J&xeme
de Mlé vevt
cfCnovts
Ingezonden.
Awbridqe-s
Mfongherstelk
Burgerlijke Stand.
Vereenlgda zifting der Staten-Generaal.
De oommisflle van rapporteurs voor de
wetsontwerpen ter voorziening in het
regentschap en tot regeling van de voogdij
over den minderjarigen Koning heeft aan
de Vereenigd© Vergadering der Staten-
GeneraaJ medodeeling gedaan van het ver
slag van het afdeelingsonderzoek en van de
daarop ontvangen memorie van antwoord
der Itegeering nopens genoemde wetsont
werpen, waarbij tevens zijn govocgd nota's
van wijzigingen en gewijzigde wetsont
werpen.
Aan deze stukken is het vol gen do ontr
1 eend 5
^Wetsontwerp betreffende het
Regentschap.
In het Verslag wordt clo indiening van
verschillen do zijden een daad van wijze
voorzichtigheidgenoemd en daarvoor der
Regiering een woord van hulde gebracht.
Wat het opdrogen van het regentschap
aan do Koningin-Moeder betreft, vroegen
eenigo leden of de Regeoring zioh bij de
voorgestelde regeling wel had laten leiden
door het staatsbelang. Zij voerden aan dat
'b _t hier niet mag aan komen op het uiten
van gevoelens van dankbaarheid of op het
^oven van plechtige verzekeringen, maar
ulloen pp de vraag, door welke regeling
vm het regentschap het algemeen bel an «r
het meest wordt gebaat. Ook meenden zij,
dat de. vraag of het wen schel ijk is het
regentschap aan den Prins op te dragon,
thans nog niet behoort te worden beslist,
en d*ut do beslissing omtrent de keuze van
eon Regent ter vervanging van de Konin
gin-Moedor beter genomen wordt op bet
Oogenblik, waarop die vervanging noodig
mocht blijken.
Vole andero leden betoogden, dat uit de
tpemorio van toelichting duidelijk is ge-
«bleken dat ook naar hot inzien der Regee
ring bij de regeling van het Regentschap
alleen met het landsbelang mag gerekend
worden. De Regeering gaat blijkbaar mt
Van do moening, dat dit belang evenzeer
vpxx gediend worden door benoeming van
non Prins der Nederlanden als door benoe
ming van de Koningin-Moeder, en er waren
ftidei», die uitdrukkelijk verklaarden dit
gevoelen te doelen. Waar nu echter tus-
'icn beide personen een keuzo moest ge
daan worden, heeft do Regeering willen
doen uitkomen, dat do wijze, waarop de
Koningin-Moeder vroeger het Regentschap
waarnam, van dien aard was, dat zdj Haar
a; jspraak gaf op do dankbaarheid van het
voik en dat hierin het motief is gelegen tot
het besluit om allereerst aan Haar het Re
gentschap op te dragen. Waar de Regee
ring verder zegt, dat, bad de geschiedenis
Piet op het Regentschap der Koningin-
Moedor te wijzen, het de natuurlijke loop
'vnn zaken zou rijn de waarneming van het
Regentschap in de eerste plaats aan den
Gemaal der Koningin op te dragen, wees
4ij duidelijk aan, waarom zij voorstelt den
Trina dor Nederlanden reeds nu als opvol
ger m het Regentschap aan te wijzen,
Ga-d-rno stemde men in met de verdere in
He Memorie van Toelichting vervatte ver
klaring, dat heb Nederlandsche volk do
i.vaarneming van het Koninklijk gezag met
Vol vertrouwen kan leggen in handen van
den Pidns.
Gevraagd werd, of spoodig een wetsont
werp zal worden Ingediend tot uitvoering
Van art. 46 der Grondwet. Eenigo leden
meenden, dat zoodanig wetsontwerp tege
lijk met diat betreffende het Regentschap
bij do Stttten-Genoraal had behooren to
rijn ingediend.
In do Memorio van Antwoord sluit de
Xcegeering zich bij de zienswijze der laatst
bedoelde leden volkomen aan en verklaart
■net nadruk, dat de Prins-Gemaal eerst
feubsidair voor het Regentschap wordt
Ïoorgesteld, omdat H. M. de Koningin-
loeder door do wijze, waarop zij boreida
het Regentschap he aft waargenomen,
thans in de eerste plaats op benoeming tot
Regentes aanspraak kan maken.
Evenals in 1850 en in 1884 is geschied
schrijft de Regeering voorts zal een
wotsontwerp tot uitvoering van art. 46
'-der Grondwet aanhangig worden gemaakt,
nadat de voorziening in het Rogentschap
zal rijn getroffen.
In het Verslag was er op gewezen, dat
als do Regentes of Regent door afwezig-
hoid verhinderd is het Koninlijk gezag
aanstonds feitelijk uit te oefenen, do
Raad van State volgens do Grondwet met
de waarnoming wordt belast. Naar aanlei
ding daarvan geeft de Regeering toe, dat
inderdaad de dubbele beteokeniB waarin
de Grondwet do uitdrukking „waarneming'
van liet Koninklijk Gezag" 'bezigt, tot mis
verstand zou kunnen leidwn Daarom ie
art. 2 van het wetsontwerp aangevuld meu
een verwijzing naar art. 45 der Grond
wet, in verhand waarmede in art. 1 niet
pneer van „waarneming van het Koninklijk
Gezag", maar van „Regentschap" wordt
'gesproken.
Voorts is het ontwerp aangevuld met
een bepaling omtrent het inwerkingtreden,
n.l. dat do wet in werking zal treden op
'den dag haror afkondiging.
Wetsontwerp betref fondo de
Voogdij van den minderjarig en
Koning.
Het voorstel tot benoeming van den Prins
der Nederlanden tot voogd, vond bij het
lifdeolingsonderaxk algemeeno instemming.
Er waren enkele leden, die meenden,
'dat handhaving van den voogd bij aan
vaarding eonor vreemde Kroon niet over-
eon to brengon is met art. 23 der Grond
wet. Anderen merkten hiertegenover op,
dat, hoo men ook donken mogo over de
toepasselijkheid van dat artikel op den
Regent, het kwalijk kan gelden ten aanzien,
van don voogd,^Rio geen regeeringsrechtcn
heeft uit te oefenen.
In de Memorio van Antwoord noemt de
Regeering het een groole voldoening, dat
de bonooming van den Prins der Neder
landen tot voogd algemeene instemming
vemd.
Naar aanleiding van de opmerkingen in
het Verslag is o.a. aan artikel 6 van het
wetsontwerp een lid toegevoegd van den
volgenden inhoud:
„Indien de Vader-Voogd zijn vaat en
voortdurend verblijf buiten het Rijk in
Europa mocht vestigen, dan zal Hij van
rechtswege de voogdij verliezen, drie maag
den, nadat de Raad van Ministers aan de
Staten-Generaal zal hebban kennis gege
ven, diat dit geval aanwezig ia, tenzij Höj
binnen dien \termijn bevcVatigd zaü rijn
door een wet."
W aarde Redactie l
Aangezien ik do spolling-quacstie met
een groot aantal oudere en jongere, ont
wikkelde, talon kennende bekenden heb
besproken, meen ik te mogen onderstellen,
dat, wanneer er eens een nationaal refe
rendum over gehouden werd, de „nieuw?"
(voor een groot deel oude) spelling on
getwijfeld niet ingevoerd zou worden.
M. i. en hierin heb ik de noodage geest
verwanten is zij bijzonder leelijk, on-
proctisch, verwarrend( onduidelijk, onvol
doende vaak om onder groote uitweidingen
gedachten duidelijk uit te drukken, in een
woord een schromelijke verarming, achter
uitgang van do geschreven taal.
Men werpt den uitgang 1 ij k overboord
en voort den ouden 1 i k weer in, die even
min den gesproken uitgang vertegen
woordigt, want dian zou men 1 u k moeten
schrijven.
Do opheffing van de geslachten der woor-
don en van bet verschil iu schrijfwijze tus-
schen „bijwoorden" en „bijvoeglijke naam
woorden" kan tot volkomen onbegrijpelijk
heid van den gesohreven zin leiden, en is
d'us een zeer verwerpelijke verarming van
dé schrijftaal, die men alleen door gebruik
van meerdere woorden weer opheffen kan;
zooals men sprekend doet, want men hoort
het verschil tusschen s en 6oh niet en voor
komt daarom verwarring door een langere
omschrijving.
De enkele e en o steeds doorgevoerd bren
gen soms mede, dat men eerst het woord
geheel bekijken moet en bedenken hoe men
het moet uitspreken.
Voor een praotisehe spelling zou men dan
accenten invoeren moeten, dé£r waar do
letters scherp uitgesproken moeten wor»
doD, bijv 161 ike, want dan staat or ten
minste 1 e elieke (waaruit tevens blijkt,
dat ook bij een verlenging van den uitgang
lik geen praotisehe verbetering wordt
verkregen cloor afschaffing van.... 1 ijk).
De nieuwe spelling is zuinig op letters,
verkorting is hot parool, doch men
schrijft „practiese", „Julle", enz., waar <Te
e's best gomist kunnen wordenmen blijft
schrijven „nieuwe", waar de u volstrekt
geen rin heeft, enz.
Dat er zonderling, slordig omgesprongen
wordt met do taal cn spelling is, waar,
zolfs de taaipaladijn, die gisteren een lans
brak in Uw blad, voor de nieuwe spelling
schrijft „verpliohtend" waar verplicht
moest staan. Wij zondigen allen wel eens,
al is het dan ook niet met opzettelijke
dwaasheden, als: een „adres lioudon.de",
„hot wil mij voorkomen" en meer derge
lijke gc7/>chte onjuistheden.
Bij voorbaat dankend voor de plaatsing,
verblijf ik ga arm,
Uw Dw.
QU18.
Leid"»" et Maart 1S09.
[De Redaklio zond mij bovenstaand
schrijven om mij in de gelegenheid te stel
len tot het plaatsen zo ik dit nodig
achtte van een onderschrift, waarvan
ik gaarne gebruik maak, omdat de in
zender een en ander bespreekt, waarover
ik in mijn artikeltjes heel vluchtig heb
moeten heenstappen.
Allereerst do uitgang -1 ij k. Dit zou men
door -1 u k en niet door -lik moeten
weergeven zegt Quis. Deze opmerking ia zó
oud en zó menigmaal weerlegt dat het
mo verwondert ze te horen van iemand
aan wie de taaistudio niet vreemd schijnt
te zijn. Bovendien is ze onjuistAls Quis
het woord gelukkig uitspreekt, zal hij
moeten toestemmen dat de u in -1 u k-
hcol anders Hinkt als in g e- en -k ig; de
eerste en laatste lettergreep van dit woord
komen in uitspraak vrijwel overeen met de
uitgang -] ij k. Voor het zuiver foneties uit
beelden van deze klank hebben we in onzo
schrijftaal geen letterteken.
Nu stelt Kollewijn voor deze klank door
„i" aan te duiden, Quis voelt meer voor
„u" en Willem Koning heeft in zijn bro
chure zijn liefde verklaard aan de „e".
Men ziet ook hier verschillen de smaken.
En nu laat ik het aan de „arbiters elegan-
tiae" onder de lezers over te beslissen of
bet 1 e 1 i k e van Kollewijn lellker is dan
het 1 e 1 u k e van Quis en het 1 1 e k e
van Willem Koning. Ik vraag alleen:
„Welke verandering heeft het meest reden
van bestaan?" en dat ia zonder twijfel die
van Kollewijn. Ten eerste Quis erkent dit
zelf, heeft -lik de oudste reahten, omdat
dit door de uitgang -4 ij k onrechtvaardig
verdrongen is; laat men bovendien de
analogie een woordjo meepraten, dan be
merkt men dat de klank in het achtervoeg
sel -1 ij k voor „k" algemeen door „i"
wordt weergegeven. Bijv.monnik,
havik, hinnikon, Fr ederik,
e t o mjn erik, vuilik, enz., waarom
dan ook niet v r o 1 i k?
Deze kwestie is overigens van heel wei
nig belang en de vereenvoudiging staat
of valt niet met een lik. 'n luk of
lek.
Over de „zogenaamde" verwarring door
„opheffing van de geslachten" (zoals Quia
zich onjuist uitdrukt) zullen we tans zwij
gen en hem slechts naar onze laatste arti
kelen verwijzen, die hij bij het schrijven
van zijn 6tuk nog niet gclozon had, om nog
iets over de bójv. naamw. en bijw. te kun
nen zeggen.
Als Quis werkelik zo naief is te denkon
dat het weglaten van de „ch" verwarring
zal stichten, dan raad ik hem aan eens
©ven een Nederl. Spraakkunst in te zien.
Hij zal dan bemerken dat- die „oh" geen
soliibbaleth is waaraan men do bijv. naamw.
herkennen kan, eenvoudig omdat ook hier
do vele uitzonderingen do regel niet be
vestigen maar waardeloos maken. Zo heeft
men bijv. naamiw. op „s" als:'bit3,
<Lwars, kras, los, paars, spits,
ouz., en bijw. op „sch": bar ach,
boersoh, hemelsoh, noraoh^
valsch enz. Men moot dus schrijven:
volgens De Yr. en Te W.: „Onder rijn
rosse, boersohe wenkbrauwen gluur
den eau paar fletse-, valsoho oagen.
Zijn paars, alledaagsoh gezicht
kijkt altijd even norsch. Haar an
dera bitse stem klonk mij nu h e-
melsoh in de ooren. Allo moeite
waa vergeefseh, hij riep ver
geefs om hulp, enz.
Welk nut de „oh" in de-zo en soortgelijke
zinnen heeft, had Quis eerst moeten aan
tonen alvorens van onbcgrijpelikheid en
taalverarming te spreken.
Het volgend© bezwaar van Quis is grap
pig. De enkele e en o maakt dat hij een
woord eerst geheel bekijken moet en daar
na nog eons over de uitspraak moet naden
ken.
Dat een eenvoudig moedertje de Kleine
advertenties in de Kollowijnse spelling
lezende zioh vergissen kan en leest bóde-
1 e n in plaats van beuólen is heel goed
mogelik, dooh daar is met de spelling Do
Y. en T. W. evengoed kans op. Ook daarin
komen woorden voor, waarbij een minder
belezen mens even moet nadenken, en dat zo
iemand leest betóren in plaats van b é-
teren, béne pen voor benépen,
gele dingen voor gelédingen
is volstrekt niet onmogelik.
Dat echter een latijnso Quis, die zich on
der die „talenkennende" stervelingen rang
schikt, hiermede moeite zou hebben? Och,
koml Het is misschien erg onbeleefd, maar
daarover heb ik, heel stiekiun, toch eens
even gelachen I
Waren de tot hiertoe besproken opmer
kingen van Quis al enigszins beschimmeld
wegens hoge ouderdom, rijn laatste waar hij
zegt, „De nieuwe spelling is zuinig op let
ters, verkorting is hot parool, is, ten
minste voor mij, geheel nieuw.
Dat het to doen was om de woorden kor
ter te maken heb ik nooit geweten. Ik heb
in mijn onnozelheid altijd gedacht, dat het
streven der verecnvoudigers was vereen
voudiging in d e spelling te
brengen. Doch... ik kan me vergissen.
Erg onhandig is 't van Quis om juist voor
beelden to kiezen die met zajn bewering in
flagrante strjjd zijn.
De aanmerking van Quis over „verplicht"
en „verplichtend" laat ik onbesproken, om
dat het met de hier behandelde zaak niets
heeft uit te staan.
En hiermede neem ik voor goed afsoheïd
van Quis en de andere lezers.
lederlandscbB planten In Denemarken,
J. N. Risum waarschuwt in „Politaken",
van Kopenhagen, gijn landgenooten tegen de
Nederlandsche planten, die in Denemarken
worden ingevoerd. Omtrent Paechen,
schrijft hij, komen de eerste waggon ladin
gen Nederlandsche planten aan en begin
nen de plantenveilingen. De Denen hebben
ala volk geen reden om van de Nederlanders
afkeerig te wezen, want die hebben ons ge
holpen, toen wij in de klem zaten, en wij
hebben het tot nog toe slecht buiten hun
bloembollen kunnen stellen, maar nu zij in
de laatste jaren Denemarken hebben ge
kozen als de losplaats voor de overdaad
van hun kweekerijen, is er reden om hun
te verzoeken zich wat te beperken. Wil
iemand voor rijn tuin planten koopen, dan
doet hij beter die bij onze eigen kweekerijen
te bestellen; daar kan hij goede, geharde
planten krijgen, voor den bodem en het kli
maat van ons land geschikt.
Men kan zioh wel donken, zoo vervolgt
de schrijver, dat de Nederlanders niet hun
beste waar zenden naar onze veilingen,
waar de prijzen zeer wisselvallig zijn. Daar
bij komt, dat de planten dikwijls bij het
vervoer aan top en wortel lijden, en dat
het groots to deel, dat er komt, niet voor ons
land geschikt is. Toch neemt de invoer toe.
Yele eigenaars van tuinen koopen vrucht-
boomon en rozen zonder de soorten te ken
nen, rhododendrons met groote knoppen,
die meestal niet uitkomen, magnolia's en
vele teere immergroene planten, die na ver
loop van enkele maanden verdorren. De
prijzen zijn, met de Deensche vergeleken,
zéker laag, maar weinige goede, voor onzen
grond en onze lucht geschikte planten zijn
boter dan een menigte, die maar zorg en er
gernis geven, wanneer wij ze rien verwei.
ken.
Het doet, zegt de heer Risum verder, el-
ken planten vriend zeer, op een guron lente
dag zoo'n planten veil ing bij te wonen. De
planten worden meest zonder bedekking
van het wortelgedeelte aan de koopers ver
toond. Men koopt dan een heel© partij
goedkoop en in enkele maanden kunnen ne
gen van de tien planten op de mestvaalt
worden geworpen. Deze plantenhandel is
niet alleen een ergernis voor de Deensche
kweekerijen en voor de koopers, maar dra
gen or toe bij om de liefhebberij in planten
te vorminderen.
Met den verkoop van Iaurierboocnen in
kuipen, zoo besluit de schrijver, en over het
geheel van planton, die in kuip of pot wor
den gekweekt, staat do zaak natuurlijk an
ders; alsook van een menigte immergroene
en andere planten, die in jonge exempla
ren door tuiniers hier aangekocht, na ver
deren kweek en stelselmatige harding voor
ons klimaat gesohikt worden, (N. R. O.)
RECLAMES,
k 40 Cents per regel.
1874 26
Een anto'bewaarplants op het «lak.
Omhoog naar de zonderling gelegen bewaarplaats voor de auto van een
New-Yorksch sportman I
^WERELDBEROEMDE^
QEBEESaiDOEL.
HEEFT VELE LEVENS GERED.
Het Beste. Zekerste en Veiligste
Geneesmiddel, dat bestaat tegen
HOESTEN, VERKOUDHEID
én Keel- en Longaandoeningen, b
8IN08 1074 WERELOeEROeUD.
Pas op nabootsingen; vraag a too da
„OWBRIDCE'3 LONC HERS TELLER"
en eooepteer GEEN ANDEFk
Te Leiden o. a. verkrijgbaar bij.: REIJST
KRAK, Steenstraat Wijk 5 No. 41, en
J H. DIJKHUIS, Hoogstraat 5.
slechts een lepel per persoon
in de soep gekookt geeft 2
een zeer fijn smakende
Koninginnensoep.
Joh.P.Berntsen.Haag.Generaal-Vertedenwoordliisr.
CASTRO.
Het Haagsche Correspondentiebureau
meldt t
In verband met het bericht, dat de Yene-
zolaansche regeering tot de landing van ge
neraal Castro in Venezuela toestemming
zou hebben gegeven, vernemen wij de vol
gende bijzonderheden.
Dr. Paul had de „Compagnie Générale
Transatlantique", die generaal Gastro op
de „Guadeloupe" naaf Venezuela zou ver
voeren, in kennis gesteld van den eigenaar
dige n toestand, waarin deze zioh bevindt,
daar hij strafrechtelijk vervolgd worxit, na
dcor het Reder aal Hooggerechtshof in zijn
P£Gsidents-functiën te zijn geschorst, en
dat derhalve Castro bij rijn aankomst ge
vangen kan worden genomen, hetzij reeds
aan boord van het schip, hetzij op het
oogenblik zijner landing.
De Stoomvaartmaatschappij, vreezende,
dat hieruit ook voor haar zelf moeilijkhe
lden zouden kunnen voortspruiten, had
diensvolgens besloten, generaal Gastro
slechts tot Trinidad overtocht te verleenen.
De Yenezolaansche regeering heeft hierop
de Maatschappij doen mededeelen, dat nj
geen bezwaar zal maken tegen <fe voortzet
ting der reis van generaal Gastro op de
„Guadeloupe" en de aankomst van dit
schip met generaal Gastro in Venezuela
Wil deze dus rechtstreeks ttrat Venezuela
doorreizen, dan geschiedt dit geheel op;
eigen rieioo van generaal Caetro.
Reuter seint uit Parijs: Dr. Paul heefl
uit Den Haag omtrent het verlof, aan
Caatro door do regeering van Venezuela
verleend om te landen geseind: De Regee*
ring heeft aan de reis van Gastro per
„Guadeloupe" geen hinderpalen in den weg
felegd. De Maartschappij heeft dit maat
antander geseind.
De „Temps" voegt aan hef bovenstaande
toe, dat nu de vraag ie, of de Regeerïng
Gastro al of niet zal beletten aan wal te
gaan en welke voorwaarden rij zal stellen
voor een eventueele landing.
Te Antwerpen doet de ronde het fantas®
sche verhaal, dat do ex-president Castro
een groote Btoomboot heeft uitgerust, die
een lading oorlogsoontrabande naar Trini
dad zou moeten vervoeren.
De munitie in kwestie zou afkomstig zijn
udt Duitschland. Zeker is, dia/t Antworpsche
expediteurs in zakenrelatie met Castró
hebben gestaan, door bemiddeling van een
Belgisch scheepsmakelaar.
Do Brusselsohe correspondent van „Dé
Tel." schrijft aan rijsi blad:
Een van mijn vrienden had met den heef
Y Castillo, den nieuwbenoeaxodén Yenezo-
laanschen consul-generaal te Antwerpen,
een onderhoud over Castro. Het is zeker,
zeide de heer Y Castillo dat de ex-pre*
sident Castro, toen hij naar Europa ver-1
trok, volkomen geloofde, dat zijn macht
goed gevestigd was, en dat hij niet wist,
dat rijn val zoo nabij was. De ex-president
had de overtuiging, dat zijn gezag onwrik
baar vaststond, wijl hij 'n groot vertrouwen
in do militaire organisatie van zijn land
stelde.
Doch toen Gastro naar Europa vertrok,
was zijn gezag sterk ondermijnd en was eed
opstand onvermijdelijk. Hij hacl vele ver*
wikkelingen in het leven geroepen.
De opvolger van Gastro, generaal Gomea*
is een man van hervormingen. Hij tracht
de begane fouten te herstel Ion en rijn po*
litiek van verzoening, <Ko door de meerder*
heid van het land gesteund wordt, is onbë*
twist baar een waarborg voor den vrede.
„Is het Oastro's bedoeling met, om cfe
plannen van generaal Gomez tegen te wef*
ken?"
„Ik geloof het niet", antwoordde Y Gastal*
lo. ^,De ex-president is op dit oogenblik
nauwkeurig met den toestand in Venezue
la bekend. Hij heeft begrepen, dat zijn rol
geëindigd is, en dart. hij rich naar de om*
8tandigheden moet schikken. Indien hij zou
trachten stoornis in het openbare leven te*
weeg te brengen, door te beproeven, eeaS
opstand te verwekken, zooveel te erger voof
hem I Dan zou hij de vruchten van •rijn mis*
slag oogsten.
AXKEM ADE. B e v a 11 o nII. M. van der Veer
geb. WeseelingD. T. Sohosnmakergeb. Alderden
D M. Loos gob. Van der Zijden D. M. Tukker
geb. Van Bostelen Z. M. Vrjjburg geb. Qieake
D. J. de Jong geb. Turk Z. A- G. van der
Geest geb. Van Wielingen Z.
Overleden: M. de Jong, eohtg. van Jao.
Termealen, 62 j. H. Castelijn, echtg. 0. ven
Immerseel, 66 j. Johs. ven Kliuk, oDgeh., 25
j. J. W. Lemmerzaal, eehtg. van Af. Bergman,
45 i.
BODEGRAVEN. Bevallen: J. de Voe geb,'
Meijderwfik Z. J. M. de Vos geb. v. d. Star Z.—
M. Rietveld geb. De Groot Z.
ilAZEUSWOUDE. Bevallen: M. Blonk geb.
v. d. Steon Z. L. L. ten Hoor geb. Broekatra
D. M. P. Groen geb. v. d. Heyden Z. A.
den Hertog geb. Vermeulen D. A. van Rgssei
geb. Kraiewrjk Z. en D.
0EGSTG1SEST. Ondertrouwd: R. E eer ing
28 j., te Utrecht, on A. H. F. Soheffer 20 te
Oegat geest.
Geboren: Margarotha Ermeliodes, D. van
M. Hoogaveen en Af. de Boer. Willemina, D,
van D. J. Bos en A. Beerta. Maria Jaooba, D,
van J. A. Budding eu E. van Leeuwen.
Overleden: Gerrit de Jong, 59 j., teLeidei^
eohtg. van H. van Bergejjk. Theodoras van
Buggomen, 56 j., te Leiden. Martiuus Leonardo*
Cornelia Schiama 4 j.
Statistiek, der haringvisscHsrij over 1908.
Uit deze statistiek, samengesteld doof
den hc*r L. F. H. Dirkzwager, te 'B-Gra*
venhage, blijkt, dat do totale aanbrengst!
in Nederland, aangebracht door 502 loggen*
sohepen enz., 194 bom sch epen en 44 stoom*
schepen, respectievelijk bedroeg 479.023(
tonnen, 62.793 kantjes is 130.234 tonnen en;
76.405 tonnen pekel- en steurharing totaaÜ
685.662 tonnen met 740 schepen. Dit aantal!
is sedert 1893 alleen in de jaren 1902 toH
1907, uitgezonderd 1905 overtroffen gewoon
den. Met stoomschepen werden te YlaaaS*
dlmgen, IJmuiden, Scheveningen, Maas*
sluis en 's-Gravenhage totaal 70.405 tormeö
oangebraoht. Met bomschopen te Scheve*
ningen, Kafcwijk-aan-Zee, en Noordwiik*
aan-Zoe 162.793 tonnen en de overige mefl
loggerschepen in de verschillende reederij*
plaatsen.
Db Hollandtch-Belgische verstandhouding.
Men is half-ambtelijk overeengekomen,
Volgens het sohijnt, tussohon Holland etf
België over het vraagstuk dier wederrijdscb'4
geldigkoid der vonnissen in beido landen.
Yolgens het door de commissie vastge*
stelde opstel, zal een Belgisch makelaar*
voor een Hollander, handelende in Belgi8
dezen Hollander verbinden alsof hij zelf \n'
België woonde. Anderzijds zal een Belg dlë.
in België vonnis gekregen heeft tegen een'
Hollander dezen rechtstreeks in Holland
doen aanhouden zonder het exequatur vaxl
het vonnis af te wachten. Aldus zullen een
hoop lange en kostelijke pleegvormen ver*
meden worden.
De half-ambtelijke basis tot verstandho®*
ding aldus vastgesteld zijnde, zullen de of*
fioieele onderhandelingen weldra begonnetï
worden en ongetwijfeld snel tot een goeder!
uitslag komen.' (Nieuwe Gazet.)