No. 15136.
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag» Jnli. Tweede Blad.
Anno 1909.
PERSOVERZICHT*
Uit de Rechtzaal.
FEU ILLETON.
Hoen Êiasteei.
Betreffende de zaak Tideman-Kuyper
schrijft de „C b r i s t e n-d emocraat"
o. m.
Het is dr. Kuyper allerminst gelukt de
Onwaarheid aan te toonen, neen, wat meer
zegt, dr. Kuyper komt eenvoudig de door
den heer Tideman genoemde feiten beves
tigen.
Daarop komt eigenlijk het sahrijven in
„De Standaard"' neer. En de door
dr. Kuvpcr erkende feiten geven, in hun
onderling verband beschouwd, den onpar-
tijdigen beoordeelaar stof tot tal van vra
gen en gissingen.
We willen over deze onverkwikkelijke
geschiedenis niet veel zeggen, daarop niet
diep ingaan, maar dit staat naar onze mee-
ning vast dat een nader onderzoek in deze
aangelegenheid niet kan uitblijven.
Dr. Kuyper heeft zich met zijn in ,,D e
Standaard" gepubliceerde opmerkin
gen niet kunnen rechtvaardigen tegen de
beschuldigingen tot hem gericht, die, wan
neer het blijkt, dat ze inderdaad de waar-
beid bevatten, wijzen op een corruptie van
den meest omstigen aard.
Er is hier geen sprake van een verhou
ding of handeling van eenig particulier
persoon, doch van handelingen indien
dé beschuldiging waar is gepleegd door
een eersten Minister der Kroon.
En zeer juist merkte „De Tijd" op
dat: >,een van de zaken, waarop ons va
derland tot heden mag groot gaan, ia de
ongereptheid onzer politieke zeden, in
zóóverre omkoopenj van regeeringsper-
eonen, lintjeshandel en onbehoorlijke be
moeiing van een zittingnemend Kabinet
met politieke verkiezingen hier te lande
tot de onbekende zaken behoorden; even
zoo het optreden van zekere, elders voor
komende klasse van betaalde personen wel
ke ten bate óf van de regeering óf van
particulieren in de binnenlandsche poli
tiek geheime diensten verrichten. Van het
een zoowel als het andere hopen wij voor
altijd verschoond te blijven."
Dat ook hopen wij zegt ,,D e C h r i »-
t e n-d emoora&t" en daarom ia
nader onderzoek in deze onafwijsbaar
noodzakelijk. Deze zaak moet niet in den
doofpot, maar tot volle klaarheid worden
gebracht.
„N e d e r 1 a n d s c h e Stemmen"
wil aannemen dat er geon verband heeft
bestaan tusschen de verleende ridderorde
en de door dr. Kuyper geïnde verkiezings-
gelden.
Doch, zoo vervolgt het artikel, dan blijft
de vraag en dit ook de éónige vraag
iwelke wij in deze willen bespreken of
het een in functie zijnd minister geoorloofd
is gelden aan te nemen ten behoeve der
▼erbiezingskas van zijn partij, onversohil-
lig of het geldt verkiezingen voor 'e lands,
provinciale of gemeentelijke vertegen
woordiging
Die vraag meenen wij beslist ontkennend
te moeten beantwoorden, daarbij alle po
litieke of partij-overwegingen geheel en al
ter zijde latende
Zeker zal het niemand in de gedachte
komen, een minister het reoht te ontzeg
gen, buiten zijn ambtelijke betrekking,
voor zijn persoonlijk gevoelen uit te ko
men, ook vóór en tijdens de veririêzings-
dagen.
Doch men moet wel onderscheiden. Wat
den minister als particulier persoon ge
oorloofd is, is den minister als regeerings-
persoon, nog geenszins toegestaan.
De heer Kuyper of wie dan ook, de
naam doét niets ter zake mocht als par
ticulier gelden in ontvangst nemen ten be
hoeve der verkie-zingskas van zijn partij
de minister van binnenlandsche zaken, of
welke minister ook, moet zich onthouden
van elke daad, die zelfs maar het vermoe
den kan doen ontstaan, dat hij voor po
litieke doeleinden gebruik of misbruik
maakt van zijn officieele positie en zulks
vooral waar, zooals hier althans de 6chijn
is, op indirecte wijze de Krcon in de zaak
kan worden betrokken.
Dr. Kuyper is aoo meldt „D e S t a n d-
a a r d" gisteravond voor eenigen tijd
„naar buitenaf" vertrokken.
,,D e Standaard" bevat onder
staand ingezonden stukje:
„Geachte Redactie,
Liefst was ik niet op reis gegaan, zon
der in de bekende zaak nader van mij te
hebben doen hooren. De wijze echter waar
op oaen, als ware 't bij druppels, zijn on
dersteld bewijs-materiaal publiceert, maak
te mij dit niet wel doenlijk. Ik kan niet
nogmaals het woord nemen, zoolang ik niet
weet, of nu al de stukken voor mij liggen.
KUYPER.
's-Gravenhage, 7 Juli 1909.
„D e Nieuwe Courant" teekent
bierbij aan:
Dit is een verbijsterend voorval.
De noodzakelijkheid eener reis „naar
buitenaf', die dr. Kuyper buiten staat zou
stellen van zich te doen hooren op het
oogenblik, waarop hem dit dienstig voor
komt, valt niet in te zien. Yan dit af-
scheidsbericiht begrijpen wij dan ook niets.
„Al de stukken"... Ons dunkt, dr. Kuy
per zelf moet ,,al de stukken" waarvan in
deze sprake zijn kan, kennen. Indien hij
zich schuldloos weet en dus geen publi
catie van welk stuk ook behoeft te vree
zen, wat belet hem dan een klaar en dui
delijk antwoord te geven, dat hem boven
verdenking stelt?
Bij de aanhaling van een briefje, getee-
kend K., uit „Het Volk" schreef „De
Nieuwe C r t.'' dat dit document „blijk
baar eveneens door bemiddeling van mr.
Tideman verkregen" was.
Mr. Tideman verzocht toen „De N.
Crt." te vermelden, dat dit niet juist ia
Hij heeft geen enkele andere aanraking
met „Het Vol k" gehad dan de beide
interviews waarom het blad hem verzocht,
en°de daarna door het blad gepubliceerde
brieven heeft het niet door zijn bemidde
ling verkregen.
,/H et Vol k" bevestigt nu de juistheid
van deze mededeeling van mr. Tideman.
Koloniën.
BATAVIA, 3-0 Juni.
De „Java-Bode" schrijft, dat familieom
standigheden de oorzaak zijn dat'professor
Treub, in stede van in dén loop van het vol
gend jaar, waartoe aanvankelijk het plan
bestond, reeds binnenkort 'a lands dienst
verlaat.
Niet onwaarschijnlijk wordt het gea-cht,
schreef het blad, dat de chef van de afdee-
ling zoölogisch museum en werkplaats aan
het Departement van Landbouw, dr. J. 0.
Koningsberger, tot opvolger van professor
Treub zal worden benoemd.
Volgens de „Java-Bode" moet het feit,
dat professor Treub zioh een beslist tegen
stander verklaarde van de door den dienst
van het boschwezen voorgestane wijze van
reserveering van wildhoutbosschen om kli
matologische en hydrologische redenen en
ter voorziening in de houtbehoefte en dat
do regeering bij diens zienswijze zich geheel
heeft aangesloten, niet weinig hebben bijge
dragen tot de langzamerhand tusschen dien,
den parlementschef en der hem onderge
schikten, sedert afgetreden hoofdinspecteur
van het boschwezen, deD heer E. Tobi, ont
stane verwijdering.
De „Java-Bode" schrijft in staat te
zijn mede te deelen, dat de heer Bruinsma
zich bereid verklaard heeft zijn vroeger
reeds gedurende een zevental jaren beklee-
de betrekking weder te aanvaarden. Daar
bij heeft die hoofdambtenaar echter uit
drukkelijk bedongen, dat wijziging zal wor
den gebracht in het Dienstreglement voor
het boechwezeai (Bijblad No. 5164, 6094,
6429 en 6915) in dien zin, dat hij meer on
afhankelijk wordt van den chef van het de
partement van landbouw, aan wien hij in
hoofdzaak alleen administratief onderge
schikt zal wezen, terwijl hij ïn technische
aangelegenheden zal kunnen handelen.
Aan deze eischen zal worden voldaan, ter
wijl voort9 aan den heer Bruinsma zal wor
den toegekend het maximum bedrag der aan
de betrekking van dienstchef verbonden in
komsten ad 1500 gulden 's maands.
Te Soerabaja overleed de heer H.
Stoel, hoofd van een der gouvernement»
lagere scholen, die zich als groot kinder
vriend aller achting had verworven.
CIVIEL DEPARTEMENT. Ingetrokken:
op verzoek, het besluit waarbij de ambte
naar op non-activiteit Ch. A. Goldonaar
tijdelijk is gesteld ter beschikking van den
chef der exploitatie van den Sumatra-spoor-
weg en de Ombilinmijnen, ten einde bij dien
spoorweg te worden werkzaam gesteld; het
besluit, waarbij de sedert van buitenlandsch
verlof teruggekeerde ambtenaar H. Ris,
laatstelijk assistent-resident der Zuiderdis
tricten (Celebes en Onderhoorigheden) is
benoemd tot assistent-resident van Sintang
(Westerafdeeling van Borneo).
Benoemd: tot secretaris der ree. Timor
en Onderhoorigheden, de controleur bij het
binnenl. bestuur op de bezittingen buiten
Java en Madoera J. 0. van der Meulen;
tot controleur bij het binnenlandsch bestuur
op de bezittingen buiten Java en Madoera,
de ambtenaar op wachtgeld 0. L. Barentz,
laatstelijk die betrekking bekleed hebbende.
Machtiging verleend: om te Medan een
openbare Europeeecho lagere school op te
richten, welke «Jen naam zal dragen van
openbare tweede lagere school, terwijl do
aldaar bestaande school, openbare eerste la
gere school zal heeten.
Benoemd: tot onderwijzer 2de klasse 0.
Huge, thans wd.-onderwijaer 3de klasse,
vroeger eerstgenoemde betrekking bekleed
hebbende.
Overgeplaatst: van de bestaande school te
Medan naar de te openen tweede school al
daar: 1. als hoofid der school, de onder
wijzer 2de klasse J. R. Bakker en 2. de
tijdelijke bulponder wijseree mej. B. H. Ver
schuil.
Bepaald: dat de benoemde onderwijzer
2do klasse C. Huge, thans wd.-onderwijzer
der 3dé klasse bij de bestaande school te
Medan, als 1ste onderwijzer aan die
school geplaatst blijft.
Overgeplaatstran d.e openh. Eur. Ie la
gere school B. te Batavia naar de Holl.-
Chin. school te Padang, de onderw. der Se
klasse W. A. S chuitem akervan de openb.
Lagere Inlandsahe school der le klasse te
Poerwakaita naar de openb. Eur. 2e Lage
re school B. te Batavia, de onderw. der 3e
kl. A. A. de Groot, van de openb. lagere
Inl. school der le klasse Ce Soerabaja naar
die te Poerwakarta, de onderw. der 3e kl.
H. L. Roozema, van de openb. Eur. 2e lage
re school te Socrakarha naar de openb.
Eur. 2e Lagere school te Mee6ter Cornells,
d© ondeiw. der 3e kl. H. A. Elzorman.
Gedetacheerd aan de Militaire Pupillen
school te Gombong, de onderw. der 3e kl. C.
Kragt, thans geplaatst aan de openb. Eur.
2e lagere school te Mr. Cornclis.
Geplaatst: aan de openb. lagere Inland-
sche Bchool der le klasse te Soerabaja, do
onderw. der 3e kl. B. do Vries, thans gede
tacheerd aan de Militaire Pupillensohool te
Gombong; aan de openb. Eur. 2e lagere
school te Soerakarta, do onderw. der 3e
klasse H. O. van. Aasenderp, laatstelijk wd.
tijd: leeraar in de Nederlandsohe taal en do
aardrijkskunde bij de H. B. S. te Sema-
rang.
Bij het openhaar Europeesch lager onder
wijs.
Overgeplaatstvan de 2de school to Me-
nado naar de te openen Hollandsch-Ohi-
neesehe school aldaar als hoofd der school
de onderwijzer de 1ste klasse J. P. Lanoel
van de 1ste school te Malang (Pasoeroean)
naar de te openen Hollandsoh-Chinccsche
school te Bandjermaein, als hoofd der
school, de onderwijzer der 1ste klasse G.
H. Prinsen Geerügs van de school te Ban-
joeroas naar de te openen Hollandsoh-Chi-
nee3ohe school te Soerakarta, als hoofd der
school, de onderwijzeres der 1ste klasse F.
van der Woude; van de school tc Serang
naar de 3e school te Batavia, als hoofd der
school, de onderwijzer.' der le klasse H. H.
L. van Bakcl.
Toegelaten: tot uitoefening van de tand
heelkundige praktijk In Nederlnndsch-
Indië J. Stark.
Benoemd: tot onderwijzer der 2de klasse
en geplaatst aan de 1ste gemengde school
te Djokjakarta, als lste. onderwijzer, de
herbenoemde onderwijzer der Jde klaast
W. Wieseebron.
Bij het Bosohwezen m Nederlandsch-Indic.
Benoemd: tot opziener J. E. van Zuijlen,
thans leerling-opziener, met bepaling, dat
deze benoeming wordt gerekend te zijn in
gegaan op ultimo Maart.
Bij het Departement van Landbouw:
tot afdeelingschef, met den titel van
inspecteur der gouvernements-koffiecul-
tuur L. E. Dom, thans tijdelijk al§ zooda
nig werkzaam; tot afdeelmg^ohef, dr. K.
Gorter, thans tijdelijk afdeelingschef; tot
adjunct-inspecteur der gouvernements-
koffieoultuur jlxr. W. C. J. Versluys, thans
tijdelijk adjunct-inspecteur bij die cultuur.
Belast: met de waarneming der betrek
king van tijdelijk ondercommies voor do
belastingen te Benkoelen, de ambtenaar
op non-activiteit J. J. F. Bakvis, laatste
lijk 2de commies bij het departement dor
marine, thans op daggeld werkzaam bij
het departement van fmanoiën.
MIUTAIR DEPARTEMENT. Verleend:
wegens ziekte een jaar verlof naar Europa
aan den kapitein der infanterie J. W.
Soholten.
T r o u w-, geboorte- en dood
berichten.
Getrouwd. A- L. Schenk mot A. van
Slee, Weltevreden—Malang. J. J. L.
Fokker met A. W. C. Kaakebeon, Paroug-
koeda. D. P. R. le Grom met A. F. G.
Axndt, WeltevredenMr. Cornelia. J.
D. Samallo met M. J. Jonathans, Deprok.
Bevallen: J Meortens-Van Bijlo-
velt, Z., Batavia Holle-Maier, Z., Ara-
baiawa. G. Fliers-Pijloo, Z., Medan.
Peeters-De Munck, D., Weltevreden.
Overleden: E. A. Biinde-De Haan,
Soekaboemi. G. W. Hardy, Kebon,
Sirih-
Do hondenscüeerücr.
Do subst.-offioier van justitie bij de Am-
aterdamsche rechtbank, mr. Brum, eischte
gisteren tegen een man, wegens hot stelen
van een hond, 4 jaar govangenisstraf. Een
niet geringo cisch, welke, gelijk in menig
ander geval, de vraag deod stcllon, of in
derdaad aan een recidivist boklaagde
had sinds 1898 reeds 7 vonnissen onder
gaan, meerendeels wegens het stelen van
honden door verliooging van straf een
correctief wordt toegediend.
Wel had het gevangenisleven zijn stem
pel op dien man afgedrukt. 28 jaar oud, zag
hij er uit als diop in do 40 en te oordeelcn
naor vluchtige gegevens van zijn verdedi
ger, mr. Jules Keizer, en mans eigen
mededeelingen, moet hij in het huis van
bewaring reeds zoodanig zijn behandeld,
dat een deskundig onderzoek naar rijn ver
standelijke vermogens tc verklaren ware
geweest.
De zaak, waarvoor deze bekl. terecht
stond, is misschien niet zoo zeldzaam in do
hondenscheerders-wereld. Hij was o
speelde voor koopman. En nu had hij,
men hoorde het ter terechtzitting, met de
wetenschap dat bij de hondenliefhobbers
reuen meer gewild zijn dan teefjes, een
aantrekkelijkheid bedadht om langs 'a hee-
ren wogen reuen tot zich te lokken. Do
reuen liepen hem na en elke reu deed op
geld.
Zoo was hij in de maand Mei een setter
machtig geworden, dien hij van vroeger
had gekend. Hij verkocht den hond voor
10 en gaf daarvan quitantie.
Nu deed zich hierbij een in dubbel op-
Eicht komische quaesti© voor. Hij verkocht
den reu onder den naam van „Lady". Dien
naam vond de koopcr te specifiek vrouwe
lijk en hij herdoopte zijn reu daarom ter
stond met don naam... Juno. Zoo vergaat
de roem van de mythologie I
Heel gewillig had hij, zoodra de oor
spronkelijke eigenaar den hond had ont
dekt en deee in-gelukkig tegen zijn vorigen
meester was opgesprongen, tegen restitu
tie van de f 10 het dier weder afgestaan.
Te verwachten was. dat bokl. het deed
voorkomen dat hij van den meer gebruike-
lijken onbekende den hond had gekocht;
voor
Bij deze verwikkeling zij nog als bijzon
derheid de oombinatio vermeld, dat do
oorspronkelijke eigenaar van don hond
heet Oranje en zijn woonplaats is Nassaw
kade.
De subst.-officier wees in rijn requisitoir
op de „epidemie van hondendiefstallen",
telkens wanneer deze bekl. ontslagen was,
en de genoemde verdediger, er op wijzen
de dat de man uit de gevangenis was out*
slagen wegens gevaar van krankzinnigheid,
achtte door hernieuwde cn zooveel langere
immers 4 jaar gevangenisstraf het
gevaar vergroot
Uitspraak 15 dezer.
Do Utreohtsohe rechtbank veroordeelde
gisteren E. V. D.t werkman, aldaar, we
gens diefstal van een paard uit een weide
tot 2 jaar gevangenisstraf, met aftrek der
voorhechtenis. (De eisch was 1 jaar roet af
trek der voorhechtenis) en mej. E. v. d.
Br huishoudster aldaar, wegens het af
leggen, onder eede, van valsche verklarin
gen in do zaak Bloeui-Van Dalen voor het
Amsterdamsohe Hof, tot 1 jaar hechtenis,
met aftrek der voorhechtenis.
Do rechtbank te Ticl heeft gisteren M. L'.
L., uit Loon op Zand, thans gedetineerd,
wegens diefstal bij nacht met braak cn in-
klimming, gepleegd 17 April bij den kaste
lein Swets te Werkendam en 24 April l»ij
J Stavast, te Zalt-Bommel, tot drie jaar
gevangenisstraf veroordeeld.
Aeademienieuws.
Amsterdam: Geslaagd voor hot
practiach apothekers-oxamen le groep
(tweede gedeelte) do dames M. J. Dole,
geb. tc Kapelle en J. B. v. Moekeren, gcb.
tc Amsterdam on de hoor J. A. Vink,
geb. tc Batavia
Naar aanleiding van de prijsvraag van
de faculteit dér wis- en natuurkunde: Do
faculteit wenscht onderzoekingen te rion
ingesteld naar het voorkomen en zoo moge
lijk naar de ontwikkeling der Abdominoal-
porien bij Crooodilia en Chelonia, ia do gou
den eerepenning toegekend aan den schrij
ver van hot antwoord ingezonden onder
het motto „Veniet tempus quo posteri tam
apert a nos nescisee mirantur" (Scneoa),
Bij opening van het «aambriefjo blook
solirijfster te zijn mej. N, L. Isobrco Moons,
oand. in do plant- en dierkunde aan de
Amatexdamschc universiteit.
Verder is do gouden eerepjnning toege
kend aan den schrijver van het antwoord
ep do prijsvraag van de Faculteit der Let
teren en Wijsbegeerte
Bij de opening van het naambriefje onr
der het motto „Hao in re sceilioet una raul-
tum dissimiles" (Epist. I. 10. 2.) bleek
schrijver te zijn de hoer Aloysius Slijpen
S. J., student in do klassieke letteren.
Aan de inzenders van de antwoorden on
der de motto's ,,Pasi gar thnêtois thnêtai
korai eisin en oesois" Orph. Hymn, in Jov.
15 en „Dio lebondige Religion ist gewis9
immer die Hauptsache, aber die denkende
Beainnung über ihren Gehalt ist doch wohl
auoh nicht ohne Wcrt," wenscht de Senaat
der universiteit een eervolle vermelding to'j
te kannen
Om dio reden worden dc schrijvers van.
genoorado mott-o's uitgenoocligd, zich bekend
te maken bij den secretaris van den Se
naat, en verlof te geven tot bet openen
van hun naambrieftjes.
Utrecht: Bevorderd tot doctor in do
geneeskunde op proefschrift do heer G, J.
E. Ruysoh, arts, officier van gezondheid
te Utrecht, geboren te 's-Gra ver,lingo
On/.e landgenoot Leo Bal et, de schrijver
ran „Roeping" en vertaler van eenige der
minder bekende werken van Thomas h Kem
pis is aan de universiteit te Freiburg in
Zwitserland gepromoveerd tot doctor in
wijsbegeerte (kunstgeschiedenis) met do
toevoeging magna cum laude op een proef
schrift get. „Der Frühholliinder Geertgon
tot Sint Jans."
89.
„Geen idee. Ik vind het een vervelend
en vermoeiend werkje; maar iemand moest
toch helpen, en ik kon er niet bij gaan
zitten en toezien, dat jelui mijnheer Par
ker laat werken en dat deze er zich in
Bdhikt zonder een enkele klacht te uiten. 1
Ik hoop nu maar, dat Mary een heelen
boel wafelen gebakken heeft; we hebben
wel een belooning verdiend."
Na de thee hervatten zij den arbeid, en
nog voor het eten waren de hal, „dc witte
kamer" en de trap mooi versierd met
takken en kransen.
„Yolande kan werken", zeide Chloë,
toen wij naar boven gingen, om ons te
verkleeden. „Merkwaardig, dat haar tegen
zin tegen handenarbeid haar voor het wer
ken niet ongeschikt heeft gemaakt!"
„Zoo goed gevormde handen als de hare
kunnen in het geheel niet ongeschikt voor
het werk worden, evenmin als die van jou
ooit leelijk kunnen worden."
„O, ze hadden wel ruw en leelijk kun
nen worden, als wij maar voortdurend al
het huiswerk gedaan hadden. Wij moeten
Yolande zeer dankbaar zijn; zij heeft ons
onze toekomst aangewezen; zij heeft ons
stevig geplant in den goeden grond; we
moeten nu verder zorgen, dat we goed op-
gToeien. We kunnen thans werken aan de
Ontwikkeling van onze eigen persoontjes
'en onze handen wèl onderhouden, en geen
'rimpel behoeft ons glad voorhoofd te
plooien Ik vind, dat je op het oogenblik
niet heelemaal rechtvaardig bent tegenover
Yolande.. Je moet toch toegeven, dat ze
al wat zij doet, uitstekend verricht 1"
„Ja, zelfs het roodverven van zooge
naamde ooftdieven
Yolande zou de Kerstmis bij ong door
brengen en daar het dc vooravond van
dit hoogfeest was, bleef de huurder bij ons.
Wij verkeerden heden in een feestelijke
en opgeruimde stemming. In den schoor
steen van de groote, leege ontvangkamer,
waar de vleugelpiano stond, brandde vuur;
Ohloë speelde. Later zaten Chloë en ik
bij den schoorsteen en de andere twee
waren op het balkon gegaan en tuurden
naar de sterren.
„O jeugd, o jeugd!" Ik zuchtte.
„Jelui zult nog zwaar verkouden worden"
merkte Chloë prozaïsch op.
„Chloë", fluisterde ik haar toe, „nog
eenige oogenblikken en beiden komen do
glazen deur binnen, om ons hun verloving
mede te deelen. Dat is de tamste liefdes
historie, die ik nog ooit beleefd heb. Alles
is veel te veel van een leien dakje gedaan.
Yolande is eenvoudig tot over de ooren ver
liefd geworden, zonder die fijne overgan
gen, welke je bijv. bij onze kennismaking
hebt kunnen waarnemen."
„Spreek toch niet zoo hard", vermaande
Chloë.
„En wat hem betreft;., hij druipt van
geluk precies als een pijnboom van terpen
tijn."
„Wat voor onzin spreek je toch, Leol
Ik dacht, dat je daarvoor te oud waart."
Wij beiden worden nooit oud, omdat wij j
altijd onzin zullen spreken. Maar zou je i
niet denken, dat het ons paste naar de I
kluis te gaan en deze kamer aan hen over
te laten? Als zij nog langer buiten blijven
staan, worden zo nog verkouden, en het is
zeer storend, wanneer men zijn verlovings-
dagen begint met een verkoudheid."
Wij zeiden daarom door dio glazen deur
heen tot Een, dat zij ons eenige oogenblik
ken zouden willen verontschuldigen, en
gingen, vroolijk gestemd, naar boven. In
de kluis porden wij den rooden gloed wat
op, Legden versfche blokken hout op het
vuur en gingen in de lage stoelen op het
kleed voor den schoorsteen zitten; Chloë
breide en ik rookte zjoo gezellig, zoolang
totdat wij meenden, niet langer boven
te mogen blijven.
Het was reeds elf uur. Ik klopte juist
zachtjes mijn pijp uit tegen het tralieven
ster, toen ik een zacht kloppen hoorde te
gen de deur em Yolande naar binnen keek.
„Kom binnen! Kom binnen?" zeide ik.
Maar wij waren verwonderd, want sinds
den dag, dat wij liaar voor het eerst met
trots dit vertrek hadden getoond, had zij
den drempel er van 'niet meer overschrc^|
den.
Thans echter kwam zdj binnen en trok de
deur zachtjes achter rich dicht.
„Hij is weg. Hij heeft me verzocht, jelui
namens hem goeden nacht te wenschen."
Zij ging op het tapijt zitten, aan Chloë'8
voeten, legden den eenen arm op haar knie
en verborg haar gericht daarop.
,.Dit vertrek leent rich meer dan elk
ander tot vertrouwelijke mededeelingen".
zeide zij na een pauze. „Daarom meende
ik naar boven te kunnen komen. Ik too'»
jelui wat vertollen."
Chloë en ik slaagden er in, eikaars blik j
te ontwijken. "Weer trad een pauze in.
„Wil ik heengaan!" vroeg ik onhandig
genoeg.
„O neenl" antwoordde aij snel. „Het is
eigenlijk niet zooveel bijzonders. Ik vrees
alleen maar, dat het jelui eenigermate zal
terrassen. Ik ben er nL zelf door verrast
geworden, meer dan dooT iets anders in
heel mijn leven. Kortom, raad eens welke
domheid ik op het punt sta te begaan?"
Wij veinsden de grootste onwetendheid
„Ik ga trouwen. Nu is het or uit."
Zij hief het hoofd op, om onze verba-
ring waar te nemen.
Het was zeer moeilijk, met onze geluk-
wenschen tevens uitdrukking te geven aan
een gevoel van verrassing.
Ohloë aloeg de armen om Yolandes hals
en lachte zachtjes. „Bemind molletje, die
je bent", zeide zij vervolgens. „Je benjt
anders toch zulk een verstandig beestje;
maar meen je, dat wij alle twee, Leo
en ik, die zooveel van jo houden, dat ook
wij blind rijn?"
Wij wisten het reeds lang, kindje, nog
voordat jijzolf het hadt bemerkt."
„Wat dan?" Yolandes stem was nu ge
heel veranderd, doch zij beantwoordde
Ohloë'a kus.
„Wel, allee, mijn kindje. Wij hebben op
je gelet, evenals twee oude vogels op een
jong vogeltje, dat de eerste pogingen doet
om te vliegen!"
„Zoo, heb jelui dat!" zeide Yolande met
opvallende kalmte.
„O, Yolande, je bent toch Diet boos, dat
wij blij rijn om jou en het je ook yeg-
gen? Alles was zoo heerlijk, en eenvoudig,
en idyllischniets van al die verwikkelin-
gen, die men in de liefdesgeschiedenissen
eene» geleerde dame vermoedt."
„Waarlijk?" vroeg zij weer, met een
eigenaardigen toon in haar stem, en ik be
merkte, dat Chloc's geestdrift haar niet ge
heel aanstond.
„Ik ga alvast de blinden sluiten", zeide
ik; want ik meende bij de uitstorting dezer
gevoelens overbodig te zijn.
,Neen, ga niet weg, Leo." Yolandes stem
klonk plotseling scherp. „Geloof je wer
kelijk, Chloë, dat
„Dat mijnheer Parker den grond, waar
op je loopt vereert?" Ja zeker."
„Dan vergis je je bepaald", ging Yolan
de met vaste stem voort. „Ik ga trouwen,
maar met een man, die jelui niet kent."
„Yolande!" riep Chloë onthutst. „Dan
moet ik mijn gelukwensch in ee» zeer vor
melijk kleed steken, omdat ik niet de eer
heb, hom te kennen. En rijn naam?"
„Poreival Forbes", sprak zij, na eert
oogenblik poinzens.
Er ontstond een pijnlijk stilzwijgen. Nie
mand wist wat te zoggen. Ten slotte be
gon Chloë weer: „lolande, mijn woorden
moeten jo wel gehinderd hebben. Het spijt
me, dat ze gesproken rijn. Ik weet trou
wens niet precies meer, wat ik gezegd
heb."
„O. dat hindert niet", zei Yolande, „nu
kan ik ook de tot dusver gemiste verwik
kelingen mc-dedeelen
„Yolande, ik begrijp je vandaag in het
geheel niet!" klaagde Chloë met saamge
trokken wenkbrauwen. „Ik ben vbans wer
kelijk bang voor je."
(Wordt vervolgd.)