No. 15154,
LEIDSGH DAGBLAD, Maandag" 19 Jnli. Tweede Blad.
Anno 1909.
PERSOVERZICHT.
FEUI L L E T O N.
3C> e „d i" a a li".
Burgerlijke Stand.
Geveilde pereeelen.
De pers bevat verschillende bescitódwin
gen over dx. Kuyper cn de vacature ,vaa
pommissaris der Koningin in Gelderland.
Onder het hoofdje: Een verbetering
Schrijft Het Handelablad.
In ons artikel van gisteravond óver iio
lyerkiezingsgelden van dr. Kuyper, vroegen
yvij aan de leidende persoonlijkheden der po-
litick-cliristolijke partijen: „Zoo gij wel iets
jwist van deze onzachte pressie, die de groo
ve partij financier al of niet óm finan-
tóeele redenen op den minister Van de
'Koningin kon oefenen, waarom is door u
Jdan niets gedaan om aan dien inconstitufcionea-
•len en in zijn aard door en (door onzede-i
lijken toestand een eind te maken?"
Wij moeten hier billijkheidshalve aan toe-
j Voegen dat wij niet bedoelden die vraag te
yichten tot die „leidende persoonlijkheden"
jfwier gedachten in het dagblad De Tij d
l!fcot uiting komen.
ji In dat dagblad is blijkens de aanhalingen
lyoor wie goed las duidelijk genoeg gezegd
ine de vork aan de steel zat en misschien
is het in de eerste plaats aan de houding
yan dat blad te danken, dat 'de "onzachte
|en onredelijke dwang op minister Heemskerk
'jjecn effect heeft gehad.
Neen, onze vraag was gericht tot anderen,
Öie gehoord moeten hebben van wat maan-
liden lang bij sommige leidende personen der
'{rechterzijde de gelijkmoedigheid verstoord
beeft.
De Nieuwe Courant acht de mede-
jÜoolingon van het H b 1. betrcffendo de voor-
Jgeschiedenis van de Geldersche Commisearis-
ibenoeming van groot belang voor de beoor-
Jdeeling van dr. Kuyper met betrekking tot
0» ridderordenzaak, wijl ze, als ze juist blij
ken, aao het geval-Lehmann het karakter
feener uitzondering, eener toevallige relatie,
Jtoudcn outnemen.
Het blad brengt dan in herinnering wat
)èr indertijd in de pers over de kwestie van
jde benoeming van een nieuwen Commissaris
|te doen is geweest en 'zegt ten slotte:
Baron Sweerts is, naar bericht werd, op
-{28 Juni voor een zestal weken naar Zwit-
lecrland vertrokken. "Wij hebban ons sclirif-
jbelijk (niet telegraphisch, omdat het lons
Juoodzakelijk voorkwam, dat hij eerst van
ide onthullingen van het Hbl. gelijk zij
'luiden, zou kennis nemen) tot hem gewend
'&n wachten zijn antwoord, af.
Op een antwoord, van dr. Kuyper op 'de
yechtstreeksche vraag welke het Hbl. hem
ptelde, zal voorshands nog wel niet gerekend
•3mogen worden. Hij wacht „al de stukken"
jaf- Na zijn terugkeer zal hij er echter on-
Igetwijfeld aan herinnerd, worden, dat er nog
een en ajider te beantwoorden valt.
Met de regeering tot wie het Hbl. drie
jvragen richtte, is het e3n ander geval. Zij
Jkün geïnterpelleerd worden in do Eerste
Kamer, wanneer deze in het einde van Juli
bijeenkomt over de redenen van het
langdurige uitstel (van 6 Januari tot 24
jhlci) der benoeming van baron Mollerus'
lopvolger. Daarbij zal haar dan de gelegen
heid openstaan om, zonder iemand te sparen,
£nedo te deelen, wat er is van «dan „onzackten
jen onredelijken drang", waaraan zij ter zake
■yan de commissaris benoeming in Gelderland
jzou hebben bloot gestaan doch waarvoor
•jrij (en slotte niet is bezweken, en in elk
{geval zal zij buiten alle bedenking wen-
óchen te stellen, dat bij haar eenige over
wegingen „in Engelsch.cn stijl" ook maar
jeen pogenblik in aanmerking zijn genomen.
Wqt wij vóór alles nog hopen, zoo ter
jwille van dr. Kuyper als van baron Sweerts,
lis natuurlijk, dat een besliste on afdoende
lifeegenspraak, de onthullingen van het Hbl.
in zake steun aan do partijkas te niet doet.
i
De Nieuwe Arnhomsche Courant
is van oordeel, dat de beschuldiging, vervat
In het Hbl. van 16 dezer, alles overtreft wat
idoor mr. Tidcman is openbaar gemaakt.
Wat het Handelsblad thans mee
deelt zoo zegt het blad verder bc-
yestigt wat ook wij vernamen en niet wil-
jden gelooven. Het staat thans te verwack-
•jfcen, dat ook omtrent andere benoo-
jin i n gen het noodige licht zal opgaan.
i»)
Met de eigenaardige bewegingen, welke
bij haar altijd het teeken van een slechte
luim waren, trad Eufemia Vogel, kortheids
halve Femia genaamd, die kamer van haar
meester, den jongen auteur Riedinger, bin
nen.
Heeft mijnheer mij geroepen?"
„Zeker, Femia, ik moet je wat vertel
len. Mijn vrouw heeft rich over je be
klaagd."
„Wel, wel, is het waar? Beklaagd? En
Svaarover dan?"
„Je gedrag laat in den laatsten tijd veel
'te wenschen over, en het bevalt ons niet,
'dat je bijna iederen avond dien Krul in de
keuken ontvangt. Je wilt zeker gauw gaan
trouwen?"
„Ja, d&t wil ik. U heeft daar zeker niets
tegen?"
„Heelemaal niet. Ik vermoed echter, da-t
je onder zulke omstandigheden in den eerst-
Jvolgcnden tijd veel met je uitzet te doen
zult hebben en dat het je daarom slechts
-aangenaam kan zijn, als we den afgesproken
datura niet eens afwachten, doch dat je
reeds vroeger weggaat; laten we zeggen:
reeds vandaag."
Het dikke gezicht der keukenmeid, dat
zonder twijfel eer energiek dan schoon te
noemen viel, weerspiegelde de grootste ver
bazing.
„W-a-t? Vandaag al?"
„Nu ja, waarom niet? Je loon voor dit
Dë Tijd schrijft:
Op luiden, toon roept het Hbld. ook in
deze zaak om onderzoek.
Wij wenschen ons bij dezen eisch niet
aan te sluiten. De reden, waarom wij dit
thans niet wenschen, blijkt het duidelijkst,
wanneer men dit goval vergelijkt met het
geval-Lehmann.
Bij dit laatste geldt het de daad Van
den minister Kuyper: de voordracht aan
da Kroon tot het verleenen van een deco
ratie- In dit geval mag zelfs de verdenking
niet blijven bestaan, dat er verband heeft
bestaan tusschen die voordracht en een schen
king aan de antirevolutionaire strijdkas.
Maar in het geval-Sweerts om de zaak
aldus aan te duiden? Dr. Kuyper was,
toen de schenkingen van baron Sweerts zou
den plaats gehad hebben, geen minister meer,
maar particulier persoon. Heeft hij later
inderdaad zijn persoonlijken invloed op hem
wèl bekende ministers trachten aan te wen
den, om den heer Swserts te doen benoemen
tot Commissaris van Gelderland, 't is alwe
der als particulier persoon, dat hij zijn aan
beveling tot de leden van het tegenwoordige
kabinet heeft kunnen richten.
Noch wegens het aannemen van gelden
voor de anti-revolutionaire strijdkas; noch
wegens het aanbevelen, het met aan
drang aanbevelen desnoods, van een be
vriende persoonlijkheid voor een hoog staats
ambt; noch wegens de motieven, die ham
daarbij geleid hebben, kan de particu
lier Kuyper, door wien ook, ter verant
woording worden geroepen. Heeft hij het
eene en het andere gedaan, geen enkele be
voegdheid werd door hem te buiten gegaan.
En wel allerminst kan er roden bestaan,
om van het tegenwoordige kabinet verant
woording te vorderen. Zelfs indien baron
Sweerts benoemd ware, zou stellig niet zon
der afdoend b e w ij s een verband tusschen
het schenken van bijdragen aan do anti
revolutionaire strijdkas door baron Sweerts,
een aandrang op diens benoeming dooar dr.
Kuyper en een voordracht tot 'die benoe
ming van minister Heemskerk mogen aan
genomen worden. Maar nu niet baron
Sweerts, maar jhr. Van Cittors de door het
kabinet voorgedragen en door de Kroon be
noemde persoon is geweest, vervalt zelfs
elke schijn van vermoeden, dat geldschen-
kingen, voor welk doel ook, op deze regoe-
ringsbenoeming van invloed zijn geweest.
Ons dunkt derhalve, dat met een open
bare bespreking dezer zaak hot algemeen
belang niet kan gediend wezen. Aan don
eisch van openbaarmaking van hetgeen ons
verder omtrent deze zaak, vroeger en later,
ter oore kwam, zullen wij derhalve niet
voldoen.
Evenzeer als wij verlangen, dat de han
delingen van officiocle personen, in officieele
qualiteit optredend, aan een nauwgezette con
trole onderworpen zullen zijn en dat be
schuldigingen, zoodanige handelingen betref
fend, streng en nauwgezet zullen onderzocht
worden: evenzeer verlangen wij, dat niet
uit reclame-zucht, persoonlijke vijandschap of
wat ook, het particuliere leven van ambfc-
looze burgers het onderwerp zal uitmaken
van inquisitoriaal onderzoek en openlijke be
sprekingen in de pers.
De Residentiebode zegt
Wij bepalen ons voor heden tot ééne op
merking. Het Hbld. vat zijn beschuldi
ging over de bescherming van de „persona
gratissima" door dr. Kuyper volgendcr wijze
samen:
„Nu hebben wij, na de Tideman-onthul-
lingen, vernomen, wat naar de meening van
hooggeplaatste personen ter
reohterzijde de reden was van het feit,
dat de quasi-liberale burgemeester van Den
Haag „persona gratissima" bij dr. Kuyper
was.
Baron Sweerts de Landas was om dezelfde
reden „persona gratissima" als de heer Ru-
dolf Lehmann. Do Haagsche burgemeester
had gelden gezonden voor de partijkas.
Toen wij de zekerheid hadden gekregen
dat leidende personen der rechterzijde in hun
kring die beschuldiging hadden uitgesproken,
zijn wij ook op kondschap uitgegaan. En wij
hebben do vaste overtuiging gekregen, dat
die medcdeeling omtrent den partij-fonds-
steun volkomen juist is."
Later ?egt het Hbld., alles te hebben
medegedeeld, wat het we^t, aitgenomen hoe
kwartaal kun je natuurlijk krijgen. En over
het kostgeld zullen we het stellig ook wel
eens worden."
,,Dus het is ernst? Ik word aan den dijk
gezet, nadazt ik zes jaren bij uw schoonmoe
der zaliger gediend heb en daarna met u
alle moeilijkheden doorleefd heb! Er uit
gegooid, alsof ik zilveren lepels gestolen
had
„Yan er uit gooien is .geen sprake, Femia.
Ik heb slechts mijn bijzondere redenen, om
een onmiddellijke ontbinding van het ar
beidscontract te wenschen, en als we langs
vreedzamen weg
„Aoh wat, vreedzame weg! Dat zijn fra
ses en u behoeft niet bang te zijn, dat ik
mij op zal dringen. Het is nuuit, en van
middag al kunt u uw middagmaal door uw
vrouw laten koken. Basta!"
Het huis dreunde van dón doffen slag der
achter Femia Vogel dichtvallende deur, en
onmiddellijk daarop hoorde men, hoe zij
den sleutel van haar kamer achter zich om
draaide. Een oogenblik later werd er ge
beld, maar Femia verliet haar kamer niet,
om open te doen. Zij was bezig haar boeltje
bij elkaar te pakken en liet zi.h in deze
bezigheid niet sten ;n, tot er met tamelijk
veel kracht aan haar deur werd geklopt.
„Wat is er?" vroeg ze barsch. „Ik kan
nu niet opendoen."
Een vreemde, ruwe mannenstem gaf ant
woord. ,,Ik eisch, dat u open zult doen. Ik
ben de deurwaarder Smid."
Femia zag er uit, alsof zij door een weep
gestoken was. Machinaal stond zij op, en
draaide den sleutel om. Voor haar stond de
heer Riedinger met ec^ hoogToode kleur en
naast hem een man met een portefeuille on
der den arm. Die wou over den drempel
bet „do zekerheid hooft gekregen, 'dat do
Haagsche burgemeester inderdaad een con
tribuant van het partijfonds is."
Het hoe deelt het Hbld. niet mede, maaï
toch laat het dit bevroeden. Immers, gelijk
wij boven zagen, het orgaan heeft verno-
mén, „wat naar de meening van hoogge
plaatste personen ter reohter-
z ij d de r eden was van het feit, dat de
quasi-liberale burgemeester van Den Haag
„persona gratissima" bij dr. Kuyper was."
Nog eens, hoe het Hbld. aan die we
tenschap komt, deelt het niet mede en daar
van behoeft het ook geen rekenschap af te
leggen. Edoch, hetgeen hier zoo ongeveer
als een bewijs aan den volke vertoond wordt,
berust toch eigenlijk op de „meening van
hooggeplaatste personen ter rechterzijde-"
Het is wel ourieus, dat het Hbld. zoo'n
los gerucht zoo dik durft opblazen. Het
oorzakelijk verhand in do ridderorde-zaak
tusschen verkiezingsgelden en decoratie, ont
brak naar veler meening, hoewel er brie
ven over gewisseld waren. Het oorzakelijk
verband tusschen partijkas en gouverneurs-
benoeming berust hier blijkbaar enkel en al
leen op de „meening van hooggeplaatste per
sonen ter rechterzijde."
Wij hadden van 't H b 1 d-, waar 't een
beschuldiging formuleert, meer gedegen ernst
verwacht.
j
Het Centrum schrijft:
Dat is inderdaad van zeer zware beschul
diging tegen den Haagschen
burgemeester.
Die zou dus, hoewel liberaal van over
tuiging, aan de anti-revolutionaire partijkas
bijdragen hebben gegeven om daardoor dr.
Kuypers invloed te winnen en Commis
saris te worden der Koningin.
Hij zou zich derhalve aan dezelfde prak
tijk hebben schuldig gemaakt als waarvan
do heer Lehmann wordt beticht, met wien
hot Hbl. hem dan ook in één zin noemt.
Wij kunnen het niet gelooven.
Ook niet van een liberaal man.
Evenmin als wij gelooven dat dr. Kuy
per iemand, dien hij minder geschikt acht,
toch zou aanbevelen voor oen hoogen post
o m d a t hij geld gaf aan de kas tijnar partij.
Dit is de nieuwste Am er i kaansohe aar
digheid in de bekende New-Yorksche bad
plaats, tevens lustoord, Coney Island. Het
nieuwe oaröussel is niets anders als een
groote draaiende schijf, waarop de deelne
mers aan de ontspanning staan of zitten.
stappen, maar breeduit ging Femia vóór
hem staan. „Hoor eensDit is mijn kamer
en daarin heeft geen vreemd manspersoon
wat te zoeken."
In de uitdrukking van haar gezicht was
iets, dat den man der wet tegenhield, zijn
geheele macht te gebruiken. „Zooals het
schijnt, is daar binnen niets aanwezig, wat
de moeite van het in-beslag-nemen waard
ia", zeide hij. Laten we maar verder gaan,
mijnheer
Zij traden de aangrenzende eetkamer bin
nen. Femia echter stond nog een paar se-
oonden lang ■erstijfd, tot een zonderling
geluid, dat in haar oor drong, haar aan
leiding gaf, plotseling zich naar de slaap
kamer te wenden. Dit geluid was n.l. niets
anders geweest dan een hartverscheurend
gesnik, en Femia koesterde geen twijfel
over de afkomst.
Daar lag dan ook haar jonge meesteres,
nog altijd in een elegante morgenjapon ge
huld, bij de wieg, Koar baby op den schoot;
zij had het gezicht in de handen gedrukt en
weende erbarmelijk. Femia trok de deur
achter zich dicht, en ging cp den kant van
het bed, naast de joncre vrouw, zitten.
,,Ja, wat is er toch eigenlijk gebeurd?"
zeide zij, en er trilde iets in baar stem, of
schoon haar gezicht onbeweeglijk bleef.
„Zal ik dien kerel met zijn tasch er mis
schien uitsmijten Ik zal er hem wel uit-
bonjouren, daar kunt a van op aan."
De jonge vrouw schudde het 1 oofd.
„Het is alles voorbij, FemiaWe zijn ge
ruïneerd. Thans blijft ons nog slechts de
weg in het water over."
„Nu, ja! Maar daar is het voörloopig
nog niet aan toe. Die kerel ia dus in zijn i
recht?" I
En wë waahten van beide beweringen bot
b e w ij s.
Of zal dat bewijs, wanner hot Hbl. de
consequenties ran zijn „onthulling" inziet,
maar liever niet worden geleverd?.
Het Volk" schrijft
Thans blijkt, dat niet alleen als minister,
maar ook daarna dr. Kuyper een element
van corruptie, van bederf, ïn ons openbaar
leven is gebleven; en een machtig element
Want minister Heemskerk heeft bijkans een
half jaar geaarzeld, vóór hij door de benoe
ming van jhr. Van Citters met een: ga achter
mij, Satan, zich tegen Kuyper's invloed
keerde.
Dr. Kuyper is „buitenaf gegaan. Wij
vermoeden, dat dit een drukfout van „D o
Standaard" was, en dat in het briefje
stond: ik ga „achteraf". Want de verwijde
ring uit de politieke machtssfcar van lieden
als dr. Kuyper is een eisch, die niets socia
listisch, zelfs niets demooxatisoh heeft, maar
die gesteld mag worden aan elk landsbe
stuur, dat niet openlijk wil erkennen, zoo
diep te zijn gezonken, dat het met de ge
wone wettelijk© machtsmiddelea geen kans
meer ziet om zich staande te houden.
Faillissementen.
H. J. Meijerink, schilder, te Haaksber
gen.
P. J. W. W. van Aken, oommissionnair,
te Utrecht.
H. Hart, te Bodegraven.
J. Bodt, oommissionnair te 's-Gravenhago.
D. A. van den Hatert, stuoadoor te 's-Gra-
venhage.
A. Karnasoh, te 's Gravenhage.
A. Smithuis, te 's-Gravenhage.
J. A. Vollebregt, koopman te 's Graven-
hage.
Ch. van der Pluym, rijwielhandelaar te
Leiden.
Joh. Parlevliet, koopman te Katwijk aan
Zee.
W. Zoutewelle, bakker te WageniDgen.
De firma Gebr. Fernhout, te Jutfaas, en
haar individueele leden J. A. Fernhout,
te Smilde, en G. S. Fernhout, te Jutfaas.
Men begint met in het midden van de schijf
te gaan staan, maar komt allengs meer
naar den rand, v. ar men, ten gevolge van
het snelle draaien, hetzij vrijwillig of niet,
op den vloer terechtkomt.
„Ja. Men neemt ons alles af. Alles, tot
het Laatste stuk toe.
Binnen drie dagen haait de deurwaarder
den boel weg, om alles tegen opbod te ver-
koopen."
„01 Heeft mijnheer dan zooveel schul
den?"
„Hij is aan een slecht mensch drie dui
zend gulden schuldig; aan een man, die
vast van plan ia, ons ongelukkig te maken.
Je hebt hom vroeger immers vaak genoeg
bij mijn oudera gezien, dezen mijnheer Eg-
gert? Hij deed, alsof hij onze beate, on-
baatzuchtigste vriend was, en drong mijn
man, vóór wij ons verloofden, letterlijk zijn
hulp op. Toen kwam hij echter in zijn ware
gedaante optreden. Hij had zelf met mij
willen trouwen, en daar ik..."
„En daar u hem wel hebt laten merken,
dat daar nooit sprake van zou zijn, wil hij
zich thans wreken, nietwaar?"
„Ja, thans vindt hij hot tijdstip gunstig,
om zich te wreken, en nu is alles uit. We
kunnen nog met meer kans op succes bij
een woekeraar op medelijden hopen dan
bij hem."
„En binnen drie dagen zal alles wegge
haald worden?"
„Dat zei de deurwaarder ten minste te
gen mijn man."
„Dan heeft u met het in het water sprin
gen dus ook nog drie dagen tijd. In zoo
langen tijd kan er veel gebeuren."
Op dit oogenblik riep Riedinger, die
den deurwaarder naar do voordeur had ge
bracht, om zijn vrouw en zij sprong op,
om hem te gemoet te snellen. Eufemia Vo-
j gel echter ging met een onbeweeglijk ge-
i zicht in de keuken, om het middagmaal
I klaar te maken en al haar gewone huise^
Panama kannal-leening.
Reuter seint uit Washington d.d. 16 Juli:
De senator Aldrich <n het congreslid
Payne hebben een onderhoud, gehad mot
president Taft. Zij hebben besloten, in hot
tariefontwerp een bepaling in te voegen
waarbij de minister van f Aanoiën zal wor
den gemachtigd obligation uit te geven tot
een bedrag van 397,000,000 doll., om uit do
opbrengst de kosten te dekken van het Pa
nama-ka naaL
De stand van de schatkist zou dezen maat
regel noodwakolijk maken.
Korten tijd later seinde Reuter:
Het kabinet heeft het voorstol oveiwogea
tot uitgifte van obligatiën voor het Pana
ma-kanaal. Het zouden driopercents obli
gation worden, met een looptijd van vijftig
jaren. Het geheele bedrag zal niet onmid
dellijk worden uitgegeven en zelfs heeft men
als mogelijk aangenomen, dat een snel op
komende gunstigo wijziging in do inkomsten
van de Echatkist, overbodig zou maken,;
dat de obligatiën aan de markt, zouden wor
den gebracht.
LISSE. Geboren: Pefronelle Cornelia, D. ven
0. va» den Berg en P. Steenvoorden. Begin*
Petronrlia Victorie, D. ven A. Kaaphorst en H.
d. Slot. Christiaan, Z. van A. de Vreede en
C. de GrAaf. Joeephue Hendrikua, Z. veu J. ven
L ieet en I. Seijeener.
NOORDWIJK'. Geboren: Cornelia Jolianno-,
Z. vnn N. de Ridder en A C. ran Stein. Nicoleee,
Z. vau J. Bus en C. H. Moonen. Cornelia Petro-
nolla Thoodora, D. van J. W. Slats J. H. Dobbe.
Ondertrouwd: Cornolis Zuidhoek, 65 j.t
wedn. van Petronolla Heemskerk, te Noordwük, en
Helena Theodora Maria Amesx, 55 j., wed. ven
Jacobus van Wineen, te Haarlem.
Overleden: Levenl. aaDgea. kind t b. manl.
go 1. va» E. L. A. Leuohton ®q Al. Mllller, t^delijk
to Noordwuk. Levenl. aangeg. kind v. h. vrouwl
ge®l. rau P. M. van der NVeijden en J. J. E. Vink.
VOORSCHOTEN. Gehuwd: R. A. Vink 23 j.
en H. A. Middelkoop 21 j. M. H. de Bruin 27
j. en C. WaasoDanr 32 j.
Geboren: Willem Hendrik, Z. ran L, Bi
Bru8só en J. J. L v. d. Werff. Arnoldus, Zu
van A. Teljeur en G. C. Boe. Hubortus MiohnSl,
Z. van L. B. Nouw*ne en A. E. M. Lingerak.
Teuntjê Cornelia, D. van G. B. r. Kempen en J.
Dekker. Cornelia PetroDella, D. ran W, P. v.
Wiaeen en M- v. d. Plas. Arie, Z. van J.
Waasdorp en A. Wolff. Cornelia Maria, D. van
C. G. 'lol en A. LI. 1eu Brummelaar. iiendrioa
Maria. D. van C. H. v. Vliet en C P. Ilooiimone.
EngoliDa Agues Jacobs, D. van H. A. Niertmaa
en C. J. v. Haaatoreu.
ZEGWAARD. Geboren: Maria. D. vno J. D,
do W ilde en M. de W'ilde. Cornelia, D. v. A v
Egmood en M. Droekhuuen. Hendrik, Z. v. 0.
den Otter en J. Smits.
Overlodoii: C. Molenaar 6 w. Aagje Kerk
hoven, 56 j., echtgOLOOte van P. Klos.
ZOETERMEER. Q o b o ron: Margnretba Jacoba,
D. van N. Adegeeet en J. Tb. r. Velzen. Johunnea
Hendrikus, Z. van P. de Jong Tb. de He(j.
Overleden: Johanooe do Wilde 19 j.
Gehuwd; S. van dor Marei jm. 24 j., van
Voorschoten, en C. A. v. Dorp |d. 25 j.
Gehouden verkooping In het Notarishuis
aan Den Burg, te Leiden, op Zaterdag 17
Juli 1909, ten overstaan van mr. J. A. F„
Coeborgh, notaris te Leiden,
De villa „Helena" Zoeterwoudsohe Singel
49, in bod 5000, kooper de heer K. D.,
Sijtsma. Het winkelhuis, Levendaal 84, in.
bod f 2830, kooper de heer J. Kukler q.q.:
Het huis, Prinsenstraat 38, in bod f 330,.
kooper de heer L. Prins. Het huis te Lei
derdorp aan het Jaagpad, in bodi f 045,
kooper de heer J. M. de Koning, t© Leider
dorp.
Onderdirecteur Itijkspo*t«i>aarbnnk
Naar de „Tel." verneemt, is benoemd tot
onderdirecteur van de Rijkspostspaarbank
mr. J. H. C. Busing, hoofdcommies bij do
gemeentebedrijven te Amsterdam.
Voordat do hoer J. H. C. Busing in dienst
trad van do gemeente Amsterdam, was hij
gemeentesecretaris van Vlissingen.
Ha land oj <h Qruss-lschc Te^oimslslüng.
Men is begonnen met de workenl
voor db Hollandscho afdeeling op de Brus-
Belsche tentoonstelling.
lijke bezigheden le gaan vervullen. Eer
halfuur, nadat zij den boel afgewasschen e»
alles in de keuken keurig netjes gepoetet
had, nam zij in haar beate Zondagsche
kleeren afscheid van mijnheer en mevrouw,
met de korlc mcdedeeling, dat zij misschien
pas 's avonds laat zou terugkeeren.
Het was werkelijk reeds tamelijk laat
toen zij terugkwam. Daar zij in de studeer
kamer nog licht zag, ging zij regelreclu
naar binnen, zoodat het echtpaar, dat in
sprakelooze vertwijfeling, elkaar innig om<
strengeld houdend, op de canapó zat, plofc<
seling opschrok.
„Goeden avond. Ik wilde u alleen maar
zeggen, dat ik mij eens bedacht heb. Mijn
Willem zegt, dat ik mijn ontslag vóór den
tijd niet behoef aan te nemen, en dat doe
ik ook niet."
„Maar je hebt toch zelf gezien, Femia,
dat onze positie geheel veranderd is. We
zijn heelemaal niet meer in staat, een
dienstmeisje te houden, daarom hebben
we immers ook..."
„Daarover behoef ik mij niet te bekom,
meren, z^gt Willem, en mevrouw kan im
mers ook heelemaal niet koken."
„Maar wanneer ik je verklaar, dat ik>
waarschijnlijk geon loon meer uitbetalen
kan."
„Laat u dat maar aan mij over, dat té,
krijgen, doctor. Dat zal wel in orde komen.
En wat ik zeggen wou, mijn Willem heeft
met mijnheer Eggert gesproken."
Wordt vervolgd.)
Een carouasel zonder paarden.