J&xeme de Mlé vevt cfCnovts Ingezonden. Awbridqe-s Mfongherstelk Burgerlijke Stand. Vereenlgda zifting der Staten-Generaal. De oommisflle van rapporteurs voor de wetsontwerpen ter voorziening in het regentschap en tot regeling van de voogdij over den minderjarigen Koning heeft aan de Vereenigd© Vergadering der Staten- GeneraaJ medodeeling gedaan van het ver slag van het afdeelingsonderzoek en van de daarop ontvangen memorie van antwoord der Itegeering nopens genoemde wetsont werpen, waarbij tevens zijn govocgd nota's van wijzigingen en gewijzigde wetsont werpen. Aan deze stukken is het vol gen do ontr 1 eend 5 ^Wetsontwerp betreffende het Regentschap. In het Verslag wordt clo indiening van verschillen do zijden een daad van wijze voorzichtigheidgenoemd en daarvoor der Regiering een woord van hulde gebracht. Wat het opdrogen van het regentschap aan do Koningin-Moeder betreft, vroegen eenigo leden of de Regeoring zioh bij de voorgestelde regeling wel had laten leiden door het staatsbelang. Zij voerden aan dat 'b _t hier niet mag aan komen op het uiten van gevoelens van dankbaarheid of op het ^oven van plechtige verzekeringen, maar ulloen pp de vraag, door welke regeling vm het regentschap het algemeen bel an «r het meest wordt gebaat. Ook meenden zij, dat de. vraag of het wen schel ijk is het regentschap aan den Prins op te dragon, thans nog niet behoort te worden beslist, en d*ut do beslissing omtrent de keuze van eon Regent ter vervanging van de Konin gin-Moedor beter genomen wordt op bet Oogenblik, waarop die vervanging noodig mocht blijken. Vole andero leden betoogden, dat uit de tpemorio van toelichting duidelijk is ge- «bleken dat ook naar hot inzien der Regee ring bij de regeling van het Regentschap alleen met het landsbelang mag gerekend worden. De Regeering gaat blijkbaar mt Van do moening, dat dit belang evenzeer vpxx gediend worden door benoeming van non Prins der Nederlanden als door benoe ming van de Koningin-Moeder, en er waren ftidei», die uitdrukkelijk verklaarden dit gevoelen te doelen. Waar nu echter tus- 'icn beide personen een keuzo moest ge daan worden, heeft do Regeering willen doen uitkomen, dat do wijze, waarop de Koningin-Moeder vroeger het Regentschap waarnam, van dien aard was, dat zdj Haar a; jspraak gaf op do dankbaarheid van het voik en dat hierin het motief is gelegen tot het besluit om allereerst aan Haar het Re gentschap op te dragen. Waar de Regee ring verder zegt, dat, bad de geschiedenis Piet op het Regentschap der Koningin- Moedor te wijzen, het de natuurlijke loop 'vnn zaken zou rijn de waarneming van het Regentschap in de eerste plaats aan den Gemaal der Koningin op te dragen, wees 4ij duidelijk aan, waarom zij voorstelt den Trina dor Nederlanden reeds nu als opvol ger m het Regentschap aan te wijzen, Ga-d-rno stemde men in met de verdere in He Memorie van Toelichting vervatte ver klaring, dat heb Nederlandsche volk do i.vaarneming van het Koninklijk gezag met Vol vertrouwen kan leggen in handen van den Pidns. Gevraagd werd, of spoodig een wetsont werp zal worden Ingediend tot uitvoering Van art. 46 der Grondwet. Eenigo leden meenden, dat zoodanig wetsontwerp tege lijk met diat betreffende het Regentschap bij do Stttten-Genoraal had behooren to rijn ingediend. In do Memorio van Antwoord sluit de Xcegeering zich bij de zienswijze der laatst bedoelde leden volkomen aan en verklaart ■net nadruk, dat de Prins-Gemaal eerst feubsidair voor het Regentschap wordt Ïoorgesteld, omdat H. M. de Koningin- loeder door do wijze, waarop zij boreida het Regentschap he aft waargenomen, thans in de eerste plaats op benoeming tot Regentes aanspraak kan maken. Evenals in 1850 en in 1884 is geschied schrijft de Regeering voorts zal een wotsontwerp tot uitvoering van art. 46 '-der Grondwet aanhangig worden gemaakt, nadat de voorziening in het Rogentschap zal rijn getroffen. In het Verslag was er op gewezen, dat als do Regentes of Regent door afwezig- hoid verhinderd is het Koninlijk gezag aanstonds feitelijk uit te oefenen, do Raad van State volgens do Grondwet met de waarnoming wordt belast. Naar aanlei ding daarvan geeft de Regeering toe, dat inderdaad de dubbele beteokeniB waarin de Grondwet do uitdrukking „waarneming' van liet Koninklijk Gezag" 'bezigt, tot mis verstand zou kunnen leidwn Daarom ie art. 2 van het wetsontwerp aangevuld meu een verwijzing naar art. 45 der Grond wet, in verhand waarmede in art. 1 niet pneer van „waarneming van het Koninklijk Gezag", maar van „Regentschap" wordt 'gesproken. Voorts is het ontwerp aangevuld met een bepaling omtrent het inwerkingtreden, n.l. dat do wet in werking zal treden op 'den dag haror afkondiging. Wetsontwerp betref fondo de Voogdij van den minderjarig en Koning. Het voorstel tot benoeming van den Prins der Nederlanden tot voogd, vond bij het lifdeolingsonderaxk algemeeno instemming. Er waren enkele leden, die meenden, 'dat handhaving van den voogd bij aan vaarding eonor vreemde Kroon niet over- eon to brengon is met art. 23 der Grond wet. Anderen merkten hiertegenover op, dat, hoo men ook donken mogo over de toepasselijkheid van dat artikel op den Regent, het kwalijk kan gelden ten aanzien, van don voogd,^Rio geen regeeringsrechtcn heeft uit te oefenen. In de Memorio van Antwoord noemt de Regeering het een groole voldoening, dat de bonooming van den Prins der Neder landen tot voogd algemeene instemming vemd. Naar aanleiding van de opmerkingen in het Verslag is o.a. aan artikel 6 van het wetsontwerp een lid toegevoegd van den volgenden inhoud: „Indien de Vader-Voogd zijn vaat en voortdurend verblijf buiten het Rijk in Europa mocht vestigen, dan zal Hij van rechtswege de voogdij verliezen, drie maag den, nadat de Raad van Ministers aan de Staten-Generaal zal hebban kennis gege ven, diat dit geval aanwezig ia, tenzij Höj binnen dien \termijn bevcVatigd zaü rijn door een wet." W aarde Redactie l Aangezien ik do spolling-quacstie met een groot aantal oudere en jongere, ont wikkelde, talon kennende bekenden heb besproken, meen ik te mogen onderstellen, dat, wanneer er eens een nationaal refe rendum over gehouden werd, de „nieuw?" (voor een groot deel oude) spelling on getwijfeld niet ingevoerd zou worden. M. i. en hierin heb ik de noodage geest verwanten is zij bijzonder leelijk, on- proctisch, verwarrend( onduidelijk, onvol doende vaak om onder groote uitweidingen gedachten duidelijk uit te drukken, in een woord een schromelijke verarming, achter uitgang van do geschreven taal. Men werpt den uitgang 1 ij k overboord en voort den ouden 1 i k weer in, die even min den gesproken uitgang vertegen woordigt, want dian zou men 1 u k moeten schrijven. Do opheffing van de geslachten der woor- don en van bet verschil iu schrijfwijze tus- schen „bijwoorden" en „bijvoeglijke naam woorden" kan tot volkomen onbegrijpelijk heid van den gesohreven zin leiden, en is d'us een zeer verwerpelijke verarming van dé schrijftaal, die men alleen door gebruik van meerdere woorden weer opheffen kan; zooals men sprekend doet, want men hoort het verschil tusschen s en 6oh niet en voor komt daarom verwarring door een langere omschrijving. De enkele e en o steeds doorgevoerd bren gen soms mede, dat men eerst het woord geheel bekijken moet en bedenken hoe men het moet uitspreken. Voor een praotisehe spelling zou men dan accenten invoeren moeten, dé£r waar do letters scherp uitgesproken moeten wor» doD, bijv 161 ike, want dan staat or ten minste 1 e elieke (waaruit tevens blijkt, dat ook bij een verlenging van den uitgang lik geen praotisehe verbetering wordt verkregen cloor afschaffing van.... 1 ijk). De nieuwe spelling is zuinig op letters, verkorting is hot parool, doch men schrijft „practiese", „Julle", enz., waar <Te e's best gomist kunnen wordenmen blijft schrijven „nieuwe", waar de u volstrekt geen rin heeft, enz. Dat er zonderling, slordig omgesprongen wordt met do taal cn spelling is, waar, zolfs de taaipaladijn, die gisteren een lans brak in Uw blad, voor de nieuwe spelling schrijft „verpliohtend" waar verplicht moest staan. Wij zondigen allen wel eens, al is het dan ook niet met opzettelijke dwaasheden, als: een „adres lioudon.de", „hot wil mij voorkomen" en meer derge lijke gc7/>chte onjuistheden. Bij voorbaat dankend voor de plaatsing, verblijf ik ga arm, Uw Dw. QU18. Leid"»" et Maart 1S09. [De Redaklio zond mij bovenstaand schrijven om mij in de gelegenheid te stel len tot het plaatsen zo ik dit nodig achtte van een onderschrift, waarvan ik gaarne gebruik maak, omdat de in zender een en ander bespreekt, waarover ik in mijn artikeltjes heel vluchtig heb moeten heenstappen. Allereerst do uitgang -1 ij k. Dit zou men door -1 u k en niet door -lik moeten weergeven zegt Quis. Deze opmerking ia zó oud en zó menigmaal weerlegt dat het mo verwondert ze te horen van iemand aan wie de taaistudio niet vreemd schijnt te zijn. Bovendien is ze onjuistAls Quis het woord gelukkig uitspreekt, zal hij moeten toestemmen dat de u in -1 u k- hcol anders Hinkt als in g e- en -k ig; de eerste en laatste lettergreep van dit woord komen in uitspraak vrijwel overeen met de uitgang -] ij k. Voor het zuiver foneties uit beelden van deze klank hebben we in onzo schrijftaal geen letterteken. Nu stelt Kollewijn voor deze klank door „i" aan te duiden, Quis voelt meer voor „u" en Willem Koning heeft in zijn bro chure zijn liefde verklaard aan de „e". Men ziet ook hier verschillen de smaken. En nu laat ik het aan de „arbiters elegan- tiae" onder de lezers over te beslissen of bet 1 e 1 i k e van Kollewijn lellker is dan het 1 e 1 u k e van Quis en het 1 1 e k e van Willem Koning. Ik vraag alleen: „Welke verandering heeft het meest reden van bestaan?" en dat ia zonder twijfel die van Kollewijn. Ten eerste Quis erkent dit zelf, heeft -lik de oudste reahten, omdat dit door de uitgang -4 ij k onrechtvaardig verdrongen is; laat men bovendien de analogie een woordjo meepraten, dan be merkt men dat de klank in het achtervoeg sel -1 ij k voor „k" algemeen door „i" wordt weergegeven. Bijv.monnik, havik, hinnikon, Fr ederik, e t o mjn erik, vuilik, enz., waarom dan ook niet v r o 1 i k? Deze kwestie is overigens van heel wei nig belang en de vereenvoudiging staat of valt niet met een lik. 'n luk of lek. Over de „zogenaamde" verwarring door „opheffing van de geslachten" (zoals Quia zich onjuist uitdrukt) zullen we tans zwij gen en hem slechts naar onze laatste arti kelen verwijzen, die hij bij het schrijven van zijn 6tuk nog niet gclozon had, om nog iets over de bójv. naamw. en bijw. te kun nen zeggen. Als Quis werkelik zo naief is te denkon dat het weglaten van de „ch" verwarring zal stichten, dan raad ik hem aan eens ©ven een Nederl. Spraakkunst in te zien. Hij zal dan bemerken dat- die „oh" geen soliibbaleth is waaraan men do bijv. naamw. herkennen kan, eenvoudig omdat ook hier do vele uitzonderingen do regel niet be vestigen maar waardeloos maken. Zo heeft men bijv. naamiw. op „s" als:'bit3, <Lwars, kras, los, paars, spits, ouz., en bijw. op „sch": bar ach, boersoh, hemelsoh, noraoh^ valsch enz. Men moot dus schrijven: volgens De Yr. en Te W.: „Onder rijn rosse, boersohe wenkbrauwen gluur den eau paar fletse-, valsoho oagen. Zijn paars, alledaagsoh gezicht kijkt altijd even norsch. Haar an dera bitse stem klonk mij nu h e- melsoh in de ooren. Allo moeite waa vergeefseh, hij riep ver geefs om hulp, enz. Welk nut de „oh" in de-zo en soortgelijke zinnen heeft, had Quis eerst moeten aan tonen alvorens van onbcgrijpelikheid en taalverarming te spreken. Het volgend© bezwaar van Quis is grap pig. De enkele e en o maakt dat hij een woord eerst geheel bekijken moet en daar na nog eons over de uitspraak moet naden ken. Dat een eenvoudig moedertje de Kleine advertenties in de Kollowijnse spelling lezende zioh vergissen kan en leest bóde- 1 e n in plaats van beuólen is heel goed mogelik, dooh daar is met de spelling Do Y. en T. W. evengoed kans op. Ook daarin komen woorden voor, waarbij een minder belezen mens even moet nadenken, en dat zo iemand leest betóren in plaats van b é- teren, béne pen voor benépen, gele dingen voor gelédingen is volstrekt niet onmogelik. Dat echter een latijnso Quis, die zich on der die „talenkennende" stervelingen rang schikt, hiermede moeite zou hebben? Och, koml Het is misschien erg onbeleefd, maar daarover heb ik, heel stiekiun, toch eens even gelachen I Waren de tot hiertoe besproken opmer kingen van Quis al enigszins beschimmeld wegens hoge ouderdom, rijn laatste waar hij zegt, „De nieuwe spelling is zuinig op let ters, verkorting is hot parool, is, ten minste voor mij, geheel nieuw. Dat het to doen was om de woorden kor ter te maken heb ik nooit geweten. Ik heb in mijn onnozelheid altijd gedacht, dat het streven der verecnvoudigers was vereen voudiging in d e spelling te brengen. Doch... ik kan me vergissen. Erg onhandig is 't van Quis om juist voor beelden to kiezen die met zajn bewering in flagrante strjjd zijn. De aanmerking van Quis over „verplicht" en „verplichtend" laat ik onbesproken, om dat het met de hier behandelde zaak niets heeft uit te staan. En hiermede neem ik voor goed afsoheïd van Quis en de andere lezers. lederlandscbB planten In Denemarken, J. N. Risum waarschuwt in „Politaken", van Kopenhagen, gijn landgenooten tegen de Nederlandsche planten, die in Denemarken worden ingevoerd. Omtrent Paechen, schrijft hij, komen de eerste waggon ladin gen Nederlandsche planten aan en begin nen de plantenveilingen. De Denen hebben ala volk geen reden om van de Nederlanders afkeerig te wezen, want die hebben ons ge holpen, toen wij in de klem zaten, en wij hebben het tot nog toe slecht buiten hun bloembollen kunnen stellen, maar nu zij in de laatste jaren Denemarken hebben ge kozen als de losplaats voor de overdaad van hun kweekerijen, is er reden om hun te verzoeken zich wat te beperken. Wil iemand voor rijn tuin planten koopen, dan doet hij beter die bij onze eigen kweekerijen te bestellen; daar kan hij goede, geharde planten krijgen, voor den bodem en het kli maat van ons land geschikt. Men kan zioh wel donken, zoo vervolgt de schrijver, dat de Nederlanders niet hun beste waar zenden naar onze veilingen, waar de prijzen zeer wisselvallig zijn. Daar bij komt, dat de planten dikwijls bij het vervoer aan top en wortel lijden, en dat het groots to deel, dat er komt, niet voor ons land geschikt is. Toch neemt de invoer toe. Yele eigenaars van tuinen koopen vrucht- boomon en rozen zonder de soorten te ken nen, rhododendrons met groote knoppen, die meestal niet uitkomen, magnolia's en vele teere immergroene planten, die na ver loop van enkele maanden verdorren. De prijzen zijn, met de Deensche vergeleken, zéker laag, maar weinige goede, voor onzen grond en onze lucht geschikte planten zijn boter dan een menigte, die maar zorg en er gernis geven, wanneer wij ze rien verwei. ken. Het doet, zegt de heer Risum verder, el- ken planten vriend zeer, op een guron lente dag zoo'n planten veil ing bij te wonen. De planten worden meest zonder bedekking van het wortelgedeelte aan de koopers ver toond. Men koopt dan een heel© partij goedkoop en in enkele maanden kunnen ne gen van de tien planten op de mestvaalt worden geworpen. Deze plantenhandel is niet alleen een ergernis voor de Deensche kweekerijen en voor de koopers, maar dra gen or toe bij om de liefhebberij in planten te vorminderen. Met den verkoop van Iaurierboocnen in kuipen, zoo besluit de schrijver, en over het geheel van planton, die in kuip of pot wor den gekweekt, staat do zaak natuurlijk an ders; alsook van een menigte immergroene en andere planten, die in jonge exempla ren door tuiniers hier aangekocht, na ver deren kweek en stelselmatige harding voor ons klimaat gesohikt worden, (N. R. O.) RECLAMES, k 40 Cents per regel. 1874 26 Een anto'bewaarplants op het «lak. Omhoog naar de zonderling gelegen bewaarplaats voor de auto van een New-Yorksch sportman I ^WERELDBEROEMDE^ QEBEESaiDOEL. HEEFT VELE LEVENS GERED. Het Beste. Zekerste en Veiligste Geneesmiddel, dat bestaat tegen HOESTEN, VERKOUDHEID én Keel- en Longaandoeningen, b 8IN08 1074 WERELOeEROeUD. Pas op nabootsingen; vraag a too da „OWBRIDCE'3 LONC HERS TELLER" en eooepteer GEEN ANDEFk Te Leiden o. a. verkrijgbaar bij.: REIJST KRAK, Steenstraat Wijk 5 No. 41, en J H. DIJKHUIS, Hoogstraat 5. slechts een lepel per persoon in de soep gekookt geeft 2 een zeer fijn smakende Koninginnensoep. Joh.P.Berntsen.Haag.Generaal-Vertedenwoordliisr. CASTRO. Het Haagsche Correspondentiebureau meldt t In verband met het bericht, dat de Yene- zolaansche regeering tot de landing van ge neraal Castro in Venezuela toestemming zou hebben gegeven, vernemen wij de vol gende bijzonderheden. Dr. Paul had de „Compagnie Générale Transatlantique", die generaal Gastro op de „Guadeloupe" naaf Venezuela zou ver voeren, in kennis gesteld van den eigenaar dige n toestand, waarin deze zioh bevindt, daar hij strafrechtelijk vervolgd worxit, na dcor het Reder aal Hooggerechtshof in zijn P£Gsidents-functiën te zijn geschorst, en dat derhalve Castro bij rijn aankomst ge vangen kan worden genomen, hetzij reeds aan boord van het schip, hetzij op het oogenblik zijner landing. De Stoomvaartmaatschappij, vreezende, dat hieruit ook voor haar zelf moeilijkhe lden zouden kunnen voortspruiten, had diensvolgens besloten, generaal Gastro slechts tot Trinidad overtocht te verleenen. De Yenezolaansche regeering heeft hierop de Maatschappij doen mededeelen, dat nj geen bezwaar zal maken tegen <fe voortzet ting der reis van generaal Gastro op de „Guadeloupe" en de aankomst van dit schip met generaal Gastro in Venezuela Wil deze dus rechtstreeks ttrat Venezuela doorreizen, dan geschiedt dit geheel op; eigen rieioo van generaal Caetro. Reuter seint uit Parijs: Dr. Paul heefl uit Den Haag omtrent het verlof, aan Caatro door do regeering van Venezuela verleend om te landen geseind: De Regee* ring heeft aan de reis van Gastro per „Guadeloupe" geen hinderpalen in den weg felegd. De Maartschappij heeft dit maat antander geseind. De „Temps" voegt aan hef bovenstaande toe, dat nu de vraag ie, of de Regeerïng Gastro al of niet zal beletten aan wal te gaan en welke voorwaarden rij zal stellen voor een eventueele landing. Te Antwerpen doet de ronde het fantas® sche verhaal, dat do ex-president Castro een groote Btoomboot heeft uitgerust, die een lading oorlogsoontrabande naar Trini dad zou moeten vervoeren. De munitie in kwestie zou afkomstig zijn udt Duitschland. Zeker is, dia/t Antworpsche expediteurs in zakenrelatie met Castró hebben gestaan, door bemiddeling van een Belgisch scheepsmakelaar. Do Brusselsohe correspondent van „Dé Tel." schrijft aan rijsi blad: Een van mijn vrienden had met den heef Y Castillo, den nieuwbenoeaxodén Yenezo- laanschen consul-generaal te Antwerpen, een onderhoud over Castro. Het is zeker, zeide de heer Y Castillo dat de ex-pre* sident Castro, toen hij naar Europa ver-1 trok, volkomen geloofde, dat zijn macht goed gevestigd was, en dat hij niet wist, dat rijn val zoo nabij was. De ex-president had de overtuiging, dat zijn gezag onwrik baar vaststond, wijl hij 'n groot vertrouwen in do militaire organisatie van zijn land stelde. Doch toen Gastro naar Europa vertrok, was zijn gezag sterk ondermijnd en was eed opstand onvermijdelijk. Hij hacl vele ver* wikkelingen in het leven geroepen. De opvolger van Gastro, generaal Gomea* is een man van hervormingen. Hij tracht de begane fouten te herstel Ion en rijn po* litiek van verzoening, <Ko door de meerder* heid van het land gesteund wordt, is onbë* twist baar een waarborg voor den vrede. „Is het Oastro's bedoeling met, om cfe plannen van generaal Gomez tegen te wef* ken?" „Ik geloof het niet", antwoordde Y Gastal* lo. ^,De ex-president is op dit oogenblik nauwkeurig met den toestand in Venezue la bekend. Hij heeft begrepen, dat zijn rol geëindigd is, en dart. hij rich naar de om* 8tandigheden moet schikken. Indien hij zou trachten stoornis in het openbare leven te* weeg te brengen, door te beproeven, eeaS opstand te verwekken, zooveel te erger voof hem I Dan zou hij de vruchten van •rijn mis* slag oogsten. AXKEM ADE. B e v a 11 o nII. M. van der Veer geb. WeseelingD. T. Sohosnmakergeb. Alderden D M. Loos gob. Van der Zijden D. M. Tukker geb. Van Bostelen Z. M. Vrjjburg geb. Qieake D. J. de Jong geb. Turk Z. A- G. van der Geest geb. Van Wielingen Z. Overleden: M. de Jong, eohtg. van Jao. Termealen, 62 j. H. Castelijn, echtg. 0. ven Immerseel, 66 j. Johs. ven Kliuk, oDgeh., 25 j. J. W. Lemmerzaal, eehtg. van Af. Bergman, 45 i. BODEGRAVEN. Bevallen: J. de Voe geb,' Meijderwfik Z. J. M. de Vos geb. v. d. Star Z.— M. Rietveld geb. De Groot Z. ilAZEUSWOUDE. Bevallen: M. Blonk geb. v. d. Steon Z. L. L. ten Hoor geb. Broekatra D. M. P. Groen geb. v. d. Heyden Z. A. den Hertog geb. Vermeulen D. A. van Rgssei geb. Kraiewrjk Z. en D. 0EGSTG1SEST. Ondertrouwd: R. E eer ing 28 j., te Utrecht, on A. H. F. Soheffer 20 te Oegat geest. Geboren: Margarotha Ermeliodes, D. van M. Hoogaveen en Af. de Boer. Willemina, D, van D. J. Bos en A. Beerta. Maria Jaooba, D, van J. A. Budding eu E. van Leeuwen. Overleden: Gerrit de Jong, 59 j., teLeidei^ eohtg. van H. van Bergejjk. Theodoras van Buggomen, 56 j., te Leiden. Martiuus Leonardo* Cornelia Schiama 4 j. Statistiek, der haringvisscHsrij over 1908. Uit deze statistiek, samengesteld doof den hc*r L. F. H. Dirkzwager, te 'B-Gra* venhage, blijkt, dat do totale aanbrengst! in Nederland, aangebracht door 502 loggen* sohepen enz., 194 bom sch epen en 44 stoom* schepen, respectievelijk bedroeg 479.023( tonnen, 62.793 kantjes is 130.234 tonnen en; 76.405 tonnen pekel- en steurharing totaaÜ 685.662 tonnen met 740 schepen. Dit aantal! is sedert 1893 alleen in de jaren 1902 toH 1907, uitgezonderd 1905 overtroffen gewoon den. Met stoomschepen werden te YlaaaS* dlmgen, IJmuiden, Scheveningen, Maas* sluis en 's-Gravenhage totaal 70.405 tormeö oangebraoht. Met bomschopen te Scheve* ningen, Kafcwijk-aan-Zee, en Noordwiik* aan-Zoe 162.793 tonnen en de overige mefl loggerschepen in de verschillende reederij* plaatsen. Db Hollandtch-Belgische verstandhouding. Men is half-ambtelijk overeengekomen, Volgens het sohijnt, tussohon Holland etf België over het vraagstuk dier wederrijdscb'4 geldigkoid der vonnissen in beido landen. Yolgens het door de commissie vastge* stelde opstel, zal een Belgisch makelaar* voor een Hollander, handelende in Belgi8 dezen Hollander verbinden alsof hij zelf \n' België woonde. Anderzijds zal een Belg dlë. in België vonnis gekregen heeft tegen een' Hollander dezen rechtstreeks in Holland doen aanhouden zonder het exequatur vaxl het vonnis af te wachten. Aldus zullen een hoop lange en kostelijke pleegvormen ver* meden worden. De half-ambtelijke basis tot verstandho®* ding aldus vastgesteld zijnde, zullen de of* fioieele onderhandelingen weldra begonnetï worden en ongetwijfeld snel tot een goeder! uitslag komen.' (Nieuwe Gazet.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 18