Ho. 1506*7.
LE1BSCH DAGBLAD, Zaterdag 3 April,
Anno 1909,
Maatschappij der Hederlandsehe Letlerliunds.
FEUILLETON.
Het wonderoog.
Brieven van een Leidenaar.
JJedoreiiavond van Susan Metcalfe.
Met spanning was natuurlijk deze avond
tegemoet gozien. Want zeldzaam ecnstem-
!nug hadden de beoordeelaars van de ver
schillende groole dagbladen deze zangeres
bewonderd en geprezen. Haar stem, zang-
kunst en voordracht waren als het hoogste
Igeroomd. Alleen met een Jenny Lind een
Adeline Patti meende men haar te kunnen
'verg-lijken. Van alle critieken, die ons
onder de oogon kwamen, was er slechts
l 'écn, die vrij wat aan te merken had. En
i ook dé heer De Lange in het „Nieuws van
'den Dag" had een paar restricties. Maar
overigens bij publiek on critiek een onbe
perkte bowondering en zeldzame opgewon
denheid. Ook hier was de schouwburg
bijna geheel vol cn do toehoorders kwamen
langzamerhand zeer onder den indruk cn
eindigden met goestdriftigo bijvalsbetui
gingen en terugroepingen
Wij zouden ondankbaar moeten zijn, als
."«vij zeiden niet den geheelen avond van den
tang dezer hoogbegaafde kunstenares bui-
tengowoon genoten te bebben. De haar
gebrachte lof is inderdaad verdiend. Alej.
Metcalfe heeft een heerlijke stem, van een
Dobelen klank on groote zuiverheidzij
I tingt met een zeldzaam geraak en de voor-
dracht is volmaakt. Maar in het timbre der
1 fcteni is toch niet dat zekere iets, waardoor
men telkens een rilling krijgt, dat op een
teei bijzondere wijzo tot de ziel spreekt.
En dit zal toch bijv. bij een Jenny Lind
pvc] liet geval geweest zijn.
Verder roemde men iu do samenstelling
i 'dev programma's hare veelzijdigheid of
alzijdigheid. Hiermede zijn wij het zeker
i niet eens. Van een groot deel van het ziele*
teven,, dat in liederen is uitgedrukt, was
althans op dit programma niets te mer-
ken. Alleen „Allerseelen" van Strausz,
idat trouwens heerlijk gezongen werd, kan
men daartoe rekenen.
G1 runsnummers van dit concert waren de
tori a uit Mozart's „Don Juan", het „Care
fielvo" van Handel en verder alle liederen
der tweede afdeel ing, Soliubert's „Farel-
le'„ „Gretchen am Spinrade", de bekoor
lijke liedjes van Schumann wij hebben
»e nooit zoo mooi gehoord. Do Fran-
toche liederen van Fauró, Chansarel en
Du pare hadden voor ons als composities
iweinig aantrekkelijks. Melodisch bsteekenen
eij niets, en zrij lijken alle op elkaar.
Iemand als Fauró kan met gemak nog
honderd andere van dezelfde soort
schrijven. Na een eeuw zal van al dergelij-
ko oomposities niet veel meer overig zijn.
Eerlijk gezegd hadden wij van deze zange
res met haar bewonderenswaardige colora
tuur liever ouderwetsche aria's als do Cava-
tine uit de „Barbier" of „Casta Diva"
gehoord.
Do heer Sohnitzler begeleidde, zooals
te verwachten was, met groote muziekaJi-
teit. Door de hartelijke toejuichingen bewo
gen zong de kunstenares vóór de pauze als
toegift een mooi fijn wiegelied (raar wij
meonen van Schnifczler) Ln het Hollandsch.
En dit bisseerde zij zeJfB. Ook aan het
elot kregen wjj nog extra Schumann's
»,Ueberm Garten". Gaarne hadden we De-
bussy's „Fantosches" nog eens gehoord. Dit
is wel een bijzondere knappe en interes
sante oompositie, maar ook niet bij een cer-
■te hooren terstond te begrijpen. O.
In de gisteravond onder voorzitterschap
jan prof. dr. J. S. Speyer gehouden maan-
fclelijksche vergadering van de Maatschap
pij der Nederlandsche Letterkunde hield
pa afdoening van eenige huishoudelijke
[{werkzaamheden, prof. dr. P. J. Blok een
Ivoordracht over „Venetiaansche Relazioni
pis bronnen*" voor onze geschiedenis." Met
pen enkel woord sprak hij over de be-
feekenis in het algemeen dezer geschied
bronnen. die voor onze geschiedenis nog
{weinig f niet gebruikt zijn en toch van
I belang geacht mogen worden, daar zij be
lachten zijn van de hand van bij de diplo
matie groot gebrachte mannen. Nog in de
•3.8de eeuw golden de Venetianen voor de
perste diplomaten van hun tijd. De Rela-
•B)
„Ik niet, maar mijn patroon 1 Men kan
tnerken, dat jij in een paar jaar niet hier
.bont geweest; ken je dr. Grissith niet meer
liLaat je hand eens zien, kijk, daar is nog
het litteeken. Als hij je indertijd niet dé
idiepe wonde dadelijk had verbonden nog
Sn denzelfden naclit, dat ons de inbraak aan
1de Oavendish Square was mislukt, had je
xeker nu niet meer tot do levenden be
hoord."
Bartons bodiende floot tusschen zijn tan-
Pen door.
„De dokter daar in het steegje bij de
Bokken, naar wien wij gingen, wanneer ons
•on blauwe boon uit een revolver had ge
troffen of als wij een andere verdachte
iwonde hadden opgeloopen? En die is nu
jouw patroon geworden, Baboock? is dat
Haar?"
„Sedert drie jaren al. Als je toen niet
Pertrokkon was en mij niet had verlaten,
eou ik niets meer hebben noodig gehad.
Toen echter beet ik dadelijk toe, toen de
Bok t er mij zei: „Baboock, als je nu eens
een paar jaartjes rust wilt hebben van
de voortdurende vervolging der politie,
kom dan bij mij. Voor do patiënten, die
hij mij komen, heb ik iemand noodig, voor
wien ze respect hebben en die zelf do lui
kent. Een aardig sommetje zal je ten deel
{rallen, bovendien krijg je in mijn huis een
goed onderdak." Op dit voorstel ben ik
iwgegaan en heb geholpen om patiënten
zioni over de Republiek der Vereenigde
Nederlanden loopen over de periode 1607
1713, dus juist over den bloeitijd onzer
Republiek; zij vormen met andere derge
lijke berichten van Venetiaansche her
komst een getal van omstreeks twintig
meerendcels uitvoerige documenten, waar
van spr. een viertal uitvoerig behandelde
om tc doen zien, welke beteekenis al
deze stukken, op twee na tot nog toe ge
heel onbekend, als bronnen onzer geschie
denis hebben. De vier behandelde stuk
ken waren een korte beschrijving der mi
litaire macht van de Republiek van het
leger van prins Maurits (16071608), een
antwoord op de vraag naar den aard der
bij het bestand toegekende onafhankelijk
heid (16071608); een beschrijving van
de reis van den gezant in Engeland, Gus-
tiniano (1609); het gezantschapsbericht van
den eersten Venetiaansclien gezant bü de
Republiek (1610) toegelicht uit diens in
structie en correspondentie.
Spr. eindigde met een woord over de
aanstaande uitgave der documenten in de
verzameling der werken, uitgegeven onder
leiding der Commissie van Advies voor
's Rijks Geschiedkundige Publicaten.
De rede werd door de aanwezigen met
aandacht gevolgd.
De Voorzitter dankte den Spr. voor zijn
belangrijke voordracht.
COLXVI.
Wij leven in een tijd van overproductie
op velerlei gebied. En het ergste van al het
teveel is wel de overproductie van mensche-
lijke werkkracht, zich openbarend in werk
loosheid in schier alle vakken en bedrijven.
Men kan in welk beroep of ambt ook zu'.k
een kleine belooning in uitzicht stellen als
men wil, het aantal sollicitanten is bijna
altijd groot, soms zelfs schrikbarend groot.
Dat is een zorgwekkend verschijnsel,
waarvan men de oorzaken dient op te spo
ren om daarna naar de middelen ter ver
betering te zoeken.
En waar wij in den nood der werkloos
heid kunnen voorzien, bronnen van arbeid
kunnen opsporen, of jonge menschen kun
nen opleiden tot een werkkring, waarvoor
wel een arbeidsveld openligt, dan moeten
wij, dunkt mij, deze gelegenheid mot beide
handen aangrijpen.
In dit verband is heel belangrijk het ver
slag uitgebracht op de vergadering van de
Vereeniging tot bevordering van Instrur
mentmakers te Leiden in het „Leidsch Dag.
blad" van Donderdag opgenomen, zulke
jaarvergaderingen hebben er zoo vcol
plaats, en het eene jaarverslag lijkt meest
al zoo op het andere, dat men ze niet zel
den overslaat. Ik vrees, dat dit met dit ver
slag ook wel bij velen het geval zal geweest
zijn en dat zou jammer wezen. Daarom
wensch ik er in dezen brief nog eens de
bijzondere aandacht op te vestigen. In de
werkplaatsen van het Natuurkundig Labo
ratorium en in aansluiting met do opleiding
van „Mathesis" worden jongelui, die reeds
op Ambachtsscholen zijn onderlegd, op uit
nemende wijze gevormd tot natuurkundige
instrumentmakers, waarbij ook het glas
blazen gereken wordt. De geheele inrioh-
ting staat onder de opperste leiding van
niemand minder dan prof. Kamer lingh On
nes, bijgestaan door don assistent dr. Grom-
melin, en het onderwijs wordt verstrekt
door hoogst bekwame werktuigkundigen.
Een model-vereeniging is het dus zooals
or in ons land geen twoedo bestaat en mis
schien in heel de wereld niet. Als men dè
oude jaarverslagen van deze vereeniging
eens doorbladert, dan ziet men dat oud-
leerlingen allen een goeden werkkring en
sommigen zelfs een zeer ruim betaalde en
eervolle betrekking hebben gevonden in
eigen land, maar ook buiten de grenzen. De
jongelui rijn zoowel geplaatst in rijks- en
gemeentedienst als bij particulieren. Een
electrotechnische firma in ons land heeft
een vijftal werkkrachten, in de sohool der
verfconiging gevormd, betrokken en was
daarover zoo tevreden, dat hij aan de ver
eeniging een mooie collectie werktuigen en
toestellen cadeau gaf.
voor hem te werven van onze soort, Dan,
die een dokter noodig hebben. Ik heb het
niet slecht gehad bij dezen dokter Grissith
en ik zal neg dikwijle terugdenken aan die
goede dagen, die ik bij hem heb doorge
bracht 1"
„Hoeeooi Ga je dan bij hem weg?"
„Ja, dat moei. wel, Dan 1 Gisteren is er
zoo'n dametje weer in huis gekomen, zijn
nichtje, die hij voor twee .jaar naar Inche
had laten gaan. Hij zette oogen op als een
verliefde bok, toen zij gisteren arriveerde,
en sprong om haar heen als een dolleman.
Het zou me om dat meisje.kunnen spijten
als de oude man werkelijk plan heeft om
haar tot zijn vrouw te maken. En toch
heeft hij mij zoo iets laten weten. Hij wilde
zijn practijk neerleggen en Londen verla
ten, om een rustigen huiselijken ouden dag
te gemeten.
Ik begrijp zijn bedoeling wel en do oude
huishoudster ook. Die zette zulke groote
oogen op, toen ze het jonge nichtje zag,
hoewel het best mogelijk is, dat deze zelf
zich er op gespitst heeft do vrcuw van den
oudon dokter te worden."
„Is het een knap meisje?"
„Zij heeft een paar oogen» in het hoofd,
Dan, ontzettend 1 Maar verder is ze ook
niet veel. Zo heeft die schipbreuk meege
maakt, waarvan een paar weken geleden
alle couranten vol stonden. En ernstig, dat
zij er uitziet; misschien, dat zij haar lot
reeds vermoedt. Als ik dat meisje was,
zou ik liever nog vandaag dan morgen de
wereld ingaan
„Waarom doet zij het dan niet?"
„Omdat zij iemand is, dio wil toonen,
.dat er nog eenige dankbaarheid in de we
reld is. Haar oudera rijn haar reeds in
En wat deze opleiding too mooi maakt,
is dat ook arme jongens met aanleg, maar
voor welke de ouders of verzorgers niet al
leen geen leergeld kunnen betalen, dooh voor
wie de zorg voor onderhoud in de leerjaren
ook te zwaar drukt, eveneens kunnen wor
den toegelaten, dan zij 'tz.g. Janssenfonds,
kost en kleeding tijdens de leerjaren ook
een bijslag wordt verleend.
Dit jaar slaagden er acht leerlingen, die
allen zoodra zo klaar waren, een betrekking
vonden.
Twee oud-leerlingen zitten reeds in Ame
rika, meegenomen en gevraagd door hoog
leeraren daar en bekleedcn er nu al een
betrekkelijk hoog bezoldigde betrekking als
instrumentmakers in Natuurkundige «La
boratoriums. En steeds komen er meer aan
vragen bij den voorzitter in. Het staat te
bezien, dat wij in Amerika een afzetgebied
kunnen vinden voor deze flink onderlegde
handwerkers op natuurkundig en eleotro-
teehnisch gebied. Maar het spreekt vanzelf
dat het bestuur huiverig is om de veelbe
lovende j'ongemcnschen er heen te laten
gaan zoolang in het land zelf ©r ook be
hoefte en vraag is naar dergelijke werf
krachten»
Doch als wij nu in datzelfde verslag le
zen, dat er van do dertig a veertig flinke
jongelui uit de verschillende deelen des
lands rich aanmeldden om plaatsing er
slechts elf konden worden aangenomen, om
dat de geldmiddelen een uitbreiding van
het aantal leerlingen niet gedoogden, dan
durf ik vragen: mag dat blijven butaan in
een tijd nu men overigens niet weet waar
men voor jongere en oudere menschen een
levenspositie, zelfs een zeer bescheiden le
venspositie, zal vinden?
De gemeenteraad van Leiden zal eerst
daags te beslissen hebben op een verzoek
om subsidie voor de oprichting van een
Arbeidsbeurs in het buitenland ten dienst©
van Hollanders, dio in Duitschland moeten
uitgaan om werk, waarvoor ook subsidie
van hert Rijk schijnt gevraagd, en ik zal
niet graag zeggen dat die steun niet gege
ven moet worden, doch ik vraag tevens of
het nog niot veel meer op den weg van
Rijk en gemeente en ook van goedgezinde
welgestelde particulieren ligt om een in
richting te steunen, die in staat is jonge
menschen op to leiden tot-een nuttigen,
welbeloonden arbeid, met de meest vol
strekte zekerheid dat de jonge menschen na
volbrachten leertijd een betrekking zullen
vinden.
Is het ik zou haast durven zeggen
geen sohando dat het bestuur uit gebrek
aan middelen een 20 a 30 adspiranten jaar
op jaar moet afwijzen en voor dezen de
poort sluiten, dio leiden kon tot een nut
tige en goedbezoldigde betrekking hier of
in hot buitenland?
Ik weet wel, er rijn particulieren, dio de
vereeniging steunen; de gemeente Leddon,
de provincie Zuid-HolInnd en het Rijk ge
ven een jaarlijksche subsidie, doch het
geheele jaarlijkeah» budget bedraagt toch
nog niet eens 6000. Dat is immers voor
izulk een goede zaak veel te weinig.
De voorzitter heeft in de laatste vergade
ring eens uiteengezet welko wenschen en
verwachtingen het bestuur voor de toe
komst koestert.
Als wij, zoo reide hij ongeveer, nog over
een 6C00 jaarlijks konden besohkken, dan
eouden w© onze vleugelen breeder kunnen
uitslaan en de deuren onzer werkplaatsen
open zetten voor alle flinke jongelui, die
zich aanmelden en geschikt kunnen geacht
worden voor natuurkundige en electrotech-
nische vakken opgeleid to worden.
Mij dunkt, die oproep in wijder kring
verbreid, móet weerklank vinden bij de
Regeering, bij de Provincie, bij de ge
meente en bij goedgezinde welgestelde par
ticulieren.
Tot de verbreiding van dien oproep me
de te werken is het doel van dit schrijven.
Men behoeft op mijn brief niet dadelijk
te besluiten. Maar laat men rioh eens wen
den tot den voorzitter der vereeniging,
prof. Kamer lingh Onnes, die de riol van
deze zaak is en die bij al rijn hooge weten
schappelijke studiën nog den tijd heeft zich
ook langs dozen wog te bemoeien met de
haar jeugd ontvallen en van dien tijd af
heeft mijn heer voor haar gezorgd. Dit
alles heb ik van de oude Nell O' Squith,
onze huishoudster, vernomen. Ik heb er
toen dadelijk al het mijne van gedacht,
want aeze cir. Grissith geeft geen stuiver
uit, toonder daarvan iets terug to willen
ontvangen.
Een üeel eerlijk baantje was het niet, dat
ik bij hem bekleedde, maar ik had ten
minste niet altijd den eencn voet in de
gevangenis en den anderen er buiten. Ik
word er ook al niet vlugger en flinker
op."
„Baboock!" fluisterde Dan. „Ik heb
iemand noodig als jij bent, op wien te ver
trouwen valt ik ben ook voor eenigen tijd
rustig onder dak. Bij een jongen 'man,
zoo'n soort van geleerde, dio altijd in zijn
bibliotheek hokt, als de vos in zijn hol.
Ik wilde nu ook eens een tijdje kalm leven;
mijn voornaam heb ik uit ouio gehecht
heid er aan behoudentoevallig paste hij
bij de papieren van dien bediende, dien
ik indertijd heb bestolen. Zoo is er van
Dan Dickson, die voor jaren je kameraad
was, een zeer beroemde Daniël Holly ge
worden. Ik krijg eerbied voor me zelf als
ik al mijn getuigschriften lees. Ik heb
het awrart op wit, dat ik de eerlijkheid
zelve ben. Als het nu maar niet zoo eenzaam
en stil daar bij ons aan de Kings Road
was! Het eten krijgen we uit een restau
rant en 's avonds zot ik thee: een idyllisch
leven; in den tussohentijd zit ik wat plan
netjes te maken."
„Jo wilt het dus niet langer met een
eerlijk leventje p robeeren, Dan?"
De jongen lacht© zacht.
jjj ea ik, rijn daarvoor te die?
practische oplossing van het moeilijk econo
misch vraagstuk der werkloosheid eii der
werkverschaffing. Elke flinke arbeider of
kleine burgerjongen, wien de deur geopend
wordt naar de werkplaatsen van het Na
tuurkundig Laboratorium te Leiden, zal
als hij goed oppassen wil en gezond blijft,
een behoorlijk© positie in do maatschappij
kunnen verwerven.
Do leermeesters rijn or voor, de betrek
kingen rijn er te krijgen, alleen de gelden
noodig om opgeleid t© worden zijn nog niet
in voldoende mate aanwezig.
Die moeten er ook komen en die zullen
er ook komen als het licht dor openbaar
heid maar opgaat over de nuttige vorm
school van de Vereeniging tot Bevordering
der opleiding tot Natuurkundig Instru
mentmaker.
Zij deze brief daartoe een bescheiden
poging I
Gemeenteraad van Alplion.
Voorzitter: de Burgemeester.
Aanwezig alle leden.
Ingekomen stukken:
Een missive van Ged. Staten, inhouden
de goedkeuring der gemeentekas over dc
gedane af- en overschrijvingen dienst 1909.
Een verslag van dc Commissie tot We
ring van Schoolverzuim over 1908.
Een missive van Ged. Staten, behelzen
de dc mededeeling, dat A. F. Vanio het
naar zijn meening tc veel betaalde geld
van den hoofdelijken omslag niet terug
ontvangt, daar daarvoor geen termen be
staan.
Een verzoek van den heer v*. d. Sande,
om op zijn kamp een straat te mogen
leggen., volgens art. 19 der Bouw- en Wo
ningverordening. Dit verzoek ging verge
zeld met een schriftelijk advies van den
architect over de bestaande plannen en
wordt zonder hoofdelijke stemming dit ver
zoek ingewilligd.
Een verzoek der feestcommissie om een
geldelijke bijdrage ten einde de h e u g 1 ij-
ke gebeurtenis feestelijk tc kunnen
herdenken.
Wordt behandeld in gesloten zitting.
Een schrijven van de gemeente Ouds
hoorn, dat tot commissieleden der gasfa
briek zjjn gekozen de heeren W. C. ten
Harmsen van Beek, *C. v. Vliet en C.
den Hertog.
Komt ter behandeling:
1. Benoeming van de leden der commis
sie,, bedoeld in art. 21 der regeling van
het gemeenschappelijk beheer der gasfa
briek. Benoemd worden de heeren C. W.
Th. Visser, H. Overes en W. Los.
Over 2, vaststelling kohieren Hoofde
lijken Omslag en Hondenbelasting, gaat
men in geheime zitting.
Na heropening der ruim twee uren ge
sloten ritting deelt de voorzitter mede, dat
de vergadering besloten heeft, de feest
commissie f 300 te verlccnen en tevens het
Raadhuis te zullen versieren en il
ium i n e e r e n, dit laatste echter alleen,
wanneer de gemeenten Aarlanderveen en
Oudshoorn daartoe ook bereid zijn.
Vorstelijke reizen.
De „Voss. Ztg." en het „Berl. Tagcbl."
meenen, dat de keizer en de keizerin van
Duitschland 28 April te Gliicksburg het
huwelijk van de nicht van de Keizerin,
prinses Helena van Sleeswijk Holstein, met
prins Harald van Denemarken zullen bij
wonen. De reisplannen van keizer Wilhelm
zouden dus weer gewijzigd zijn.
Daarentegen wordt verzekerd, dat de ko
ning van Italië de uitnoodiging van den
vorst van Monaco wil aannemen en te
Nice Fallières zal ontmoeten. Eduard VII
is waarschijnlijk ook van de partij, want hij
gaat, zooals reeds gemeld werd, kruisen
op de Middellandsche zee. Hij is gezond,
al liepen er geruchten over het tegendeel.
De „Globe" ontvangt bericht van zijn
correspondent te St.-Pctersburg, dat de
Tsaar van plan zou zijn tegen 15 Mei een
lange reis tc maken, waarbij hij o.a. de
Hoven van Stockholm, Kopenhagen, Chris-
tiania cn Londen zou denken te bezoeken.
Nicolaas II zou reizen aan boord van het
keizerlijk jacht „Standart" of de „Dersja-
geoonken; wie eenmaal kennis heeft ge
maakt daar binnen met de cellen, dio heeft
gewoonlijk het eerlijke leven vaarwel ge
zegd. Ik hob te onstuimig bloed in mijn
aderen en het is ook niets voor jou, Bab
oock, ofschoon je niet meer de oudo
bent."
De Ier leegde zijn g>Las tot op den bodem.
„Je hebt misschien wol gelijk, Dan I"
mompelde hij. „Als er zich een gelegenheid
voordeed, waaruit geld te slaan was, zoo
dat men een tijdlang op het vastland
den heer uit kon hangen, dan wist ik.
nog niet of ik hot maar niet aan zou ne
men l"
Bartons bediende boog zich over de ta
fel heen naar rijn ouden vriend toe en
fluisterde: „Mijn heer heeft gïld veel geld!
Vandaag heeft hij mij met een Drief gezon
den naar het kantoor van Hingins, Grey
en Clarke; nu, je begrijpt zeker wel, dat
ik wildo weten, wat mijn heer met dio
menschen te maken heeft, en daarom heb
ik den brief gelezen."
Do Ier trok een vreemd gericht.
„Heeft je patroon jo denbrief laten
lezen?"
„SpotvogelIk heb toch mijn oude
kunst nog niet verleerd, om een brief te
openen, zonder dat het scherpsto oog een
spoor er van kan ontdekken, dat hij twee
maal werd gesloten. Nu dan, in dezen
brief verzocht rar. Barton, zoo heet mijn
patroon, zijn zaakwaarnemer om vijf
honderd pond voor hem gereed te houden
en hem dit bedrag te doen toekomen, zoo-
dra hij er om zou zenden."
„Vijfhonderd pond!" herhaalde de Ier
zacht en zijn oogen fonkelden scherp. „En
ia goed geld, dat men uitgeven kan zonder
wa" en verschillende oorlogsschepen zou
den hem vergezellen. Na een onderhoud
met Fallières zou de Tsaar zich óf naar
de Middellandsche óf naar de Aziatische
Zee begeven, ten einde den koning van
Italië te ontmoeten. De Vorst zal o.a. be
geleid zijn door den Minister van Buiten-
landsche Zaken.
De „Kölnische Zeitung" verneemt, dal
keizer Wilhelm tegen het midden van dc
volgende niaand weer te Donaucchingcn
bij zijn vriend prins Fürstenbcrg op be
zoek zal komen, om iu den omtrek te
jagen.
Bij die gelegenheid zal in den muur
van het kasteel van dc Fürstcnbcrgs een
bronzen gedenkplaat onthuld worden, die
dc Keizer ter herinnering aan het bezoek,
dat graaf Zeppelin daar verleden jaar met
zijn luchtkruiser gebracht heeft, heeft la
ten maken.
Dc beeldhouwer prof. Sauer uit Karls
ruhe heeft die gedenkplaat naar een ont
werp van den Keizer uitgevoerd.
Het „Journal" deelde mede, dat tor be
vestiging van de verbeterde betrekkingen
tusschcn Duitschland en Frankrijk, er in
den herfst van dit jaar, door bemiddeling
van den vorst van Monaco, een samen
komst zou plaats hebben van den keizer
van Duitschland met president Fallières,
ter gelegenheid van de inwijding van het
Occanographiscli Museum tc Monaco Dc
„Matin" weet nu echter mede te dcclen, dat
in ofticieele kringen t<i Parijs en tc Berlijn
wordt verklaard, dat van een dergelijke
samenkomst nooit sprake is geweest. En
ten overvloede voegt het blad cr bij^dat de
inwijding van bovengenoemd museum tot
hot volgende jaar uitgesteld is.
Volgens een telegram uit Berlijn aan het
Petit Journal," zou de gewezen kroonprins
van Servië daar Woensdagochtend in het
striktste incognito aangekomen cn
's avonds naar St.-Pctersburg doorgespoord
zijn.
Schietoefeningen.
Van 1 Mei tot 1 September e.k. zal
voor onderstaande categorieën van perso
nen gelegenheid bestaan kosteloos deel tc
nemen aan de schietoefeningen tot ver
hooging van 'slands weerkracht:
le. Miliciens en Landweerplichtigen met
groot-verlof
2e. Kaderreservisten met onbepaald ver
lof;
3e. Alle mannelijke ingezetenen van 16
35 jarigen leeftijd.
Voormelde schietoefeningen zullen bij
genoegzame deelname (minstens 10 in iede
re gemeente waar gelegenheid tot schie
ten is) des Zaterdags van 58 uur in
den namiddag worden gehouden.
De aandacht van belanghebbenden zij
er op gevestigd dat door aanstaande lote-
lingen bij deze oefeningen een schietbcwijs
kan worden behaald, waardoor hij, die in
het eerstvolgend jaar examen wenscht af
tc leggen voor viermaander of wel bij dat
examen een bewijs wenscht te erlangen,
waardoor hij aanspraak heeft op keuze van
korps of garnizoen, alsdan is vrijgesteld
proeven van bekwaamheid in het schieten
af te leggen.
Aan het einde van den oefeningstijd zal
een schietwedstrijd worden gehouden door
hen die minstens van het aantal gehou
den oefeningen bijwoonden, waarbij prij
zen worden uitgeloofd.
Voor deelname aan deze oefeningen ver-
voege men zich op het bureel van den Ko-'
lonel Commandant van het 4e Regiment
Infanterie, gebouw Gravestcin, op het '.'ie-
terskerhof, voor 15 April a.s.
De blijde verwachting;.
Het voornemen om ter gelegenheid van
de aanstaando blijde gebeurtenis vreugde
schoten voor hei palcis Het Loo to doen
lossen, is opgegeven. Hot lossen van deze
schoten zal rioh uitsluitend tot de garni-
«oensplaatsen bepalen.
Do „Deli-Ot." meldt:
Het huldeblijk van de officieren van hot
Indische leger, aan te bieden na de ge
boorte van oen troonopvolger, is gereed en
bestaat uit een gouden kopjo en bord; op
beiden ia gegraveerd een Indisoh landschap.
eerst meer dan de helft voor omkoopen
te gebruiken 1" Een oogenblik was or stil
te; toen vervolgdo hij plotseling: „Als
het zoo gemakicolijk zou gaan, Dan, dan
had jo geen tweedo er bij noodig. Om
ergons, waar men tnuia is, een caselte
of schrijftafel open te breken, is jou wo'.
toevertrouwd, zou ik meenen. Er is dus
een andere redon waarom jo mij er in wi.t
betrekken."
„Daarvoor bestaat ook oen reden 1" gaf
Dan fluisterend ten antwoord. „Overdag
Bteekt hij zijn neus nfet buiten do kamer
deur en '8 nachts...."
„Wat is er 's nachts met hem?"
„'8 Nachts hoor ik hem altijd uren lang
op en neer loopen, en do satan mag weten,
wanneer die man eigenlijk slaapt 1"
„Wat voert hij dan uit?"
„Ik heb een paar maal aan hot sleutelgat
staan luisteren en hoorclo hem daar binnen
halfluide monologen houden. Ik kon echter
slechts weinige woorden verstaan. Hij spiak
over een oog, dat hem hinderde. Gisteren
ben ik 's nachts don tuin aohter het huis
ingegaan en in con olm geklommen. Door
de reet van do jaloezieën zag ik hem on
rustig in zijn bibliofcheekkamer op en neer
loopen. Toen bleef hij staan; strekte de
handen uit en sloeg zc voor rijn gezicht."
„Hij is ziekl"
„Als hij met mij spreekt, is hij kalm en
verstandig. Maar voor één persoon ts het
een te moeilijk werkje; twee overweldigen
hem gemakkelijk."
Babcock huiverde.
„Ovorweldigen?"
(Wordt vervolgd.)