Ho. 1506*7. LE1BSCH DAGBLAD, Zaterdag 3 April, Anno 1909, Maatschappij der Hederlandsehe Letlerliunds. FEUILLETON. Het wonderoog. Brieven van een Leidenaar. JJedoreiiavond van Susan Metcalfe. Met spanning was natuurlijk deze avond tegemoet gozien. Want zeldzaam ecnstem- !nug hadden de beoordeelaars van de ver schillende groole dagbladen deze zangeres bewonderd en geprezen. Haar stem, zang- kunst en voordracht waren als het hoogste Igeroomd. Alleen met een Jenny Lind een Adeline Patti meende men haar te kunnen 'verg-lijken. Van alle critieken, die ons onder de oogon kwamen, was er slechts l 'écn, die vrij wat aan te merken had. En i ook dé heer De Lange in het „Nieuws van 'den Dag" had een paar restricties. Maar overigens bij publiek on critiek een onbe perkte bowondering en zeldzame opgewon denheid. Ook hier was de schouwburg bijna geheel vol cn do toehoorders kwamen langzamerhand zeer onder den indruk cn eindigden met goestdriftigo bijvalsbetui gingen en terugroepingen Wij zouden ondankbaar moeten zijn, als ."«vij zeiden niet den geheelen avond van den tang dezer hoogbegaafde kunstenares bui- tengowoon genoten te bebben. De haar gebrachte lof is inderdaad verdiend. Alej. Metcalfe heeft een heerlijke stem, van een Dobelen klank on groote zuiverheidzij I tingt met een zeldzaam geraak en de voor- dracht is volmaakt. Maar in het timbre der 1 fcteni is toch niet dat zekere iets, waardoor men telkens een rilling krijgt, dat op een teei bijzondere wijzo tot de ziel spreekt. En dit zal toch bijv. bij een Jenny Lind pvc] liet geval geweest zijn. Verder roemde men iu do samenstelling i 'dev programma's hare veelzijdigheid of alzijdigheid. Hiermede zijn wij het zeker i niet eens. Van een groot deel van het ziele* teven,, dat in liederen is uitgedrukt, was althans op dit programma niets te mer- ken. Alleen „Allerseelen" van Strausz, idat trouwens heerlijk gezongen werd, kan men daartoe rekenen. G1 runsnummers van dit concert waren de tori a uit Mozart's „Don Juan", het „Care fielvo" van Handel en verder alle liederen der tweede afdeel ing, Soliubert's „Farel- le'„ „Gretchen am Spinrade", de bekoor lijke liedjes van Schumann wij hebben »e nooit zoo mooi gehoord. Do Fran- toche liederen van Fauró, Chansarel en Du pare hadden voor ons als composities iweinig aantrekkelijks. Melodisch bsteekenen eij niets, en zrij lijken alle op elkaar. Iemand als Fauró kan met gemak nog honderd andere van dezelfde soort schrijven. Na een eeuw zal van al dergelij- ko oomposities niet veel meer overig zijn. Eerlijk gezegd hadden wij van deze zange res met haar bewonderenswaardige colora tuur liever ouderwetsche aria's als do Cava- tine uit de „Barbier" of „Casta Diva" gehoord. Do heer Sohnitzler begeleidde, zooals te verwachten was, met groote muziekaJi- teit. Door de hartelijke toejuichingen bewo gen zong de kunstenares vóór de pauze als toegift een mooi fijn wiegelied (raar wij meonen van Schnifczler) Ln het Hollandsch. En dit bisseerde zij zeJfB. Ook aan het elot kregen wjj nog extra Schumann's »,Ueberm Garten". Gaarne hadden we De- bussy's „Fantosches" nog eens gehoord. Dit is wel een bijzondere knappe en interes sante oompositie, maar ook niet bij een cer- ■te hooren terstond te begrijpen. O. In de gisteravond onder voorzitterschap jan prof. dr. J. S. Speyer gehouden maan- fclelijksche vergadering van de Maatschap pij der Nederlandsche Letterkunde hield pa afdoening van eenige huishoudelijke [{werkzaamheden, prof. dr. P. J. Blok een Ivoordracht over „Venetiaansche Relazioni pis bronnen*" voor onze geschiedenis." Met pen enkel woord sprak hij over de be- feekenis in het algemeen dezer geschied bronnen. die voor onze geschiedenis nog {weinig f niet gebruikt zijn en toch van I belang geacht mogen worden, daar zij be lachten zijn van de hand van bij de diplo matie groot gebrachte mannen. Nog in de •3.8de eeuw golden de Venetianen voor de perste diplomaten van hun tijd. De Rela- •B) „Ik niet, maar mijn patroon 1 Men kan tnerken, dat jij in een paar jaar niet hier .bont geweest; ken je dr. Grissith niet meer liLaat je hand eens zien, kijk, daar is nog het litteeken. Als hij je indertijd niet dé idiepe wonde dadelijk had verbonden nog Sn denzelfden naclit, dat ons de inbraak aan 1de Oavendish Square was mislukt, had je xeker nu niet meer tot do levenden be hoord." Bartons bodiende floot tusschen zijn tan- Pen door. „De dokter daar in het steegje bij de Bokken, naar wien wij gingen, wanneer ons •on blauwe boon uit een revolver had ge troffen of als wij een andere verdachte iwonde hadden opgeloopen? En die is nu jouw patroon geworden, Baboock? is dat Haar?" „Sedert drie jaren al. Als je toen niet Pertrokkon was en mij niet had verlaten, eou ik niets meer hebben noodig gehad. Toen echter beet ik dadelijk toe, toen de Bok t er mij zei: „Baboock, als je nu eens een paar jaartjes rust wilt hebben van de voortdurende vervolging der politie, kom dan bij mij. Voor do patiënten, die hij mij komen, heb ik iemand noodig, voor wien ze respect hebben en die zelf do lui kent. Een aardig sommetje zal je ten deel {rallen, bovendien krijg je in mijn huis een goed onderdak." Op dit voorstel ben ik iwgegaan en heb geholpen om patiënten zioni over de Republiek der Vereenigde Nederlanden loopen over de periode 1607 1713, dus juist over den bloeitijd onzer Republiek; zij vormen met andere derge lijke berichten van Venetiaansche her komst een getal van omstreeks twintig meerendcels uitvoerige documenten, waar van spr. een viertal uitvoerig behandelde om tc doen zien, welke beteekenis al deze stukken, op twee na tot nog toe ge heel onbekend, als bronnen onzer geschie denis hebben. De vier behandelde stuk ken waren een korte beschrijving der mi litaire macht van de Republiek van het leger van prins Maurits (16071608), een antwoord op de vraag naar den aard der bij het bestand toegekende onafhankelijk heid (16071608); een beschrijving van de reis van den gezant in Engeland, Gus- tiniano (1609); het gezantschapsbericht van den eersten Venetiaansclien gezant bü de Republiek (1610) toegelicht uit diens in structie en correspondentie. Spr. eindigde met een woord over de aanstaande uitgave der documenten in de verzameling der werken, uitgegeven onder leiding der Commissie van Advies voor 's Rijks Geschiedkundige Publicaten. De rede werd door de aanwezigen met aandacht gevolgd. De Voorzitter dankte den Spr. voor zijn belangrijke voordracht. COLXVI. Wij leven in een tijd van overproductie op velerlei gebied. En het ergste van al het teveel is wel de overproductie van mensche- lijke werkkracht, zich openbarend in werk loosheid in schier alle vakken en bedrijven. Men kan in welk beroep of ambt ook zu'.k een kleine belooning in uitzicht stellen als men wil, het aantal sollicitanten is bijna altijd groot, soms zelfs schrikbarend groot. Dat is een zorgwekkend verschijnsel, waarvan men de oorzaken dient op te spo ren om daarna naar de middelen ter ver betering te zoeken. En waar wij in den nood der werkloos heid kunnen voorzien, bronnen van arbeid kunnen opsporen, of jonge menschen kun nen opleiden tot een werkkring, waarvoor wel een arbeidsveld openligt, dan moeten wij, dunkt mij, deze gelegenheid mot beide handen aangrijpen. In dit verband is heel belangrijk het ver slag uitgebracht op de vergadering van de Vereeniging tot bevordering van Instrur mentmakers te Leiden in het „Leidsch Dag. blad" van Donderdag opgenomen, zulke jaarvergaderingen hebben er zoo vcol plaats, en het eene jaarverslag lijkt meest al zoo op het andere, dat men ze niet zel den overslaat. Ik vrees, dat dit met dit ver slag ook wel bij velen het geval zal geweest zijn en dat zou jammer wezen. Daarom wensch ik er in dezen brief nog eens de bijzondere aandacht op te vestigen. In de werkplaatsen van het Natuurkundig Labo ratorium en in aansluiting met do opleiding van „Mathesis" worden jongelui, die reeds op Ambachtsscholen zijn onderlegd, op uit nemende wijze gevormd tot natuurkundige instrumentmakers, waarbij ook het glas blazen gereken wordt. De geheele inrioh- ting staat onder de opperste leiding van niemand minder dan prof. Kamer lingh On nes, bijgestaan door don assistent dr. Grom- melin, en het onderwijs wordt verstrekt door hoogst bekwame werktuigkundigen. Een model-vereeniging is het dus zooals or in ons land geen twoedo bestaat en mis schien in heel de wereld niet. Als men dè oude jaarverslagen van deze vereeniging eens doorbladert, dan ziet men dat oud- leerlingen allen een goeden werkkring en sommigen zelfs een zeer ruim betaalde en eervolle betrekking hebben gevonden in eigen land, maar ook buiten de grenzen. De jongelui rijn zoowel geplaatst in rijks- en gemeentedienst als bij particulieren. Een electrotechnische firma in ons land heeft een vijftal werkkrachten, in de sohool der verfconiging gevormd, betrokken en was daarover zoo tevreden, dat hij aan de ver eeniging een mooie collectie werktuigen en toestellen cadeau gaf. voor hem te werven van onze soort, Dan, die een dokter noodig hebben. Ik heb het niet slecht gehad bij dezen dokter Grissith en ik zal neg dikwijle terugdenken aan die goede dagen, die ik bij hem heb doorge bracht 1" „Hoeeooi Ga je dan bij hem weg?" „Ja, dat moei. wel, Dan 1 Gisteren is er zoo'n dametje weer in huis gekomen, zijn nichtje, die hij voor twee .jaar naar Inche had laten gaan. Hij zette oogen op als een verliefde bok, toen zij gisteren arriveerde, en sprong om haar heen als een dolleman. Het zou me om dat meisje.kunnen spijten als de oude man werkelijk plan heeft om haar tot zijn vrouw te maken. En toch heeft hij mij zoo iets laten weten. Hij wilde zijn practijk neerleggen en Londen verla ten, om een rustigen huiselijken ouden dag te gemeten. Ik begrijp zijn bedoeling wel en do oude huishoudster ook. Die zette zulke groote oogen op, toen ze het jonge nichtje zag, hoewel het best mogelijk is, dat deze zelf zich er op gespitst heeft do vrcuw van den oudon dokter te worden." „Is het een knap meisje?" „Zij heeft een paar oogen» in het hoofd, Dan, ontzettend 1 Maar verder is ze ook niet veel. Zo heeft die schipbreuk meege maakt, waarvan een paar weken geleden alle couranten vol stonden. En ernstig, dat zij er uitziet; misschien, dat zij haar lot reeds vermoedt. Als ik dat meisje was, zou ik liever nog vandaag dan morgen de wereld ingaan „Waarom doet zij het dan niet?" „Omdat zij iemand is, dio wil toonen, .dat er nog eenige dankbaarheid in de we reld is. Haar oudera rijn haar reeds in En wat deze opleiding too mooi maakt, is dat ook arme jongens met aanleg, maar voor welke de ouders of verzorgers niet al leen geen leergeld kunnen betalen, dooh voor wie de zorg voor onderhoud in de leerjaren ook te zwaar drukt, eveneens kunnen wor den toegelaten, dan zij 'tz.g. Janssenfonds, kost en kleeding tijdens de leerjaren ook een bijslag wordt verleend. Dit jaar slaagden er acht leerlingen, die allen zoodra zo klaar waren, een betrekking vonden. Twee oud-leerlingen zitten reeds in Ame rika, meegenomen en gevraagd door hoog leeraren daar en bekleedcn er nu al een betrekkelijk hoog bezoldigde betrekking als instrumentmakers in Natuurkundige «La boratoriums. En steeds komen er meer aan vragen bij den voorzitter in. Het staat te bezien, dat wij in Amerika een afzetgebied kunnen vinden voor deze flink onderlegde handwerkers op natuurkundig en eleotro- teehnisch gebied. Maar het spreekt vanzelf dat het bestuur huiverig is om de veelbe lovende j'ongemcnschen er heen te laten gaan zoolang in het land zelf ©r ook be hoefte en vraag is naar dergelijke werf krachten» Doch als wij nu in datzelfde verslag le zen, dat er van do dertig a veertig flinke jongelui uit de verschillende deelen des lands rich aanmeldden om plaatsing er slechts elf konden worden aangenomen, om dat de geldmiddelen een uitbreiding van het aantal leerlingen niet gedoogden, dan durf ik vragen: mag dat blijven butaan in een tijd nu men overigens niet weet waar men voor jongere en oudere menschen een levenspositie, zelfs een zeer bescheiden le venspositie, zal vinden? De gemeenteraad van Leiden zal eerst daags te beslissen hebben op een verzoek om subsidie voor de oprichting van een Arbeidsbeurs in het buitenland ten dienst© van Hollanders, dio in Duitschland moeten uitgaan om werk, waarvoor ook subsidie van hert Rijk schijnt gevraagd, en ik zal niet graag zeggen dat die steun niet gege ven moet worden, doch ik vraag tevens of het nog niot veel meer op den weg van Rijk en gemeente en ook van goedgezinde welgestelde particulieren ligt om een in richting te steunen, die in staat is jonge menschen op to leiden tot-een nuttigen, welbeloonden arbeid, met de meest vol strekte zekerheid dat de jonge menschen na volbrachten leertijd een betrekking zullen vinden. Is het ik zou haast durven zeggen geen sohando dat het bestuur uit gebrek aan middelen een 20 a 30 adspiranten jaar op jaar moet afwijzen en voor dezen de poort sluiten, dio leiden kon tot een nut tige en goedbezoldigde betrekking hier of in hot buitenland? Ik weet wel, er rijn particulieren, dio de vereeniging steunen; de gemeente Leddon, de provincie Zuid-HolInnd en het Rijk ge ven een jaarlijksche subsidie, doch het geheele jaarlijkeah» budget bedraagt toch nog niet eens 6000. Dat is immers voor izulk een goede zaak veel te weinig. De voorzitter heeft in de laatste vergade ring eens uiteengezet welko wenschen en verwachtingen het bestuur voor de toe komst koestert. Als wij, zoo reide hij ongeveer, nog over een 6C00 jaarlijks konden besohkken, dan eouden w© onze vleugelen breeder kunnen uitslaan en de deuren onzer werkplaatsen open zetten voor alle flinke jongelui, die zich aanmelden en geschikt kunnen geacht worden voor natuurkundige en electrotech- nische vakken opgeleid to worden. Mij dunkt, die oproep in wijder kring verbreid, móet weerklank vinden bij de Regeering, bij de Provincie, bij de ge meente en bij goedgezinde welgestelde par ticulieren. Tot de verbreiding van dien oproep me de te werken is het doel van dit schrijven. Men behoeft op mijn brief niet dadelijk te besluiten. Maar laat men rioh eens wen den tot den voorzitter der vereeniging, prof. Kamer lingh Onnes, die de riol van deze zaak is en die bij al rijn hooge weten schappelijke studiën nog den tijd heeft zich ook langs dozen wog te bemoeien met de haar jeugd ontvallen en van dien tijd af heeft mijn heer voor haar gezorgd. Dit alles heb ik van de oude Nell O' Squith, onze huishoudster, vernomen. Ik heb er toen dadelijk al het mijne van gedacht, want aeze cir. Grissith geeft geen stuiver uit, toonder daarvan iets terug to willen ontvangen. Een üeel eerlijk baantje was het niet, dat ik bij hem bekleedde, maar ik had ten minste niet altijd den eencn voet in de gevangenis en den anderen er buiten. Ik word er ook al niet vlugger en flinker op." „Baboock!" fluisterde Dan. „Ik heb iemand noodig als jij bent, op wien te ver trouwen valt ik ben ook voor eenigen tijd rustig onder dak. Bij een jongen 'man, zoo'n soort van geleerde, dio altijd in zijn bibliotheek hokt, als de vos in zijn hol. Ik wilde nu ook eens een tijdje kalm leven; mijn voornaam heb ik uit ouio gehecht heid er aan behoudentoevallig paste hij bij de papieren van dien bediende, dien ik indertijd heb bestolen. Zoo is er van Dan Dickson, die voor jaren je kameraad was, een zeer beroemde Daniël Holly ge worden. Ik krijg eerbied voor me zelf als ik al mijn getuigschriften lees. Ik heb het awrart op wit, dat ik de eerlijkheid zelve ben. Als het nu maar niet zoo eenzaam en stil daar bij ons aan de Kings Road was! Het eten krijgen we uit een restau rant en 's avonds zot ik thee: een idyllisch leven; in den tussohentijd zit ik wat plan netjes te maken." „Jo wilt het dus niet langer met een eerlijk leventje p robeeren, Dan?" De jongen lacht© zacht. jjj ea ik, rijn daarvoor te die? practische oplossing van het moeilijk econo misch vraagstuk der werkloosheid eii der werkverschaffing. Elke flinke arbeider of kleine burgerjongen, wien de deur geopend wordt naar de werkplaatsen van het Na tuurkundig Laboratorium te Leiden, zal als hij goed oppassen wil en gezond blijft, een behoorlijk© positie in do maatschappij kunnen verwerven. Do leermeesters rijn or voor, de betrek kingen rijn er te krijgen, alleen de gelden noodig om opgeleid t© worden zijn nog niet in voldoende mate aanwezig. Die moeten er ook komen en die zullen er ook komen als het licht dor openbaar heid maar opgaat over de nuttige vorm school van de Vereeniging tot Bevordering der opleiding tot Natuurkundig Instru mentmaker. Zij deze brief daartoe een bescheiden poging I Gemeenteraad van Alplion. Voorzitter: de Burgemeester. Aanwezig alle leden. Ingekomen stukken: Een missive van Ged. Staten, inhouden de goedkeuring der gemeentekas over dc gedane af- en overschrijvingen dienst 1909. Een verslag van dc Commissie tot We ring van Schoolverzuim over 1908. Een missive van Ged. Staten, behelzen de dc mededeeling, dat A. F. Vanio het naar zijn meening tc veel betaalde geld van den hoofdelijken omslag niet terug ontvangt, daar daarvoor geen termen be staan. Een verzoek van den heer v*. d. Sande, om op zijn kamp een straat te mogen leggen., volgens art. 19 der Bouw- en Wo ningverordening. Dit verzoek ging verge zeld met een schriftelijk advies van den architect over de bestaande plannen en wordt zonder hoofdelijke stemming dit ver zoek ingewilligd. Een verzoek der feestcommissie om een geldelijke bijdrage ten einde de h e u g 1 ij- ke gebeurtenis feestelijk tc kunnen herdenken. Wordt behandeld in gesloten zitting. Een schrijven van de gemeente Ouds hoorn, dat tot commissieleden der gasfa briek zjjn gekozen de heeren W. C. ten Harmsen van Beek, *C. v. Vliet en C. den Hertog. Komt ter behandeling: 1. Benoeming van de leden der commis sie,, bedoeld in art. 21 der regeling van het gemeenschappelijk beheer der gasfa briek. Benoemd worden de heeren C. W. Th. Visser, H. Overes en W. Los. Over 2, vaststelling kohieren Hoofde lijken Omslag en Hondenbelasting, gaat men in geheime zitting. Na heropening der ruim twee uren ge sloten ritting deelt de voorzitter mede, dat de vergadering besloten heeft, de feest commissie f 300 te verlccnen en tevens het Raadhuis te zullen versieren en il ium i n e e r e n, dit laatste echter alleen, wanneer de gemeenten Aarlanderveen en Oudshoorn daartoe ook bereid zijn. Vorstelijke reizen. De „Voss. Ztg." en het „Berl. Tagcbl." meenen, dat de keizer en de keizerin van Duitschland 28 April te Gliicksburg het huwelijk van de nicht van de Keizerin, prinses Helena van Sleeswijk Holstein, met prins Harald van Denemarken zullen bij wonen. De reisplannen van keizer Wilhelm zouden dus weer gewijzigd zijn. Daarentegen wordt verzekerd, dat de ko ning van Italië de uitnoodiging van den vorst van Monaco wil aannemen en te Nice Fallières zal ontmoeten. Eduard VII is waarschijnlijk ook van de partij, want hij gaat, zooals reeds gemeld werd, kruisen op de Middellandsche zee. Hij is gezond, al liepen er geruchten over het tegendeel. De „Globe" ontvangt bericht van zijn correspondent te St.-Pctersburg, dat de Tsaar van plan zou zijn tegen 15 Mei een lange reis tc maken, waarbij hij o.a. de Hoven van Stockholm, Kopenhagen, Chris- tiania cn Londen zou denken te bezoeken. Nicolaas II zou reizen aan boord van het keizerlijk jacht „Standart" of de „Dersja- geoonken; wie eenmaal kennis heeft ge maakt daar binnen met de cellen, dio heeft gewoonlijk het eerlijke leven vaarwel ge zegd. Ik hob te onstuimig bloed in mijn aderen en het is ook niets voor jou, Bab oock, ofschoon je niet meer de oudo bent." De Ier leegde zijn g>Las tot op den bodem. „Je hebt misschien wol gelijk, Dan I" mompelde hij. „Als er zich een gelegenheid voordeed, waaruit geld te slaan was, zoo dat men een tijdlang op het vastland den heer uit kon hangen, dan wist ik. nog niet of ik hot maar niet aan zou ne men l" Bartons bediende boog zich over de ta fel heen naar rijn ouden vriend toe en fluisterde: „Mijn heer heeft gïld veel geld! Vandaag heeft hij mij met een Drief gezon den naar het kantoor van Hingins, Grey en Clarke; nu, je begrijpt zeker wel, dat ik wildo weten, wat mijn heer met dio menschen te maken heeft, en daarom heb ik den brief gelezen." Do Ier trok een vreemd gericht. „Heeft je patroon jo denbrief laten lezen?" „SpotvogelIk heb toch mijn oude kunst nog niet verleerd, om een brief te openen, zonder dat het scherpsto oog een spoor er van kan ontdekken, dat hij twee maal werd gesloten. Nu dan, in dezen brief verzocht rar. Barton, zoo heet mijn patroon, zijn zaakwaarnemer om vijf honderd pond voor hem gereed te houden en hem dit bedrag te doen toekomen, zoo- dra hij er om zou zenden." „Vijfhonderd pond!" herhaalde de Ier zacht en zijn oogen fonkelden scherp. „En ia goed geld, dat men uitgeven kan zonder wa" en verschillende oorlogsschepen zou den hem vergezellen. Na een onderhoud met Fallières zou de Tsaar zich óf naar de Middellandsche óf naar de Aziatische Zee begeven, ten einde den koning van Italië te ontmoeten. De Vorst zal o.a. be geleid zijn door den Minister van Buiten- landsche Zaken. De „Kölnische Zeitung" verneemt, dal keizer Wilhelm tegen het midden van dc volgende niaand weer te Donaucchingcn bij zijn vriend prins Fürstenbcrg op be zoek zal komen, om iu den omtrek te jagen. Bij die gelegenheid zal in den muur van het kasteel van dc Fürstcnbcrgs een bronzen gedenkplaat onthuld worden, die dc Keizer ter herinnering aan het bezoek, dat graaf Zeppelin daar verleden jaar met zijn luchtkruiser gebracht heeft, heeft la ten maken. Dc beeldhouwer prof. Sauer uit Karls ruhe heeft die gedenkplaat naar een ont werp van den Keizer uitgevoerd. Het „Journal" deelde mede, dat tor be vestiging van de verbeterde betrekkingen tusschcn Duitschland en Frankrijk, er in den herfst van dit jaar, door bemiddeling van den vorst van Monaco, een samen komst zou plaats hebben van den keizer van Duitschland met president Fallières, ter gelegenheid van de inwijding van het Occanographiscli Museum tc Monaco Dc „Matin" weet nu echter mede te dcclen, dat in ofticieele kringen t<i Parijs en tc Berlijn wordt verklaard, dat van een dergelijke samenkomst nooit sprake is geweest. En ten overvloede voegt het blad cr bij^dat de inwijding van bovengenoemd museum tot hot volgende jaar uitgesteld is. Volgens een telegram uit Berlijn aan het Petit Journal," zou de gewezen kroonprins van Servië daar Woensdagochtend in het striktste incognito aangekomen cn 's avonds naar St.-Pctersburg doorgespoord zijn. Schietoefeningen. Van 1 Mei tot 1 September e.k. zal voor onderstaande categorieën van perso nen gelegenheid bestaan kosteloos deel tc nemen aan de schietoefeningen tot ver hooging van 'slands weerkracht: le. Miliciens en Landweerplichtigen met groot-verlof 2e. Kaderreservisten met onbepaald ver lof; 3e. Alle mannelijke ingezetenen van 16 35 jarigen leeftijd. Voormelde schietoefeningen zullen bij genoegzame deelname (minstens 10 in iede re gemeente waar gelegenheid tot schie ten is) des Zaterdags van 58 uur in den namiddag worden gehouden. De aandacht van belanghebbenden zij er op gevestigd dat door aanstaande lote- lingen bij deze oefeningen een schietbcwijs kan worden behaald, waardoor hij, die in het eerstvolgend jaar examen wenscht af tc leggen voor viermaander of wel bij dat examen een bewijs wenscht te erlangen, waardoor hij aanspraak heeft op keuze van korps of garnizoen, alsdan is vrijgesteld proeven van bekwaamheid in het schieten af te leggen. Aan het einde van den oefeningstijd zal een schietwedstrijd worden gehouden door hen die minstens van het aantal gehou den oefeningen bijwoonden, waarbij prij zen worden uitgeloofd. Voor deelname aan deze oefeningen ver- voege men zich op het bureel van den Ko-' lonel Commandant van het 4e Regiment Infanterie, gebouw Gravestcin, op het '.'ie- terskerhof, voor 15 April a.s. De blijde verwachting;. Het voornemen om ter gelegenheid van de aanstaando blijde gebeurtenis vreugde schoten voor hei palcis Het Loo to doen lossen, is opgegeven. Hot lossen van deze schoten zal rioh uitsluitend tot de garni- «oensplaatsen bepalen. Do „Deli-Ot." meldt: Het huldeblijk van de officieren van hot Indische leger, aan te bieden na de ge boorte van oen troonopvolger, is gereed en bestaat uit een gouden kopjo en bord; op beiden ia gegraveerd een Indisoh landschap. eerst meer dan de helft voor omkoopen te gebruiken 1" Een oogenblik was or stil te; toen vervolgdo hij plotseling: „Als het zoo gemakicolijk zou gaan, Dan, dan had jo geen tweedo er bij noodig. Om ergons, waar men tnuia is, een caselte of schrijftafel open te breken, is jou wo'. toevertrouwd, zou ik meenen. Er is dus een andere redon waarom jo mij er in wi.t betrekken." „Daarvoor bestaat ook oen reden 1" gaf Dan fluisterend ten antwoord. „Overdag Bteekt hij zijn neus nfet buiten do kamer deur en '8 nachts...." „Wat is er 's nachts met hem?" „'8 Nachts hoor ik hem altijd uren lang op en neer loopen, en do satan mag weten, wanneer die man eigenlijk slaapt 1" „Wat voert hij dan uit?" „Ik heb een paar maal aan hot sleutelgat staan luisteren en hoorclo hem daar binnen halfluide monologen houden. Ik kon echter slechts weinige woorden verstaan. Hij spiak over een oog, dat hem hinderde. Gisteren ben ik 's nachts don tuin aohter het huis ingegaan en in con olm geklommen. Door de reet van do jaloezieën zag ik hem on rustig in zijn bibliofcheekkamer op en neer loopen. Toen bleef hij staan; strekte de handen uit en sloeg zc voor rijn gezicht." „Hij is ziekl" „Als hij met mij spreekt, is hij kalm en verstandig. Maar voor één persoon ts het een te moeilijk werkje; twee overweldigen hem gemakkelijk." Babcock huiverde. „Ovorweldigen?" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 5