No. 15136. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag» Jnli. Tweede Blad. Anno 1909. PERSOVERZICHT* Uit de Rechtzaal. FEU ILLETON. Hoen Êiasteei. Betreffende de zaak Tideman-Kuyper schrijft de „C b r i s t e n-d emocraat" o. m. Het is dr. Kuyper allerminst gelukt de Onwaarheid aan te toonen, neen, wat meer zegt, dr. Kuyper komt eenvoudig de door den heer Tideman genoemde feiten beves tigen. Daarop komt eigenlijk het sahrijven in „De Standaard"' neer. En de door dr. Kuvpcr erkende feiten geven, in hun onderling verband beschouwd, den onpar- tijdigen beoordeelaar stof tot tal van vra gen en gissingen. We willen over deze onverkwikkelijke geschiedenis niet veel zeggen, daarop niet diep ingaan, maar dit staat naar onze mee- ning vast dat een nader onderzoek in deze aangelegenheid niet kan uitblijven. Dr. Kuyper heeft zich met zijn in ,,D e Standaard" gepubliceerde opmerkin gen niet kunnen rechtvaardigen tegen de beschuldigingen tot hem gericht, die, wan neer het blijkt, dat ze inderdaad de waar- beid bevatten, wijzen op een corruptie van den meest omstigen aard. Er is hier geen sprake van een verhou ding of handeling van eenig particulier persoon, doch van handelingen indien dé beschuldiging waar is gepleegd door een eersten Minister der Kroon. En zeer juist merkte „De Tijd" op dat: >,een van de zaken, waarop ons va derland tot heden mag groot gaan, ia de ongereptheid onzer politieke zeden, in zóóverre omkoopenj van regeeringsper- eonen, lintjeshandel en onbehoorlijke be moeiing van een zittingnemend Kabinet met politieke verkiezingen hier te lande tot de onbekende zaken behoorden; even zoo het optreden van zekere, elders voor komende klasse van betaalde personen wel ke ten bate óf van de regeering óf van particulieren in de binnenlandsche poli tiek geheime diensten verrichten. Van het een zoowel als het andere hopen wij voor altijd verschoond te blijven." Dat ook hopen wij zegt ,,D e C h r i »- t e n-d emoora&t" en daarom ia nader onderzoek in deze onafwijsbaar noodzakelijk. Deze zaak moet niet in den doofpot, maar tot volle klaarheid worden gebracht. „N e d e r 1 a n d s c h e Stemmen" wil aannemen dat er geon verband heeft bestaan tusschen de verleende ridderorde en de door dr. Kuyper geïnde verkiezings- gelden. Doch, zoo vervolgt het artikel, dan blijft de vraag en dit ook de éónige vraag iwelke wij in deze willen bespreken of het een in functie zijnd minister geoorloofd is gelden aan te nemen ten behoeve der ▼erbiezingskas van zijn partij, onversohil- lig of het geldt verkiezingen voor 'e lands, provinciale of gemeentelijke vertegen woordiging Die vraag meenen wij beslist ontkennend te moeten beantwoorden, daarbij alle po litieke of partij-overwegingen geheel en al ter zijde latende Zeker zal het niemand in de gedachte komen, een minister het reoht te ontzeg gen, buiten zijn ambtelijke betrekking, voor zijn persoonlijk gevoelen uit te ko men, ook vóór en tijdens de veririêzings- dagen. Doch men moet wel onderscheiden. Wat den minister als particulier persoon ge oorloofd is, is den minister als regeerings- persoon, nog geenszins toegestaan. De heer Kuyper of wie dan ook, de naam doét niets ter zake mocht als par ticulier gelden in ontvangst nemen ten be hoeve der verkie-zingskas van zijn partij de minister van binnenlandsche zaken, of welke minister ook, moet zich onthouden van elke daad, die zelfs maar het vermoe den kan doen ontstaan, dat hij voor po litieke doeleinden gebruik of misbruik maakt van zijn officieele positie en zulks vooral waar, zooals hier althans de 6chijn is, op indirecte wijze de Krcon in de zaak kan worden betrokken. Dr. Kuyper is aoo meldt „D e S t a n d- a a r d" gisteravond voor eenigen tijd „naar buitenaf" vertrokken. ,,D e Standaard" bevat onder staand ingezonden stukje: „Geachte Redactie, Liefst was ik niet op reis gegaan, zon der in de bekende zaak nader van mij te hebben doen hooren. De wijze echter waar op oaen, als ware 't bij druppels, zijn on dersteld bewijs-materiaal publiceert, maak te mij dit niet wel doenlijk. Ik kan niet nogmaals het woord nemen, zoolang ik niet weet, of nu al de stukken voor mij liggen. KUYPER. 's-Gravenhage, 7 Juli 1909. „D e Nieuwe Courant" teekent bierbij aan: Dit is een verbijsterend voorval. De noodzakelijkheid eener reis „naar buitenaf', die dr. Kuyper buiten staat zou stellen van zich te doen hooren op het oogenblik, waarop hem dit dienstig voor komt, valt niet in te zien. Yan dit af- scheidsbericiht begrijpen wij dan ook niets. „Al de stukken"... Ons dunkt, dr. Kuy per zelf moet ,,al de stukken" waarvan in deze sprake zijn kan, kennen. Indien hij zich schuldloos weet en dus geen publi catie van welk stuk ook behoeft te vree zen, wat belet hem dan een klaar en dui delijk antwoord te geven, dat hem boven verdenking stelt? Bij de aanhaling van een briefje, getee- kend K., uit „Het Volk" schreef „De Nieuwe C r t.'' dat dit document „blijk baar eveneens door bemiddeling van mr. Tideman verkregen" was. Mr. Tideman verzocht toen „De N. Crt." te vermelden, dat dit niet juist ia Hij heeft geen enkele andere aanraking met „Het Vol k" gehad dan de beide interviews waarom het blad hem verzocht, en°de daarna door het blad gepubliceerde brieven heeft het niet door zijn bemidde ling verkregen. ,/H et Vol k" bevestigt nu de juistheid van deze mededeeling van mr. Tideman. Koloniën. BATAVIA, 3-0 Juni. De „Java-Bode" schrijft, dat familieom standigheden de oorzaak zijn dat'professor Treub, in stede van in dén loop van het vol gend jaar, waartoe aanvankelijk het plan bestond, reeds binnenkort 'a lands dienst verlaat. Niet onwaarschijnlijk wordt het gea-cht, schreef het blad, dat de chef van de afdee- ling zoölogisch museum en werkplaats aan het Departement van Landbouw, dr. J. 0. Koningsberger, tot opvolger van professor Treub zal worden benoemd. Volgens de „Java-Bode" moet het feit, dat professor Treub zioh een beslist tegen stander verklaarde van de door den dienst van het boschwezen voorgestane wijze van reserveering van wildhoutbosschen om kli matologische en hydrologische redenen en ter voorziening in de houtbehoefte en dat do regeering bij diens zienswijze zich geheel heeft aangesloten, niet weinig hebben bijge dragen tot de langzamerhand tusschen dien, den parlementschef en der hem onderge schikten, sedert afgetreden hoofdinspecteur van het boschwezen, deD heer E. Tobi, ont stane verwijdering. De „Java-Bode" schrijft in staat te zijn mede te deelen, dat de heer Bruinsma zich bereid verklaard heeft zijn vroeger reeds gedurende een zevental jaren beklee- de betrekking weder te aanvaarden. Daar bij heeft die hoofdambtenaar echter uit drukkelijk bedongen, dat wijziging zal wor den gebracht in het Dienstreglement voor het boechwezeai (Bijblad No. 5164, 6094, 6429 en 6915) in dien zin, dat hij meer on afhankelijk wordt van den chef van het de partement van landbouw, aan wien hij in hoofdzaak alleen administratief onderge schikt zal wezen, terwijl hij ïn technische aangelegenheden zal kunnen handelen. Aan deze eischen zal worden voldaan, ter wijl voort9 aan den heer Bruinsma zal wor den toegekend het maximum bedrag der aan de betrekking van dienstchef verbonden in komsten ad 1500 gulden 's maands. Te Soerabaja overleed de heer H. Stoel, hoofd van een der gouvernement» lagere scholen, die zich als groot kinder vriend aller achting had verworven. CIVIEL DEPARTEMENT. Ingetrokken: op verzoek, het besluit waarbij de ambte naar op non-activiteit Ch. A. Goldonaar tijdelijk is gesteld ter beschikking van den chef der exploitatie van den Sumatra-spoor- weg en de Ombilinmijnen, ten einde bij dien spoorweg te worden werkzaam gesteld; het besluit, waarbij de sedert van buitenlandsch verlof teruggekeerde ambtenaar H. Ris, laatstelijk assistent-resident der Zuiderdis tricten (Celebes en Onderhoorigheden) is benoemd tot assistent-resident van Sintang (Westerafdeeling van Borneo). Benoemd: tot secretaris der ree. Timor en Onderhoorigheden, de controleur bij het binnenl. bestuur op de bezittingen buiten Java en Madoera J. 0. van der Meulen; tot controleur bij het binnenlandsch bestuur op de bezittingen buiten Java en Madoera, de ambtenaar op wachtgeld 0. L. Barentz, laatstelijk die betrekking bekleed hebbende. Machtiging verleend: om te Medan een openbare Europeeecho lagere school op te richten, welke «Jen naam zal dragen van openbare tweede lagere school, terwijl do aldaar bestaande school, openbare eerste la gere school zal heeten. Benoemd: tot onderwijzer 2de klasse 0. Huge, thans wd.-onderwijaer 3de klasse, vroeger eerstgenoemde betrekking bekleed hebbende. Overgeplaatst: van de bestaande school te Medan naar de te openen tweede school al daar: 1. als hoofid der school, de onder wijzer 2de klasse J. R. Bakker en 2. de tijdelijke bulponder wijseree mej. B. H. Ver schuil. Bepaald: dat de benoemde onderwijzer 2do klasse C. Huge, thans wd.-onderwijzer der 3dé klasse bij de bestaande school te Medan, als 1ste onderwijzer aan die school geplaatst blijft. Overgeplaatstran d.e openh. Eur. Ie la gere school B. te Batavia naar de Holl.- Chin. school te Padang, de onderw. der Se klasse W. A. S chuitem akervan de openb. Lagere Inlandsahe school der le klasse te Poerwakaita naar de openb. Eur. 2e Lage re school B. te Batavia, de onderw. der 3e kl. A. A. de Groot, van de openb. lagere Inl. school der le klasse Ce Soerabaja naar die te Poerwakarta, de onderw. der 3e kl. H. L. Roozema, van de openb. Eur. 2e lage re school te Socrakarha naar de openb. Eur. 2e Lagere school te Mee6ter Cornells, d© ondeiw. der 3e kl. H. A. Elzorman. Gedetacheerd aan de Militaire Pupillen school te Gombong, de onderw. der 3e kl. C. Kragt, thans geplaatst aan de openb. Eur. 2e lagere school te Mr. Cornclis. Geplaatst: aan de openb. lagere Inland- sche Bchool der le klasse te Soerabaja, do onderw. der 3e kl. B. do Vries, thans gede tacheerd aan de Militaire Pupillensohool te Gombong; aan de openb. Eur. 2e lagere school te Soerakarta, do onderw. der 3e klasse H. O. van. Aasenderp, laatstelijk wd. tijd: leeraar in de Nederlandsohe taal en do aardrijkskunde bij de H. B. S. te Sema- rang. Bij het openhaar Europeesch lager onder wijs. Overgeplaatstvan de 2de school to Me- nado naar de te openen Hollandsch-Ohi- neesehe school aldaar als hoofd der school de onderwijzer de 1ste klasse J. P. Lanoel van de 1ste school te Malang (Pasoeroean) naar de te openen Hollandsoh-Chinccsche school te Bandjermaein, als hoofd der school, de onderwijzer der 1ste klasse G. H. Prinsen Geerügs van de school te Ban- joeroas naar de te openen Hollandsoh-Chi- nee3ohe school te Soerakarta, als hoofd der school, de onderwijzeres der 1ste klasse F. van der Woude; van de school tc Serang naar de 3e school te Batavia, als hoofd der school, de onderwijzer.' der le klasse H. H. L. van Bakcl. Toegelaten: tot uitoefening van de tand heelkundige praktijk In Nederlnndsch- Indië J. Stark. Benoemd: tot onderwijzer der 2de klasse en geplaatst aan de 1ste gemengde school te Djokjakarta, als lste. onderwijzer, de herbenoemde onderwijzer der Jde klaast W. Wieseebron. Bij het Bosohwezen m Nederlandsch-Indic. Benoemd: tot opziener J. E. van Zuijlen, thans leerling-opziener, met bepaling, dat deze benoeming wordt gerekend te zijn in gegaan op ultimo Maart. Bij het Departement van Landbouw: tot afdeelingschef, met den titel van inspecteur der gouvernements-koffiecul- tuur L. E. Dom, thans tijdelijk al§ zooda nig werkzaam; tot afdeelmg^ohef, dr. K. Gorter, thans tijdelijk afdeelingschef; tot adjunct-inspecteur der gouvernements- koffieoultuur jlxr. W. C. J. Versluys, thans tijdelijk adjunct-inspecteur bij die cultuur. Belast: met de waarneming der betrek king van tijdelijk ondercommies voor do belastingen te Benkoelen, de ambtenaar op non-activiteit J. J. F. Bakvis, laatste lijk 2de commies bij het departement dor marine, thans op daggeld werkzaam bij het departement van fmanoiën. MIUTAIR DEPARTEMENT. Verleend: wegens ziekte een jaar verlof naar Europa aan den kapitein der infanterie J. W. Soholten. T r o u w-, geboorte- en dood berichten. Getrouwd. A- L. Schenk mot A. van Slee, Weltevreden—Malang. J. J. L. Fokker met A. W. C. Kaakebeon, Paroug- koeda. D. P. R. le Grom met A. F. G. Axndt, WeltevredenMr. Cornelia. J. D. Samallo met M. J. Jonathans, Deprok. Bevallen: J Meortens-Van Bijlo- velt, Z., Batavia Holle-Maier, Z., Ara- baiawa. G. Fliers-Pijloo, Z., Medan. Peeters-De Munck, D., Weltevreden. Overleden: E. A. Biinde-De Haan, Soekaboemi. G. W. Hardy, Kebon, Sirih- Do hondenscüeerücr. Do subst.-offioier van justitie bij de Am- aterdamsche rechtbank, mr. Brum, eischte gisteren tegen een man, wegens hot stelen van een hond, 4 jaar govangenisstraf. Een niet geringo cisch, welke, gelijk in menig ander geval, de vraag deod stcllon, of in derdaad aan een recidivist boklaagde had sinds 1898 reeds 7 vonnissen onder gaan, meerendeels wegens het stelen van honden door verliooging van straf een correctief wordt toegediend. Wel had het gevangenisleven zijn stem pel op dien man afgedrukt. 28 jaar oud, zag hij er uit als diop in do 40 en te oordeelcn naor vluchtige gegevens van zijn verdedi ger, mr. Jules Keizer, en mans eigen mededeelingen, moet hij in het huis van bewaring reeds zoodanig zijn behandeld, dat een deskundig onderzoek naar rijn ver standelijke vermogens tc verklaren ware geweest. De zaak, waarvoor deze bekl. terecht stond, is misschien niet zoo zeldzaam in do hondenscheerders-wereld. Hij was o speelde voor koopman. En nu had hij, men hoorde het ter terechtzitting, met de wetenschap dat bij de hondenliefhobbers reuen meer gewild zijn dan teefjes, een aantrekkelijkheid bedadht om langs 'a hee- ren wogen reuen tot zich te lokken. Do reuen liepen hem na en elke reu deed op geld. Zoo was hij in de maand Mei een setter machtig geworden, dien hij van vroeger had gekend. Hij verkocht den hond voor 10 en gaf daarvan quitantie. Nu deed zich hierbij een in dubbel op- Eicht komische quaesti© voor. Hij verkocht den reu onder den naam van „Lady". Dien naam vond de koopcr te specifiek vrouwe lijk en hij herdoopte zijn reu daarom ter stond met don naam... Juno. Zoo vergaat de roem van de mythologie I Heel gewillig had hij, zoodra de oor spronkelijke eigenaar den hond had ont dekt en deee in-gelukkig tegen zijn vorigen meester was opgesprongen, tegen restitu tie van de f 10 het dier weder afgestaan. Te verwachten was. dat bokl. het deed voorkomen dat hij van den meer gebruike- lijken onbekende den hond had gekocht; voor Bij deze verwikkeling zij nog als bijzon derheid de oombinatio vermeld, dat do oorspronkelijke eigenaar van don hond heet Oranje en zijn woonplaats is Nassaw kade. De subst.-officier wees in rijn requisitoir op de „epidemie van hondendiefstallen", telkens wanneer deze bekl. ontslagen was, en de genoemde verdediger, er op wijzen de dat de man uit de gevangenis was out* slagen wegens gevaar van krankzinnigheid, achtte door hernieuwde cn zooveel langere immers 4 jaar gevangenisstraf het gevaar vergroot Uitspraak 15 dezer. Do Utreohtsohe rechtbank veroordeelde gisteren E. V. D.t werkman, aldaar, we gens diefstal van een paard uit een weide tot 2 jaar gevangenisstraf, met aftrek der voorhechtenis. (De eisch was 1 jaar roet af trek der voorhechtenis) en mej. E. v. d. Br huishoudster aldaar, wegens het af leggen, onder eede, van valsche verklarin gen in do zaak Bloeui-Van Dalen voor het Amsterdamsohe Hof, tot 1 jaar hechtenis, met aftrek der voorhechtenis. Do rechtbank te Ticl heeft gisteren M. L'. L., uit Loon op Zand, thans gedetineerd, wegens diefstal bij nacht met braak cn in- klimming, gepleegd 17 April bij den kaste lein Swets te Werkendam en 24 April l»ij J Stavast, te Zalt-Bommel, tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld. Aeademienieuws. Amsterdam: Geslaagd voor hot practiach apothekers-oxamen le groep (tweede gedeelte) do dames M. J. Dole, geb. tc Kapelle en J. B. v. Moekeren, gcb. tc Amsterdam on de hoor J. A. Vink, geb. tc Batavia Naar aanleiding van de prijsvraag van de faculteit dér wis- en natuurkunde: Do faculteit wenscht onderzoekingen te rion ingesteld naar het voorkomen en zoo moge lijk naar de ontwikkeling der Abdominoal- porien bij Crooodilia en Chelonia, ia do gou den eerepenning toegekend aan den schrij ver van hot antwoord ingezonden onder het motto „Veniet tempus quo posteri tam apert a nos nescisee mirantur" (Scneoa), Bij opening van het «aambriefjo blook solirijfster te zijn mej. N, L. Isobrco Moons, oand. in do plant- en dierkunde aan de Amatexdamschc universiteit. Verder is do gouden eerepjnning toege kend aan den schrijver van het antwoord ep do prijsvraag van de Faculteit der Let teren en Wijsbegeerte Bij de opening van het naambriefje onr der het motto „Hao in re sceilioet una raul- tum dissimiles" (Epist. I. 10. 2.) bleek schrijver te zijn de hoer Aloysius Slijpen S. J., student in do klassieke letteren. Aan de inzenders van de antwoorden on der de motto's ,,Pasi gar thnêtois thnêtai korai eisin en oesois" Orph. Hymn, in Jov. 15 en „Dio lebondige Religion ist gewis9 immer die Hauptsache, aber die denkende Beainnung über ihren Gehalt ist doch wohl auoh nicht ohne Wcrt," wenscht de Senaat der universiteit een eervolle vermelding to'j te kannen Om dio reden worden dc schrijvers van. genoorado mott-o's uitgenoocligd, zich bekend te maken bij den secretaris van den Se naat, en verlof te geven tot bet openen van hun naambrieftjes. Utrecht: Bevorderd tot doctor in do geneeskunde op proefschrift do heer G, J. E. Ruysoh, arts, officier van gezondheid te Utrecht, geboren te 's-Gra ver,lingo On/.e landgenoot Leo Bal et, de schrijver ran „Roeping" en vertaler van eenige der minder bekende werken van Thomas h Kem pis is aan de universiteit te Freiburg in Zwitserland gepromoveerd tot doctor in wijsbegeerte (kunstgeschiedenis) met do toevoeging magna cum laude op een proef schrift get. „Der Frühholliinder Geertgon tot Sint Jans." 89. „Geen idee. Ik vind het een vervelend en vermoeiend werkje; maar iemand moest toch helpen, en ik kon er niet bij gaan zitten en toezien, dat jelui mijnheer Par ker laat werken en dat deze er zich in Bdhikt zonder een enkele klacht te uiten. 1 Ik hoop nu maar, dat Mary een heelen boel wafelen gebakken heeft; we hebben wel een belooning verdiend." Na de thee hervatten zij den arbeid, en nog voor het eten waren de hal, „dc witte kamer" en de trap mooi versierd met takken en kransen. „Yolande kan werken", zeide Chloë, toen wij naar boven gingen, om ons te verkleeden. „Merkwaardig, dat haar tegen zin tegen handenarbeid haar voor het wer ken niet ongeschikt heeft gemaakt!" „Zoo goed gevormde handen als de hare kunnen in het geheel niet ongeschikt voor het werk worden, evenmin als die van jou ooit leelijk kunnen worden." „O, ze hadden wel ruw en leelijk kun nen worden, als wij maar voortdurend al het huiswerk gedaan hadden. Wij moeten Yolande zeer dankbaar zijn; zij heeft ons onze toekomst aangewezen; zij heeft ons stevig geplant in den goeden grond; we moeten nu verder zorgen, dat we goed op- gToeien. We kunnen thans werken aan de Ontwikkeling van onze eigen persoontjes 'en onze handen wèl onderhouden, en geen 'rimpel behoeft ons glad voorhoofd te plooien Ik vind, dat je op het oogenblik niet heelemaal rechtvaardig bent tegenover Yolande.. Je moet toch toegeven, dat ze al wat zij doet, uitstekend verricht 1" „Ja, zelfs het roodverven van zooge naamde ooftdieven Yolande zou de Kerstmis bij ong door brengen en daar het dc vooravond van dit hoogfeest was, bleef de huurder bij ons. Wij verkeerden heden in een feestelijke en opgeruimde stemming. In den schoor steen van de groote, leege ontvangkamer, waar de vleugelpiano stond, brandde vuur; Ohloë speelde. Later zaten Chloë en ik bij den schoorsteen en de andere twee waren op het balkon gegaan en tuurden naar de sterren. „O jeugd, o jeugd!" Ik zuchtte. „Jelui zult nog zwaar verkouden worden" merkte Chloë prozaïsch op. „Chloë", fluisterde ik haar toe, „nog eenige oogenblikken en beiden komen do glazen deur binnen, om ons hun verloving mede te deelen. Dat is de tamste liefdes historie, die ik nog ooit beleefd heb. Alles is veel te veel van een leien dakje gedaan. Yolande is eenvoudig tot over de ooren ver liefd geworden, zonder die fijne overgan gen, welke je bijv. bij onze kennismaking hebt kunnen waarnemen." „Spreek toch niet zoo hard", vermaande Chloë. „En wat hem betreft;., hij druipt van geluk precies als een pijnboom van terpen tijn." „Wat voor onzin spreek je toch, Leol Ik dacht, dat je daarvoor te oud waart." Wij beiden worden nooit oud, omdat wij j altijd onzin zullen spreken. Maar zou je i niet denken, dat het ons paste naar de I kluis te gaan en deze kamer aan hen over te laten? Als zij nog langer buiten blijven staan, worden zo nog verkouden, en het is zeer storend, wanneer men zijn verlovings- dagen begint met een verkoudheid." Wij zeiden daarom door dio glazen deur heen tot Een, dat zij ons eenige oogenblik ken zouden willen verontschuldigen, en gingen, vroolijk gestemd, naar boven. In de kluis porden wij den rooden gloed wat op, Legden versfche blokken hout op het vuur en gingen in de lage stoelen op het kleed voor den schoorsteen zitten; Chloë breide en ik rookte zjoo gezellig, zoolang totdat wij meenden, niet langer boven te mogen blijven. Het was reeds elf uur. Ik klopte juist zachtjes mijn pijp uit tegen het tralieven ster, toen ik een zacht kloppen hoorde te gen de deur em Yolande naar binnen keek. „Kom binnen! Kom binnen?" zeide ik. Maar wij waren verwonderd, want sinds den dag, dat wij liaar voor het eerst met trots dit vertrek hadden getoond, had zij den drempel er van 'niet meer overschrc^| den. Thans echter kwam zdj binnen en trok de deur zachtjes achter rich dicht. „Hij is weg. Hij heeft me verzocht, jelui namens hem goeden nacht te wenschen." Zij ging op het tapijt zitten, aan Chloë'8 voeten, legden den eenen arm op haar knie en verborg haar gericht daarop. ,.Dit vertrek leent rich meer dan elk ander tot vertrouwelijke mededeelingen". zeide zij na een pauze. „Daarom meende ik naar boven te kunnen komen. Ik too'» jelui wat vertollen." Chloë en ik slaagden er in, eikaars blik j te ontwijken. "Weer trad een pauze in. „Wil ik heengaan!" vroeg ik onhandig genoeg. „O neenl" antwoordde aij snel. „Het is eigenlijk niet zooveel bijzonders. Ik vrees alleen maar, dat het jelui eenigermate zal terrassen. Ik ben er nL zelf door verrast geworden, meer dan dooT iets anders in heel mijn leven. Kortom, raad eens welke domheid ik op het punt sta te begaan?" Wij veinsden de grootste onwetendheid „Ik ga trouwen. Nu is het or uit." Zij hief het hoofd op, om onze verba- ring waar te nemen. Het was zeer moeilijk, met onze geluk- wenschen tevens uitdrukking te geven aan een gevoel van verrassing. Ohloë aloeg de armen om Yolandes hals en lachte zachtjes. „Bemind molletje, die je bent", zeide zij vervolgens. „Je benjt anders toch zulk een verstandig beestje; maar meen je, dat wij alle twee, Leo en ik, die zooveel van jo houden, dat ook wij blind rijn?" Wij wisten het reeds lang, kindje, nog voordat jijzolf het hadt bemerkt." „Wat dan?" Yolandes stem was nu ge heel veranderd, doch zij beantwoordde Ohloë'a kus. „Wel, allee, mijn kindje. Wij hebben op je gelet, evenals twee oude vogels op een jong vogeltje, dat de eerste pogingen doet om te vliegen!" „Zoo, heb jelui dat!" zeide Yolande met opvallende kalmte. „O, Yolande, je bent toch Diet boos, dat wij blij rijn om jou en het je ook yeg- gen? Alles was zoo heerlijk, en eenvoudig, en idyllischniets van al die verwikkelin- gen, die men in de liefdesgeschiedenissen eene» geleerde dame vermoedt." „Waarlijk?" vroeg zij weer, met een eigenaardigen toon in haar stem, en ik be merkte, dat Chloc's geestdrift haar niet ge heel aanstond. „Ik ga alvast de blinden sluiten", zeide ik; want ik meende bij de uitstorting dezer gevoelens overbodig te zijn. ,Neen, ga niet weg, Leo." Yolandes stem klonk plotseling scherp. „Geloof je wer kelijk, Chloë, dat „Dat mijnheer Parker den grond, waar op je loopt vereert?" Ja zeker." „Dan vergis je je bepaald", ging Yolan de met vaste stem voort. „Ik ga trouwen, maar met een man, die jelui niet kent." „Yolande!" riep Chloë onthutst. „Dan moet ik mijn gelukwensch in ee» zeer vor melijk kleed steken, omdat ik niet de eer heb, hom te kennen. En rijn naam?" „Poreival Forbes", sprak zij, na eert oogenblik poinzens. Er ontstond een pijnlijk stilzwijgen. Nie mand wist wat te zoggen. Ten slotte be gon Chloë weer: „lolande, mijn woorden moeten jo wel gehinderd hebben. Het spijt me, dat ze gesproken rijn. Ik weet trou wens niet precies meer, wat ik gezegd heb." „O. dat hindert niet", zei Yolande, „nu kan ik ook de tot dusver gemiste verwik kelingen mc-dedeelen „Yolande, ik begrijp je vandaag in het geheel niet!" klaagde Chloë met saamge trokken wenkbrauwen. „Ik ben vbans wer kelijk bang voor je." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 5