N®. 15085.
Dinsdag 37 Vpi-il.
A0. 1909.
feze geurant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Kunst, letteren, enz.
FEUILLETON.
Beroepskenmerken.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT t
Voor Leiden per week 9 Gents; per 8 maanden I -J 2 If 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gereatigd rijn 1.30.
Franco per post i I, 1.65.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 16 rogele ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letters naar
plaatsruimte. Kleine advertentiën ran 30 woorden 40 Oentioontant| elk
tiental woorden meer 10 Gents.-Voor het inoaaseeren wordt/" 0.05 berekend.
UINOËBWKT.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien art. 8, 1st© alinea der Hinderwet;
Brengen bij deze ter algemeeoo kennis,
dat door hen vergunning is verleend aan
N. W. VAN" DER POEL en rechtverkrij
genden tot het oprichten van een rookerij
en zouterij in het perceel Duïzzenddra-ad1-
steog No. 5, kad. sectie H no. 896.
En geschiedt hiervan openbare kennis
geving door plaats^ in het „Leictacfi
Dagblad".
Burgomeoster en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYS^ Secretaris.
Leiden, 27 April 1909.
Leiden, 27 April.
Bij de door B. en Ws. alhier gehou
den openbare aanbesteding van het riolee-
ren van de Haarlemmerstraat van af do
Duizenddraadeteeg tot aan de Pelikaan
straat, met een zijtak door de Pelikaan
straat naai' den Ouden Rijn; bet uitvoeren
van hulpwerken in verband met de vernieu
wing van het rioolgewelf onder de Lauge-
brug, en het vernieuwen der schoeiing bo
omden de Morsohpoortkazerne, (in drie
perceelen), waren de volgende inschrijvin
gen ingekomen:
Firma G. Splinter A Zn, te Leiden,
voor perceel III f 360.
Corn. J. van Valderen, te id., voor pero.
I 1662, pero. II f 695, per M. f 29.
B. J. Huurman, te id. voor perc. I.
f 1595, pero II f 755, por M. f 35.
J. Zitman, te id., voor pero,*III f 539
P. Kooreman G. v. Meijganrden, te
ld, voor pero. I f 1035.
H. I. den Heijden, te id., voor pero. I
1659, perc. II f 890, perc. III f 589.
P. L. Neuteboom, te id., voor perc. I
f 2000, perc. II f 775,
Wij ontvingen bet verslag over de
werkzaamheden en den toestand der Afdee-
ling Leiden en Omstreken van de Neder-
landsohe Maateohappij voor Tuinbouw en
Plantkunde, over het jaar 1908.
De secretaris, de heer F. van Romburgh,
begint met te zeggen dat het reeds voor do
15de maal is dat hij over de lotgevallen
'der Afdeeling een jaarverslag uitbrengt,
waardoor dit voor hem hoe langer hoe
lastiger wordt. Natuurlijk gelijke alle jaar
verslagen eenigszins op elkander, en het is
moeilijk er eenige afwisseling in aan te
brengen.
Moest hij in een vorig jaarverslag er
reeds op wijzen, dat het ledental achter
uitgaande was, ook in het afgeloopen jaar
verminderde het getal onzer leden.
Het is echter te wenschen, dat, nu de
reorganisatie van de Maatschappij tot
stand is gekomen, de Commisie, die aan
gewezen is het huishoudelijk reglement in
'overeenstemming met de nieuwe statuten
te ontwerpen, een door hem ingediend
foorstel zal overnemen, waardoor het mo
gelijk wordt een nieuwe oatagorie leden
aan de Maatschappij te verbinden.
Hij voegt daaraan toe, hoewel door een
besluit dit jaar pas tot stand gekomen,
dat meerdere vaklieden zich wellicht bij de
Maatschappij zullen aansluiten, nu toch de
Onderlinge Tuinbouw-Ongevallenverzeke-
ring, die door den Tuinbouwraad is opge
richt, een bepaling bevat, dat slechts zij
zich kunnen aansluiten, die lid zijn van een
Vereeniging, aangesloten bij den Tuin
bouwraad.
Het ledental, dat op 1 Januari 1908 be
stond uit 77 leden Klasse A en 41 leden
Klasse B, waarvan echter een lid zijn con
tributie niet betaald heeft, omdat diens
adres niet bekend was, verminderde resp.
met 9 leden Klasse A en 3 leden Klasse B,
terwijl daarentegen 5 leden Klasse A en
3 leden Klasse B zich aansloten, zoodat
op 31 December 1908 de Afdeeling telde 73
leden Klasse A en 40 leden Klasse B.
In het afgeloopen jaar werden één dona
teur en één lid Klasse A door den dood
verloren.
Dankbaar voor het vele, dat door hen in
het belang der Afdeeling gedaan is, zullen
de namen van mr. Cock en A. J. Corts
niet spoedig vergeten worden.
Over den fmanaieelen toestand mag niet
geklaagd worden. Niettegenstaande de ten
toonstelling dit najaar in ,,Musis Sacrum"
gehouden, heeft de penningmeester, bij rijn
aftreden op 31 December 1908, nog een
batig slot aan zijn opvolger kunnen afdra
gen.
Op 31 December 1907 was in kas een be
drag van f 143.42$. Op 31 December 1908
was het saldo f 38.41.
De ledenvergaderingen werden weder
drukker bezocht dan het vorig jaar.
Uit het kort overzicht, dat van die
ledenvergaderingen gegeven wordt, blijkt
dat er veed belangrijks in de Afdeeling be
sproken en uitgevoerd is.
Dat de voorbereidingen van veel onder
werpen ook de Bestuursvergaderingen be
langrijk maakten, 9preekt vanzelf.
Beide, zoowel Bestuurs- als Ledenverga
deringen kenmerkten ziah steeds door een
aangename verhouding tusschen de leden
onderling. Maar ook buitenaf werd de Af
deeling met eer© genoemd. Er gaat toch
geen vergadering der Yaste-Oommissiën
voorbij, of een of meerdere namen van
leden der Leidsche Afdeeling komen yoor
op de lijst der bekroonden.
Ook dit jaar waren de gérant van „In
den Vergulden Turk" en de eigenaar van
„Zomerlust" zoo welwillend hun zalen voor
de winter- en zomervergaderingen af te
staan.
Met genoegen werd vernomen uit het
verslag van de met de afdeeling steeds op
vriendschappelijkon voet staande Tuiniers-
en Bloemisten vereeniging „Door Een
dracht Verbonden", dat ook zij zich in
Hoeienden toestand bevindt.
De Afdeeling Leiden en Omstreken,
der Hollandsche Maatschappij van Land
bouw zal 'n lezing met lichtbeelden houden
op Donderdagavond, in het gebouw
„Irene", te Leiderdorp, waar door den
heer A. B. Brouwer, van Utrecht, de wen-
sohelijkheid zal worden aangetoond van de
oprichting eener afdeeling van de hoofd-
a/fdeelinig Zoetwatervïsscherij der Ne-
derlandsohe Heide-Maatschappij, ten eind©
de meer en meer van visoh ontvolkt wor
dende polders in den omtrek van Leidon
weer van jonge visch te voorzien, zooals
reeds elders is geeohied.
Het bouwen der fabriek van de firma
Cl os"" en Leembruggen aan de Ververstraat
is gegund aan den heer Zitman, alhier.
De 1ste luit. J. O. M. Simon Thomas,
van het 4de reg. infanterio te Leiden, zal
medio Mei worden ingedeeld bij het vaste
detachement in do legerplaats bij Hare-
kamp.
De paardenarts lste kl. P. 0. Muyzert
van het 4de reg. huzaren to Deventer
wordt met Mei overgeplaatst naar het 2de
reg. veld-artillerio te Leiden.
De kapitein M. 0. van der Hoog, van
het 2de reg. veldartillerie te Leiden,
wordt met Mei gedetacheerd bdj het 4de
reg. infanterie alhier.
Te Ginniken bdj Breda is in den
ouderdom van 68 jaren overleden de ge-
pens. luit.-kol. dor infanterie jhr. H. L.
A. J. Bowier.
Na een ongesteldheid van 10 dagen is
te Amsterdam overleden de heer M. de
Vries van Buuren, een zeer bekend indus
trieel, lid van de firma Do Vries van Buu
ren, in manufacturen. In 1903 was hij uit
do zaken getreden. De overledene, die van
1887 tot 1893 lid van den Amsterdamschen
gemeenteraad' was, bereikte den ouderdom
van 75 jaren.
In den Raad van Smüde las de burge
meester voor een adres van den onderwij
zer Draad, te Hoogersmilde, verzoekende
ontslag wegens rijn benoeming te Oegfit-
geest. De voorzatter zei, dat het ooilege van
B. en Ws. voorstelt, dton heer Draad eer
vol ontslag te verleenen mot ingang van 7
Juli a.s. of zooveel eerder als in de vaca
ture is voorzien.
Naar met zekerheid gemeld wordt, zal
generaal Sabron 4 Mei a.s. zijn functie als
minister van oorlog weder hervatten.
Na een zeer korte ongesteldheid is te
'a-Gravenhage overleden do heer M. Weïn-
thal, lid der bekende firma Weinthal en Oo.
Het stoomschip Ambon, van Am
sterdam naar Batavia, ia 25 April Dun ge-
ness gepasseerdde Koning Willem
I, van Amsterdam naar Batavia, is 24
.April Gibralban* gepasseerd; de Koning
Willem II arriveerde 25 April van Ba
tavia te Amsterdam; de Timor, van Ba-
tavia naar Amsterdam, vertrok 25 April
van Port-Said; de D j o c j a, van Rotter
dam naar Batavia, is 25 April Perim ge
passeerd; de Sindoro, van Rotterdam
naar Batavia, is 24 April Kaap dol Armi
gepasseerd; de Solo» van Batavia naar
Rotterdam, arriveerde 25 April to Suez;
de T a b a n a n, van Rotterdam naar Bo-
tavia, arriveerde 25 April te Southampton;
de Prins Willem III, van Suriname
naar Amsterdam, arriveerde 26 April
voorm. te Havre; de Potsdam, van
Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde 25
April Scilly; de R ij n 1 a n d arriveerde 25
April van Buenos-Ayree en Brazilië te Am
sterdam; de Feldmarsch&ll, thuis
reis, vertrok 23 April van East-London; de
Gertrud Woermann, thuisreis, ver
trok 23 April van Teneriffede Magde
burg, van Amsterdam naar Java, pas
seerde 24/25 April Finisbeare; de P rin-
zessin, thuisreis, vertrok 23 April van
Port-Said; do Prim Ludwig, van
Singapore naar Amsterdam, arriveerde 24
April te Aden; de 8 t-T h o m a s vertrok
19 April van St.-Thoma® naar Havre do
Java, van Amsterdam na-ar Batavia,
passeerde 20 April Point de Gallo; de
Oranje arriveerde 26 April van Am
sterdam te Bataviade Aleinous ver
trok 13 April van Batavia naar Amster
dam; do I x i o n vertrok 21 April van Ba
tavia naar Amsterdam; de J a s o n, van
Batavia naar Amsterdam, arriveerde 23
April te Marseille en zette den volgenden
dag de reis voort; de Laertes, van Pe-
nang naar Amsterdam, vertrok 23 April
van Colombo; de Priam, van Batavia
naar Ameterda-m, passeerde 22 April Perim.
BOSKOOP. Nader bericht men omtrent
het gezin, dat in bcwusteloozên toestand
word gevonden, dat alle personen weder
zijn bijgekomen. Uit hot onderzoek is ge
bleken, dat de bewusteloosheid ontstaan is
door het inademen van kolendamp nit een
vulkachel.
Mej. Mary B 1 g g e l.
De Koninklijke Liedertafel Apollo" te
Amsterdam heeft ito het Concertgebouw
aldaar een welgeslaagd oonoert gegeven,
waarop behalve koorwerken, ook solo's wer
dien uitgevoerd, welke volgens den verslag-
gover van „De Tel." een aangename af
wisseling boden.
De alt-zangeree was onze stadgonoote,
mej. Alary Bluggel, van wie hij o.a. zegt:
„Ik wensch mej. Bluggel, die ontegen
zeglijk belangrijke gaven bezit en den in
druk maakt van zich met ernst aan haar
artistieke studiën te wijden, van harte
suocee op haar streven. Hot publiek toon
de zich zeer terecht dankbaar voor de al
leraardigste vertolking van de geestige en
gevoelvolle „Liedjes der Liefde" (bokst
van G. W. Lovend aal, muziek van Bernard
Zweers) een dertig jaar geleden geschre
ven door diezelfde twee kunstenaars, die
dezen avond gekomen waren, om de uitvoe
ring van het nieuwst- product hunner zoo
bijzonder gelukkige samenwerking nan te
hooren
De verslaggever van „De N. Ct." schrijft
over onze stadgonoote hot volgende:
Als soliste trad op mej. Mary Blüggel
die in Den Haag zaoh onlangs ook deed
hooren op de jongste uitvoering van „Ri
chard Hol Eon zangeres mot veel muzi
kaal talent, prachtig zangmateriaal en uit
nemend gevoelsbegrip en zoo, trots het on-
volkomeno van nog niet vorkregen rijpheid
van techniek en kunstenaarschap een ver
heugende belofte aflegde.
Bij de firma S. 0. van Doesbuigh alhier,
is thans in druk verschenen de be langrij
ke lezing onder den titel: „Ziekte Zieke en
Geneesheer" door prof. dr. W Nol en on
langs gehouden voor de medische faculteit
voor het Leidsch Stutentenkorpe.
Aan het slot ontleencn wij het volgende
Niet hij, die zijn zieken behandelt naar
de voorschriften van het ziekte-schema, in
een boek over speciëele pathologie geschetst
maar hij, die aan het ziekbed heb ziekte
proces, dat zich aan hem voordoet, in el
zijn bijzonderheden en in het geheel ver
band der verschijnselen bestudeert, zal
den juiston weg voor de behandeling van
Oen zieke kunnen vinden. Want alleen hij
kau zien, wéér, bij don zieke, het grootste
gevaar dreigt-, op welke plaats in den
schakel der afwijkingen hij hef, best zal
ingnjpon om het proces in zijn voortgang
te stuiten en verdere stoornissen af te
wenden. Hij zal weten, waar, en wanneer,
on hoo hij moet handelen in hst belang
van de zieken, die zich aan zijn zorgen toe
vertrouwen en zich op hom verlaten.
Slechts dézo wijze van zieken onderzoe
ken, zieken waarnemen en zieken behande
len vormt au konmei'kt deui'ervaren ge
neesheer. En voor zeker kau ik zeggen,
dat déze wijze van bandelen den geest van
den geneesheer wakker eri levendig houdt,
hem prikkolt tot voortdurende inspanning,
hem wijst op tekortkomingen in zijn kennis,
zijn weten on zijn begrijpen, h&m telkens
wcor aanspoort tot ondeiooek en studie,
en in hem hot besef onderhoudt, dat hij
aan het ziekbed oen levenstaak te vervul
len heeft, die onverdroten inspanning en
groote zelfverloochening eischt, maar hoog©
voldoening geeft.
De geneesheer, die zoo nijn roeping op
vat, is on blijft een wetenschappelijk on
derzooker, niet minder dan de patholoog,
dio in het laboratorium de vraagstukken
beproeft op te lossen, welke de weten
aoliap hqm ter beantwoording voorlegt.
Maar veel meer dan de zuivere beoefenaar
der Wetenschap vindt hij den prikkel tot
arbeid on het doel van ziin inspanning in
©del altruism©.
Biologische tontoonste l-
l i n g in 19 10.
In de commissie voor do biologische ten-
toonstelling, welke in 1910 to 's-Gravenha
ge zal worden gehouden, hebben d^ volgen
de heeren zitting genomen
Joh. H. van Burkom, te 's-Gravenhage
dr. J. M. Geerts, Utrecht; dr. M. Grese-
hoff, Haarlem; E Heimans, Amsterdam
dr. W. H. Heinsius, Amsterdam; H. Hen-
kels, idemH. R. HoogonnuodRijswijk bij
's-Gravenhage; P. J. van Houten, 's-Gra-
vonhago; F. K. van Iterson, 's-Gravcnhage
R. II. Laverman, 's-Gravenhagedr. J. Th.
Oudemans, Amsterdam; dr. L. Postumes,
Voorburg; dr. H. C Rodoke, Helder; Jno.
P. Thijsse, te Bloemendaal en F. A. des
Tombe, te Leiden. Deze hooren vertegen
woordigen de Ned. Nat. Hist, vereeniging,
terwijl als godolegeerdcn van het Kon.
Zoöl. Bot. Genootschap zullen optreden do
heeren Anth. Koster en W. Römer.
Do secretaris der regolingscommissie is
d)e heer H. R, Hoogenraod te Rijswijk
(Z.-H.)
TslsfraAith weerbericht,
naar waarnemingen in den morgan van 27 April.
Medegedeeld door het Kon. Ned. Meteor. Institnat
te De Bilt.
Hoogste barometerstand 765.1 te Sey-
dasf jordlaagste 749.4 te Bodo.
Verwachting tot don avond van 28 April:
Zwakke tot matigen zuidelijken tot wev
telijken wind. Meeet zwaarbewolkte lucht
Waarschijnlijk nog buiig weer. Iets koeler.
s)
Deze erfoom nu was 'n kranige oude heer
toet grijs haar, verstandige oogen en 'n ver-;
sleten jas. Over zyn rijkdom deden in de
familie mijner vrouw dfc onzinnigste ge
ruchten. die ronde. Maar, helaas, hij scheen
besloten, bij zijn leven geen penning te ge
ven, en telkens als ik hem om een som ter
leen vroeg, trok hij zijn schoudiers op, knik
te! met zyn verstandige oogen en maakte
het geen haar beter d?an Ze us in het be
kende gedicht van Schiller. In zulke som
bere oogenblikken heb ik gevoeldi, wat
het wil zeggen een trouwe ga die te bezitten.
'Hoe teedjer streek zij mij dan over het.
voorhoofhoe lief klonk dan haar troos
tende stem 1 En om te bewijzen, dat het
toch zoo slecht niet met ons stond, kocht
zy voor mij een sigarenpijpje, een zilveren
potloodbusje, een zijden das of een andere
welkome kleinigheid, en kwam dan steeds,
met haar huishoudgeld niet rond.
Op zekeren dag was mijn vrouw uitge
gaan om petroleum te koopen, waarmee
minstens twee uur heengingen. In dien,
ty'd bezocht mijn oom mij, nam een sigaar,
van mijn schrijftafel en zeide; „Hans, ik
heb een aardige verrassing voor je; een,
mooi, kostbaar geschenk."
Ik dacht er niet aan mij de" aangekon
digde verrassing in den vorm van een bank
biljet van duizend marken, van een wissel
<pf van een tramaandeel voor te stellen.
Ooms geschenken waren niet van dien,
aard. Tot dusver had ik van hem gekre
gen: ten eerste een koffiemolen, ten twee
de een echten Murillo in een vergulden
lijst. De Murillo zelf was echter, zooals
oom zeide, sinds een jaar ter opfrissching.
bij een schilder en ik kreeg voorloopig
slechts de lijst. Ten derde een antieken,
stoel. Die had geen leuning meer, maar,
daarvoor twee heele pooten en een halven,
poot. Ten vierde een uit horen gedraaide
lange pijp, niet meer nieuw, maar reeds
doorgerookt. Ten vijfde een tooneelkijker,
van paarlemoer in een zwart lederen étui.
Dat zou een zeer respectabel ding zijn ge
weest, maar oom had tot dusver altyd ver
geten dien mee te brengen. Nu zou num
mer zes komen.
„Een mooi, kostbaar geschenk," herhaal
de de oude man met bijzonderen nadruk;
„nu, raad eensl"
„Een bloementafel?"
ï,Neen."
„Een tijgervel
„Neen."
Ik ried nog een gouden vulpenhouder,
een vrijplaats in het theater, een wring-
machine, een pelsmuts en een breekijzer.
Toen wist ik niets meer te bedenken.
„Neen, niets van dat alles 1" zeide oom
grinnikend.
„Wel, voor den drommel, stel mijn ge
duld niet langer op de proef 1"
„Hihihil Kijk dat jeugdig ongeduld,
eensWelnu, het is een hond."
„Een hond
„Een hond. Een prooi dier."
„Oom," zeide ik met bevende stem, „Hef
is misschien een afstammeling van uw.
Molli?"
Juist.
„Dus een broeder bf een zuster van Ali
van mijn schoonvader ?**-
„Ja, ja, een zustertje."
Ik hief in stomme wanhoop mijn han
den op. O, Molli en Ali, gij walglijke, rui
ge, vertroetelde hondjes, vol lafheid, stre
ken en brutaliteit. Zouden hun waardige,
bloedverwanten den stillen vrede van mijn
huis verstoren?
,,U is al te. goed, oom. Ik kan dat wer
kelijk niet verlangen," zeide ik.
„Onzin I Waarom zou ik ulieden niet
eens weer een genoegen doen? Maar gij
moet my beloven, hem goed op te voeden;
hij is pas veertien dagen oud. Ik breng
hem morgen."
„Pas veertien dagen oud?" riep ik met
de zwakke hoop van een drenkeling, wien
een siroohalm in het bereik zijner handen
komt. „Het beest is immers nog in het ge
heel niet gespeend."
„Dat doet er niets toe. Jé vtouw moet
hem grootbrengen, met melk en pap, juist
als oen klein kind."
Terwijl ik in sombere berusting over het
geval peinsde, verscheen mijn vrouw met
de petroleum, stak de lamp aan en beweer
de, dat de winkel zoo vol koopers was
geweest, dat zij tot nu toe, twee volle uren,
had moeten wachten. Oom nam uit mijn
sigarenkistje een voorraad voor minstens
acht dagen en noodigde mij op een glas
bier in mijn restaurant. Ik stak zuchtend
zooveel geld bij mij, als noodig is om den
dorst van een oom en een neef te les-
öchen, en begaf mij met hem op weg. De
winkelier échter, bij wien mijn vrouw, twee
uur had moeten wachten, ging ter loops
gezegd veertien dagen later wegens
chronische, leegheid in zijn winkel ban
kroet en werd conducteur op een tram.
Toen ik den dag na het bezoek van oom
van een wandeling terugkeerde, danste
mijn vrouw, met een klein, ruig, langoorig
ding, dat zy' afwisselend aan borst, wan
gen en lippen drukte, als bézeten door
de kamer.
„Wel, Hans, i,s het geen mooi dier?"
vroeg oom en keek mij triomfeerend met
zijn verstandige oogen aan.
Ik besloot met diplomatische sluwheid
te werk te gaan, door schijnbaar toegeven
den vijand in slaap te wiegen en hem dan
door mokerslagen mijner dialectiek te ver
pletteren. Ik zeide dus op teederen toon:
„Een lief, klem aapje!"
Mijn vrouw viel mij geroerd met den
hond in de armen en oom nam ten hoogste
voldaan myn cognacflesch uit de kast en
schonk zich driemaal in.
Ik nam de houding van een parlcments-
jiedenaar aan, die de vermetele hoop koes-
tiert, zijn politieke vijanden tot zyn inzich
ten te bekeeren. Ik schilderde eerst vol
geestdrift het geluk, om, vereenigd met dit
schattig hondje, door het leven te gaan.
Poch daarop betwijfelde ik in sterke be
woordingen of dit geluk mij wel beschoren
was. Want, daar ik de onhebbelijke ge
woonte had, in den droom om mij heen te
slaan, durfde ik het niet wagen het beestje
,by my in bed te laten slapen. Ik was met
mijn schraal inkomen niet in staat, ge
scheurde broeken en schorten door nieuwe
té laten vervangen, beetwonden zonder en
met bloedvergiftiging op mijn kosten te
laten genezen; ik was niet overtuigd, dat
ik niet aan longtering leed, hoe licht kon
ik dus het onschuldige dier aansteken en
daardoor het verderf van het gehcele hon
dengeslacht op mijn geweten laden? Ja, ik
sprak als een paiiementsredenaar, maar
het ging mij ook als een dusdanig per
soon. By dé eindstemming bleek het, dat
ik niemand had overtuigd. En dus schikte
ik my in mijn lot. Tilli werd in den fa
milickring opgenomen.
Hy had drie maanden in ons midden ver
toefd, maar ach, wat heb. ik in dien tijd
geleden I Reeds het eerste uur was veelbe
lovend. Ik moest met een gloeiende haar
speld twee gaten in een zuighoedje boren,
wat my pas gelukte, nadat ik dubbel zoo
vele gaten in mijn vinger had gebrand.
Mijn vrouw ging terzelfder rijd melk balen,
verloor in de ongewone liaast het geld, het
welk ongeveer vijf mark bedroeg, scheurde
aan de voordeur haar nieuwen boeze
laar en stiet zich tegen een trede der trap
den grooten teen aan 't bloeden. Maar zij
verbeet haar pijn, kookte de melk en goot
een halven liter over mijn voeten, zoodat
ik acht dagen de kamer moest houden. Eén
goed ding had deze omstandigheid en wel,
dat oom mij niet meer tot het drinken van
een potje bier kon afhalen, ofschoon, aan
den anderen kant, mijn voorraad sigaren
het verstoorde evenwicht moest herstellen,
en dat geschiedde zoo grondig, dat mijn
sigaren leverancier mij voor een wederver-:
kooper hield en mij in plaats van da ver
langde vijfhonderd, drie kistjes van duizend
zond, welke in den prijs tien, maar in dc,
kwaliteit wel twintig percent scheelde. Myn
vrouw was bovendien uit het humeur, oni-.
dat ik weigerde een spreuk voor Tilli's
halsband te dichten. Zij stopte myn kouj
sen niet meer, liet het vleesch aanbranden
en zette mij eiken avond onsmakelijk clcn
voor.
(Slot volgt.)