken inwoner. Toen men Zondag
morgen kwam om hem te ontslaan, stond
hij gewoonweg buiten vóór het arrestantcn-
lokjial in plaats van er in 1
Wegens het leenen van geld
van zijn minderen is de sergeant Th. G J.
W. van het 2de bataljon te Assen tot den
stand van soldaat teruggebracht en naar
Deventer overgebracht (Ass. Crt
TeKesteren is gisteren oon
dertienjarige schaapherder bij het ontsto
ken van een kruitdoosje zoodanig gewond,
dat de geneesheer aan het behoud van het
gezichtsvermogen twijfelt. De jongen ia
naar Utrecht vervoerd.
Tekort aan veld&rbei dors i n
de Vereenigde Staten. Nu de tijd aan
breekt, dat in de Westelijke Staten der
Unie de tarweoogst en die van andere ge
wassen moet worden binnengehaald begin6
de traditioneelo schaarschte aan handen
zich weer te doen gevoelen. Volgens oen
deskundige is er in het Westen een tekort
van 60,000 arbeiders. En dit iettegenstaan-
do er wekelijks duizenden emigranten in
do Vereenigde Staten aankomen. Maar het
ongeluk is. dat deze lieden óf niet geschikt
rijn voor het dagloonerswerk te plattenlan-
de, óf wel bij aankomst to Nieuw-York niet
meer beschikken over geld voor do dure
spoorreis naar de Westelijke Staten.
En zoodoende is het te verklaren, dat de
minister van landbouw, Wilson, een dog of
wat geleden kon verklaren dat duizenden
acres, die vroeger aan den landbouw
werden dienstbaar gemaakt, tegenwoordig
als grasland worden geëxploiteerd, enkel
en alleen omdat de boer niet over genoeg
handen kan beschikken om zi.in land to In
bouwen.
Een k r.i n k z i n n i g e in het
krankzinnigengesticht te Montredou bij Le
Puy, Frankrijk, wist zich van luoifers mees
ter te maken. Hij stak rijn matras in brand
en is levend verbrand. De vlammen bereik
ten de naburige oollen, waar zij twee slacht-
offers maakten. Het ongeluk gebeurde te 2
uren in den morgen en werd door het be
stuur eerst te 1 uren ontdekt. Men ver
moedt, dat een gerechtelijk onderzoek zal
worden ingesteld.
Hot ongeluk in de schacht
Manseld in het Roergebied is het gox )lg
geweest van do ontploffing van een mengsel
van steenkoolstof en mijn gas, op het oogen-
blik, dat men bozig was, op do vijfde gale
rij gesteenten door middel van dynamietpa-
tronen uit den weg te ruimen. In de mifS
waren op het oogenblik van de ontploffing
400 delvers afgedaald. Van dezen zijn er
dadelijk drie gedood en vijf zwaar gewond..
Het aantal mijnwerkers, die op do plaats
van het ongeluk waren op het oogenblik,
dat de ontploffing gebeurde, stond gisteren
nog niet vast. Het is daarom mogelijk, dat
er nog meer slachtoffers gevallen zijn.
Dhingra is wegens den moord
op Sir Curzon Wyllie en dr. Lalacaoa te
Londen naar de openbare terechtzitting
verwezen. Hot geding tegen hem zal Vrij
dag beginnen.
Tegelijkertijd is rechtsingang verleend te
gen Horstley, den uitgever van het blad
„Indian Sociologist," wegens het openbaar
moken van oproerige en ergerniswekken
de artikelen tegen het Engalsohe bcstAi.".t5
in Indië.
Verschenen is het verslag over den toe
stand der Kweekschool voor Zeevaart al
hier gedurende het jaar 1908, uitgebraoht
door den directeur, den heer N. J. v. d.
(Worm.
„Wanneer wij een terugblik werpen op
de lotgevallen der Kweekschool gedurende
he. afgeloopen jaar", zoo vangt let verslag
aan, „dan is de herdenking van het 50-jarig
bestaan der subcommissie ongetwijfeld de
belangrijkste gebeurtenis geweest."
Wat den toestand der Kweekschool be
treft, kan met voldoening op het afgeloo
pen jaar worden teruggezien; want men
had het voorrejht, l e- doel, - waarnaar de
Vereeniging streeft, n.l. de bevordc. ng van
den bloei der Kweekschool, met gunstigen
uitslag bekroond te zien.
De klaagtoon van gestadigen achteruit
gang van het aantal dienstzoekenden, in vo
rige verslagen zoo menigmaal aangeheven
kan ook nu weder achterwege blijven en
(van een opbloeien der Kweekschool worden
fcetuigd.
Gedurende het jaar 1908 hebben rich aan
gemeld 1266 jongens, waarvan 890 werden
lafgekeurd of afgewezen, zoodat werden
laangenomen 376. Sedert het jaar 1893 heeft
fcich nooit een zoo groot aantal jongens aan
gemeld. Vele personen verkeeren in de on
derstelling, dat de bevolking der Kweek
school in hoofdzaak of nagenoeg uitsluitend
"(wordt gerecruteerd uit de laagste standen
.wan de maatschappij of zooals het in 's lands
(vergaderzaal eenmaal werd bestempeld uit
het zoogenaamde lompenproletariaat.
Dit wordt echter weersproken door de
feiten: in 1908 hadden van de 376 jongens,
<dio in dienst traden, 50 pas de school ver
laten, 286 hadden tot de indiensttreding een
betrekking als leerling of loopjongen uitge
oefend, terwijl slechts 31 op het oogenblik
wan indiensttreding geen betrekking had-
Hen.
Juist in de wintermaanden, dus als de ar-
tnoede zich het meest doet gevoelen, is het
'aantal aanmeldingen veel kleiner dan de
Overige maanden van het jaar.
Vele ouders, die vroeger tegen dienstne
ming zouden zijn geweest en aan het lee
ren van een ambacht door hun zoon de
woorkeur gaven, zijn gaan inzien door de
slechte tijden, dat het kennen van een am
bacht nog geen zekerheid voor de toekomst
biedt, en nog minder op ouderen leeftijd
feen rustig bestaan waarborgt.
Bovendien dringen de verbeteringen, die
in de Laatste jaren voor de schepelingen
lln het leven zijn geroepen en de betere
(vooruitzichten, meer en meer tot de groote
menigte door, terwijl het vertrouwen in
het Marine-Bostuur, dat men van bekende
«ijde trachtte te doen verdwijnen, toene
mende is.
Ouders, die familiebetrekkingen bij de
"Marine hebben, welke nog dienen of heb
ben gediend, zijn meer dan vroeger verge
lijkingen gaan maken met htm vooruitzich
ten en die hunner familiebetrekkingen en
fcebben meer en meer de voordeelen leeren
inzien van het op betrekkelijk jeugdigen
leeftijd behalen van een behoorlijk pen-
■ioen.
Hoewel in wetteliiken zin de vader de
leestemming moet geven tot de verbinte
nis. is mijn ondervinding dat moeder bij
'de dienstneming de hoofdrol vervult en dat
.Woor haar wil alles bukt
De meeste jongens, die in den proeftijd
(werden ontslagen, gingen op verzoek van
mceder.
Indien een jongen één der eerste dagen
(Tan zijn verblijf op de Kweekschool aan
moeder klaagde dat hij in een hangmat
biet kon slapen, dan was deze dadelijk be
leid hem in zijn klachten te steunen.
„Ik ben bet dan ook gansch niet eens
Sneb hen" aldus de directeur „die be-
[weren, dat indien een jongen éénmaal in
'dienst is, de ouders alle moeite doen om
bera niet meer thuis te krijgen; mij heeft
de ondervinding in vele gevallen juist het
bnxgekeerde doen zien.
Mijn vroeger omtrent de invoering van
feen proeftijd uitgesproken meening is se
dert dien geenszins gewijzigd; ik beschouw
dezen maatregel als nuttig en goed."
Het kostuum werd door een wijde broek,
(Waarvan de pijpen in gemsleeren laarzen
totaken, een rood en groen gebreid jaohb-
iVest en een muts met oorkleppen, die bo-
(yen op het hoofd saamgebonden waren,
(voltooid. Met dit toilet harmonieerde zeer
weing de monocle, die Tübingen voortdu
rend droeg. Hij had zich in zijn luitenants-
itijd daaraan gewend en liet die ook nu
niet meer uit het oog. Tübingen had voor
(veertig jaar bij het garde du corps ge-
BÏaan en het was moeilijk te gelooven, dat-
deze dikke, oude plattelands-edelman in
dertijd de elegantste officier van het voor-
'iiame regiment zou zijn geweest. Ja, nog
meer: de barones was zelfs gewoon in vroo-
lijke uren te vertellen, dat men haar Eber-
bard vroeger niet ten onrechte den „knap-
feien officier van Zijne Majesteit" had ge
boomd. Daar was nu niet veel meer van
te zien. De baron was een reus, maar toch
meer Falstaff dan Wotan. Het bruine ge
laat werd door een woesten, met grijs
haar gemengden baard omlijst, welke in
'den wind als een zonnebloem uiteen flad
derde en slechts bij plechtige gelegenhe
den onder de sohaar kwam. Maar in dit
dik, koperkleurig gelaat schetterden een
paar prachtige, lichtblauwe oogen, door
en door goede oogen, waarvoor men ook
niet bang behoefde te zijn, als zij van toorn
ifonkelden. En dat gebeurde af en toe,
want evenals de meeste goedhartige men-
Trouwens de proeftijd is een uitstekende
gelegenheid om de jongens, van wier verde
re opleiding niet veel goods is te verwach
ten, tijdig weder huiswaarts te zenden, zoo
dat dan ook de jongens, die na den proef
tijd worden aangenomen, meer dan vroeger
aan bepaalde eischen voldoen.
Het onderwijs gaf zeer bevredigende re
sultaten, zoodat bij den inspecteur, de ver
schillende oefeningen tot volle tevredenheid
van den vlootvoogd werden verricht.
In het afgeloopen jaar ontving de Kweek
school weder menig blijk van sympathie en
waardeering.
Mevrouw Nellie van Kol en Jonkvrouw de
la Basseoour Caan schonken aan de biblio
theek der jongens een fraaie collectie lees
boeken, die zeer te pas kwamen, want al
wordt voor de boeken veel zorg gedragen,
zoo spreekt het tooh van zelf dat aanvul
ling van de bibliotheek altijd zeer welkom
is.
Aan de geefsters werd hartelijke dank
gebracht, met de verzekering dat van hare
gave een druk en dankbaar gebruik wordt
gemaakt.
Die dank komt tevens toe aan de Stu-
denten-Roei-Vereeniging „Njord", die, even
als vorige jaren, de beleefdheid had de jon
gens tot bijwoning van haren onderlingjn
wedstrijd, en aan de leden der Studenten-
afdeeling van het Nederlandsch Tooneel die
de jongens tot een voorstelling in den
Schouwburg uitnoodigden.
Met waardeering werd in het verslag van
het jaar 1904 melding gemaakt van de vrien
delijke bemoeiingen van den heer Verkerk,
conciërge bij de Arrondissements-Rechtbank
te Haarlem, die het telken jare mogelijk
maakt dat den Indo-Europeeschen jongens
tijdens de verloven gastvrijheid wordt ver
leend bij verschillende daar wonende ge
zinnen, die de bedoelde jongens geheel be
langeloos in hun kring opnemen.
Telken jare wordt de heer Verkerk met
de meeste welwillendheid bereid gevonden
om in die richting werkzaam te zijn en die
werkzaamheid strekt zich den laatsten tijd
ook uit tot de Hollandsche jongens, die geen
familie of geen behoorlijk thuis hebben.
Dat die belangstelling ook door de jon
gens hoogelijk wordt gewaardeerd, is her
haaldelijk gebleken en voor velen is hij een
oudere vriend, wien zij gaarne om raad
vragen.
Ten opzichte van de Commissie van Óp-
pertoezicht moeten eenige mededeelingen
worden gedaan, die niet van verblijdenden
aard 2djn.
de hoop, dat in den gezondheidstoestand
van den waardigen Voorzitter verbetering
zou intreden, werd helaas niet verwezen
lijkt.
Dc Kweekschool heeft prof De Goej'e
moeten missen. In een volgend verslag zul
len zeer zeker zijn verdiensten worden ge
huldigd.
Twee harer leden verloor de Commissie,
doordien zij zich genoopt gevoelden hun lid
maatschap neer te leggen, n.l. de heeren
Professor Mr. H. van der Hoeven en G.
Y. O. Fraser. Aan beide heeren wordt dank
gebracht voor alles, wat zij in het belang
der Kweekschool hebben gedaan.
Ook in de besturen der Sub-Commissiën
waarvan er 30 zijn, hadden eenige veran
deringen plaats.
De Amsterdam8ch© Sub-Commissie had het
verlies te betreuren van haren waardigen
voorzitter Dr. E. Laurillard, één der vete
ranen, dae van af de oprichting der Kweek
school als zoodanig fungeerde, terwijl die te
Steenwijk den heer J. H. Tromp Meesters
verloor. Hun nagedachtenis zal in dankbare
herinnering worden gehouden.
Door vertrek naar elders zagen de hee
ren Ch. W. Vermeijs te Zierikzee, C. W.
Visser, te Uitgeest en J. L. M. van der
Vinne te Dieren zich genoodzaakt hun func
ties in de Sub-Commissiën aldaar neer te
leggen. Wij betuigen hun onzen dank voor
hetgeen zij in het belang der Kweekschool
hebben gedaan.
De nog bestaande vacature in de Utreoht-
Bche Sub-Commissie weid welwillend aan
vaard door den luitenant-kolonel I.
Francois.
schen, stoof ook Tübingen spoedig op, om
vijf minuten later weer berouwvol vergif
fenis te vragen.
Ook nu speet het hem, dat hij daar
straks jegens zijn vrouw zoo heftig uitge
varen was. Deze beide menschen pasten
eigenlijk weinig hij elkaar, maar waren
uit liefde getrouwd en hun liefde had stand
gehouden, ondanks den huiselijken, klei
nen oorlog, waarin zij veelal leefden. Me
vrouw Eleonore was zeker een uitstekende
echtgenoote en moeder, maar vol zwakhe
den en eigenaardigheden, en die zwakhe
den lagen op een geheel ander gebied dan
die van haar echtgenoot, zoodat het nooit
aan wederkeerige schermutselingen ont
brak. Zij bezat in de eerste plaats iets,
wat men tegenwoordig eigenlijk nog slechts
bij een zekere klasse van parvenu's vindt:
een sterken adeltrots, die niet kwetsen
wilde, maar somtijds toch kwetste. Voor
de barones bestond er feitelijk nog een
moeilijk te overbruggen klove tnsschen den
man van adel en den burger, een bijzonde
re afdeeling voor degenen met en zonder
„van"zij vond dat iets, hetwelk vanzelf
sprak. En dit somtijds overdreven en
voornaam gedoe, hetwelk bij de innerlijk
in waarheid voorname en goede vrouw des
te belachelijker was, ging met haar neiging
tot allerlei hoogmoedige allures hand in
hand. De studentikose gezegden, welke de
baron bij voorkeur gebruikte, waren haar
een gruwel, en als hij haar eens in een ge
moedelijke stemming „moedertje" noem
de, kon zdj boos worden. Reeds de verkor
ting van haar welluidenden voornaam
Eleonore ergerde haar; toen Max in zijn
studententijd bet bekende lied van de
„Lore" mee naar huis bracht, was zij bui
ten riohselve, wijl haar echtgenoot by dezen
Commissie practisclio apothekers-
examens,
Bij Koninklijk besluit zijn de commis
sion die, te rekenen van 1 Augustus 1909,
durende één jaar te Leiden, Utrecht,
Groningen en Amsterdam belast zullen zijn
met het afnemen van de practische examens
van apotheker, vermeld in art. 11 van de
wet van 25 December 1878 (Staatsblad No.
222), samengesteld als volgt en mitsdien
benoemd:
a. van de oomrmssie welke zitting zal
houden te Leiden: tot lid en voorzitter: dr.
L. van Itallie, hoogleeraar te Leiden; tot
lid en secretaris: dr P. A. Yos, apotheker
te Rotterdam; tot leden: dr. A. P. N.
Franchimont en dr. J. M. Janse, beiden
hoogleeraar te Leiden; tot leden-plaatsver
vangers: dr. A. Robertson en mej. A. Grut
terink, apothekers te Rotterdam, en dr. J.
J. van Eek, privaat-docent aan dc rijksuni
versiteit te Leiden;
b. van de oom missie welke zitting zal
houden te Utrecht: tot lid en voorzitter:
dr. N. Schoorl, hoogleeraar te Utrecht; tot
lid en secretaris: P. Denijs, apotheker te
Utrecht; tot leden: dr. H. P. Wijsman,
buitengewoon hoogleeraar te Utrecht, en
dr. A. Pulle, lector aan do rijksuniversiteit
te Utrecht; tot plaatsvervangende leden
dr. F. A. F. C. Went, hoogleoraar te
Utrecht. C. Guldensteeden Egeling, apo
theker te Zeist, J. C. Leusden en C. Slees-
wijk, beiden apotheker te Utrecht;
c. van de commissie welke zitting zal
houden te Groningen: tot lid en voorzitter:
dr. C. van Wisselmgh, hoogleeraar te Gro
ningen; tot lid en secretaris: M. J. Schro
der, apotheker te Groningentot ledenJ.
F. Eykman en dr. J. W. Moll, beiden
hoogleeraar te Groningentot leden-plaats
vervangers: dr. F. M. Jaeger, hoogleeraar,
en dr. J. A. J. Tonella, apotheker, beiden
te Groningen;
d. van de commissie welke zitting zaJ
houden te Amsterdamtot lid en voorzitter
P. van der Wielen, buitengewoon hoogleer
aar te Amsterdam; tot lid en secretaris:
dr G. HondiuB Boldingh, buitengewoon
hoogleeraar te Amsterdamtot leden. dr.
Ed. Verschaf feit, hoogleeraar, en mej. O.
H. Hugemholtz, apotheker in het Wilhelmi-
na-Gasthuis, beiden te Amsterdam; tot le
den-plaatsvervangers: dr. A. F. Holleman,
hoogleeraar te Amsterdam, Jac. Polak, dr.
J. F. Suyver Jr. en N. Keulemane, allen
apotheker te Amsterdam. („St.-0t.")
Bestuursverkiezing A. N. D. B.
Naar men ons uit Amsterdam meldt,
zijn de periodieke aftredende bestuursle
den van den A. N. D.-B., d<e heeren H.
Polak, voorzitter, D. P. de Vries, lste pen
ningmeester, B. A. Wins, 2de secretaris
en Henri Meyer bjj enkele candidaatstel-
ling herkozen. Tegenover den heer Ber
nard van Praag, leerlingcommissaris, zijn
echter twee candidaten gesteld, n.l. de hee
ren A. S. de Miranda en A. Dukker. Voor
deze functie zal dus een stemming moeten
plaats vinden.
Het bestuur van den A. N. D.-B. heeft
aan den minister van landbouw een adres
verzonden, behelzende het verzoek, de On-
gevalenwet zoodanig te wijzigen, dat de ba
zen en daarmede gelijkgestelden niet lan
ger de verzekering hunner knechten enr. zul
len hebben te betalen.
De gep. majoor-magazijn
meester T. Kley.
De Ministers van Oorlog en van Kolo
niën hebben, krachtens Koninklijke mach
tiging, beschikkende op de requesten van
den gepensionneerden majoor-magazijn
meester van het leger in Nederlandsch-
Indië T. Kley, houdende het verzoek om
met intrekking van het Koninklijk Besluit
van 14 Juli 1905, waarbij hem, zonder om
schrijving van redenen, eervol ontslag uif
den militairen dienst is verleend, hem als
nog eervol ontslag te verleenen ter zake
van volbrachten diensttijd, ter kennis van
adressant gebracht
lo. dat er geen termen zijn gevonden,
eentonigen deun behaaglijk meesmuilde en
haar met een listig knipoogen van ter zijde
aankeek. Zij had hem reeds den volgenden
morgen verboden, haar Lore te noemen.
De baron opende het raam en duwde de
blinden geheel open, waarna hij aan de zij
deur klopte. Zdjn vrouw was eveneens reeds
geheel gekleed en zag er met haar blozend
gelaat en het witte haar, de volle, zware
gestalte, en haar nog altijd rechte houding,
nog zeer knap uit. Zij sat voor haar kleine
schrijftafel aan het open raam en bladerde
in een boek, waarvan de lectuur haar zóó
boeide, dat zij het onweer van voorheen ge
heel vergeten scheen te hebben.
„Goeden morgen, lieveling", zeide Tü
bingen bij het binnenkomen, „men zou dit
„goeden morgen" voor een herhaling kun
nen houden, maar voor mij begint de dag
steeds eerst met een morgenkus, dienten
gevolge geldt het rendes-vous op het por
taal niet. Mag ik .ragen, wat gij zoo ijve-
■rig bestudeert?"
Hij boog zich over haar heen en kuste
haar op het voorhoofd, wat zij zich kalm
liet welgevallen.
„Ik zocht naar een broche", antwoordde
rij op vriendelijken toon, „en verbeeldt je,
daar vind ik mijn oud dagboek terug, dat
ik voor twee jaren verlor n heb. Het is
achter de schuiflade I -klemd geraakt, en
als ik niet naar de broche had gezocht,
zou het waarschijnlijk tot aan mijn dood
achter de schuiflade rijn blijven liggen."
„En het boek interesseert j zo ?eer, dat
gij daardoor het ontbijt vergeet?"
„Ja zeker! Dat wil zeggen: zoozeer toch
niet. Maar het is tooh interessant. Ik bla
derde slechte oen beetje In bet dagboek en
toen is mij opgevallen dat wij vandaag
weer een huwelijksjaar nebbon."
„Een huwelijksjaar 7 Wat verstaat gij
daaronder?"
Mevrouw von Tübingen glimlachte.
„Je geheugen is er niet beter op gewor
den, Eberhard", merkte zij op. „Ik heb je
die geschiedenis van het hu elijksjaar toch
reeds een paar maal verteld. Grootmama
de mijneis er het eerst opgekomen. Bij de
Teupens keerde na olk lustrum groot
mama zeide altijd lustnun een huwelijks
jaar terug." Zij nam boven van haar schrijf,
tafel een der daar staande Gothaache al
manakken en sloeg die open. „De graven-
kalender is reeds vier jaar oud", ging zij
voort, „maar dat hindert niets. Men heeft
toch nog een heel goed overzicht. In 1795
trouwden vier Teupens, in 1810 driedan
komt in 1826 het deftige aantal van zeven
huwelijken, daaronder oom Hans Ca rus,
oom Philip en tante Roosje. In 1840 was de
ijver minder groottoen rijn er slechts twee
getrouwd; maar dan komen er in 1855 weer
vijs gij en daaronder begrepen. In 1870
liet neef Egon rich in het veld trouwen,
met de kleine Fran^aise uit Nancy, die
later van hem weggeloopen isbovendien
trouwde Traute Borgstedt en Hans Carus in
dat jaar Wel, en nu schrijven wij 1885."
Zij keek triomfoerend tot haar echtgenoot
op, die vriendelijk met het hoofd knikte.
„Ja, ja", zeide 1 ru herinner ik mij,
'dat gij mij reeds meermalen van uw be
roemd huwelijksjaar hebt gesproken. Het is
werkelijk een zonderling toeval, dat het
altijd zoo geklopt heeft."
De barones sloeg baar dagboek dicht en
zette den almanak weer op rijn plaats.
„Toeval bestaat er niet, Eberhard", ant
woordde rij. „Alles ia vooruit beschikt. Pas
eens op: wij sullen ook dit jaar bruiloft
kunnen houden 1"
„Wie weetl?" ;jitwoordde de baron. „Do
Tübingcns ;ijn niet zulke ordelijke mensohen
als de Teupens. Zij bekommeren zich nieÜ
om het lustrum van je grootmoedor 1"
„Dat is nog de vraag: in onze huwbare
kinderen steekt toch ook Teupensch bloed 1"
„Hemelsche goedheid, Eleonoortje, gij
wilt toch Dicte nog niet uithuwelijken? Een
wildzang van den eersten rangl Denk eoas
aan die geschiedenis mot de aardbeiGeen
zweem van levensernst."
,.Dat zal wel komen. Ik ben met een jon
gen luitenant getrouwd, wien ik den emet
ook eerst moest inprenten. Zoo iets leert
wel. Maar kom nu, wij willen ontbijten l En
laat de aardbeien rusten. Benedicte heeft»
haar strafpredikatie gekregen. Ik heb misa
Nelly ook liever dan een oudere en "aar
digere. Maar de kleine Trude, Eberhard,
stel je eens voor, rij slaapt met leeretf
handschoenen on wikkelt hen- ha&r
's nachts in papieren. Hadt gij dat wel go-
dacht?"
„Neen", antwoordde Tübingen glimlo-
obend. ,,Of toch wel. Zij is e n weinig co
quet. Dat leeren de meisjes op de kost-
soholen. Ik zal Dicte liever thuis houden
..Dat dacht ik wel", antwoordde de ba
rones opstaande. „Als gij iets beschikt, kan
men zeker rijn, dat spoedig het tegendeel
volgt. Hebt gij er reeds aan gedacht, lat
Max vandaag terugverwachten?"
(Wordt vervolgd.)'