LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag- 15 Mei.
No. 15101.
PERSOVERZICHT.
Anno 1909.
RSooit op tijd.
Onder hot hoofd Bestrijding van zo-
doloosheid zegt „De Standaard"
o. m.:
Met warme ingenomenheid zal in onze
kringen het wetsontwerp van den Mi-
nistcr van Justitio begroet worden,
ter beteugeling en ter bestrijding door do
Overheid van wat de publieke eerbaarheid
kwetst cn do zedeloosheid bevordert.
jRoeds Minister Locff had aan deze materie
rijn krachten gewijd. Minister Nelissen be
treedt het door hem getrokken spoor, cn
breidt-liet terrein zelfs nog uit.
Wij zoggen daarom niet, dat, wordt dit
ontwerp wet, al het kwaad zal gekeerd
worden. De zonde vindt steeds nieuwe
sluipwegen. Maar beteugeliug zal er dan toch
zijn, liet publieke oordeel zal al zulk kwaad
in do wet vcroordoelcn, en althans de pu
bliciteit zal niet langer dienst doen, om
ook wie het kwaad niet zoekt, naar het
kwaad lo lokken.
Laat men daarom spoed maken met deze
wet. Laat zo niet woer heel oen jaar over
staan. Jlet geldt hier een publiek belang
van lioogo betoekenie. En nu éénmaal de
hand aan den ploeg is geslagen, moet ook
van de zijde der Stalen-Generaal blijken,
dat zo den zodelijkcn ernst van den Minister
waardeert, cn niet in zodelijken ernst voor
het, Kabinet wil onderdoen.
Hot 'spel blijft ook hier het zwakke punt.
Zoolang de Regoering zelve haar loterij
spel handhaaft, en uit dit loterijspel jaar
aan jaar haar tonnen gouds trekt, vraagt de
speelzucht zoo licht, welk recht de Over
heid heeft, haar hot spel te verbieden, waar
in zij zelve voorgaat.
Minister Harte had daarom ook een ont
werp ingediend, om aan hot lotspel van
Overheidswege een einde te maken.
Soortgelijk voorstel wordt ook nu inge
wacht.
Hot zal tot dit serieus wetsontwerp vor-
tnen het noodzakelijk complement.
„Hot Centrum" zegt:
Do Minister herinnert er in zijn M. v.
T. aan, dat do door zijn ambtsvoorgangers
mrs. Cort van der Linden ei Loeff inge
diende voorstellen tot herziening van hot
Wetboek van Strafrecht hem op meer dan
één plaats oen waardevolle leiddraad zijn
goweost.
Do hoop mag daarom worden gekoes
terd, dat dit wetsontwerp niet slechts bij dc
geestverwanten van het tegenwoordig Ka
binet en van dat, waarin de hoer Loeff
zitting had, maar ook bij do partijgenooten
van den heer Cort v. d. Linden voorstan
ders zal vinden.
Echter is ook veel bestrijding te wachten.
Mon hcrinncre ziok slechts do beweging,
indertijd tegen het Postwetje op touw
gezet.
En men weet bovendien, dat oen beroep
op do „kunst", de vrijheid" cn wat dies
moer zij, bij pogingen als door het Kabi
net in zijn wetsontwerp belichaamd, gere
geld voorkomt.
Ook hot woord schijnheiligheid doet dan
ppgold.
Maar dit zal, naar men mag aannemen,
jde Kamer, en allerminst do rechterzijde,
.weerhouden haar plicht te doen.
„Do Maasbode'
Minister Van Ban Ito liet ons stoods wach
ten.
Het baatte niet, of in den lande oen
geweldige actio werd. gevoerd; het baatte
niet, of door mannen en vrouwen van allen
rang cn stand een klemmend protest werd
jaangoheven minister Van Kaalte was
atoeds aan het „overwegen", hij moest nog
;ocns zien; do matexio was zoo moeilijk, onz.
't Scheen soms, of aan* minister Van
ïtaalta het „feu sacré" ontbrak.
Maar minister Nelissen heeft de zweep
ér over gelegd.
Wij kunnen content zijn.
Bij eerste lezing bevalt het ontwerp, in
jeijn geheel genomen, ons best.
Het draait niet om do zaak lieen, maar
izcl do puntjes op do i.
Uit den aard der zaak heeft het zijn bo-
jfwaren, do voorgestelde regeling hier in
détails to behandelen. Wel meen en wij er
met voldoening op te mogen wijzen, hoe
dat ontwerp op de eersto plaats de kuisch-
Jioid der jeugd hoog wil houden.
Wij moeten er nu voor zorgon, dat dit
ontwerp ook wet wordt
Allen, die gestreden hebben en nog strij
den voor de zedelijkheid en vooral voor
de zedelijkheid der jeugd liobben nu
een eereschuld af te doen jegens minister
Nelissen.
Wjj moeten er voor zorgen, dat minister
Nelissen, door bestendiging van zijn minis
terieel leven, in staat worde gesteld, zijn
heerlijken arbeid voort te zetten, tot ver
sterking der zedelijke veorkracht van ons
volk en tot het ongerept behouden oener
kuische jeugd.
Daarvoor moeten alle strijders voor de
zedelijkheid, in 't gewoer.
Op voor minister Nelissen I
„D e T ij d" begroet met groote voldoening
de indiening van het wetsontwerp on schrijft
daaromtrent:
Do tegenwoordige Regoering dei* Rech
terzijde levert daardoor opniouw het be
wijs, dat het haar met de toepassing van
Christelijko beginselen, ook op het gebied
van wotgeving, ernst is. Zeer waarschijn
lijk zullen tegen deze voorstellen van ver
schillende zijden stemmen opgaan, wclko
door do indiening de persoonlijke vrijheid
bedreigd achten. O. i. geheel ten onrech
te. Mist do wetgever do bevoegdheid, zoo
wol als de macht, om ieder zijner burgers
tot een deugdzaam cn ingetogen loven te
verplichten, het bewaken van de eerbaar
heid op de straat cn op geheel het terrein
van liet openbaar leven heeft hij wel dogc-
lijk zich tot taak en dure verplichting te
stellen.
Natuurlijk heeft liij ook daarbij bepaal
de grenzen in acht te nemen. De regeling
van een spionnendienst, of oen al te groo
te vrijheid, aan de politio toegestaan, op
grond alleen van vermoedens, particuliere
huizen binnen to dringen, enz., zou 6tcllig,
ook bij dogenen, die met do hoofdbegin
selen der wot zijn ingenomen, gerechtvaar
digden tegenstand ondervinden. "NVij ver
trouwen echter, dat do nadere kennisma
king mot het ontwerp zal doen zien, dat bij
aanneming er van voor aanranding of on-
noodigo inperking der particuliere vrij
heid of voor overdreven inmenging van po
litie en justitie iu Ji^t particuliere leven
dor burgers geen vrees behoeft te bestaan.
„Onze Courant", mede een orgaan
der rechterzijde, wier pers ingenomen is
met het wetsontwerp, zegt o.in.
Het kwaad in de harten ten onder
brengen, kan alleen God, de Heilige Geest.
Dat is niet de taak der Overheid. Maar
wèl moet zij, als christelijke „macht," van
God gesteld, het kwaad zooveel ze kan
op publiek terrein den kop inknij-
pen.
Op straten en pleinen. Voor deuren en
ramen. In openbare huizen. Overal waar
het zich vertoont onder het bereik van den
arm der Overheid.
Dht wil onze Regeering doen.
En er i s zooveel vuil op te ruimen.
Flink pakt zij de zaak aan.
Vervaardigers, drukkers, fabrikanten,
verspreiders van vieze blaadjes, prenten,
voorwerpen, enz., enz. wil dc Regeering
flink aanpakken.
Insgelijks wordt flink straf bedreigd te
gen het openlijk of ongevraagd aanbieden
of afstaan van allerlei middelen.
Alsmede tegen haar, die al zooveel men-
schenlevens op haar geweten hebben.
Het hazardspel wordt strafbaar gesteld,
benevens het wedden om geld bij rennen,
voetballen, enz enz.
En ten slotte krijgt de politie het recht,
om huizen, waar redelijkerwijze vermoed
kan worden, tdat tegen deze wetsbepalingen
gezondigd wordt, binnen te dringen, zoo
dat ze bij goeden wil der plaatselijke Over
heid een flinke opruiming zou kunnen hou
den.
Onze eerste indruk is dus deze, dat onze
christelijke kiezers een reden te meer ge
kregen hebben, om met Gods hulp te zor
gen, dat ons Kabinet „voortvaren" kan.
De koers is goed, mannen-broeders!
De twaalfde „Staatkundige Brief"
vau mr. Van Houton vangt aldus aan:
Alvorens aan liet onderwerp van dezen
Brief ite beginnen past een juichtoon, dat
do mogelijkheid der troonsbeklim
ming, van een vreemde, wel van lioogen
stand, Imaar uit een familie van dienaren
van oen anderen Staat, verder verwijderd is.
dat sparen en zichzelf verzekeren kan wor
den aangemoedigd. Maar voor elk gegadigde
op zichzelf geldt het far a da se.
Een prachtig 6telsel, zoo de npod inaar
minder, het loon maar liooger en de zonde
dor nalatigheid, slordigheid en zorgeloos
heid, maar geringer was. Doch een stelsel,
dat, op den aetueelen toestand toegepast,
ons geen stap verder brengt.
Zoo voedt men zijn volk niet op, zoo
helpt men den oeconomischon toestand niot
in boter spoor. Zoo blijft alles bij hot oude.
Zelfs met hoogen bijslag van den Staat
komt men er zoo niet. Zio het aan België.
Mot name do arbeiders, voor wie men
in België in do eerste plaats zorgen wilde,
gaac het glazen huisje ia starre onaandoen
lijkheid in hun overgrootc meerderheid voor-
bij.
Wio helpen wil, moet den werknaiu nemen
gelijk hij is, niet tolleen als oooonomisch don
zwakkere, iuaar ook als zedelijk
zwak. En hiermodo wordt nu opzettelijk
niet gerekond, alles uit het beginsel, dat
de "werkman over zijn loon tot don laat-
sten cent too do vrije beschikking moet
houdon.
Ook onthroekt liiorin do ontferming met
wio op hulpe aanspraak hebben.
Voor ons blijft vast staan, dat liet loon
niet alleen in dc behoeften van. liet oogen-
blik, maar tot aan hot graf iu allen nood
moet voarzion.
Do foitcn ioouen, dat met sparen cn zelf-
veizckering hier geen uitweg to vinden is.
Alleen verzekering, dio den gemecneai nood
over allen slaat, kan hier een som doen
opleggen, groot genoeg oin iu al lev nood te
voorzien, wijl wie aan den nood ontkomon,
dan meebetalen aan wie dc nood treft.
En voor ons lijdt het geen tegenspraak,
dat wat alleen good werken kan zoo allen
meedoen, niet mag afstuiten op den onwil
van wie weigeren, on dat daarom do Ovcx-
hoid alleen hier redding kan aanbrengen.
„Do Tijd" merkte het niet ten onrechte
op: dit book maakt, natuurlijk zeer tegen
do bedoeling van don geachten schrijver, p r o-
paganda voor do Staatspension-
neorin g,
„Iedereen is niet te spreken over een
katholiek program" schrijft de
„Limburger Koerier," vermoede
lijk bedoelende, zegt „Dc Nieuwe Cou
ran t", dat niet iedereen het eens is over
de wenschelijkhcid 0111 een katholiek pro
gram van actie uit te geven.
En dan lezen wij zegt „Dc Nieuwe
Courant" met name over liet pro
grampunt „herziening der tarieven om
gelijk te maken dc voorwaarden van voort
brenging der binnen- en buitenkindsftte in
dustrie'.' (dat i'n dc^ycrgadcring van den
Alg. Bond van R.-K. Kicsvcrccnigingen
behandeld werd)
„Dat was kort en goed protectie, meen
den sommigen.
En protectie, dat wilde de een cr in
hebben en de ander cr buiten.
De halzen werden gerekt cn dc wenk
brauwen gefronster kwam in de zaal een
spanning, die niet veel goeds beloofde.
Toen vroeg de heer Aalbersc het woord.
En hij legde uit, dat de formule, door het
kort program van actie voorgesteld, er een
was, die indertijd door de katholieke Ka
merclub was uitgevonden, en waar de groo
te voorstander van den vrijen handel, dr.
Schaepman, genoegen mee had genomen,
op voorwaarde, dat dan ook door de ge-
hccle club zou worden meegewerkt aan dc
ouderdomsvcrzelccring.
Als er nu hier voorstanders van den
vrijen handel zijn, vroeg de heer Aalbersc,
laten zij zich dan ook tevreden stellen met
deze formule.
Daarmee is nu een achttal jaren de
vrede bewaard, laten wij dien vrede nu niet
verstoren in zijrt rustige rust.
En aller debatlust was na deze rede
bekoeld."
De „Limburger Koerier" voegt
er aan toe, dat gelijkmaking der voorwaar
den van voortbrenging niet voldoen
de is, maar dat het op gelijkmaking der
voorwaarden van concurrentie aan
komt. Als voorbeeld noemt het blad, dat
dc voorwaarden, waaronder Nederl. en Bel
gische meelfabrikanten werken, precies de
zelfde zijn, kosten der machines, loonen,
bouwkosten der fabrieken loopen weinig
uiteen en de tarwe komt in lucide landen
vrij binnen. Niettemin zijn cr in België 200
meelfabrieken en in Nederland nog geen
twaalf- i3at komt wijl er in België een iu-:
voerrecht op meel wordt geheven en hier
niet.
„Jammer maar," aldus „D e Nieuwe
Courant" weer, „dat het blad er geen
vergelijkend staatje van de broodprij-
zen in Bclgic en hier te lande bij heeft
gevoegd!"
Dat ook do openbare o n d c r w ij-
tors zich opmaken, oui ijverig deel lo ne
men aan de s t e m b u s a c t i c, cn dat dio
actie zich opmaakt 0111 dc liberale enndi-
daten to doen zegevieren, wio zal het wra
ken! aldus vraagt „De Standaard".
„Maar wat uit 's-Gravcnhage bericht
wordt, is toch wel wat heel zonderling.
Men meldt toch, dat het bestuur van den
Bond van Openbare Ondevwijzers ccn ervn-
missic heeft benoemd, om onderwijzers aan
te wijzen, die in do verschil lende districten
van 's-Gravenhage, cn van do stad in be
paalde wijken, als propagandisten zullen
hebben t.p te treden.
Nu gaat, gelijk men weet, ook van pre
dikanten en pastoors vaak actio bij de
stembus uit, cn dau meest tin behoeve ian
de partijen van Rechts,
Maar waar is het ooit geboord, dat de
Syuodo of de Cla-ssis, of ook een Bisschop,
een regeling maakte, dio bepaalde predi
kanten of pastoors aanwees, 0111 een comi
té to vormen, dat do propaganda in zeker
district of zekore stadswijk zal te leiden
hebben 'l
Wat een predikant of onderwijzer bij de
stembus doet, doet hij op eigen risico, als
burger vau den Staat, cn niet als in qlia-
liteit daartoe aangewez n of benoemd. W'l
dus een openbaar onderwijzer aan dc
stembus-actie deelnemen, zoo heeft ook bij
hierbij als privaat persoon op to treden
cn te handelen op eigen risico, krachten»
eigen initiatief.
Maar heel andcis komt do zaak tA-
staan, zoo de Bond dit initiatief over
neemt, orders uitdeelt, cn aan personen
zekeren last oplegt.
Dan wordt claae Bond zelf ccn politicko
vereeniging, dan verliest hij zijn paedage-
gisch karakter, om over te treden op
staatkundig gebied, en zich t0 metnmar-
phoeeeren in een partij-orgaan
Doel) dan zal dc Openbare School er ook
onder lijden.
Nog sterker toch dan andors zal het dan
uitkomen, dat do Openbare School, wol
verre van neutraal te zijn, zelfs op poli
tiek gebied partij kiost, cn van haar in
vloed op dc ouders der schoolkinderen ge
bruik gaat maken, om do Christelijke par
tyen in den lande te bestrijden.'
Onder het boofd: ,,'11 S n e e i 11 d e a n-
t i-t h o a 0 zogt „Het Volk":
Vau tijd tot tijd Krijgt do anti-these nog
al eons een por van e Nederlar-
d c r", welk blad strijdt voor zijn vrijheid
om over politicko vraagstukken andere to
denken dan dr. Kuyper doet, terwijl do
laatste altijd zijn nieening uitgeeft voor
d o christelijke. Zeer vriendelijk heeft „Do
Nederlander" onlangs aangetoond,
dat dr. Kuyper zijn meoningen in zake de
sociale kwestie nogal eens omgedraaid
heeft, mon denke aan de Kamers van
Arbeid, die vroeger ryots hinderden, doch
nu verhinderen, dat cr een bedrijfsorgani
satie komten gezegd, dat, als men zóó
draait, het dan wel verstandig is die draai-
endo ineoningen niot vast to haken aan al
lerlei hoiligo be-ginsclon.
„De Standaard" heeft die uitin
gen op zijn gewone wijze behandeld, nl.
door de heele zaa verwrongen en vcr-
valsoht ovor to brengen „Do Nederlan-
d e r*' zet dat nu reent en constateert nog
eens
„dat do wijze, waarop in de sociale non
den moet worden voorzien, niet is een ge
schilpunt, waarbij onze Christelijke of anti-
rovolutionnaire beginselen als zoodanig zijn
betrokken; dat men bij liet zooken naar de
beste middelen volkomen vrij moet blij
ven, en dat het derhalve afkouren, dat
men, telkens als men eenig middel aanbe
veelt, ook al is het eeno vlak omgekeerd
aan het andere, allerlei ons heilige begin
selen er bij haalt.
Wij meenden, dal dit juist vóór de stem
bus duidelijk moest uitkomen, omdat wij
/V\/NA#V»\#\A1\A/\A
Er was eens een militair, die nooit op
tjjd was. Hij heette toevalligerwijze Klok,
yras eerste luitenant en kwam overal te
Taat.
Zijn dagtaak was heel eenvoudig. Hy
stond tien "minuten over zessen op, of
schoon hij zich icderen avond voornam
"den volgenden morgen prompt zes uren
uil cle vccrcn te zijn. Tien minuten over
achtenkwam hij hijgend in de kazerne,
.waar dan natuurlijk de kapitein reeds aan
wezig was, groette, haalde zyn horloge voor
'den dag, schudde het hoofd en maakte
zijn verontschuldigingen. Juist sloeg het
tien uren, wanneer hy opsprong en zeven
minutcu te laat bij den kolonel op rapport
kwam. Die hoofd-officier was reeds aanwe
zig, keek op zijn horloge, schudde liet
hoofd en Klok maakte zijn excuses.
Op zekeren dag vond men dit te kras en
hij werd op het regimentsrapport gezet,
Klok kwam vijf minuten te laat en de
jfcrme jongen kreeg drie dagen kamerar
rest.
Deze trok het zich erg aan, kocht een
jflesch wijn, sigaren en wat boeken cn sloot
rich in zijn kamer op. Drie dagen lang
bromde hy daar, d. w. z. rookte, ea nam
zich stellig voor van nu af stipt op tijd
te zijn.
De tijd was om ën hij ging zich weder
aan het regimentsbureau melden. De ad
judant ontving hem met een homerisch
gelach, waarop hij verbaasd op zijn hor
loge koek cn zijn hoofd schudde. Het was
toch een kwartier vóór den vastgestclden
tijd?
Ja, dat wel, maar hij was vier dagen
thuis gebleven, in plaats van drie.
Klok werd "een soort van plaatselijke
beroemdheid en de officieren stootten el
kander aan, wanneer hij voorbijging. Klok
kocht een repetitiehorloge, een pendule,
een staande klok, oen blokkalender, een
wandkalendcr, .een zakkalender en een no
titieboekje. Hy, die vroeger een uitstekend
slaper was en nogal eens uitging, werd nu
zoo solide als wat en leidde een kalm, stil
leventje.
Nadat bij dit een maandje had volgehou
den, besloot hij toch maar weer eens in ge
zelschappen te komen, en ging daarom een
bezoek brengen aan de vrouw van den
plaatselijkcn commandant. Deze ontving
hem bijzonder vriendelijk en vroeg hem
waar hy toch zoo lang geweest was en of
hy nog altijd te laat kwam.
Hij werd zoo rood als vuur $n beweerde,
dat bïi nog nooit te laat gekomen was.
Maar mija klaoht blijft, wat toch Rogeo-
ring en volk bezielt, roekeloos een gevaar
to blyven loopen, dat ia bange dagen zwaar
op aller hort drukt.
Volgens een interview wordt aan De Sa-
vornin Lobman de gedachte toegeschreven,
dat ons volk vroemdo vorsten spoedig assi
mileert. Zeker; mits zij individueel liicr in
innige verbinding mot ons eigen Vorstenhuis
treden. Maar dit feit telt niet, als een ge
heel vreemd Vorstenhuis optreedt. Dan ont
staat er ecu geval als bijv. by het optreden
van het Haunoversobe vorstenhuis in Enge
land, dat lang on-, zoo niet anti-nationaal
bloaf cn gedurende meer dftn cén geslacht
zijn afkomst niot verloochende.
Doch hoo dit zij, geen volksbelang noopt
do troonsopvolging in de zijlinie onbeperkt
to behouden. De eerste beste gelegenheid
moet worden aangegrepen, om eerder dan
thans keuzo to doen intreden. Liefst inet
vrijheid, om ook den republikeinschen re
geer ings vorm to kiezer, al erken ik, dat
onze fcogenwoordigo toestond, met een natio
naal, geccrbioBgxl en het volksrecht eer
biedigend Vorstenhuis, daarboven voordoo
ien aanbiedt. Maar het is niet nu to voor
zien, welke denkwijze tijdens de gedachto
eventualiteit zal hoerechoD.
Vervolgens overgaande tot dc nclueclc po
litiek, noemt mr. Van Houten het een curio
siteit, djit Kuyper en Treub aan het Duit-
scho dwangverzekeringsstclsol
vasthouden, en meent, dat dit tot vroemdo
combinaties aanleiding kan geven.
Mr. Van Houten zet dan dc argumouton
tegen verplichte verzekering uiteen.
Maar ook over Staatspensioen is mr.
Van Houten niet te spreken.
Hij schrijft:
„Nu voorzie ik, dat mij uit do arbeidende
klasse geantwoord wordt: wees maar niet
bezorgd, wij volgen Kuyper en Treub niet;
wij zien heel goed in, dat zij ons en
voor zoo vei1 zij ook bijdragen cn risico's aan
do Staatskas opleggen, ons en onze medebur
gers gezamenlijk laten betalen wat wij
krijgen en do kosten der ambtenarij boven
dien. Wij stemmen alleen op hen, die ons
ouderdomspensioenen beloven, zonder dat wij
premie behoeven te betalen. Mijn repliek is:
wat dozen u beloven, moet, behalve Jiot-
geen gy zelf cr voor in de belastingen bij
draagt, komen uit andermans beurs. Gij leunt
hat natuurlijk met heil probceren, maar op
de vervulling van dergelijke beloften specu-
lcercndo, houdt gij op, uw eervolle rol als
bestrijders van uitbuiters te vervullen, en
wordt gij zelf uitbuiters der schatkist-. Rie
men snijden van andermans leer 13 en blijft
onrecht, en dc wet, die het mocht veroor
loven, is cn blijft een onrechtvaardige wet.
Zij, die beloven het ten uwen behoeve te doen,
staan zedelijk laag; nog lager zelfs, dan zij,
die u met eigen geld mochten willen ora-
koopen. En hen mag mon met volle recht
verdenken, dat zij er ook op rekenen, dat cr
niets van komt, en slockts van u trachten
to profitcorcn, om voor zich zolols te ver
overen.
Er is het kan niet genoeg worden
herhaald slechts één in den Staat geoor
loofd raiddel, om onvermogend© gebrekkigon,
incur abelen en versleten ouden te gemoct
te komen, en dat is oen goed georganiseerde
armenzorg. Al die onuitvoerbare cn onrecht
vaardige verzeborings- en pensioenbeloften
staan aloohta aan hetgeen den hulpbehoeven
den werkelijk kan baten, in den weg. Die
orvaring heoft ons publiek nu toch, zou
ik zeggen, lang genoog gekocht."
In oen driestar Verzekeringsdwang
zogt „De Standaard":
Onder dezen titel zond do hoogleeraar
Fabius een lijvig boekdeel in het licht,
waarin hij zijn oppositie tegen de Verplichte
Verzekering voortzot, on ten dooie voltooit.
Al wat in eenig land de laatste jaren
tegen do Verplichte Vorzokering is inge
bracht, vindt go in dit werk met groote
zorg bijeengegaard. Aan citaten is het over-
rijk, cn het is te eercu, dat wie zóó in zijn
overtuiging slaat, zich do moeite gaf, zulk
oen arsenaal ter verdediging van zijn over
tuiging vol to laden.
Positiof komt het cr op neer, dat de werk
man, met liet oog op ziekte, invaliditeit
on ouderdom, voor zichzelf moet zorgen.
Zelfs het stelsel, om uit het rarliculicr
initiatief oen regeling te doen opkomen, cn
dezo later publiekrechtelijk te ijken, wordt
ex niet in bepleit.
De Overheid heeft niets te doen. Men kan
sparenmen kan zich onderling verzekeren;
Daarop noodigdc mevrouw hem voor aan
staanden Donderdag op een souper, pre
cies acht uren; waarop hij vertrok.
„Precies acht uren, heer luitenant I" riep
hem mevrouw nog na, en dreigde met haar
vinger. „Wij wachten niet cn hebben voel
gasten."
Hij lachte en verzekerde met het slaan
van achten te zullen komen, stipter dan
alle anderen.
Om één uur verliet Klok de sociëteit,
onder voorwendsel van een dringende
boodschap. Hij ging naar huis en maakte
buitengewoon zorgvuldig toilet. Om drie
uren was hij klaar, terwijl hij tegen acht
uren was uitgenoodigd.
.Wat nu te doen? Eerst wilde hij gaan
wandelen, maar dan vreesde hij, dat hij
te laat zóu komen. Liever bleef hij in zijn
nauwe gala-uniform ccn paar uur zitten,
dan nu te laat te komen.
Toen het zeven uren sloeg, ging hij naar
buiten en nam een rijtuig en reed naar de
villa van den commandant. Hier kwam
hij om halfaclit aan cn bleef tot kwart
voor achten in het rijtuig zitten. Toen kwam
hy er uit, betaalde den koetsier en met
het horloge in de liand bleef hij voor de
deur staan. Precies twee minuten voor ach
ten schelde hij aan cn juist sloeg dc groote
gangklok acht, toen hy in het salon ver
scheen, met een zegevierend lachje op de
lippen.
„Mevrouw," zeide hij, toen hij zijn bui
ging voor de gastvrouw had gemaakt, „mijn
belofte heb ik vervuld, zoo juist sloeg het
acht uur; ik ben dc stipstc van allen."
De dame knikte en glimlachte. Met de
dochtertjes knoopte hij een zeer opgewekt
gesprek aan over muziek, den dienst, bi-
vakkeeren, het dansen, enz., totdat een be
diende kwam aankondigen, dat het souper
was opgediend.
Klok trok zijn wenkbrauwen op en zag
mevrouw vragend aan.
„Wat, nog niemand hier?"
„U ziet, luitenant," antwoordde me
vrouw, „dat wy werkelijk niet- wachten."
Hij bood mama den ann, de dochtertjes
trippelden achter hen aan en zoo leidde
hij alleen de dames naar tafel. Daar werd
het hem toch benauwd: er was blijkbaar
alleen voor de familie en hem gedekt. Hij
wilde hierover iets zeggen, doch mevrouw
sneed hem het woord af, door hem zijn
plaats te wijzen. De dochtertjes begonnen
ingehouden te lachen.
Nu kwam dc commandant binnen. Klok
werd bleek van schrik: de heer des huizes
droeg een gemakkelijke tuniek. Ook hij
lachte.
„Ik dacht," begon Klok te stotteren, „er
zoudea.i,^
„Wat dacht u, luitenant?" vroeg me-,
vrouw.
Hij werd nog meer verlegen.
„Ik dacht, dat cr ccn groot gezelschap
zou komen."
„Ja zeker," bevestigde dc commandant,
„zeker verwachten wij gasten; wij rekenen
vast daarop. De andere hecren zullen ccn
weinig later komen, doch komen zullen zij
zeker, later, zooals ik zeide."
Klok was voorloopig tevreden gesteld.
Men at, dronk en schertste. Na een poosje,
toen er nog niemand kwam opdagen, begon
hij weder onrustig te worden. Hij keek
op dc klok, naar de deur, en dan weder
naar mevrouw.
Zij bemerkte het.
„Waar onze gasten toch blijven!" merkte
zij op.
De commandant maakte een gebaar, dat
bij den luitenant slechts een vreemd ver
moeden deed geboren worden.
„Onze gasten zullen wel komen, laten
wij ons niet daardoor laten storen."
Men at verder, lachte en k/:ek elkander
aan, terwijl den armen luitenant elk stuk
je in de keel bleef steken.
„Wanneer komen dan toch uw gasten?"
barstte hij eensklaps, byna heftig, los.
„Morgen," antwoordde de commandant,
met een triomfeerenden blik. „Morgen,-
Donderdag! Vandaag *s het Woensdag