N®. 15085. Dinsdag 37 Vpi-il. A0. 1909. feze geurant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Kunst, letteren, enz. FEUILLETON. Beroepskenmerken. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT t Voor Leiden per week 9 Gents; per 8 maanden I -J 2 If 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gereatigd rijn 1.30. Franco per post i I, 1.65. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 rogele ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Kleine advertentiën ran 30 woorden 40 Oentioontant| elk tiental woorden meer 10 Gents.-Voor het inoaaseeren wordt/" 0.05 berekend. UINOËBWKT. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, 1st© alinea der Hinderwet; Brengen bij deze ter algemeeoo kennis, dat door hen vergunning is verleend aan N. W. VAN" DER POEL en rechtverkrij genden tot het oprichten van een rookerij en zouterij in het perceel Duïzzenddra-ad1- steog No. 5, kad. sectie H no. 896. En geschiedt hiervan openbare kennis geving door plaats^ in het „Leictacfi Dagblad". Burgomeoster en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYS^ Secretaris. Leiden, 27 April 1909. Leiden, 27 April. Bij de door B. en Ws. alhier gehou den openbare aanbesteding van het riolee- ren van de Haarlemmerstraat van af do Duizenddraadeteeg tot aan de Pelikaan straat, met een zijtak door de Pelikaan straat naai' den Ouden Rijn; bet uitvoeren van hulpwerken in verband met de vernieu wing van het rioolgewelf onder de Lauge- brug, en het vernieuwen der schoeiing bo omden de Morsohpoortkazerne, (in drie perceelen), waren de volgende inschrijvin gen ingekomen: Firma G. Splinter A Zn, te Leiden, voor perceel III f 360. Corn. J. van Valderen, te id., voor pero. I 1662, pero. II f 695, per M. f 29. B. J. Huurman, te id. voor perc. I. f 1595, pero II f 755, por M. f 35. J. Zitman, te id., voor pero,*III f 539 P. Kooreman G. v. Meijganrden, te ld, voor pero. I f 1035. H. I. den Heijden, te id., voor pero. I 1659, perc. II f 890, perc. III f 589. P. L. Neuteboom, te id., voor perc. I f 2000, perc. II f 775, Wij ontvingen bet verslag over de werkzaamheden en den toestand der Afdee- ling Leiden en Omstreken van de Neder- landsohe Maateohappij voor Tuinbouw en Plantkunde, over het jaar 1908. De secretaris, de heer F. van Romburgh, begint met te zeggen dat het reeds voor do 15de maal is dat hij over de lotgevallen 'der Afdeeling een jaarverslag uitbrengt, waardoor dit voor hem hoe langer hoe lastiger wordt. Natuurlijk gelijke alle jaar verslagen eenigszins op elkander, en het is moeilijk er eenige afwisseling in aan te brengen. Moest hij in een vorig jaarverslag er reeds op wijzen, dat het ledental achter uitgaande was, ook in het afgeloopen jaar verminderde het getal onzer leden. Het is echter te wenschen, dat, nu de reorganisatie van de Maatschappij tot stand is gekomen, de Commisie, die aan gewezen is het huishoudelijk reglement in 'overeenstemming met de nieuwe statuten te ontwerpen, een door hem ingediend foorstel zal overnemen, waardoor het mo gelijk wordt een nieuwe oatagorie leden aan de Maatschappij te verbinden. Hij voegt daaraan toe, hoewel door een besluit dit jaar pas tot stand gekomen, dat meerdere vaklieden zich wellicht bij de Maatschappij zullen aansluiten, nu toch de Onderlinge Tuinbouw-Ongevallenverzeke- ring, die door den Tuinbouwraad is opge richt, een bepaling bevat, dat slechts zij zich kunnen aansluiten, die lid zijn van een Vereeniging, aangesloten bij den Tuin bouwraad. Het ledental, dat op 1 Januari 1908 be stond uit 77 leden Klasse A en 41 leden Klasse B, waarvan echter een lid zijn con tributie niet betaald heeft, omdat diens adres niet bekend was, verminderde resp. met 9 leden Klasse A en 3 leden Klasse B, terwijl daarentegen 5 leden Klasse A en 3 leden Klasse B zich aansloten, zoodat op 31 December 1908 de Afdeeling telde 73 leden Klasse A en 40 leden Klasse B. In het afgeloopen jaar werden één dona teur en één lid Klasse A door den dood verloren. Dankbaar voor het vele, dat door hen in het belang der Afdeeling gedaan is, zullen de namen van mr. Cock en A. J. Corts niet spoedig vergeten worden. Over den fmanaieelen toestand mag niet geklaagd worden. Niettegenstaande de ten toonstelling dit najaar in ,,Musis Sacrum" gehouden, heeft de penningmeester, bij rijn aftreden op 31 December 1908, nog een batig slot aan zijn opvolger kunnen afdra gen. Op 31 December 1907 was in kas een be drag van f 143.42$. Op 31 December 1908 was het saldo f 38.41. De ledenvergaderingen werden weder drukker bezocht dan het vorig jaar. Uit het kort overzicht, dat van die ledenvergaderingen gegeven wordt, blijkt dat er veed belangrijks in de Afdeeling be sproken en uitgevoerd is. Dat de voorbereidingen van veel onder werpen ook de Bestuursvergaderingen be langrijk maakten, 9preekt vanzelf. Beide, zoowel Bestuurs- als Ledenverga deringen kenmerkten ziah steeds door een aangename verhouding tusschen de leden onderling. Maar ook buitenaf werd de Af deeling met eer© genoemd. Er gaat toch geen vergadering der Yaste-Oommissiën voorbij, of een of meerdere namen van leden der Leidsche Afdeeling komen yoor op de lijst der bekroonden. Ook dit jaar waren de gérant van „In den Vergulden Turk" en de eigenaar van „Zomerlust" zoo welwillend hun zalen voor de winter- en zomervergaderingen af te staan. Met genoegen werd vernomen uit het verslag van de met de afdeeling steeds op vriendschappelijkon voet staande Tuiniers- en Bloemisten vereeniging „Door Een dracht Verbonden", dat ook zij zich in Hoeienden toestand bevindt. De Afdeeling Leiden en Omstreken, der Hollandsche Maatschappij van Land bouw zal 'n lezing met lichtbeelden houden op Donderdagavond, in het gebouw „Irene", te Leiderdorp, waar door den heer A. B. Brouwer, van Utrecht, de wen- sohelijkheid zal worden aangetoond van de oprichting eener afdeeling van de hoofd- a/fdeelinig Zoetwatervïsscherij der Ne- derlandsohe Heide-Maatschappij, ten eind© de meer en meer van visoh ontvolkt wor dende polders in den omtrek van Leidon weer van jonge visch te voorzien, zooals reeds elders is geeohied. Het bouwen der fabriek van de firma Cl os"" en Leembruggen aan de Ververstraat is gegund aan den heer Zitman, alhier. De 1ste luit. J. O. M. Simon Thomas, van het 4de reg. infanterio te Leiden, zal medio Mei worden ingedeeld bij het vaste detachement in do legerplaats bij Hare- kamp. De paardenarts lste kl. P. 0. Muyzert van het 4de reg. huzaren to Deventer wordt met Mei overgeplaatst naar het 2de reg. veld-artillerio te Leiden. De kapitein M. 0. van der Hoog, van het 2de reg. veldartillerie te Leiden, wordt met Mei gedetacheerd bdj het 4de reg. infanterie alhier. Te Ginniken bdj Breda is in den ouderdom van 68 jaren overleden de ge- pens. luit.-kol. dor infanterie jhr. H. L. A. J. Bowier. Na een ongesteldheid van 10 dagen is te Amsterdam overleden de heer M. de Vries van Buuren, een zeer bekend indus trieel, lid van de firma Do Vries van Buu ren, in manufacturen. In 1903 was hij uit do zaken getreden. De overledene, die van 1887 tot 1893 lid van den Amsterdamschen gemeenteraad' was, bereikte den ouderdom van 75 jaren. In den Raad van Smüde las de burge meester voor een adres van den onderwij zer Draad, te Hoogersmilde, verzoekende ontslag wegens rijn benoeming te Oegfit- geest. De voorzatter zei, dat het ooilege van B. en Ws. voorstelt, dton heer Draad eer vol ontslag te verleenen mot ingang van 7 Juli a.s. of zooveel eerder als in de vaca ture is voorzien. Naar met zekerheid gemeld wordt, zal generaal Sabron 4 Mei a.s. zijn functie als minister van oorlog weder hervatten. Na een zeer korte ongesteldheid is te 'a-Gravenhage overleden do heer M. Weïn- thal, lid der bekende firma Weinthal en Oo. Het stoomschip Ambon, van Am sterdam naar Batavia, ia 25 April Dun ge- ness gepasseerdde Koning Willem I, van Amsterdam naar Batavia, is 24 .April Gibralban* gepasseerd; de Koning Willem II arriveerde 25 April van Ba tavia te Amsterdam; de Timor, van Ba- tavia naar Amsterdam, vertrok 25 April van Port-Said; de D j o c j a, van Rotter dam naar Batavia, is 25 April Perim ge passeerd; de Sindoro, van Rotterdam naar Batavia, is 24 April Kaap dol Armi gepasseerd; de Solo» van Batavia naar Rotterdam, arriveerde 25 April to Suez; de T a b a n a n, van Rotterdam naar Bo- tavia, arriveerde 25 April te Southampton; de Prins Willem III, van Suriname naar Amsterdam, arriveerde 26 April voorm. te Havre; de Potsdam, van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde 25 April Scilly; de R ij n 1 a n d arriveerde 25 April van Buenos-Ayree en Brazilië te Am sterdam; de Feldmarsch&ll, thuis reis, vertrok 23 April van East-London; de Gertrud Woermann, thuisreis, ver trok 23 April van Teneriffede Magde burg, van Amsterdam naar Java, pas seerde 24/25 April Finisbeare; de P rin- zessin, thuisreis, vertrok 23 April van Port-Said; do Prim Ludwig, van Singapore naar Amsterdam, arriveerde 24 April te Aden; de 8 t-T h o m a s vertrok 19 April van St.-Thoma® naar Havre do Java, van Amsterdam na-ar Batavia, passeerde 20 April Point de Gallo; de Oranje arriveerde 26 April van Am sterdam te Bataviade Aleinous ver trok 13 April van Batavia naar Amster dam; do I x i o n vertrok 21 April van Ba tavia naar Amsterdam; de J a s o n, van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 23 April te Marseille en zette den volgenden dag de reis voort; de Laertes, van Pe- nang naar Amsterdam, vertrok 23 April van Colombo; de Priam, van Batavia naar Ameterda-m, passeerde 22 April Perim. BOSKOOP. Nader bericht men omtrent het gezin, dat in bcwusteloozên toestand word gevonden, dat alle personen weder zijn bijgekomen. Uit hot onderzoek is ge bleken, dat de bewusteloosheid ontstaan is door het inademen van kolendamp nit een vulkachel. Mej. Mary B 1 g g e l. De Koninklijke Liedertafel Apollo" te Amsterdam heeft ito het Concertgebouw aldaar een welgeslaagd oonoert gegeven, waarop behalve koorwerken, ook solo's wer dien uitgevoerd, welke volgens den verslag- gover van „De Tel." een aangename af wisseling boden. De alt-zangeree was onze stadgonoote, mej. Alary Bluggel, van wie hij o.a. zegt: „Ik wensch mej. Bluggel, die ontegen zeglijk belangrijke gaven bezit en den in druk maakt van zich met ernst aan haar artistieke studiën te wijden, van harte suocee op haar streven. Hot publiek toon de zich zeer terecht dankbaar voor de al leraardigste vertolking van de geestige en gevoelvolle „Liedjes der Liefde" (bokst van G. W. Lovend aal, muziek van Bernard Zweers) een dertig jaar geleden geschre ven door diezelfde twee kunstenaars, die dezen avond gekomen waren, om de uitvoe ring van het nieuwst- product hunner zoo bijzonder gelukkige samenwerking nan te hooren De verslaggever van „De N. Ct." schrijft over onze stadgonoote hot volgende: Als soliste trad op mej. Mary Blüggel die in Den Haag zaoh onlangs ook deed hooren op de jongste uitvoering van „Ri chard Hol Eon zangeres mot veel muzi kaal talent, prachtig zangmateriaal en uit nemend gevoelsbegrip en zoo, trots het on- volkomeno van nog niet vorkregen rijpheid van techniek en kunstenaarschap een ver heugende belofte aflegde. Bij de firma S. 0. van Doesbuigh alhier, is thans in druk verschenen de be langrij ke lezing onder den titel: „Ziekte Zieke en Geneesheer" door prof. dr. W Nol en on langs gehouden voor de medische faculteit voor het Leidsch Stutentenkorpe. Aan het slot ontleencn wij het volgende Niet hij, die zijn zieken behandelt naar de voorschriften van het ziekte-schema, in een boek over speciëele pathologie geschetst maar hij, die aan het ziekbed heb ziekte proces, dat zich aan hem voordoet, in el zijn bijzonderheden en in het geheel ver band der verschijnselen bestudeert, zal den juiston weg voor de behandeling van Oen zieke kunnen vinden. Want alleen hij kau zien, wéér, bij don zieke, het grootste gevaar dreigt-, op welke plaats in den schakel der afwijkingen hij hef, best zal ingnjpon om het proces in zijn voortgang te stuiten en verdere stoornissen af te wenden. Hij zal weten, waar, en wanneer, on hoo hij moet handelen in hst belang van de zieken, die zich aan zijn zorgen toe vertrouwen en zich op hom verlaten. Slechts dézo wijze van zieken onderzoe ken, zieken waarnemen en zieken behande len vormt au konmei'kt deui'ervaren ge neesheer. En voor zeker kau ik zeggen, dat déze wijze van bandelen den geest van den geneesheer wakker eri levendig houdt, hem prikkolt tot voortdurende inspanning, hem wijst op tekortkomingen in zijn kennis, zijn weten on zijn begrijpen, h&m telkens wcor aanspoort tot ondeiooek en studie, en in hem hot besef onderhoudt, dat hij aan het ziekbed oen levenstaak te vervul len heeft, die onverdroten inspanning en groote zelfverloochening eischt, maar hoog© voldoening geeft. De geneesheer, die zoo nijn roeping op vat, is on blijft een wetenschappelijk on derzooker, niet minder dan de patholoog, dio in het laboratorium de vraagstukken beproeft op te lossen, welke de weten aoliap hqm ter beantwoording voorlegt. Maar veel meer dan de zuivere beoefenaar der Wetenschap vindt hij den prikkel tot arbeid on het doel van ziin inspanning in ©del altruism©. Biologische tontoonste l- l i n g in 19 10. In de commissie voor do biologische ten- toonstelling, welke in 1910 to 's-Gravenha ge zal worden gehouden, hebben d^ volgen de heeren zitting genomen Joh. H. van Burkom, te 's-Gravenhage dr. J. M. Geerts, Utrecht; dr. M. Grese- hoff, Haarlem; E Heimans, Amsterdam dr. W. H. Heinsius, Amsterdam; H. Hen- kels, idemH. R. HoogonnuodRijswijk bij 's-Gravenhage; P. J. van Houten, 's-Gra- vonhago; F. K. van Iterson, 's-Gravcnhage R. II. Laverman, 's-Gravenhagedr. J. Th. Oudemans, Amsterdam; dr. L. Postumes, Voorburg; dr. H. C Rodoke, Helder; Jno. P. Thijsse, te Bloemendaal en F. A. des Tombe, te Leiden. Deze hooren vertegen woordigen de Ned. Nat. Hist, vereeniging, terwijl als godolegeerdcn van het Kon. Zoöl. Bot. Genootschap zullen optreden do heeren Anth. Koster en W. Römer. Do secretaris der regolingscommissie is d)e heer H. R, Hoogenraod te Rijswijk (Z.-H.) TslsfraAith weerbericht, naar waarnemingen in den morgan van 27 April. Medegedeeld door het Kon. Ned. Meteor. Institnat te De Bilt. Hoogste barometerstand 765.1 te Sey- dasf jordlaagste 749.4 te Bodo. Verwachting tot don avond van 28 April: Zwakke tot matigen zuidelijken tot wev telijken wind. Meeet zwaarbewolkte lucht Waarschijnlijk nog buiig weer. Iets koeler. s) Deze erfoom nu was 'n kranige oude heer toet grijs haar, verstandige oogen en 'n ver-; sleten jas. Over zyn rijkdom deden in de familie mijner vrouw dfc onzinnigste ge ruchten. die ronde. Maar, helaas, hij scheen besloten, bij zijn leven geen penning te ge ven, en telkens als ik hem om een som ter leen vroeg, trok hij zijn schoudiers op, knik te! met zyn verstandige oogen en maakte het geen haar beter d?an Ze us in het be kende gedicht van Schiller. In zulke som bere oogenblikken heb ik gevoeldi, wat het wil zeggen een trouwe ga die te bezitten. 'Hoe teedjer streek zij mij dan over het. voorhoofhoe lief klonk dan haar troos tende stem 1 En om te bewijzen, dat het toch zoo slecht niet met ons stond, kocht zy voor mij een sigarenpijpje, een zilveren potloodbusje, een zijden das of een andere welkome kleinigheid, en kwam dan steeds, met haar huishoudgeld niet rond. Op zekeren dag was mijn vrouw uitge gaan om petroleum te koopen, waarmee minstens twee uur heengingen. In dien, ty'd bezocht mijn oom mij, nam een sigaar, van mijn schrijftafel en zeide; „Hans, ik heb een aardige verrassing voor je; een, mooi, kostbaar geschenk." Ik dacht er niet aan mij de" aangekon digde verrassing in den vorm van een bank biljet van duizend marken, van een wissel <pf van een tramaandeel voor te stellen. Ooms geschenken waren niet van dien, aard. Tot dusver had ik van hem gekre gen: ten eerste een koffiemolen, ten twee de een echten Murillo in een vergulden lijst. De Murillo zelf was echter, zooals oom zeide, sinds een jaar ter opfrissching. bij een schilder en ik kreeg voorloopig slechts de lijst. Ten derde een antieken, stoel. Die had geen leuning meer, maar, daarvoor twee heele pooten en een halven, poot. Ten vierde een uit horen gedraaide lange pijp, niet meer nieuw, maar reeds doorgerookt. Ten vijfde een tooneelkijker, van paarlemoer in een zwart lederen étui. Dat zou een zeer respectabel ding zijn ge weest, maar oom had tot dusver altyd ver geten dien mee te brengen. Nu zou num mer zes komen. „Een mooi, kostbaar geschenk," herhaal de de oude man met bijzonderen nadruk; „nu, raad eensl" „Een bloementafel?" ï,Neen." „Een tijgervel „Neen." Ik ried nog een gouden vulpenhouder, een vrijplaats in het theater, een wring- machine, een pelsmuts en een breekijzer. Toen wist ik niets meer te bedenken. „Neen, niets van dat alles 1" zeide oom grinnikend. „Wel, voor den drommel, stel mijn ge duld niet langer op de proef 1" „Hihihil Kijk dat jeugdig ongeduld, eensWelnu, het is een hond." „Een hond „Een hond. Een prooi dier." „Oom," zeide ik met bevende stem, „Hef is misschien een afstammeling van uw. Molli?" Juist. „Dus een broeder bf een zuster van Ali van mijn schoonvader ?**- „Ja, ja, een zustertje." Ik hief in stomme wanhoop mijn han den op. O, Molli en Ali, gij walglijke, rui ge, vertroetelde hondjes, vol lafheid, stre ken en brutaliteit. Zouden hun waardige, bloedverwanten den stillen vrede van mijn huis verstoren? ,,U is al te. goed, oom. Ik kan dat wer kelijk niet verlangen," zeide ik. „Onzin I Waarom zou ik ulieden niet eens weer een genoegen doen? Maar gij moet my beloven, hem goed op te voeden; hij is pas veertien dagen oud. Ik breng hem morgen." „Pas veertien dagen oud?" riep ik met de zwakke hoop van een drenkeling, wien een siroohalm in het bereik zijner handen komt. „Het beest is immers nog in het ge heel niet gespeend." „Dat doet er niets toe. Jé vtouw moet hem grootbrengen, met melk en pap, juist als oen klein kind." Terwijl ik in sombere berusting over het geval peinsde, verscheen mijn vrouw met de petroleum, stak de lamp aan en beweer de, dat de winkel zoo vol koopers was geweest, dat zij tot nu toe, twee volle uren, had moeten wachten. Oom nam uit mijn sigarenkistje een voorraad voor minstens acht dagen en noodigde mij op een glas bier in mijn restaurant. Ik stak zuchtend zooveel geld bij mij, als noodig is om den dorst van een oom en een neef te les- öchen, en begaf mij met hem op weg. De winkelier échter, bij wien mijn vrouw, twee uur had moeten wachten, ging ter loops gezegd veertien dagen later wegens chronische, leegheid in zijn winkel ban kroet en werd conducteur op een tram. Toen ik den dag na het bezoek van oom van een wandeling terugkeerde, danste mijn vrouw, met een klein, ruig, langoorig ding, dat zy' afwisselend aan borst, wan gen en lippen drukte, als bézeten door de kamer. „Wel, Hans, i,s het geen mooi dier?" vroeg oom en keek mij triomfeerend met zijn verstandige oogen aan. Ik besloot met diplomatische sluwheid te werk te gaan, door schijnbaar toegeven den vijand in slaap te wiegen en hem dan door mokerslagen mijner dialectiek te ver pletteren. Ik zeide dus op teederen toon: „Een lief, klem aapje!" Mijn vrouw viel mij geroerd met den hond in de armen en oom nam ten hoogste voldaan myn cognacflesch uit de kast en schonk zich driemaal in. Ik nam de houding van een parlcments- jiedenaar aan, die de vermetele hoop koes- tiert, zijn politieke vijanden tot zyn inzich ten te bekeeren. Ik schilderde eerst vol geestdrift het geluk, om, vereenigd met dit schattig hondje, door het leven te gaan. Poch daarop betwijfelde ik in sterke be woordingen of dit geluk mij wel beschoren was. Want, daar ik de onhebbelijke ge woonte had, in den droom om mij heen te slaan, durfde ik het niet wagen het beestje ,by my in bed te laten slapen. Ik was met mijn schraal inkomen niet in staat, ge scheurde broeken en schorten door nieuwe té laten vervangen, beetwonden zonder en met bloedvergiftiging op mijn kosten te laten genezen; ik was niet overtuigd, dat ik niet aan longtering leed, hoe licht kon ik dus het onschuldige dier aansteken en daardoor het verderf van het gehcele hon dengeslacht op mijn geweten laden? Ja, ik sprak als een paiiementsredenaar, maar het ging mij ook als een dusdanig per soon. By dé eindstemming bleek het, dat ik niemand had overtuigd. En dus schikte ik my in mijn lot. Tilli werd in den fa milickring opgenomen. Hy had drie maanden in ons midden ver toefd, maar ach, wat heb. ik in dien tijd geleden I Reeds het eerste uur was veelbe lovend. Ik moest met een gloeiende haar speld twee gaten in een zuighoedje boren, wat my pas gelukte, nadat ik dubbel zoo vele gaten in mijn vinger had gebrand. Mijn vrouw ging terzelfder rijd melk balen, verloor in de ongewone liaast het geld, het welk ongeveer vijf mark bedroeg, scheurde aan de voordeur haar nieuwen boeze laar en stiet zich tegen een trede der trap den grooten teen aan 't bloeden. Maar zij verbeet haar pijn, kookte de melk en goot een halven liter over mijn voeten, zoodat ik acht dagen de kamer moest houden. Eén goed ding had deze omstandigheid en wel, dat oom mij niet meer tot het drinken van een potje bier kon afhalen, ofschoon, aan den anderen kant, mijn voorraad sigaren het verstoorde evenwicht moest herstellen, en dat geschiedde zoo grondig, dat mijn sigaren leverancier mij voor een wederver-: kooper hield en mij in plaats van da ver langde vijfhonderd, drie kistjes van duizend zond, welke in den prijs tien, maar in dc, kwaliteit wel twintig percent scheelde. Myn vrouw was bovendien uit het humeur, oni-. dat ik weigerde een spreuk voor Tilli's halsband te dichten. Zij stopte myn kouj sen niet meer, liet het vleesch aanbranden en zette mij eiken avond onsmakelijk clcn voor. (Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 1