N<\ 15100, Vrijdag 14 Mei» A*. 1909. <§eze (Courant wordt dagelijks, met üitzonderiag van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nornmer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Onder onze Vroede Vaderen. FEUILLETON. NinderBiefde. DAG-BLAB PRIJS DEZER COURANTS Voor Leiden per week 6 Gentsper 8 maanden 2 f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd rijn 2 2, 1.80. Franco per poBt 1.65. PRIJS DER ADVERTENTIE»t Van 16 rogeii ƒ1.05. iedere regel meer 0.17Grootere lettere naar plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Gents contant j elk tiental woorden meer 10 Gents. - Voor het incaeseeren wordt/"0.05 berekend. Om«eg£iii£ liijn-Sckiekauiial. De Burgemeester der gemeente Leidei> jnaakt bekend: •lo. dat ter voldoening aan art. 10 der Onteigeningswet (wet van 28 Augustus 1851 Staat-blad No. 125) ccn Commissie uit Ge- deputeerde Staten der Provincie Zuid-Hol land, bijgestaan door den daartoe door het algemeen bestuur aangewezen inge nieur en het hoofd van hot bestuur der gemeente, in het gemeentehuis aldaar zit ting zal houden den 5den Juni 1909 des voormiddags te tien uren, ten einde de bezwaren van belanghebbenden aan te hooren tegen het plan van o m- legging van het Rij n-S c h i e k a- naal buiten Leiden als bedoeld in de wet van 25 Mei 1908 (Staatsblad No. 143), weshalve belanghebbenden worden uitgenoodigd om hunne bezwaren ter plaat se en ure vermeld, mondeling of schrif telijk aan genoemde Commissie mede te dee le n 2o. dat de stukken bedoeld bij de eerste alinea van art. 12 en ter voldoening aan de tweede alinea van dat artikel van de Onteigeningswet ter inzage van een ieder wórden nedergelegd ter secretarie der ge meente van Maandag 17 Mei a.s. totdat de Commissie haar werkzaamheden binnen {ie gemeente heeft volbracht; 3o. dat het uitgewerkt plan van het ge- he^'.e werk, bedoeld in de laatste alinea Van art. 12 van meergenoemde wet, voor feen ieder ter inzage zal liggen op de Griffie der Provincie Zuid-Holland. De Burgemeester voornoemd, DE RIDDER. Leiden, 14 Mei 1909. Het was gisteren eer. weinig belangwek kende vergadering. Wel stonden er acht tien punten ter behandeling op de agenda, maar cr waren eenige benoemingen en aan vragen om ontslag bij en verder kleingoed, dat voor het meerendeel zonder discussie onder den hamer doorging. Als iemand al even iets in het midden bracht, dan was dit niet in staat eenigo animo te wokken. Een beetje warmte kwam er slechts, toen mén aan de benoeming van een Commissa ris der Stadsbank van Leening kwam. De heer Bosch vroeg vóór deze stemming met een zenuwachtige trilling in zijn stem het woord. Men weet wat daarmede reeds is voorge vallen. De Raad krijgt een alphabetische aanbe veling van drie personen; Corts, "Van der Eist en Fokker. Hij benoemt den heer Fok ker. De overige Commissarissen, die hot nu eenmaal er op gez<*fc hadden, dat de heer Corts zóu worden benoemd, nemen ontslag. De heer Fokker, wiens benoeming blijkbaar het gevolg was van een stille overeenkomst tusschen een paar groepen in den Raad, waardoor buiten de aanbeveling om ook de heer Pera werd gekozen in de Commissie voor „Endegeest", bedankt bij nader in zien en nu komt precies dezelfde voor dracht terug. Dat is niet in den haak, zegt de heer Bosch, die het deed voorkomen alspf de voordracht van Commissarissen was. Do heer Fokker had daarop met moeten voorkomen, tenzij de heeren thans geen be zwaar meer tegen hem hebben. Maar spr. begrijpt het wel. Men wil den Raad. dwin gen te stemmen op een persoon, die men zelf wil. Gaat de Raad daarop in, dan geeft hij zijn zelfstandigheid prijs. Het was den Voorzitter aan te zien dat hij dezo vraag, die naar een bestendiging van het conflict heen wees, nu niet zoo aangenaam vond. Niet onhandig greep hij) c-en door den heer Bosch naar den vorm gemaakte fout aan, om de kwestie niet op nieuw to doen oplaaien. Het is niet een voordraoht van Commis sarissen, repliceerde hij, maar van B. en Ws. zolf. De Raad staat nu voor dezelfde keuzo en aan hem dus ook de verantwoor delijkheid voor deze nieuwe benoeming. Formeel had de Voorzitter gelijk, maar ieder begreep na wat er gebeurd is, dat ook de Commissarissen deze voordracht hadden geïnspireerd. En de heer Bosch had ook gelijk: feitelijk had men nu maar een keuze uit twee personen. Het had toch geen zin om iemand te benoemen die reeds eenmaal had bedankt. Trouwens do zaak is met van zoo over wegend belang en als do overige heeren Commissarissen nu eenmaal met geen an deren oollega dan met den lieer Corts wil len samenwerken, waarom hun dan dit ge noegen niet te gunnen. Als de heer Bosch daarop met verontwaardiging uitroept: waar blijft dan de zelfstandigheid van deu Raaddan antwoorden wijOch, als de Raad zijn zelfstandigheid maar bewaart bij grootc, werkelijk de belangen der ge meente rakende zaken, dan mag hij bij de benoeming van een commissielid den zittenden Commissieleden wel eens een ge noegen doen. Dc heer Corts vroeg dan ook naar den bekenden weg toen hij van den Voorzitter wilde weten of de heeren nu met hem zou den willen medewerken. De vraag die niet ten onrechto een gullen lach verwekte, was onbedoeld waarschijnlijk, niet vleiend voor de zittende Commissarissen, die im mers juist ter wille van d:n heer Corts dreigden heen te gaan. De Voorzitter kon den heer Corts dan ook verzekeren dat do zaak nu weer gezond was. Laat ons ho pen dat de Commissarissen nu genoeglijk en nuttig zullen samenwerken. Naar aanleiding van het ontslag van het hoofd der school, den heer Th. de Van, dat op do meest eervolle wijze werd ver leend, w.&3 een adres ingekomen van een aantal ouders van schoolgaande kinderen van deze school om den onderwijzer-plaats vervangend hoofd, den heor Van Tertholen, als zijn plaatsvervanger te benoemen. Het verzoek werd in handen van B. en Ws. gesteld om praeadvies. Wij vreezen voor adressanten en voor belanghebbenden dat dit afwijkend zal luiden. De heer Van T., hoc een verdienstelijk ouderwijzer volgens adressanten overigens, waarop wij niet gaarne iets. afdingep willen, is £>9 jaar oud en heeft veeds to wijzen op een dO-jarigen staat van dienst. Dan roept men iemand niet meer tot een andere betrekking. Een mcnsch leeft maar een leven op aArde. Bo vendien zou dit een reageeren zijn op het 6inds jaren hier gevolgde stelsel bij do be noeming van hoofden der scholen en men zou daardoor onbillijk worden jegens andere verdienstelijke eerste onderwijzers, dio indertijd ook niet als opvolgers van heengaande hoofden werden benoemd. De heer Reimeringor liet weer eens zijn goed liart spreken, toon hij een poging deed om B. en Ws. te bewegen aan het eer vol ontslag van den concierge van de Hoo- gere Burgerschool voor Jongens, Koster, te vorbinden een vol pensioen, omdat deze verdienstelijke ambtenaar zelfs volgens ver klaring van twee geneesheeren, dr. Brui ning, en dr. De Bruine Groeneveldt, in en door den zwaren dienst ongeschikt voor ver dere vervulling van zijn betrekking zou zijn geworden. De Voorzitter had gelijk, toen hij op merkte, dat het hier sleohts ging over het eervol ontslag, maar de heer Rcimeringer was tot zijn betoog gekomen door hulpprae- advies van B. en Ws. op het verzoek, waar in genoegzaam doorschemerde, dat dezo op grond van het rapport van twee stadsge- neosheeren daar niet aan willen. AIb straks het pensioen is toegekend niet overeenkomstig den wensoh van adressant en van den heer Reirneringer en wie met hem er gelijk over denkon, zal er nog wel eens een woordje over vallen. Wellicht zijn B. en Ws. ondanks de bepalingen van de desbetreffende verordening voor een nieuw geneeskundig onderzoek, zij het ook mede door dezelfde geneesheeren, te vinden. De oude, haast traditioneel© naam „Paardensteeg" is nu mot die steeg zeil officieel van de lijst der Leidsoho straten namen geschrapt. Do mooie brcede ver keersweg, die er voor in de plaats is ge komen, heeft nu den vorstelijken naam van Prinsesse-kade gekregen. Een poging van de heer Roem om den naam Juliana er nog aan te Verbinden, is niet mogen gelukken. De meerderheid wa3 het met den voorzit ter eens, dat dezo lange naam aanleiding zou geven tot voor do aan de draagster er van verschuldigden eerbied, niet wen- schelijke bekortingen. De steun aan het gemeentelijk Fonds tor bevordering van de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van werkloosheid bij de oprichting op 1000 gld. bepaald, is gis teren reeds met 500 gld. verhoogd. TTet mo ge paradoxaal klinken, maar waar is het, dat dezo vermeerdering is too te juichen. Hoe meer gemeentelijke steun noodig is, hoe meer werklieden zich hebben verzekerd want slechts zij, die zelf sparen, voor tij den van werkloosheid, ontvangen een bij slag uit de gemeentekas. Op deze wijze zal men dus het Comité ter bestrijding der Werkloosheid, dat juist gisteren ook iets van zich liet hooren aoor te bsdanken voor de genoten gemeentelijke bijdrago van 220Ö gld., op den duur overbodig maken. Men zal armoede voorkomen wat beter is dan armoede lenigen. Het moet echter maar weer uit do gemeentekas komen. Daar zijn gisteren nog meer aanvallen op gedaan. Zoo reeds bij het volgende punt de vernieuwing van de Nagelbrug onder Voorhout. Toen men eenmaal aan het bre ken was, bleken ook do twee landhoofden op te rijn en zoo ia voor de geheclo her stelling niet minder dan 16000 gld. noodig. En dan zeggen stuurlui aan den wal nog maar altijd" dat de gemeente eerst zich oen zeker inkomen moet waarborgen en daar mede als een zuinige huismoedor moot ®*on rond te komen. Gelukkig boft do gemeente een beetje doordat de aannemer van do vernieuwing van de Gouwerbrug bij Gouda, dio voor het vervoer van het voor dezen bouw bo- noodigdo zand er belang bij heeft dat de Nagelbrug spoedig is verwijd on horstold, hot werk bij ondershandsche aanbesteuing 2800 gld. benoden de raming wil uitvoeren. Misschien dat het Slachthuis ook nog zon der het werk der bijzondere commissie eeu- middel zal vinden het wat boter te doen rondeeren. Door de wet op de uitvoerkeu ring van vleesch rijn exportalagers in ge meenten, waar geen keuring bestaat, gehou den hun bedrijf te verplaatsen. Zoo schij nen reeds exportslagers te Aarlanderveen en Alphen mot plannen rond te gaan om in Leiden te komen slachten. De minder lage export-tarieven zouden hen echter no pen het elders bijv. te Rotterdam te zooken Daarom besloot dó Raad do tarieven voor exportslaohten van schapen en nuohtore kalveren met 50 pOt. to verlagen. Dat noemt men met een spreekwoord aan de vissohorij ontleend: een spiering uitwer pen om een kabeljauw te vangen. Als de kabeljauw nu nog maar komt. Eindelijk voteerde de Raad nog een be drag van 9250 gld. voor de vorbouwing van de school in de Brandewijnsteeg. Daar is in de laatste vijf jaren wat aao den bouw en verbouw van scholen besteed. Dit is het beste bewi 3 er voor dat er op dit ge bied achterstand was en dat Gcd. Staten daartoe aangezet door hot Rijksschooltoo- zioht, niet ongelijk hadden toon zjj inder tijd in een uitvoerige missive op den niet behoorlijken toestand van onze scholen wezen. Aan het einde der vroeg afgeloopon zit ting vroeg de heer Sijtsma inlichting over de onlange gehouden aanbostoding van do riolcering van oen godeolto dor Haar lemmerstraat. Volgerü Êniiehtinken door hem bekomen, was do uitvoering van dit werk niot aan de laagsto inschrijvora, die, naar hij meende, solide waren, evenals hun borgen, gegund, maar aan den daar opvolgende, niette gen staande do inschrij vingssommen resp. 1CC5 gulden en 1559 gulden, ruim 33 pCt-., verschilden. Wan neer daarvoor geen afdoende redenen konden worden opgegeven, dan achtte hij dit niet in het belang der gemeente te saijtn gehandeld. De Voo-rzitter klaagde, dat deze vraag niet vooraf in z>ijn handen was gesteld. Hij bleek zelf daarmedo niet op de hoogte en de heor Korevaar was afwezig. Do heer Roem gaf nu als lid der Comm. van Fabricage eenigo inlichtingen en steldo voorop, dat do vrager door dezo zaak hier aan de orde te brongen, niet handelde in het belang van do menschen, waarvoor hij opkwam, waarop deze ant woordde, dat hij niet voor personen op kwam, maar voor do billijkheid en voor het belang dor gemeente. Do heer Roem deed nu ook uitkomen, dat èn aannemers èn borgen solide waren, maar dat het werk zoover boneden do raming ging, dat het niet behoorlijk voot de inschrift vingEsorn kon wordon uitgevoerd. Daarbij kwam, dat de volgende inschrijver uit- stokend voor zulk werk berekend is en reeds meermalen voor de gemeente dib naar gonoogen opleverde. De heer Roem vond steun bij den heor A. Mulder. De buitenstaanders kunncm niet de motieven booordeelen, die bij een aanbesteding gewicht in do schaal leggen. De heor Pera steundo de mconing van den heer Sijtema, dat als regjri moest golden, dbt, als do inschrijvers solid*» zijn, het werk aan den 1 oogsten inschrijvoc moet worden gegund. De oannemingssom- men loopen in den regel tooh zoover uiteen, dat men er niet bij kan. Toen de heer Pera sprak van zekeren kring, waar in over dezo zaak was gesproken, riep men van voreahillande kanton: „Leiden® Belang I" De vrager werd niet bevredigd door hot antwoord, doch do Voorzitter «telde do mogelijkheid, dat do heer Korevaar eigener boweging er nog iots naders van zal willen zoggen. De heer Pera bracht ten slotte nog weor cons het Lange wegblijven van de door de wet veroischte borden voor hot verbod van het rijden met rijwielen in straten en stegen ter sprake, wclko borden nog maar niet willen komen. Hij wees o.a. op do Ketclboetersteog, die thans tot last en gevaar van de voetgangers druk bo- reden wordt. Behalve het financieel bo- zwaar, dat reeds eorder was genoemd, gewaagde de Voorzitter nu ook nog van hot onsierlijke van deze groote borden. Wij vormooden t-ooh wel, dat men er toe zal moeten komen om ze te plaatsen overal, waar men de fietsrijders niet wil hebben. Wij zijn niet voor al to veel be perking van het wielrijden, doch 'n nau we, drukbeloopen stegen zooals ook do P i et e r? ko r k koorsteeg is eon verbod geen overbodigheid. En zou men, zoolang do door do wet voorgeschreven borden or nog niet. zijn, do andere niet moet.cn ver wijderen? Men schopt nu ccn ongeluk recht, waarvan alleen die brutaal zijn van profiteeren. AU de tegenwoordige l«orden geen wettige kracht hebben, moeten ze ook ophouden te waarschuwen. Leiden, f4 Mei. De vraag: „Waarom is organisatie ook voor de Textielarbeiders noodzake lijk?" trekt hier ter stede blijkbaar uiofc veel belangstelling. Ze zou gisteravond door den heer J. H. Elfers, uit Tilburg overge komen, worden beantwoord in een daartoe door de afdeeling Leidon van den Textiel- arbeidorsbond „Do Eendracht" in do klei ne Stad8zaal uitgeschreven openbare ver gadering. Met het bestuur mee, waren slechts dertien personen opgekomen, waar* van er, na een half uur w ach tens, zich weer twee verwijdorden. Bij de onderlinge be sprekingen wat te doen, hoorden we cr aan herinneren, dat verleden jaar een der gelijke vergadering door 600 a 700 personen werd bijgewoond. Daarom was do opkoinsb van nu des to raadselachtiger, maar dab raadsel bleef onopgelost, evenals de ge stelde vraag onbeantwoord, want op on zo informatie vernamen we eindelijk, dat do vergadering maar geen doorgang zou heb ben. 17) Tante Thea begoot de bloemen met een kleinen, groenen gieter. Zij ging van graf tot graf en verdeelde haar gave -gel ij km a tg op de bloemen van alle onbeheerde graven de lichte maandrozen in den hoek, do brem en wilde tijm, welke in het gras groeiden, arm en vergeten, maar met denzelfden drang naar zonneschijn en vochtigheid, naar tranen en lachen. De houtvester kwam met don vreemde uit dé kerk. Hij had hem de oude overblijfse len uit den tijd, toen de parochie neg bij de kanunniken te Yiborg was ingedeeld, la ten zien: het kerkezakje en het met goud geborduurde misgewaad, welke t0 zamon met de oude zilveren reliquieënkaat onder het altaar werden bewaard. Zij treden uit het kille halfdonker dor kerk »n den vollen zonneschijn. De hout vester vertelde nog, maar de vreemde keek om zich heen. Daar, daar zat zij, het kind in het doorzichtig© japonnetje, met het lichtlila lint in de haren; daar zat zij tus schen de lavendelstruiken op het graf van haar broertje. Oom Dan liep op haar toe, legde zjjn arm om haar heen en tilde haar over .do blauwe lavende Istru'ken.. ,,Wij moeten naar de heide gaan I" stelde de schilder voor „Ik zou de heide gaarne eens in sabbat-stilte zien." „Ach neen 1" riep Vonne. ,,In de heide ja het eiken dag Zondag. Daar zijn stilte en plechtigheid 's Maandags even groot als op een feestdag. Wij willen hier bij tante Thea en haar graven blijven; zij is zoo gelukkig als zij menschon om zich heen heeft, die vriendelijk jegens haar zijn, al zegt zij dat ook niet." „Neen!" verklaarde dc schilder beslist. „Nu til ik u over de blauwe lavendel van al cïeze dooden heen en draag u in het le vende, roode rijk der Heidebloemen." Zij wilde zich terugtrekken, maar hij had haar reeds op zijn arm genomen. „Wanneer het den houtvester veroor loofd is, dan mij tooh ook, nietwaar? Oom Dan lachte en klopte de asoh uit zijn korte pijp. Tante Thea zat op een graf en rustte uit; zij had haar handen gevou wen en de gieter stond naast haar voeten. „Kijk", riep de vreemde, terwijl hij zoo met haar voortliep „Ik wil dit tafereeltje schilderen, wanneer ik thuis en tob rust kom: een man, dio een jong meisje over een kerkhof draagt. En zij moet lachen en haar armen óm zijn hals slaanhet moet do „Jeugd" voorstellen, dó'jeugd, welke over de dooden heenschrijdt, en zelve voor waarts, in 't leven vooruit wil." „I3 de jeugd zoo onbesuisd?" vroeg Von ne ernstig, toen zij bij het hek van het kerk hof uit zijn armen op den grond gleed. „Dan wou ik, dat ik een kind ware ge bleven". „Ja", antwoordde hij, „de jeugd is on besuisd. Bovendien ben ik immers slechts over dc dooden heen gestapt; over de levenden stapt men niet heen hoe oud zij ook mogen zijn. Hoe ouder zij worden, des te zachter gaat men met hen om. Men kan zich niet diep genoeg voor het lijden bukken, hetwelk zijn sporen in zulk een oud gelaat, als dat van tante Thea, gc- grïfd heeft. Vonne Keek hem verbaasd aan. Zoo had zij hem nog niet gezien; zij had niet ge dacht, dat zijn gsdaohten zoo diep konden gaan, dat zij in sthat waren tante Thea's zdel achter den bevonden mond en de schuwe oogen te vinden. „Zeg mij, ik bid u, vind het niet vreemd, dat ik het vraag, maar hoe heet gij eigen lijk? Ik hob uw naam gisteren in de vesti bule te Lyngholt niet goed verstaan." „Troela Forum, onder mijn kameradon gewoonlijk „le petit Chinois" genoemd. Dien naam kreeg ik op een studiereis in het quartier Montmartre. Er ia iets van aan, nietwaar? De schccve oogen, de gele teint en het pikzwarte haar, met mijn wangbeenderen is het ook niet geheel in den haak, het is tamelijk zeker, dat zij van het streng normaio afwijken. „Le petit Chinois," nietwaar, er is ietö van aan?" Zij keek hem aan. „Ik weet hot niet, Ik heb er niet over nagedacht. Hebt gij geen broeders of zusters?" „Zoker, ik heb eon broeder; maar hij i6 dokter." „Gij vraagt zoo komisch, juffrouw Von ne, zonder woorden," ging hij na een poos je voort. „Uw geheel persoontje ia één vraag, wat mijn „maar" moet beteeke- nen. Ik zal het u zeggenIk haa/fc dit slag. Van af liet uur, waarin mijn broeder dok ter werd, wilde ik niets meer met hem te deen hebben. Ja, zeker, hier in do heide is het Zondag...." Hij bleef staan en keek om zioh heen. „Wanneer ik het gehoele jaar had. rondgereisd, zonder eenigo ver moeden vaal dag of uur, en plotseling hier onder de heidebloemen werd verplaatst, dan zou ik het in mijn binnenste gevoeld hebben, dat het hier buiten Zondag is. Zij gingen tegen de helling zitten, waar dezo steil naar do Leidosee afdaalt. In oostelijke richting was een open plek, dicht met grijze steenen bezaaid. Dezo steencn rijn er voorheen niet geweest, dat weet hij zeker. „Waar zijn dio vandaan ge komen 1" „Dat zijn pluvieren", zeido zij zacht. Opeens verheffen zich do steenen, zij breiden de vleugels uit. Slechts een oogen- blik ziet men, dat het vogels zijn, dan ontstaat daaruit een wolk, welk als een wig in de andere, zware wolken aan den hemel dringt en daarmee samensmelt, terwijl de echo van een langgerekt, klagend geluid tusschen de heuvelen wegsterft. Vonne kijkt do vogels lang na en zucht. De vreemdo kijkt Vonne zoo aan, dat zij moet glimlachen. „Gij kunt ook zonder woonden vragen." Hij knikt. „Er zijn hier boven zooveel eenzame menschenzeido zij zacht als tot ophelde ring, „zoo ontzettend vele. De visaohen zwemmen in dichte scholen door de Leido see en do voords vliegen in soharetn, zelfs de droefgeestige pluvieren formeeron zich op die open heide tot een steenhoop. Maar de mcnsch staat midden in het gewoel des levens alleen. Wat wildet gij van de doc toren zeggen?" viel zij zichzclve in do rede. „Ja," beloofde hij, „dat komt nu. Ik heb een oude moeder gehad, juffrouw Vonne, die voor eenige jaren geatorven is. Wie zoo gelukkig geweest is iemand dozen naam te mogen geven, dien behoef ik niet te zeggen, dat ik haar, die hem droeg, boven olies in de wereld heb liefgehad. Ik heb een oude moeder gehad, die jarenlang aan een stoel is geketend geweest; haar handen waren verlamd, niet van ouderdom, maar van pijn, en haar rug was krommer dan dio van tante Thea. Doch niet de last dor jaren had dien gebogen, maar gebrek aan ver pleging en do zelfzucht der menschen." Hij hield even op; toen ging hij voort: ,,1'k stam af van een onbemiddelde fnmH lio, ben bijna in armoede geboren en grooli geworden. Wij woonden op een kleiue bo venwoning, mijn ouders, mijn broeder on 'k.. Ik had do mazelen en dientengevolge koorts. Naast het vertrek, waar ik lag, wil® een rommelkamortje; ik zie nog duidelijk do kleine plank daarin met do twee krui ken viierbessensap; die kookte moeder elk jaar van de bessen van den vlierboom op grootmoeders graf. Het wa8 laat op dea avond. Ik had horige koorts en moeder ging zonder licht naar binnen en klauterde ce ladder naar dc plank op, ten einde sap voor mij naar beneden te balen. Zij strui kelde, vond geen steun meer en viel op allerlei ijzeren rommel en gebroken btoo- len. Vader droeg haar naar de woonkamer en legde haar op bed en 7 ij kreunde en jammerde aanhoudend. Vader wist geeo raad. Wij waren in een ziekenbus, in liet ziekenfonds voor do armen, waai bij be paald was, dat de dokter s'.cchts in do dringendste gevallen en 's nachts in heb geheel niet mocht geüiaald worden, wan neer het eenigszins uitstel kon lijden. Ik herinner mij nog zoo goed, hoe moedor jammerde, en voor het eerst zag ik vader weenon. (Wordt vervolgtL|

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 1