Ohfneesch varkensvleescL
Geen telephoondames meer!
Het stekken van rozen.
Een en twintig geboden voor melk-
verkoopers en veehouders.
blik later juichend terug, een groots, vette
gans boven zijn hoofd zwaaiend.
Er was een brief bij:
„Beste Rooyhocd.
Ik heb toevallig van het ongelukje van
je yxouw gehoord, vergun me je een kleine
schadeloosstelling aan te bieden. Opdat de
vogel echter weer niet zou wegwaaien, heb
ik zijn vleugels wat bezwaard, hetgeen g?,
als een kleine erkenning voor uw trouwe
plichtsbetrachting, wel als een verjarings-*
geschenk zult willen aanvaarden.
Met hartelijke gelnkwcnschen.
,~v BERGER."-
Met bevende viDgers maakte Rooyhoed
de papiertjes van de vleugcis der gans los.
In elk zat een gouden tientje.
r In verband met een in Nederlandsche
bJadeu verschenen bericht betreffende den
.uitvoer van bevroren Chineesch vaxkens-
vleesch, ia zoo meldt ons gezantschap
te Peking het onderstaande oordeel van
©en deskundige nopens do varkens (bevroren
halve dieren), welke via Shanghai worden
uitgevoerd, niet van belang ontbloot
Van een varkens teelt in Amerikaanscheh
of Europeeschen zin kan in China niet ge-i
©proken worden. Be geslachte dieren zijn
alle minstens meer dan een jaar oud en
wegen 160 tot 200 pond. Spekvarkens met
mgspek van 7 tot 10 o.M. ziet men slechts
teer pelden; by Hankow-varkens is van 4
tot 7 c.M. bet gemiddelde. Be buik is vet
ter dan bij- Amerikaauschc en Europeesche
varkens, on in dit opzicht is er ©enige over
eenkomst met de Hongaarsche on Servische,
de zg. „Bagonierwi", ofschoon zij met be-:
trekking tot hot rugspok daarmede niet ver-i
geloken kunnen worden.
Be dieren, die uit dan stal geslacht wor-i
den, hebben veel bladreuzel; maar die,
welke uit hot binnenland komen en gedu
rende 5 a 8 dagen zonder voedsel onderweg
geweest zijn, verliezen zeer veel daarvan,
zoodat bij het uitbraden weinig reuzel over
blijft, dooh des te meer kaan- Het zwoord
is tweemaal zoo dik als bij Amerikaansche
en Europeesche varkenshet magere vleesch,
het spek on de vette doelen zijn taai en
hard. Is hot vet werkelijk zacht, dan heeft
het voor don Europeaan een afk eerwekkend,an
smaak naar olie of traan, wijl de dieren
dan gevoed zijn met olieboonen of met den
afval der oliebereiding.
Chineesche varkens kunnen in de verste
verte niet vergeleken worden met die uit
Amerika, Nederland, Buitscliland of Be
nemarken. Ook moet er op gewezen worden,
dat zij in do dorpen mot het allervuilsto en
ongezondste voeder gevoerd worden. Euro
peanen in China eten dan ook bijna uit
sluitend alleen dan varkensvleesch, wanneer
zij weten, dat het van Europeesche varkens,
afkomstig is.
Be locale pars heeft niet nagelaten, Kaar
waarschuwende stem te doen hooren tegen
dezen uitvoer en tsgen het verbruik van
het vleesch van Chineesche varkens, er op
wjjzende, dat die dieren het meest afkeer
wekkende voedsel gebruiken.
Volgens inlichtingen zal dc „Peninsular
and Oriental Steam Navigation Company"
zich op het vervoer van varkensvleesch in
bevroren staat gaan toeleggen en bestaat
het voornemen, binnenkort ongeveer 3000
ton varkensvleesch, wild en gevogelte van
Hankow naar Londen te verschepen. Be
„International Export Company Ltd." te
Hankow stelt zich ten doel genoemde ar
tikelen naar Europa uit tc voeren.
Nog «en korten tijd en de telephoonda/
mes zijn uit de mode en haar bestaan be
hoort tot het verleden, aldus „Be Kam
pioen". In de eerste plaats moeten zij zelf
er over verheugd zijn, haar zenuwachtig
en hoogst onaangenaam baantje door een
ander te kunnen vervangen, want er is wel
niemand, die de menschheid zoo van haar
sJecH* leegt knmjfin, jsjst ges gafe-.
phoonjuffrouw. Do menschheid is ongedul
dig, en wordt een verbinding nut spoedig
genoeg verkregen, dan ontbrandt de opschel-
Ier in woede en uit zijn toorn in nut altijd
zeer liefelijke bewoordingen aan de volkomen
onschuldige tclephoonjuffrouw. Een nummer
is in gesprek, en met een boos gegrom wordt
do telephoon op den haak geworpen; men
belt nog eons op; de bewuste persoon is
nog in gesprek, zegt de juffrouw; da op
roeper is nog woedender en het booze ge
grom is in een vloek veranderd. De derde
maal, want natuurlijk is men to ongeduldig
om een behoorlijken tijd te wachten, krijgt
de juffrouw een stortvloed van verwcnschin-
gen naar het hoofd, waarop zij op beleef
den toon niet. anders kan en mag antwoor
den, dan dat het haar wel spijt, maar dat
zij het gesprek niet mag afbreken Wie zou
er na zoo iets nog goed gehumeurd zijn
En dat gebeurt met eens per dag, doch
honderden malen.
Maar nu zijn wij ai te ver afgeweken.
[Wij wilden iets zeggen over een nieuwe
uitvinding, die ons in staat stelt ©nszolf
langs automatischen en mechanischen weg
met den persoon, met wien wij sproken wil
len, te verbinden. Reeds in 1893 is het
vraagstuk van de automatische verbinding
in Amerika „opgelost", later ook in Buitscli
land; maar er scheen, toch nogal iets aan
te haperen, want toegepast werden da syste
men niet. Eenig© dagen geloden heeft een
ingenieur, Paul Hildebrand, uit Münehen,
een nieuw, door hem uitgevonden, automa
tisch telephoonsohakelingstoestel te Keulen
gedemonstreerd, waarbij alle onvolkomen
heden van do andere ontbreken. Heb Ame-
rikaanscho systecm-Strowyer schakelt, wan
neer twee personen spreken, heele groepen
van aboruienten uit, zoodat slechts 20
pCt. van het gehoole aantal abonnés gelijk
tijdig met elkander kunnen sprekon. Het
systeem-Hildebrand vervangt echter volko
men den dienst van de zoozeer geplaagde
telephoondames. Ieder abonné kan een ander
opbellen, wanneer deze niet in gesprok is;
.volgens dit nieuwo systeem kan oen onbe
grensd aantal aangesloten worden en met
elkander spreken. Alleen moet ioder abonné
op de centrale oen schijf hebban, waarop
zooveel leidingen zijn aangebracht als er
abonnenten zijn. Men plaatst thuis op zijn
apparaat een hefboom op het nummer, dat
men oproepen wil, en stalt dit nummer uit
cijfers jbe zam.cn, juist zooals men het ge
tal anders aan de juffrouw vraagt. Is dc
hefboom geplaatst, dan belt het aan de
andere zijde zoolang tot daar ook de hoorn
van den haak genomen wordt. Is het num
mer in gesprek, dan verschijnt er oen Xoode
schijf. Wie echter eens heeft opgebeld, be
hoeft hot niet ten tweeden male te doen,
want, is het gesprek afgeloopon, dan valt
de roode schijf wog en er weerklinkt teen
bel. Natuurlijk is er in het vervolg ook
geen onderscheid tusschen nacht- en dag
dienst. Hildebrand heeft ook reeds gedacht
aan het intercommunale verkeer; hier komt
dan nog bij het gewone apparaat het con-
trólctccstel voor extra-betaling.
Be geheele uitvinding is in de practijk
verbluffend eenvoudig. Hildebrand wilde zijn
toestel laten werken, maar had er niet aan
gedacht, dat Keulen alleen wisselstroomen
levert, terwijl hij gelijkstroomen voor zijn
apparaat noodig heeft- Men heeft den uit
vinder de opdracht gegeven verschillende
toestellen aan Berlijn te leveren.
De „stijfkunst."
Reeds gedurende eenige eeuwen bestaat
do mode, om do wasch te stijven, en naar
het heet, moet men er in het midden van
do zestiende eeuw aan het hof van Elisa
beth van Engeland het eerst meo zijn be
gonnen.
Deze mode schijnt to zijn uitgevonden door
een Hollandsche vrouw, die de kunst ver
stond om door goed gesteven kragen en
bandig gelegde plooien een klein lichaams
gebrek van haar koninklijke gebiedster te
verbergen.
Waar de gesteven wasch eenmaal door de
Koningin werd begunstigd, waren er spoe
dig vele aanhangers van deze mode, eerst
natuurlijk alleen nog j&aar in dn hoogere
kringen, maar weldra legon het tooh reeds
meer algemeen te worden.
De voorname Londensche dames waren I
één en al bewondering voor deze dracht en1
al spoedig werden er op het gebied van
„stijfkunst" de wonderlijkste dingen ver-'
toond.
Er wordt verteld, dat de salons der da
mes het aanzien kregen van wasch- au
strijk inrichtingen en dat het voor een heer
als hoogste eer gold in een dergelijke om
geving te worden ontvangen.
Voor enorm hoogen prijs kon men bij en
kele leeraressen in de edele stijfkunst on
derricht ontvangen. Eerst veel later kwam'
men er toe om eenig blauw aan de stijfsel
to* t.e voegen.
Koningin Elisabeth had namelijk verbo
den in haar wasebgoed, zoomin als in dat
harer hofhouding, blauwsel te doen, daar ze
van rüeening was, dat blauw haar een lee-
lijke tint gaf en zii nu gemakkelijk op
grond van „schadelijk voor de gezondheid"
het gebruik van deze stof kon verbieden^
Zocxjra de eexsto bloai van d©
voorbij is, ia hot tijd om ze ie sfëKkten, en
zoodoend® de soorten, die m'aa wenS<iht, te'
vermenigvuldigen- Niet alle soorten laten'
dat toe. Met de Maandrozen, de Theerozen
en de Polyanthrozen gaat dat al ho?I go.
makkelijk. En ook met andere zooals bijv,
de La France, Souvenir de la Malmaisoa,
Génóral Jacqueminot, gaat het good, zoo
lezen wo in „Buitcnleveu."
Bat stekken gaat al heel eenvoudig in
zijn werk. Men breekt van de struiken bij
voorkeur de uitgebloeide scheuten mot het
„hieltje" af en snijdt ze dan in stukjes,
dio ieder drie blaadjes tellen. Het onderste
stukje met het „hieltje" is wel het aller
best. Want aan het ondereinde hebben vroe
ger verscheidene kloine blaadjes gestaan,
zoodat ex een massa reserve voedsel opge
hoopt ligt, dat na de nieuwe wortelvonning
niet weinig bevorderen zal. Al do andere
stukjes worden van onderen vlak onder het
onderste blad afgesneden, terwijl men ook
dat tot op een klein stukje van den blad
steel wegneemt- In den oksel van den blad*
steel zit nu oen „oog" en het reserve voed
sel, hierin opgehoopt, zal ook al weer op
zijn beurt do wortel vorming in de hand
werken. Elk stekje behoudt dus slechts twve
blaadjeshet onderste is weggesneden. Al
die stekken worden nn, dicht naast elkan
der, met een afstand van drie a vier c.M.
in een bakje of in een bloempot met zuiver
zand gezet Hoe zuiverder hot zand is, des
te sneller heeft do wortelvonning plaats.
Het beste is zuiver rivierzand. Heeft men
dat niet, dan kan men ook schoon
nemen, dat van te voren evenwel goed uit-
gewasschen moet zijn. Een handbreed meer
behoeft er niet te zijn. Baar zet men de
stekken in, tot aan het tweede oog, zoodat
de beide blaadjes nog alleen maar boven
den grond blijven. Men giet zi goed aan,
zoodat het zand er good omheen sluit, legt
ex dan een raam of een stuk glas overheen
en laat er nu de gloeiende feon maar op
schijnen. Hoe foller de zon ex op brandt, hoe
boter. Niet de minste schaduw wordt aan ge-:,
bracht Verdrogen kunnen de stekken niet*
immers, het water kan nergens heen ver*
dampen, omdat de heelo ruimte van boven
zorgvuldig afgesloten is; het glas laat nie
mendal door. Doch om een vochtigon damp*
kring te behouden, is het goed, 's morgen©
een boet je te spuiten. Dat geeft een tropisch
temperatuurt jeVochtig en waxml Na een
veertien dagen kan men al zien, dat enkele
stekjes wortel geschoten hebben- Zij worden
dan voorzichtig opgenomen en ieder afzon
derlijk in kleine stek potjes gezet Zij krij*
gen een lichten, voedzamen grond: liever
bak aarde dan tuinaarde, en komen, als het
kan, opnieuw onder glas, dus in een bak,
te staan. Maar heeft men dien niet, dan
doen ze het anders ook wel. Het is dan ge-
wensoht, do eerste dagen wat schaduw te
geven en de potjes tot aan den rand toe in
den grond te zetten. Eiken avond wordt er
nu zorgvuldig gegoten. Al heel gauw, nn
«O week, blijkt hgt. meg dgn, kritó
ken tijd voorbij is. Zij worden dus lang
zamerhand aan de lucht gewend en ten
slotte nog eens verpot, waarna ze groot
genoeg geworden zijn, om cr den winter
mee in te gaan. Het spreekt vanzelf, dat
men er dien eersten winter wat zorgvul
dig op passen moet. Maar zoo hoel teer zjjn
ze toch ook niet en wat vorst 'kunnen ze
ook best verdragen. Om ze tot een snellen
groei aan to zetten, lat} men zich niet ver
leiden, wat mest in de potfcjn te doen of
vloei mest toe te dienen. Want dan loopt alles
op teleurstelling uit. De grond most „zui
ver" zijn, zooals de tuinlui het uitdrukken.
Een lichte, krachtige grond bij de laatste
verpotting en het doel wordt stellig berrikt.
Klimrozen wortelen, van stek ,af hooi ge
makkelijk- Doch wie meent, dat hij genoeg
gedaan hooft, als hij de stekjes alleen in
den grond gezet hoeft, die vergist zich. Het
eischt wat naloopeu. Maar dat juist maakt
de liefhebberij zooveel te aantrekkelijker
Deze raadgevingen zegt hot „Maand
blad tegen de vervajschingen" zijn in druk
afgeleverd door de melkcontroleurs in
Frankrijk, en moeten op een goed in het
oog loopende plaats aangeplakt worden bij
alle melkveehouders en in de lokalen in de
»tad, waar de melk ontvangen wordt.
Wij achten dat een zeer navolgenswaardig
voorbeeld voor ons land.
Melkkoeien.
1. Laat het vee geregeld onderzoeken
door een .veearts van ervaring. Zonder on
middellijk elk beest af, welks gezondheid
blijkt abnormaal te zijn. Veeg nooit aarf
den stal een beest toe, zonder zekerheid
te hebben, dat het niet aan cenige ziekte
lijdende is, in hoofdzaak tuberculose.
2. Sta nooit toe., dat een koe geprik
keld wordt door slechte behandeling, opja
gen, onnoodig geschreeuw, of on
gemakken; stel haax ook niet aan koude
of slecht weer bloot.
3. Reinig dagelijks het geheele lichaam
der koe. De huid in den omtrek van den
uier moet kort gehouden worden; wrijf de
spenen en de aangrenzende streek vóór
het melken met schoon nat linnen.
4. Geef het melkvee geen sterk riekend
voeder, als knollen, kool, knoflook, enz.,
tenzij onmiddellijk na het melken.
5. Laat steeds zuiver keukenzout voor de
koeien gemakkelijk bereikbaar blijven.
6. Verander de dagelijksche voeding nooit
plotseling, doch steeds successievelijk.
7. Laat er 6tecds frisch en zuiver (niet
te koud) water onder het bereik van het
vee zijn.
Stallen.
8. Het melkvee behoort gestald te zijn,
geheel gescheiden van andere dieren; liefst
geen provisie in den stal. De stal moot goed
verlioht zijn (ruiten van 37 tot 56 v.k. deci
meter) voor elke koe, en minstens 14.5 v.k.
meter lucht voor elk beest. Er behoort een
inrichting voor luchtvervcrsching te zijn,
op een wijze aangebracht, dat lucht in- en
uitgelaten wordt, zonder dat er tocht op
het vee valt. Be aanwezigheid van vliegen
moet beperkt worden door de betrekkelijke
duisternis van den stal en de directe op
ruiming der afvalstoffen.
9. Vloer, muren en zoldering van dc stal
len moeten zindelijk zijn; de muren en pla/-
fonds moeten mot doeken van spinrag en
vuil gereinigd en tweemaal per jaar gewit
worden. Er moeten ook zoo weinig moge
lijke stof- en vuilnishoeken zijn.
10. Laat geen vochtig of vuil strooisel
(stalstroo) inbrengen, en houdt alles, -wat
sterk riekt, nit den stal verwijdercr. Plaats
uw overdekte mestvaalten minstens 15 me
ter van den stal en wel op een donkere
plaats. Strooi dagelijks gips in de greppels
en op den grond.
M e 1 k e r ij.
11. De melkkannen mogen niet in de stal
len blyven, tenzij gedurende het gebruijc
IA Breng de melk van elke koe, direct na
dat ze gewonnen is, naar een zindelijk lo
kaal Filtreer ze direct door helder katoen
of hydrophile gaas, verkoel ze tot op 10 gr.
C. of lager. Elke melkinrichting moet met
een sleutel afgesloten worden. De melkerij-
gereedschappen moeten van metaal zijn, en
alle naden goed gesoldeerd; zij behooren
zuiver vertind tc zijn. Laat nooit het melk-
gereedscbap roesten of harde korsten daar
in aanwezig zijn. Gebruik het materiaal ook
nooit voor andere doeleinden dan voor het
bewerken, het bewaren en het verkoop en
van de melk.
13- Gebruik slechts zuiver water om het
melkmateriaal te reinigen. Reinig het
eerst in warm water, waarin een gesobikte
reinigingsstof is opgelost. Spoel hot daar
na opnieuw uit en steriliseer het eindelijk
met kokend water of heeten stoom; berg
de gereinigde gereedschappen op en zorg
zoo mogelijk, dat frissche lucht en zonne
stralen daarop kunnen inwerken, tot het
materiaal weer gebruikt moet worden.
Het melken en de behandeling
der melk.
14. De persoon, belast met het melken,
moet zich even vóór het melken de handen
wassohen en een zindelijk pak aantrekken,
dat, na gebruik, op een zindelijke plaats
moet opgeborgen worden. Tabak mag ge^
durende het melken niet gebruikt worden.
15. Gedurende het melken rustig zijn;
de melking moet snel, zindelijk en volko
men wezen. Laat het melken eiken morgen
en avond op hetzelfde uur geschieden en
melk de koeien in dezelfde volgorde.
16. Indien hot geringste deel der melk
bloederig, vezelig, draderig of een abnor
maal aanzien heeft of indien bij toeval de
melkemmer verontreinigd wordt, worpe
men demgebeelen inhoud weg.
17. Nota houden van hot soortelijk go-
wiaht en volume melk, afkomstig van elke
koo.
18. Vermeng nooit warme melk met reeds
afgekoelde, en voorkom, dat de melk klon
tert.
19. Geef geen droog, stoffig voeder vóór
het melken.
20. Personen, lijdende aan onverschillig
welke ziekte, of zij, die blootgesteld zijn ge
weest aan besmettelijke ziekten, mogen de
koo noch de melk naderen.
21. Het is onnoodig te zeggen, dat hoe
minder tijd er is tusschen het thuisbrengen
van de melk en het verlaten daarvan van
de boerderij, en hoe minder tijd er ver
loopt tusschen het verlaten van de melke-
nj en het brengen in consumptie, hoe beter
do hoedanigheid dor melk zal zijn.
SI, AN G-EN VELLEN.
De uitvoer van slangenvellen vormt in
tropische landen geen onbelangrijken tak
van handel.
Ook Java voert veel slangenhuiden uit.
Versobeidcne firma's op Java houden zich
geregeld met den uitvoer van onbereide
slangenvellen bezig en bewerkt komen ze
dan in den vorm van voorwerpen van aller
lei aard in Indiö terug.
Hoe verkrijgt man die slangenvellen He
laas, op wreede manier. Met stokken en
haken wordt op de slangen jacht gemaakt.
Vallen worden nog weinig gebruikt, doch
komen meer èn meer in zwang. De Java
nen (de beste slangen jagers, naar men
ons vertelde) vervoeren de slangen, uit
vele wonden bloedend, in manden naar
hun respectieve woningen. Men spant
de slangen dan tusschen twee boomeQ of
palen en zij worden het is gruwzaam
wreed, maar volgens de Javanen niet an
ders mogelijk als palingen, levend ge
vild. De vellen worden in de zon gedroogd
en vervolgens, naar de lengte gemeten en
de kleur geoordeeld, aan de exporteurs
verkocht.
Een schoenenfabrikant te Batavia, die
proeven neemt met slangenvellen, door de
verwerking van de huiden, die voorheen
in Europa geschiedde, thans te Batavia
te doen plaats hebben, beeft thans aan de
„Java-Bode" de verzekering gegeven, dat
hij alles in het werk 6telde om 't bovenge
noemde misbruik tegen te gaan. Tegen
woordig laat deze fabrikant de slangen
levend bij zich aan de fabriek brongen;
daar worden zij gedood en vervolgens dar,
delijk gevild. In de binnenlanden ls het
levend villen nog moeilijk tegen te gaan.
Bij leveranties aan fabrieken kan het villen
gecontroleerd worden, maar in het buiten
land gaat dat moeilijk. Toch mag men ver
wachten, dat men, nu men hier ook met de
verwerking van de huiden gaat beginnen/
ook meer en hoogere eisóhen aan de slan
genjagers zal kunnen gaan stellen.
Men zegt wel eens, dat hot levend villen,
noodzakelijk zou zijn om de huid gemakke-i
lijk en fraai in handen te kunnen krijgen;!
maar dat is niet zoo. De fabrikant, waar-1
van hierboven sprake is, verzekerde aan j
de „Java-Bode", dat het in het geheel niet
noodig is en bij Ihtem tegenwoordig ook niet1
geberurt.
Het is wel goed dit bekend te maken,
aangezien zich anders bij velen een tegen
zin tegen deze industrie zou kunnen vor-
men, welke haar veel kwaad zou doen.
In buitenlandsche bladen, onlangs nog ii>
de China-Gazette" van 19 April, is de;
aandacht op deze wreede praktijken, op
Java uitgeoefend, gevestigd.
KARNEMELK.
Waar veel boter wordt bereid, verkrijgt
men vanzelf veel karnemelk.
In den tijd, toen overal neg uit volle
melk werd gekarnd, was de hoeveelheid,
welke men bij elk karnsel verkreeg, zeer
aanzienlijk. Tegenwoordig, nu haast aller
wegen wordt gecentrifugeerd en alleen de
room wordt gekarnd, vermindert wel de
massa, maar de hoedanigheid gaat er vol
strekt niet op achteruit. Toen men die
groote plassen karnemelk verkreeg en er
moeilijk af komen kon, gebruikte men dit
afvalproduct der zuivelbereiding eenvou
dig als veevoeder, en de dieren voeren er
niet kwaad bij. Geen wonder I Karnemelk
toch bevat gemiddeld niet minder dan
3.15 pCt. eiwit, 0.3 pCt. vet, 4 pCt. suiker
en 0.75 pCt. asch. En als we eens vergelij
kende berekeningen gaan maken, dan vin
den wo, dat 5 K.G. karnemelk bijna even
veel werkelijk voedsel bevatten als 1 K.G.
mager vleesch en 1 K.G. kippeneieren.
De boer is daarom zoo dom met, wanneer
hij dio karnemelk ook zelf gebruikt; daar
mede toch voedt hij zich goedkoop en
•krachtig. En dit voedingsartikel is op den
koop toe nog zeer licht verteerbaar. De
eiwitachtige stoffen der melk hebben bij
het zuren een verandering ondergaan,
waardoor de vG**teerbaarheid zeer is toege
nomen. Vandaar wellicht, dat karnemelk
door de geneesheeren zoo algemeen wordt
aanbevolen voor mensohen met een zwakke,
maag en ook voor kinderen. Door den.
zwakzuren smaak is karnemelk een aange-,
name en dorstlesschende drank. Als zoo
danig moet ze evenwel tamelijk versch zijn,
want wordt ze te oud, dan maakt do groote
zuurheid ze ongenietbaar. Van do vele bo-
terfabrieken, welke er tegenwoordig be
staan, kan men ze gemakkelijk dagelijks
versch betrekken en dan is de prijs gewoon
lijk van dien aard, dat daarvoor niemand
behoeft terug te schrikken.
Het kon wellicht rijn nut hebben, wanneer
dit eenvoudig en goedkoop voedingsartikel,
dat tot heden nog zooveel als varkensvoer
wordt gebruikt, wat meer werd gebracht
onder het bereik van de arme bevolking
onzer steden. Niet, dat we die karnemelk
voor de varkens versmaden; integendeel,
maar voor menschelijk gebruik heeft ze>
hooger waarde dan als veevoeder en voor
onze varkens kunnen we best iets anders!
vinden. Maar zoolang de stedeling en voor-1
al de minder ontwikkelde menschen in de
stad uit die hoogte blijven nederaen op de,
eenvoudige buitenmenschen, zoolang breJ*-:
gen de landlieden de karnemelk, welke zij
voor eigen huishoudelijk gebruik niet noo-[
dig hebben, eenvoudig naar den varkens
trog, en de dieren groeien er van aJs;
kool, vooral als er het noodig© graan of'
meel aan toegevoegd wordt. Het vleesch en
het spek worden er bijzonder smakelijk
door en de waarde der varkens stijgt door
'dit smakelijk en licht verteerbaar voer.